31 oktober 2020

De coronacrisis: een collectief falen

Afgelopen week zijn gemiddeld 10.000 Nederlanders per dag positief op het coronavirus getest. Het goede nieuws is dat de piek bereikt lijkt, maar de vraag is wel hoe we de virusuitbraak opnieuw zo uit de klauwen hebben kunnen laten lopen.

Na een half jaar gebukt te zijn gegaan onder de coronamaatregelen, vond een aantal bekende Nederlanders het vorige maand ineens nodig om hun kont tegen de krib te gooien en tegen het overheidsbeleid te ageren. Ook minder bekende Nederlanders veegden hun reet af met de heersende coronaprotocollen. Zo maakte de politie vorige week korte metten met een illegaal feest in Laren.

De burgerlijke ongehoorzaamheid helpt niet in de strijd tegen het coronavirus. Erg veel lijkt er ook niet te zijn geleerd van het begin van de crisis. Het kabinet grijpt steevast te laat en te slap in en het RIVM blijft meer verwarring dan duidelijkheid zaaien. Het gevolg is dan ook dat er de afgelopen maanden enorm veel mensen met het coronavirus besmet zijn geraakt, veel meer dan nodig was geweest.

Het is een gevalletje collectief falen dat me doet me denken aan die briljante sketch van het Klokhuis met een liftmonteur van heel lang geleden. De lift was tussen twee verdiepingen vast blijven zitten en veel zin om de slachtoffers te helpen, had de liftmonteur niet, getuige de volgende briljante conversatie:

“En met hoeveel zijn jullie dan?”

– “Wat maakt dat nou uit?!”

“Ooh… Dan blijf je maar sitte!”

– “Met z’n vijven!”

“Met z’n vijven. So! Is dat typisch een geval van eigen schuld, hè?”

– “Hoezo?!”

“Heb je dat bordje niet gezien wat onder het knopje staat?”

– “O ja…”

“Wat staat er?”

– “Maximaal vier personen.”

“Ja. En jullie dachten gewoon: “Kom, we gaan met z’n vijven naar binnen. Helemaal niemand die het ziet.” Wat krijg je dan? A) het materieel gaat kapot, B) je brengt jezelf in moeilijkheden en C) de liftmonteur moet er weer bij komen. Wat zeggen we dan?”

– “Sorry!”

“Daar hoor ik maar één sorry. En jullie zijn met z’n vijven. Ik wil graag vijf sorry’s horen!”

Zo nurks als deze liftmonteur hoeft het natuurlijk ook niet gebracht te worden, maar het is duidelijk dat mensen op hun verantwoordelijkheden gewezen mogen worden. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje, of, in dit geval, een lift die tussen twee verdiepingen is vastgelopen (de lockdown).

Dat het sociale leven op een wat lager pitje gezet moet worden om de coronacrisis in te dammen, is dus wel duidelijk. Het RIVM houdt al sinds het begin van de crisis het reproductiegetal bij. Ik heb me niet verdiept in hoe dit getal nou precies berekend wordt, maar je zou verwachten dat het sterk gecorreleerd is met het aantal nieuwe coronabesmettingen. Dat blijkt inderdaad redelijk het geval te zijn.

In de onderstaande grafiek heb ik zowel het aantal nieuwe besmettingen als het reproductiegetal uitgezet. Op het moment dat het reproductiegetal 1 is, zou het aantal nieuwe besmettingen gelijk moeten blijven. Dat gebeurt ook, al zit er enige vertraging in:

Aantal nieuwe besmettingen (groene lijn, linker y-as) en het reproductiegetal (zwarte lijn, rechter y-as).

Halverwege maart, begin juli, begin augustus en eind augustus was het reproductiegetal 1. Ongeveer een kleine week daarna bereikte het aantal nieuwe besmettingen een piek (een maximum eind maart/begin april, een minimum begin juli, een lokaal maximum begin augustus en een lokaal minimum eind augustus).

Te zien is dat het reproductiegetal in het begin van de crisis ongeveer 2 was. Dat is vervolgens gauw gedaald tot onder de 1, waardoor het aantal nieuwe besmettingen gauw daalde en het virus onder controle leek. Het reproductiegetal daalde echter nooit heel ver onder de 1 en was vanaf eind maart weer aan een hele geleidelijke opmars bezig, met twee pieken in de vakantieperiode.

In juli kon die stijging van het reproductiegetal naar ongeveer 1,4 nog niet heel veel kwaad, omdat er toen maar weinig mensen besmet waren, maar in augustus ging het wel helemaal mis. Het aantal nieuwe besmettingen per dag steeg in twee maanden tijd van 600 tot 10.000.

Nog altijd ligt het reproductiegetal niet onder de 1. Dat komt ook omdat het reproductiegetal pas naderhand kan worden vastgesteld. Het laatste reproductiegetal dateert namelijk van 9 oktober, toen het einde van de stijging nog lang niet in zicht was. Is er een manier om het reproductiegetal op basis van het aantal nieuwe besmettingen te schatten? Dat lijkt enigszins te kunnen.

Het reproductiegetal blijkt redelijk goed gecorreleerd te zijn met het groeipercentage van het aantal nieuwe coronabesmettingen van 6 dagen later. Het verloop van het geschatte reproductiegetal ziet er zo uit:

Het werkelijke reproductiegetal (zwart) en het geschatte reproductiegetal (grijs).

