28 oktober 2012

Doodgebloed

Het is een treurige conclusie: anno 2012 gebeurt er weinig in de Formule 1-races als de weergoden niet meewerken. En dus wint Fattle. Na zijn dominante zeges in Singapore, Japan en Zuid-Korea, was de nummer-1-coureur van Red Bull ook in India veel te sterk voor de rest. De strijd lijkt zowel op de baan als in de WK-stand te zijn doodgebloed, al houdt Alonso dankzij een bekeken tweede plaats nog een miniem kansje op de titel.

Het seizoen begon zo veelbelovend, met iedere race weer een nieuwe winnaar, maar na de zomerstop heeft Red Bull de zaakjes op orde gekregen en raast Fattle met een noodgang naar zijn derde wereldtitel op rij. In het door smog geteisterde Buddh International Circuit boekte hij zijn vierde overwinning op rij en voor de derde keer op rij hoefde hij de leidende positie geen moment af te staan.

In de kwalificatie werd al duidelijk dat het voor Alonso erg lastig zou worden om bij te blijven in de titelstrijd: de Red Bulls pakten weer eens de eerste startrij, de tweede rij was voor de McLarens en de Ferrari's moesten het slechts doen met de derde startrij. Met Fattle op pole (hij was een fractie sneller dan zijn teamgenoot) en Alonso slechts vijfde zag het er niet al te hoopvol uit. Hoewel Alonso's achterstand in het WK maar zes punten is, is het moeilijk voor te stellen dat Fattle de laatste Grand Prix niet ook gewoon wint. Alonso is daarentegen sinds eind juli niet meer in de buurt geweest van een zege. Hij moest hopen dat Fattle ook een keer pech zou krijgen, of dat iemand anders the Finger-Man de loef af zou steken.

Mark Webber probeert het nog wel bij de start. De Australiër komt verrassend goed van zijn plek en stormt bijna zij aan zij met zijn teamgenoot naar de eerste bocht. Fattle houdt echter gewoon zijn lijn en duikt als eerste de eerste bocht in, terwijl Webber met Button moet zien af te rekenen. Button raakt vervolgens in gevecht met Luis, waarna Alonso beide McLarens op het lange rechte stuk inhaalt. Button vecht zich terug en herovert de derde plek een bocht later, maar lang kan hij daar niet van genieten: terwijl de Red Bulls langzaam aan de horizon verdwijnen, komen eerst Alonso en later Luis hem op het rechte stuk voorbijzeilen.

Daarmee hadden we de opwindendste momenten van de race wel weer gehad. Echt heel saai is de race niet, maar opwindend wordt het nooit. Medeschuldige aan het slaapfestijn was bandenleverancier Pirelli, dat een conservatieve bandenkeuze had gemaakt: ze hadden de hardste (grijze) en een-na-zachtste (gele) banden meegenomen. Die hielden het zo lang uit, dat er van de gebruikelijke pitstopchaos geen sprake was.

De pitstops dienen zich pas halverwege de race aan, maar tot veel positiewisselingen leiden ze niet. Vooraan blijft alles bij het oude, al komt Webber gedurende de race steeds verder onder druk te staan van Alonso. De Spanjaard loopt voor de pitstops al op Webber in en zit na de pitstops echt op zijn staart. Als de Australiër ook nog eens zijn KERS verliest, is hij de klos en moet hij zijn waardevolle tweede plaats aan Alonso laten. Het is het maximaal haalbare voor Alonso, al maakt Christian Horny op de pitmuur hachelijke momenten mee als de vonken onder Fattles auto vandaan vliegen. Ook nu stelt het probleem, wat het ook is, niet al te veel voor en dus wint de foutloze Fattle onbedreigd voor de alerte Alonso.

Voor de McLarens luidden de pitstops een slotoffensief in. Button, die nog de snelste raceronde zou rijden, ontworstelde zich aan Massa en Räikkönen, die na de pitstops tot elkaar veroordeeld zijn. Een balende Räikkönen moest constateren dat zijn auto wel snel was, maar dat zijn topsnelheid te laag was om de brandstofsparende Braziliaan voorbij te komen. Luis kwam in de slotfase nog akelig dicht bij Webber, maar tot een serieuze inhaalpoging kwam het niet. Dus finisht Webber nog net op het podium, voor de McLarens, Massa en Räikkönen.

