27 juni 2009

Veldwerk Kampen (3)

Maandag

Al vroeg in de ochtend werd ik wakker. Het was al licht en ik keek op m’n horloge. Zou het al acht uur zijn? Dat was niet zo mooi, want je kon tot acht uur aanschuiven voor het ontbijt. Opmerkelijk genoeg was het maar een uur of zes. Vervolgens wisselde ik wakkere periodes af met periodes dat ik nog sliep. Uiteindelijk werd ik om kwart voor acht voor het laatst wakker…

De maandag was een verkenningsdag. We zouden het gebied gaan bekijken. Helaas moesten we eerst nog onze onderzoeksopzet bespreken. Alle tien groepjes hadden een gesprek van een kwartier. Wij waren zo’n beetje als laatste en omdat de gesprekken langer duurden dan gepland, waren we meteen onze hele ochtend kwijt. Rolex, die bijna niet boos te maken is, was nu wel boos. We hadden namelijk de hele week strak gepland en die planning ging hierdoor al bijna de prullenbak in.

Het gesprek was daarentegen wel verhelderend, maar ik vond het vreemd dat het tijdens het veldwerk zelf gebeurde. Waarom kon dat niet in een van de voorbereidingsweken?

Het was inmiddels alweer middag en via Camps reden we naar ons onderzoeksgebied ten zuiden van de stad zelf. We wilden vandaag bijvoorbeeld wel een indruk krijgen van hoe het gebied er uitziet, waar de wegen zijn en de mate waarin de akkers waren gemaaid. Helaas was het nu het maaiseizoen en zagen we hoe het ene na het andere veld werd platgemaaid.

We fietsten door het gebied van de ene terp naar de andere. Dat leverde mooie foto’s op van boerderijen, maar dat zorgde ook voor blaffende honden. Toen Rolex aan een boer vroeg of hij wat plantjes mocht plukken voor een soort vegetatieopname, kwam de waakhond op ons af kwispelen. Desondanks kreeg ik de kriebels van dat beest. Ik reed daarom maar door en keek van een afstandje toe.

Na het avontuur met de hond kwamen we aan bij een veld dat nog vol stond met wilde planten. Het werd tijd om wat te relaxen. We gingen twee telefonische interviews houden. Dat ging wel goed: door de luidspreker konden we mooi verstaan wat er gezegd werd. Het eerste interview was een succes; het tweede interview niet. We hadden om drie uur een belafspraak met Gerrit Gerritsen, maar de beste man was er om de een of andere reden niet. Tijd om te treuren was er niet, want we hadden om vier uur een interview op het gemeentehuis met "J. Hooft". Dat was niet zijn echte naam, maar zo staat hij wel steeds in ons onderzoeksplan.

Het werd uiteindelijk nog een hele klus om op tijd bij het gemeentehuis aan te komen. We zaten helemaal in het akkergebied buiten kampen en we moesten weer terug. Rolex had alle hoop al opgegeven dat we er op tijd zouden komen, maar het lukte nog. In een recordtempo vlogen we door Camps en waren we er om klokslag vier uur. Toen was het wachten alleen nog op "J. Hooft". Die naam "J. Hooft" zat er op een gegeven moment zo erg ingeramd, dat ik niet meer wist hoe die man in het echt nou heette.

Het bleek in ieder geval een hele aardige man te zijn. Hij vertelde een verhaal over de bypass. Soms vond ik het interessant, soms niet. Omdat ik niet echt een taak had (Rolex stelde de vragen en Simon, onze andere groepsgenoot, schreef de antwoorden op), viel ik bijna in slaap. Wat ik wel interessant vond, was dat deze man de voorkeur gaf aan een "afgesloten bypass". Hierdoor kon het water in de bypass op hetzelfde niveau komen als het omringende land, zo’n 70 centimeter onder zeeniveau. Het voordeel daarvan was dat er geen kwel optrad in die gebieden.

Het interview ging goed en terwijl het gemeentehuis leegstroomde, waren wij ook eindelijk klaar. We kregen nog wat papierwerk mee. Het was ondertussen alweer kwart over vijf geweest. Om vijf uur zou er een bespreking zijn van de dag. Het begin hadden we dus al gemist. Pas helemaal op het einde kwamen wij aan. Dan word je een beetje raar aangekeken, maar waarschijnlijk had het niemand verbaasd.

Het werd tijd voor het eten. Ik had eigenlijk geen idee bij wie ik zou moeten zitten. Bij mijn groepsgenoten? Of bij Bruce & MadU? Uiteindelijk deed ik dat laatste maar. De twee vertelden over hun project. Hun relaxte benadering is altijd wel grappig. Hun onderzoek bestond dan ook vooral uit wat klooien met het programma Arc GIS. En dat terwijl wij vooral veel het veld in gingen.

Het avondeten was friet met kip. In Limburg kregen we dat ook op de eerste dag te eten. "Zo kansloos!", was toen het commentaar. Nu gek genoeg niet. De kip was zeer zacht en lekker. Ik was tevreden.

In de avond zouden we dan moeten uitwerken. Daar kwam niet veel van. In de uitwerkzaal was slechts internet voor drie computers of zo. Dat schoot niet op. Wel kon ik op Arc GIS een mooi kaartje maken. Helaas werd onze laptop daarna gejat en konden we het doen met de laptop van een ander groepje. De hele week werden laptoponderdelen uitgewisseld tussen de groepjes, wat ik toch wel vreemd vond. Omdat de uitwerkzaal al vroeg (vaak een uur of tien) werd gesloten, gingen we ’s avonds vaak maar spelletjes spelen. Helaas was onze picknicktafel gejat door de populaire kinderen, dus gingen we daar maar bij zitten.

Dinsdag

Op dinsdag hadden we gelukkig meer tijd. Ik nam bij het ontbijt weer een appeltje mee. Op maandag had ik er ook al een meegenomen, maar toen was ik door allerlei redenen niet aan het verorberen toegekomen. Nu zou het de bedoeling zijn om een vegetatieopname te doen. We gingen weer naar het veldje van maandag, dat nog steeds niet gemaaid was. Daar fotografeerde ik wat planten en namen we wat plantensoorten mee. Het was natuurlijk van belang om te weten wat voor soort planten er in het gebied stonden, in welke mate ze onvervangbaar waren.

Verder hadden we nog een telefonisch interview met een knakker die juist voor de "open" bypass was. We konden hem toen mooi vragen stellen over de nadelen van het plan die "J. Hooft" had genoemd. Ik vond het wel grappig om deze twee contactpersonen met hun eigen wapens aan de tand te voelen.

Lopende anekdote

Het was middag en het was tijd voor een pauze. Ik knaagde m’n appels op en vervolgens ging Rolex nog wat punten in de GPS zetten. We wilden de contouren van het veld op de kaart zetten. Het veld was echter erg lang en we gingen niet helemaal tot het einde van het perceel. Terwijl Simon alweer was teruggelopen, liep ik mee met Rolex door het veld. We hadden de punten en de planten en we wilden weer naar onze volgende locatie. Opeens zei Rolex dat hij hooikoorts had en hij begon te niezen. Ik vond het opmerkelijk. We waren al zolang in het veld en al die tijd was er niks gebeurd. En als je hooikoorts hebt, waarom verblijf je dan twee halve dagen in een veld vol planten? Ik vond het wel grappig.

Minder grappig was het toen we naar het archief wilden. Opeens bleek Rolex‘ fietssleutel zoek. Hij was vast ergens in het veld, maar het was zoeken naar een speld in een hooiberg. Rolex belde maar op naar de docenten dat de sleutel zoek was en dat we die fiets maar lieten liggen. En net toen het allemaal geregeld was, vond Rolex zijn sleutel terug in zijn jas.

Toen werd het tijd om het archief te gaan bezoeken. Rolex ging als een speer door Camps, ik reed samen met Simon. We hadden bij een informatiepunt een kaart uit laten draaien. Simon had daardoor nog een idee waar het ongeveer kon zijn en al gauw hadden we de juiste straat gevonden: een klein straatje waar auto’s maar via een kant in konden rijden. Was dit de plek voor een stadsarchief?

Het archief was verstopt in een hofje. Dat verwacht je niet. Rolex ook niet, want nadat wij waren aangekomen, reed hij ons rustig voorbij. Simon rende achter hem aan. We hadden het gevonden!

Het archief was zeer prijzig, hadden we gelezen: € 17,50 per kwartier. Geen wonder dat Camps zo rijk is! Gelukkig bleek dat het bezoek van het archief gewoon gratis was, waardoor we ons geen zorgen hoefden te maken om de tijd. Helaas was er niet veel te zien in het archief. Er was weinig informatie over bijvoorbeeld terpen, de cultuurhistorische waarden waar we zo naar op zoek waren.

Wat er wel was, was internet. De computers waren op een merkwaardige manier beveiligd (je kon maar een internetpagina openen en zo), maar je kon in ieder geval een e-mail versturen. Dat was in de uitwerkzaal wel anders. Rolex beantwoordde een vreemde e-mail, waarna we zelfs op tijd waren voor de bespreking.

Die bespreking was een teleurstelling: er werd niks interessants gezegd. Het was gewoon tijdverspilling. Ook nu was Rolex niet blij.

Later gingen we eten. Er stonden wokkels op het menu. Helaas was de kaas bij de tweede poging op. Verder smaakte het me wel.

Na het eten gingen we nog tafeltennissen. Rolex kwam met het idee om nog wat mensen te enquêteren. Dat vond ik wel een goed idee. Helaas was er net die dag de avondvierdaagse en zat het fietspad naar Camps vol met wandelaars. En de toeschouwers langs het parcours hadden ook niet echt zin om vragen te beantwoorden. Wat een domper…

Het tafeltennissen ging goed, waarna we nog wat spelletjes deden. Wel was het opmerkelijk koud die avond. Die nacht kon ik dan ook amper slaap vatten. Voor m’n gevoel vroor het zowat en met een verkrampte arm werd ik de volgende dag wakker…

26 juni 2009

Veldwerk Kampen (2)

Trash pressure

Na twee leuke weken van voorbereiding stond nu dan eindelijk het "echte" veldwerk op ons te wachten. Van maandag 15 t/m vrijdag 19 juni zaten we in Kampen. Kamperen in Kampen. Dat klonk leuk, maar alleen al aan het opzetten en vooral het afbreken van m’n tent had ik geen zin…

Na mijn rol als groepsleider tijdens het SGS-Rapidschaakkampioenschap stapte ik voor de één-na-laatste keer m’n bed in. Nog twee nachtjes goed slapen en dan maandag vroeg naar Camps. Zo had ik het me voorgesteld. De docent had ons weliswaar aangeraden om al op zondagavond naar de camping te komen, maar waarom zou ik naar die vent moeten luisteren? Ik ging toch zeker niet NOG EEN DAG LANGER veldwerk houden? Daar had ik echt geen trek in.

