30 januari 2018

Tata Steel 2018: het eindrapport

In de Nederlandse media werd opmerkelijk veel gejammerd over het feit dat er voor het eerst in de 80-jarige geschiedenis van Tata Steel een barrage werd gespeeld om de toernooiwinnaar aan te wijzen. Dat had er vooral mee te maken dat import-Nederlander en publiekslieveling Anish Giri zodoende naast de eindzege greep.

Bij een sport waarin op hoog niveau het merendeel van de partijen in remise eindigt, zou je verwachten dat de eer en roem van de toernooiwinst ook gelijkmatig verdeeld wordt over degenen die aan het eind van de rit de meeste punten hebben. Kennelijk was de Amerikaanse alles-of-niets-cultuur ook naar Wijk aan Zee overgewaaid, dus moesten Magnus Carlsen en Anish Giri aan het eind van het toernooi in twee vluggertjes om de toernooiwinst spelen. Zoals verwacht won Mr. Blitz, zodat hij voor de zesde keer het toernooi op zijn naam schreef. Tijd voor een terugblik op het toernooi aan de hand van een eindrapport!

1. Magnus Carlsen 9 uit 13

Het was alsof hij in het toernooi niet echt zijn best deed. Alsof hij op halve kracht opereerde. Alsof hij nog veel beter kon. Desondanks stond hij na dertien ronden gedeeld bovenaan en mocht hij dankzij de barrages zelfs de ongedeelde toernooiwinst opstrijken. Ook niet onbelangrijk: dankzij de negen gewonnen egopunten heeft hij nu al een hogere (virtuele) rating dan hij vorig jaar ooit gehad had. 2018 is voor de wereldkampioen goed begonnen.

8

2. Anish Giri 9 uit 13

Giri’s vorm in Tata-Steel is altijd heel wisselend geweest. In 2012 verloor hij vijf partijen op rij, maar in 2014 werd hij gedeeld tweede. Dit jaar werd het nog een plekje beter. Met vijf zeges en acht remises speelde Giri een solide en vooral erg sterk toernooi. Zoals wel vaker kwam hij geen moment in de problemen, maar anders dan anders wist hij zijn goede stellingen nu wel vaak te verzilveren. Het resultaat is dat hij weer in de top 10 van de wereld staat. Het enige puntje van kritiek is dat hij tegen de totaal uit vorm zijnde Caruana agressiever had moeten spelen. Dan had hij het toernooi misschien wel ongedeeld gewonnen.

9

3. Vladimir Kramnik 8½ uit 13

Na zes jaar afwezigheid was Vladimir Kramnik weer van de partij in Wijk aan Zee. Hij speelde fris en fruitig, won veel partijen, en liet zien dat hij nog net zo goed is als een decennium geleden. Voor de zwakkere broeders in de A-groep was hij een ware plaag. Daar stond tegenover dat het tegen de toppers wat minder ging, waardoor hij voor het goud niet in aanmerking kwam. Te vaak werd hij in het middenspel overspeeld, waardoor hij tegen Giri en Karjakin dure nederlagen kreeg te slikken.

4. Sjachriar Mamedjarov 8½ uit 13

Halverwege het toernooi had hij de moeilijk te geloven score van 5½ uit 7 en stond hij een punt los op de rest. Die score kwam niet helemaal uit de lucht vallen, want het afgelopen jaar maakte de Azerbeidzjaanse topschaker eindelijk de sprong naar de absolute top. Helaas voor hem ging het in de tweede toernooihelft mis. Hij gooide zijn glazen in door op de verkeerde momenten de verkeerde openingen te kiezen. Het betekende dat hij tegen Giri kansloos werd opgevouwen, terwijl hij tegen het lopende punt Gawain Jones naar eigen zeggen niet meer aan remise kon ontsnappen in de opening. Zo win je geen toernooien.

5. Viswanathan Anand 8 uit 13

Hoewel hij inmiddels veruit de oudste speler van het toernooi is, is er van enige achteruitgang bij Mr. Wig geen sprake. Tegen de staart van het veld wisselde hij mooie technische verhandelingen af met gepointeerd vechtschaak, waarbij hij zich vooral met ongelijke materiaalverhoudingen als een vis in het water voelde. Smetje op zijn toernooi was wel die vreselijke partij tegen Kramnik.

8

6. Wesley So 8 uit 13

Wesley So kon zijn stunt van vorig jaar niet herhalen, maar met “+3” deed hij aan vormbehoud. Dat is al heel wat nadat de aanval op Carlsens nummer-1-positie het afgelopen jaar uitbleef. Sterker nog: door de aanhoudende matige prestaties was hij op de ranglijst alleen maar afgezakt. Roem kan snel vergaan. In Wijk aan Zee presteerde So naar verwachting. Hij won vier partijen met de nodige moeite en ging tegen Carlsen wat ongelukkig ten onder, zodat hem een plek in de subtop restte.

7. Sergej Karjakin 7½ uit 13

Remisekoning Sergej Karjakin bleef net als de koplopers ongeslagen, wat natuurlijk een sublieme prestatie is in dit sterke deelnemersveld. Om de een of andere reden slaagde hij er niet in van de staart te winnen, maar wie hij wel versloeg: Kramnik en Caruana. Beide spelers werden door een bijna Carlseniaanse eindspeltechniek naar een nederlaag gespeeld. Voor de toernooiwinst was echter meer nodig.