Best of the rest was Nico Hülkenberg, die zijn bijna failliete team een prachtig cadeau gaf met een doortastend optreden dat goed genoeg was voor een achtste plaats. Grosjean reed een vrij bleke race na een matige kwalificatie. Hij finishte kort achter de Kingfisher van Hülkenberg als negende. Het laatste punt ging naar Bruno Senna, die de hele wedstrijd duels uitvocht en Rosberg in de slotfase buiten de punten drukte. Voor Mercedes, dat Shoeface bij de start al ver zag terugvallen door een lekke band, was het een weekend om gauw te vergeten. Voor de derde keer op rij pakte het sterrenteam van Ross Brawn geen punten. Het enige positieve was dat Sauber, concurrent voor de vijfde plaats in het kampioenschap, er ook geen pepernoot van bakte. Pérez was weer eens overijverig en liep na zijn pitstop in een duel met Ricciardo een lekke band op en viel uit. Co Biaggi was het hele weekend nergens. Hij kwam slechts in beeld als hij werd ingehaald en toen hij Pastoor een lekke band bezorgde.

Zodoende speelden de banden in het middenveld nog wel een belangrijke rol, net als het DRS, dat het inhalen soms wel erg makkelijk maakte. Al met al kreeg het fraaie Indiase circuit, net als bij de première vorig jaar, niet de spannende race die het verdient. Het Formule 1-seizoen van 2012 gaat, net als het vorige seizoen, als een nachtkaars uit. Dat zal de jarige Bernie Ecclestone toch zorgen moeten baren.

24 oktober 2012

Reacties op de dood van Leon Pliester

In de schaakwereld is geschokt gereageerd op het overlijden van Leon Pliester. Hieronder een overzicht van de reacties tot nu toe:

Leon Pliester overleden (Johan Hut op Schaaksite)

De schaakwereld is vandaag opgeschrikt door het overlijden van Leon Pliester.

De 58-jarige internationaal meester overleed dinsdagmorgen in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Daar wachtte hij op een nieuwe lever.

(...)

Ons medeleven gaat in de eerste plaats uit naar zijn vrouw. Ook bij het Bussums Schaakgenootschap, waar hij zowel speler als jeugdtrainer was, zullen ze hem missen.

De komende dagen komen we uitgebreid terug op de rol van Leon Pliester in het Nederlandse schaakleven.

Er komt dus nog meer. Ook Peter Doggers had op zijn internationaal bekende schaaksite Chessvibes een stukje gewijd aan het vroege overlijden van onze clubgenoot. Hij gaf een aanvulling op de informatie op Leons Wikipedia-pagina, plus een verzameling van 25 na te spelen partijen.

Dutch IM Leon Pliester dies at 58 (Peter Doggers op Chessvibes)

Leon Pliester passed away at the age of 58. The Dutch International Master suffered from a liver illness which had affected his kidneys as well. This was reported by the Dutch Chess Federation today on its website.

(...)

Ook op het bekende schaakforum Utrechtschaak liet men van zich horen. Toch wel grappig hoe poeslief iedereen is. Over doden niets dan goeds, maar toch had er wat mij betreft wel een iets genuanceerder beeld geschetst mogen worden, want als je de onderstaande reacties leest, lijkt het alsof de leukste schaker ooit is heengegaan. Dat was ook niet helemaal waar. Het zal de sociale druk wel zijn geweest.

Johan Hut (journalist): "Voor mij als journalist een leuke schaker, die overal heel open over was."

Gert Pijl (BSG/SOPSWEPS): "Zeer trouw bezoeker van de BSG-clubavond ook. Sterkte aan zijn vrouw die er echt altijd bij was."

Michael Riemens (Groningen): "Hier word ik stil van. Een prachtige speler en hele aardige man is veel te vroeg heengegaan. Sterkte aan de nabestaanden."

