25 november 2012

Briljant Brazilië

Fattle op het tandvlees naar derde wereldtitel

Hoewel het niet van een leien dakje ging, had Fattle in de tweede seizoenshelft wel de macht gegrepen en lag hij op schema om zijn derde wereldtitel op rij te pakken. Deze imposante reeks begon in 2010, toen hij uit een kansloos geachte situatie de titel wist te pakken. Toch was het binnenhalen van die titel een peulenschil vergeleken de halsbrekende toeren die hij ditmaal in de seizoensfinale moest uithalen om kampioen te worden. Hij redde het maar net.

Het wereldkampioenschap van 2012 leek bij het ingaan van de laatste ronde beslist: Fattle was in ieder geval al met twee wielen kampioen. Niet alleen had hij een snellere auto, ook stond hij dertien punten voor op rivaal Alonso in het kampioenschap. Maar in kampioensraces gaat alles anders, zeker als er af en toe regendruppels vallen. Nog altijd heeft men het over de finale van vier jaar geleden, toen Luis pas in de laatste bocht de benodigde vijfde plek pakte en wereldkampioen werd - daarmee Brazilië in rouw dompelend. Ditmaal ging het er nog veel wilder aan toe en kon Fattle met de grootste moeite het hoofd boven water houden.

In de kwalificatie is het circuit nat, om geleidelijk op te drogen. De titelkandidaten komen er niet aan te pas: Fattle is slechts vierde, Alonso komt niet verder dan de achtste tijd, wat door een straf voor Pastoor wordt omgezet in een zevende plek op de grid. De voorste startrij is voor deze gelegenheid ingenomen door de McLarens, die de laatste races weer op snelheid zijn. De voortekenen zijn niet erg gunstig voor Alonso, die in ieder geval op het podium moet eindigen om kampioen te worden. Hij is laconiek, wetende dat hij nog een joker achter de hand heeft: zijn trouwe teamgenoot Felipe Massa die er alles aan zal doen om hem aan de titel te helpen. Fattle heeft daarentegen alles te verliezen en de regendreiging in combinatie met zijn magere startplaats is een gevaarlijke combinatie.

Dat blijkt wel bij de start, want waar de Ferrari's goed van hun plek komen, komt Fattle meteen in het gedrang en wordt aan alle kanten om de oren gereden. Bij het aanremmen voor de vierde bocht klapt Räikkönen er bijna bovenop en tikt Senna hem achterstevoren. De Braziliaan komt vervolgens Pérez tegen, waardoor de twee kunnen uitstappen. Fattle staat achterstevoren op de baan en heeft alle geluk van de wereld dat niemand per ongeluk tegen zijn bolide knalt. Als laatste kan hij zijn weg weer vervolgen, maar gerust is hij er niet op: de wagen is beschadigd, al weet niemand hoe erg.

Vooraan profiteert Alonso maximaal van de pech van zijn rivaal. In één beweging gaat hij zowel de gewiekste Massa als Webber voorbij, waardoor hij achter de McLarens de derde plaats inneemt en virtueel wereldkampioen is. Massa moet zijn opofferingsgezindheid bekopen: hij wordt ook nog door Webber en Hülkenberg ingehaald.

Alonso's goede gevoel is echter van korte duur: achterin laat Fattle zijn tanden zien en al snel heeft hij de staart van het veld weer in het vizier. Geduldig verwijst hij de tragere deelnemers terug. Vooraan werkt Hülkenberg zich ook nog voorbij Webber. Even later krijgt hij de derde plaats in de schoot geworpen als Alonso in de eerste bocht even van de baan glibbert. De Duitse Force India-coureur geeft zijn team een fraai afscheidscadeau met zijn doortastende optreden in de openingsfase. Niet voor niets had hij hier twee jaar geleden de pole gepakt in dezelfde omstandigheden.

Alonso heeft het daarentegen zwaar. Gelukkig krijgt hij alle hulp van Massa, die zijn bolide zo breed als de hele baan maakt en voorkomt dat iemand nog in de buurt van Alonso komt. Wel wordt de trein achter de Ferrari's steeds langer. Door de aanhoudende regen wordt het circuit steeds natter en daarom komen de eerste coureurs al naar de pits. Vooraan krijgen de duellerende McLarens gezelschap van Shoeface. De zevenvoudig wereldkampioen ligt dankzij twee pitstops al een ronde achter: eerst kreeg hij een lekke band, daarna besloot hij maar over te stappen op intermediates. Door de Mercedes hebben de McLaren-coureurs een goed beeld welke band het geschiktst is voor de omstandigheden. Toch kiezen ze voor verschillende strategieën: Luis laat de profielbanden omleggen, net als de titelkandidaten, maar Button rijdt door. "It has stopped raining", observeert de slimmere van de twee McLaren-coureurs. Achter hem doet Hülkenberg hetzelfde. De Duitser verkleint langzaam maar zeker zijn achterstand op Button.

Op dat moment zijn de intermediates iets sneller dan de droogweerbanden en worstelen de titelkandidaten zich door het middenveld heen. Terwijl Massa op slicks terugvalt, hebben de koplopers daar niet veel last van. Wel gaat Hülkenberg Button sensationeel voorbij en leidt de race. Achter hen loopt Luis mondjesmaat in, maar als de baan opdroogt gaan zijn banden naar de knoppen en moet hij opnieuw naar de pits, ditmaal voor droogweerbanden. Alonso en Fattle doen hetzelfde en liggen na hun tweede bandenwissel vierde en vijfde, vlak achter elkaar. Fattle heeft de schade van de openingsronde al bijna ongedaan gemaakt. Ondertussen zijn Hülkenberg en Button bezig de rest van het veld te declasseren: ze hebben een voorsprong van driekwart minuut op Luis, die twee achteraf gezien onnodige pitstops had gemaakt.

Die voorsprong wordt ongedaan gemaakt als Rosberg zijn band lekrijdt op een brokstuk van het ongeluk in de eerste ronde. Pas nadat het kalf Rosberg verdronken is, wordt de put gedempt: de safetycar komt de baan op, zodat de rotzooi kan worden opgeruimd. Hülkenberg en Button maken van de gelegenheid gebruik om nieuw rubber te halen, waarna ze in de file achter de trage Mercedes aansluiten. Vervolgens mogen de achterblijvers hun ronde achterstand ongedaan maken, waardoor de safetycar nog een paar ronden langer op de baan blijft. Ergens wel raar: in Japan kreeg Webber niet eens de tijd om na een reparatie bij de staart van het veld aan te sluiten, maar nu werden de achterblijvers wel schadeloos gesteld.