De klap was dan ook groot toen ik zondagochtend te horen kreeg dat ik die dag al zou gaan in verband met logistieke problemen. Mijn ouders konden me maandagochtend niet brengen. Nee, zelfs op vrijdagmiddag, als het veldwerk was afgelopen, konden ze me niet ophalen. Ik kon daar natuurlijk weinig tegen inbrengen, maar ik voelde me rot. Nu moest deze Jesper naar het veldwerk, terwijl hij dacht dat de Jesper van de dag erna pas naar het veldwerk zou gaan. Bovendien had ik volgehouden dat ik niet op zondag naar Camps wilde. Dat ik wel op zondag zou gaan voelde als een nederlaag.

Mijn ma vond het een goed idee als ik Rolex zou bellen. Hoewel hij had aangegeven dat hij prima met de trein kon komen, wilde mijn ma hem per se van het station afhalen. Zo gezegd, zo gedaan, en ruim op tijd kwamen we op Naarden-Bussum aan. Rolex had zijn trein gemist en zou pas om 18:40 aankomen, maar toen ik op het perron kwam, zag ik dat er helemaal geen trein aankwam rond die tijd. Dat had ik toch moeten weten? Maar ik heb al langer het gevoel dat het een rommeltje is in m’n bovenkamer. Natuurlijk stap ik altijd op het andere spoor op, maar als ik weer uitstap op Naarden-Bussum, is dat altijd tien voor of "rond". Daarom begreep ik niet waarom ik zo instemmend had geantwoord op Rolex‘ opmerking dat -ie om ongeveer 18:40 zou aankomen. Waarschijnlijk dacht ik dat 'ie met een of andere intercity zou komen.

Hoe dan ook, ik moest nog tien minuten wachten, maar toen de trein stopte, kwamen er veel mensen uit, maar niet Rolex. Vreemd, want hij was moeilijk te missen (twee meter lang + enorme tas.) Bij de volgende trein was het wel raak. Rolex‘ verweer was dat de trein die hij wilde nemen niet reed omdat het zondag was. Dat had ik nog nooit meegemaakt, maar aangezien ik weinig reden had om aan zijn woorden mag twijfelen, had ik er weer wat bijgeleerd.

Met z’n drieën reden we naar Camps. Het weer was opgeknapt en ik had er nog wel vertrouwen in dat ik de week zou doorkomen. Na nog een rondje Camps hadden we de camping vrij snel gevonden. Maar hoe kom je er op? Via zo’n intercom wist Rolex contact te leggen met… meneer Wagten Donk… Blijkbaar had de VU de camping ingenomen of zo, want ik had natuurlijk verwacht de campingeigenaar te spreken.

Hoe dan ook, m’n ma reed het terrein op, waar al twee groepen studenten hun tentjes hadden opgezet. Wij gingen maar bij het "rustige" groepje staan. Iets verderop stond het drukke groepje, met de wat populairdere kinderen. Daar hoorde ik niet thuis.

M’n ma had al gauw contact met mijn medestudenten en wisselde in die korte tijd meer woorden met die chickies dan ik in de voorbije jaren had gedaan. Van een afstandje keek ik stilletjes toe. Het werd tijd om m’n tentje op te zetten. Hoewel ik de nodige kampeerervaring zou moeten hebben, is het niet echt mijn ding. Door wat hulp van o.a. Rolex was m’n tentje in ieder geval al snel opgezet. Rolex had een eenvoudiger tentje. Binnen de kortste keren was het ding opgezet. En dan nog de ruimte die dat ding inneemt: bijna niks! Ongelooflijk. Terwijl ik zat te sleuren met allerlei tassen, had Rolex zijn hele uitrusting op zijn rug.

Desondanks was er iets misgegaan met Rolex‘ tas. De rits sloot niet meer goed, waarschijnlijk omdat de tas toch te vol zat. "Trash pressure" noemde ik dat. Rolex gaf het fenomeen de naam "luggage pressure", wat iets positiever klinkt. Waarschijnlijk omdat het zijn eigen spullen waren.

Relaxen

Langzaam maar zeker druppelden er nog wat studenten binnen, waaronder Paul C., die in een mini-Suzuki een paar chickies kwam afleveren. Hij had dus de tijd van z’n leven. Wij konden slechts lachen om zijn te heet gewassen auto.

De eerste avond va het veldwerk was een relaxte dag. De zon ging onder en dat betekende tijd voor spelletjes. Die avond keek ik mee hoe het spel Koehandel werd gespeeld. Op een bankje onder een lantaarnpaal werden dieren verhandeld. Gek genoeg geen koeien, al zou je dat wel verwachten. Het spel duurde tot na middernacht, waarna we als laatste onze tent in kropen. Nu zouden de vijf zware dagen volgen…

21 juni 2009

Vettel dominant, Hamilton diep triest

Hoelang

Hoelang bestaat de Formule 1 nog? De situatie is kritiek en iedere dag worden er weer tegenstrijdige berichten de wereld in geholpen. Ik zit er niet mee. De laatste jaren zijn er zoveel akkefietjes geweest, dat het imago van de Formule 1 al niet al te best was. Hoe arrogant kan de FIA zijn dat zij denken de grote autoproducenten wel effe naar hun pijpen te laten dansen? Als er een breuk komt, dan heeft de FIA dat volledig aan zichzelf te danken. De arrogante zakkenvullers.

Gelukkig werd er ook nog geracet en dat was een veel positiever verhaal. Komt de spanning in het kampioenschap terug? Wie weet, want de overmacht van de Red Bulls was enorm. Waar Brawn dit jaar in elke race goed meedeed, kon het team nu geen vuist maken. In de kwalificatie liet Vettel, in het vervolg aan te duiden als Fattle, er geen misverstand over bestaan wie de beste was: met een zware wagen eiste hij de poleposition op. Barrichello hield het gezichtsverlies voor Brawn nog beperkt met een tweede plaats voor Webber. De koploper in het kampioenschap kwam voor eigen publiek niet verder dan een zesde plaats. Dat deed zeer, maar het was niks vergeleken de negentiende startplaats van Lewis Hamilton, in het vervolg aan te duiden als Luis. McLaren is ondertussen zo’n beetje het slechtste team op de grid…

Race

In de race moesten de Britten maar proberen naar voren te komen. Zowel Barrichello als Button kwamen goed weg vanaf de vuile kant van de baan. "Barri" behoudt zonder moeite zijn tweede plaats, Button wordt echter lelijk geblokt door de als vierde gestarte Jarno Trulli en werd buitenom gepasseerd door drie man. Daar sta je dan met je goeie gedrag…

Opmerkelijk was de vierde positie van Kazuki Nakajima, die een prima kwalificatie reed en ook in de race met de besten mee kon komen. Vooraan reed Fattle keihard weg van Barrichello. Per ronde werd het verschil ongeveer een seconde groter tussen de nummer 1 en 2; anno 2009 een ongehoord verschil.

Nee, de echte gevechten werden in de verre achterhoede geleverd. Luis probeerde vanaf achteraf door het veld heen te klieven, maar zijn snode plannetjes mislukten opzichtig. Dat kwam aan de ene kant door Nick Hidefeld, die zijn voorvleugel had beschadigd en vreselijk traag was. Alonso drong aan, maar toen Hidefeld zich breed maakte en de Spanjaard naar buiten dwong, glipte Fisichella er brutaal langs. De Italiaan gaf vervolgens zijn Force India de sporen en liep keihard weg bij de beschadigde BMW.

Luis, die met weinig benzine was gestart, moest in de openingsfase veel tijd goedmaken om zijn strategie te doen slagen. Toen hij achter Alonso aansloot was het mooiste van de race wel voorbij. Hij maakte geen reclame voor Mercedes, want iedereen reed op het rechte stuk bij hem vandaan. Wat hij ook deed, nergens kon hij een inhaalpoging doen. Toen Alonso nog een foutje maakte en Luis het gras op dwong, glipte ook Kubica er nog langs. De Pool had juist bijzonder veel benzine aan boord en moest flink zijn best doen om zijn teamgenootje bij te houden. Ook nu kwam Luis er niet langs. De strategie had weer eens niet gewerkt.

Vooraan spelen de pitstops een cruciale rol. Waarom zou je die dingen willen afschaffen? Nakajima komt al na vijftien ronden binnen. Problemen met het linker voorwiel zorgen voor een vrij lange stop. Na de eerste serie pitstops zal de Japanner nooit meer vooraan meestrijden. De makkers achter hem stoppen allemaal later en blijven voor hem. Opmerkelijk is hoe goed de strategie van Ferrari rendeert. Felipe Massa blijft lang rondrijden en wint ontzettend veel posities.

In de strijd om het podium passeert Mowk Webbah Barrichello eenvoudig via de pitstops. In het vervolg van de wedstrijd blijft hij steeds op zo’n twintig seconden van zijn teamgenootje rijden. Barrichello ziet ondertussen ook de tweede Red Bull aan de horizon verdwijnen.

Halverwege de race komen ook de eenstoppers binnen. Opmerkelijk genoeg komt Kovalainen, in het vervolg aangeduid als Co Valainen, die op de een of andere manier ver was teruggevallen na de start, weer voor zijn teamgenootje terug op de baan. Hij staat zijn positie echter al gauw af aan zijn teamgenoot, want die moet nog een keertje naar binnen. Vervolgens knalt Bourdais bij hem naar binnen. Tijdens een van die vervelende commercial breaks gebeurt het. Er komt rook van de wielen en de Torro Rosso rijdt met een gehavend aangezicht door het gras. Beide wagens kunnen nog naar de pits, maar niet lang daarna geven ze er de brui aan. Het zouden de enige uitvallers van de race zijn, wat niet zo gek is nu de motoren aan alle kanten zijn ingeperkt; ze moeten lang meegaan en ze mogen niet teveel toeren draaien. Geen wonder dat er nooit een kapot gaat. En dat David Coulthard met pensioen is scheelt ook weer een paar uitvallers per race.

Ondanks dat rijdt Fisichella op een fantastische tiende plaats. Net als in Monaco rijdt hij een superrace en komt hij maar twee seconden tekort voor een puntje. In de laatste ronden zit hij Räikkönen (!) en Glock flink op te jagen.