Henk Vedder (HSG/En Passant): "Hè wat triest, afgelopen januari ging het al niet best volgens mij. Naast IM en psych een absolute koning van de anagrammen, uit zijn koker kwam onder anderen: Pikettroel, titelkoper, loensreptiel, hondje wil varen en nog veel meer. Hij was erg leuk aan tafel... RIP Leon."

Arno Eliens: "Een mooie kerel, RIP."

Max Viergever (Paul Keres/Zeist): "Ja, erg jammer. Leuke schaker, plezierige tegenstander die zich niet te groot voelde om mindere spelers vriendelijk en met respect te bejegenen."

Jasper Geurink (Unitas): "Ik herinner me nog van vroeger zijn prachtige artikelen in de Schakend Nederland over een 1.e4-repertoire voor wit. En zijn stukje over een verbijsterende 0-0!?! in een scherpe Caro-Kann, Doorschuifvariant, die hij aan Nunn liet zien (die proestend wegliep!); wellicht in het kader van de behandeling van voornoemd repertoire. Kwaliteitsschrijver, sympathieke man achter het bord en zoveel meer, getuige de reacties hier.

Misschien zou een andere IM of GM voor New in Chess op basis van zijn artikelen een hedendaags boekje over 1.e4 kunnen uitbrengen? Ook een beetje als eerbetoon."

Opmerkelijk is dat er vanuit BSG nog weinig reacties zijn gekomen. Wel staat op de BSG-site een nieuwsbericht over Leon, hoewel dat niet veel meer is dan een rommelige verzameling zinnen. Nee, levendiger ging het eraan toe op Facebook:

Ewood: "RIP Loensreptiel :("

- "Waar is de knop "vind ik niet leuk" als je hem nodig hebt?"

- "Ik vond nog een foto uit 2005 (zal wel 2006 of 2007 zijn geweest, red.) met Leon hier in de kamer. Whiskey (de hond) erbij, potje thee en een stel jonge honden (de leerlingen)..."

Lennart Ootes: "Mooie in memoriam van Leon, mijn voormalige teamgenoot en oud-trainer." (Verwijst naar het Chessvibes-artikel)

- "Gecondoleerd! Zwaar verlies van een fijne man!"

Peter Drost:" Leon Pliester: "Bewijs het maar.""

Jean Loulou: "Toch wel schrikken, iemand van je eigen bouwjaar..."

Tot slot nog de eerdergenoemde foto die Jean Loulou had gemaakt op een schaaktraining bij ons thuis:

Foto: Jean Loulou, Facebook. V.l.n.r.: Peter Drost, Leon Pliester, Ashley Krishnasing.

Dat bracht mooie herinneringen terug:

Behirder: "Maar waar is Whiskey?"

Ewood: "Zit die niet onder Leons trui?"

Jean Loulou: "Die lag onder de tafel te vergaan."

Zo is er toch weer een periode afgesloten. De herinneringen blijven, maar we zullen je wel missen, Leon!

23 oktober 2012

Leon Pliester 1954 - 2012

Wat er al een tijdje aan zat te komen, is eindelijk ook gebeurd: BSG 1-speler Leon Pliester is vanochtend overleden. Hij kampte al enige tijd met een leveraandoening. Twee weken geleden ging hij naar Rotterdam voor een nieuwe lever, maar was zijn gezondheid zo ver heen dat alle hulp vergeefs was.

In de jaren tachtig was Leon Pliester een van de sterkere schakers van Nederland. In 1982 werd hij Internationaal Meester en in 1990 deed hij mee aan het Nederlands Kampioenschap. Hij wist het schaken aan zijn studie psychologie te koppelen door de ontdekking van het post-titelsyndroom. Ook ontdekte hij veel toepasselijke anagrammen voor bekende schakers. Je kunt wel zeggen dat schaken zijn leven was.

