26 mei 2019

Hamilton wint spectaculaire optocht

De hele race lang achtervolgde Max Verstappen Lewis Hamilton in de krappe straten van Monaco, maar waar de Brit won, werd de Red Bull-coureur slechts vierde achter Sebastian Vettel en Valtteri Bottas.

Het onderwerp van gesprek voorafgaande de Grand Prix van Monaco was het overlijden van Niki Lauda. De drievoudig wereldkampioen, die in 1976 aan de dood ontsnapte na een angstaanjagende crash op de Nürburgring, overleed in het begin van de week op 70-jarige leeftijd.

Van de huidige coureurs heeft Lewis Hamilton het meeste aan Niki Lauda te danken. De Brit werd in 2012 door de Oostenrijker verleid om van McLaren naar Mercedes over te stappen, een overstap waar Hamilton inmiddels al vier wereldtitels en 58 overwinningen aan te danken heeft. Hamilton eerde Lauda door in de kwalificatie de poleposition voor zich op te eisen, al moest dat wel uit zijn tenen komen. Teamgenoot Bottas maakte het hem nog erg lastig, maar moest het in de beslissende ronde net tegen hem afleggen, waardoor hij met de tweede plek genoegen moest nemen.

In schril contrast met het vlekkeloze optreden van de Silberpfeile stond het gepruts en geknoei van Ferrari. Net als Verstappen vorig jaar reed Vettel zijn bolide in de derde vrije training in de prak. Hij mocht van geluk spreken dat zijn monteurs zijn wagen nog net op tijd hadden gerepareerd, zodat hij nog aan de kwalificatie deel kon nemen. Door een kus met de muur moest hij vrezen dat zijn kwalificatie er al na een sessie weer op zat, maar met een uiterste krachtsinspanning reed hij zich veilig. Dat ging wel ten koste van teamgenoot Leclerc, die in de pits vol ongeloof stond toe te kijken hoe hij nog naar de zestiende plek werd terugverwezen, waardoor hij na een sessie weer kon douchen.

In het restant van de kwalificatie weet Verstappen Vettel nog te kloppen, waardoor hij zich als derde kwalificeert. Teamgenoot Gasly is vijfde, maar wordt drie plekken naar achteren gezet omdat hij Grosjean in de weg had gezeten. Spekkoper was Haas-teamgenoot Magnussen, die zodoende naar de vijfde plek oprukte, met Ricciardo, de winnaar van vorig jaar, naast hem op de derde startrij.

Als op zondag de oranje lichten doven, komt Verstappen goed van zijn plaats. Hij grijpt Bottas aan, maar moet inbinden omdat er niet genoeg ruimte is. Meteen loopt de kopgroep op zevenmijlslaarzen weg bij de rest van het veld, aangevoerd door Ricciardo. Verder achterin is Leclerc op oorlogspad. Hij wurmt zich in de tweede ronde voorbij Norris, waarna hij jacht maakt op Grosjean. De Haas blijkt een harde noot om te kraken, maar als Grosjean even loopt te slapen, gooit de Monegask zijn wagen er in de Rascasse brutaal langs.

Een ronde later is Hülkenberg het beoogde slachtoffer, maar ditmaal eindigt dezelfde move in tranen: Leclerc schampt met zijn rechter achterband de vangrail, waardoor hij dwars gaat en zijn plek aan Grosjean verliest. Tot overmaat van ramp blijkt zijn band lek, waardoor hij de staartgroep nog een tijd in de weg zit. Op het moment dat ook de Williams' hem voorbij zijn, desintegreert Leclercs rechter achterband volledig. De Ferrari-coureur maakt zich nog verder belachelijk door veel te hard terug naar de pits te razen, waardoor hij zijn auto onherstelbaar beschadigt en de baan met rotzooi bezaait, zodat de safetycar uitrukt.

De koplopers grijpen de neutralisatie aan om nieuwe banden te halen. Bottas laat meteen een gat vallen naar Hamilton, zodat hij in de pits niet op zijn teammaat hoefde te wachten. Het betekent wel dat hij Verstappen en Vettel in zijn kofferbak heeft zitten. De twee hebben ook een snellere pitstop dan de Mercedes-coureur, waardoor Verstappen precies in het pad van Bottas de baan op wordt gestuurd. Het resulteert in een botsing, waardoor Bottas een lekke band oploopt, zodat hij een ronde later weer een nieuw setje banden moet laten monteren. Hij valt daardoor terug naar de vierde plaats.

