31 december 2010

Een korte terugblik

December

2010 is bijna voorbij. Hier een kleine terugblik op de afgelopen opmerkelijk koude wintermaand. De opmerkelijkste gebeurtenis was wel het opstappen van Femke Halsema in de politiek. Boze tongen beweerden dat het te maken had met het floppen van het Paars-pluskabinet, maar dat was volgens het lachebekje van de Tweede Kamer niet zo. Wat de reden dan wel was, daar kwam niemand achter, omdat de microfoon het op het beslissende moment tijdens de persconferentie niet deed.


Daarnaast werd er in Zürich alvast besloten waar de WK's Voetbal tot 2098 worden georganiseerd. Het Holland-Begium bid haalde het helaas net niet, maar onze jongens hebben er echt voor gevochten. Dankzij een gelikte presentatie werd Engeland knap verslagen, al kwam dat ook doordat Engeland als enige land ter wereld nog wel een kritische pers heeft. Daar heeft de immer betrouwbare FIFA-voorzitter Sepp B. het niet zo op. Inmiddels is Nederland, onder leiding van Ruud G. en Johan C. bezig om het WK Voetbal van 2102 binnen te halen.

Een paar dagen terug werd bekendgemaakt dat het Franse model Isabelle Caro was overleden. Op haar hoogtepunt woog het aan anorexia leidende model nog maar 31 gram. Afgelopen maand werd ze verrast door een windvlaag toen ze een raam opendeed. Ze werd een boom in geblazen en pas vorige week dwarrelde ze weer omlaag. Haar dood vestigde weer eens de aandacht op het probleem dat anorexia heet. Dat is dus een goede reden om straks een extra oliebol naar binnen te werken. 😉

28 december 2010

De avond van de lange barman

Oliebollentoernooi

Gisteren werd het traditionele oliebollentoernooi gehouden. Dit toernooi, dat doorgaans op de laatste maandag van het jaar wordt georganiseerd, is vaak een dolle boel. Iedereen is nog in de ban van de kerstgedachte en de schaakprestaties zijn ondergeschikt aan de oliebolconsumptie. Dit jaar sneeuwden de resultaten al helemaal onder vanwege de meligheid van vreemde schaakvarianten.

Het oliebollentoernooi is altijd een toernooi dat me meer trekt dan een saaie avond van de interne competitie. De afgelopen jaren ben ik steeds minder vaak op de club geweest. Dit jaar, met een zware studie en een woning in Amstelveen, zal het er (buiten de vakanties) in het geheel niet van komen. Gisteren was ik voor het eerst de hele maandagavond in Bussum: vorige week had ik om half zeven een tentamen. Het was dus de eerste keer in lange tijd dat ik mee kon spelen. Die kans heb ik dus maar met beide handen aangegrepen…

Voor aanvang maakte ik me al een beetje druk om de indeling: vorig jaar speelden we in "teams", waardoor ik als kopman van mijn team een dubbelrondige tweekamp tegen spelers als Ewood, FM Henk en Eddy Sibbing zat te uit te vechten. Als ik een slechte dag had, zouden ze Apenhoofdgehakt van me maken.

Bepakt met handschoenen, een trendy muts en een kapotte voorlamp reed ik met Ewood naar het Denksportcentrum. Ewoods fiets was net op tijd opgelapt nadat de ketting eraf was gelopen. De fietspaden waren goed berijdbaar, waardoor we op tijd aankwamen.

Eenmaal aangekomen ging ik tegen Ewood schaken. Hij verzon een vreemde variant van het schaakspel, waarin we eerst de onderste rij naar eigen inzicht moesten vullen met stukken. Dat eindigde bij mij meestal in een ramp, want op de een of andere manier stonden Ewoods stukken altijd op mijn koning gericht. Pas in het laatste potje, nadat we wat "normale" partijen hadden gespeeld, had ik zelf een veelbelovende stelling, maar dat was het moment dat de lange barman in het spel kwam.

De lange barman, bij de Utrechtschaak-lezers beter bekend als gp, kwam met een hele inleiding, waarin hij uitlegde dat hij bij afwezigheid van R double U het "toernooi" ging leiden. Net als vorig jaar speelden we in teams, maar daarmee hielden de overeenkomsten wel op. We gingen namelijk geen gewone partijen spelen, maar partijen met enkele handicaps of aanpassingen van de spelregels. Dat klinkt vast heel abstract, maar dat zal hieronder wel duidelijk worden.

Ronde 1

In de eerste ronde speelde ik tegen Tom de Ruiter. We speelden met de "dronken pionnen", een variant waarvan het me niet zou verbazen als 'ie is verzonnen door de lange barman. Het kwam er in ieder geval op neer dat de pionnen schuin liepen en recht sloegen. Dat dat al meteen tot de nodige verwarring leidde, was wel duidelijk. Ik had geen idee hoe ik moest openen. Ieder inzicht in het schaakspel is ineens compleet waardeloos geworden. Ik dacht in de openingsfase dan ook vrij lang na voor een 10-minutenpartijtje. De partij was echter al vrij snel voorbij, toen Tom dacht een pion te kunnen slaan, maar daarbij miste dat de pion was gedekt door zijn dronken broertje. Daarna maakte ik er een eind aan met een loperoffer. Ik dacht een aardig dameoffer te kunnen spelen: 1.Dg5+ hxg5 2.Th8#. Totdat ik me realiseerde dat …hxg5 helemaal niet kon. Tom kon het dus niet aannemen, waarna ik maar een toren offerde, wat direct in mat resulteerde. Bij beter spel had hij nog een dame tegen twee torens kunnen offeren. Waarschijnlijk had ik dan ook snel gewonnen, maar wat is tactiek toch moeilijk met die rare pionnen…

Naast me zag ik hoe de witte Bert Kieboom dacht te verslaan met …dxc1D+. Dat feest ging mooi niet door, want de dronken pion was niet ineens nuchter geworden. Het betekende dat de witte met twee torens minder moest doorploeteren, dus dat was einde verhaal. Het team won nog wel met 3-2, doordat onze vijfdebordspeler in verloren stelling onbewust zijn tegenstander door zijn vlag had gejaagd. Lammen en blinden… Redacteur en tevens derdeborspeler Mel B. merkte het op en redde zodoende twee matchpunten voor mijn team.

Ook Ewood en FM Henk hadden de grootste moeite met de pionnen. Zo stond er een witte dame op a6 voor de pion op a7. Hoewel Ewood, die een paar stukken meer had, ook wel op een "normale" manier won, moest hij even slikken toen Yme B. hem erop attent maakte dat hij de dame al een paar zetten lang had kunnen slaan.

Ronde 2

In de tweede ronde speelde ik tegen FM Henk. Ditmaal deelde gp een toren van koffiekopjes uit, die we op de centrumvelden moesten neerzetten. Het was een soort Stratego: het centrum was verboden terrein. Meteen ging het spel een stuk trager. We zaten allebei wat over de flanken te klooien. Henk begon zich actief op te stellen op de damevleugel, waarna hij met een wat ongelukkige actie kwam op de koningsvleugel: hij deed g4. Ik zette maar een stuk op h4, zodat daar voorlopig geen pion kwam. Vervolgens was het plan om te rokeren en …f5 te doen, zodat f2 zwak was. Ook vond ik het nodig om wits Nimzoindische opstelling op de damevleugel te breken met …a4, maar die pion kon gewoon geslagen worden. :S Op de koningsvleugel had ik wel een initiatief. Een aardige promotiecombinatie (1…Tf2 2.Txf2 g2 3.0-0-0 (de toren op f2 stond gepend door de loper op h4) Lxf2 en de onafwendbare promotie zorgde voor torenwinst. Op de damevleugel raakte ik nog wel een kwaliteit kwijt, maar met een stuk meer had ik goede kansen. Wits pionnen op de damevleugel konden niet zo gek veel. Toch leek de winst nog lastig, want ik had weinig tijd en geen vrijpionnen. Mijn geluk was dat wits stukken op de damevleugel ineens in elkaar verstrikt raakten, waardoor ik opeens ondekbaar mat had: Pd6-e8-f6-d7# of Pd6-e8-c7-a8#. Een grappig partijtje, voor mij dan. Henks ego had daarentegen een deukje opgelopen.

Ronde 3

In de derde ronde speelde ik tegen Ewood. Met gewoon (snel)schaak mag ik al blij zijn met een remise over twee partijen, maar nu kon alles gebeuren. We gingen namelijk "vetoschaak" doen. Iedereen had dus het recht om elke zet een zet van de tegenstander af te wijzen. Ewood had het spelletje al gauw door. Hij speelde een soort Pirc, waarbij hij mijn 2.d4 afwees (:S) en even later 3…Pxe4 deed. Mijn 4.Pxe4 werd vervolgens gevetood. Grr!

Ik probeerde er nog wat van te maken en voor m'n gevoel kreeg ik ook goede compensatie. Ik moest gewoon een keer twee slecht beveiligde doelen aanvallen, die ik dan kon opvreten. Ewood deed uit wanhoop maar het krankzinnige …e5??! en net op dat moment sommeert de lange barman om het bord om te draaien…

Gelukkig kon ik nog een redelijke stelling maken van de puinhoop. Ewood bracht een paard naar e6 en vetoode tot vervelens mijn …fxe6. Ik kon zijn Pxc7+ daarentegen weer vetoën. Opeens zag ik een lekker zetje: …Dxf2+, waarna wit gedwongen werd Kh1 te doen. Vervolgens ramde ik het paard op e6, waarna Ewood de klok stilzette en aan de lange barman vroeg of hij mat zou staan als hij vetoode en ik Df1+ zou spelen en dan Txf1 zou vetoën. Dat was inderdaad zo, dus moest Ewood knarsetandend met een stuk minder door het leven.

Ik besloot het "safe" te spelen, door eindelijk maar eens te rokeren. Helaas werd mijn koningsstelling daar kapot gevetood en kreeg ik allemaal irritante dameschaakjes om de oren, waar ik weinig meer tegen kon doen. Zonder tijd en zonder stukken hing ik maar de witte vlag uit. Kutspel…

Ronde 4

In de vierde ronde zouden we iets extreem moeilijks gaan spelen: cilinderschaak. Hierbij heeft het schaakbord geen horizontale begrenzing: de h- en de a-lijn zitten als het ware weer aan elkaar geplakt. Zo kan een loper op f1 naar g2, h3, a4, b5, c6, d7 en e8. Ofwel: na 1.g3 is 1…d6 al onreglementair. Voor vrijwel iedereen behalve de witte was het spel te moeilijk. Zoals Dave v/d K. al zei: "ik weet niet eens of mijn tegenstander wel een reglementaire zet doet" of zo.

Daarom gingen we maar iets sufs doen: de paarden gingen van het bord en mochten op een gunstig moment ingezet worden, alsof het een soort doorgeefschaak was. In mijn partij tegen Ruben Hilhorst gingen de dames er al vlug af (1.e4 d6 2.d4 e5 3.dxe5 dxe5 4.Dxd8+), waarna ik dacht dat de stelling prettiger was voor mij zonder de paarden. Ik kon de knollen inzetten op het moment dat ze wat pionnen aanvielen, maar zwart kon eveneens paarden inzetten om de pionnen weer te dekken. Uiteindelijk bleef er van m'n voordeel niet veel meer over. Met allebei nog zo'n anderhalve minuut accepteerde ik zijn remiseaanbod maar.

Ondertussen moest Ewood zich enorm haasten tegen Tom de Ruiter. Hij had nog twee seconden op de klok om een stelling met een dame en toren meer te winnen. Toen zwart niet direct mat ging, moest Ewood zwarts laatste pionnen opvreten, waarna hij nog een halfje redde. Tenminste, als zwart geen paard meer had achtergehouden, want dan had hij nog gewonnen. Gelukkig voor Ewood had Tom zijn biefstukken al lang voor die tijd ingezet.

Ronde 5

in de laatste ronde speelde ik tegen Fliffer. Aangezien alle "leuke" varianten van het spel wel geweest waren, gingen we weer met de dronken pionnen spelen. Hoewel de opening erg lastig was (een pion op d6 kon moeilijk verdedigd worden), raakte Fliffer uiteindelijk het spoor helemaal bijster. Keer op keer zette hij stukken voor mijn pionnen neer, die ik dan vrolijk pakte. Nadat Fliffer ook nog zijn dame op die manier weggaf, stond ik echt zo'n beetje het halve bord voor, waarna hij maar opgaf.

Zodoende zat het echte toernooi er om kwart over tien alweer op. Toen kwam het "echte" toernooi: bughousen, wat in de Nederlandse Wikipedia vreemd genoeg met doorgeefschaak is vertaald. En dat terwijl het duidelijk andere spellen zijn: met bughouse (door Nederlanders vaak uitgesproken als bʏkhʌus) mag je met schaak inzetten. We speelden met het zandlopertempo. In het begin speelde de chick van de jeugdopleiding mee, maar toen het kinderbedtijd was geweest, speelde de witte mee. Aan Behirders zijde vocht Yme B. mee. Ondanks een groot ratingtekort, vlogen we er vol in en dat leidde soms tot resultaten. Vooral toen Ewood besloot om tegen Behirder een passieve Schotse opstelling in te nemen met zwart. Vaak wint degene die op f7 (of f2) timmert, maar dat viel nu wat tegen. Vaak kon de verdedigende partij voldoende consolideren. Het meeste succes had ik dan ook met rustige drukstellingen, om pas na …d6 op f7 te beuken en wat leuks te doen op de witte velden.