In het begin van het competitieseizoen 2004-2005 hadden Ptr, Ewood en ik in de benedenverdieping van het Denksportcentrum een eerste kennismaking met onze nieuwe trainer. BSG 1-teamleider Theo Slisser was in zijn nopjes met de sterke speler die hij bij HSG had weggehaald. Naast zijn inbreng als speler zou Leon ons, de enige jeugdspelers die BSG nog had, trainen. Het doel voor BSG 1 voor dat seizoen was niet bescheiden: in de top drie eindigen en eventueel promoveren. We weten inmiddels hoe het gelopen is: BSG degradeerde dat jaar naar de tweede klasse. Het verblijf in de hoogste achttallenklasse zou uiteindelijk twee jaar duren en geregeld moest Leon zijn klasse laten zien. Een goed voorbeeld was de wedstrijd tegen Hardenberg, waar hij bij een 4-3-achterstand na zes of zeven uur bikkelen het laatste matchpunt veilig wist te stellen. Volgens Emile Wüstefeld, die toen in de vorm van zijn leven verkeerde, was Leon "veel sterker" dan hij. Een frappante uitspraak vond ik dat, hun ratings scheelden maar vijftig punten of zo.

In ieder geval ging ik door Leon wel anders naar het schaakspel kijken. Hij benaderde het spel veel professioneler dan ik, hij was veel perfectionistischer. Daarnaast was hij een echte doorzetter, die het graag op een eindspel aan liet komen. Vaak wist hij na vele uren ploeteren een miniem voordeeltje om te zetten in een vol punt. Geduldig loerde hij op een kansje, om dan opeens genadeloos toe te slaan. Jammer genoeg zat er ook een mindere kant aan Leons fanatisme: zo foeterde hij Emile Wüstefeld na het verloren kampioenschap in 2006 zo uit, dat Emile daarna amper meer een schaakstuk durfde aan te raken. We raakten hem in 2008 ook kwijt aan BSG 2 en in 2010 aan SOPSWEPS.

Het hoogtepunt van de trainingen kwam in het seizoen 2006-2007, toen naast de Oetoes ook Sizzel en de witte profiteerden van de trainingen. Het was een mooie periode voor BSG, dat ineens een hele kluit jongeren in de interne competitie had meespelen. Het kan niet anders of ik moet ook iets van mezelf in dit overzicht laten zien: een partij in de interne dan maar. Het is geen karakteristieke partij voor Leon, maar de partij heeft voor mij veel waarde: het was de eerste keer dat ik een halfje pakte tegen een IM.

Jesper de Groote - Leon Pliester, interne competitie 2006

1. e4 c5 2. Nf3 Nc6 3. Bb5 e6 4. Bxc6 bxc6 5. O-O Ne7 6. d3 Ng6 7. Re1 e5 8. Nbd2 d6 9. Nc4 Be7 10. h3 O-O 11. g4 Be6 12. Ne3 Nf4 13. Kh2 Rb8 14. Nf5 g6 15. Nxe7+ Qxe7 16. Bxf4 exf4 17. b3 Kg7 18. Qd2 g5 19. Qc3+ Kg6 20. d4 f6 21. Qd3 h5 22. e5+ f5 23. gxh5+ Kxh5 24. exd6 Qxd6 25. dxc5 Qxd3 26. cxd3 Bd5 27. Ne5 Rb5 28. d4 g4 29. Nd3 Kg5 30. h4+ Kxh4 31. Nxf4 Kg5 32. Nxd5 cxd5 33. Re7 Rf6 34. Rxa7 Rh6+ 35. Kg2 Rb4 36. Rc1 f4 37. f3 g3 38. Rh1 Rxh1 39. Kxh1 Rxd4 40. Rd7 Rd1+ 41. Kg2 Rd2+ 42. Kg1 Rd1+ 43. Kg2 Rd2+ 44. Kg1 Rd1+ 1/2-1/2

Aan het eind van het seizoen waren de rollen omgedraaid:

Stelling na 54.g5.

54...Txh4? 55.Tb7+ Kg8 56.Tc7 Tb4 57.b7 1-0.

Door die nederlaag eindigde ik als vijfde in de interne competitie en haalde ik de kampioensvierkamp dus niet. Daarna ben ik nooit meer in de buurt geweest...