Bij de herstart gaat Hülkenberg er als een haas vandoor. Fattle komt wel in de problemen: hij ziet Co Biaggi binnendoor passeren. Teamgenoot Webber probeert zijn teammaat ook een oor aan te naaien, maar zijn inhaalpoging aan de buitenkant resulteert in een uitstapje naast de baan, waardoor de Australiër ver terugzakt. Co Biaggi is op stoom geraakt en even later gaat hij ook Alonso voorbij. De Japanner moest even laten zien wat hij in zijn mars had om nog een teambaas te overtuigen: hij zit momenteel nog zonder contract voor volgend jaar. Een ronde later zijn de rollen omgedraaid en passeert Alonso de Sauber weer.

Vooraan is Luis voorbij zijn teamgenootje gegaan en maakt Hülkenberg in de moeilijke omstandigheden zijn eerste foutje van de middag: hij spint en ziet Luis passeren. Hij is niet de enige die zijn auto niet altijd de baas is: teamgenoot DRS'ta doet hetzelfde en ook Webbers jacht naar voren wordt gehinderd door een hevig overstuurmoment in de laatste bocht. Het bontst maakte Räikkönen het, die na een spin dacht via een "escape-road" de baan weer op te rijden. De weg liep dood en dus moest Räikkönen zijn auto weer keren. Hij verloor er zeeën van tijd mee.

Ondertussen neemt Red Bull een dappere beslissing door Fattle binnen te roepen voor een nieuw setje droogweerbanden. Dapper, want de atmosfeer staat op ontploffen. Dat blijkt wel, want een paar minuten later vallen de druppels weer uit de lucht en moet Fattle als een haas terug naar de pits voor banden met wat meer profiel. Door een radioprobleem valt die pitstop volledig in het water. Op datzelfde moment besluit Alonso eigenwijs een ronde langer op slicks door te rijden en moet dat bijna met een fatale schuiver bekopen.

Toch is dat leed nog heel gering vergeleken de pech van Luis. Hülkenberg probeert de koppositie te heroveren, maar neemt iets te veel hooi op zijn vork. Het resultaat: bij het aanremmen verliest hij de achterkant van zijn bolide en verbrijzelt Luis' voorwielophanging. De Brit kan uitstappen en sluit zijn periode bij McLaren in mineur af. Door de ellende gaat Button naar de leiding, terwijl Hülkenberg een drivethroughpenalty krijgt voor de botsing.

Door de vele gebeurtenissen is Massa weer naar de tweede plek opgerukt, voor Alonso, Webber, Hülkenberg en Shoeface. De Duitser is in zijn afscheidsrace mooi opgeklommen, profiterend van de safetycar en de fouten van anderen. Fattle ligt zevende en is daarmee nog net virtueel kampioen, ook nadat Massa Alonso laat passeren. Shoeface bewijst Fattle even later ongeveer eenzelfde dienst: hij laat zijn jongere landgenoot eenvoudig voorbij, waarmee de titelstrijd wel beslist is, mits de Red Bull heel blijft.

Vooraan liggen de posities wel vast en bloedt de spanning om het wereldkampioenschap dood. De strijd om de laatste punten is veel spannender. Zo probeert Co Biaggi Shoeface nog in te halen, maar gaat zelf in de rondte. Hij valt terug van de achtste naar de tiende plaats, maar doordat DRS'ta zijn bolide met nog een paar ronden te gaan tegen de muur plakt, rukt hij een plekje op. Het ongeval zorgt voor de tweede safetycarfase van de race, die daarmee beslist is. Dat is triest voor Marussia, dat in de slotfase de tiende plek in het constructeurskampioenschap verspeelt aan Caterham: in de slotfase pakt Petjerov Pic de cruciale twaalfde plek af, die door het uitvallen van DRS'ta wordt omgezet in een elfde plaats, net buiten de punten. De laatste ronden worden achter de safetycar gereden, waardoor de stand bevriest. Button wint, maar Fattle wordt dankzij zijn zesde plaats kampioen. Alonso en Massa staan samen op het podium en verzekeren Ferrari daarmee van de tweede plaats in het constructeurskampioenschap, een prestatie van formaat. Webber wordt nog vierde, voor Hülkenberg. Shoeface sluit zijn loopbaan af met een zevende plaats, voor Vergne, Co Biaggi en Räikkönen.

Het was een lang en enorm spannend seizoen. Fattle heeft het dit jaar echt niet cadeau gekregen en dat is de verdienste van Alonso, die in bijna alle races maximaal presteerde. Ze zullen bij Ferrari nog wel terugdenken aan Canada, toen ze de verkeerde strategie kozen, en Japan, waar Alonso veel punten verloor door een startongeval. Maar de rest van het seizoen heeft Alonso bijna onmenselijk gereden. Dat hij mensen als Luis, Button en Webber op een achterstand van bijna honderd punten heeft gereden, zegt genoeg. En Fattle: die kwam met de schrik vrij en mag zich nu de jongste drievoudig wereldkampioen noemen. Het was een lang en zwaar jaar, waarin Red Bull aanvankelijk niet de snelste auto had, maar door handig teamwork en een hoog ontwikkelingstempo toch weer de overhand kreeg in de titelstrijd. In Abu Dhabi hebben we gezien waarom Fattle de titel verdient: hij koppelde er een enorm racetempo aan het vermogen de tragere deelnemers overtuigend en zonder brokken te passeren. Hopelijk wordt 2013 ook zo'n leuk seizoen en krijgen we weer zo'n briljante finale als dit jaar.

BSG de mist in tegen Groningen

Degradatiezorgen na onnodig verlies

Het was geen beste wedstrijd, de wedstrijd van BSG tegen Groningen vorig jaar in de meesterklasse. Dit jaar had BSG het tegen de Groninger Combinatie, een samenraapsel van de teams van Groningen en Unitas, beter voor elkaar. Desondanks eindigde de wedstrijd na zes uur zwoegen toch weer in een overwinning voor de noorderlingen, het werd 5½-4½.