Te zien is dat het geschatte reproductiegetal sinds de zomer redelijk in de pas loopt met het werkelijke reproductiegetal. Wel wordt het nu iets onderschat. In het begin van de crisis werd het reproductiegetal juist overschat, ook omdat de groei van het aantal nieuwe besmettingen toen sterker achterliep op het reproductiegetal. Kennelijk duurde het toen dus langer voordat een besmetting aan het licht kwam.

Het goede nieuws is dat de grijze lijn voorspelt dat het reproductiegetal inderdaad weer dalende is en dat is hard nodig ook. Aan de overheid en de recalcitrante burgers de taak om het reproductiegetal de komende tijd nog flink veel verder te laten zakken. Wees dus niet diegene die zich nog op het laatste moment in de spreekwoordelijke volle lift werpt en ervoor zorgt dat de liftmonteur iedereen uit hun benarde positie moet bevrijden. Voor je het weet zit je een uur lang je verontschuldigingen aan te bieden en domme liedjes te zingen. Het aantal nieuwe besmettingen moet drastisch naar beneden en daarom zullen we allemaal ons beste beentje voor moeten zetten.

25 oktober 2020

Hamilton pakt nummer 92 in Portimão

Lewis Hamilton heeft ook de Grand Prix van Portugal op zijn naam geschreven. Op het Autódromo Internacional do Algarve behaalde hij de 92e zege uit zijn loopbaan. Op gepaste afstand kwamen teammaat Valtteri Bottas en Max Verstappen over de finish rollen.

Geen goed woord had hij ervoor over dat oud-Formule 1-coureur Vitaly Petrov een van de stewards was bij de eerste Portugese Grand Prix sinds 1996. De uitlatingen van de Rus voorafgaande de race schoten bij Luis in het verkeerde keelgat. Bizar genoeg werd Petrovs politiek geëngageerde vader vervolgens in zijn huis in Vyborg/Viipuri doodgeschoten, waarna Petrov de race maar liet schieten. In ieder geval had Luis nog een alibi… #Russianlivesmatter

Wie ook het haasje waren, waren Grosjean en Magnussen, die door het team van Haas werden afgedankt, iets wat het team na het desastreus verlopen seizoen 2019 waarschijnlijk al had moeten doen. Terug van weggeweest was Lance Stroll, nadat hij twee weken geleden de race op de Nürburgring wegens ziekte aan zich voorbij had moeten laten gaan. Bij zijn rentree kwam hij in de vrije training meteen op een vrij sullige manier in botsing met Max, een actie die uiteindelijk op een stom misverstand bleek te berusten en verder ook geen nadelige consequenties had.

In de kwalificatie kan de Belgische Nederlander het de Mercedes enigszins lastig maken, maar uiteindelijk staan de zwarte bolides toch weer vooraan. Bottas denkt, net als twee weken geleden, de pole te pakken, maar hij wordt op de valreep geklopt door Luis, die daardoor alweer zijn 97e poleposition uit zijn carrière pakt.

Max moet genoegen nemen met de derde plaats. Wel mag hij de race, in tegenstelling tot de Mercedes en de als vierde gekwalificeerde Leclerc, op de zachte band aanvangen. Mercedes dacht slim te zijn door op de slijtvastere mediums aan de race te beginnen, maar moet dat in de openingsfase bijna nog bezuren.

Als de lichten doven, grijpt Max Bottas meteen aan. Hij gaat de Fin in de eerste bocht buitenom voorbij, maar daarmee is hij er nog niet. Bottas pakt hem een bocht later alweer terug, waarna de als een raket gestarte Chicko in zijn kielzog mee probeert te gaan. Het plannetje mislukt, want hij knijpt Max een bocht later wat af, waardoor hij in de rondte gaat en het hele veld voorbij ziet razen.

Max‘ Red Bull lijkt in de openingsronde op ijs te rijden op het uitermate gladde Portugese asfalt. Hij krijgt geen temperatuur in zijn zachte banden, waardoor hij amper fatsoenlijk een bocht kan nemen. De McLarens hebben daar geen last van. Als het ook nog zachtjes begint te regenen, gaan de Mercedes eveneens als schildpadden door de bochten. Luis heeft het zwaar en ziet prompt Bottas passeren. Science volgt en vliegt op start/finish ook nog voorbij Bottas, waardoor hij aan de leiding gaat.

Iets achter hen is Rijkunnen, de enige coureur in de achterhoede die ook op de zachte band gestart was, na een waanzinnige openingsronde opgerukt tot de zesde plaats achter Max. Een paar ronden lang kunnen de B-teams met de topteams vechten. Dan pas hebben die ook hun banden opgewarmd. Na vijf rondjes vindt Bottas het wel weer genoeg geweest en lost hij Science af als koploper. Luis volgt een ronde later en Max, die ook nog Norris voorbij moest zien te komen, volgt kort daarna.

De McLarens kunnen hun goede tempo van de openingsronden niet vasthouden en vallen geleidelijk aan terug, net als Rijkunnen, die al gauw zijn zachte banden in komt wisselen, waardoor hij nog achter Chicko, die aan het eind van de eerste ronde maar meteen nieuwe banden had gehaald, de race hervat. Het omgekeerde traject bewandelt Leclerc, die al gauw weer is opgerukt naar de vierde plek waarvan hij gestart was.

Vooraan probeert Luis Bottas weer onder druk te zetten. Hij produceert een reeks snelste raceronden, waardoor hij tot aan de versnellingsbak van zijn teammaat komt. Op het rechte stuk van start/finish gaat hij hem met behulp van DRS eenvoudig voorbij, waardoor de stand vooraan weer hetzelfde was als in de kwalificatie.