Er brak een succesvolle periode aan voor BSG 1, dat tweemaal achter elkaar promoveerde. Het kon niet op met BSG, zo leek het. Toch werd in 2009, na een moeizaam jaar in de meesterklasse, gestopt met de trainingen. Het leek erop dat Large het meest had geleerd van de trainingen, want in de zomer van dat jaar verraste hij vriend en vijand (heeft hij die?) met dodelijk precies schaak. Met drie IM-normen en twee NJK-titels op zak is hij vooralsnog de beste leerling van het stel.

Ook in de nadagen van zijn carrière kon Leon nog verbazingwekkend fel van zich afbijten. Zo scoorde hij in het seizoen 2010-2011 7½ uit 9 aan de hoogste borden in de eerste klasse. Hij had een ideale setup gevonden: met zwart speelde hij vaak Berlijns en won hij praktisch altijd het eindspel. Met wit zette hij de zaken rustig op en wachtte hij op een foutje van de tegenstander. Het werkte in ieder geval perfect in de eerste klasse. In de meesterklasse kwam hij er vaak niet aan te pas. Dit jaar begonnen zijn gezondheidsproblemen hem echt parten te spelen. Tijdens het Pinkstertoernooi ging het al niet best. Naast het schaakbord had hij de nodige galgenhumor en zelfspot, maar op het bord wilde hij graag nog vlammen. Zelfs toen het niet meer kon. Iedereen schrok zich kapot toen hij zich vorige maand meer dood dan levend naar de wedstrijd BSG - De Stukkenjagers sleepte. Hij gaf zijn laatste schaakpartij ooit na tien zetten remise. Verstandig. Toch kon hij het niet nalaten om zich na afloop met mijn partij te bemoeien. Fanatiek tot het einde, gevochten voor wat hij waard is. Nu kan hij eindelijk uitrusten.

Leon Pliester

* 20 augustus 1954
+ 23 oktober 2012

07 oktober 2012

Galavoorstelling Fattle in land van de rijzende zon

Tweestrijd Alonso en Fattle in kampioenschap

"De coolste baan die er is", vertrouwde Luis de verslaggevers toe. Het moet gezegd worden: Suzuka is naast Monaco, Silverstone, Spa-Francorchamps en Monza een van de meest geliefde circuits op de kalender. Luis had het echter niet over de track, maar over zijn job als Formule 1-coureur. Hopelijk voor hem heeft hij het volgend jaar bij Mercedes ook naar zijn zin, ook als het een keertje niet loopt. In dat opzicht was zijn Japanse weekend een mogelijk voorproefje op wat hem volgend jaar te wachten staat: hij kwam er het hele weekend totaal niet aan te pas.

Nee, Red Bull had zijn zaakjes heel wat beter op orde. In de kwalificatie eist Fattle dan ook de pole op, voor teamgenoot Webber. Button redde de eer nog voor McLaren met een derde tijd, maar verloor vijf plekken door een versnellingsbakwissel. Desondanks startte hij nog een plekje voor zijn teamgenoot. Winnaar van de kwalificatie was Sauber, waar Co Biaggi voor eigen publiek een vierde tijd reed. Zijn naar McLaren gepromoveerde teamgenootje Pérez maakte het feest bij het Zwitserse team compleet door de zesde tijd te rijden. Tussen hen in stond Schrootjean, waardoor een triest scenario als in België dreigde. Teamgenoot Räikkönen spinde in zijn laatste snelle ronde en reed slechts de achtste tijd, nog achter Alonso. De leider in het klassement wist wat hem te doen stond: vanaf zijn magere startpositie zo veel mogelijk punten pakken en hopen dat de Ferrari in de komende races iets competitiever is.