Bij de herstart ligt het tempo vooraan veel lager dan voor de stops. Hamilton is in de kopgroep de enige op mediums en hij vreest dat hij daarmee de race niet gaat uitrijden. Verstappen, Vettel en Bottas staan op de harde band en lijken daarmee in het voordeel. Toch heeft ook Verstappen zo zijn problemen. Het pitincident met Bottas wordt tegen het licht gehouden en al gauw krijgt hij van de stewards een tijdstraf van vijf seconden opgelegd voor een unsafe release.

Doordat Hamilton het tempo aan kop drukt, blijft de top 4 de hele race vlak bij elkaar zitten, waardoor de tijdstraf als een molensteen om Verstappens nek gaat hangen. Het enige wat hij kan doen, is de trage Hamilton inhalen en een voorsprong opbouwen, maar dat is in Monaco bijna uitgesloten. Hoewel Verstappen in de haarspeldbocht veel sneller is, kan hij de brede Mercedes daar nooit passeren. Hamilton komt de bocht voor de tunnel steeds mooi driftend uit, waardoor hij steeds een paar wagenlengtes voorsprong pakt.

Pas in de slotfase komt Verstappen enigszins in de buurt bij de steen en been klagende Hamilton. Hij doet een alles-of-niets-poging in de chicane. De twee raken elkaar vol, maar kunnen zonder al te veel schade verder. In het vervolg komt Verstappen niet meer in de buurt van een inhaalpoging, zodat Hamilton wint en Verstappen door zijn tijdstraf Vettel en Bottas voor moet laten gaan.

Verstappens enige geluk was dat hij Gasly nog net voor wist te blijven. De Fransman wist dankzij twee late bandenwissels het gat naar de kopgroep bijna dicht te rijden, waarbij hij ook nog eens de snelste raceronde reed. Uiteindelijk moest hij genoegen nemen met een vijfde plaats.

Achter hem finishten Sainz en de Toro Rosso's van Kwjat en Albon, die alle drie optimaal profiteerden van de keuze om tijdens de neutralisatie geen nieuwe banden te halen. Na de herstart was Norris zo traag dat hij de hele achterhoede ophield, waardoor ze spoedig een veilige pitstop konden maken. De verliezers van de safetycar waren Ricciardo en Magnussen, die door hun vroege stop in de file achter Norris terechtkwamen. Ricciardo wist Norris bij de pitstops nog net te kloppen, waarna hij in de slotfase nog een slotoffensief inzette en Grosjean, die een tijdstraf had gekregen omdat hij bij het uitkomen van de pits over de witte lijn was gereden, nog op de valreep wist te kloppen. Zodoende werd Ricciardo negende en Grosjean tiende.

Nog slechter liep het met Magnussen af, die nog na Norris als twaalfde over de streep kwam hobbelen. Ook geen punten waren er voor Pérez en Hülkenberg, terwijl Russell een klein wonder verrichtte door zowel Stroll als Räikkönen voor te blijven. Kubica wist op zijn beurt de ongelooflijk zwakke Giovinazzi aan de rode lantaarn te binden.

Door zijn vierde overwinning breidde Hamilton zijn voorsprong op Bottas uit naar 17 punten, terwijl Vettel de derde plaats van Verstappen overnam in het kampioenschap. Over twee weken kan Verstappen in Canada weer een poging doen om de derde plek te heroveren.

12 mei 2019

En dat is vijf...

Het begint eentonig te worden, maar ook in Spanje boekte Mercedes weer een dominante duibbelzege, de vijfde op rij. Lewis Hamilton won, voor Valtteri Bottas. Max Verstappen wist beide Ferrari's te kloppen, waardoor hij voor de tweede keer dit seizoen naar het podium mocht.

Het grootste nieuws tijdens het Spaanse Grand Prix-weekend was de kalenderwijziging die op stapel stond: volgend jaar keert de Grand Prix van Nederland hoogstwaarschijnlijk terug. Het betekent dat de Formule 1 in 2020 voor het eerst in 35 jaar weer de Zandvoortse duinen onveilig gaat maken. Dat betekent ook dat de Formule 1 dan voor het eerst sinds 1990 het fraaie Circuit de Barcelona-Catalunya niet meer aandoet, wat tot gemengde reacties bij de coureurs leidde.