In het middenveld vinden de gevechten plaats. Zo schrikt Stroll zo van het snelheidsverschil met Norris aan het eind van het rechte stuk, dat hij in een reflex uitwijkt en de McLaren nog voor de eerste bocht over de curbstones inhaalt. Hij smijt vervolgens echter de deur dicht, waardoor hij voor de tweede keer in het weekend achterstevoren gebeukt wordt.

Norris, die zijn voorvleugel verspeelt bij de actie, is allerminst te spreken over de actie. Het gevolg is dan ook dat beide heren zich aan het eind van de ronde bij hun team melden voor een nieuw setje banden (en in het geval van Norris een nieuwe voorvleugel). Heel wat beter vergaat het de andere Racing Point. Na zijn ongelukkige start rolt Chicko de ene na de andere auto op in de middenmoot, waardoor hij al gauw weer in de punten rijdt.

Als eerste in de kopgroep duikt Max de pits in. Hij wisselt zijn zachte banden om voor mediums, dezelfde banden als de Mercedes. Luis heeft al een flink gat getrokken naar Bottas en is voor de verandering zeer te spreken over de banden. Probleemloos leggen de zwarte bolides ruim de halve raceafstand op de gele banden af, waarna ze overschakelen op de harde band, tot frustratie van Bottas, die liever naar de rode band was overgestapt om het niet onaanzienlijke gat naar Luis eventueel nog te dichten.

Het gebeurt niet en in de slotfase loopt Luis, ondanks krampverschijnselen, alleen nog maar verder weg bij Bottas. Max heeft op de mediums in de slotfase een goed tempo te pakken, waardoor hij op een seconde of tien van Bottas blijft hangen, terwijl hij op zijn beurt wegrijdt bij Leclerc, die eveneens op de harde band staat.

Vooraan is de stand dus wel bepaald. Het spektakel vindt weer in de middenmoot plaats, waar een hele kluit auto’s dicht bij elkaar zit. Koploper van het groepje is Chicko, die tegen het eind van de race nog een tweede maal was gestopt om de rode band om te leggen. Het blijkt een strategische misser, want op de zachte band gaat hij alsmaar langzamer, waardoor de subliem rijdende Gasly en Science hem in de slotfase nog naar de zevende plek terugverwijzen.

Niet veel beter verging het Ocon, die heel erg laat in de race zijn mediums inwisselde voor de zachte band en in het vervolg teammaat Ricciardo maar ternauwernood achter zich kon houden. Achter de Australiër wist Fattle het laatste puntje te veroveren ten koste van oud-teammaat Rijkunnen.

Op meer dan een ronde achterstand op Luis komen ze aan de finish. De zesvoudig wereldkampioen heeft aan de meet ruim vijfentwintig seconden voorsprong op Bottas, die op zijn beurt nog geen tien tellen voorsprong heeft op Max. Leclerc eindigt op ruim een minuut achterstand als vierde.

Met een derde plaats maximaliseerde de Belgische Nederlander, afgaande op de belabberde prestatie die zijn teammaat neerzette. Slechter dan twee weken terug kon niet voor Albon, maar met een twaalfde plaats op meer dan een ronde achterstand op zijn teammaat had de Britse Thai dat wel bijna gepresteerd.

Wel eindigde hij nog voor zijn Formule 2-makkers Norris en Russle. Norris reed na zijn touche met Stroll in de achterhoede rond en kon ook niet meer echt naar voren komen. Russle reed halverwege de race nog trots als zevende rond, maar zat na zijn stop lange tijd klem achter Giovinazzi, waardoor hij alle hoop op WK-punten moest laten varen.

Giovinazzi wist het Haas-duo Magnussen en Grosjean voor te blijven, alsmede Latifi, die in de race maar weinig liet zien. Daarmee deed hij het nog wel beter dan Kwjat, die niet thuis gaf op een dag waarop teammaat Gasly de show stal, en landgenoot Stroll, die ijverig tijdstraffen verzamelde en tegen het eind van de race maar opgaf terwijl hij afgetekend laatste was.

Door zijn 92e overwinning en het extra punt voor de snelste raceronde vergrootte Luis zijn voorsprong op Bottas naar, hoe kan het ook anders, 77 punten. Met nog vijf races en 130 punten te verdelen moet het wel heel raar lopen, wil de Brit zijn zevende titel alsnog verspelen. Bottas’ enige geluk is dat hij in ieder geval na volgende week nog in de titelstrijd zit. Dan wordt er namelijk op Imola gereden. Bij winst daar kan Luis de champagne alvast koud zetten.

24 oktober 2020

IKEA ergo sum; ik IKEA, dus ik bestå

Een maand lang was mijn slaapkamer een puinhoop, met een half afgebroken stellingkast en een hoop dozen met tijdschriften eromheen. Inmiddels staat de nieuwe stellingkast er en sinds vandaag is ‘ie ook in gebruik.

Om op te bouwen, moet je eerst afbreken. Rommel eruit, kwalitatief hoogwaardig spul erin: daar ben ik al vanaf het begin van de coronacrisis mee bezig. Mijn hokje is er enorm van opgeknapt. Ditmaal was de stellingkast in mijn slaapkamer aan de beurt.

Armoede: een kast afbreken en er dan niks voor in de plaats hebben…

De oude kast had ik vorige maand al afgebroken. De nieuwe liet een tijdje op zich wachten, omdat ze ‘m in de IKEA niet in de kleur hadden die m’n moeder wilde. Vervolgens was het wachten en wachten totdat de kast in de dichtstbijzijnde winkel voorradig was. Je raadt het al: dat moment kwam niet, dus besloot ik de kast maar via internet te bestellen.