Eersterondegek

Bij de start is Alonso dat voornemen kennelijk alweer vergeten, want hij drukt Räikkönen van de baan, waarna de twee contact maken. De Lotus verliest een onbelangrijk deel van zijn voorvleugel, maar voor Alonso zijn de gevolgen erger: hij rijdt zijn band lek en gaat op hoge snelheid in de rondte. Gelukkig weet hij de overige deelnemers te ontwijken, maar het betekent wel zijn tweede DNF in vier races en dat kan hij slecht gebruiken. Op datzelfde moment klapt de andere Lotus, die van Schrootjean, op de slecht gestarte Webber. De Australiër gaat achterstevoren, de Zwitserse Fransoos heeft een kapotte voorvleugel. Achter hen rijdt Senna in het gedrang Rosberg uit de race en komt zich, net als Schrootjean en Webber, bij zijn team melden. De safetycar is op de baan gekomen, maar doordat het ding de race na anderhalve ronde alweer vrijgeeft, ontbreekt voor Webber de tijd om bij de rest van het veld aan te sluiten. De withete Australiër heeft na afloop ook geen goed woord over voor "first-lap nutcase" Schrootjean, die voor de zoveelste keer een aanrijding veroorzaakte in de eerste ronde.

De andere Red Bull heeft van het gedrang weinig meegekregen. Fattle is zich niet eens bewust van het feit dat zijn concurrent uit de race is, zo geniet hij van zijn bolide. Bij de herstart neemt hij al meteen flink afstand van Co Biaggi. Button en Massa zijn alweer opgerukt naar de derde en vierde plaats, voor Räikkönen en Pérez. De Mexicaan probeert de Fin meteen te verschalken, maar overspeelt zijn hand en ziet Luis passeren. Hij gaat de McLaren even later met een gedurfde uitremactie in de haarspeldbocht voorbij.

Pitstops

In de dertiende ronde wordt er afgetrapt voor de eerste serie pitstops. Button en Co Biaggi stoppen relatief vroeg en komen na hun stop in het verkeer terecht. Fattle en Massa blijven langer doorrijden. Fattle blijft aan kop, maar Massa is de grote winnaar van de pitstops: hij blijft tweede. Co Biaggi is derde, met Button kort achter zich. De Brit klaagt over opnieuw een probleem met zijn gangwissel, maar rijdt op dat moment wel de snelste raceronde. Achter hen is Pérez door de pitstops weer achter Luis geraakt. Ook nu probeert hij de zaken op de baan recht te zetten, maar ditmaal is zijn inhaalpoging echt te overmoedig en zet hij zijn bolide in de haarspeldbocht in de grindbak.

Daarmee is de angel wel uit de wedstrijd. Vooraan breidt Fattle zijn voorsprong op Massa gestaag uit. Slechts het gevecht tussen Luis en Räikkönen na de tweede serie pitstops is even het bekijken waard, maar het is in een oogwenk voorbij als Räikkönen inbindt en de McLaren voor laat gaan. Verder zijn er goede optredens van Hülkenberg, die bijna de hele race zevende ligt, en Ricciardo, die zich door twee late stops in de kijker rijdt en uiteindelijk tiende wordt, pal voor Shoeface.

Co Biaggi in moeilijkheden

In de slotfase wordt de strijd om de derde plek ineens interessant. Timo Glock houdt Co Biaggi even op, waarna Button bloed ruikt en zijn uiterste best doet om de local hero in de laatste ronden nog van het podium te stoten. Glock krijgt voor het oponthoud een drivethroughpenalty, net als Senna voor zijn startcrash overigens. Schrootjean werd zelfs met een stop-and-go-penalty bestraft en gaf in de laatste ronde op, omdat er toch niks meer te winnen was voor hem. Dat deed Webber beter: hij kreeg dankzij zijn negende plaats twee punten voor de moeite, maar de titel is door zijn mid-season slump uit zicht geraakt. Voor Button geldt hetzelfde. Hij krijgt Co Biaggi net niet te pakken, waardoor de Japanner naar het podium mag, waarmee hij het publiek in extase brengt.