Datzelfde doet Button bij Massa (4) en Rosberg (5). Op de zachte banden rijdt hij opeens wel hard. Vreemd dat hij niet eerder op de zachte banden mocht rijden. Nee, strategisch maakte Brawn geen beste beurt. Toch mocht Button nog tevreden zijn dat hij in een slechte race toch punten pakte. De Engelse fans zien het met lede ogen aan. Wat nou langste dag? Het weer hield niet over en de "helden" komen er maar bekaaid vanaf: Button zesde en Luis… ZESTIENDE. Nee, het leven van een wereldkampion gaat niet over rozen. Dat bewijst Alonso wel. Hij eindigt als veertiende, zelfs nog twee plaatsen achter zijn teamgenoot.

Nee, Fattle zit in een hele andere situatie. In een race die veel verliezers kende, won hij toch maar mooi. In Turkije was Brawn sterker, nu was Red Bull veel sterker. Het enorme klasseverschil kan nog een leuke seizoensontknoping opleveren, mocht het zo doorgaan. Opmerkelijk is wel dat de andere teams zich amper in dit gevecht kunnen mengen. Brawn en Red Bull zijn nog steeds de te kloppen teams. Vreemd is het wel. Wat hebben Ferrari, McLaren, BMW en Renault de afgelopen winter dan zo gruwelijk verkeerd gedaan? Een opmerkelijk wereldje, de Formule 1, waar de winnaars van vroeger de verliezers van nu zijn. In dat licht zou het zo weer kunnen omslaan. Het zijn onzekere tijden.

Veldwerk Kampen

Vaag

Afgelopen week had ik weer eens een veldwerk. Na excursies naar Drenthe, Groningen, Nijmegen, Brabant en Limburg, bleven we nu nog enigszins in de buurt, namelijk in Kampen. Kampen, in het vervolg aan te duiden als Camps, is een stadje aan de IJssel. Door de waterproblematiek is dit plaatsje al sinds het begin van mijn studie een dankbaar onderzoeksobject. Het is een plaats waar de Hanzelijn door moet gaan en het is een plaats waar men een bypass wil aanleggen om hoogwater op de IJssel af te voeren. Interessant dus. Zeker omdat Commissie Veerman met een achterlijk plan op de proppen is gekomen om het peil van het IJsselmeer effetjes met anderhalve meter te verhogen, waardoor het hoge water alleen nog maar hoger wordt.

Genoeg interessants, zou je denken. Helaas waren er vijf thema’s gekozen in de buitengewoon warrige colleges. Zelden heb ik een team docenten zo’n vage voorbereiding zien geven. De leidende docent, die ik zal aanduiden als Wagten Donk, is een hele aardige man, maar hij was altijd op de achtergrond. Dan had je nog de voorgrondsdocent, die ik met Jan zal aanduiden. Hij was een beetje de man van de niet bijster goede grappen. Erger was dat er amper gecommuniceerd werd over de veldweek. Zo bleek dat we gingen kamperen en dat iedereen een tent mee moest nemen. Toch brachten ze het zo dat ik me begon af te vragen of ze daar al tenten hadden, of dat ik voor m’n eigen tent moest zorgen.

En dan had je nog het stokpaardje van de IVM-medewerkers: Arc GIS, een programma waarmee je "eenvoudig" geografische informatie moest kunnen verwerken. Nou, dat heb ik geweten. Op het rooster op Blackboard waren geen lokalen aangegeven, dus ging ik maar naar het computerlokaal. Langzaam sijpelden de andere studenten binnen, maar niet de docente. Werden we uiteindelijk naar een klaslokaal gelokt om daar een zeer summier college over het programma te krijgen. Vervolgens konden we weer teruggaan naar hetzelfde computerlokaal, waar mijn zorgvuldig uitgekozen plekje inmiddels bezet was. Tijd om maar eens met dat programma te werken. Eerder dit jaar hadden we al met een vergelijkbaar programma gewerkt: IDRISI. Dat vond ik al een beetje een vaag programma (het instellen van datapaths vind ik niet meer van deze tijd), maar vergeleken het op grote schaal gebruikte Arc GIS was het nog een gaaf programma. We moesten namelijk wat vragen doen die op een site van het programma zelf stonden. Dan moest je een wachtwoordje invullen en de juiste categorie vragen zoeken. Het waren vier delen en ik begon bij de eerste. De verwachte tijd die je nodig zou hebben was ongeveer drie kwartier. Toen ik drie uur later alle stappen van de eerste vraag had gedaan en een maar enigszins gelukt kaartje had geproduceerd, had ik weinig animo voor nog drie van die opgaven…

Onderwerpen

Terug naar de onderwerpen. Van alle eerstejaars die in 2007 enthousiast aan de slag gingen, zijn er nog zo’n 30 over. Tijdens het eerste introductieweekje waren er bijna 54 studenten, ongeveer gelijk aan de capaciteit van de bus. Waar al die gasten heen zijn, weet ik niet. Jammer vind ik het wel dat sommige excentrieke mensen zijn genokt. Die duiken in m’n oudste herinneringen op en nu mis ik ze wel.

De overgebleven 30 studenten werden geacht tien groepjes te vormen. Elk groepje zou uit ongeveer drie personen bestaan en twee groepjes zouden zich op hetzelfde thema storten. De te kiezen thema’s waren

  • Economie
  • Overstromingsrisico’s
  • Recreatie
  • Ruimtelijke waarden
  • Landbouw

Mij leek economie wel interessant, gezien de Hanzelijn, of anders wel die overstromingsrisico’s waar ik het zojuist over had. Van de overige onderwerpen kon ik me alleen bij recreatie wat voorstellen. Landbouw leek me niks en die ruimtelijke waarden zeiden me al helemaal niks. Al gauw werden de groepjes geformeerd en zocht ik Rolex maar op. Helaas wist ik dat ik een "leuk" onderwerp nu wel kon vergeten. Als eerste meldde Rolex ons dan ook aan als groepje ruimtelijke waarden. Ik had het slimmer moeten aanpakken, maar na het Pinkstertoernooi was ik "op" en wilde ik zo snel mogelijk naar huis.

De eerste week was niet bijster productief. Rolex wist nog wel een aantal mensen op te bellen. Blij was hij dat hij weer iemand had geronseld. De namen van de instanties waar deze mensen voor werkten zeiden me weinig tot niks. Nee, ik voelde me vrij nutteloos.

Pas in de tweede week begon er een echt onderzoeksplan te komen. Langzaam maar zeker werd het mij een beetje duidelijk wat we gingen doen. Af en toe had ik het idee dat er best nog iets leuks aan het onderzoek zat, maar vaak dommelde ik in. Dat zouden nog vijf leuke dagen worden in Camps

13 juni 2009

SGS-Rapidschaakkampioenschap 2009

Bart ongeslagen kampioen

Het was vandaag mooi weer, dus dat was het ideale moment voor mij om als groepsleider te fungeren. De hele dag stond ik lekker in een kamertje in het "spookhuis", waar twintig man probeerde een van de drie titels te veroveren van het SGS-Rapidkampioenschap.

Het aantal aanmeldingen viel ook dit jaar weer flink tegen. In de A-categorie waren slechts vier deelnemers, in de B- en C-categorie was het amper beter. Waar zijn de mooie tijden gebleven? Een decennium geleden, toen het toernooi nog in Het Brandpunt werd gehouden, stikte het echt van de koters. Vooral verenigingen als Vechtlusd (vast verkeerd gespeld) kwamen massaal op. Het spreekwoord "Hoe meer zielen, hoe meer vreugd" heb ik vandaag aan den lijve ondervonden.

Ook na de verhuizing naar "het spookhuis" was het nog een prachtig toernooi. In 2005 met Melkpak en PJF. Iedereen kent nog die partij waarin de mafketels met een koning en toren tegen koning en toren doorspeelden. Na een honderdste afgeslagen remiseaanbod blunderde PJF opeens zijn toren weg. Of 2006, toen ik voor de laatste keer meedeed en met 3 uit 3 even aan kop ging, om op 3½ uit 6 te eindigen. En 2007 dan? Dat was me een topbezetting. Helaas maar acht deelnemers, maar de top 6 had een gemiddelde rating van dik 2000. Lenaard, op dat moment slechts vierde op rating, won het toernooi verrassend. Wel grappig is het volgende ratinglijstje:

Deelnemers SGS-Rapidkampioenschap 2007
1. Ewood 2195
2. Bobbin 2144
3. PJF 2075
4. Lenaard 2012
5. Large 1998
6. Pinda 1918

Wat een tijden. Inmiddels heeft Bobbin bijna 2400, is Large bijna 300 punten omhooggegaan, ging Pinda naar 2050 en weer terug. Tegelijkertijd zijn Ewood en PJF vrijwel constant gebleven. De winnaar van het evenement zou pas later zijn rating zien stijgen.

In 2007 was het dus een prachttoernooi, maar helaas is sindsdien de bezetting in de hoogste groep veel minder geworden. Dat komt ook doordat PJF, Lenaard en Pinda alweer te oud zijn. Ewood had dit jaar voor het laatst mee kunnen doen, maar hij besteedde zijn dag liever anders. Gezien het deelnemersveld ook niet heel onbegrijpelijk. Hetzelfde geldt voor Large. Hopelijk is hij geslaagd! Bobbin was alleen bij de prijsuitreiking aanwezig. Niet om een prijsje in ontvangst te nemen, maar om prijsjes uit te delen.

Helaas is de "aanwas" in de SGS wat mager. In de A-categorie was Bart (1736) de favoriet. Zeker niet slecht, maar nog een paar 18- of 1900-spelers erbij was wel leuk geweest. In de B-categorie, die geïntegreerd was met de A-categorie, was Legende (1726) de favoriet. Nu zullen deze spelers binnen afzienbare tijd uitgroeien tot 18- of 1900-spelers, of misschien wel meer, maar op dit moment is het wat weinig, zeker omdat het deelnemersveld ook erg klein was. Vreemd, want aan het entreegeld (drie euri) kan het niet hebben gelegen.

Toernooi

Tijd om maar eens wat over het toernooi te vertellen. Tja, wat heb ik nog onthouden? Eerst maar eens terug naar het begin, toen ik door m’n ma werd gebracht. Bij de bar kreeg ik een kopje thee en werden de candybars over twee enorme schalen uitgestald. Opmerkelijk was de prijzenlijst, waarop werd gesuggereerd dat er ook Nuts werden verkocht. Dat was niet zo. Dus streepte ik dat woord maar door op de prijzenlijst en zette ik er met een sterretje bij dat die dingen waren uitverkocht. Nu kon je alleen nog maar een Mars kopen. Overigens bleek dat er maar erg weinig Kit-Kat Chunky’s waren. Oplossing van een econoom: verkoop die dingen voor een hogere prijs! Nou, dat zal ik volgend jaar maar doen. Behalve een betere prijzenlijst mogen de consumptiebonnen ook wel geüpdatet worden, omdat de keuzemogelijkheden die op het bonnetje worden aangegeven niet met de voorraad overeenkomen.