8. Pjotter Swidler 6 uit 13

In de A-groep was er een duidelijke tweedeling te zien tussen de bovenste en onderste helft. De mongolenwaaier werd aangevoerd door Pjotter Swidler, die alleen de volkomen kansloos spelende Yifan Hou aan de zegekar wist te binden. Zijn twee nederlagen tegen Kramnik en Mamedyarov waren heel snel en vooral heel pijnlijk. Niemand in de top 20 kan zo genadeloos door de ondergrens zakken als Swidler.

5

9. Wei Yi 5½ uit 13

Het zat hem allemaal niet mee dit toernooi. In de eerste helft van het toernooi liet hij veel punten liggen. Mindere stellingen gingen verloren, gewonnen stellingen soms ook. In de tweede helft van het toernooi deed hij aan schadebeperking door verder alles remise te spelen. Gauw vergeten dit toernooi.

10. Gawain Jones 5 uit 13

Als laagsteratinghouder is ieder halfje al mooi meegenomen, dus is zijn score van 5 uit 13 helemaal niet slecht. Had de ballen om met zwart tegen de wereldtoppers de scherpste systemen te spelen en dat pakte verbazingwekkend goed uit. Zelfs Carlsen ging er gek van doen. Helaas ging die partij niet als een zege op de wereldkampioen de boeken in, maar als de partij die de wereldkampioen met een stuk minder nog won. Gezien die voorgeschiedenis viel zijn keuze om tegen Mamedjarov een makkelijke remise te pakken goed te verdedigen.

6

11. Fabiano Caruana 5 uit 13

Hij kwam naar Wijk aan Zee als de nummer twee van de wereld en hij verliet de tochtige badplaats twee weken later als de nummer acht na een werkelijk waar onthutsend slecht gespeeld toernooi. Geen moment kon Fabiano Caruana aantonen waarom hij die hoge plaats op de wereldranglijst verdient. Met wit kwam hij niet verder dan zes remises tegen op papier mindere spelers, terwijl hij vier van zijn zeven zwartpartijen kansloos verloor. Ging hij ten onder aan de druk of probeerde hij zijn kruit droog te houden voor het kandidatentoernooi dat over anderhalve maand begint?

4

12. Maxim Matlakov 5 uit 13

Met vier nederlagen en een overwinning was Maxim Matlakov misschien wel de grootste also-ran van het toernooi. Tegen de toppers Carlsen en Giri had hij zijn zenuwen niet in bedwang en tegen Hou gaf hij in paniek een glad gewonnen stelling bijna nog weg. Volgens de Jan Smeets-regel hoeft ‘ie voor volgend jaar niet op een uitnodiging te rekenen.

5

13. Baskaran Adhiban 3½ uit 13

Vorig jaar was hij nog de man in Wijk aan Zee, maar na een verder weinig succesvol 2017 presteerde Baskaran Adhiban ditmaal ondermaats. Ging keer op keer op de pijnbank liggen en werd dan door de topschakers urenlang gemarteld. Dieptepunt van zijn toernooi was het totaal kansloze kwaliteitsoffer tegen Kramnik in de laatste ronde, waardoor hij op “-6” eindigde. Moet heel gauw laten zien dat hij veel beter kan.

3

14. Yifan Hou 2½ uit 13

Acht nederlagen, vijf remises: dat was de oogst van de sterkste schaakster sinds Polgár. Misschien zijn die toernooien tegen seksegenoten toch zo slecht nog niet.

2

De B-groep werd gewonnen door Vidit, vooral ook omdat Korobov vanwege zijn slechte conditie na een goed begin inzakte. Beste Nederlander werd Jorden van Foreest, die op de gedeeld 3e tot en met 6e plaats eindigde. Broertje Lucas vergooide met arrogant spel niet alleen een hoge klassering, maar ook alle kansen op een GM-norm, en eindigde nog achter L’Ami en Bok.

01 januari 2018

2018!

Niet te geloven, het is alweer 2018! Dat betekent dat me alweer 365 dagen sinds mijn vorige nieuwjaarsartikel door de vingers zijn geglipt.

2017 was voor mij het jaar waarin ik twee nieuwe buren kreeg en mijn roze papiertje haalde. Verder heb ik het afgelopen jaar helaas maar weinig hoogtepunten beleefd. Het aankomende jaar ga ik het avontuur weer wat meer opzoeken, zodat ik hier over 365 dagen hopelijk een enorm hoeraverhaal kan afsteken.

Het komende jaar zal ik me vooral bezighouden met het doen van onderzoek en het schrijven van mijn proefschrift. Daarnaast hoop ik een wiskundeboekje over de Formule 1 (voor de zogenaamde Zebrareeks) te kunnen publiceren en ver te komen met mijn onderzoek naar inhalen in de Formule 1. Daar gaat een hoop tijd in zitten, maar desondanks hoop ik de zomervakantie tijd over te hebben voor leuke dingen. Ik wil later ook leuke herinneringen aan deze tijd hebben. Hopelijk kan ik de komende 364 dagen en een paar uur op een nuttige en aangename manier besteden, zodat ik achteraf kan concluderen dat 2018 een van de beste jaren van mijn leven is geweest. Duimen maar!