Aanvankelijk verliep de schaakdag voorspoedig voor BSG: de heenreis naar de kantine van arbeidsontwikkelingsbedrijf Iederz verliep zonder problemen en de ontwikkelingen op de borden waren goed te noemen. Vooral de absentie van Tiviakov werd met genoegen gadegeslagen, al zorgden de Unitas-versterkingen ervoor dat het team in de breedte sterker was dan tijdens de vorige ontmoeting. Groningen hanteerde wel grofweg dezelfde tactiek als toen: de grootmeesters met wit en de rest moest de poort maar dicht zien te houden. Dat laatste lukte nu minder goed, want BSG kwam al snel op voorsprong. In recordtempo brachten Frank Erwich en Jorden van Foreest de zetten op het bord. Jeugdige overmoed? Feit was dat Frank even later gefeliciteerd werd.

Op dat moment ging het met mijn eigen stelling echter snel bergafwaarts. Het tactische concept van Groningen voorzag in het meespelen van Jasper Geurink aan het laatste bord. Daar was de arme zwartspeler, ook nog belast met een vervelend uitcomplex, niet tegen bestand. In twintig zetjes was hij over de lange diagonaal weggeblazen.

Beter ging het helemaal aan de andere kant: Alexander Berelowitsch brak de "Rots van Buffalo", Hendrik Pieter Hoeksema, beter bekend als Erik, zonder al te veel moeite af. Meestal kan Hoeksema zich zo taai als een schoenzool verdedigen, maar ditmaal had hij weinig in te brengen. Een meevaller en zodoende stond BSG weer op voorsprong.

We gingen naar de eerste tijdcontrole en dat is altijd een spannend moment. Zo werd de partij van Michael Riemens tegen Ton van der Heijden gereconstrueerd. Had de witspeler nou wel of geen veertig zetten gedaan? Uiteindelijk bleek hij bij het uitvoeren van zijn negenendertigste zet door de vlag zijn gegaan dus gingen de felicitaties naar Ton. Vorig jaar was het nog andersom. Toch smaakte de vin blanc er bij MJR niet minder om.

Ondertussen waren er ook nog andere borden klaar. De uitslagen daarvan waren zonder meer teleurstellend: zo had Tea Lanchava verloren van Joost Wempe, terwijl toernooiganger Robert Ris de punten had gedeeld met Milan Mostertman. Dat waren niet de gehoopte resultaten aan de lage borden. Tea had niet haar gelukkigste dag en kwam nooit echt in haar spel, terwijl Robert de negatieve uitstraling van zijn stuntelende buurman als excuus kon aanvoeren.

Ondertussen had FM Henk de punten gedeeld met Grisja Kodentsov, die de zetten in vloeiend Russisch noteerde. Het evenwicht werd volgens mij nergens echt verbroken en dus eindigde de partij in zijn verwachte resultaat. Datzelfde gebeurde helaas aan de borden waar de Groningers hun grootmeesters hadden neergezet. Zo won Sipke Ernst vrij eenvoudig van Large, die met een stukoffer de nodige kansen dacht te creëren, maar dat viel in de praktijk wat tegen. Ook IM Alexander kwam niet in de buurt van een stuntje tegen Jan Werle. Hij leerde dat hij geen vergiftigde pion moest slaan, want na het accepteren van het geschenk werd hij aan alle kanten getruct.

Zo was de voorsprong omgeslagen in een achterstand en was de stemming bij BSG bedompt. Als laatste was Ewood nog bezig tegen Bonno Pel. Hij moest winnen om de wedstrijd in een gelijkspel te laten eindigen en hij was goed op weg: in het eindspel stond hij actiever en leek het slechts een kwestie van tijd voordat zwarts h-pion zou vallen. Dat viel tegen, want de seconden werden schaars en toen Ewood de h-pion eindelijk te pakken had, was hij de e-pion kwijt en moest hij z'n persoonlijke eer redden met een remiseaanbod. Zonde, maar het was hem na zijn krachtsexplosie in de vorige ronde wel vergeven.

Het betekende wel dat de wedstrijd in de kleinst mogelijke nederlaag uitdraaide voor BSG. Wat de ongelukkige nederlaag extra zuur maakte, was dat de thuisploeg BSG daardoor op de ranglijst passeerde. Geen goede beurt dus, zeker niet met de duels tegen Voerendaal (volgende ronde) en En Passant (zevende ronde) nog op het programma. Het degradatiespook begint weer de kop op te steken, dus zal BSG de komende ronden beter voor de dag moeten komen dan nu. Het team wil maar niet echt vlammen en dat baart zorgen.

Groningen (2343) - BSG (2333) 5½-4½
1. E Hoeksema m (2354) - A Berelowitsch g (2565) 0-1
2. S Ernst g (2552) - L Ootes (2358) 1-0
3. B Pel f (2302) - E de Groote (2354) ½-½
4. J Werle g (2513) - A van Beek m (2307) 1-0
5. J van Foreest (2298) - F Erwich f (2361) 0-1
6. M Riemens (2241) - T van der Heijden (2280) 0-1
7. G Kodentsov f (2278) - H van der Poel f (2242) ½-½
8. J Wempe (2297) - T Lanchava m (2320) 1-0
9. M Mostertman (2252) - R Ris m (2388) ½-½
10. J Geurink (2344) - J de Groote (2150) 1-0

22 november 2012

De bal misslaan

Ieder mens heeft een sterke drang de wereld om zich heen te begrijpen. Bijvoorbeeld: FC Twente speelt kut in de Europa League, want hun trainer vindt het een onbelangrijk evenement. Schakers doen graag mee aan het Cultural Village-schaaktoernooi, omdat je daar zonder te spelen een paar leuke scores voor jezelf in kunt vullen. Michael Schumachers rentree in de Formule 1 is geflopt, omdat Mercedes ieder jaar middelmatige bolides bouwt. Het doel van deze generalisaties is om de enge toekomst enigszins te voorspellen: het is immers fijn als niet alles als een volslagen verrassing komt. Toch kun je ook dan de plank, nee de bal, flink misslaan.