Op de planken na was alles voorradig, dus plaatste ik gauw de bestelling. Nog op dezelfde dag (ik had de bestelling net na middernacht geplaatst) stonden twee kerels die zich nogal moeilijk in het Nederlands verstaanbaar konden maken op de stoep. De kasten waren er, net als de ladefrontjes en de rails, maar van de lades zelf was maar een van de drie aangekomen.

Die avond kwamen m’n ma en Ewood om de kasten in elkaar te zetten. Dat ging redelijk voorspoedig, al sneuvelde er wel een lampje. De drie kasten werden aan elkaar vastgezet en die ene lade werd gemonteerd… Waarna ik er nog niks aan had.

Een kast zonder vakken.

Met de nabezorging van die lades ging het ook niet heel voorspoedig, maar nadat de klantenservice me had gerustgesteld dat ze echt wel (ooit) bezorgd zouden worden, vond ik dat ik wel lang genoeg in een bouwput had gewoond, dus besloot ik de planken (die inmiddels weer leverbaar waren) alsnog te bestellen. Vandaag werden ze dan bezorgd, zodat ik mijn kast in kon gaan richten. Zo ziet ‘ie er nu uit:

De spelletjes-en-boekenkast in gebruik.

Dat ruimt op! Het wachten is nu op de overige twee lades, zodat ik rommel uit de ladeblokken naar mijn nieuwe kast kan overhevelen. Van die twee ladeblokken wil ik namelijk ook af. Het zal naar alle waarschijnlijkheid nog wel even duren voordat ze bezorgd worden. Met een beetje geluk zijn Beppie en Ewood dan alweer genezen…

21 oktober 2020

De koude jaarhelft komt eraan!

Het is weer eind oktober. Dat betekent dat de echt korte dagen voor de deur staan en dat aanstaande zondag de wintertijd ingaat. Het betekent ook dat de koude jaarhelft van start gaat.

De zon is de laatste maanden hard op weg naar de Steenbokskeerkring. Nog iets meer dan twee maanden geleden zaten we in een hittegolf, maar inmiddels is van die hitte weinig meer over. De hoogste temperatuur die tot dusver in de huidige sombere oktobermaand gemeten werd in De Bilt, was een magere 16 graden.

Klimatologisch behoort de eerste helft van oktober nog tot de warme jaarhelft. Het omslagpunt vindt de komende dagen plaats. Ondanks dat de zon zich nu slechts iets meer dan tien uur per dag laat zien, is het nu gemiddeld net zo warm of koud als eind april, als de zon dagelijks meer dan veertien uur kan schijnen.

Het heeft allemaal te maken met het langzame opwarmen en afkoelen van de atmosfeer. Het najaar profiteert nog van de warmte van de afgelopen zomer, terwijl het voorjaar nog profiteert van de kou van de afgelopen winter. Hierdoor is het vanaf eind augustus tot eind oktober zeven tot acht graden warmer dan op dagen met dezelfde daglengte in het voorjaar (eind februari tot eind april).

Door de steeds zwakker wordende zon gaat de temperatuur nu wel hard onderuit. Een analyse van temperatuurdata wijst uit dat de koude jaarhelft in De Bilt morgen al begint. Ook in Maastricht begint de koude jaarhelft dan. Eelde (Noord-Drenthe) volgt een dag later.

Wie langer van de warme jaarhelft wil genieten, moet naar de kust gaan. Door de nabijheid van het betrekkelijk warme zeewater begint de koude jaarhelft in Vlissingen pas op 28 oktober. In de Kop van Noord-Holland duurt het zelfs nog een dagje langer. Op weerstation De Kooy (bij Den Helder) gaat de koude jaarhelft pas op 29 oktober in.

Door het hele jaar door is het aan de kust warmer dan in het binnenland. Het warmst is het in het zuidwesten van het land en het koudst is het in het noordoosten. Dit is goed te zien in het temperatuurverloop van Vlissingen en Eelde. Het hele jaar door is het de Zeeuwse badplaats een of twee graden warmer dan in de Kop van Drenthe.

Temperatuurverloop in De Bilt (zwart), Vlissingen (magenta) en Eelde (groen).

Aan de andere kant is de gemiddelde jaartemperatuur in De Kooy bijna gelijk aan die van Maastricht, dat ruim 200 kilometer zuidelijker ligt.

Temperatuurverloop De Bilt (zwart), De Kooy (blauw) en Maastricht (oranje).

De drie temperatuurgrafieken ontlopen elkaar weinig. In Maastricht is het alleen ’s zomers wat warmer dan in De Bilt. In De Kooy blijft de temperatuur in het voorjaar en het begin van de zomer (maart tot en met juli) duidelijk achter, maar in het najaar en het begin van de winter (september tot en met januari) is het juist andersom.

Grappig genoeg ontlopen alleen de gemiddelde temperaturen elkaar nauwelijks. Het verloop van de minimum- en maximumtemperatuur verschilt wel als dag en nacht van elkaar:

Verloop van de minimum- (blauw), maximum- (rood) en gemiddelde temperatuur (groen) in De Kooy (lichte kleuren) en Maastricht (donkere kleuren).