De Spaanse Grand Prix is traditioneel de eerste Europese race en vaak ook de eerste race waarbij de teams met grote updates komen. Na vier smadelijke nederlagen op rij te hebben geleden, besloot Ferrari zelfs eerder dan gepland een nieuwe motor in te zetten. Het hielp geen ene meter, want hoewel de rode bolides op de rechte stukken niet te houden waren, verloren ze in de trage bochten veel te veel tijd. Hoe groot de overmacht van Mercedes was, bewees Hamilton wel in de kwalificatie. Hij zette zijn grijze bolide nog op de eerste startrij, ondanks dat hij ruim zes tienden trager was dan teamgenoot Bottas, die voor de derde race op rij de pole opeiste.

Een dag later heeft de Fin zijn voordelige uitgangspositie al gauw weer verspeeld. Hamilton lijkt een fractie van een seconde eerder op het doven van de lichten te reageren, waardoor de Mercedes naast elkaar op de eerste bocht afdenderen. Ze krijgen gezelschap van Vettel, die dankzij zijn krachtige Ferrari-motor zelfs een neuslengte voorsprong pakt. Hij blokkeert zijn wielen echter bij het aanremmen voor de eerste bocht, waardoor hij wijd gaat en de grijze bolides ziet passeren. Hij verliest zelfs zijn derde plek aan Verstappen, die hem in de derde bocht als een Alonso buitenom voorbijgaat.

De koppositie is in handen van Hamilton, die als overwinnaar uit de schermutselingen in de eerste bocht was gekomen. Hij slaat meteen een gaatje naar Bottas, die op zijn beurt een gaatje naar Verstappen slaat. Achter hem heeft Vettel het moeilijk. Hij klaagt over een vlakke kant op zijn banden, waardoor hij langzaam maar zeker ten prooi valt aan teamgenoot Leclerc. Aangezien inhalen erg lastig is op het Spaanse circuit, lukt het de Monegask niet om op de baan een plekje te winnen, dus grijpt het team in. Na twaalf ronden krijgt Vettel opdracht Leclerc te laten passeren.

Eenmaal verlost van zijn teammaat weet Leclerc het gat naar Verstappen voorzichtig dicht te rijden, terwijl Gasly het gat naar Vettel langzaam weet te dichten. De Duitser informeert bij zijn team of hij niet heel gauw van zijn vierkante banden kan worden afgeholpen. Dat moment komt pas in de negentiende ronde. Door een klemmend linker achterwiel verliest hij nog meer tijd, waardoor hij achter de Hazen en Toro Rosso's terug op de baan komt. Verstappen stopt een ronde later en hij blijft de vechtersbazen gewoon voor.

Door de pitstops in de middenmoot heeft Vettel al gauw weer vrij baan en op nieuwe banden rijdt hij een veel beter tempo. Hij is zelfs sneller dan teamgenoot Leclerc, die door zijn team om de een of andere reden bij zijn stop op de harde band was gezet. Rondenlang duelleren de rode bolides om de vierde plaats, maar dan krijgt Leclerc het sein om Vettel erlangs te laten. In de paar rondjes waarin hij vrij baan heeft, weet Vettel iets van zijn achterstand op Verstappen af te knagen, alvorens zijn tweede pitstop van de middag te maken. Hij keert precies achter Gasly terug de baan op, maar hij heeft de Fransman al gauw weer te pakken.

Het betekent dat Verstappen, die nog een keer moest stoppen omdat hij bij zijn eerste stop op de zachte band was blijven doorrijden, eveneens zijn tweede stop van de middag kon maken. Hij valt daarbij tot achter Leclerc terug. Zou hij de Monegask op veel nieuwere banden weer van het podium kunnen rijden? Die vraag wordt mooi niet beantwoord omdat Stroll en Norris elkaar in de tweede bocht uit de race reden. Door de ravage rukt de safetycar uit, wat betekent dat Leclerc, net als het Mercedes-duo, nog een nieuw setje banden haalt en naar de vijfde plek terugvalt.