Miljoenen tv-kijkers en 65.000 toeschouwers in het stadion zagen hoe Ajax op 18 september van dit jaar een puntje leek te veroveren tegen Boroessia Dortmoend. Een stuntje leek in de maak, want het punt was niet eens zo onverdiend, gezien het spel van Ajax eerder in de wedstrijd. Des te zuurder was dat de Duitse kampioen vlak voor tijd toch de winnende treffer maakte. Zo stonden de pubers van Ajax toch met lege handen na het openingsduel in de Champions League. De zworen bloedwraak in de ArenA, om in ieder geval het onderlinge duel gelijk te trekken, geen onbelangrijk gegeven in de strijd om de tweede of derde plek in de poule.

Ook ik had Boroessia niet erg hoog zitten. In de poule van Ajax stak er één ploeg met kop en schouders bovenuit: Real Madrid, de beste ploeg ter wereld, op enige afstand gevolgd door Barcelona en dan een hele tijd niks. Na de ondergang van het Engelse voetbal is de Spaanse competitie veruit de sterkste van Europa. Dat bewees Manchester City wel, de kampioen van Engeland, dat er in het duel tegen Madrid totaal niet aan te pas kwam, al suggereerde de 3-2-eindstand anders. Van de Duitse competitie ken ik eigenlijk alleen Bayern München. Tegen de andere Duitse ploegen hebben de Nederlandse clubs bovendien een prima track-record, dus was er voor mij geen reden om heel erg onder de indruk te zijn van de voetbalcompetitie van onze Oosterburen.

De rest van de Champions League wees anders uit. Zo verloor Barcelona van de gedoodverfde Schotse kampioen Celtic. En Real Madrid werd in het onderlinge duel geklopt door Dortmoend, maar niet voordat ze Ajax op eigen veld hadden gekleineerd. Het contrast tussen die wedstrijden kon niet groter. Toch begon Ajax nog vol goede moed aan het duel tegen de Duitsers: ze hadden het lamlendige Manchester City in de duels daarvoor de oren gewassen en plaatsing voor de knock-outfase van de Champions League was zelfs nog mogelijk als ze van Dortmoend en Real Madrid zouden winnen.

Het liep even anders dan gedacht: op een Louis van Gaal-achtige wijze was de ploeg tegen opnieuw een zware thuisnederlaag aangelopen, die door de eretreffer van Hoesen in de slotfase een beetje dragelijk werd gemaakt. Ajax had twee keer zo vaak als Dortmoend de bal, maar ze deden er vier keer zo weinig mee. Het is hard maar waar: iedere ploeg die een beetje kan voetballen, neemt de drie punten zonder problemen mee uit de ArenA. Ajax kan redelijk voetballen, maar juist de dingen waar het om draait, scoren en verdedigen, kunnen ze totaal niet. Nog steeds niet.

Met weemoed verlangen de Ajax-supporters naar de tijd onder Van Gaal, toen ze nog de Champions Leaguee wonnen. Toen iedereen bang voor Ajax was. Toen de club nog geen beursgenoteerd bedrijf was. Ondertussen gaat het alsmaar slechter met Ajax, de hand van Cruijff wordt steeds beter zichtbaar. Nog altijd wordt Ajax geleid door romantici, die nog leven in de tijd dat de Eredivisie niet veel meer was dan potjes campingvoetbal en je doorgaans met 9-4 won. De tijd dat een verdedigende miskleun nog werd gecompenseerd door een verdedigende miskleun van de tegenstander. Die tijd is voorbij. Maar Ajax gaat niet met zijn tijd mee, dus zullen ze in de toekomst nog veel onnodige tegentreffers moeten incasseren.

Het is de vraag of Frank de Boer zijn langste tijd niet heeft gehad: na Ronald Kuhmann heeft geen enkele trainer het langer dan twee jaar bij de club uitgehouden. De Boer is sinds december 2010 de trainer en onder zijn leiding heeft de club voor het eerst in lange tijd weer landstitels behaald. Maar is het medicijn uitgewerkt? Feit is dat Ajax er dit jaar zowel binnens- als buitenshuis niet veel van bakt en daar is de naïeve Cruijffiaanse spelopvatting debet aan. Ajax had het spel niet hoeven te maken tegen Borussia, want de Duitsers wilden ook dolgraag winnen om aan kop te blijven in de poule - ze waren er voor het gemak van uitgegaan dat Real Madrid zou winnen van City. In plaats daarvan liep Ajax voor de zoveelste keer in het mes.

Toch was De Boer na afloop opvallend mild over zijn spelers, tenminste, als je het vergelijkt met hoe hij reageerde na de gewonnen wedstrijd tegen Manchester Unighted of het tegendoelpunt van NEC bij een 4-0-voorsprong. Dat was psychologisch misschien wel slim, maar didactisch niet. Zo leert Ajax nooit verdedigen. Het zou goed zijn als De Boer de spelers de komende dagen strafregels laat schrijven, of voor een straftraining laat opdraven. Eventueel kan hij hun loon inhouden om de toeschouwers in de ArenA schadeloos te stellen.

Maar goed, misschien wint Ajax op de dag voor Sinterklaas wel van Real Madrid en blijkt dat ik, net als in mijn beschouwingen over Boroessia Dortmoend, de bal overtuigend heb misgeslagen. Dat heeft soms ook zo zijn charmes.

20 november 2012

Mateloos verrassend

Wat een succes! Na dertien jaar was het raadsel van de even traumatische als overbodige moord op Marianne Vaatstra opgelost. Waar eerdere sporen doodliepen, was een grootschalig DNA-onderzoek een schot in de roos: men had eindelijk de (vermoedelijke) dader gevonden.

De verdachte was een 45-jarige boer, genaamd Jasper S., die overigens in geen enkel opzicht verwand is aan de alom geprezen presentatrice van Boer zoekt Vrouw. Hij is herkenbaar aan zijn baard, kalende voorhoofd en het zwarte balkje voor zijn ogen.

De buurt reageerde geschokt: hoe kon zo'n normaal ogend persoon, niet eens een allochtoon, zoiets gruwelijks doen? "'n Boor met 'n groot stuk laand, daar verwaacht je 't gwoon niet vaan!", aldus een omwonende, die het sentiment in zijn omgeving mooi verwoordde. Ook vroeg iedereen zich af hoe een vader van twee jonge kinderen nou zelf een kind kon vermoorden.

