27 december 2015

Oefening baart kunst

Gisteren was het weer tijd voor een heuse spelletjesdag. Om een uur of twaalf werden Ewood en ik door Jean Loulou opgehaald om weer eens een middagje in schakelaars te knijpen. Net als vorig jaar was er een soort familiedag bij zijn slotraceclub in Almere. Naast de opofferingsgezinde organisator Paul en materiaalman Jean Loulou waren er negen jongeren (voornamelijk vrienden en aanhang van de zonen van de organisator) naar de schuur op de Zuiderzeebodem gekomen.

Paul had meteen een heel tijdschema in elkaar gedraaid. Na wat inoefenen begonnen we met een kwalificatie. Ik mocht als eerste de baan schoonvegen met een voor mij totaal onbekende bak en dat ging me ook niet heel goed af. Ewood had de snelheid wel goed te pakken en hij reed meteen de beste tijd. Uiteindelijk werd ik vierde en dat betekende dat ik in de tweede van de drie races mocht starten. Aangezien ik de snelheid nog steeds niet gevonden had, probeerde ik in de race zo min mogelijk fouten te maken. Terwijl mijn concurrenten gezellig met elkaar stonden te kwekken, gebruikte ik mijn hersencapaciteit liever om mijn wagentje op de baan te houden.

"Alesi was blocking me like crazy so I went to overtake him and had three quarters of the car inside him but he just closed the door. I don’t know whether he saw me or not as he only looks to the front, never in his mirrors, probably to concentrate keeping the car on the track." 

Pedro de la Rosa na de Grand Prix van Spanje in 2000.

De tactiek werkte perfect en door de race te winnen, verzekerde ik me van een plek in de finale. Daarna waren de snelste drie van de middag aan de beurt. Het niveau lag erg hoog in deze race en de deelnemers joegen elkaar lekker op. De verschillen waren klein en een foutje was zo gemaakt, dus bleef het tot aan de laatste meters spannend wie er zou winnen. Uiteindelijk versloeg Jeroen Ewood net. Nummer 3 Dennis maakte wat meer fouten, maar ook hij was ruim snel genoeg om zich voor de finale te plaatsen.

In de finale had ik het moeilijk. Ik begon in de relatief snelle derde baan, maar ik moest kennelijk nog inkomen, want ik werd door iedereen voorbijgeblazen. Na die matige eerste stint werd het echt een uphill struggle en moest ik maar hopen dat ik nog derde kon worden. Doordat de rest maar weinig fouten maakte, kon ik mijn gebrek aan snelheid ook niet echt compenseren. Toch stond ik bij het ingaan van de laatste race nog derde, maar moest ik nog op de traagste baan rijden. Ewood stond aan kop, maar hij moest nog op de trage vierde baan. Hij verdedigde een voorsprong van een ronde, maar nadat hij die voorsprong had verspeeld, moest hij risico's nemen en dat liep niet goed af. Zelf was ik gewoon te traag en dus greep ik naast het podium, net als vorig jaar. Het schattige bekertje werd door Jeroen gewonnen. Hij maakte weinig fouten en was op alle banen behoorlijk snel.

De kwalificatietijden (geel) en de gemiddelde rondetijden in de race (blauw) en in de finale (rood).

Aantal afgelegde ronden per baan. Baan 2 (of de auto op baan 2) was het snelste, gevolgd door baan 3. Baan 4 en 1 waren het traagst.

Daarna was het weer tijd voor een kerstdiner en de afsluitende spelletjes. Aangezien Mens erger je niet en Scrabble de enige spellen zijn die mijn ouders kunnen en willen spelen, beleefde ik een soort déjà vu. Het ging ongeveer zoals altijd:

"We begonnen maar met Mens erger je niet, een spel waarbij ik wel hoge verwachtingen had. (...) Helaas bleek maar weer dat je zonder geluk niet al te best gaat met dit spel. Terwijl iedereen op commando een zes leek te kunnen gooien, gooide ik vooral tweeën. En net als ik dan een pion in het spel had, ging-ie op mysterieuze wijze weer verloren. Ondertussen moest ik lijdzaam toezien hoe de anderen hun pionnen thuisbrachten, terwijl ik steeds minder het gevoel had dat ik nog aan het spel deelnam. Uiteindelijk ging Beppie er nog met de winst vandoor, door een paar keer achter elkaar zes te gooien, gevolgd door een drie en team geel was thuis. Daarna moesten wij verder zien te prutsen. Jean Loulou stond ook op het punt om te winnen, maar hij deed een paar domme dingen (zelfs met Mens erger je niet kun je fouten maken), maar uiteindelijk kwam alles precies op z’n pootjes terecht toen Ewood net te laat was en Loulou precies het goede aantal ogen gooide. Tot dat moment had ik nog gegrapt dat ik tweede zou worden, maar nadat de zessen niet wilden komen en steeds mijn pionnen van het bord werden gemept als ze van enige betekenis dreigden te worden, had ik weinig kans meer. Toen uiteindelijk ook Ewood finishte, had ik al m’n pionnen nog in m’n thuishonk staan."