Tijdens de neutralisatie komt de hele middenmoot binnen voor een nieuw setje banden en dat mondt in een klein drama voor Toro Rosso uit, dat amateuristisch met de banden loopt te klungelen, waardoor zowel Kwjat als Albon een plekje verliest. Het betekent dat de Haasjes bij de herstart weer de middenmoot aanvoeren. Magnussen wast Grosjean meteen de oren, waarna hij zwaar onder druk van zijn teammaat komt te staan. Keer op keer komt hij in de eerste bocht onder vuur te liggen en keer op keer verkiest Grosjean het hazenpad door de escape-road te nemen. Na de derde keer hebben zijn banden dusdanig veel vuil opgepikt dat hij zelf ten prooi valt aan zijn achtervolgers. Eerst glipt local hero Sainz hem voorbij en daarna Kwjat, waardoor hij helemaal naar de tiende plek afzakt. Zijn enige geluk is dat hij Albon nog net voor weet te blijven, waardoor hij zijn eerste puntje van het seizoen pakt.

Voor Hamilton levert zijn 1:18,492 in de 54e ronde hem eveneens een bonuspunt op. Zonder problemen boekt hij zijn derde zege van het seizoen. Een terneergeslagen Bottas maakt er de vijfde Mercedes-dubbelzege van het seizoen van. Verstappen moet Vettel in de slotfase nog van het lijf houden, maar slaagt daar wel in, zodat hij naar het podium mag. Ferrari vist opnieuw lelijk achter het net met een vierde en vijfde plaats, terwijl Gasly zesde wordt.

Best of the rest is dus Magnussen, voor Sainz, Kwjat en Grosjean. Net als twee weken terug is de ondankbare elfde plaats een prooi voor Albon. Hij weet een tot op het bot gefrustreerde Ricciardo nog wel voor te blijven. Hülkenberg finisht een paar tellen achter zijn teammaat als dertiende, waardoor Renault met het schaamrood op de kaken kan inpakken. Door het nulresultaat zakt l'équipe de Cyril Abiteboul naar de achtste plaats in het constructeurskampioenschap. Veertiende wordt Räikkönen, die in de eerste ronde de grindbak had verkend en verder volkomen onzichtbaar was. Pérez wordt vijftiende, voor Giovinazzi, die op een volkomen kansloze strategie zat en alleen de rijdende Williams-chicanes voor wist te blijven.

In het kampioenschap nam Hamilton de koppositie van Bottas weer over, terwijl Verstappen naar de derde plaats oprukte, op grote afstand van het Mercedes-duo. Anno 2019 is er geen kruid tegen de grijze bolides gewassen, maar misschien is dat over twee weken in de straten van Monaco weer anders.

Gefaald maar voldaan

Het wonder voltrok zich niet, maar met een 5½-2½-overwinning op rodelantaarndrager Laurierboom-Gambiet kan BSG 2 de tweede klasse met een opgeheven hoofd verlaten.

Vorig jaar was BSG 2 met een perfecte score van 18 matchpunten uit 9 wedstrijden de beste kampioen en dit jaar met 7 matchpunten de beste degradant (samen met Dubbelschaak ’97 overigens, dat eveneens 30½ bordpunt haalde). Het gat naar de nummer 3 Paul Keres 2 was maar 3 matchpunten, wat goed illustreert hoe klein de verschillen dit jaar in klasse 2B waren.

Het competitieseizoen 2018-2019 was er een van uitersten voor BSG 2. Tegenover knappe gelijkspelen tegen De Waagtoren (2) en VAS (4) stonden regelrechte zeperds tegen Amersfoort (5) en Caïssa (6). De duurste nederlaag was echter die tegen het grillige SOPSWEPS (7). Gepiekt op de verkeerde momenten dus, want uitgerekend tegen de naaste concurrenten liet BSG 2 veel punten liggen.

Waar BSG 2 dus nog een aantal lichtpuntjes kende, was het seizoen voor Laurierboom-Gambiet een gitzwarte nachtmerrie geworden. Met maar één zege en zeven nederlagen op zak waren de Amsterdammers al lang en breed gedegradeerd toen ze naar Bussum afreisden voor het slotstuk van de competitie.

Van tevoren hadden beide teams zaterdag 11 mei 2019 rood omlijnd in de agenda's, maar toen het eenmaal zover was, bleek het vierpuntenduel weinig meer voor te stellen. BSG 2 stond 2 matchpunten en 6 bordpunten achter AAS, een schier overbrugbare achterstand. BSG 2 moest dus met minimaal 6-2 winnen en hopen dat AAS ongenadig hard zou verliezen.