Dat waren interessante vragen, maar zeker niet de enige. Er klopte immers iets niet: waarom zou een moordenaar vrolijk aan een DNA-onderzoek meedoen, wetende dat hij dan tegen de lamp zou lopen? Sociale druk? Misschien, maar onwaarschijnlijk, wetende dat elf procent van de opgeroepen mannen niet aan het onderzoek meewerkte; dat waren er ongeveer 900.

De verklaring voor dit niet al te snugger ogende gedrag was dat de dader aan een vreemde psychische aandoening leed, genaamd dissociatieve vlucht, waardoor hij mogelijk niet eens wist dat hij de moord had gepleegd. Dus hielp hij vrolijk mee aan zijn eigen ontmaskering; al wordt er ook beweerd dat hij dat deed vanwege zijn schuldgevoelens.

Ik vind het maar een vreemde zaak, al kan verdere informatie de zaken verduidelijken. Nu is het nog een aaneenschakeling van vreemde wendingen. Desondanks zorgde de aanhouding voor hoop dat er nog andere verjaarde moordzaken, zoals de Zaanse moordzaak, opgelost konden worden met behulp van een grootschalig DNA-onderzoek. Natuurlijk is dat mogelijk, maar de kans dat de volgende dader achteloos het ziekenhuis binnen komt wandelen, acht ik niet zo groot. Ook lijkt me de kans dat de verdachte überhaupt wordt opgeroepen niet erg groot, gezien de mogelijkheid dat hij al lang verhuisd is. Nee, dit was gewoon een mazzeltje. Geniet er maar van mensen, maar ga niet te veel dromen.

18 november 2012

Awesome Austin

Niet voor het eerst probeerde de Formule 1 een poot aan de grond te krijgen in de Verenigde Staten. Erg succesvol waren de eerdere pogingen niet: een afschuwelijke parkeerplaatsrace, een stratencircuit in Manhattan-patroon die minder bekijks trok dan een struisvogelrace en dan had je nog het beroemde circuit van Indianapolis, waar de Formule 1 door het bandenfiasco definitief uit de gratie geraakte. Maar in Texas ging het een stuk beter: het raceweekend verliep zonder wanklanken en de race was misschien wel de beste van het jaar. De Formule 1 liet zich van zijn beste kant zien.

Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat het spannend zou worden op het glooiende Hermann Tilke-circuit bij Austin: klassementsleider Fattle was in alle sessies heer en meester. Daar kon rivaal Alonso bitter weinig tegenoverstellen. In de kwalificatie komt hij ook niet verder dan de negende tijd, terwijl Fattle zoals verwacht de poleposition pakt. Toch is Luis maar amper langzamer. De Brit moest echter vanaf de vuile kant starten en dat kon hem wel flink opbreken. Alonso, die zelfs nog door teamgenoot Massa geklopt werd, zag de bui al hangen: door de versnellingsbakwissel van Grosjean promoveerde hij naar de achtste plek op de grid, aan de verkeerde kant van de baan dus. Ferrari loste het probleem op een even slimme als doortrapte manier op: ze wisselden Massa's versnellingsbak, waardoor de Braziliaan van de zesde naar de elfde plek terugviel en Alonso naar de zevende plek oprukte, aan de goede kant van de startopstelling.

Bij de start toont Alonso al direct het gelijk van zijn team aan: hij rukt op naar de vierde plaats, pal achter Luis, die bij de start door Webber (!) wordt gepasseerd. Achter het leidende kwartet ligt Shoeface, die zijn een-na-laatste race uit zijn carrière met een positief gevoel begint. Dat gevoel duurt niet lang, want al binnen een ronde zijn de koplopers uit het zicht verdwenen en is het dringen geblazen achter de grijze bolide. Precies één ronde kan Shoeface de vijfde plek vasthouden, want dan is Hülkenberg hem voorbij en is de veteraan aangeschoten wild. Grosjean profiteert het meest en gaat zowel de Duitser als teamgenoot Räikkönen voorbij, waarna hij jacht maakt op Hülkenberg. Hij spint echter knullig van de baan en komt weer in de file achter Shoeface terug. Tot overmaat van ramp gaat iedereen hem daarna voorbij.

Vooraan passeert Luis Webber en maakt jacht op Fattle. De twee rijden gestaag weg bij Webber, die op zijn beurt niet echt bij Alonso weg kan rijden. Achter hen wordt Hülkenberg flink aan de tand gevoeld door Räikkönen. De Fin gaat de Duitser in een snelle bocht buitenom voorbij. Ondertussen wurmt Massa zich voorbij de andere Force India, die van DRS'ta. Ook Button, die in de kwalificatie pech had en niet verder kwam dan een twaalfde plek kwam, werkte zich op de hardere banden geleidelijk naar voren. Achter hem probeerde Rosberg hetzelfde te doen. Hij ligt vlak achter zijn teamgenoot en alleen Vergne zit tussen de twee in. In een duel met de grijze bolides breekt de stuurstang van de Toro Rosso, waardoor Vergne de eerste uitvaller is. Shoeface gaat direct naar de pits voor nieuwe banden. Hij zou de rest van de race in de achterhoede blijven rondsukkelen.

Ondertussen is Webber in de problemen: zijn KERS is weer eens kapot. Het is alsof de Australiër vervloekt is met dat CURSE-systeem, dat vaker kapot dan operationeel is. Ditmaal is er een goede reden waarom het systeem niet werkt: de dynamo is kapot, hetzelfde probleem dat Fattle (en Grosjean) in Valencia de overwinning kostte. Dus kwam de tweede Red Bull aan de kant van de weg te staan en nam Alonso de derde plek over.

Aan kop heeft Fattle weer een voorsprong van een paar seconden op Luis genomen en na de pitstops blijft dat zo. Wel ligt Räikkönen tussen de twee in, maar de Fin kan Luis niet lang voorblijven en eenmaal gepasseerd, haalt hij ook nieuwe banden. Zijn stop is traag en hij komt achter Massa, Button, Alonso en Ricciardo weer op de baan. Massa komt even later binnen en wordt op de baan direct door Räikkönen gepasseerd. Het is duidelijk dat de harde banden moeilijk op temperatuur komen. Button is op zijn oude banden zelfs nog sneller dan Alonso. Hij weet zijn enige pitstop erg lang uit te stellen en kan daarmee de schade van de verprutste kwalificatie nog zo veel mogelijk beperkt houden.