Meer skills en minder geluk is nodig bij het oer-Hollandse Scrabble. Doordat ik nooit kruiswoordraadsels oplos en slecht ben in het verzinnen van anagrammen, kan ik werkelijk waar geen kut van dit spel. Daar kwam nog bij dat Beppie allerlei Engelse woorden ging aanleggen. "Foam mag toch? Ja, doen we gewoon!", nadat ze ook al het woord "nerd" had geprobeerd aan te leggen. We gaan even terug naar 1996 of zo. Beppie: "Jesper is soms best wel een nerd." (legt N-E-U-R-T op het bord). Nu probeerde ze het gewoon weer. Ik kon nog net tegenhouden dat ze het woordje wrong neerlegde, want dat was natuurlijk dubbel fout. Aan de andere kant werd UK wel weer geaccepteerd.

Jean Loulou kwam op stoom en schudde de ene na de andere grap uit zijn mouw. De sfeer zat er goed in, ondanks dat het steeds moeilijker werd om nog een fatsoenlijk woord aan te leggen. Een z ergens op het midden van het bord bleek een vervelend obstakel.

"Er eindigt geen woord op een z." 

- "RTL."

Ewood en Jean Loulou

Doordat ik net het woord voedsel niet aan kon leggen en de rest een paar keer kans gaf op bonuspunten, eindigde ik afgetekend als laatste. Ewoods wezels leverden hem de overwinning op. Door de vele lange denkpauzes was het behoorlijk laat geworden. We fietsten terug naar mijn huisje, waar ik me tot diep in de nacht verder kon schamen. Toch vond ik de vele oorwassingen stiekem wel grappig en daar gaat het natuurlijk om.

12 december 2015

Een jaar met twee gezichten

BSG heeft vizier niet op scherp staan tegen Charlois

Waar BSG vorig seizoen het kampioenschap op een haar miste, gaat het dit seizoen wat minder van een leien dakje. Na vier ronden hebben we al meer verliespunten dan in het afgelopen seizoen. Wat pech en een gebrek aan slagkracht op de cruciale momenten zorgen ervoor dat het dubbeltje steeds net de verkeerde kant op valt: na de nipte nederlagen tegen SISSA en Pathena Rotterdam won landskampioen Charlois Europoort in het Denksportcentrum met het kleinst mogelijke verschil.

De dag begon nog met een heugelijk wapenfeit: lange Alexander was voor de tweede keer vader geworden en daar werd natuurlijk even stil bij gestaan. Vervolgens gingen de remmen los en vlogen de spelers elkaar op het bord meteen naar de nek. Zo kreeg Ton prachtig spel tegen Roger Meng, die hier bijna negen jaar eerder nog geschiedenis schreef door als 10-jarig jochie van Bert Balke (BSG 2) te winnen. Nu was hij zelf lijdend voorwerp en moest hij al gauw zijn koning omleggen.

Doordat Ewood het aan het eerste bord ook niet erg lang volhield tegen de Hongaarse grootmeester Imre Hera, stond het al gauw weer gelijk, maar daarna sloeg de balans weer in het voordeel van BSG uit. Zo won Thomas van Stefan Docx, die allerlei rare fratsen uit ging halen en in een rommelige partij ten onder ging. Li speelde een saaie remise tegen Erik van den Dull, terwijl FM Henk het huisje van Valeer/Valery Maes niet af wist te breken en ook maar met remise genoegen moest nemen.

De wedstrijd kantelde toen de echt lekkere stellingen niet werden gewonnen. Door de ongelukkige planning van de Bundesliga mocht het Apenhoofd weer eens opdraven. Tegen Michel de Wit kwam hij geweldig uit de opening. Het afmaken lukte maar niet en na een flater na de tijdcontrole mocht hij nog blij zijn met remise. Nog erger verging het Large, die eveneens een droomstelling bereikte. Hij trok echter eveneens veel tijd uit voor zijn zetten en dat brak hem op toen tegenstander Arben Dardha ineens een gevaarlijke koningsaanval uit de grond stampte. Na matig verdedigingswerk lag de bal ineens in het verkeerde doel.