Een monsterzege heeft er voor BSG 2 nooit in gezeten. De eerste resultaten waren namelijk niet al te hoopvol. Zo verloor Coen snel van Ron Nep. Hij klaagde steen en been over zijn zeventiende zet, die volgens hem de bron van alle ellende was. Niet veel later was de partij voorbij omdat hij zich pardoes liet matzetten. Even later moest het Apenhoofd tegen Elwin Osterwald in remise berusten na een herhaling van slechte zetten.

Daarmee waren de kansen op lijfsbehoud definitief verkeken, maar dat weerhield BSG 2 er niet van het gaspedaal nog eens extra diep in te trappen. Daarbij moet wel vermeld worden dat de bezoekers in het eindspel vaak de helpende hand toestaken, waardoor ze de nodige halfjes weggaven. Zo liet Paul Schipper tegen Frans om onverklaarbare redenen een afwikkeling naar een voor hem verloren pionneneindspel toe. Frans nam het cadeautje dankbaar in ontvangst.

Ook bepaald niet ongelukkig was Rein aan het eerste bord tegen de sterke Albert Blees. De IM miste in het middenspel een aantal goede voortzettingen, waarna Rein een gevaarlijk ogend dame-toreneindspel goed verdedigde en het halve punt binnenhaalde.

De partij van de dag was het vuurwerk dat Yme tegen de langharige Werner Möller op het bord bracht. In een Swesjnikov-achtige structuur had Yme zijn witveldige loper laten ruilen, wat er heel verdacht uitzag. Tot overmaat van ramp raakte zijn andere loper nog ingesloten, maar in plaats van de loper te winnen, wilde de witspeler eerst nog een dame tegen twee torens winnen. Dat bleek geen gelukkige keuze, want zodoende werd zwarts d-pion opeens heel sterk. Ten koste van een toren wist Yme te promoveren, waarna hij het eindspel met vaste hand uitschoof.

Tragikomische taferelen vonden aan het zevende bord plaats, waar Ruben tegen Gerard Sanderse het voordeel van het loperpaar inwisselde voor een beter toreneindspel. Dat betere toreneindspel mondde uit in een gewonnen pionneneindspel. Ruben was echter even niet bij de les, waardoor de witspeler met remise leek te ontsnappen. Die kans liet hij vervolgens weer onbenut door met zijn g-pion te gaan lopen in plaats van zijn h-pion, waardoor hij in de wedren een cruciaal tempo verloor en daarmee de partij.

Ondertussen had Timon remise gespeeld tegen Hajo Kolles in een stelling die nog wel wat leven leek te bevatten, dus was het slotakkoord afkomstig van Tom. Na een wat afwachtende opening had hij tegenstander Ymar de Groot wat ruimte laten pakken op de koningsvleugel, om vervolgens keihard te counteren. Zijn toren kwam binnen op h8 en zijn paarden hadden de mooie velden voor het uitkiezen. De arme zwartspeler stond de hele partij met de rug tegen de muur en kwam nooit meer echt los. Hoewel de partij nog lang duurde, stond het resultaat nooit ter discussie.

Zodoende won BSG 2 met 5½-2½ en kan het de tweede klasse met opgeheven hoofd verlaten. De echte kraker in klasse 2B werd in Alkmaar gespeeld, waar De Waagtoren Kennemer Combinatie 2 ontving. De gastheren stonden een matchpunt voor de bezoekers uit Haarlem, maar na de wedstrijd was het andersom. Kennemer Combinatie 2 gefeliciteerd!

BSG 2 (2064) – Laurierboom-Gambiet (2074) 5½-2½
1. Rein Brouwer (2064) – Albert Blees (2336) ½-½
2. Jesper de Groote (2216) – Elwin Osterwald (2116) ½-½
3. Yme Brantjes (2055) – Werner Möller (1991) 1-0
4. Frans Borm (2132) – Paul Schipper (2063) 1-0
5. Coen van der Heijden (2043) – Ron Nep (2073) 0-1
6. Timon Brouwer (2008) – Hajo Jolles (2100) ½-½
7. Ruben Hilhorst (2010) – Gerard Sanderse (1867) 1-0
8. Tom de Ruiter (1981) – Ymar de Groot (2043) 1-0

Meer goed nieuws kwam er uit Bloemendaal, waar BSG 1 met ruime cijfers van En Passant had gewonnen. Verder boekte BSG 3 een krappe, doch knappe overwinning op directe rivaal Amsterdam West 2, maar het was niet genoeg om erin te blijven. Met twee degradaties zal het competitieseizoen 2018-2019 niet als bijster succesvol de boeken ingaan, maar daar maalde niemand meer om bij het afsluitende diner bij de Italiaan. Volgend seizoen gaan we er in de derde klasse weer vol tegenaan!