Datzelfde doel heeft Alonso, die door zijn koude banden op een onoverbrugbare achterstand is gezet. Een derde plek is het hoogst haalbare, maar met Fattle aan kop verliest hij er wel weer tien WK-punten mee. Daarmee zou zijn achterstand in Brazilië twintig WK-punten bedragen, waardoor Fattle in de slotrace aan een zevende plaats al genoeg zou hebben voor de titel. Liever hoopte Alonso dat Luis nog wat kon doen aan Fattles koppositie. Hoewel de McLaren binnen een seconde zit van de Red Bull, lukken zijn inhaalpogingen steeds net niet. Totdat er een HRT opduikt die Fattle even ophoudt. Dan lukt het ineens wel en gaat Luis naar de leiding.

Teamgenoot Button werkt zich na zijn pitstop langs de Loti. De First Lap Nutcase moet er het eerst aan geloven, daarna Räikkönen. Button heeft DRS, the Iceman heeft gelukkig nog Rexona. Het helpt hem om de beproeving zweetvrij te doorstaan, maar de vijfde plek houdt hij er niet mee vast. Kort achter de Loti zit Hülkenberg. Hij weet de Williams' nog net achter zich te houden. Wel ruilen Senna en Pastoor in de slotfase nog van plaats.

Het is het laatste spektakel van de wedstrijd, want vooraan wint Luis met Fattle in zijn schaduw. De met successen verwende Duitser kon het niet laten om in de laatste ronde nog even de snelste ronde van de race te rijden. Op grote achterstand kwam Alonso binnenhobbelen. Ditmaal had de Spanjaard aan schadebeperking gedaan, maar hij had de winst van Abu Dhabi weer verspeeld. Met een achterstand van dertien punten wordt het een loodzware klus om volgende week alsnog wereldkampioen te worden. Maar het kan nog steeds. Meer hoeft Alonso niet te weten. In de schaduw van de grote man reed Massa naar een zeer knappe vierde plaats, voor Button, Räikkönen, Grosjean, Hülkenberg, Pastoor en Senna. Mercedes kwam voor de vijfde keer op rij niet in de punten (Rosberg werd dertiende, Shoeface' klassering durf ik niet eens op te noemen), maar doordat Sauber niet verder kwam dan een elfde (Pérez) en veertiende plaats (Co Biaggi), komt de vijfde plek in het constructeurskampioenschap niet meer in gevaar. Een schrale troost voor het lachertje van de paddock.

Het lijkt erop dat de Formule 1 eindelijk een goede beurt heeft gemaakt in Amerika. Het circuit was een schot in de roos en dankzij de leuke overtake-buttons was er ook het nodige spektakel te zien. Dit is het racen dat de Amerikanen graag willen zien. De Formule 1 is eindelijk klaar voor Amerika.

11 november 2012

Twaalfde ronde Eredivisie

Wat stonden PSV en FC Twente afgelopen seizoen op hun neus te kijken: uit het niets kaapte Ajax het kampioenschap voor hun neus weg. De oorzaak was volgens de provincieclubs wel duidelijk: het zware Europese programma, want waar Ajax al in februari werd uitgeschakeld in de Europa-League, ondergingen zij datzelfde lot pas een maand later. In de tussentijd eisten de zware Europese wedstrijden hun tol: door vermoeidheid en blessures werden er in de eigen competitie aan de lopende band punten verspeeld.

Dat mocht niet weer gebeuren en dus wordt er op het laagste Europese podium met de handrem strak aangetrokken gespeeld. Het liefst leggen Advocaat en McClaren nog een steen onder het gaspedaal. Als excuus voor het slappe spel wordt steevast als argument de gebrekkige entourage opgevoerd. Het resultaat mag er zijn: PSV Dinamo staat gedeeld laatste in hun poule met vier punten uit vier duels, FC Twente Zagreb staat een plekje hoger met een punt minder. Voor beide ploegen is plaatsing voor de volgende ronde bijna een onmogelijkheid geworden.

Het voordeel is dat de spelers nog al hun energie over hebben voor onze eigen Mickey Mouse-competitie. Twente heeft bovendien geen verplichtingen meer in de nationale bekercompetitie. Als koploper gingen the Reds de wedstrijd in tegen Vitesse. De wedstrijd in de matig gevuld Gelredome was zo mogelijk nog saaier dan het Europa League-duel tegen Levante, al was het resultaat hetzelfde: de brilstand bleef de hele wedstrijd op het scorebord staan. Het publiek werd in ieder geval niet verwend, al is het maar de vraag of verplicht een interview aanhoren van Wout Brama niet een nog grotere straf is. De welbespraakte Vitesse-trainer Fred Rutten was stiekem opgelucht dat hij niet weer van Steve McClaren verloor.

PSV profiteerde dankbaar van het puntverlies en veroverde de koppositie door een overwinning op Heerenveen. De Friezen bleven in de eerste helft aardig bij, om in de tweede helft open huis te houden, waardoor de Eindhovense ploeg de tiende competitiezege behaalde en tegelijkertijd flink aan zijn doelsaldo werkte. Ondertussen werkte Mark van Bommel aan aan zijn gelekaartensaldo: het was alweer zijn zevende prent in acht wedstrijden.

Verder bezorgde Ajax Zwolle opnieuw een thuisnederlaag, waardoor ze de schade op de ranglijst beperkt wisten te houden tot negen punten. Tegen alle verwachtingen in heeft de ploeg nog een kans om de poel des doods van de Champions League te overleven, wat betekent dat ze nog een hoop zware wedstrijden zullen spelen. Het Eredivisieseizoen is pas op een derde en nu lijkt titelprolongatie al een onmogelijkheid. Een vervelende zwakte in het Amsterdamse spel blijven de tegendoelpunten in de slotfase, al kostte dat ditmaal geen punten, daarvoor was de 0-4-voorsprong een te ruime marge.

Hoewel Feijenoord dit jaar niet zo stabiel is als vorig jaar, staat de ploeg wel gedeeld vierde. Tegen Roda, dat op een broodmagere vijftiende plek staat, voerden ze een waar spektakelstuk op. De andere wedstrijd tussen rood en geel eindigde in 5-2, waarbij Immers een hoop kansen miste, de keeper van Roda rood had moeten krijgen en Feijenoord een onterechte strafschop kreeg. Na afloop voelde scheidsrechter Braamhaar zich niet te groot om zijn fout toe te geven.