De nederlaag van Robert tegen Bart Michiels werd weer gecompenseerd door de overwinning van de vader op Robin Lecomte. Het betekende dat alle druk op de schouders van Frank lag. Hij moest een eindspel met een kwaliteit tegen een pion minder proberen te houden tegen Mher Hovhanisian, maar dat was onbegonnen werk. Dus verloor BSG voor de derde keer op rij met 5½-4½.

BSG 2 was toen nog bezig tegen het Amsterdamse Fischer Z. Aan het zevende bord probeerde teamleider Rein de 4-3-voorsprong over de streep te trekken tegen Frans Smit. Ook hij verdedigde een eindspel met een kwaliteit tegen een pion minder, maar dit eindspel leek houdbaar. Een onbegrijpelijke blunder deed zes uur zwoegen teniet en dus deed het eerste achttal van BSG zich opnieuw bij het sluiten van de markt tekort. Door het ongelukkige gelijkspel tegen de nummer 2 in de poule sloot ook het eerste achttal van BSG het jaar in mineur af. Na drie tweede plaatsen lijkt het team dit seizoen veroordeeld tot de grauwe middenmoot.

BSG (2333) - Charlois Europoort (2398) 4½-5½
1. E de Groote (2327) - I Hera g (2598) 0-1
2. L Riemersma m (2431) - E van den Doel g (2570) ½-½
3. R Ris m (2404) - B Michiels g (2528) 0-1
4. La Ootes m (2408) - A Dardha f (2366) 0-1
5. F Erwich f (2358) - M Hovhanisian m (2497) 0-1
6. A van Beek m (2269) - R Lecomte (2261) 1-0
7. T Willemze m (2410) - S Docx m (2420) 1-0
8. T van der Heijden (2309) - R Meng f (2351) 1-0
9. H van der Poel f (2206) - V Maes (2136) ½-½
10. J de Groote (2209) - M de Wit f (2256) ½-½

11 december 2015

De ondergang van het Nederlandse clubvoetbal en de oplossingen

De gloriedagen van het Nederlands clubvoetbal liggen alweer lang en breed achter ons. Waar Ajax in 1995 de Champions League won en Feyenoord in 2002 nog met de UEFA Cup* aan de haal ging, is men anno 2015 al heel blij dat een club voor het eerst sinds 2006 de knock-outfase van de Champions League heeft bereikt, terwijl de overige clubs kansloos werden uitgeschakeld in de Europa League.** Komt Nederland er ooit nog bovenop?

Voor betere tijden hoeven we gelukkig niet zo heel ver terug in de tijd te gaan: het seizoen 2011/2012 was voor Nederland ongekend succesvol. AZ bereikte de kwartfinale van de Europa League, terwijl PSV en Twente in de achtste finales werden uitgeschakeld. Doordat laatstgenoemde clubs er een jaar later met de pet naar gooiden, bleef het bij die ene opleving. Sindsdien kwakkelt Nederland en ook dit jaar kwam daar geen verandering in.

Alleen PSV wist zich dit jaar in de Champions League positief te onderscheiden. De Eindhovenaren waren weer net zo degelijk als onder Guus Hiddink een decennium geleden: thuis pakte de ploeg driemaal de volle winst, zodat het punt dat in Manchester werd gehaald doorslaggevend was.

De Europa League motiveert kennelijk toch minder, zoals Ajax ondervond. Nadat de Amsterdammers in augustus tegen Rapid Wien op een buitengewoon amateuristische manier een Champions League-ticket hadden verkwanseld, troffen ze nu onbekende ploegen als Molde FK in plaats van grootmachten als Real Madrid of Barcelona. Geen moment wist de koploper van de Eredivisie te overtuigen. Alleen in Schotland werden drie punten gepakt en dat was door de nederlaag tegen Fenerbahçe niet genoeg om door te gaan.

Beter op dreef in de voorrondes was AZ, maar de Alkmaarders compenseerden dat weer door in de poulefase als een krant te spelen. De manier waarop de Duitse degradatiekandidaat FC Augsburg ze in beide wedstrijden de baas was, was gênant. Ook Partizan haalde twee keer de volle drie punten op. AZ revancheerde zich door tegen de ongenaakbare koploper Athletic Bilbao wel vier punten te pakken, maar het was too little too late.