Als groepsleider (gedeeld koploper, zullen we maar zeggen) moest ik ruim van tevoren naar de speelzaal, om daar de schaakstukken op te zetten. Er waren 10 borden: 7 voor de A/B en 3 voor de C. Normaal gesproken zit de C bij dat andere kleine gespuis, maar nu was er nog plek over in de bovenzaal. Wat wel mooi was, was dat de A-categorie uiteindelijk nog 6 deelnemers had, net zoveel als de C-categorie. De B-categorie had maar liefst 8 deelnemers. Het was in ieder geval mooi dat er een even aantal deelnemers was.

Als groepsleider liep ik maar een beetje rond en probeerde ik uitslagen aan te zien komen, zodat ik die snel kon noteren. Helaas was ik daar niet erg bedreven in; ik voel slecht aan wanneer iemand nou gaat opgeven. Soms spelen die gasten een totaal verloren stelling nog tot het bittere eind door. Vaak gaat de tegenstander dan in de denktank, of mist 'ie een simpel matje, waardoor de partij nog langer duurt. Is het bord aan de andere kant opeens klaar doordat iemand een matdreiging miste…

Ook leerde ik hoe het indelingsprogramma werkte. Dan kon ik de uitslagen opvragen (vaak had ik wel een vermoeden, maar je weet nooit…) en direct inkloppen. "Ah, bord zeven: remise" en dan kon ik met een druk op de knop het resultaat invoegen. Dat ging goed, totdat ik in de derde ronde van een gastje kreeg te horen dat hij tegen een andere tegenstander had gespeeld dan op de lijst stond. Pascal was toen net weg, maar toen hij weer kwam, vertelde ik het maar. Met kunst- en vliegwerk wist Pascal de indeling aan te passen, waarna het toernooi weer rustig doorging. Anders was er nog wel een oplossing: ze konden in de pauze tegen de juiste tegenstander spelen!

Na de partijen en in de kleine pauzes tussen de partijen werd er flink gesnelschaakt. Toen na de derde ronde de prijsuitreiking kwam van de Jeugdclubcompetitie, werd er boven flink gebughouset. De prijsuitreiking was wel grappig, toen Pascal vertelde dat er ook wel eens iemand naar huis was gegaan na die prijsuitreiking. Daarna kregen de winnaars van de JCC een prijs. Jammer genoeg waren de prijswinnaars niet altijd aanwezig. Niet dat het van mij verplicht moet zijn om naar het toernooi te gaan als prijswinnaar, maar een beetje vreemd is het wel.

Baarn was in de A-categorie glansrijk kampioen geworden. Volgens Bart, die op dat moment aan kop ging, was de klasse veel te licht voor ze. Ik kan dat bevestigen noch ontkennen. Ik heb al jaren niks meer gehoord van de verrichtingen van de Baarnse SV in de JCC. Eind 2007 speelden Ewood en Pinda daar nog in, maar sindsdien is het boek gesloten. In ieder geval is het mooi dat Baarn weer gepromoveerd is. Als ik het goed begrijp mogen ze dan dit jaar in de "promotieklasse" spelen; in een van de vier landelijke klasses onder de meesterklasse.

Het gemengd spelen van de A- en B-categorie zorgde voor wat schijnspanning. In de vierde ronde, dus vers na de pauze, speelden Legende (B) en Bart (A) tegen elkaar. Ze hadden allebei knap 3 uit 3 gescoord, maar nu zou in ieder geval een zijn 100-procentscore kwijtraken. Het leek erop dat Bart dat zou worden, want hij werd steeds verder klemgezet. In een soort Benoni kwam wit op de damevleugel binnen en werd d6 heel zwak. Bovendien had wit een gedekte vrijpion op e6, die de loper op c8 waardeloos maakte. Ik vreesde dat de partij binnen enkele zetten was afgelopen, maar toen ik weer keek, had Bart opeens een paar pluspionnen. Wat was er gebeurd? Bart had verstandig een stuk geofferd voor wits pionnen. Toen wit even later een stuk verloor (of weggaf), stond Bart plotseling gewonnen. Met op een gegeven moment vijf pionnen meer was ik alleen nog bang dat Bart last zou krijgen van zijn bedenktijd (hij had nog vijf minuten; Legende had er nog steeds zo’n twintig.) Dat gebeurde niet en na de promotie en het leuke …Ta3+! was het gauw bekeken.

Op het eind werd het toernooi steeds maffer. Pascal had een tekening gemaakt van 14, waarna Marco een tekening maakte van Pascal. Hoewel Pascal een enorme neus had op die tekening, vond iedereen ‘m goed gelukt. Zelf kon ik natuurlijk niet achterblijven en maakte ik een tekening van een poppetje met een enorme neus, dat zei dat de laatste ronde om half vier (½d 4) begon. Dit moest ook Pascal voorstellen. Later tekende ik nog een "Marco met een enorme neus". Wie kaatst, kan de bal verwachten…

Bart speelde in de laatste ronden nog twee remises om de toernooiwinst veilig te stellen. In de vijfde ronde kwam hij tegen Kasper Wiegers goed weg, in de laatste ronde gunde hij zijn directe concurrent Arnoud van Ginkel een halfje. Daarmee verzekerde hij zich van de eindoverwinning. Grappig genoeg hadden zowel Legende als Kasper Wiegers heel snel remise gespeeld en niet eens tegen elkaar. Hierdoor werden zij gedeeld eerste en konden ze nog een beslissingswedstrijd spelen. Vreemd genoeg gingen hun tegenstanders akkoord met de puntendeling, hoewel zij een halfje achterstonden. Doordat de C-categorie in een achterafzaaltje een snelschaaktoernooi deed om de tijd te doden, werd het al gauw erg stil.

Daar kwam verandering in toen de barrages werden gespeeld. Daarin was Legende, die het onderlinge duel ook al had gewonnen, duidelijk de sterkste. In de eerste partij had hij opeens een toren meer en stond zwart al bijna mat. Kasper spartelde wat, maar tevergeefs.

Dacht ik.

Want toen de tweede partij begon, legde Pascal het reglement uit en bood Kasper al meteen remise aan, waar iedereen om moest lachen. Had ik wat gemist? Had Kasper daarvoor een partij gewonnen?! Nee, hij had die verloren partij toch echt remise gespeeld, zo bleek toen ik een verslag op Pascals laptop las. Hij had op de een of andere manier eeuwig schaak gehouden, iets wat volgens de enige deelneemster in het gezelschap onmogelijk is.

Hoe dan ook, er werd een tweede partij gespeeld en dit keer slaagde Kaspers Morragambiet. Hij had een mooi paard op d6 en actieve stukken, maar aan de andere kant had hij ook weer minder tijd. Dat laatste bleek beslissend te zijn, want na dameruil werd wits initiatief minder en toen zwart ook nog op f3 en e5 kon slaan, waren de bordjes verhangen. Toen Kasper door een paardvorkje op f3 meteen een toren verloor, was het echt over. Ditmaal zat er geen ontsnapping meer in. Toch kon hij terugkijken op een prima toernooi.

Prijsuitreiking

Toen Pascal Bobbin van het station had gehaald (de Nederlands Kampioen was wat later, want hij had de verkeerde trein genomen), was het tijd voor de prijsuitreiking. Ewood en Beppie kwamen opeens tevoorschijn, net op het moment dat ik ze wilde bellen…

De prijsuitreiking begon natuurlijk met de puzzel. Ditmaal had Pascal de opgaven gemaakt. Ik herinner me nog die ene keer dat er een opgave was waarin wit mat kon geven door en-passantslaan, maar zo moeilijk was het nu niet. Een klein gastje zat de hele tijd aan Bart te vragen hoe vraag 5 nou moest, waarna Bart hem wat hints gaf. Zelf had Bart aan één prijs wel genoeg, want hij leverde geen antwoorden in. Aan de andere kant had 14, die gedeeld laatste werd in het totaalklassement van de A/B met 1 uit 6, niet genoeg tijd om alle opgaven op tijd te maken. Omdat ik het zo zielig vond dat 14 had verloren van die gast die alles verloor (geen idee waarom ze pas in de laatste ronde tegen elkaar speelden), had ik hem een lot gegeven waarvan ik wist dat er nooit een prijs op zou vallen. Tijdens de prijsuitreiking vertelde 14 dat hij zijn "nummer" eigenhandig in de pot had gegooid, dus dat er misschien alsnog een prijs op zou kunnen vallen. Helaas trok Bobbin alleen getallen als "zeven en… VIRTIG!" , dertien, zevenentwintig, maar niet 55 of 56. Ondanks dat hij twee loten had, won 14 geen prijs.

Dat deed Bart wel. Vlak voordat hij naar voren mocht komen, probeerde hij koortsachtig in het programmaboekje op te zoeken hoeveel geld hij nou had verdiend. Het stond er gek genoeg niet in. Blij verrast inde hij 25 euri. Daarvan kan hij vast wel een kabeltje kopen voor zijn telefoon…

Nadat de deelnemers weg waren gegaan, kon de groepsleider de zaal aanvegen en de stukken opruimen. Een lange dag, waarin ik niet altijd wat te doen had, maar toch word ik op de een of andere manier altijd gelukkig van schaken…

Opmerking: verwacht de komende week geen artikelen: ik zit namelijk op veldwerk en ik ben niet te benijden.

10 juni 2009

Taalverloedering

SOS

Laatst stonden de kranten bol van het bezoek van de "Dalai Lama" aan Nederland. Natuurlijk was ik benieuwd of JPB de beste man zou ontvangen, of dat hij daar vanuit economisch oogpunt vanaf zag. Dat laatste deed hij en daarmee bevestigde hij weer eens zijn reputatie als hielenlikker. Dat was dus niet verrassend. Wat wel verrassend was, was dat "Dalai Lama" consequent met kleine letters werd geschreven. Omdat het er zo fout en lelijk uitziet, zal ik het niet herhalen. Naar mijn mening moet een dergelijke naamgeving altijd met hoofdletters geschreven worden. Daarnaast vind ik het respectloos om "Dalai Lama" zonder hoofdletters te schrijven, niet in de laatste plaats omdat "Lama" zonder hoofdletters gewoon een schaapskameel is.

Helaas is er in het Nederlands nog steeds een overschot aan vreemde tegenintuïtieve regeltjes. De taalpuristen lijken een enorme hekel te hebben aan "elitaire" hoofdletters. Daarom worden afkortingen als "TV" en "CD" opeens met kleine letters geschreven. Geen goed idee, naar mijn mening. De hoofdletters waarschuwen dat er een niet-regulier woord aankomt; een afkorting, dus dat de lezer daar even op voorbereid is. Bij "CD" zie je meteen dat er "see-dee" staat, bij "cd" (brr) staat er meer iets als "suh-duh" of "sd"; het lijkt het meer op een spelfout.