In de subtop zakte Utrecht terug door een blamage tegen het kwakkelende RKC, dat sinds het onverdiende gelijkspel in Alkmaar eind september al z'n wedstrijden had verloren. Utrecht was daarentegen nog ongeslagen op vreemde bodem. Aan beide reeksen kwam een eind: het werd 4-0 in Waalwijk aan de Maas.

Onderin deed VVV goede zaken door Willem II met maar liefst 4-1 over de knie te leggen, waardoor de Venlose ploeg naar de zestiende plek op de ranglijst klom. Kennelijk heeft de overwinning op AZ ze vleugels gegeven, want de laatste twee competitieduels leverden de Limburgers twee keer zo veel punten op als de tien eerdere.

AZ heeft het lek ondertussen nog steeds niet boven. Alles leek weer in orde na een puike overwinning op Vitesse, maar na een nederlaag tegen VVV en een mager gelijkspel tegen ADO is de euforie daarvan alweer getemperd. Ook nu blonk de ploeg van Gertjan Verbeek uit in het weggeven van doelpunten. Door de vele unforced errors blijft de ploeg maar achter de feiten aan lopen en is iedere tegenstander een onneembare hindernis, zelfs al heb je een balkunstenaar als Jozy Altidore in je team. Ook nu redde hij slechts een puntje met zijn werelddoelpunt.

In de middenmoot won NEC in een levendig duel van Heracles, terwijl Groningen tegen de middenmoot aanschurkt na een overwinning op NAC, dat ook na het ontslag van John Karelse blijft kwakkelen.

Al met al was PSV de winnaar van de weinig enerverende competitieronde. Ze zijn goed begonnen aan hun missie om landskampioen te worden, zodat ze volgend jaar in ieder geval geen Europa League hoeven te spelen. Het landskampioenschap is om dezelfde reden ook de inzet van FC Twente. De vraag is of Vitesse daar nog een stokje voor kan steken. Het doel was aanvankelijk om in 2013 kampioen te worden. Pas eind maart weten we of dat doel realiseerbaar is.

10 november 2012

De ondergang van het SGS-snelschaakkampioenschap

Vandaag werd het regionale snelschaakkampioenschap voor clubteams georganiseerd, voor de derde keer op rij in Bunschoten of Spakenburg. Wegens een teruglopend aantal inschrijvingen werd de toernooiopzet aangepast: er waren minder groepen met minder teams. In de hoofdgroep werd er een dubbelrondig toernooi gespeeld: je kwam twee keer tegen dezelfde tegenstander. In de subgroep speelde men gewoon enkelrondig Zwitsers.

Het deelnemersveld viel tegen, niet alleen in kwaliteit, maar ook in kwantiteit. Zo trok de winnaar van 2010, Utrecht, zich terug uit de hoofdgroep, omdat ze geen sterk team konden opstellen. Door dergelijke tegenslagen telde de hoofdgroep maar acht teams, twee minder dan vorig jaar en vier minder dan in de lang vervlogen tijden. Ook BSG deelde in de malaise: gingen vorig jaar nog vier BSG-zestallen op een grauwe novemberdag naar die toren van schaakclub En Passant, dit jaar gingen er maar twee.

Wie had gedacht dat de speelzaal van de hoofdgroep wat ruimer werd door het kleinere deelnemersveld, kwam bedrogen uit, want de ongebruikte tafels stonden in de zaal. En dus zat iedereen alsnog als sardientjes in een blik. Bij de subgroep was het overigens amper beter, al had dit vooral met een uiterst inefficiënte zaalindeling te maken; de zaal was ruim genoeg. Verder was het bij de bar weer ongemakkelijk druk en werden de tussenstanden bij de deur opgehangen, zodat iedereen elkaar constant in de weg zat.

Het schaken kwam een beetje op het tweede plan: thuisclub En Passant ging met Paul Keres voor het kampioenschap. De andere teams, waaronder BSG, waren veel en veel zwakker. De concurrentie was ook niet meer wat het geweest is. BSG kon zich nu met een veredeld B-team redelijk handhaven, dit in schril contrast met drie jaar geleden, toen BSG in Giessenburg, helemaal aan de andere kant van de SGS-regio, twaalfde werd van de twaalf teams. Ik weet niet op welke plek BSG dit jaar is geëindigd, hoewel me dat ook niet bijster veel interesseert. In ieder geval vermoed ik dat we een aantal teams onder ons gelaten hebben. Toernooiwinnaar werd overigens de thuisclub, die Paul Keres in het onderlinge duel een keer versloeg en daarna niet meer te achterhalen was door het Utrechtse team.

De schaakhoogtepunten van BSG waren op de vingers van één hand te tellen. Mijn beste prestatie was een overwinning op de X-man, de webmaster van Utrechtschaak. Maar die overwinning werd overschaduwd door een vervelend incident een ronde daarvoor. Het gebeurde halverwege het toernooi, in de vierde ronde. We speelden tegen de Christelijke Schaakvereniging Ons Genoegen en aan het derde bord was Chris Kooijman (BSG) een gelijke stelling tegen Laurens van Twillert aan het uitspelen. Het zag er goed uit: Kooijman had nog een minuut, zijn tegenstander had tien seconden. Van Twillert deed de zet ...Pc3-d5 en Kooijman deed direct Dc2-c5 en sloeg het paard, dat volgens hem dus (deels) op c5 stond, van het bord. "Onreglementaire zet!", riep zijn tegenstander triomfantelijk en eiste het punt op. Hij kreeg onmiddellijk bijval van zijn teamgenoten, het roerend met hem eens waren. Verbaal werd Kooijman aan alle kanten aangevallen. De wedstrijdleider wist niet wat hij met de zaak aan moest en arbitreerde de zaak maar naar remise. Vervolgens laaide het Amersfoortse verbale geweld nog verder op ("Salomonsoordeel! Hak het kind in tweeën!") en kreeg Kooijman toch een nul. Naastenliefde, bah! Aangeslagen en verbitterd besloot Kooijman daarna maar het toernooi te verlaten. Zijn plek werd de rest van het toernooi opgevuld door Frits van Gelder, waardoor er geen lege stoel meer was, maar daarmee was alles ook wel gezegd.