Bekerwinnaar Groningen werd gewogen en te licht bevonden. De toon werd al in de eerste wedstrijd gezet, toen Olympique Marseille in de Euroborg met een enorm machtsvertoon de drie punten ophaalde. Die wedstrijd bleek echter niet geheel representatief voor de krachtsverhoudingen, zoals het vervolg aantoonde, maar natuurlijk liep Groningen de rest van het toernooi achter de feiten aan. Na nog twee gelijkspelletjes en drie nipte nederlagen dropen ze met de staart tussen de benen af.

Ook weinig succesvol waren Go Ahead Eagles en Vitesse. Van de degradant met de Engelse naam kon ook niet veel verwacht worden. Tegen het Hongaarse Ferencváros wisten ze in eigen huis nog een punt te pakken in de voorronde en dat was al heel wat. De Eredivisieploeg met de Franse naam lukte dat namelijk niet eens. Tegen het South Ampton van Koeman kwam de winnaar van de play-offs er in beide wedstrijden totaal niet aan te pas. Was South Ampton dan zo goed? Nee, want zij werden vervolgens uitgeschakeld door FC Midtjylland.

Door de matige resultaten bezet Nederland dit jaar de 13e plek op de coëfficiëntenranglijst. De gemiddelde coëfficiënt van de afgelopen vijf jaar bepaalt hoeveel teams ieder land in welke Europese competitie mag afvaardigen en hoeveel voorrondewedstrijden ze moeten spelen. Op basis van het vijfjarige gemiddelde staat Nederland nog tiende, maar als in 2017 de goede resultaten van 2011/2012 komen te vervallen, dan gaat Nederland nog barre tijden tegemoet. Sinds 2005 is Nederland geleidelijk aan afgezakt van de subtop naar de middenmoot in Europa.

Toch hoeft dat ook niet heel erg te zijn. Natuurlijk is het minder leuk dat Nederland minder teams mag afvaardigen en dat ze misschien meer voorrondewedstrijden moeten spelen, wat natuurlijk weer grotere risico's op een voortijdige uitschakeling oplevert. Vooral wat betreft de alles-of-nietswedstrijden hebben de Nederlandse clubs een slechte staat van dienst. Maar er is ook goed nieuws: gewonnen voorrondewedstrijden tellen ook mee voor de coëfficiëntenranglijst, dus kan Nederland al vroeg in het seizoen een hoop extra punten pakken. Daarnaast worden de coëfficiënten per land bepaald aan de hand van het gemiddelde aantal punten per team. Minder teams betekent dat de zwakke broeders wegvallen en dat kan voor Nederland heel heilzaam zijn, zoals ik hieronder zal aantonen.

Dit seizoen heeft Nederland bijvoorbeeld tot dusver 32½ punt gepakt. Bijna de helft werd gepakt door PSV, dat in totaal 9 punten aan overlevingsbonussen kreeg en met drie zeges en een gelijkspel nog zeven punten scoorde (een overwinning telt als twee punten en een gelijkspel voor een). Ajax kwam niet verder dan 8 punten, AZ harkte er dankzij de goede voorrondes nog 6 binnen. De overige 2½ punt werd dus door de drie zwakste ploegen gescoord. De drie ploegen hebben met elkaar gemeen dat ze zich niet op basis van hun prestaties in de competitie hebben geplaatst: Vitesse plaatste zich via de play-offs, Groningen via de beker en degradant Go Ahead Eagles werd op basis van fair play het toernooi in gerommeld.

Per ploeg scoorde Nederland dus 5,416 punt. Nederlands hoge klassering in het fair play-klassement werkte als een boemerang: nadat FC Twente had bedankt voor het Europese avontuur, behaalde Go Ahead maar een half puntje voor Nederland op de coëfficiëntenlijst. De Nederlandse coëfficiënt over vijf ploegen zou dus 32/5 = 6,4 punt zijn en daarmee zou Nederland net onder onze Zuiderburen elfde staan. Met vier teams zou de Nederlandse coëfficiënt zelfs 8 zijn en met maar drie teams 10, goed voor een plek rond de zevende plaats, waar Nederland tien jaar geleden ongeveer stond.

Tien jaar geleden was ook het moment waarop in de Eredivisie de play-offs werden ingevoerd, een serie wedstrijden die alleen als doel had om de teams die hoog in de competitie waren geëindigd niet Europees te laten spelen. Zo pakte Ajax als nummer 4 in het eerste jaar van de play-offs het tweede en laatste Champions League-ticket (om het vervolgens tegen FC Kopenhagen te verkwanselen) en dat zette de toon voor de daaropvolgende jaren. Natuurlijk hebben de play-offs ook hun voordelen (de ploegen die aan het eind van het seizoen in vorm zijn, zijn in het voordeel, evenals ploegen die goed in alles-of-nietswedstrijden zijn), maar ik denk dat de nadelen (extra wedstrijden en het toevalselement) zwaarder wegen.