Nog erger wordt het wanneer afkortingen als "DNA" opeens met kleine letters geschreven worden. Dit is echt fout (toch nog overeenstemming), maar waarom de ene afkorting wel met hoofdletters moet en de andere per sxc3xa9 niet, vind ik vreemd. Echt raar is het helaas niet dat ik steeds vaker "dna" tegenkom in krantenkoppen met al die regels.

Engels

Verder beïnvloedt het Engels onze taal. Er komen steeds weer Engelse woorden bij en nu al zijn er mensen die Engelse en Nederlandse woorden mooi afwisselen in zinnen. Mensen die wel het Engelse woord weten voor iets, maar niet het Nederlandse. Dat zal alleen nog maar erger worden.

Een van de rare dingen in de Engelse taal is wel dat twee zelfstandig naamwoorden, die bij elkaar horen, los van elkaar geschreven worden. Bijvoorbeeld:

Vector file
Review questions
Main points
Key terms

In het Nederlands zou je deze woorden rustig aan elkaar schrijven, om aan te geven dat ze bij elkaar horen. In het Engels wordt dat gek genoeg niet gedaan. Misschien komt dat door de uitspraak, maar helemaal snappen waarom doe ik niet.

SOS

In het Nederlands komt het daarentegen nogal stom over als je aparte woorden schrijft. Een aardige site is die van SOS, signalering onjuist spatiegebruik. Hier worden woorden die onterecht los geschreven worden opgespoord, ofwel: er is onterecht een spatie gezet. Soms zijn die dingen wel grappig, of juist gênant. Vaak zie je in winkels lange woorden opgedeeld in stukken onder elkaar vanwege een gebrek aan ruimte. Hier wordt dan vaak het afbreekstreepje vergeten, was toch wel weer iets anders is. Andere voorbeelden van moeilijke woorden, zoals adviesgroep en nooddaalventiel (wat dat ook is), zijn ook de moeite waard.

Esthetisch

Hoewel de Engelsen een rare taal hebben wat betreft zelfstandig naamwoorden, gebruiken ze nog wel hoofdletters voor maandnamen. Verder doen alleen de Duitsers dat. Nederlanders gek genoeg niet en daarmee is Nederlands de enige "grote" Germaanse taal waarbij maanden zonder hoofdletters worden geschreven. In Zuid-Europa hebben ze al helemaal geen zin in dat ingewikkelde gedoe met shift-toetsen. Zelfs in het Frans komen de hoofdletters niet voor in de namen van maanden. En dat terwijl het 1) logischer en 2) esthetisch mooier is om wel een hoofdletter te schrijven.

Zo ziet "Augustus" (vernoemd naar een Romeinse keizer (of Keizer?)) er stoer uit, met zo’n gespiegelde "s" aan het begin ziet het er ongelooflijk amateuristisch uit. Zeker in een datum (12 Augustus, 21 Maart, 11 December) ziet een hoofdletter na een cijfer er consequent uit. Het wordt tijd dat de Nederlandse Taalunie, of hoe dat zooitje ongeregeld ook heet, dit ook inziet en die domme regel aanpast. Ik heb er wel vertrouwen in; als ze een taalregel kunnen aanpassen, zijn ze de eersten die dat doen. Het probleem is dat uiteindelijk niemand meer snapt wat nou de correcte spelwijze is en dat de dyslectische kinderen helemaal niet meer weten wat hen overkomt. Dan zeg ik: beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.

07 juni 2009

Europese moesson

Nog meer Europa

De afgelopen dagen waren koel. Hoewel we nog steeds toeleven naar het hoogtepunt van de zomer, is het nu beduidend koeler dan een week geleden. De dagen worden nog steeds langer en toch koelt het af. Hoe komt dat?

Een bekend fenomeen in de zogenaamde schaapscheerderskoude in juni. Volgens de ene bron treedt deze koele periode op tussen 5-20 juni, volgens de andere is het enkele dagen daarna. De koele periode wordt veroorzaakt door een plotselinge verandering van de windrichting. Dit gebeurt in het hele voorjaar, wanneer het land na een warme periode is opgewarmd. De warme lucht boven het Europese continent is lichter en zorgt voor een lagedrukgebied. Hierdoor gaat koele lucht vanaf zee waaien. Het resultaat is dan ook dat de temperatuur in korte tijd flink daalt. Zeker in juni komt dit koele en natte weer vaak voor. Dit regenachtige weertype wordt de Europese moesson genoemd.

Het draaien der wind drukt de voorjaarstemperatuur. Een bekende koele periode in het voorjaar is de "aprildip" halverwege april in de data van 1988-2007. Overigens zie je deze dip niet terug in de data van 1901-2000, wat betekent dat dit waarschijnlijk een statistische uitbijter is.

Dat geldt echter niet voor de schaapscheerderskoude. Deze koele periode heeft wel een duidelijke "voorkeurspositie". Dit drukt de gemiddelde junitemperatuur, maar het blijkt ook invloed te hebben op de omringende maanden mei en juli.

Sinusoïde

De Nederlandse jaartemperatuur blijkt goed te benaderen door een sinusoïde. Natuurlijk zijn er afwijkingen, maar die zijn vrij klein. Hieronder een zeer goede "fit" voor de gemiddelde temperatuur in 1901-2000:

De gemiddelde temperatuur in De Bilt in de periode 1901-2000 komt vrijwel perfect overeen met een sinusoxc3xafde. De gemiddelde temperatuur is 9,35 graden C; de amplitude is 7,65 graden. De statistisch gezien koudste dag van het jaar is 21 januari; de warmste dag is 22 juli.

Door de grootte van de dataset worden de afwijkingen steeds gladder getrokken, waarna een fraaie, gladde grafiek overblijft. Er zijn slechts enkele afwijkingen zichtbaar: een "Valentijnsdip", een kleine dip rond eind april, de schaapscheerderskoude en nog een warme periode in augustus.

Hoe groot de overgang naar een dataset van twintig jaar is, zien we in de volgende grafiek: de gemiddelde, minimum- en maximumtemperatuur in De Bilt van 1988-2007:

Een slordigere grafiek geeft de periode 1988-2007. De opwarming in het voorjaar lijkt traag te verlopen, terwijl de afkoeling in het najaar sneller en "gladder" verloopt. De schaapscheerderskoude is de laatste twintig jaar juist extremer geworden, zo lijkt het.

Hier een hogere sinusoïde, die de temperatuur in het najaar beter schat. In de periode mei – juli liggen met name de maximumtemperaturen (ver) onder de sinusoïde. Dat zegt iets over de "duur" van de schaapscheerderskoude: het koele weer kan al in mei ontstaan.

Het is bekend dat de wind eind mei vaak uit het noorden komt. In de grafiek begint zich duidelijk een kom te vormen vanaf begin mei. Dit is waarschijnlijk geen toeval: de (relatief) zonnigste perioden van het jaar zijn begin mei en begin augustus; in de tussenliggende periode neemt de hoeveelheid zonnige perioden af. Het omslagpunt lijkt te liggen bij 15 uur en 20 minuten aan daglicht; ongeveer bij 8 mei en 4 augustus.

De relatieve zonneschijn (aantal uren per dag dat de zon schijnt : daglengte) loopt op met de daglengte, behalve tijdens de langste dagen van het jaar. Het omslagpunt ligt bij zo’n 920 minuten daglengte.

Boven de 920 minuten daglengte neemt de relatieve zonneschijn sterk af. De richtingscoëfficiënt van de trendlijn is veel steiler dan de rc van de periode met "weinig" daglicht. Dit komt mogelijk door de schaapscheerderskoude.

Voorkomen schaapscheerderskoude

De schaapscheerderskoude strekt zich uit van begin mei tot eind juli, met een "optimum" in juni. De meeste jaren hebben wel te maken met de schaapscheerderskoude. Naar schatting zou de koele periode in 70 procent van de jaren optreden. De toekomst zal moeten uitwijzen of dit een goede schatting is en of dit nog gaat toenemen. De schaapscheerderskoude verklaart ook waarom de maanden juli en augustus in Nederland vrijwel even warm zijn, hoewel de seasonal lag in Nederland ongeveer 30-31 dagen is; de extreme temperaturen volgen ongeveer een maand na de zonnewende. Hierdoor valt het temperatuursoptimum ruim binnen juli en koelt het in augustus alleen nog maar af. Door het staartje van de schaapscheerderskoude (Europese moesson) wordt de temperatuur in juli gedrukt.

De gemiddelde temperatuur van de zomermaanden juni, juli en augustus in de perioden 1901-1930, 1911-1940, …, 1971-2000 in De Bilt. In het begin van de eeuw is er een duidelijke opwarming, daarna een dipje en vervolgens de opwarming van de laatste jaren. Opmerkelijk is het "robuuste" karakter van de maand juni, die nauwelijks lijkt op te warmen. De andere zomermaanden volgen het patroon van de klimaatsverandering vrij nauwkeurig. Opmerkelijk is dat juli in het begin van de eeuw duidelijk de warmste maand van het jaar was en dat augustus de afgelopen eeuw steeds dichterbij gekomen.

Het lijkt er dan ook op dat de opwarming van het (Nederlandse) klimaat ervoor zorgt dat de schaapscheerderskoude vaker voorkomt. Hierdoor wordt de temperatuurstijging in juni tegengegaan, terwijl de temperatuur in augustus meegaat met de opwarmende klimaattrend. Juli wordt ook nog steeds warmer, omdat de Europese moesson minder nadrukkelijk aanwezig is in juli.

Zomers in de praktijk

Hieronder een aantal grafieken van de zomers van de afgelopen jaren. Om de Europese moesson helemaal te kunnen afbeelden, heb ik hier grafieken gemaakt van de zomerperiode (mei t/m september) in de jaren 2006 t/m 2008.

De zomer van 2006 was zeer warm. Juni was al een warme maand, juli was de warmste maand ooit. Duidelijk een jaar zonder Europese moesson. Augustus was daarentegen zeer somber en nat, wat in de hand is gewerkt door de enorm hoge zeewatertemperaturen. September was een mooi slot van een topzomer.

Na een superwarme april was mei maar een betrekkelijk suffe maand. De warmste dagen van de zomer waren al begin juni. Daarna stak de schaapscheerderskoude weer de kop op. Met name eind juni was het koel. Juli bleef ook koel, terwijl augustus en september dankzij een noordenwind ook vrij koel bleven.