Pas om half één, toen er amper nog mensen over waren, werden we gesommeerd te stoppen. De witte was al eerder afgehaakt, hij wilde wat eerder weg vanwege zijn werk. Bleef 'ie vervolgens nog gezellig aan de bar staan… Samen met Yme B. fietsten we weer terug naar huis. Dronkenpionnenschaak, bughousen, strategoschaak, ik had zo'n beetje alle varianten van het schaakspel wel weer gehad. Kan ik nog normaal schaken? Als dat volgende week maar goed gaat…

15 december 2010

Anderhalve maand computerproblemen

Spelletjesdag uitgesteld

Tegenwoordig kan niemand meer zonder computers. En computers kunnen niet zonder internet. Als student weet ik er alles van. Alle benodigde informatie is op internet (Blackboard) te vinden. Van een internetprobleem, zoals de afgelopen weken, word ik dan ook niet vrolijk. Gisteren is het probleem gelukkig verholpen, zodat ik weer een verhaaltje kan tikken en "Van Deursen" het weer kan lezen.

Sinds begin oktober woon ik in Amstelveen. Vooraf verheugde ik me op het hebben van een eigen laptop. Als schaker kun je bijna niet meer zonder: hoe kun je je anders nog voorbereiden tijdens een buitenlands toernooi? In ieder geval had ik nu een nieuw apparaat dat ik naar eigen inzicht kon invullen, niet zo chaotisch als het ding thuis. Daarnaast had het ding minder tijd nodig om op te starten en maakte het ook geen storend lawaai. Bovendien kon ik weer op Dominategame. Dat waren ook wel de enige pluspunten van het verhuizen, dacht ik toen. Inmiddels ben ik wat optimistischer. Het studeren valt me nog steeds zwaar, maar met mijn huisgenoten kan ik het goed vinden. Vandaar dat het me ook leuk leek om een spelletjesavond te organiseren, maar daarover later meer.

Al gauw kwam ik erachter dat het computeren hier ook niet alles was. Er waren al snel internetproblemen. Dan had de een geen internet en dan de ander niet. Bovendien had ik door de studie en andere huishoudelijke taken ook niet al te veel tijd meer over voor leuke dingen. Vooral na de eerste week in m'n nieuwe huis had ik het echt even gehad.

In die tijd had ik nog wel MSN. Dat veranderde anderhalve maand geleden, toen ik MSN per ongeluk had laten updaten. Een van de weinige rustige dagen ging volledig op aan pogingen om de update weer ongedaan te krijgen. Dat lukte mooi niet. In de week die volgde, zat ik geregeld op e-Buddy, maar vanwege het onbetrouwbare internet begon dat ook te zuigen. De verbinding viel steeds weg, waarna er een trage opstartprocedure volgde. In de tijd dat ik weer alle instellingen had hersteld en het gesprek wilde voortzetten, lag de verbinding er weer opnieuw uit. Samengevat in drie woorden: waardeloos!

In de weken die volgden, heb ik nog een aantal pogingen gedaan om MSN te herstellen, maar na verloop van tijd had ik er ook geen zin meer in. Het studeren begon steeds meer tijd te vergen. Zo had ik bijvoorbeeld op 3 december een presentatie over een artikel. Dat was uiteraard in het Engels. Het was de eerste keer dat de hele klas verplicht naar mijn Engelse gestamel zat te luisteren. Dat ik de presentatiemiddag aftrapte, hielp ook niet mee. Het verhaal leek nergens op. Wel was ik er een week mee bezig geweest, samen met mijn groepsgenoot Kasper.

Het was bovendien een periode zonder internet. Na een paar weken goed gefunctioneerd te hebben, was de verbinding opeens overal verbroken. We vroegen ons af of het door een storing kwam, want ook de OV-chipkaartlezers op de Sacharovlaan deden het niet. Zoals zo vaak bleken deze zaken niets met elkaar van doen te hebben gehad. Vorige week kwam er eindelijk een pipo om het internet te repareren. Hij trok een aantal snoeren door het huis, waarna we internet zouden moeten hebben. Dat was echter niet het geval. Weer ging er een internetloze week voorbij.

Maandag zou hij er weer moeten zijn. Ik was speciaal vanwege het internet nog enigszins op tijd naar Amstelveen gekomen, maar daar aangekomen bleek dat de internetpipo's pas dinsdag zouden komen. Had ik dus weer geen internet…

Gisteren waren ze er dan eindelijk. Het probleem zou liggen in een foute instelling. Na veel gedoe was het internet dan eindelijk hersteld, waarna de twee nog wat schoonheidsfoutjes wegwerkten, zoals het wegwerken van een internetkabel, waardoor mijn kamerdeur niet meer dicht kon.

Sinds gisteren heb ik dus weer internet. Ik heb maar gelijk MSN gedownload, waarna ik me nog ging uitleven op internet. Ik had weer een achterstand in te halen. Het resultaat is wel dat ik de afgelopen dagen weinig aan mijn studie heb gedaan. Daarbij komt dat ik me de laatste dagen ook niet al te best voel (keelpijn en zo), dus daarom leek het mij slimmer om volgend jaar een spelletjesavond (of -middag) te organiseren. Vanwege de drukte in de weekenden (ik heb de afgelopen vijf zaterdagen besteed aan schaaktoernooien) en de afwezigheid van internet doordeweeks, is de aankondiging er ook niet van gekomen. Dat betekende niet dat een spelletjesdag voor mij niet hoeft, maar dat het vooralsnog vrij lastig valt te combineren met mijn studie en het (min of meer) zelfstandig wonen.

Daarom: wie is er voor een spelletjesavond in de eerste of tweede week van januari?

PS. Gaan jullie nog wat doen met oud en nieuw?

12 december 2010

BSG heer en meester in Enschede

BSG met dank aan Grotovsky veel te sterk voor Dr. Max Euwe

Enschede. Een grote stad vlak bij de Duitse grens. De hoofdstad van de oostelijke Randstad. Daar werd BSG afgelopen zaterdag geacht te gaan spelen. Niet tegen de eigenwijze schakers die onnodig opgeven, maar tegen niemand minder dan Dr. Max Euwe. Gelukkig speelden we niet tegen de wereldkampioen zelf, maar tegen het eerste team van de vereniging. Het team is een mengelmoes van Duitsers en Nederlandse talenten. Het is er altijd een vrolijke boel, Dr. Max Euwe is de club van Enschede. Sinds Ewood studeert is hij lid van de club en gelijk zijn zijn schaakprestaties verbeterd. Hij kent de spelers redelijk en speelde als dubbellid wat informatie door naar BSG, dat de KNSB-wedstrijd mede daardoor eenvoudig won.

Voor Ewood, die voor deze gelegenheid zijn clubshirt had aangetrokken, was de confrontatie eigenlijk gewoon een thuiswedstrijd. "Grotovsky" kon in zijn kamertje lekker uitslapen, terwijl zijn teamgenootjes een twee uur durende treinreis maakten. Voor de helft van het geld, dat weer wel. In Enschede stond hij ons op zijn fiets vrolijk op te wachten, waarna hij ons de weg wees naar de speelzaal.

In de speelzaal stonden 26 (!) liveborden te wachten om de zetten van de drie teams van Dr. Max Euwe uit te zenden. Voor BSG was het een spannend moment: hoe zou de opstelling uitpakken? Verwacht werd (inside-information!) dat de thuisploeg het eerste bord zou "opofferen". Daarom hadden wij daar Die Tatjana opgesteld. Aan bord twee zou Leon spelen en pas op het derde bord werd ons "kanon" Der Alexander opgesteld. Zou de thuisploeg ons "naaien" door voor de verandering niet met een tactische opstelling te spelen?

Aan de opstelling was te zien dat de thuisploeg wel had geanticipeerd op een "normale" opstelling: Evert Rademakers, volgens Grotovsky een remiseschuiver, werd aan het hoogste bord opgesteld met de bedoeling Berelowitsch op remise te houden. Door die tactiek ging nu mooi een dikke streep. Aan bord 2 speelde Floris van Assendelft, een creatieve hakker die op het punt staat IM te worden. Aan bord 3 had de thuisploeg topscorer Bart Konijn uit de hoge hoed getoverd, dus dat was ook geen kattenpis. Grappig genoeg hadden beide teams een vrij normale opstelling bedacht, afgezien van het eerste bord. Het "tactische" gedeelte streepte mooi tegen elkaar weg, waardoor BSG op vrijwel elk bord een klein ratingvoordeel had.

Wedstrijd

De wedstrijd Dr. Max Euwe-BSG werd aan twee tafels gespeeld: aan de ene tafel stonden de even borden en aan de andere tafel de oneven borden. Ik zat daardoor als zevendebordspeler tussen Large (5) en invaller Coen (9) in. De BSG'ers zaten met de ruggen naar elkaar toe, terwijl de thuisploeg aan de randen zat. De wedstrijdleider was hier niet zo gelukkig mee, omdat de spelers van Dr. Max Euwe hierdoor naar elkaar zouden kunnen seinen. Niet dat ik er bang voor was, maar de BSG'ers zaten wel een beetje in de verdrukking, wat niet helemaal eerlijk is.

Hoewel de ingrediënten voor een lastig middagje aanwezig waren, werd het een complete walk-over voor BSG. Het begon allemaal bij Coen, die de dag voor de wedstrijd werd opgeroepen. Ptr wilde niet voor Robert Ris invallen, want hij wilde liever tegen Pete Paylen spelen. EB moest zich de blaren op de tong praten om de oudste Van der Heijden te laten invallen. Lenaard vond het niet eens een probleem om desnoods nog een partij met zwart te spelen. Pas na lang aandringen ging Coen akkoord. Het resultaat was er niet minder om. In het Tweepaardenspel won Coen een pion, terwijl zwarts compensatie steeds twijfelachtiger werd. De ongelukkige zwartspeler gooide er zowat al zijn bedenktijd tegenaan, maar verder dan een verloren eindspel kwam hij niet.

Large en Behirder waren vrijwel tegelijkertijd klaar. Hoewel Behirder in de trein nog naar de Franse opening had gekeken, kreeg Large die opening juist op het bord. Echt openingsvoordeel krijgt hij ook niet. Lange tijd gaat het positionele gevecht gelijkop, totdat een paard op h5 zich in de strijd mengt en een loper op e8 met schaak verorbert.

Heel wat groter waren de openingsproblemen bij ondergetekende, die net als vorig jaar in Dieren tegen Ton Ellenbroek speelde. In de databases is hij te vinden met een FM-rating, inmiddels is hij zelfs gezakt tot onder de 2000. Soms speelt de beste man solide partijen, maar soms blundert 'ie als een kind. In de opening vond Behirder het in ieder geval nodig om lang na te denken. In het Scandinavisch werd een onnauwkeurigheid meteen afgestraft. De witte stelling zag er niet al te hoopvol uit, maar na een paar mindere zetten van zwart kwam er een min of meer gelijkwaardig middenspel op het bord. Tegenwoordig mag ik dus al blij zijn als ik met wit niet met groot nadeel uit de opening kom… Vervolgens rook mijn tegenstander zijn kans en besloot op winst te spelen door de stelling uit balans te brengen. Een loper werd geruild voor een paard, waarna Behirder demonstreerde waarom een loper in een eindspel doorgaans sterker is dan een paard. Over het technische gedeelte was ik wel te spreken, maar het was me op eigen kracht nooit gelukt om te winnen. In ieder geval had ik mijn eerste competitiezege van het seizoen binnen.

De stand was dus 3-0 voor BSG en daar kwam nog een puntje van FM Henk bij. Hij had een rommelige partij weten te winnen. Echt tevreden was Henk niet. Hij had een foutje gemaakt in de opening, waardoor hij minder was komen te staan. De stelling bleek echter licht ontvlambaar, want binnen de kortste keren stonden her en der stukken aangevallen. In de analyse leek het erop dat het witte flensje de slagenwisseling haast ongeschonden zou moeten overleven, in de partij kreeg zwart echter de overhand. Schuine Tim offerde nog een stuk, maar de "tegenaanval" werd probleemloos opgevangen.

Het eerste matchpunt werd binnengehaald door Grote Beer, die in een complexe Spaanse stelling ergens een kwaliteit had gewonnen en de boel vervolgens uitschoof. Voor de niet-GM's was de partij waarschijnlijk even ondoorgrondelijk als voor de gewone huis-tuin-en-keukenschaker.

Na de tijdnoodfase verzuchtte Ton dat hij het had verprutst. Een iets betere stelling was omgeslagen in een zo goed als verloren eindspel. Na de tijdcontrole had de witspeler alle tijd om even een winstvariant uit te rekenen. Hoe groot is de verbazing dan ook als blijkt dat het remise is geworden. Wit besloot namelijk maar zetten te herhalen, waarna Ton slim remise aanbood. Zodoende was de wedstrijd al beslist.

Ewood was niet al te blij met de opening die hem werd voorgeschoteld. Het bleek echter dat de witspeler zijn slappehapvariant ook niet echt kende, waardoor hij al snel positioneel verloren kwam te staan. Ewood rokeerde vrolijk lang en schroefde zijn h-pion wits stelling binnen. Het loperpaar kwam zodoende nooit tot zijn recht. Ewood won twee pionnen en gaf er toen eentje terug om in een gewonnen eindspel te komen. Zodoende had "Grotovsky" tegen zijn oude team gescoord. Aangezien hij zijn respect voor zijn tweede club niet kon laten blijken door het juichen achterwege te laten, besloot hij maar "sorry" te schrijven achter de uitslag op het scorebord.

De stand was zodoende een fenomenale ½-6½. De vraag was of er nog veel bij zou komen. De evaluaties van de resterende partijen veranderden met de zet. Zo moest Die Tatjana aan #1 een iets minder toreneindspel keepen, veel kon er niet misgaan. Leon had een kwaliteit tegen een pion meer. Ook hier leek een remise een logisch resultaat, al weet je het met Leon nooit. En ten slotte Lenaard, die als een krant stond, maar zich nog taai verdedigde. Wie weet zou dat dus ook remise worden.