09 mei 2019

Engelse arrogantie

“Ajax- Barça in the final?”, reageerde mijn Spaanse neef enthousiast na de heenwedstrijden in de halve finale van de Champions League, waarin zowel Ajax als Barcelona zichzelf een geweldige uitgangspositie had verschaft voor de return. Het mocht niet zo zijn. De finale wordt een Engels onderonsje tussen Liverpool en Tottenham Hotspur.

Hij was niet om aan te gluren, de wedstrijd tussen Barcelona en Liverpool. Barcelona draaide zo stroef als een verroeste dynamo en Liverpool was zo scherp als een natte krant. Het gevolg was dat de bezoekers volkomen geflatteerd met 3-0 terug naar huis werden gestuurd en dat Barcelona met anderhalf been in de finale stond.

Datzelfde kon gezegd worden van Ajax, dat in Londen met 1-0 won van Tottenham Hotspur. De Cruijffiaanse finale tegen Barcelona in Madrid lonkte. Beide teams hadden aan een gelijkspelletje in de return genoeg om door te gaan. Het kwam er niet van. Op dinsdag liet een flets Barcelona zich met maar liefst 4-0 wegzetten door Liverpool, dat in eigen stadion wel scherp was en tot verbazing van bijna iedereen naar de finale ging.

Vervolgens ging Ajax voor de bijl. In eigen huis vergrootten ze de voorsprong aanvankelijk alleen maar en bij de rust gaf niemand nog een stuiver voor de kansen van Tottenham, dat bij de 2-0-ruststand nog drie keer moest scoren om door te gaan. En laat dat nou precies zijn wat gebeurde. Diep in de blessuretijd van de tweede helft viel de fatale 2-3 die Amsterdam en omstreken in diepe rouw dompelde.

Na afloop werd er veel over de onthutsende ontknoping nagepraat. Hoe kon dit toch gebeuren? Een hypothese is dat Engeland het Europese continent op voetbalgebied nog altijd dik de baas is en dat ze het zich kunnen veroorloven om de eerste leg in een tweeluik op te geven. Dan geef je de tegenstander nog even de valse hoop dat er wat te halen valt en schiet je die hoop vlak voor het eind aan diggelen. Spektakel gegarandeerd! En nog fantastisch uitgekiend ook. Tottenham speelde in de twee wedstrijden maar één helft goed en dat was precies genoeg om reuzendoder Ajax te kloppen.

Als een club zich zelfverwijten mag maken, dan is het Barcelona wel. Net als tegen Paris Saint-Germain (4-0), Juventus (3-0) twee seizoenen geleden lieten ze zich op vijandig terrein keihard en kansloos afslachten. Hoe kan zoiets met zoveel kwaliteit op het veld, vraag je je dan af.

Ajax doet het daarentegen niet goed in thuiswedstrijden. Dat ze zo ver zijn gekomen in de knock-outfase van Champions League kwam volledig door hun geweldige prestaties in uitwedstrijden. 1-4 tegen Real Madrid, 1-2 tegen Juventus en dus 0-1 tegen Tottenham, dat doet niemand ze na. In schril contrast hiermee stonden de prestaties in de thuiswedstrijden. Alleen tegen Juventus werd een puntje gepakt, de andere twee wedstrijden gingen (wat schlemielig) verloren. Het toevalselement zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld, maar vreemd is het wel.

De verrassende uitschakeling van zowel Ajax als Barcelona kan eventueel dus aan het thuiscomplex van eerstgenoemde club en het uitcomplex van laatstgenoemde club worden toegeschreven. Statistisch gezien hadden beide ploegen ongeveer 90 procent kans (92 procent voor Barcelona, 89 procent voor Ajax) om door te gaan, wat betekent dat de kans op voorhand maar één procent (8 procent x 11 procent) was dat ze allebei werden uitgeschakeld.

Overlevingskansen van de ploeg die de eerste wedstrijd thuis speelt gegeven de uitslag van de eerste wedstrijd. Verticaal: thuisdoelpunten, horizontaal: uitdoelpunten. Data: UEFA Cup Football Forum (2008).