In 2008 was mei juist erg warm. Juni begon ook warm, maar halverwege de maand werd het erg koud. Tegen het einde van de maand werd het weer warmer, maar ook in juli bleef het lang koel. Pas eind juli leek de Europese moesson verdreven te zijn en werd het warm. Augustus en september hadden enkele warme dagen, maar ook veel koele.

De Europese moesson is dus het extreemst in juni, maar ook in juli drukt het zijn stempel op het weer. Koele periodes, zoals in de afgelopen week, kunnen nog vaak de kop opsteken. Pas in augustus is deze dreiging uit de lucht en is de kans op koele dagen het kleinst.

Data 1901-2000:

Warmste maand van het jaar:
1. Juli 57
2. Augustus 32
3. Juni 10
4. September 1

Maandduels:
Mei – juni 2 – 98
Juni – juli 15 – 85
Juli – augustus 61 – 39
Augustus – september 97 – 3

Sinusoïdes:

1901-2000:
Gemiddelde: 9,35
Amplitude: 7,65
Faseverschuiving: 21 dagen

1988-2007:
Gemiddelde: 10,4
Amplitude: 7,4
Faseverschuiving: 20 dagen

Gemiddelde: 6,3
Amplitude: 6,1
Faseverschuiving: 26 dagen

Gemiddelde: 14,4
Amplitude: 8,8
Faseverschuiving: 17 dagen

Data: KNMI

05 juni 2009

BSG-Pinkstertoernooi (slot)

Winnaars

Het begin van het Pinkstertoernooi is alweer een week geleden. Toen lag alles nog open. Vin$ kon toen het toernooi nog winnen, ik kon met 0 uit 7 naar huis gaan en Sizzel had nog zicht op een fraaie geldprijs. Inmiddels weten we beter. Het OKU begint zo meteen en als we terugkijken op de 26e editie van het Pinkstertoernooi, dan kunnen we maar meteen de winnaars eren.

De eerste groep werd gewonnen door Dimitri Reinderman en Alexandre Danin met 5½ uit 7. De tweede groep werd gewonnen door Walt Schagen en Zijad Becic met 6 uit 7. De BSG’ers waren vooral goed vertegenwoordigd in de tweede groep, met maar liefst acht deelnemers. In de eerste groep deden vijf BSG’ers mee en misschien binnenkort zes. De nieuwe leden worden natuurlijk grondig gescreend. Ze moeten minstens het Pinkstertoernooi winnen om lid te worden…

Naast Reinderman speelde Leon Pliester een goed toernooi. In de meesterklasse verloor hij vaak van sterke tegenstanders, in het Pinkstertoernooi bleef hij knap ongeslagen. Omdat hij steeds aan de hoge borden zat, won hij ook niet zo veel. Ewood speelde een goed toernooi en eindigde op gelijke hoogte met zijn trainer. Behirder bleef daar een halfje achter. Lenaard eindigde op "-1", maar lijkt weer uit zijn dal te zijn geklommen. Vin$ speelde maar drie ronden waarin alles tegenzat wat maar tegen kon zitten.

In de tweede groep was ex-BSG’er Sizzel goed bezig, maar twee onnodige nederlagen hielden hem bijna uit de prijzen. Uiteindelijk had hij recht op zeven euro (40 euro prijzengeld gedeeld door zes mensen.) De andere deelnemers heb ik niet gevolgd.

Groep 1
1. D Reinderman 5,5 +4 =3 -0 € 1025
1. A Danin 5,5 +4 =3 -0 € 1025
8. L Pliester 4,5 +2 =5 -0 € 75
10. E de Groote 4,5 +3 =3 -1 € 75
14. J de Groote 4 +3 =2 -2
27. Le Ootes 3 +3 =0 -4
42. V Rothuis 0,5 +0 =1 -2

Groep 2
1. W Schagen 6 +5 =2 -0 € 250
1. Z Becic 6 +6 =0 -1 € 250
10. A Krishnasing* 4,5 +4 =0 € 7
15. R Weidema 4,5 +4 =1 -2
21. E van de Velden* 4 +3 =1 -2
23. R Tijssens* 4 +2 =3 -1
28. K Wiegers** 3,5 +2 =1 -3
37. K Been 3,5 +3 =1 -3
44. Y Brantjes 2,5 +2 =1 -4
45. A Sueters 2,5 +2 =1 -4
48. B Haberland** 2,5 +1 =1 -4
52. R Langbroek 2,5 +2 =1 -4
59. F van Gelder 1* +0 =1 -5

* Plus een bye
** Plus een gratis punt ("oneven")

Zo leverde BSG in beide groepen de rodelantaarndrager. Opmerkelijk was dat de BSG’ers vooral in de eerste groep boven zichzelf uitstegen. In de tweede groep leek het thuisvoordeel veel minder aanwezig te zijn. Toch mag BSG trots zijn dat drie spelers uit het gedegradeerde eerste team in de top 15 eindigden. Het waren vier fantastische dagen!

04 juni 2009

BSG-Pinkstertoernooi (3)

Ronde 3

De kop was eraf. Nu braken de mooie tijden aan, waarin we lekker konden bughousen tussen de ronden. Of met z’n vieren paaltjesvoetbal doen. Of analyseren. Thuis gingen we josti’s vreten en fietsten we weer met een goed gevulde maag naar het DSC. Sizzel ging op de fiets van m’n ma, wat er wel vaag uitzag. Vin$ reed op Ewoods fiets en Ewood reed op Jean Loulous fiets. Ja ja, een stoelendans met fietsen of zo.

Zat ik in de eerste ronde nog "tegenover" Ewood, nu zat ik bijna tegen Vin$’ stoel aan. Hij speelde tegen Sten Goes, die de eerste twee partijen had verloren. Zelf speelde ik tegen Evert-Jan Straat, een wat oudere man. Ewood speelde tegen Willy Hendriks en Lenaard kwam mijn tegenstander van de eerste ronde tegen. Wanhopig kwam hij bij me langs voor advies. Ik hoopte dat hij nog wat kon gebruiken van mijn partij, maar Lenaard koos voor een andere opening.

Mijn opening was ditmaal geen succes. Ik kon voor m’n gevoel ook amper denken. Dat brood lag blijkbaar wat zwaar op de maag. De eerste tien zetten of zo speelde ik traag en ze waren nog slecht ook. Toen ik langzaamaan weer kon nadenken, zag ik hoe slecht ik al stond. Wit stond veel actiever en alles leek mis te gaan. Wat moest ik nou doen? Met pijn en moeite deed ik nog wat zetten waarvan ik dacht dat ze niet verloren, maar ik ontdekte steeds weer nieuwe dreigingen. Uiteindelijk zat er een miraculeuze redding in, waardoor ik een toreneindspel wist te bereiken met een minuspion. Het zou wel weer goedkomen…

Opeens was er gerommel achter me. Vin$ was klaar. "Gewonnen natuurlijk", was mijn eerste gedachte. Of had 'ie geblunderd? Dat laatste moet het geval zijn geweest, want de uitslag was 0-1. Arme Vin$. Uit zijn gesprekken wist ik hoe belangrijk hij het toernooi vond. Ik gaf hem daarom ook maar een schouderklopje, om vervolgens weer naar mijn bord te gaan, want er stond me nog een zware verdediging te wachten…

Het eindspel dat ik moest verdedigen was best interessant. Was het nou gewonnen voor wit? Voor zover ik weet heb ik me optimaal verdedigd. Ondanks het remiseachtige karakter van het toreneindspel meende ik nog een winstplan te zien voor wit. Dat bleek niet zo te zijn en na lang verdedigen hield ik het eindspel "volgens de boekjes" op remise. Dat was toch wel een morele overwinning.

Daarmee was ik een van de weinigen van BSG die nog wat scoorde. Goed, het Loensreptiel hield Dimitri Reinderman op remise, maar daar stond tegenover dat Ewood verloor na een lang eindspel. De hele partij stond hij minder, maar hij leek nog aardige remisekansen te hebben. Helaas was de tijd toen op.

Ook Lenaard verloor. Hij vertelde dat zijn tegenstander voor het eerst de "principiële variant" speelde. Anders weken de tegenstanders altijd vaag af, waardoor Le een fraaie score had met die variant. Nu verloor hij er in ieder geval mee.

In de tweede groep had Sizzel van een clubgenoot gewonnen. Na mijn winst in de ochtendronde liet ik het Schots gambiet nog zien aan zo’n blinde gast. Hij vond dat hij 5.e5 had moeten spelen, hoewel 5.0-0 gewoon theorie is. Nu kreeg Sizzel die opening tegen zich. In plaats van het sterke 10.Lg5! deed wit het matige 10.Pxd4?!, waarna zwart dames ruilde en een plusje had in het eindspel. Rustig schoof Sizzel zich naar weer een overwinning. Hij was weer een stapje dichter bij de prijzen.

Het was laat en we wilden naar huis. Maar waar was Vin$? Was hij weggelopen? Had hij zich verstopt? We konden hem in ieder geval niet vinden en dat baarde ons zorgen. En we wilden graag naar huis… Uiteindelijk bleek dat hij naar huis was gegaan. Beppie vertelde er thuis over. Vin$ was meegereden met Toon Janssen, een deelnemer in de tweede groep en hij zou de dag erop weer mee kunnen rijden naar Bussum. Maar was dat waarschijnlijk? Vin$ had ondertussen wat spulletjes opgehaald, maar hij was z’n pyjama vergeten. Ziek en teleurgesteld was de jonge IM naar huis gegaan. 2006 is alweer heel lang geleden.

We reden dus zonder Vin$ naar huis. Omdat mijn voorlamp van m’n fiets was gevallen, hoopte ik dat ik geen politiewagen zou tegenkomen. Net toen ik daar aan dacht, stak een politiewagen voor me het fietspad over. Misschien waren ze met iets belangrijks bezig, of letten ze niet op, of zagen ze me niet, of hadden ze geen zin, want ze reden rustig door. Even later reed er weer een politiewagen langs. Blijkbaar was er echt iets gebeurd, want anders zie ik nooit politiewagens. Geschrokken reed ik zo snel mogelijk naar huis.

Ronde 4

Het wegvallen van Vin$ was jammer. Vooral voor mij, want nu had ik geen "maatje" meer. Toch liet ik me er niet teveel door afleiden. Ik zou namelijk tegen Melmak spelen. In 2006 (!) kegelde hij me gauw van het bord. Nu had ik wit en moest dat anders gaan. Ik wist dat hij Frans speelde en dat hij dat aardig kende. Dus ging ik op zoek naar een eenvoudige variant. Misschien staat wit uiteindelijk ietsje beter en kon ik nog wat proberen, maar veel zal het niet zijn. In ieder geval was dat beter dan Le’s partij in 2007.