Ondertussen heeft Fattle al lang en breed gewonnen. Massa vond zichzelf dankzij een sublieme race voor het eerst in twee jaar weer terug op het podium en dat moet hem goed hebben gedaan. Toch had Ferrari honderd keer liever Alonso op die plek hebben gezien... Ver achter Co Biaggi en Button eindigden Luis en Räikkönen, die hun titelaspiraties ook wel in de ijskast kunnen zetten. Ze werden op de voet gevolgd door Hülkenberg en Pastoor, die zowaar een foutloze race reed en eindelijk weer wat puntjes pakte. Webber finishte als negende, nog geen tien seconden binnen de vijfde plek, wat gezien de tegenslag bijna als een wonder mag worden beschouwd. Het laatste punt ging naar Ricciardo, die Shoeface knap voor wist te blijven, wat helaas door de regie gemist werd.

Spanning

Kortom: zo saai als de race was, zo spannend is de stand in het kampioenschap geworden. Waar het kampioenschap voorheen vaak in Japan werd beslist, is de titelstrijd nu spannender dan ooit: Fattle haalde 25 punten van zijn achterstand van 29 punten af, waardoor hij nu dus nog maar vier punten achter Alonso ligt. Een felle tweestrijd ligt in lijn der verwachting, want Räikkönen (derde met 37 punten achterstand) en Luis (vierde met 42 punten achterstand) lijken te zijn afgehaakt. In ieder geval vergoedt de stand in het kampioenschap veel, want net als vorig jaar gaat het seizoen wat spektakel betreft bergafwaarts. Zoals al eerder is opgemerkt: kunnen we KERS en DRS niet inwisselen voor normale neuzen en bijtanken? Dat zou het racen een stuk leuker maken, in ieder geval doordat teams met hun pitstops niet op de andere teams kunnen gaan wachten, maar de strategie van tevoren al moeten hebben uitgestippeld. Terugkijkend naar de Formule 1 in de jaren '90 denk ik: "vroeger was alles beter."

Zegereeks BSG beëindigd in verzorgingstehuis

Zwak BSG heeft weinig in te brengen tegen SO Rotterdam

Al weken wordt Nederland geteisterd door onvervalst herfstweer. Toch waande BSG zich even in de tropen tijdens de wedstrijd tegen SO Rotterdam. Het was flink zweten geblazen voor de BSG'ers en daar kwamen de saunatemperaturen van het verzorgingstehuis de evenaar nog bij. Uiteindelijk ging BSG met 6-4 ten onder.

Met een licht gemodificeerd team trad BSG aan tegen Rotterdam. Dat was goed nieuws, maar ook slecht nieuws. Om met het slechte nieuws te beginnen: Leon Pliester was inderdaad zo ziek als hij er de vorige keer uitzag. Kort na de wedstrijd ging het goed mis met hem. Naar verluidt heeft hij zelfs met Magere Hein geflirt, dus speelde hij niet mee. Gelukkig hadden we in Frans Borm een redelijke vervanger. Daarnaast moesten we Robert Ris missen, hij speelt een toernooi in IJsland, maar het goede nieuws was dat we Grote Beer voor hem in de plaats konden inhuren.

Rotterdam had grootmeester Lubomir Ftácnik uit de hoge hoed getoverd. Wel ontbraken bij de thuisploeg grote namen als Bart Michels en Karel van der Weide op het scoreformulier. Tot overmaat van ramp was het halve team te laat en bleek dat de Belg Pascal Vandervoort helemaal niet zou komen vanwege een auto-ongeluk. Gelukkig bleef hij ongedeerd, in tegenstelling tot zijn voertuig. Wel betekende dat dat de reserve-teamleider van Rotterdam, de aimabele Wim van Munster, zich gedwongen zag het lege bord op te vullen. Hij had zich achteraf gezien de moeite kunnen besparen, want hij werd door Frank Erwich soepeltjes op een nulletje getrakteerd, wat overigens geen reden was om de spelers niet te trakteren op broodjes. Het was een beetje een goedmakertje voor de belabberde speellocatie. Iets met bezuinigingen, u kent dat wel. Buiten was het lawaaiig, waardoor de ramen vaak dicht moesten en de temperatuur in de speelzaal bleef oplopen. Maar gelukkig waren er nu wel digitale klokken en dat is ook wat waard.