Te zien is dat de maximumtemperaturen in Maastricht vrijwel het hele jaar boven die in De Kooy liggen, met name in de zomer. Aan de andere kant liggen de minimumtemperaturen in De Kooy het hele jaar boven die in Maastricht. Wel zijn de temperatuurgrafieken ten opzichte van elkaar verschoven. Daardoor overlappen de minimumtemperaturen bijna van april tot en met juni, terwijl de maximumtemperaturen van november tot en met januari gelijk aan elkaar zijn.

De Kop van Noord-Holland kan dus nog het langst van de warme jaarhelft genieten. Het geluk voor de Limburgers is dat de warme jaarhelft daar ook weer eerder begint. Op 21 april is het daar alweer zover. De Kop van Noord-Holland moet daar nog tot wat vroeger Koninginnedag heette op wachten.

11 oktober 2020

Hamilton wint op de Nürburgring en evenaart Schumacher

Lewis Hamilton heeft op de Nürburgring de levendige Grand Prix van de Eifel gewonnen. Max Verstappen werd tweede, terwijl Daniel Ricciardo voor het eerst namens Renault naar het podium mocht. Valtteri Bottas viel uit.

Het was bitter koud op de Nürburging. Op vrijdag gooide dichte mist roet in het eten en moesten de eerste twee vrije trainingen maar geschrapt worden. Toen er op zaterdag wel geracet kon worden, bleef Lance Stroll in de pits achter. De Canadees zat bijna alleen maar op de wc en dat kwam niet doordat de deur niet van het slot ging, dus werd Nico Hülkenberg stante pede opgeroepen om de rest van het weekend een roze bolide te besturen.

Eerder dit jaar moest de Duitser in Engeland al twee keer invallen, maar toen voor Chicko, die het coronavirus had opgelopen. Dat het nog niet meeviel om zonder enige voorbereiding in een Formule 1-auto te stappen, bewees hij direct door in de kwalificatie de langzaamste tijd te klokken. Au…

Aan de andere kant van de tijdenlijst gooit Max hoge ogen. Lange tijd voert hij het veld aan, maar door een uiterste krachtsinspanning weet het Mercedes-duo hem alsnog te kloppen. Bottas, die na zijn zege in Rusland natuurlijk vleugels had gekregen, was Luis te snel af en eist de pole op.

Als de lichten een dag later doven, is hij zijn voordeel al gauw weer kwijt. Naast elkaar duiken de zwarte bolides de eerste bocht in. Luis denkt zijn teammaat binnendoor te verschalken, maar wordt een bocht later meteen alweer teruggepakt. Hier was Bottas 3.0 duidelijk aan het werk.

Het hele veld komt ongeschonden door het kartgedeelte heen, al rijdt Albon een vlakke kant op zijn band als hij bijna op Ricciardo klapt en schiet Rijkunnen van de baan af, waardoor hij even door de grindbak ploegt. Grosjean krijgt daardoor een kiezelsteen tegen zijn vinger, waardoor hij de rest van de race de pijn moet verbijten.

Vooraan trekken de Mercedes en Max, zoals bijna altijd dit seizoen, een enorm gat naar de rest van het veld. Best of the rest is Leclerc, die handen en voeten nodig heeft om Ricciardo achter zich te houden. Keer op keer grijpt de lachende Australiër de Ferrari aan op het rechte stuk. Leclerc geeft geen krimp, dus haalt Ricciardo hem maar buitenom in de tweede bocht in.

Niet lang daarna is Leclercs rol vooraan uitgespeeld als Ferrari hem naar de pits roept voor een nieuw setje banden. De andere Ferrari stopt vrijwel meteen daarna ook, maar dan op de uitloopstrook. Fattle vergaloppeert zich vreselijk als hij Giovinazzi probeert in te halen en spint bij het aanremmen voor de eerste bocht op een amateuristische manier van de baan. Hij kan zijn weg nog wel vervolgen, maar wel een paar plekjes lager dan eerst. Hij rijdt meteen de pits in om zijn vierkante banden te vervangen, waardoor hij Russle en Rijkunnen kan gaan vergezellen in de achterhoede.

Het is echt amateur hour, want in het gevecht om de rode lantaarn vergaloppeert Rijkunnen zich in de eerste bocht volkomen, waardoor hij Russle bijna ondersteboven kegelt. Een actie die je eerder van de Maldonado’s van deze wereld zou verwachten, niet van de meest ervaren coureur aller tijden.

In diezelfde eerste bocht vindt ook Bottas 2.0 zijn Waterloo, als hij met een hevig blokkerend rechter voorwiel rechtdoor schiet. Luis schiet hem meteen voorbij, waarna Max binnen een paar bochten in de kofferbak van de Fin zit. Bottas duikt meteen de pits in en komt nog achter Ricciardo als vierde de baan op.

Het wordt nog leuker voor Bottas als Russle zijn gebutste auto langs de vangrail moet parkeren en de baanposten er niet in slagen het wrak tijdig te bergen, waardoor de virtuele safetycar even in actie komt. Luis en Max profiteren van het buitenkansje door zonder al te grote tijdsverliezen nieuwe banden te halen, waardoor ze aan kop blijven. Zelfs een derde plek is Bottas niet gegund, want even later verliest zijn motor vermogen, waardoor hij zijn wagen gedesillusioneerd bij zijn team kan afleveren.

In de middenmoot probeert Albon zich na een vroege stop op te werken. Hij rijdt zich echter klem op de Alpha Tauri’s. Kwjat krijgt hij pas te pakken als de Rus zich verremt en de chicane afsnijdt. Albon snijdt de Rus vervolgens de pas af, waardoor Kwjat zijn voorvleugel verspeelt en nog een trage ronde met zijn beschadigde bolide naar de pits moet rijden. Op grote achterstand kan de Rus zijn weg vervolgen, in tegenstelling tot Ocon, die de strijd eveneens met technische problemen moet staken.