Ook Le speelde tegen een oude bekende: Said Becic. Hij wist in ieder geval wat 'ie speelde en hoe je dat met wit wel moest doen. Ewood speelde tegen die Pietrow, iemand waar je volgens Sjonnie Markus altijd tegen speelt als je nul uit vijf hebt.

Zelf kon ik eindelijk weer eens wat zetten snel op het bord kwakken. De eerste zeventien zetten kon ik snel spelen voor de verandering. Dat betekent dat hij niet het slappe 3… dxe4 speelde, maar het veel leukere 3… Lb4 deed. Dat had ik eerlijk gezegd wel verwacht. Melmak is iemand die goed op remise kan spelen met zwart, maar hij wil wel winnen van zwakkere tegenstanders. In zijn ijver winstkansen te creëren, offerde hij opeens een kwaliteit. Hij kreeg er een pion voor, maar dat was absoluut niet genoeg. Wel bood hij remise aan, maar ik vond dat ik nu risicoloos voor de winst kon gaan. Zeker toen hij zijn paard inruilde voor mijn loper. Ik moest proberen door zwarts stelling te komen en dat was nog niet zo eenvoudig. Er waren namelijk maar twee open lijnen: de c-lijn en de f-lijn. De c-lijn kon geblokkeerd worden met …Lc6, de f-lijn was minder van belang, want ik kon moeilijk binnenvallen. Het duurde lang voordat ik een winstplan vond, maar de vele manoeuvres zagen er wel geil uit. Uiteindelijk kon ik mijn voordeel van een kwaliteit meer inruilen voor een vrijpion die meteen doorliep. Ik was blij. Toeschouwer APV kon er wel van genieten.

Lenaard kon minder genieten. Zijn tegenstander speelde weer eens raar, maar de activiteit van zwarts stukken werd Le uiteindelijk teveel. Ewood kwam een pion achter, maar maakte uiteindelijk een eindspel waarin hij een toren had en wit een paard en twee pionnen probleemloos remise.

Sizzel scoorde zijn derde puntje op rij en met 3½ uit 4 ging hij halverwege het toernooi hard op weg naar een leuk geldbedrag. In een rustige opening speelde Jesse Fazant een beetje vreemd en kwam zonder compensatie een pion achter. Sizzel won dan ook zonder moeite.

Ronde 5

Na een lange analysesessie was het weer tijd om naar huis te gaan. Sizzel was in zijn nopjes en vertelde blij dat 'ie ’s avonds nog beter speelde dan overdag. Dat beloofde dus wat. Thuis deed ik me te goed aan een pizza en opnieuw werd ik moe van het eten. Daarnaast was ik teleurgesteld dat ik m’n partij kwijt was. Hij was blijkbaar uit m’n jas gewaaid. Weer op de club aangekomen ging ik eerst naar boven, waarna Rob Tijssens zei dat ik beter maar gewoon aan m’n tegenstander kon vragen of ik de partij mocht overschrijven. Dat mocht en een beetje beter ging ik de partij in tegen Roelieboelie. Tot mijn verbazing zat ik aan bord 6. Dat was effe hoog. Daar zat ik dan, aan de eerste tafel, tegenover het Loensreptiel. Daar zat ik aan die lange tafel waar de eerste tien borden op stonden. En dat met een score van 2½ uit 4. Dan zie je wel hoe klein het deelnemersveld is. 😦

Mijn partij ging echter heel slecht. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk tussen al die IM's. Ik wist echter al vanaf zet negen amper meer een zet te verzinnen, waarna ik door onhandig manoeuvreren steeds slechter kwam te staan. Niet veel later raakte ik ook nog een pion kwijt. Ik probeerde nog wat, maar ik zag amper iets en ik werd steeds harder naar een nederlaag gespeeld. En dat terwijl ik opnieuw wit had. Maar nee, die avondronden lagen me niet zo. Ik schaamde me best voor m’n partij. Gelukkig wilde Roelie nog wel analyseren. Daar kwam ik er een beetje achter hoe ik het beter had kunnen doen. Opmerkelijk genoeg vertelde Roelie dat hij het toernooi ook zwaar vond en dat 'ie moe was. Daar had ik dus meer last van…

Het zware toernooi kabbelde langzaam richting het einde. Ewood won weer eens, Lenaard deed hetzelfde. Zijn tegenstander zat hem complimenten te maken over de profylactische zetjes die hij deed. Misschien kwam Le door zijn zege eindelijk weer in vorm. Dat mag ook wel weer, want Le lijkt al bijna een jaar uit vorm. 😦

Ondertussen verloor Sizzel zijn eerste partij. Hij klaagde dat hij zo slecht had gespeeld. Het spel van beide partijen was niet perfect. Wit verprutste de opening, zwart ging daarna op zoek naar een pion in plaats van dat hij zijn stelling consolideerde en later gaf Sizzel een pion weg in plaats van dat hij een stuk won… Dat doet zeer, maar ik vond dat Sizzel gewoon de volgende partijen moest winnen. Daar zou ik me ook maar op richten.

Ronde 6

Het was inmiddels juni geworden en ik speelde weer eens tegen een oude bekende: Raoul van Ketel. Afgelopen seizoen verloor ik in de eerste ronde verloor hard van ‘m in de meesterklasse, dus dat moest nu beter gaan. Ik had nog wel iets geleerd van de opening: ik sloeg nu op d5 en bereikte een redelijke stelling. Wel was het voor wit makkelijker iets zinnigs te doen: hij kon f3-f4 doorzetten. Zelf moest ik maar wat ruimte pakken op de damevleugel en dan proberen de zwartveldige lopers te ruilen. Beide plannen werden verhinderd, waarna ik met …h6-h5-h4 wits paard verjoeg. Het beest ging naar h1 en opeens kwamen m’n stukken eruit. De tijd raakte op en daardoor was het moeilijk om van het overwicht te profiteren, maar uiteindelijk wikkelde ik af naar een eindspel waarin ik twee paarden tegen twee lopers had. Wel had ik een paar houtjes meer en kostte de b-pion een loper. Stijf van de adrenaline speelde ik de partij uit. Ik had wraak genomen op Said Becic, Andries Mellema en nu dus ook Raoul van Ketel. En dat aan bord 10. Ik was superblij. Mijn tegenstander was minder enthousiast. Hij klaagde dat hij in zes zetten van een goede naar verloren stelling was gegaan.

Ewood had zich veel van deze ronde voorgesteld: hij speelde namelijk tegen Marijn Otte. Maar in deze tijden is niks meer zeker. Marijn kwam goed te staan en dan wordt het lastig. Ewood hield de stelling echter rustig op remise. Geen slecht resultaat derhalve.

Lenaard versloeg Marcel Schröer, geen slechte speler. Sizzel won nog van Marcel Flohr en deed daardoor weer goede zaken in de strijd om de geldprijzen.

Ronde 7

In de laatste ronde van een toernooi vallen doorgaans veel korte remises. Reinderman besloot dat een gedeeld eerste plaats prima was en bood al gauw remise aan. Zo kon hij op zijn gemak kijken wat zijn concurrenten deden. Nou, die maakten er een waar schouwspel van.

Voor de ronde werd namelijk gezegd dat de prijsuitreiking om 19:00 uur was en niet 19:30 uur zoals in het programmaboekje. Daar had ik geen problemen mee. Gelukkig gaat de prijsuitreiking bij het Pinkstertoernooi altijd heel snel. Vaak is het binnen tien minuten geregeld. Dat zou vaker zo moeten gaan… Hoe dan ook, het was niet de eerste fout in het programmaboekje.

Zelf hoopte ik ook op een snelle remise. Ik was best wel doodop, maar ik had niet het idee dat mijn tegenstander, Eelke Wiersma, me zomaar een remise cadeau zou doen. Misschien had ik meer kans tegen Ewood, al had ik hem anders misschien laten winnen… Om in de prijzen te vallen, moesten Ewood en ik (3½ uit 6) waarschijnlijk winnen. Ewood speelde tegen Said Becic (!) en had nog wel kans. Dan zou hij vast wel boven mij eindigen, want ik zag mezelf niet zo gauw van een IM winnen. Toch verliep de opening naar wens. Ik dacht dat ik prima stond, maar het werd langzaam minder. Zeker toen ik m’n loperpaar opgaf voor een mooi paard op d5. Dat paard kwam daar niet en die loper op b7 werd sterk. Ik moest me in allerlei bochten wringen om het te verdedigen. Meestal deelt een sterkere tegenstander dan de genadeklap uit, maar nu lukte dat niet. Sterker nog: ik kwam uiteindelijk beter te staan. Na een gedwongen kwaliteitsoffer bood m’n tegenstander remise aan, wat ik na enig nadenken (opgelucht) accepteerde. Ik bleek echter te kunnen winnen… Maar ja, ik was blij dat het toernooi voorbij was en dat ik een geweldig goed toernooi had gespeeld. 4 uit 7 tegen spelers die beduidend sterker zijn dan ik. Een TPR van 2292 (FIDE), terwijl ik maar een FIDE-rating van 1994 heb. Wat een verschil met mijn eerdere deelnames!

Ewood eindigde door een vlot winstpartijtje uiteindelijk toch nog boven mij. Hij had echter ook een goed toernooi en hij trof wat mindere tegenstanders. Uiteindelijk won hij iets van 75 euri.

Lenaard verloor de laatste ronde van Melmak. Je zou bijna vergeten dat hij helemaal geen slecht toernooi speelde. Uiteindelijk speelde hij vrijwel op zijn eigen niveau.

Sizzel had meer reden tot klagen, hoewel hij het zelf liet liggen. Hij speelde in de laatste ronde tegen "vader Becic". Na een vreemde opening, waarin hij slecht leek te staan, kwam hij goed terug en had hij een gewonnen stelling. Helaas voor hem heeft hij het praktisch spelen niet echt onder de knie. Hij had nog dertien minuten om zijn stelling in winst om te zetten, maar liever ging hij nadenken hoe hij moest winnen. Het resultaat was dan ook dat hij in enorme tijdnood kwam en verloor. Toen zijn tegenstander het "een mooi potje" vond, werd Sizzel kwaad. Hij kwam dan ook niet op de prijsuitreiking, want hij zat buiten nog lekker te analyseren. Uiteindelijk had hij recht op zeven euri. Zijn tegenstander van de laatste ronde werd nog gedeeld eerste. Dat deed zeer.

Afloop

Na de prijsuitreiking gingen we nog poffertjes vreten. Vroeger deden we dat voor de prijsuitreiking, maar nu lukte dat niet. Vlak voor sluitingstijd kwamen we aan. Sizzel bestelde nog een dubbele portie, die hij niet op kreeg. 😉 Zo waren de tradities in ere gebleven, behalve mijn traditie van het scoren van slechte resultaten. 2009 is tot nu toe een prachtig jaar voor mij qua schaakprestaties.