In de tabel is goed te zien hoe ieder doelpunt meetelt en hoe groot het thuisvoordeel in Europese wedstrijden is. Een 0-0 in eigen huis, wat vaak als een goede score gezien wordt, is maar in een op de drie gevallen goed genoeg om door te gaan. Bij 1-0 stijgt de kans naar 61 procent, bij 2-0 naar 82 procent en bij 3-0 naar 92 procent. Bij 4-0 was Barcelona dus veilig geweest. Omgekeerd neemt de kans bij een 0-1-nederlaag nog verder af naar nog maar 11 procent, bij 0-2 2 procent en bij 0-3 kan de uitwedstrijd schriftelijk worden afgedaan.

Tegen Real Madrid had Ajax na de 1-2-nederlaag in eigen huis inderdaad maar 6 procent kans om door te gaan. Tegen Juventus (1-1 thuis) was de kans maar 25 procent. Uitgerekend toen ze zelf favoriet waren, ging het mis. De underdogpositie heeft ze kennelijk door het toernooi gesleept. Daarmee is ook meteen het ongelijk van de oude wijsheid dat het voordelig is om de tweede wedstrijd thuis te spelen aangetoond. In de wedstrijden van Ajax ging steeds de ploeg door die met een thuiswedstrijd begon, iets wat in de Nederlandse play-offs voor Europees voetbal ook vaak het geval was:

Achtste finale: Ajax – Real Madrid 1-2 4-1
Kwartfinale: Ajax – Juventus 1-1 2-1
Halve finale: Tottenham Hotspur – Ajax 0-1 3-2

Daarmee kwam er een einde aan het Champions League-avontuur van Ajax. De beurskoers van het aandeel ging door de onverwachte eliminatie gelijk met 20 procent omlaag. Maar Ajax is niet zielig. Wat Cardiff City dit jaar bijvoorbeeld is overkomen, is veel erger. Veel belangrijker dan de eliminatie is dat er reclame voor voetbal is gemaakt. Spannende ontknopingen, totaal onverwachte resultaten: het kan nog anno 2019! En voor het Nederlands voetbal is er ook weer hoop. Nederlandse clubs hebben het misschien toch in zich om het niveau van counterende Oostblokploegjes te ontstijgen. Dat het Europese avontuur voor Ajax door de Engelse arrogantie op een extra pijnlijke manier eindigde, doet daar niets aan af.

05 mei 2019

Gehaktballen, herfstweer en inmaakpartijen

Het is geloof ik alweer de laatste zondag van de meivakantie en dat betekent dat het vandaag precies een week geleden is dat ik naar Assen toog om een deel van de verslaggeving van het Nederlands Jeugdschaakkampioenschap op me te nemen.

Net als de afgelopen twee jaar vond het toernooi plaats in het plaatselijke Van der Valk Hotel waar toernooifotograaf Harry Gielen me elke dag braaf naartoe bracht. Net als de afgelopen twee jaar hield het weer niet over en net als de afgelopen twee jaar werden er, naast de soep van de dag, de befaamde gehaktballen geserveerd.

De organisatie stond als een huis en het toernooi is, voor zover ik weet, zonder wanklanken verlopen. Daarom is het ook spijtig dat dit (voorlopig) de laatste keer was dat het toernooi in Assen werd georganiseerd. Na drie jaar moet de Drentse provinciehoofdstad het stokje doorgeven, maar het is nog niet helemaal duidelijk aan wie.

Zelf had ik de taak om, net als de afgelopen twee jaar, de A-categorie te verslaan. Ik denk dat dat redelijk gelukt is, al zullen critici misschien tegenwerpen dat ik geen enkele partij heb gewonnen. De titelstrijd bij de A-jeugd was helaas niet zo spannend. Er deden twee 2400-plussers mee: Liam Vrolijk en Max Warmerdam. Max wist geen moment te overtuigen, dus won Liam het toernooi vrij gemakkelijk. Met 6 uit 7 bleef hij Max en Siem van Dael (ja, dat spreek je inderdaad als vandaal uit) een vol punt voor.