De partijen duren en duren maar voort. Die Tatjana heeft het zichzelf iets moeilijker gemaakt dan nodig was. Met een doordringende blik voert ze steeds de zetten uit, een beetje arrogant. Alsof ze wil zeggen: "Waarom speel je nog door, dit is potremise." Maar Evert R. laat zich niet intimideren. Hij wil alle mogelijkheden van de stelling benutten. Tatjana ploetert voort. Met tegenzin worden er wachtzetten uitgevoerd. Maar dan gebeurt het. In de veronderstelling dat alles wel remise is, maakt ze het wel heel bont. De koning wordt naar Siberië verbannen en de laatste witte pion wordt geruild. Terwijl zwarts g-pion naar de overkant loopt, houdt de toren de witte monarch aan de grens tegen. Bijna op Wüstefeldiaanse wijze is ze tegen een nul opgelopen.

Beter vergaat het Leon, die er in het eindspel lekker voor gaat zitten. Floris, die aanvankelijk (naar eigen zeggen) goed had gestaan, kon mentaal niet meer overstappen naar het verdedigen van een lastig eindspel. Leon klaarde de technische klus vervolgens als een echte prof.

Lenaard liet ons vervolgens nog in spanning. Zijn passieve stelling was nog verbazingwekkend venijnig. De witspeler slaagde er in ieder geval niet in om een weg naar de winst te vinden en begon te klooien. Opeens moest wit oppassen. Lenaard kwam dan ook gewonnen te staan, maar hij had er wel een hoge prijs voor moeten betalen: hij had weinig tijd meer. Een psychologisch probleem? Een probleem van de laatste tijd? In tijdnood beginnen foute gedachten door zijn hoofd te spoken en slaagt hij er niet in om de partij ook te winnen. Een afwikkeling naar een verloren pionneneindspel is het trieste gevolg.

Daardoor bleef de teller staan op 7½ punt, desondanks een ongekend ruime overwinning. Na de magere duels tegen SOPSWEPS en Philidor was dat ook wel nodig. Toch overheerste er niet het gevoel dat we ook fantastisch hadden gespeeld. Dat kan positief of negatief worden uitgelegd. Ik vrees dat we gewoon hebben geprofiteerd van een off-day van de thuisploeg. Volgende wedstrijd, tegen Purmerend, zal allesbepalend worden voor het kampioenschap. BSG zal die wedstrijd moeten winnen en waarschijnlijk is daar meer voor nodig dan wat we nu hebben laten zien, niet in de laatste plaats omdat we daar geen infiltrant hebben rondlopen.

Uitslagen

Dr. Max Euwe (2178) – BSG (2262) 2½-7½
1. E Rademakers (2183) – T Rozenfeld (2137) 1-0
2. F van Assendelft f (2331) – L Pliester m (2358) 0-1
3. B Konijn (2219) – A Berelowitsch g (2575) 0-1
4. T Lammens f (2283) – H van der Poel f (2244) 0-1
5. F Brümmer (2138) – La Ootes (2383) 0-1
6. P Wilde (2239) – T van der Heijden (2259) ½-½
7. T Ellenbroek (1991) – J de Groote (2132) 0-1
8. C Scho (2154) – E de Groote (2291) 0-1
9. A Bündgen (2082) – C van der Heijden (2054) 0-1
10. L Compagnie (2161) – Le Ootes (2187) 1-0

Na de wedstrijd leidde Ewood ons naar het stadscentrum, waar we bij een Mexicaan gingen eten. Hoewel we niet altijd het juiste gerecht kregen, was de bedieningssnelheid wel in orde. Desondanks was het alweer bijna twaalf uur voordat ik thuis was. Een lange werkdag zat er weer op. 😉

04 december 2010

BSG-kwartet roze muis in Hertogstad

Treinen, zelfvertrouwen en sociale netwerken

Gisteren werd het NK Snelschakkampioenschap voor Clubteams gespeeld. Dit toernooi is een beetje de grote broer van het SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams, dat een aantal weken geleden werd gespeeld. Het toernooi werd door de plaatselijke vereniging HMC (Hertogstad Max Euwe-Combinatie) georganiseerd. HMC is al jarenlang verbonden aan de arbeidsintegratieorganisatie Calder, dat het toernooi sponsorde. Het toernooi werd voor de tweede keer gespeeld en wel in de Verkadefabriek, dat tegenwoordig voor verschillende typen van drama wordt gebruikt. Vandaag kwamen er echter busladingen bezopen schakers aan.

De heenreis verliep nog vrij gesmeerd, afgezien van vermeende problemen tussen Bussum en Hilversum, waardoor ik door m'n ma naar Hilversum werd gebracht. Ik vergat ditmaal geen kaartje te kopen en ik kwam probleemloos aan in Utrecht. Daar stond ik vervolgens blauw te bekken, wachtend op de trein naar Den Bosch. Ik ging maar in de stationshal wachten op Le en La, die vanuit Amersfoort kwamen en eveneens in het spoorwegknooppunt van Nederland moesten overstappen. Op het station vermaakte ik met een gratis treinkrantje, dat echter van vrijdag bleek te zijn. Toen Le, La, Robert Ris en de trein er eenmaal waren, waren we er zo: de reis naar Den Bosch verliep voor m'n gevoel verrassend snel en de fabriek was ook zo gevonden.

Toernooi

Eenmaal binnen was het wachten op een openingspraatje. Dat duurde niet al te lang. De burgemeester van Den Bosch mocht ook nog wat zeggen. Hij vertelde dat hij van een of andere schaakkampioen uit de 19e eeuw afstamde en dat hij het zelf ook nog deed. Verder was het praatje niet langer dan nodig was, waarna we maar begonnen. De indeling hing er al. We zouden tegen het derde team van de organiserende vereniging spelen. Dat zou dus gesneden koek moeten zijn voor spelers van ons kaliber. Viel dat effe tegen… Zelf speelde ik tegen Loek Mostertman, een oude man, die echter wel goed bleek te kunnen schaken. In een Worrall deed 'ie gauw a2-a4, waarop ik met …Ta8-b8 reageerde. Er werd geslagen en al snel kwam wit met d2-d4. Mijn paard op c6 kreeg het Spaans benauwd door de dreigende opstoot d4-d5. Ik besloot het centrum maar op te geven, waarna ik niet kon verhinderen dat ik steeds slechter kwam te staan. Om de boel te dekken, moest ik steeds meer stukken in de vuurlinie zetten, maar tot mijn geluk bleven grote materiaalverliezen uit. De enige pion die ik verloor, had ik zelf weggegeven. In het eindspel liep ik mijn tijdsachterstand in en wist ik het evenwicht te hervinden, waarna de partij in een zettenherhaling eindigde. Dat was nog niet zo slecht.

De witborden wonnen verder, terwijl Large zich met een leuk patgrapje redde tegen Brent Burg. Zodoende werd het dus 3-1.

In de tweede ronde speelden we tegen HMC 1. Zij hadden een erg sterk team. Aan het hoogste bord speelde Gemini, die werkelijk waar fenomenaal speelde. Daarnaast hadden ze nog wat jonge IM's, zoals Roi Miedema, waar ik tegen speelde. Liever had ik wit gehad tegen iemand van mijn niveau, maar tegen zijn Russisch had ik misschien wel remisekansen. Helaas speelde ik in die partij alsof ik het Russische alfabet moest ontcijferen. Ik koos een vreemd plan en boette een pion in, waarna ik probeerde in de tegenaanval iets te bereken, alsof ik met zwart een Marshall Attack speelde. Helaas was de toren op a2 aan m'n zicht onttrokken, waardoor mijn Lg5?? werd beantwoord met …Df6xf2+ en mat op de volgende zet. Dat was niet zo slim. Ik was al gauw klaar en ik bleef een beetje levenloos zitten. Naast me zag ik hoe Le tegen Jeroen Bosch speelde. Hij had een goede stelling, want ik zag talloze goede zetten voor hem, maar helaas voerde hij de meeste ervan niet uit. Op een gegeven moment kon Le een dame winnen, waarna Bosch nog een soort wanhoopspionoffer deed en Le de dames ruilde… Na wat vereenvoudigingen zag ik pas dat Le een stuk meer had. Ondertussen had Large gewonnen van Twan Burg en leek Le de trucs te omzeilen. Een stuntje leek in de maak. Helaas had Le geen al te vaste hand in het naar winst voeren van de stelling, waardoor hij uiteindelijk gevlagd werd en BSG met 3-1 verloor, omdat Robert Ris kansloos was tegen Erik van den Doel.

Na afloop liet Le zien hoe hij binnen tien zetten een stuk won in de opening. Een elementaire wending waar Bosch nog dagenlang nachtmerries van zal hebben. Kansen creëren is mooi, maar de bal moet uiteindelijk ook nog in het doel getikt worden. Een gemiste kans voor open doel om de gedoodverfde favoriet punten af te snoepen derhalve, al kon ik de nederlaag natuurlijk ook vooral mezelf aanrekenen, omdat ik als een kind verloor in een remiseopening.

Dat vervolgens de wedstrijd tegen ASV verloren ging, was helemaal een domper. Ondergetekende maakte het opnieuw het bontst door tegen Peter Boel in de opening te klooien en op een zeldzaam amateuristische manier twee pionnen in te boeten. Nodeloos te zeggen dat er geen greintje compensatie voor was. Met twee minuspionnen werd er nog geprobeerd tegenspel te zoeken, maar alle bedachte slimmigheden faalden opzichtig. Wel werd de strijd gerekt tot het verre eindspel. De rest van het team maakte ook geen al te krachtige indruk, alleen Robert Ris wist te winnen.

Na twee krankzinnig slechte partijen, waarin ik traag en ook nog eens slecht speelde, vond ik dat het roer maar eens moest worden omgegooid. Ik moest maar eens sneller gaan spelen. Dat zou de kwaliteit van de zetten waarschijnlijk alleen maar ten goede komen. Tegen Utrecht 2 speelde ik echter tegen Michel Kerkhof, iemand met een rating (sorry!) waarvan ik dacht: "Als ik daarvan verlies, dan is er echt iets mis met me", dus speelde ik juist erg voorzichtig in de Siciliaan die hij me voorschotelde. Op een gegeven moment zag ik echter dat ik een grapje had toegelaten wat een pion zou kosten. Mijn geluk was dat ik de truc helemaal niet goed was en toen mijn tegenstander er gretig op inging, won ik binnen en paar zetten grof materiaal. Daarna speelde ik de stelling met een toren meer moeizaam naar winst. Ik had in ieder geval een overwinning te pakken en dat deed me deugd.

Het team won ook dik. De Utrechtse eersterbordspeler, Vincent Deepeveen, dacht al "4-0" te kunnen invullen, maar daar stak Le, die tegen angstgegner Gilbert Vrancken speelde, een stokje voor door een voordelig eindspel in remise te laten verzanden.

Als beloning voor de zege mochten we tegen HMC 4. Zij hadden de talentjes aan de hoogste borden gezet, waarna "opa" Eric de Moor (haarleeftijd: een jaar of 50, echte leeftijd: een jaar of 20-25) het laatste bord bezette. Behirder kende hem nog van eerdere ongelukkig verlopen confrontaties, maar hij wist desondanks af te rekenen met het Moorcomplex. Net als tegen Le tijdens het Nederlands Jeugdkampioenschap snelschaken voor clubteams in Mierlo (2008) kwam er een Aljechin-opening op het bord. Er kwam iets sufs met 2.e5 Pd5 3.Pc3 op het bord, waarna zwart veel pionnen in het centrum ruilde en over de f-lijn in de problemen kwam, net als tegen Le. De zwarte stukken konden geen activiteit ontwikkelen, waardoor ze uiteindelijk als schietschijf dienden.

De wedstrijd werd opnieuw vrij vlekkeloos gewonnen, maar ik weet niet meer of het ook met 4-0 was.

In de ronde voor de pauze speelden we tegen ESGOO. Behirder trad aan tegen chess prodigy Zyon Kollen. Hij speelde zijn stijl getrouw (?) de Spaanse huilvariant, waarin hij een paar vreemde keuzes maakte in de opening. Ik had het gevoel goed te staan, maar meer dan dat werd het niet. In een zinderende tijdnoodfase wist ik hem te vlaggen, iets wat hij zelf claimde. 😛 Soms zie ik het niet dat m'n tegenstander geen tijd meer heeft, in dit geval had ik zelf nog een paar seconden over en probeerde ik reglementaire zetten te blijven doen, zonder mezelf opeens mat te zetten. In zulke gevallen kijk ik doorgaans om de paar zetten even op de klok, waarvan de vlag al gevallen kan zijn. In ieder geval won ik mijn derde potje op rij, waardoor ik met een goed gevoel aan de pauze begon. Het team won volgens mij ook, ondanks dat Lenaard het (weer niet) kon bolwerken tegen Peter Bulwark.

In de pauze zat ik een beetje met de Oetoes opgescheept, of zij met mij. 2010 is voor Le het jaar geworden waarin hij naam gemaakt heeft in de schaakwereld. Volgens hem had het ONJK er sterk mee te maken, al zal het organiseren van het Pinkstertoernooi en dat kleutertoernooitje in het Goois Lyceum er ook wel aan hebben bijgedragen. Verder een beetje met de hoge heren in de schaakwereld aanpappen door op de juiste momenten "ja" te knikken, je haar roze verven en iedereen herkent je. Vol enthousiasme sprak Le over de mogelijkheden van de sociaalnetwerksite Facebook en hij wilde mij ook overhalen. Heb ik @#%& (ik zal het netjes houden) voor niks vijf jaar geleden een Hyves-account aangemaakt… Hyves is helaas zo goed als dood. Steeds meer mensen stappen over op Facebook en dat vind ik jammer. Zo denk je een "early adopter" te zijn, zo ben je een "laggard". Op Hyves is helaas weinig lol meer te beleven. Met mijn Master werd zelfs een STREEM-gemeenschap aangemaakt. Uiteraard voor Facebook. Omdat ik halsstarrig weiger op Facebook te gaan, mis ik voor het grootste gedeelte wat er bij mijn medestudenten omgaat. Vooral het gevoel dat ik niet echt deel uitmaak van de groep valt me dit jaar zwaar. In een groep vol buitenlanders voel ik me zelf een buitenstaander, maar om die reden op Facebook te gaan, zie ik weer als sociale chantage.