Albon is nog niet uitgeraasd en neemt als een dolle stier ook nog de volgende Alpha Tauri op de hoorns. In de eerste bocht probeert hij Gasly eruit te rammen… eh, uit te remmen. Slechts doordat Gasly op het laatste moment uitwijkt eindigt het duel niet in tranen. “They race me so hard!”, klaagt de Britse Thai tot ontsteltenis van iedereen over de boordradio.

Doordat Albon opnieuw een vlakke kant op zijn band heeft geremd, moet hij, met een tijdstraf voor het akkefietje met Kwjat op zak, nogmaals naar de pits voor een nieuw setje banden. Als hij de pitstraat inrijdt, staat het team echter niet paraat om hem van nieuwe banden te voorzien, maar om hem uit de race te halen voor hij nog meer schade kon aanrichten. Een uitvaloorzaak wordt door Red Bull niet gegeven, wat doet vermoeden dat de coureur tijdens de race ontslagen was.

Na de botsingen en de neutralisaties ligt Norris derde. Hij lijkt Chicko redelijk onder controle te hebben totdat zijn McLaren eveneens een technisch probleem ontwikkelt. Het hybride systeem van zijn powerunit functioneert niet meer naar behoren, waardoor hij ineens snelheid verliest. Racing Point denkt slim te zijn door Chicko meteen naar de pits te roepen. De undercut mislukt omdat hij precies achter Gasly op de baan komt, maar even later weet hij de ploeterende Norris alsnog in te halen. Teamgenoot Science volgt even later.

Chicko gaat ook Leclerc nog voorbij, waarna hij zienderogen inloopt op Ricciardo, die op zijn beurt alweer een minuut achter de koplopers ligt. Het gevecht voor de derde plaats krijgt een vreemde wending als Norris tegen het eind van de race helemaal geen vermogen meer heeft en zijn wagen maar langs de kant van de baan parkeert. Op de een of andere manier krijgen de baanposten de oranje bolide ook nu niet op tijd weggeduwd, waardoor de race maar geneutraliseerd wordt.

Het betekent dat vrijwel iedereen naar de pits gaat voor een nieuw setje banden. Doordat de achterblijvers hun ronde achterstand nog mogen goedmaken, duurt de safetycarfase veel langer dan nodig. Koplopers Luis en Max klagen dat ze door het lage tempo van de Mercedes geen temperatuur in hun banden kunnen houden.

Als de race wordt hervat, spuit Luis meteen bij Max vandaan. De Nederlander heeft de grootste moeite om de eerste bochten door te komen, maar als zijn banden eenmaal op temperatuur zijn, weet hij Ricciardo’s aanvallen gemakkelijk af te slaan.

In de sprint naar de finish maken de mannen vooraan geen fouten meer. Luis pakt zijn 91e zege uit zijn loopbaan, waarmee hij Michael Schumacher evenaart. Max zet op weg naar de tweede plaats nog de snelste raceronde neer, waardoor hij het bonuspunt opstrijkt. Achter hem weet Ricciardo Chicko tot aan de finishvlag achter zich te houden, waardoor hij voor het eerst sinds Monaco 2018 weer naar het podium mag.

Op het podium staan dan ook drie lachende gezichten. Luis krijgt uit de handen van zoon Mick nog een helm van Michael Schumacher overhandigd, precies zoals hij een helm van Senna kreeg toen hij de 65 polepositions van de Braziliaan had geëvenaard. De Brit is de laatste jaren bezig iedereen uit de recordboeken te rijden. Door de uitvalbeurt van Bottas kan die zevende wereldtitel hem ook bijna niet meer ontgaan.

Net buiten het podium finishte Chicko, voor Science en Gasly. Leclerc kwam als zevende over de streep, terwijl Hülkenberg in de race een klein wonder verrichtte door onvoorbereid van de laatste naar de achtste plek op te rukken. Grosjean pakte ondanks alle ellende bij de start nog zijn eerste WK-punten van het seizoen door bij de neutralisatie geen banden te wisselen. Het laatste punt ging naar de geplaagde Giovinazzi, wiens toekomst uiterst onzeker is nu Rijkunnen voor nog een jaar heeft bijgetekend.

Buiten de punten eindigden Fattle en Rijkunnen, die zich pas in de slotfase wisten te ontdoen van Magnussen. Latifi wist Kwjat, wiens bolide een flinke knauw had gekregen door de botsing met Albon, voor te blijven in de levendige race, die maar vijftien finishers kende.

Over twee weken gaat het Formule 1-circus verder in Portugal, op het circuit van Portimão, waar de twaalfde van de in totaal zeventien races van het vreemde seizoen 2020 wordt verreden.

10 oktober 2020

Door het oog van de naald

Als ik ’s ochtends m’n nest uit kom rollen, ga ik er niet van uit dat dat ook voor de laatste keer is. Toch had dat gisteren zomaar het geval kunnen zijn. En het was niet eens vrijdag de dertiende.

Na weken van regen was het gisteren eindelijk weer langere tijd droog, dus trok ik eropuit. Poes had duidelijk geen zin om alleen achtergelaten te worden en schoot achter me aan de gang op. Echt weten wat ze daar te zoeken had, had ze ook niet en nadat we alle deuren hadden verkend, durfde ze het aan om naar buiten te gaan. Daar ging ze meteen op de brandtrap liggen rollebollen. Toen ik aan m’n rondje begon, kwam ze achter me aan.