De vroege voorsprong was in ieder geval een fijne binnenkomer voor BSG en ook de remise van Tea Lanchava tegen Martin Martens mocht er zijn. Volgens een omstander was ze best goed uit de opening gekomen, hoewel ze die mening zelf niet deelde. Maar iedereen die haar een beetje kent, weet dat dat weinig uitmaakt en na wat "bikkelen" was het halfje gepakt.

Het remisevirus was overgeslagen naar de lagere borden, waar Alexander van Beek tegen Rini Kuijf in een uitgekauwde stelling al snel remise aanbood. FM Henk bereikte in het Schots niks tegen Etienne Goossens en bood eveneens remise aan, wat ook werd geaccepteerd. Lekker Ding speelde nog wel even voor de vorm door, maar gaf er even later ook de brui aan.

De voorsprong was echter geen lang leven beschoren, want Ton kreeg aan bord 6 opnieuw een nederlaag te slikken tegen zijn vriend Jan Willem van de Griendt. Het was alweer de derde keer in drie meesterklasseseizoenen dat de twee elkaar tegenkwamen en ook nu beet Ton hardhandig in het stof. Kortom: hij was zijn angstgegner weer tegengekomen. Pech? Of een ongelukkige bordkeuze? Wie het weet mag het zeggen.

Ondertussen kwam Grote Beer niet door de verdedigende stellingen van collega-grootmeester (Good) Luc Winants heen, zodat de stand 3-3 was. Dat was een beetje jammer, maar dat werd weer gecompenseerd door de kleine beertjes, die naast de grote beer zaten. Zij lieten niet over zich heen lopen. Ewood hield met zwart knap Ftácnik in bedwang, terwijl Large brutaal voor de aanval koos tegen Frans Zuijpers, om uiteindelijk maar voor de veilige remise te kiezen.

Daarmee was de koek op voor BSG, dat op de laatste borden in twee eindspelen ten onder ging. Aan het laatste bord kwam Frans Borm tegen Michiel Besseling nooit helemaal in zijn spel en moest een toreneindspel met een pion minder verdedigen. Maar goed dat Leon Pliester er niks van heeft meegekeken, want die zal ongetwijfeld uit zijn slof zijn geschoten als hij had gezien hoe zijn collega-IM in de slotfase nog de remise uit handen gaf.

Nog kanslozer was het eindspel van Behirder tegen Bruno Carlier. Hoewel de BSG'er voor de partij nog kon bogen op een positieve onderlinge score (1½ uit 2), kwam erachter dat snelschaken en gewoon schaken heel andere disciplines zijn. Positioneel ging er het een en ander mis en ook een stukoffer kon het tij niet meer keren: in het eindspel ging het snel bergafwaarts. Zodoende verloor BSG met 6-4, de eerste nederlaag sinds de oorwassing tegen Voerendaal in het begin van dit jaar. Hoewel er een paar verdienstelijke remisetjes werden gescoord, moest achteraf worden geconstateerd dat de overwinning van Frank Erwich de enige aan Bussumse zijde was geweest en dat de overwinning er eigenlijk nooit in had gezeten. BSG speelde deze wedstrijd vrij slap en tam. Het zal de warmte wel geweest zijn, maar het moet de volgende wedstrijd, tegen HMC, wel beter. Voor Rotterdam, dat de eerste ronde nipt van de Kennemer Combinatie had verloren, breekt de zon door.

Rotterdam (2316) - BSG (2325) 6-4
1. L Winants g (2533) - A Berelowitsch g (2577) ½-½
2. L Ftacnik g (2552) - E de Groote (2345) ½-½
3. F Cuijpers m (2440) - L Ootes (2340) ½-½
4. M Martens m (2424) - T Lanchava m (2354) ½-½
5. W van Munster (1709) - F Erwich f (2354) 0-1
6. JW van de Griendt f (2318) - T van der Heijden (2287) 1-0
7. R Kuijf m (2393) - A van Beek m (2299) ½-½
8. B Carlier m (2391) - J de Groote (2155) 1-0
9. E Goossens f (2278) - H van der Poel f (2276) ½-½
10. M Besseling (2120) - F Borm m (2259) 1-0