Thuis aangekomen kon ik me richten op de laatste klus: nog een maand school. Niet dat ik daar blij van werd, maar de herinneringen aan een goed gespeeld toernooi vergoedden veel.

03 juni 2009

BSG-Pinkstertoernooi (2)

Ronde 1

Om een uur of half acht begon het enigszins uitgeklede toernooi. Ik was benieuwd tegen wat voor schaaktalent ik in de eerste ronde zou spelen. Dat had maar zo Marijn Otte kunnen zijn. Helaas of gelukkig (?) zat ik naast hem. Ik speelde tegen een Fransman, Romain Picard. Aan zijn FIDE-profiel te zien, speelt hij bijzonder veel toernooien. Maar goed, dat wist ik toen niet. Zijn bonkie speelde overigens ook mee in het toernooi. Wel maf dat twee Fransen helemaal naar Nederland gaan om een nauwelijks bekend weekendtoernooitje te spelen.

Zelf had ik het idee dat er wel wat te halen viel. Ik had zwart, maar m’n tegenstander speelde niet superscherp, dus ging ik maar schuiven. Wat profylactische zetjes en dan ineens het centrum opengooien. Ik had een actieve stelling en ik kreeg de kans om een kwaliteit te offeren voor gevaarlijke aanvalskansen. Kwam dat door Marijn Otte naast me? De FM had vast graag mijn stelling willen hebben, want zijn tegenstander speelde iets saais en het leek al gauw remise te worden. Nee, dat ging aan bord 12 toch anders. Twee offers bracht ik, een derde offer had in ieder geval remise opgeleverd en dan had wit die remise nog moeten vinden ook. Ik was het wel van plan, maar ik meende dat wit nog kon ontsnappen. Dus deed ik iets anders, maar daarna doofde m’n aanval snel uit. Ik speelde nog door met een kwaliteit tegen een pion minder, maar al snel werd het hopeloos.

Na afloop complimenteerde mijn tegenstander me met m’n spel. In de analyse concludeerden we dat de aanval winnend was, als ik nogmaals had geofferd. Ik voelde me dan ook ellendig na afloop. Aan de andere kant kon ik mezelf nog een schouderklopje geven. In de voorgaande edities ging ik er steeds kansloos af in de eerste ronde, nu had ik nog "goed" verloren. Als ik zo verder zou gaan, zou het wel goedkomen.

Ondertussen was Vin$ ook klaar. Hij had remise gespeeld tegen Blaffie. Nu speelt Vin$ wel vaker remise tegen zwakkere spelers, maar het was toch wel jammer. Gelukkig duurt het toernooi nog lang, maar van iemand als Vin$ verwacht je wel een puntje. In de partij speelde hij vol op de aanval en offerde hij twee torens. Helaas krijg je geen punten voor offers. Zwart vond een keer de juiste verdediging, offerde materiaal terug en stond prima. Daar sta je dan met je goeie gedrag… Toch dacht ik dat het een "ongelukje" was. Als hij de volgende partij zou winnen, zou hij het weer goed doen.

Ewood won gelukkig wel, maar hij had er de nodige moeite mee. Hij kwam goed uit de opening, maar deed toen wat slechte zetten, waarna zwart terug in de partij kwam. In het pionneneindspel deed Ewood het nog wel slim en wist hij met de koning binnen te dringen, waarna hij alsnog won.

Als laatste verloor Lenaard. Hij speelde weer eens Russisch en probeerde door middel van stukkenruil remise te forceren. Steeds meer stukken verdwenen van het bord, maar in tijdnood vond Le niet meer de zetten die de stelling binnen de remisemarge hielden. Zodoende morste ook hij een halfje.

De avond viel in en we reden maar naar huis. Mijn voorlicht begon steeds schever te zitten en op een gegeven moment brak 'ie gewoon af. Dan maar zonder licht naar huis fietsen en hopen dat ik geen politieagent tegen zou komen. Vin$ klaagde dat hij hoofdpijn had gekregen van zijn colaatjes, waarna hij thuis doodleuk om een glas cola vroeg…

Ronde 2

Het was zaterdag geworden en ik mocht tegen Said Becic. In de online database vond ik welgeteld één potje van hem, waarin wit 1.e4 speelde. Hij speelde een gaar systeem, waarin hij het loperpaar offerde en zichzelf ook nog een geïsoleerde d-pion bezorgde. Opmerkelijk. Vin$ speelde tegen Armen Hachijan, de topscorer van de eerste klasse KNSB, als ik me niet vergis. Ik dacht dat Vin$ zo iemand wel aankon. Een beetje schuiven en dan alle fouten tactisch uitbuiten. Nee, Ewood zou het vast zwaarder krijgen. Hij speelde namelijk met zwart tegen Eelke Wiersma. Niet dat 'ie kansloos was; de onderlinge score was 1-1.

Het was inmiddels alweer "middag" en we gingen naar het DSC, waar ik wraak wilde nemen op die nederlaag die ik in 2005 leed tegen deze tegenstander. Of was ik naar het DSC gekomen om keer op keer genadeloos klop te krijgen? De opening verliep in ieder geval niet volgens plan. Al op zet twee week hij af. Ach, FM Henk had ik laatst ook met die opening geveegd, dus als ik m’n best gewoon zou doen, kon dat nu weer. Ik speelde echter niet super, waarna mijn tegenstander overoptimistisch op zoek ging naar voordeel. Eerst opende hij wat lijnen voor zijn koning, daarna probeerde hij een pion te winnen. Ik ontwikkelde rustig en die pion kreeg hij niet eens. Ik had al heel gauw alles gekregen en dat door de tegenstander! Met een passief stukoffer kon ik de partij snel uitmaken. Wat was ik blij dat ik eindelijk weer eens een partij had gewonnen op het Pinkstertoernooi! De laatste overwinning dateerde alweer uit 2006, toen Vin$ nog won.

In dat opzicht leek 2009 totaal niet op 2006. Vin$ had braaf Spaans gespeeld en ik verwachtte dat hij dat wel kon, maar de opening verliep slecht. Op een gegeven moment moest Vin$ een stuk offeren voor een paar vrijpionnen. Die konden echter nooit gevaarlijk worden, hoe hard Vin$ het ook probeerde. Het betekende in ieder geval dat hij verloor. Ik stond dus voor Vin$, maar blij werd ik er niet van. Sport is gewoon heel grillig. De ene dag doe je je best en versla je een hele sterke tegenstander, de andere dag doe je net zo goed je best, maar verlies je van een zwakkere tegenstander. Het deed me een beetje denken aan het NK snelschaken voor clubteams in Mierlo, waar hij een start van ½ uit 2 liet volgen door een behoorlijke eindsprint. Kon 'ie zich samen met Giri, die de eerste ronde had verloren, naar boven knokken. Maar de prijzen waren al aardig uit zicht geraakt.

Ewood speelde ondertussen een verdienstelijke remise bij elkaar. In de eindstelling stond hij beter, maar door de tijdsdruk herhaalde hij zetten. Toch niet verkeerd.

Lenaard won ook nog. Hij speelde tegen iemand zonder FIDE-rating. Ik heb alleen de opening gezien en daar snapte ik al niks van…

Hoewel ik vroeg klaar was, bleef ik nog lange tijd analyseren. Sizzel speelde zijn eerste partij en won netjes, waarna hij nog een hele tijd bleef analyseren. Toen Ewood en Vin$ klaar waren, wilden we ook eens naar huis. Zo lang zijn die twee uren tussen de ronden niet. Sizzel ging bij Ewood achterop. Eindelijk waren beide gasten aangekomen. Het toernooi kon nu echt beginnen…

BSG-Pinkstertoernooi

Vrijdag

Afgelopen weekend deed ik mee aan het Pinkstertoernooi. Aan dit jaarlijks terugkerende toernooi doen vele sterke schakers mee. Allemaal jagen ze op de hoofdprijs van 1250 euro. Voor de minder sterke sterke schakers was nog altijd een bedragje van 300 euri te winnen in de tweede groep.

Hoewel ik al vanaf 2005 in de hoogste groep meespeel, heb ik nooit meer dan 2½ punt gescoord. Ook nooit minder, maar dat terzijde. Anders dan vorig jaar durfde ik nu wel mee te doen. Die score van 2½ uit 7 moest toch een keer verbeterd worden! Tegenvallend was de opkomst. De benedengroep deed het redelijk (59 aanmeldingen om 58 vorig jaar), de hoofdgroep stelde teleur. Een dag voordat het toernooi zou beginnen, waren er maar 46 deelnemers, fors minder dan de 54 van vorig jaar. Wel was de hoofdgroep sterk bezet. Naast de "vaste krachten" Reinderman en Miezis, waren er ook twee Russische grootmeesters. Ook enkele gehaaide meesters, zoals Leon Pliester en natuurlijk Vincent Rothuis (winnaar 2006) waren van de partij. Voor mij was het jammer dat er weinig "makkies" waren; met mijn lage FIDE-rating stond ik ver in de achterhoede qua rating. Niet helemaal representatief, maar ik vreesde weer een achterhoedegevecht te moeten leveren.

Gezellig

Toch had het toernooi alles in zich om een leuk resultaat te behalen: Vin$ logeerde bij ons en later zou Sizzel (hij had in de eerste ronde een bye) komen. Het weer was prachtig en ik had amper wat te verliezen met schaken. Dat gold niet voor Vin$. Hij haalde wat kunstjes uit met de bal, waarna we nog gingen paaltjesvoetballen. Vin$ zat er niet zo mee dat Ewood zijn paaltjes omschoot, want, zo vertelde hij, als hij met schaken zou verliezen, zou hij dat veel erger vinden.

We gingen al gauw naar het Denksportcentrum. Volgens Ewood begon het toernooi om zeven uur. Dat had hij geraden, want we hadden geen programmaboekje gekregen. Het resultaat was in ieder geval dat we ons om half zeven kwamen aanmelden. Daar kreeg ik te horen dat het toernooi om half acht zou beginnen. Om de tijd te doden gingen we maar wat lopen. We wilden PJF tegemoet lopen. Hij kwam niet, zo bleek. Hoewel er wel 26 borden waren opgesteld, kwamen er uiteindelijk maar 42 deelnemers. Ook die Russen kwamen niet opdagen. Zo werd het best een karig toernooi, zeker omdat de hoofdgroep in de hoogtijdagen wel eens bijna het dubbele aantal deelnemers heeft gehad. Het was daarentegen wel lekker rustig en koel.