In de andere categorieën was de titelstrijd spannender, of in ieder geval onvoorspelbaarder. Zo leek ratingfavoriet Robin Duson bij de A-meisjes in een rechte lijn naar de titel te gaan. Misschien kwamen de overwinningen haar te gemakkelijk aanwaaien, wat ten koste leek te gaan van haar focus. In de voorlaatste ronde kwam dan de langverwachte nederlaag tegen Alisha Warnaar, die uitgerekend op de koudste dag van de week haar kortste rokje had aangetrokken. Misschien raakte Robin daardoor afgeleid, want ze werd op het bord helemaal uitgekleed, waardoor ze met Feline Waardenburg moest strijden om de titel. Feline won de barrage, waardoor ze, net als twee jaar geleden, kampioen werd.

Bij de B-jeugd was het helemaal een Agamemnon. De koplopers wisselden elkaar in hoog tempo af. Ratingfavoriet Jonas Hilwerda werd vroeg in het toernooi ingemaakt door Rembrandt Bruil, die daardoor aanvankelijk aan de leiding ging, totdat hij van Tim Grutter verloor. Die verloor vervolgens van Chi Yun Cchung (wat is dat toch met die namen?), waardoor Jonas toch nog kampioen werd. In de barrages was Tim opnieuw te sterk voor Rembrandt.

Bij de B-meisjes won Cato de Zoeten (of zoals Hiddo zou schrijven: Kato de Zoete) vrij eenvoudig, voor Kiri Arnold (nee, niet Giri) en Marrit Adema.

De C-jeugd was de grootste groep en speelde daardoor als enige negen ronden. Winnaar werd Khoi Pham (wat je ongeveer als gooi, vang uitspreekt), de man die dit seizoen in de eerste competitieronde nog van Coen verloor. Hij gaat dus echt met sprongen vooruit. Op gepaste afstand kwamen Eline Roebers en Timo Yeh binnenhobbelen.

Bij de C-meisjes kwam Wendy Huang bovendrijven. Ze wist Kathleen Velasco en de vaak luchtig geklede Rolinde den Heijer vrij gemakkelijk voor te blijven.

Het toernooi was een weerzien van oude bekenden. Zo kwam Lennart, onder de oudere lezers misschien beter bekend als viswijf, een dagje kijken. Ik had hem al zes jaar niet gezien, maar hij bleek in al die jaren geen spatader veranderd te zijn. Hij had zichzelf een geblondeerd kapsel met roze accenten aangemeten, wat overigens niet zo opvallend was als het strandbalrode haar van Pia Sprong. De kunstenares was twee dagen van de partij om de organisatie middens een tekening te vereeuwigen. Bij de prijsuitreiking, die nog een vreemd intermezzo met Iozefina Paulet en Loek van Wely kende, kreeg iedereen van de organisatie een ingelijst exemplaar.

Net als de afgelopen jaren kon ik bij Harry overnachten. Ook Roelieboelie, die in de tweede helft van het toernooi de toernooicoach was, verbleef daar een aantal nachten. Het meeste heb ik echter gesproken met Jop Delemarre, die, totdat hij zijn Duitse grammatica moest ophalen, een uitermate boeiende gesprekspartner bleek. Hij wist veel over politiek en hij had een interessante kijk op hoe de maatschappij volgens hem moest worden ingericht. Een heleboel food for thought derhalve.

Dat ik met een extra goed gevulde tas terug naar huis ging, had ik te danken aan de damclinic die ik bijwoonde. In de quiz wist ik op een na alle vragen correct te beantwoorden, wat mij een stappenboek en een magnetisch damspel opleverde. Al met al was de clinic een succes, ook omdat een aantal echt goede schakers van de partij was.

Toch kan de damwereld nog heel wat van de schaakwereld leren als het gaat over het promoten van de sport. Zoals het nu ging, stond een of andere dude met een magnetisch dambord in zijn hand wat onhandig de zetten uit te voeren. “Dit is een opening die op grootmeesterniveau vaak gespeeld wordt”, zei hij terwijl hij nauwelijks zichtbaar wat steentjes verplaatste, zonder dat het voor de bordschakers duidelijk werd waarom die zetten gespeeld werden. Een gemiste kans.

Op de terugweg kon ik, net als vorig jaar, meerijden met Eric van Breugel. Tegen tienen kwam ik thuis, waar Ewood de deur voor me opendeed. Hij zou de dag erna Wageningen gaan bevrijden met heel goed schaak, zodat ik in alle rust kon herstellen van een weekje gehaktballen eten, hagelbuien trotseren en inmaakpartijen analyseren.