In ieder geval was het een vrij anoniem middagje voor mij als grijze muis. Als er iets in mijn richting wordt geroepen, is dat altijd voor een ander bestemd. Mensen vergeten m'n naam, als ze 'm al ooit gekend hebben. Misschien maar weer wat vaker onder m'n eigen naam posten op Utrechtschaak. Weet de rest van Nederland dat het forum ook stamgasten heeft die in nuchtere toestand achter het toetsenbord kruipen.

In ieder geval, het was na de pauze weer tijd om tegen een sterrenteam aan te treden. Het was de verzameling schaakmeesters van SC Utrecht. Behirder speelde aan bord 4 tegen Dharma Tjiam, een IM met een rating van 2382. En dat was dan nog het laagste bord… Dat de openingen van vroeger soms nog best goed waren, bewees de aanpak van de Pirc/Moderne Verdediging wel. De hele partij kon ik lekker op mijn eigen manier spelen. Ik stond ook de hele tijd beter, had ik het gevoel, maar in tijdnood werd het tricky. Met nog een halve minuut op de klok werd me opeens een paard ontfutseld, waarna we elkaar door de vlag probeerden te jagen. Op het eind werden er zo ontzettend veel rare zetten gedaan, dat ik de kluts kwijtraakte en het ene na het andere stuk weggaf. Gelukkig had ik nog wel een paar seconden over toen m'n tegenstander door z'n vlag was, dus won ik op een lelijke manier.

Het team kwam dankzij een halfje van Large tegen Martijn Dambacher nog in de buurt van een gelijkspel. Robert baalde dat hij vanuit een goede stelling had verloren van Benjamin Bok. BSG had dus wel kansen op meer, maar helaas. Helemaal terecht zal een overwinning ook wel niet zijn geweest.

De wedstrijd tegen de Stukkenjagers ging ook niet best. Behirder liet zich in een voordelig eindspel tegen Mark Clijsen de kaas van het brood vreten en kreeg een zure, doch welverdiende nul te slikken. Alleen Large wist te winnen. Hij versloeg een WGM. Het was vooral een klap dat "puntenkanon" Ris het even een paar keer liet afweten.

Dat BSG verloor van En Passant, dat was niet zo heel gek. Het team van snelschaakwonder Manuel Bosboom troefde BSG aan de hoogste drie borden af. Slechts Behirder kon wat terugdoen door in een rommelige partij Dick de Graaf te verslaan. De vissenverkoper kwam op de weinig gelukkige gedachte om af te zien van een zettenherhaling, waarna een spannende klopjacht op beide koningen eindigde in een gewonnen stelling voor ondergetekende en een gevallen vlag voor de tegenstander.

Tegen het tweede team van de Stukkenjagers deed Behirder zijn gelukkige overwinning direct weer teniet door als een krant uit een Ponziani te komen. Er was een korte periode waarin de opening frequent werd gespeeld door ene E. Grotovsky, die zijn ongelukkige broer er soms gemeen hard mee van het bord veegde. Vele jaren later kwamen de slechte herinneringen weer bovendrijven, maar niet de juiste zetten. Na vele vruchteloze denksessies stond het Apenhoofd er zowel qua tijd als qua stelling belabberd voor. Toen er nog een stuk werd weggegeven, was de afgang compleet tegen Reinier Jaquet (1910). Het team won volgens mij nog wel, hoewel ik dat niet kan rijmen met de uiteindelijke klassering, voor wie dat kan boeien.

In ieder geval speelden we weer op een hoge tafel (van 9 naar 2 in een ronde) en wel tegen Apeldoorn. Behirder speelde tegen Harmen Achijan, die een Siciliaan speelde. Behirder speelde een beetje vaag, maar niet heel slecht. Pas toen de gebruikelijke denksessies kwamen, werd het onduidelijker. De c-pion werd niet even een keer gedekt, waardoor zwart opeens over de tweede rij binnenkwam en binnen een paar zetten won. Le won nog wel knap van Sjefke, waarna Large een gelijkspel moest veiligstellen tegen Stefan Kuipers. Hij stond echter verloren en de benodigde winst (Ris had verloren van Roelieboelie) zat er niet in.

Het toernooi werd afgesloten tegen twee zwakke teams. Allereerst werd SHTV (wat een waardeloze afkorting…) geprakt. Ondergetekende speelde tegen Koos Roeleveld, een klein jochie, dat vrolijk Schots gambiet speelde en tot de ontdekking kwam dat je er hard mee kunt verliezen. Ik vond het wel sneu dat ik als kinderbeul had opgetreden. Omdat ik al snel klaar was, ging ik maar bij andere wedstrijden kijken, waardoor ik de overige partijen niet heb gezien. Het schijnt 3-1 te zijn geworden.

Vervolgens werd er nog lol getrapt met een straalbezopen Tom Bus. BSG speelde in de laatste ronde tegen Voerendaal. Le en La zaten vrolijk te kwekken met de charmantste man van het Zuid-Limburgse team. Hij herkende mij, maar kon er geen naam bij verzinnen. Pas na een aantal hints wist hij wie ik was, waarna hij voor ons wat drankjes bestelde. Door het vele bier kwam het schaken op de tweede plaats. BSG won wel, onder meer door een puntje van Behirder, die fraai uit de opening kwam, maar traag en warrig speelde, waardoor hij het uiteindelijk net op tijd redde. Dit overigens tot wanhoop van de omstanders, die zwarts "vlag" al eerder hadden zien vallen.

Het duurde nog even voordat de prijsuitreiking kwam. Hier kwam pas goed de tactiek van HMC naar boven om zo veel mogelijk prijzen binnen de vereniging te houden: behalve een zeer sterk team, hadden ze door handig te rouleren ook nog eens het leeuwendeel van de bordprijzen te pakken. Zo bleek Bart Miedema het beste vierde bord te zijn geweest met een perfecte score van… 9 uit 9. Dat was nog niks vergeleken Erik van den Doel, die 13 uit 13 scoorde aan het hoogste bord. Daarmee demonstreerde hij weer eens dat hij erg goed kan snelschaken, zoals eerder op het NK Internet van vorig jaar.

BSG had niks gewonnen. Met zeven overwinningen en zes nederlagen eindigde het grijzemuizenteam in de grijze middenmoot. De individuele uitslagen komen misschien op de toernooisite, maar durf ik niet mijn handen voor in het vuur te steken. Misschien willen de betrokkenen dat zelf nog toelichten.

Het was inmiddels donker geworden en we liepen weer naar het treinstation. Het was echter een zooitje op het spoor. De trein naar Utrecht Centraal had al vertraging, het ding schoot bovendien niet erg op. Het drama kwam nog op Utrecht Centraal, waar Behirder zijn trein voor zijn neus weg zag rijden. Het stomme ding had er al de hele tijd gestaan en net toen bekend werd dat het de trein naar Hilversum was, reed 'ie weg. Behirders enige troost was een gratis kopje thee, dat hij langzaam opdronk toen ook zijn twee makkers hem verlieten. De trein naar Zwolle was op hetzelfde spoor aangekomen en bleef daar nog lekker lang wachten. Ondertussen wist geen enkele conducteur welke trein nou waar naartoe zou gaan. Toen de trein naar Zwolle weg was gegaan, zou eindelijk de trein naar Hilversum komen. Toen ik een plaatsje had veroverd, bleek die ineens volgens een horde toegestroomde reizigers, ondanks de informatie op dat bord, toch weer naar Zwolle te gaan. Ik er weer uit, maar toen was de trein die vermoedelijk wel naar Hilversum reed ineens vertrokken…

Ik belde m'n ouders maar om me op Utrecht Centraal op te pikken. Ik kreeg bijna moordneigingen van dit amateuristische gedoe. De NS blies onlangs hoog van de toren door te roepen dat het spoor "winterklaar" zou zijn en dat problemen zoals in de vorige winter tot het verleden zouden behoren. Nou, er waseen sneeuwbuitje nodig om het hele systeem te ontregelen. Chapeau! Weer waren er talloze wisselstoringen die het treinverkeer nagenoeg platlegden. Die investeringen waren blijkbaar gewoon een wassen neus. Wie heeft het geld ervan eigenlijk in z'n zak gestoken? 

Maar het ergste is de gebrekkige communicatie. Hoe kan het nou dat zelfs de conducteurs/NS-medewerkers geen idee hebben waar die treinen naartoe gaan?

Uiteindelijk kwamen m'n ouders me maar ophalen, waardoor het verhaal met een sisser afliep. Een tip voor volgend jaar: houd het weerbericht in de gaten!

27 november 2010

De eeuwige jeugd

Opa stelt teleur in Eindhoven

Het is weer november, dus stond het NK Rapid te Eindhoven weer op het programma. Dit jeugdtoernooi dacht ik in 2006 te hebben afgesloten, totdat vorig jaar ineens een extra leeftijdsgroep werd aangemaakt: er was een groep "U25", ofwel voor mensen jonger dan 25 jaar. In de praktijk werden echter ook 25-jarigen toegelaten, zoals vorig jaar, toen Sizzel (1984) van de partij was. Vandaag was ik 24 jaar en 127 dagen oud, dus mocht ik ook nog meedoen.

Wie heel graag aan het toernooi mee wilde doen, was Ptr. Hij had het er tijdens het regionale snelschaaktoernooi en tijdens de KNSB-competitie al over. Ik schreef me kort voor de deadline nog in en maakte zeven euro over. Een jeugdtoernooi spelen was dus bijna onbetaalbaar voor mij, want ik weet nog goed hoe jammer ik het vond om bijvoorbeeld bij de Jeugdclubcompetitie in 2006 als toeschouwer te moeten fungeren. Inmiddels is er heel veel water door de Rijn gegaan, heb ik de studie Aarde en Economie met succes afgerond en heb ik er een paar vetrollen en grijze haren bij gekregen. Ik wilde me dus weer een beetje "jong" voelen. Het probleem was dat de tegenstanders, afgezien van Benjamin Bok, ook niet meer de jongsten waren. Het was meer een soort veteranenschaak.

Wie ook meedeed, was kleine Claudia. Zij, of eigenlijk haar vader, bood aan om me op te halen als ik in Amstelveen zou zijn. Ik zat echter in Bussum en ik werd opgehaald door Ptr. Nou ja, dat zou hij doen. We hadden afgesproken om 8 uur. Ik stond om 7 uur op en zenuwachtig wachtte ik totdat er een auto zou voorrijden. Het was inmiddels 8 uur geweest en de minuten bleven wegtikken, zonder dat er iets gebeurde. Ik begon nog zenuwachtiger te worden. Ten einde raad belde ik maar naar zijn huis, omdat ik zijn mobiele-telefoonnummer niet had. Er werd echter niet opgenomen en ik besloot maar op te hangen voordat ik zijn moeder uit bed had gebeld. Maar van Ptr ontbrak nog steeds ieder spoor, dus belde ik maar naar zijn oom, die aan Ptr zijn auto zou uitlenen. Hij was heel relaxed, alsof er niks aan de hand was. Ptr zou eraan komen, hij had zich alleen verslapen.

In de auto vertelde Ptr dat zijn telefoon niet was afgegaan, waardoor hij te laat was. Ook moest hij nog even geld pinnen, waarna we eindelijk richting de uithoek van Nederland gingen. Het was flink koud en het landschap zag er in de vroege ochtend ook winters uit. Tegen het einde van de rit prikte de zon echter door de bewolking heen en in Eindhoven was er weinig rijp meer te zien.

Het toernooi was een weerzien van bekenden. Ik heb op de een of andere manier vrij weinig met anderen lopen lullen, vaak was ik lang met de partijen bezig. Wel kwam ik mijn metgezellen ook nog achter het bord tegen, zoals op dergelijke toernooien gebruikelijk is.

Toernooi

Ik zat in de eerste ronde aan bord 13, schuin tegenover Ptr. We zaten aan de staartborden, wat betekende dat we een "makkie" kregen. Nou, dat heb ik geweten. Ik speelde tegen Maurice van Mourik. Kent u die naam? Ik in elk geval niet. Hij speelde 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Pf6 4.e4 Pe4 5.Pxe4 dxe4 6.Lc4. Ik had zoiets weleens tegen Tom de Ruiter op het bord gehad met snelschaken en destijds won ik makkelijk. Zo makkelijk ging het nu in ieder geval niet. Ik dacht de pion op e4 op den duur op de korrel te kunnen nemen, maar zwarts stelling was zeer actief en in tijdnood werd ik akelig verrast door een pionzet die de hele partij al in de stelling zat. Gelukkig kostte me het niks, maar ik kon de pion, die inmiddels was opgerukt tot e2, ook niet onschadelijk maken. In tijdnood gaf ik maar een kwaliteit om de pion onschadelijk te maken. Mijn tegenstander bood remise aan, maar ik had ruim een minuut meer, dus besloot ik door te spelen. Ik zat uit een soort reflex schaakjes te geven, waarbij ik een paardvork over het hoofd zag en gewoon op tijd won. Mijn tegenstander verliet stilletjes zijn plekje. "Die wil nooit meer met mij praten", dacht ik.

Peter had al eerder gewonnen, KC kreeg daarentegen een nul te slikken. De eerste ronde verliep voor mij al moeilijk, dus dat beloofde wat voor de tweede ronde.