Door de tuinen achtervolgde ze me. Vaak liep ze achter me aan, soms liep ze ook even voor me uit, maar als een satelliet bleef ze altijd bij me in de buurt. Tijdens ons rondje hadden we de nodige obstakels te overwinnen. De buurman die zijn twee honden maar net in toom wist te houden, een bestelbus die onhandig probeerde te keren, een oud omaatje dat uit een uitrit kwam. Poes vond het allemaal doodeng. Toch bleef ze de hele tijd gezellig achter me aan lopen.

We wisten zelfs verder te komen dan de tuin die een paar jaar geleden nog het eindstation van onze wandeling vormde. Maar daarna ging het mis. Bij de garage waren twee kerels met een hogedrukspuit in de weer. Poes schrok ervan en rende de straat op toen ik haar probeerde op te pakken. Ze bleef midden op de weg wachten, om pas weer weg te rennen toen er een auto aankwam. Ze schoot de berm in en al gauw was ze uit mijn zicht verdwenen.

Voordat ik de straat over was gestoken, was er geen spoor meer van haar te bekennen. Ik liep maar angstig en somber naar huis, waar ze ook niet was, dus pakte ik m’n fiets in de hoop dat ik haar dan makkelijker kon vinden. Mooi niet. Doordat de school ondertussen uit was, wemelde het van de fietsende en steppende kinderen, wat mijn zoektocht er niet makkelijker op maakte, dus ging ik maar gauw weer naar huis.

Inmiddels was ik me echt zorgen gaan maken, dus besloot ik een bakje met olijfolie voor de deur te zetten, waarna ik hetzelfde rondje als eerst maakte. Geen spoor van poes. Bij de garage waren de schoonmaakwerkzaamheden ondertussen afgelopen, waar ik ook niet echt gelukkig van werd. Toch een gevalletje van verkeerde moment op de verkeerde plaats.

Eenmaal terug zag ik poes op het terras, waar ze zich te goed deed aan de olijfolie. Helemaal opgelucht rende ik naar binnen, waarna ik de deur opendeed. Poes was niet onder de indruk en kwam pas na enig aandringen binnen, waarna ik haar een prakje gaf. De rest van de middag heb ik haar extra vertroeteld.

Die avond bleef ik bij m’n ouders eten. Omdat de lampjes die ik in het begin van het jaar bij aankoop van een bekeuring had gekregen nog in m’n andere jas zaten, besloot ik voor het echt donker werd weer naar huis te fietsen. Mijn koplamp deed het gelukkig voor de verandering wel (het ding heeft er de laatste tijd een handje van om niet te werken als het donker is), dus was ik nog enigszins zichtbaar in de schemering.

Bij het oversteken van die drukke straat voor m’n huis ging het dan nog bijna mis. Het eerste deel ging nog wel, maar daarna moest ik op de middenberm wachten op een of andere pipo die de zijstraat uitkwam. Hij wilde kennelijk links afslaan of keren en reed superlangzaam voor m’n neus langs, om daarna stil te staan. Achter hem kwam nog een auto, die ook af moest slaan. Hij moest wachten, dus dacht ik wel voor hem langs te kunnen.

Wat ik echter niet gezien had, was dat achter hem op de rechterbaan een auto aan kwam racen. Pas nadat ik de linkerbaan was overgestoken zag ik hem in m’n ooghoek. Ik zag mijn leven als een film aan me voorbijtrekken. Ik zou niet de eerste persoon zijn die zo aan zijn einde kwam. Ik bereidde me voor op de klap, maar die kwam niet. Kennelijk had de bestuurder genoeg geremd en bereikte ik veilig de overkant, zodat het met een sisser afliep. Even later zat ik weer thuis bij de poes en realiseerde ik me dat we allebei door het oog van de naald waren gekropen.

02 oktober 2020

Honda kapt er weer eens mee

Een bomexplosie: zo kan het vertrek van Honda, sinds vorig jaar de motorleverancier van het team van Red Bull Racing, wel genoemd worden. De Japanners keren de Formule 1 eind volgend jaar de rug toe. Alweer.

De consequenties voor Red Bull en zusterteam Alpha Tauri, dat al een jaar langer met de Honda-motoren rijdt, zijn nog niet goed te overzien. Waarschijnlijk moeten beide teams met hangende pootjes terug naar Renault, dat volgend jaar geen klantenteams meer heeft.

Met Renault won Red Bull vanaf 2010 tot en met 2013 alles wat er te winnen viel, maar na de komst van de turbomotoren in 2014 ging het veel stroever, wat tot irritatie over en weer leidde. Uiteindelijk liepen de spanningen zo hoog op dat Red Bull maar met Honda in zee besloot te gaan.

Met Honda wist Red Bull de afgelopen jaren te doen wat ze met Renault ook hadden gedaan: af en toe een race winnen. De grote sprong naar voren heeft het team nog altijd niet gemaakt en ook dit jaar hobbelde het team vanaf het startschot achter de feiten aan. Hoewel het team met Max Verstappen waarschijnlijk de beste rijder van dit moment heeft, heeft de Belgische Nederlander in de races meestal lijdzaam moeten toekijken hoe de Mercedes aan de horizon verdwenen.

Red Bull komt momenteel op alle fronten tekort op Mercedes, ook omdat sterontwerper Adrian Newey niet meer de scherpte lijkt te hebben van tien jaar geleden. Een overstap naar Renault hoeft daarom ook niet per se slecht nieuws te zijn voor Red Bull. De vraag is alleen wel of de breuk met de Fransen weer gelijmd kan worden. Anders kan het zomaar einde oefening zijn voor Red Bull en Alpha Tauri.