Daarnaast is er natuurlijk nog de bekercompetitie. In Nederland is het een bijprogramma; een derderangs toernooi als verplicht nummer waar eigenlijk niemand zin in heeft. De goedwillende amateurclubs willen wel, maar kunnen niet, de topclubs kunnen wel, maar willen niet, dus wordt het toernooi meestal door een Eredivisieclub gewonnen die in de competitie helemaal niets heeft laten zien. Moet je zo'n club dan naar Europa sturen? Volgens de regels zal het wel moeten en dat is alleen maar meer reden om de bekercompetitie maar helemaal af te schaffen.

Daarnaast is er natuurlijk die onzin van dat fair play. De laatste jaren lijkt Nederland een abonnement op die laatste vrijkaarten voor de Europa League te hebben, waardoor ineens allerlei noodlijdende clubjes Europa ingestuurd worden, waar ze zelf vaak nog het minst op zitten te wachten. Iets meer overtredingen maken lijkt dus het advies aan de Nederlandse clubs in Europa.

Dat waren dus drie manieren waarop Nederland kan proberen te voorkomen dat het allerlei lammen en blinden naar Europa moet sturen. Maar het niveau van de clubs zelf dan? Al jaren jammeren Nederlandse clubs dat ze niet de financiële middelen hebben om met de echt grote jongens te wedijveren. Dat kan wel zijn, maar echt slim wordt het geld vaak ook niet ingezet. Vooral Ajax heeft er jarenlang een potje van gemaakt door veel geld uit te geven aan gehypete spelers of onbekende figuren die toevallig een goed toernooi hadden gespeeld. Inmiddels is de club naar het andere uiterste doorgeslagen en houdt het de hand stevig op de knip.

Maar in ieder geval ligt er in de ArenA geen kunstgras! Een aantal maanden geleden kwam het onderwerp weer ter sprake na de matige prestaties van het Nederlands Elftal en de start van het competitieseizoen (zes clubs in de Eredivisie spelen op kunstgras, iets wat in de Grote Landen ondenkbaar is). Kunstgras zou slecht zijn voor de ontwikkeling van de spelers en het opdrogen van de Nederlandse talentenpoel lijkt daaraan gerelateerd te zijn. De laatste jaren klinkt deze paniekerige boodschap steeds luider door en hopelijk gaan de beleidsmakers er nu echt iets aan doen, zodat het Nederlandse clubvoetbal het komende decennium weer wat verloren terrein kan terugwinnen.

In het kort zou dat op het volgende neerkomen:

  • De play-offs afschaffen
  • De bekercompetitie afschaffen
  • Het gebruik van natuurgrasvelden stimuleren

En wie weet wint een Nederlandse club in 2035 wel de Champions League en kunnen we dan tevreden concluderen dat de barre tijden van het Nederlands voetbal ver achter ons liggen.

* Voor de jongere lezers: dat was de voorloper van de Europa League.
** Voor de oudere lezers: dat is de opvolger van de UEFA Cup.

04 december 2015

Albert Heijn snijdt zichzelf in de vingers

"Die zijn voor een collega", zei mijn moeder toen ik trots de buit van deze week overhandigde. In een klap was mijn goede gevoel verdwenen over de zeven zegeltjes die ik vanmiddag bij mijn wekelijkse boodschappen had buitgemaakt.

Al maanden plakt mijn moeder driftig de spaarkaarten vol voor een bestekset voor Ewood. Druk vertelde ze me dan over de zes besteksets en opscheplepels die ze wilde aanschaffen en dat ze die boekjes nooit op tijd vol ging krijgen. Een berekening leerde dat je wel voor 11.000 euro aan boodschappen moest doen om aan voldoende zegels te komen. Dat bedrag is waarschijnlijk wel wat omlaag gegaan omdat de kassières tegenwoordig wat toeschietelijker zijn geworden, maar zelfs dan gaat het voor de man op de straat of de vrouw in de winkel nog om een heleboel maandsalarissen. En dat alleen maar voor wat bestek.

Mijn moeder had de hoop opgegeven. Vol trots liet ze de zesdelige bestekset zien die ze voor maar 23 euro bij de Little had gekocht. De besteksets van de Albert Heijn kostten, inclusief volle spaarkaart, vier euro per stuk, ofwel: nog een euro duurder dan de simpele bestekset van de Little. Een duidelijk teken dat de Albert Heijn zichzelf met de besteksets behoorlijk in de vingers heeft gesneden.