Ik speelde namelijk tegen Thijs Laarhoven, die niet alleen qua rating wat forser is dan ik. Vorig jaar verloor ik op m'n verjaardag van hem, dus wilde ik graag van 'm winnen. Echter, aangezien ik met zwart speelde, was ik al lang blij als ik niet zou verliezen. Hij speelde 1.e4 en ik besloot maar 1…e5 te spelen, niet wetend wat ik op het Spaans zou doen. Echter, zodra ik de kans kreeg, besloot ik op e4 te timmeren, waardoor ik meer kans dacht te maken. Hij speelde het daarna niet op zijn best tegen en ik bereikte een eindspel waarin ik een loper had tegen een paard. Aan beide kanten waren er verder nog twee torens en op beide vleugels drie pionnen. Ik begon dus voorzichtig aan de winst te denken. Het paard werd verdreven, waarna ik mijn torens activeerde. Ik schatte mijn kansen in als 50 procent kans op remise, 50 procent kans op winst. Zoals zo vaak resulteerde dat uiteindelijk in een nul. Ik begon te klooien, waardoor ik de ene na de andere pion weggaf. Binnen enkele zetten had ik een lichtelijk voordelig eindspel vakkundig om zeep geholpen. Ik gaf een hand en zei niks meer. Mijn tegenstander uit de eerste ronde was gek genoeg wel spraakzaam. Hij was benieuwd naar mijn verrichtingen. Helaas had ik weinig goeds te melden. Het was zo'n moment dat je het liefst door de grond zou willen zakken, of jezelf de rest van de dag in het toilet zou willen opsluiten. Dat kon niet, ik moest verder.

Er waren nog zeven ronden te spelen en in de derde ronde speelde ik tegen Henriët Springelkamp. Tegen haar heb ik vaak de degens mogen kruisen. Vaak, of misschien wel altijd, was ik wit. Daar kwam nu ook geen verandering in. Waar wel verandering in was gekomen, was het openingsrepertoire van de zwartspeelster. Ze kwam namelijk met een heuse Caro-Kann op de proppen. Een lastige opening. Balancerend op een smal koord dat wits voordeel moest voorstellen, besloot ik aan te vallen. Ik had inspiratie geput uit een partij van het "schaakwonderkind" Sahaj Govert. Die speelde een Caro-Kann met ergens Pf1 in plaats van het vervlakkende Pe4. Geen idee of de stelling hetzelfde was, maar ik wilde het wel een keertje proberen. Het was een avontuurlijke Caro-Kann, waarin wit lang rokeert en zwart kort. Wit wil dus graag g2-g4 doen, dus dat maakte ik mogelijk met Pg3-f1-e3. Zwart kwam echter door het centrum, wat mij tot een lastige keuze noopte: ik moest lijnen rond mijn koning openen en velden weggeven, of ik moest een pion offeren. Dat deed ik maar en ik kreeg in ruil een mooi veld op f5 voor mijn paard. Dat is volgens Kasparov ook een pion waard. In ieder geval won ik niet lang daarna een stuk op de d-lijn, waarna ik de partij uitschoof.

Ptr had ondertussen verloren van Benjamin Bok, wat hem met een remise tegen Bart Namuurs op 1½ punt bracht. Ik was hem weer (even) voorbij. Het "leapfroggen" zou nog een tijdje aanhouden.

Om te beginnen kreeg ik een nederlaag te slikken tegen Sebastiaan Smits. In een Schotse partij deed hij ongeveer hetzelfde als Johan Booij van SOPSWEPS. Bijna, want hij liet f2-f3 en f3-f4 achterwege. Ik speelde vrolijk verder zoals ik in die partij ook deed, waardoor ik onaangenaam werd verrast door Le3-g5. Desondanks had ik waarschijnlijk nog wel een remise kunnen pakken door naar een ongelijkelopereindspel met torens af te wikkelen. Dat deed ik echter niet. Vervolgens werd ik nog eens onaangenaam verrast door een doorbraak, waardoor ik een gedekte vrijpion op e7 moest toestaan. Dat was te veel van het verkeerde. 😦

Ondertussen was KC door een tweede overwinning ook op twee punten gekomen. Ik speelde dan ook in de vijfde ronde tegen haar. Ptr had weer gewonnen en stond een halfje boven ons.

Dat ik nu de tweede Caro-Kann tegen me kreeg, vond ik niet zo verrassend. Ik speelde 6.Pf3, waar verrassend 6…h6 op volgde. Ik deed maar 7.Pe5 Lh7 8.Ld3, waardoor ik de opstoot van m'n h-pion had uitgespaard. Ik dacht dat dat goed was. Achter de brede rug van het paard bouwde ik een ruimtevoordeel op. Uiteindelijk had ik pionnen op c5 en e5. Tijd om aan te vallen dus. De pionnen werden echter wel zwak, dus moest ik snel zijn. Ik moest eerst f2-f4 doen om e5 te dekken, maar de zet erna kon ik al f4-f5 doen, waarna de zwarte koningstelling werd gebombardeerd. Mat ging het niet direct, maar het leverde me wel heel wat materiaal op. KC speelde nog wat verder, waarbij ik haar door een paar keer van dezelfde penning te profiteren nog wat materiaal won. Het eindigde in mat, maar dat had ze zich kunnen besparen. Het was voor mij immers leuker dan voor haar. Het resultaat was wel in lijn met de eerdere ronden, waarin we allebei steeds met wit wonnen en met zwart verloren. We waren snel klaar en nadat Ptr, die remise had gespeeld tegen een sluwe Vos, zich bij ons voegde, merkte KC zuchtend op dat het toernooi nog vier ronden duurde. Ik keek op m'n horloge. Het was alweer drie uur. Voor m'n gevoel waren we net begonnen…

In de zesde ronde speelde ik dan tegen Jan-Pieter Vos. Hij is zo'n speler die vroeger sterker was dan ik, maar nu niet meer. Althans, dat zegt meneer Elo. Hij speelde verrassend 1.e4, om er vervolgens een gaar flankspelletje van te maken. Ik probeerde me op te stellen zodat ik in het centrum wat terug kon doen. Met mijn lopers zat ik fanatiek op wat diagonalen te dreigen, maar erg veel was er ook niet aan de hand. De belangrijkste diagonalen werden gauw gesloten, waarna ik het gevoel had slecht te staan. Uiteindelijk kon ik een pion offeren om mijn overgebleven loper tot leven te wekken. Wits koningstelling was zwak, maar in ruil voor de pion ruilde ik uiteindelijk maar de dames. Ik dacht met mijn tot leven gewekte loper in het voordeel te zijn, maar het ongeluk zat opnieuw in een klein hoekje. Opeens was m'n toren ingesloten en moest ik met een kwal minder door het leven gaan. Dat betekende vrijwel meteen het verlies van de partij.

Dat schoot dus niet op. Ptr verloor ook, terwijl KC weer op drie punten kwam door een bye. Ik had dus weer een puntje nodig en dat kreeg ik na veel moeite van Willem van den Brink. Het begint wat eentonig te worden, maar ook hij verdedigde zich met een Caro-Kann. Deze partij ging echter nog minder gestroomlijnd dan de partijen tegen de chicks, die op het bord naast me een titanenstrijd uitvochten. Veel heb ik er niet van gezien, behalve dat KC d'r paard de hele tijd rond het veld a3 stond te menstrueren.

Ik had alle tijd nodig om een manier te verzinnen om te winnen. Zwart had veel tegenspel op de damevleugel, terwijl ik nog niet veel had bereikt aan de andere kant. Positiever was dat zwart ook niet meteen mat kon zetten. In mijn ogen ruilde zwart wat te veel stukken, waardoor ik uiteindelijk beter bij zwarts zwaktes kon komen. Mijn loper op c1 deed echter niks, dus moest eerst alles van de dame en toren komen. De afronding was daarentegen onverwachts. Met nog anderhalve minuut op de klok bood zwart dameruil aan, waarna ik opeens zag dat ik mat in twee kon geven door middel van een torenoffer.

Tegen Joep Nabuurs pakte ik m'n eerste halfje met zwart. Echt blij was ik er niet mee. In het Spaans (opnieuw 1.e4, een meevaller) liet hij zijn loper op b3 arresteren door mijn kromme knol op c6. Vervolgens werd de damevleugel afgesloten, waarna ik op de koningsvleugel ging klooien. Ik kon kiezen uit …f5-f4, waarmee ik hem misschien zou dooddrukken, of …f5xe4, gevolgd door …Lc8xh3, met pionwinst. Ik koos voor dat laatste, want ik had liever iets concreets. Wits koningstelling werd verzwakt, dus ik moet gewonnen hebben gestaan. Het afmaken, voor zover makkelijk, lukte echter opnieuw niet. Wit offerde uiteindelijk maar z'n dame tegen mijn toren en paard, waarna de kou uit de lucht was. Omzichtig speelde ik m'n dame nog zijn stelling in, maar ook zij kon in haar uppie de witte verdediging niet uiteenspelen. Ik besloot met iets meer dan drie minuten maar remise aan te bieden, voordat de schade nog groter zou zijn.

Zo ging ik de laatste ronde in met 4½ uit 8, net als Ptr. Doordat we in de laatste ronde tegen elkaar speelden, konden we de gewenste 5½ uit 9 niet allebei meer behalen. Na wat openingszetten, waar ik eeuwen over nadacht, bood hij remise aan, wat ik graag aannam. Daarmee hadden we 5 uit 9 gescoord. Dat was net zoveel als vorig jaar, al had ik toen ook sterkere tegenstanders gehad. Desondanks was Ptr helemaal verrast over de sterke tegenstanders. We eindigden als 12e en 13e, waarna we nog wat met Pascal gingen kleppen, om Eindhoven vervolgens met de staart tussen de benen te verlaten.

Voor KC eindigde het toernooi in mineur met drie nederlagen. Vooral de partij tegen Oude Elias was een dure. Verwacht er van Behirder echter geen commentaar op. Die weet precies hoe je eindspelen kunt verklooien. Ptr was onder de indruk van KC. Hij vond haar tactisch behoorlijk goed. Op de terugweg kakelden we vrolijk verder onder het genot van een pak koekjes. Ptr kreeg de schrik van zijn leven toen hij het raam opende om zijn parkeerkaart in te leveren. Het raam ging helemaal scheef zitten. Gelukkig wist Ptr het euvel vakkundig te verhelpen, waarna we via een omweg in Bussum aankwamen. Het was me het dagje wel.

Scores:
9-13. Ptr, Jip 5
25. KC 3

21 november 2010

BSG met veel moeite voorbij Philidor

BSG-beertjes ernstig uit vorm

Wat kon BSG 1 dit seizoen nog gebeuren? De ploeg was vorig jaar al een sterke ploeg in de eerste klasse, met de komst van Robert Ris zou het kampioenschap een uitgemaakte zaak moeten zijn. En dan was de persoonlijke ontwikkelingen van de ex-jeugdspelers nog niet eens meegerekend. De meesterklasse halen in het jubileumjaar leek zeer reëel. Hoe mooi het er ook uitzag heeft BSG 1 de vorm van het seizoen 2007-2008 ook dit jaar niet te pakken. Dat de thuiswedstrijd tegen Philidor werd gewonnen, kwam voor het grootste gedeelte door de ervaren krachten.

De resultaten van BSG tegen Philidor waren de afgelopen jaren ronduit goed te noemen. Tweemaal werd er in Friesland met 6½-3½ gewonnen. Ditmaal werd de wedstrijd in Bussum georganiseerd en kon teamleider Edwin Baart niet aanwezig zijn. Meteen ging het een stuk moeizamer.

Wedstrijd

De dag begon nog wel goed met overwinningen van Ton en FM Henk. Ton speelde weer eens een wilde partij, ditmaal tegen Gert Jan Rauw. Op een gegeven moment hingen er vooral veel stukken bij zwart. Ton wist voordeel te behalen door zijn dame te ruilen voor een toren en twee stukken. In het resterende eindspel wist hij het materiaalvoordeel in winst om te zetten.

Ook FM Henk won een fraai potje. Hij speelde tegen "vaste klant" Addy Lont, die bleef zitten met een kluit kreupele stukken en slechts kon wachten op de genadeklap.

Een nuttig punt pakte onze versterking Robert Ris aan bord 2 tegen Eddie Scholl. De zwartspeler had de hele partij goed verdedigd en de remise lag binnen handbereik, maar in een pionneneindspel ging hij toch lelijk de mist in.

Dat waren dus drie punten, maar helaas was dat lange tijd ook het enige goede nieuws. De familie Berelowitsch was goed voor één punt. Der Alexander speelt een correcte remise tegen Migchiel de Jong en Die Tatjana doet hetzelfde tegen Erik Sparenberg. Daarmee viel nog wel te leven. Het ging pas goed mis bij de jonkies, die welgeteld een half puntje scoorden.

Zo zei Lenaard met gevoel voor overdrijving dat hij in de laatste zet voor de tijdcontrole "van +9 naar -9" was gegaan. Hij weet zijn miskleun aan extreme tijdnood, waarin hij de verkeerde zet koos, om vervolgens toe te geven dat het zijn eigen fout was om zo lang na te denken. Daarmee kreeg de inhoudsloze partij tegen Jelmer Veltman een enigszins merkwaardig einde.

Ook broertje Large kreeg een nul te slikken. Blijkbaar gaat de externe competitie niet zo goed samen met het Culturele Dorp-toernooi. Tegen Tjapko Struik zag hij zich gedwongen een stuk te offeren voor een pion, zonder dat er echt wat compensatie tegenover stond. Na wat gespartel was ook deze grote vis op het droge getrokken.

Ewood had een minder heldere dag. Tegen Jan Hania was er lange tijd niks aan de hand en won hij zelfs een pion. Vervolgens geeft Ewood een stuk weg en tot overmaat van ramp maakt hij even later zijn eigen vesting onklaar. Dat waren dus drie nullen, de stand is weer in evenwicht: 4-4.