Vanwege de absurde eis dat een eventuele nieuwkomer de bestaande teams financieel moet compenseren, die pasgeleden van kracht is geworden, ligt het niet in lijn der verwachting dat er in de nabije toekomst nieuwe teams mee zullen doen. Mochten Red Bull en Alpha Tauri zich noodgedwongen moeten terugtrekken, dan blijft er over twee jaar waarschijnlijk nog maar een zeer mager startveld over van 16 auto’s.

De toekomst van Red Bull hangt dus aan een zijden draadje. De Oostenrijkse frisdrankfabrikant is niet het eerste slachtoffer van de wispelturigheid van Honda. Nadat de Japanners het in de jaren 60 al eens als constructeur hadden geprobeerd in de Formule 1, besloten ze zich in de jaren 80 uitsluitend toe te leggen op het produceren van motoren. En hoe! Nadat eerst Williams naar de zeges en wereldtitels werden gekatapulteerd, was het daarna de beurt aan McLaren.

De legendarische Ayrton Senna behaalde zijn drie wereldtitels (in 1988, 1990 en 1991) met een Honda-motor achterin en werd tijdens zijn korte leven als een god vereerd in Japan. In 1992 ging het minder en moest hij lijdzaam toezien hoe de Williams iedere race aan de horizon verdwenen. Honda had genoeg gezien en keerde de Formule 1 de rug toe.

Zonder Honda-power had Senna er dusdanig weinig fiducie in dat hij zich niet voor 1993 bij McLaren wilde vastleggen. Uiteindelijk kwam hij wel het hele seizoen voor het Britse team uit en wist hij nog vijf races te winnen, waardoor hij zowaar nog een tijdje het kampioenschap aanvoerde, om in 1994 zijn noodlottige overstap naar Williams te maken.

De naam Honda bleef in de jaren 90 nog in de Formule 1 door dochterbedrijf Mugen, dat onder andere teams als Ligier en Jordan van krachtbronnen voorzag. Eind jaren 90 begon het toch weer te kriebelen bij Honda, dus wilden ze met een eigen raceteam aan de start verschijnen. Met ongekende ambitie en een welhaast onbeperkt budget ging Honda aan de slag. Met Jos Verstappen achter het stuur liet de witte bolide messcherpe tijden noteren in de wintertests, maar nadat ontwerper Harvey Postlethwaite in het voorjaar van 1999 plotseling was overleden, trok Honda maar gauw de stekker eruit.

In plaats daarvan ging Honda zich weer toeleggen op waar ze in de jaren 80 ook zo succesvol mee waren geweest: het produceren van motoren. Waar aanvankelijk de teams van Jordan en BAR van motoren voorzien werden, verschoof de focus al gauw naar BAR. Na een aarzelend begin begon het halverwege de jaren nul echt ergens op te lijken. Jenson Button reeg in 2004 de podiumplaatsen aaneen. Het was niet direct de opmaat naar meer, want in 2005 kende BAR een moeizaam seizoen, waarin het zelfs een paar races aan de kant stond vanwege een dubbele benzinetank.

In 2006 nam Honda het team van BAR maar definitief over. Hoewel Button er een race mee won, zakte het team in 2007 ver weg. De Earth Car zag er best grappig uit, maar had de aerodynamische eigenschappen van een parachute, waardoor de oogst dat jaar tot enkele WK-puntjes beperkt bleef. In 2008 ging het nauwelijks beter, dus trok Honda aan het eind van het jaar, in de nasleep van de kredietcrisis, de stekker eruit.

Het bleek een historische vergissing. Teambaas Ross Brawn wist dat het team met de nieuwe auto goud in handen had, dus besloot hij hij het team vlak voor het nieuwe seizoen over te nemen. Vervolgens klopte hij bij Mercedes aan voor motoren en de rest is geschiedenis. Brawn GP won in 2009 uit het niets beide wereldtitels, waarna Mercedes de boel maar overnam in de veronderstelling een winnende auto te hebben, hoewel dat aanvankelijk niet het geval was.

In 2013 werd Honda weer terug de Formule 1 in gerommeld door McLaren, dat een zondebok voor het eigen falen moest vinden en daarbij bij de motorleverancier uitkwam. Na twintig jaar werd Mercedes rücksichtslos aan de kant geschoven en vanaf 2015 werden de zwarte bolides door de Japanse krachtbronnen aangedreven. Het werd een groot drama. De motoren waren bij lange na niet krachtig genoeg en gingen om de haverklap stuk. Om nog eens extra zout in de wonden te strooien, maakte de van Ferrari overgekomen Fernando Alonso zijn krachtbron in Japan over de boordradio uit voor GP2-motor, nadat hij op de rechte stukken links en rechts voorbij werd gereden.

Na drie barslechte jaren ruilde McLaren de Honda-motoren maar weer in voor Renault-motoren, waardoor de Honda-motoren bij Toro Rosso, het huidige Alpha Tauri, terechtkwamen. Voor het B-team van Red Bull was 2018 een testjaar, waarin continu nieuwe motoronderdelen werden uitgeprobeerd om het ontwikkelingsproces te bespoedigen. Red Bull was overtuigd van het potentieel van de Honda-motor en kondigde halverwege 2018 de overstap aan. Het was een overstap gericht op de lange termijn. Een toekomstvisie waar vandaag abrupt een streep door ging.