De winst moet komen uit twee eindspelen. Aan bord 10 moet Behirder een toreneindspel met een pion minder remise houden, terwijl Leon Pliester een eindspel met een kleine kwaliteit meer tot winst moet voeren. Behirder was tegen Amir Nicolai in een minder eindspel gekomen. In het ontstane toreneindspel met 5 tegen 4 pionnen op een vleugel (voor zover dat mogelijk is) kon zwart lang op winst spelen. Er werden wat pionnen geruild, gevolgd door lang gemanoeuvreer en pas op zet honderd werd er remise overeengekomen dankzij de 50-zettenregel.

Leon Pliester haalt vervolgens de volle buit binnen voor BSG. Hoewel hij lange tijd niet heel fraai had gestaan tegen Bas van der Lijn, kreeg hij de kans materiaal te winnen. Daarna won hij het eindspel na wat omwegen.

Zo won BSG 1 van Philidor, ondanks de BSG-beertjes. Dat BSG 2 uiteindelijk met 6½-1½ won van de Waagtoren 2, zorgde voor een succesvolle middag in het Denksportcentrum. BSG 2 staat dan ook aan kop in klasse 3D. Inmiddels nemen de BSG 2-spelers vaker de woorden "kampioen" en "promoveren" in de mond dan de BSG 1-spelers. BSG 1 speelde weer eens niet best, maar misschien volstaan louter 5½-4½-overwinningen voor de titel. Over drie weken wacht in Enschede de volgende test: Dr. Max Euwe uit. Dan zullen we het uitvoordeel en de goede vorm van de BSG-beertjes meer dan nodig hebben.

Uitslagen

BSG (2298) – Philidor 1847 (2205) 5½-4½
1. A Berelowitsch g (2575) – M de Jong m (2391) ½-½
2. R Ris m (2418) – E Scholl (2255) 1-0
3. La Ootes (2383) – T Struik (2249) 0-1
4. H van der Poel f (2244) - A Lont f (2285) 1-0
5. L Pliester m (2358) - B van der Lijn (2236) 1-0
6. E de Groote (2291) - J Hania (2161) 0-1
7. Le Ootes (2187) - J Veltman (2195) 0-1
8. T van der Heijden (2259) - GJ Rauw (2042) 1-0
9. T Rozenfeld (2137) - E Sparenberg (2139) ½-½
10. J de Groote (2132) - A Nicolai (2099) ½-½

14 november 2010

Fattle wereldkampioen

Slechte strategie kost Alonso titel

Hoewel Red Bull in Brazilië de constructeurstitel had binnengesleept, lag de strijd om de rijderstitel nog volledig open. De Red Bull was dan wel de snelste wagen, maar een gebrek aan betrouwbaarheid en rijdersfouten hadden met name Fattle veel punten gekost. Teamgenoot Webber was in het begin van het seizoen snel en kende weinig technische mankementen, waardoor hij er beter voorstond in het kampioenschap. Desondanks stond hij nog achter Alonso, die een matige eerste seizoenshelft kende, maar vervolgens een sterke inhaalrace reed en de leiding in het kampioenschap pakte. Als hij die lijn in Appie Dappie kon voortzetten, was hij voor de derde keer wereldkampioen.

Dat het alsnog zeer spannend zou worden, daar ging iedereen wel van uit. De Red Bulls zouden vast gaan schitteren, dus was het niet ondenkbaar dat het kampioenschap uiteindelijk door een teamorder beslist zou worden, namelijk als Fattle Webber aan de zege zou moeten helpen om Alonso voor te blijven. Zou Red Bull een dergelijke teamorder uitvoeren, wetende dat ze Ferrari er op hadden doorgezaagd na de Grand Prix van Duitsland? Destijds, halverwege het seizoen, liet Massa Alonso voorbij, waardoor Alonso zeven punten "won". Toen was hij nog geen titelkandidaat, maar inmiddels wel en dus konden die zeven punten goud waard zijn.

In Appie Dappie bleek het allemaal niet zo duidelijk te zijn. Er was namelijk nog een derde partij die zich om de kopposities meldde: het team van McLaren. De grijze bolides waren dankzij een verbeterde achtervleugel eindelijk weer snel. Daardoor kon Luis zijn minieme titelkansen nog een beetje levend houden. Om eventueel wereldkampioen te worden, MOEST hij winnen en hopen dat de overige drie titelkandidaten niet of nauwelijks scoorden. In de kwalificatie is hij dan ook tweede, achter Fattle. Alonso is comfortabel derde, voor Button en Webber, die slechts als vijfde vertrekt. Daarmee waren zijn titelkansen voor de start van de race al bijna verkeken.

Alonso hoefde eigenlijk niet zo veel te doen: Fattle en eventueel Luis volgen en verder Webber achter zich houden. Zijn start is echter slecht, waardoor Button hem passeert. Vooraan raken Luis en Fattle elkaar bijna in de eerste bocht. Ze lopen geen schade op, al denkt Luis van wel. Button is derde, gevolgd door Alonso, Webber en Massa. Iets verderop duelleren de Mercedes met elkaar. Rosberg gaat buitenom Shoeface. De zevenvoudig wereldkampioen probeert in de daaropvolgende bocht te counteren, maar spint. Alle achtervolgers weten de grijze bolide nog te ontwijken, behalve Liuzzi. Hij klapt er vol op en Shoeface mag van geluk spreken dat z'n hoofd er nog aan zit: Liuzzi's wagen vloog bijna zijn cockpit binnen. Gelukkig stapten de heren uit. Voor Shoeface was het een passend einde van een mislukt seizoen, voor Liuzzi was het een onbevredigend einde van misschien wel zijn carrière.

De ravage zorgde er in ieder geval voor dat de safetycar weer eens uitrukte. 2010 is op de een of andere manier het jaar van de safetycar geworden. De Mercedes moest dit jaar vaker wel dan niet uitrukken. Een aantal gelukszoekers, zoals Rosberg en Petjerov, besluit meteen maar om naar de pits te gaan, om zo aan de bandenregel te voldoen. Zij hoeven in het vervolg dus niet meer naar de pits.

In de zesde ronde wordt het veld weer losgelaten. Fattle gaat bijna stilstaan, waardoor Luis naast hem opduikt en weer als een haas op zijn schreden moet terugkeren. Fattle gebruikt het moment van verwarring door in de laatste bochtencombinatie ineens bij Luis weg te spuiten. Kubica neemt bij de herstart meteen Subtiel te grazen. De Pool zou een fraaie race op een matig verlopen kwalificatie (voor het eerst en laatst dit seizoen niet in "Q3") laten volgen.

Fattle loopt in de beginfase van de race wat weg bij Luis, totdat zijn rondetijden inzakken en Luis de aansluiting weer heeft. Button ziet de koplopers bij hem weglopen, maar achter hem dringt Alonso ook niet bepaald aan. Webber heeft in de openingsfase de grootste moeite zijn bolide in het juiste spoor te houden. Een keer toucheert hij de vangrail bij het uitkomen van een bocht, waardoor hij zich zorgen maakt over de conditie van zijn banden. Hij besluit dan ook om vroeg te stoppen.

De vroege pitstop verontrust Ferrari. Massa komt kort daarna binnen, om zo te proberen Webbers afwijkende strategie onschadelijk te maken, net zoals vorige week bij Button. Webber blijkt echter snel genoeg te hebben gereden om voor Massa te blijven. Bij Ferrari vertrouwt men het niet. Op nieuwe banden is Webber erg snel en het zou slechts een kwestie van tijd zijn voordat hij Alonso "virtueel" zou inhalen, ofwel: het moment waarop Alonso bij een pitstop tot achter Webber zou terugvallen. Alonso lijkt flink te glijden op de oude banden, dus komt hij in de zestiende ronde, vijf ronden na Webber, binnen. Doordat Webber tijd had verloren met het inhalen van Alguersuari, komt Alonso weer voor de Australiër de baan op. Zodoende rijdt het treintje Alonso-Webber-Massa weer in dezelfde volgorde als voor de pitstops.

De vroege pitstop heeft de drie wel ver terug doen zakken. Ze liggen zelfs achter Rosberg en Petjerov. De Rus, die bij Renault bijna concurrentie heeft van de hele wereld, wil dolgraag laten zien dat hij Alonso achter zich kan houden. Alonso probeert dichtbij te komen door andere lijnen te rijden, maar niks lijkt te helpen. Webber volgt Alonso op de voet, maar meer ook niet. Nergens probeert hij Alonso onder druk te zetten.

Vooraan gaan Luis en Fattle kort achter elkaar naar de pits. Fattle valt terug naar de tweede plaats, Luis naar de vijfde plaats. Tussen de twee rijden nu Co Biaggi en Kubica. Co Biaggi probeert Fattle meteen nog uit te remmen, maar haakt af en wordt vervolgens door Kubica ingehaald. Luis passeert Co Biaggi meteen daarna ook, maar bijt zijn tanden (of eigenlijk banden) stuk op Kubica. Zodoende zitten er drie (!) titelkandidaten gevangen achter een Renault en heeft Fattle als enige vrij baan.

Button leidt de race dan nog. Hij is verrassend snel op zijn oude banden, al loopt Fattle uiteindelijk wel op hem in. Pas in de 39e ronde stopt Button en keert achter zijn teammaat op de baan. Luis zit zichzelf op te vreten achter Kubica. Koploper Fattle raakt steeds verder uit zicht, terwijl Button hem nadert. Kubica stopt pas in de 46e ronde en komt tot overmaat van ramp voor Ferrari ook nog voor Petjerov, Alonso en Webber de baan op.

De gezichten worden steeds bleker bij Ferrari, het commentaar wordt steeds wanhopiger. Alonso rijdt steeds vaker een te wijde lijn, klapt een keer bijna op Petjerov, maar hij slaagt er niet in de Rus voorbij te komen. Vooraan zijn de kaarten geschud: Fattle gaat winnen, tenzij hij mechanische pech krijgt, dus moet Alonso in de top 4 eindigen. Dat betekent dat hij Rosberg, Kubica en Petjerov moet passeren. Zelfs Petjerov komt hij niet voorbij. Bij Red Bull zit Christian Horner zijn nagels op te vreten. Zou die motor het houden? Alle rampscenario's spoken door zijn hoofd. Het mocht niet meer misgaan, maar Red Bull is Red Bull… Dus MOEST het wel misgaan. Webber wordt aangespoord om Alonso het vuur aan de schenen te leggen, maar het vuur is weg bij Webber. Hij zet niet echt meer aan, zo gedesillusioneerd is hij. Alonso zit echter nog vol vuur. Zijn machteloosheid maakt hem woedend, wat hij Petjerov na afloop ook laat merken.

Fattle komt na 55 ronden als winnaar over de streep. De McLarens komen zo'n tien seconden later binnen, gevolgd door Rosberg. 30,747 seconden na het passeren van de finishvlag is Fattle wereldkampioen. Alonso moet beide Renaults nog voor zich dulden en komt op 43,797 seconden achterstand als zevende aan de finish, bijna gelijktijdig met Petjerov en Webber.

Zodoende verspeelde Ferrari in de laatste race op een McLarenachtige manier een toch wel aanzienlijke voorsprong op Fattle. De hoofdreden was dus een foute pitstopstrategie. In ieder geval kwamen de voorspellingen van teamorders en startcrashes niet uit. Voor Red Bull was het goed om te zien dat ze uiteindelijk toch de juiste keuze hadden gemaakt door de afgelopen geen teamorders uit te voeren. Webber kwam in het laatste weekend veel tekort op zijn teammaatje, terwijl Ferrari uitgerekend in deze belangrijke race lelijk in de fout ging met de pitstopstrategie. De goede vorm van de McLarens gooide uiteindelijk niet heel veel roet in het eten, omdat Fattle de grijze bolides netjes voorbleef. Fattle is dan ook de verdiende kampioen. Hij was over het hele jaar veruit de snelste. Zodoende kwam alles toch nog goed met Red Bull, dat zowel het rijders- als constructeurskampionschap won. Ferrari greep overal dus lelijk naast. Wie had dat van tevoren gedacht?

Eindstand kampioenschap:

1. Fattle 25 256
2. Alonso 6 252
3. Webber 4 242
4. Luis 18 240

13 november 2010

20 partijen, 21 blunders

NK Internet

Morgen zal het NK Internetschaak gespeeld worden. Afgelopen week waren er voorrondes. Zelf wilde ik, ondanks dat ik in Amstelveen amper internet heb, ook wel een keertje meedoen. Die kans kreeg ik gisteravond. Er waren nog twee plekjes voor het NK te vergeven, dus waarom zou ik het ook niet doen? De kans dat het me ging lukken was echter klein, want allerlei sterke spelers als VR, Bart Miedema en Skorbie deden mee. Tegen zulke spelers zou ik het in een onderlinge partij al heel moeilijk krijgen; over een heel toernooi kon ik ze moeilijk voorblijven.

Om acht uur begon het toernooi. Ik speelde tegen Hranft, geen idee wie het was. Ik had zwart, maar ik kwam vrij snel goed te staan. Helaas bleef het bij een positioneel overwicht. Ik ruilde alles af in de veronderstelling dat ik een gewonnen pionneneindspel had. De waarheid was waarschijnlijk het tegenovergestelde… Gelukkig speelde hij het eindspel niet al te best en vond ik bij toeval een manier om alsnog te winnen.

In de tweede ronde speelde ik tot mijn verbazing tegen VR. Ik probeerde mijn noodlot af te wenden door meteen een remiseaanbod te plaatsen, maar dat werd afgeslagen. VR wilde zo vroeg in het toernooi nog geen punten afstaan. Hij had ingeschat dat hij het nog niet zo makkelijk zou krijgen in het vervolg, dus wilde hij graag winnen van degenen waarvan hij wel kon winnen. Een goede instelling, maar helaas wel tegen mij.

De partij verliep dan ook niet al te best. Ik dacht veel te lang na, terwijl VR gewoon snel logische zetten speelde. Ik stond misschien niet zo slecht, maar mijn stelling was moeilijk speelbaar. In tijdnood begon ik dan ook te haperen en wisselde ik goede zetten af met blunders. VR profiteerde niet ten volle, waardoor er een remiseachtig toreneindspel ontstond, waarin VR zijn toren ineens weggaf door een mouseslip. Toen bood ik maar remise aan. Wie weet krijg ik er nog de Fair-Play Award voor. xD

Als beloning voor mijn vredelievendheid mocht ik meteen daarna tegen Skorbie. Hij was niet zo blij dat VR niet verder op afstand was gezet. Hij zat de hele partij tegen me over de chat te lullen. In een Schotse partij werden de stukken in hoog tempo geruild, al had ik er een onnodige concessie voor gedaan. In het vervolg gaf ik ergens een kwaliteit weg, maar door wat "los" spel van Skorbie, kon ik opeens eeuwig schaak houden. Als ik het gezien had… Vervolgens kan hij ondekbaar mat dreigen, maar ruilde hij dames. Het eindspel was misschien nog te houden, maar dan had ik het slimmer moeten spelen.

De ronde erna had ik weer zwart en nu speelde ik tegen Goudenaar, ofwel Peter Ypma. Ewood heeft nog steeds nachtmerries van de remise die hij vorig jaar tegen deze knul speelde. Op Playchess bleek het in ieder geval een leuke gast te zijn, zeer beleefd over de chat en zo. In de partij dacht ik redelijk uit de opening te zijn gekomen, maar vervolgens werd ik behoorlijk weggedrukt. Gelukkig had hij nog minder tijd dan ik, maar beging ik weer eens een lekkere blunder, waardoor ik een pion inboette. Het leidde er uiteindelijk wel toe dat ik wat pionnen won op de damevleugel, waarna ik met mijn paard in tijdnood ineens wel handig bleek te zijn en won.

Tegen Magnolia (Anton van Rijn?) werd mijn +1-score in stand gehouden, maar heel erg gelukkig was ik er niet mee. In de opening behaalde ik groot positioneel voordeel, maar kon ik dat niet verzilveren. Dieptepunt was een compleet foutief torenoffer, dat vreemd genoeg niet weerlegd werd. Ik won de toren zelfs terug, waarna ik een tweede toren kon winnen, maar dat zag ik weer eens niet… Uiteindelijk kwam er een ongelijkelopereindspel op het bord, waarin niemand meer kon winnen.

Een minpuntje was mijn nederlaag tegen Enrico B. (Thehenk) Tweepaardenspel in de nahand, u kent dat wel. Ik offerde dus een pion, maar na 10.La4 kon ik in de denktank. Dat ging me niet bijster goed af, want mijn compensatie verdampte en dus stond ik nu een volle pion achter. Win ik ineens een kwaliteit… Uiteindelijk kwam er een eindspel van loper en veel pionnen tegen toren en weinig pionnen op het bord, waarin de toren een heldendaad leek te vervullen door wits pionnenlawine langzaam maar zeker onschadelijk te maken. Net op het moment dat de remise binnen leek, verprutste ik het en verloor ik alsnog…

Tegen Wattana won ik snel in de opening een kwaliteit, maar om nou te zeggen dat het daarna gedaan was… Gelukkig wist ik het uiteindelijk nog wel vrij simpel te winnen. Ik stond dus weer op +1.

Van die score kon de witte, die onder het mysterieuze account Witkop1983 voor het eerst in zijn leven op Playchess was, op dat moment alleen nog maar dromen. Hij vond het maar niks voor hem, dat internetschaak. Ook VR moest het doen met een lage klassering. Hij verloor helaas een paar keer en moest hopen op misstappen van de concurrentie.

Hij moest dus hopen dat Apenhoofd Roger Meng zou afstoppen. Helaas voor hem speelde Apenhoofd die partij niet zijn beste schaak. Hij dacht voordeel te hebben na een vreemd gespeelde opening, dus verorberde hij gretig een geschenk op d6. Bleek zwart vervolgens op c4 te kunnen meppen, waarna wits hele stelling uit elkaar flikkerde. Ik dacht nog iets leuks te zien met een pionzetje, waarna zowat al zwarts stukken hingen. Helaas kwam ik vele zetten tekort om ze ook allemaal te slaan, waardoor ik een kwal achterbleef. Vervolgens schoof Rodjer het onberispelijk uit.

Een vreemde partij speelde ik tegen Thejoop. Vroeger was dat volgens mij het account van Yorick ten Hagen, maar nu niet meer. Hij speelde een huilvariant en sloeg na rokade op e5. En ik maar denken dat die variant slecht is voor wit. Zoals ik het speelde, kwam ik echter matig te staan. Ik vrat een pion op d4 op, waarna ineens Le5 kwam en g7 hing, wat in ieder geval een kwal kostte. Ik kreeg wel aanvalskansen. Er zat echter een afwikkeling in de stelling, waardoor wit zijn dame kon offeren voor veel materiaal. "Ga je gang maar, jochie", dacht ik, want ik had verder gekeken: als wit was uitgegeten, had ik ondekbaar mat. Bleek hij verder te hebben gekeken, want een tussenzet verstoorde mijn wrede plannetjes. Met D+L tegen 2T+2P ging ik maar pionnen graaien, waarna hij een paard weggaf en teleurgesteld eeuwig schaak hield.

In de tiende ronde speelde ik tegen Sander van Eijk, ofwel HappyEnding. Ik had weer eens wit tegen hem en ik besloot de opening vrij saai te spelen, wetende dat mijn kansen later wel zouden komen. De partij was een beetje schuivie-schuivie, waarna ik opeens een loper weggaf. Wanhopig ging ik op zoek naar tegenkansen, die ik opeens ook kreeg. In wederzijdse tijdnood kreeg ik de kans hem lelijk kaal te plukken, waarna ik een toreneindspel met drie pluspionnen won. Zo gaat dat meestal tegen hem…

In de slotronde speelde ik tegen Vincent Blom. Ik wist niet dat hij koploper was, maar toen hij remise aanbood, nam ik het gelijk aan. Een gebrek aan zelfvertrouwen, maar met mijn steeds duffer wordende kop vond ik het wel mooi, een eenvoudige remise tegen een sterkere speler. Blom werd door het resultaat uiteindelijk gedeeld eerste met Roger Meng. Daarmee eindigden ze een punt voor de rest, ofwel: verdiend en de remise in de slotronde maakte daarvoor ook niet meer uit.

Voor VR was het jammer dat hij zich niet wist te plaatsen. Hij perste er nog een sterke eindsprint uit, maar het was too little too late. Ook de witte kwam met een sterke eindsprint. Al counterend kwam hij nog op 50 procent. Niet slecht voor een beginner.

Behirder eindigde op 6 uit 11. Niet geweldig goed, maar ook niet slecht, getuige de 19 elopunten die hij won. 😛 Dat was tijdens eerdere voorrondes wel anders. Toch kunnen er nog zeker veel dingen beter. Ik zag af en toe minder dan niks en ik was te duf om ook maar een beetje te rekenen of zo. In dat opzicht is 6 uit 11 veelbelovend.

Resultaten

1. Hranft (1722) 1 z
2. Bah (2690) ½ w
3. Skorbie (2595) 0 z
4. Goudenaar (1873) 1 z
5. Magnolia (2090) ½ w
6. Thehenk (1901) 0 z
7. Wattana (1724) 1 w
8. Rogerztm19 (2434) 0 w
9. Thejoop (2088) ½ z
10. HappyEnding (2287) 1 w
11. Vblom (2333) xc2xbd w

SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams

Vandaag speelde Behirder mee voor het SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams. Het toernooi werd ditmaal gehouden in Bunburg/Spakenschoten, in die toren die heel schakend Nederland kent van de schaakpromotiefilmpjes…

BSG was dit jaar met vier teams gekomen, nadat Mark Pieterse de boel had georganiseerd. Vorig jaar had BSG maar een zwak team, dat kansloos degradeerde uit de kampioensgroep. Dat betekende dat we ons konden opmaken voor een middagje kneusjes prakken. Bleek dat we uiteindelijk toch in de kampioensgroep speelden, omdat er maar negen teams waren. De kampioensgroep speelde dan ook met tien teams, in plaats van de gebruikelijke twaalf. Eigenlijk was het maar goed ook, want de krappe benedenzaal zat al helemaal vol. Nog een rij tafels zou helemaal onwerkbaar zijn geworden. Aan de andere kant was het wel jammer dat er nu minder partijen waren.

BSG 1 speelde met FM Henk, Le, ondergetekende, Ptr, Ruben Hilhorst en de witte. Daarmee hadden we een redelijk sterk team. Het was zonder twijfel sterker dan het team van vorig jaar, maar voor het kampioenschap was meer nodig: de sterkste teams waren nog een maatje te groot voor ons.

Dat bleek wel in de eerste ronde, toen we de organiserende vereniging troffen en met 6-0 klop kregen. Het signaal was duidelijk: welke @#%^&*! heeft ons in deze groep geplaatst?! Toch had de nederlaag dragelijker kunnen worden als FM Henk tegen Bosboom niet door z'n vlag was gegaan, of als Lenaard beter met z'n kansen was omgesprongen in tijdnood. Ondergetekende speelde tegen Hans Böhm en kon zich de betekenissen van de vele Franse woorden niet meer herinneren, terwijl de grammatica ook niet al te best ging toen Mr. Oscarnominatie een hoofdstuk overhoorde dat Behirder niet had geleerd. Het leek wel of hij er geen fromage van had gegeten. Kortom: een partij wedstrijd om gauw te vergeten.

Vervolgens speelden we tegen Paul Keres 1, opnieuw een sterke tegenstander. Behirder pakte tegen Gerben Veltkamp opnieuw een nulletje. Ditmaal was het een vreemde partij, waarin Behirder niet best uit de opening kwam, waarna de stelling werd opengeramd en de tactiek in zijn nadeel was. Gelukkig bleef de schade nog beperkt tot een verrot eindspel, waarin een actieve verdediging net niet voldoende was om een ondergang te vermijden.

De rest van het team deed het echter erg goed. Zo won FM Henk knap van Xander Wemmers, om maar iets te noemen. BSG won dan ook verrassend met 4-2.

Ook tegen Utrecht 1 werd de huid duur verkocht. Aan de hoogste borden werden drie remises behaald, samen met de remise van de witte goed voor 2 punten. Ik speelde weer eens tegen Joost Michielsen en kwam opnieuw goed uit de opening. De stelling kwam open en met het loperpaar in m'n bezit had ik goede kansen. Ik graaide een pion op a7 en ik bleef controle houden. Ik was echter nog steeds erg zenuwachtig en het lukte me niet goed om helder te blijven nadenken. Ik dacht ook veel te lang na. Ik probeerde een aanval op te zetten, maar steeds werd er adequaat verdedigd. Uiteindelijk ruilde ik maar dames en kon ik een goed eindspel spelen. Zwart had een aantal vastgelegde pionnen op de kleur van de loper die hij niet meer had, ofwel: een prooi voor mijn loper. Zwarts koning moest passief blijven, want toen 'ie dat niet deed, won ik de pionnen. Zwart kon echter zijn paard voor mijn witveldige loper geven en plotseling kon ik door de ongelijke lopers niet meer winnen, ondanks twee pluspionnen. 😦

In ieder geval had ik een halfje en hoopte ik tegen Ger Hageman m'n eerste puntje te scoren. In de opening werd echter veel geruild en kwam ik door m'n achterstand in ontwikkeling in het nadeel. Ik kreeg echter tegenkansen over de lange diagonaal ("eeuwige" penning op een paard op f3), maar het was slechts voldoende voor een gelijke stelling. Met 19 tegen 40 seconden bood ik maar remise aan, wat hij (gelukkig) accepteerde. BSG verloor uiteindelijk wel met 2½-3½ van Paul Keres 2, een verrassende nederlaag.

Ook tegen Utrecht 2 werd nipt verloren. Ik speelde tegen Michiel Blok en die kwam ineens met een heel raar soort Frans aanzetten. Het leek wel Waals of zo. Ik verstond er in ieder geval geen woord van, maar gelukkig kon ik de meerkeuzevragen nog wel redelijk beantwoorden. Zo kruiste ik het vakje "Een stuk offeren voor aanval" aan op de vraag "U dreigt een pion te verliezen, wat doet u?" en dat leverde me weer een toren op. De stelling was wel tricky. Er dreigden steeds nare dingen en uiteindelijk zag ik niets beters dan een afwikkeling waarbij ik weer een stuk teruggaf, die echter geforceerd tot mat bleek te leiden.

Ik was inmiddels hard toe aan een pauze, ook om m'n blaas te legen. Het was behoorlijk warm in de speelzaal door al die zweterige schakers. Helaas waren de toiletten in de pauze constant bezet… Kutlocatie. :S Een blik op het scoreformulier leerde dat BSG het niet best had gedaan. Lenaard deed het goed, FM Henk en Witkop konden wel tevreden zijn, maar Ptr, Ruben en ik hadden maar één punt. Ik had zelfs niet één keer gewonnen. Dat moest beter gaan…

Na de thee speelden we tegen Hoogland. Ik weet eerlijk gezegd niet tegen wie ik nou speelde. Hij speelde Scandinavisch en offerde een hele rij pionnen. Ik nam het maar aan, omdat ik anders niet echt voordeel dacht te hebben, maar waarschijnlijk pakte ik er een te veel of zo, want opeens stond ik superslecht. Mijn stukken maakten een krachteloze indruk, terwijl zwarts stukken gretig in mijn stelling keken. Blijkbaar kan ik na al die jaren nog niet goed inschatten hoeveel pionnen ik kan slaan… Gelukkig miste hij een paar keer de beste zet en kon ik consolideren. Vervolgens nam ik de aanval over en won ik. Ik had in ieder geval een keertje gewonnen. Wat de rest van het team deed, boeide me niet zo. xD

De derby tegen HSG eindigde wat teleurstellend in 3-3. Ptr won knap van Herman van Engen, maar daar stond tegenover dat FM Henk bijna verloor van Pinda en dat Lenaard werd weggecombineerd door Wim van der Wijk. Zelf had ik het genoegen om tegen Klaas (van Wenen) te spelen. Ik overleefde de opening voor de verandering en ik slaagde erin om in het vervolg niet te veel getruct te worden, waardoor ik zelfs wat beter stond. Ik wikkelde echter braaf af naar remise. Doordat de staartborden elkaar ook in evenwicht hielden (de witte won, terwijl Hilhorst wel weer door z'n vlag zal zijn gegaan), werd het dus 3-3.

Tegen Zeist was ik snel klaar. Ook nu speelde ik weinig klaar in het Frans (ik kopieerde Coens opening tegen SOPSWEPS :S) en dat gaf mijn tegenstander behoorlijk tegenspel op de damevleugel. Hij pakte echter een vergiftigde pion op c2 en dacht zich er mooi uit te redden, maar niets was minder waar: ik won gewoon een stuk. Vervolgens schoof ik het traag uit en kon ik eindelijk naar de plee. De rest van het team won ook, zo bleek, waardoor we ook een keertje met 6-0 wonnen.

In de laatste ronde speelden we tegen Amersfoort. Zij hadden met MadU Sadler in de gelederen verrassend van En Passant gewonnen. Sadler had alleen nog maar palen gescoord en daar kwam tegen FM Henk geen verandering in. Aan de rest van het team de taak dat verlies goed te maken. Dat lukte echter niet. Lenaard ging er hard af in een draak toen hij even niet oplette. Ondergetekende speelde een saaie remise in de Nimzo tegen Jeroen Schuil. Eerst werden de dames geruild, daarna de paarden en vervolgens kwam er een remiseaanbod. De kleine nettowinst op de onderste borden kon een teamnederlaag vervolgens niet meer voorkomen.

Het verlies betekende dat BSG bleef steken op een nogal teleurstellende zesde plaats. En dat terwijl we het qua bordpunten niet eens zo verkeerd deden. FM Henk, tegen wil en dank aan bord 1 geplaatst, scoorde nog 50 procent. Lenaard en Ptr scoorden een halfje meer, ik scoorde een halfje minder. De witte scoorde zelfs 7½ punt. De zwakste schakel was vandaag helaas Ruben Hilhorst, die veel partijen verloor doordat hij zijn bedenktijd overschreed. Niet erg handig dus. Gezien de vele 3½-2½-nederlagen was dat vaak kostbaar puntverlies.

De overige BSG-teams konden ook niet echt opvallen. BSG 2 werd derde in zijn poule, maar dat was onvoldoende voor promotie. BSG 4 klopte BSG 3 in een onderling duel, dus dat zal ook wel niet veel meer geweest zijn dan gerommel in de marge. Ondanks de matige resultaten speel ik graag mee. Helaas was de locatie totaal ongeschikt voor dit toernooi. Het was maar goed dat het buiten niet stormde of regende, want binnen was niet genoeg plek voor iedereen. Het lijkt me een goed idee om nu alvast te gaan lobbyen om het toernooi volgend jaar in het Visnet of zoiets onder te brengen. Hopelijk is dat voor enkele sterke BSG'ers (IK NOEM GEEN NAMEN!!) een aanmoediging om dan wel mee te doen.

07 november 2010

Wie volgt Button op?

Hülkenberg op zaterdag, Fattle op zondag

55 weken geleden stelde Jenson Button op Interlagos zijn wereldtitel veilig met een vijfde plek. Dit jaar moest hij op hetzelfde circuit zijn titelkansen levend houden door te winnen, terwijl de overige vier titelkandidaten nauwelijks mochten scoren. Een ondoenlijke klus in de trage McLaren. Nee, eigenlijk waren er nog drie titelkandidaten. Naast koploper Alonso moest er nog rekening gehouden worden met de Red Bulls, die tijdens de oefensessies de vloer aanveegden met de concurrentie. Luis kon ook nog steeds kampioen worden, maar hem werden weinig kansen toegedicht.

Kwalificatie

Waar iedereen rekende op een zoveelste eerste startrij voor de Red Bulls, was het Nico Hülkenberg die zijn Williams in de natte sessie verrassend op pole zet. Op de opdrogende baan is hij de enige die constant op de droge lijn blijft rijden en daardoor is hij ruim een seconde (!) sneller dan wie dan ook. Zelfs zijn "tweede" snelste tijd is goed genoeg voor pole, maar in zijn laatste ronde verbetert hij zijn eigen tijd ook nog eens aanzienlijk. De recordronde was een geweldig schouwspel, waarin hij met een fenomenale wagenbeheersing zijn nerveuze wagen constant in bedwang hield. En zo'n man is dan niet zeker van een zitje voor volgend jaar…

De Red Bulls hielden de schade nog wel beperkt met een tweede en derde plaats, terwijl Luis vierde was, voor Alonso. Barrichello pakte in de schaduw van zijn teammaatje de zesde plaats. Massa doet het met een negende plek voor eigen publiek niet best, terwijl Button niet eens in de top 10 staat.

Race

Op de racedag is het droog en dat is in het voordeel van de Red Bulls. Hun enige zorg was Hülkenberg, die zonder ontzag zijn plek kon verdedigen; hij vocht immers niet om het WK. Fattle, die naast zijn landgenoot startte, wist wat hem te doen stond: een goede start maken en dan hard weglopen. Als de lichten doven, maakt Fattle dan ook een goede start. Hij zit er al voor de eerste bocht naast. Hülkenberg zit aan de buitenkant en is verstandig genoeg om zijn eerste positie op te geven. Webber, die bij de start wat in de verdrukking zat, ontdoet zich eerst van Luis, om vervolgens bij Hülkenberg te slipstreamen. De Duitser probeert zijn positie nog te verdedigen, maar tevergeefs. Zodoende zijn de Red Bulls al na drie bochten waar ze willen zijn: aan kop.

Ondertussen zit Luis vlak achter Hülkenberg. De McLaren rijdt echter bijzonder rommelig met veel brandstof, waardoor Luis zelf door Alonso wordt ingehaald, in plaats van dat hij zelf voorbij Hülkenberg komt. Dat lukt Alonso overigens ook niet direct. De Red Bulls rijden per ronde met zo'n anderhalve seconde per ronde weg bij Hülkenberg, die daarmee ongewild bewijst hoe goed zijn kwalificatie was. Met zijn glijdende auto heeft hij de grootste moeite om zijn achtervolgers achter zich te houden. Alonso zoekt voorzichtig naar openingen door de Duitser constant over de limiet te jagen. Dat kan niet goed gaan en inderdaad, het gaat ook mis. Alonso zit aan het eind van het rechte stuk aan de buitenkant, waardoor Hülkenberg moet later remmen dan hem lief is en dat breekt hem bij het uitaccelereren weer op. Alonso duikt in het gat naar de derde plaats. Zijn achterstand op de koplopers is dan al aanzienlijk.

Hoewel Luis vooraf nog optimistisch was over de race vanwege de hoge topsnelheid van zijn bolide, hij kan er in de race weinig mee. Hij komt grip tekort om dicht achter de Williams te kunnen rijden en om een succesvolle inhaalactie te ondernemen. Achter Hülkenberg groeit dan ook een treintje. Button, die dan nog steeds in de middenmoot rijdt, besluit om als eerste van banden te wisselen, om zo weer vrij baan te hebben. Het plannetje werkt perfect, want als de mannen voor hem stoppen, hebben ze achter Hülkenberg zo veel tijd verloren dat ze achter hem de baan op komen. Bij Massa, die een ronde na Button stopt, verloopt de pitstop niet goed: een voorwiel zit niet goed vast en de Braziliaan kan meteen nog een keer terugkomen bij zijn team om het wiel wel goed vast te laten zetten.

Luis volgt een andere tactiek dan zijn teammaatje: hij wacht totdat Hülkenberg stopt en blijft dan nog een tijdje doorrijden. Ook die tactiek werkt goed en Luis komt vlak voor Button (!) weer op de baan. Op het moment dat bijna iedereen gestopt is, komen de koplopers binnen. Alonso gaat eerst en komt net voor de nog niet gestopte Rosberg de baan op. Vervolgens komen Fattle en Webber binnen. De volgorde vooraan is niet veranderd. Wel ziet Webber zijn kans schoon om Fattle het vuur aan de schenen te leggen. Ronde na ronde knabbelt hij weer iets van zijn achterstand af. Bij Red Bull worden de gezichten rood. Het zal toch niet gebeuren dat die twee heethoofden met elkaar gaan duelleren? Moeten ze Webber voorbij Fattle helpen, of moeten ze hem juist dwingen wat trager te gaan rijden?

De achterblijvers geven Fattle even wat lucht. Het is een beetje raar, maar alle wagens zijn nog in competitie. Sommigen, zoals Clean, liggen lichtjaren achter, maar rijden nog wel. Omdat Interlagos niet zo'n lang circuit is, geeft het behoorlijke verkeersproblemen, zeker omdat de achterblijvers vaak met elkaar in gevecht zijn en weinig oog hebben voor de leiders. Met pijn en moeite worstelen Fattle en Webber zich door de kluit slakken heen. Hülkenberg moet toekijken hoe degene waarmee hij de eerste startrij deelde, hem nu op een ronde zet.

Pas in de vijftigste ronde hebben we de eerste uitvaller. Het is Liuzzi, die zijn positie weer verder onder druk zet door een merkwaardige crash. Buiten beeld klapt hij op een vreemd punt opeens hard in de muur. Het wrak staat op een gevaarlijk punt en meteen rukt de safetycar uit. Een aantal coureurs, waaronder de McLaren-coureurs, haalt nieuwe banden. Voor Luis, die de hele race zat te mekkeren over een gebrek aan grip, is dat goed te begrijpen, maar waarom Button een ronde later (!) hetzelfde doet, is minder logisch. Misschien vreesde McLaren dat hij voor Luis terecht zou komen en dat Luis hem dan op de baan zou moeten inhalen. Hij verliest er echter geen posities mee, ook omdat de Mercedes, de laatste wagens die nog in dezelfde ronde als de leiders zitten, eveneens nieuwe banden halen.

Het belooft in ieder geval een spannende slotfase te worden als de safetycar het circuit verlaat. Vreemd genoeg mochten de achterblijvers ditmaal hun ronde achterstand niet meer inhalen. Ook is het vreemd dat ze vrolijk tussen de koplopers blijven rijden. Fattle kan op die manier zijn voorsprong op Webber direct uitbouwen, terwijl Alonso ook nog een flink aantal auto's moet passeren. Door de achterblijvers kunnen de McLaren-coureurs ook niet profiteren van hun nieuwe banden, terwijl Rosberg tot zijn verbazing ziet dat Massa zich ineens bij hem "unlapt". Rondenlang houdt de hele kluit achterblijvers hem op. Merkwaardige taferelen, zeker omdat achterblijvers doorgaans al een drive-throughpenalty krijgen als ze een bochtje te laat wegduiken voor een snellere wagen. Blijkbaar gelden er nu andere wetten en daardoor gebeurt er weinig meer in de slotfase. Alonso maakt nog jacht op Webber, maar het is too little too late. Webber zou het door probleempjes met de motortemperatuur wat rustiger aan hebben gedaan in de slotfase, aldus Red Bull. Of was het een teamorder?

De dramatiek wordt natuurlijk weer verzorgd door de Brazilianen. Zo loopt Barrichello een lekke band op bij een inhaalactie en valt daardoor ver terug. Massa probeert zich soms wel heel erg lomp uit de achterhoede te knokken, maar slaagt daar niet in. Hij finisht na enkele touches slechts als vijftiende. Verder finisht Di Grassi op negen ronden achterstand nadat hij halverwege de race grote vertraging opliep door een of ander probleem.

Vooraan rijdt Fattle onbedreigd naar de zege, voor Webber en Alonso. Luis wordt vierde, vlak voor zijn onttroonde teammaatje. Rosberg slaagt erin voor zijn teammaat te finishen, ook al was hij achter hem gestart. Shoeface is uiteindelijk de laatste van de wagens die niet gedubbeld is. Hülkenberg sprokkelt met zijn achtste plaats nog genoeg punten voor Williams om Force India in het constructeurskampioenschap in te halen. Kubica en Co Biaggi completeren de top-10.

Red Bull haalde met de dubbelzege het constructeurskampioenschap binnen. Volgende week wordt in Appie Dappie beslist wie de rijderstitel, de hoofdprijs uiteraard, pakt. Het is nog heel spannend:

1. Alonso 246
2. Webber -8
3. Fattle -15
4. Luis -24

Als de race weer eindigt zoals nu, dan is Alonso kampioen. De vraag is natuurlijk of Red Bull zo stom is om Fattle in dat geval te laten winnen. Waarschijnlijk niet. Kortom: als Red Bull de volgende race snel en betrouwbaar is, ziet het er slecht uit voor Alonso. Aan de andere kant: hoe vaak heeft Red Bull dit jaar een race niet verprutst? Ten slotte is Luis wonderbaarlijk genoeg nog niet uitgeschakeld voor de titel, maar de enige manier voor hem om kampioen te worden, is als de rest zichzelf of elkaar uitschakelt. In ieder geval zijn er nog vier kanshebbers voor de titel. Volgende week zal het er dus echt om gaan en volstaan berekenend rijden en kansberekeningen niet meer. Degene met stalen zenuwen zal kampioen worden. De grote vraag is natuurlijk: wie zal dat zijn?