04 november 2012

Fattle schittert in spektakelstuk, maar Räikkönen wint

Wat kon men toch klagen over het stratencircuit in Valencia. De sfeer was ver te zoeken in het Monaco van Spanje en de races mondden keer op keer uit in bloedeloze optochten. Hetzelfde gold voor het zielloze circuit in Abu Dhabi, waar inhalen bijna een onmogelijkheid was (vraag het Alonso maar), wat resulteerde in slaapverwekkende schemeringsraces. Hoe anders ging het dit jaar, met een spetterend optreden in Valencia en een kolderiek foutenfestijn in het oliestaatje.

Vier zeges op rij, met die score legde Fattle de afgelopen tijd het fundament voor zijn derde wereldtitel. Niemand verwachtte dat hij het in Abu Dhabi moeilijk zou krijgen, maar ineens kwam het gevaar van alle kanten: in de kwalificatie is Luis opeens loeisnel, vervolgens steekt teamgenoot Webber hem ook nog de loef af en tot slot moet hij zijn bolide langs de kant zetten vanwege een benzinetekort. Een zeldzaam moment van amateurisme van Red Bull, want dit zijn dingen die je doorgaans alleen bij McLaren ziet. De consequentie was duidelijk: Fattle werd naar de staart van de grid verbannen. Het team besloot daarop wat aan de auto te rotzooien, zodat Fattle zijn inhaalrace vanuit de pitstraat moest starten.

Fattles misfortuin gaf Alonso een onverwachte kans om goede zaken te doen in het kampioenschap. De Spanjaard had echter ook niet zo'n gelukkige kwalificatie achter de rug: hij startte na Luis, Webber, Pastoor, Räikkönen en Button als zesde.

Bij de start zien we een gebruikelijk beeld: Webber komt slecht weg en ziet aan weerszijden een auto voorbijkomen. Räikkönen is de winnaar bij de start en hij rukt op naar de tweede plaats, voor Pastoor, Webber en Alonso. Voor Webber wordt het nog een graadje erger als Alonso hem op het rechte stuk buitenom voorbij vliegt. Nog slechter vergaat het de Force India's, die tegen elkaar kleunen, waarna Hülkenberg op Senna botst en met een verbrijzelde voorwielophanging kan uitstappen. DRS'ta komt ook niet ongeschonden uit de eerste bocht, net als Rosberg en Schrootjean.

Fattle begint voortvarend aan de race en werkt zich netjes omhoog in de achterhoede. Wel krijgt hij de schrik van zijn leven als hij Senna's Williams toucheert, waarbij hij een deel van zijn voorvleugel verliest. Adrian Newey kan zo uittekenen om welk deel het ging en hoeveel neerwaartse kracht er verloren is gegaan. Het blijkt allemaal mee te vallen, dus blijft Fattle doorrijden. Zijn inhaalrace maakt de wedstrijd spannend.

Afkoelperiode

Rookwolken, een gestrande auto, twee enorme bandensporen richting een muur: Nico Rosberg en Narain Crashikeyan maken een heftig ongeluk mee. In een snelle bocht verliest de HRT opeens snelheid, waardoor de bij de start teruggevallen Rosberg volledig verrast wordt en erbovenop klapt. De Mercedes wordt gelanceerd en mist maar net het hoofd van de ongelukkige Indiër. De ravage is enorm en dus komt de safetycar op de baan.

Enkele ronden rijden de wagens achter de safetycar en Fattle is daar allerminst gelukkig mee. Hij is kwaad op Ricciardo, die volgens hem te onvoorspelbaar en te onregelmatig reed. In ieder geval rijdt de boze Fattle na een drieste uitwijkmanoeuvre een piepschuimen bord langs de baan aan flarden, waarna hij zijn monteurs opzoekt voor nieuwe banden en een nieuwe voorvleugel, om weer achteraan in de rij aan te sluiten. Fattles track-record is toch al niet al te best wat betreft safetycarfases: vijf jaar geleden ramde hij per ongeluk zijn huidige teamgenoot Mark Webber onder soortgelijke omstandigheden uit de race. Dat deed hij nu wel wat handiger. Ondertussen kan Ricciardo een uitbrander van Helmut Marko verwachten...

Geschenk uit de hemel

Bij de herstart komt Alonso onder druk te staan en werkt Fattle zich op nieuwe banden weer omhoog. En dan kruipt er ineens een McLaren over het circuit. Dat kon er maar één zijn: Luis moest zijn snelle, doch uiterst broze bolide in het gras parkeren. Zodoende komt de leiding in handen van Räikkönen.

Achter de coole Fin rijdt de langzaam wegzakkende Pastoor, die meteen wordt ingerekend door Alonso. Vervolgens probeert Webber hetzelfde te doen, maar dat eindigt in tranen: Webber knijpt de Williams af, gaat in de rondte en verliest een aantal plaatsen. Dat Buttons aanval een ronde later wel slaagt, maakt het er alleen nog maar schrijnender op voor de Australiër, die is teruggevallen tot achter Pérez en Massa. In de achtergrond rukt bovendien teamgenootje Fattle op, voor wie het foutenfestijn een geschenk uit de hemel is.

Webber is nog niet uitgeraasd en neemt als een dolle stier ook Massa op de horens. Ook nu probeert hij het buitenom en weer maken de twee bolides contact. Ditmaal gaat niet Webber, maar Massa achterstevoren. De Braziliaan valt ver terug en besluit direct maar nieuwe banden te halen. Dat voorbeeld wordt gevolgd door de koplopers. Räikkönen stopt als laatste en komt precies voor Fattle terug op de baan.

Zodoende is Fattle halverwege de race alweer tweede, maar mogelijk zou hij nog een tweede bandenstop moeten maken. Alonso en Button zijn op nieuwe banden echter nauwelijks sneller. Grosjean en DRS'ta zijn naar de vijfde en zesde plaats opgerukt door de pitstops. Achter hen zitten Pérez en Webber zich te verbijten. Het gaat helemaal mis als Grosjean ineens snelheid verliest en door DRS'ta en Pérez tegelijkertijd wordt ingehaald. Pérez is weer overenthousiast, probeert in een beweging twee plekken te winnen, maar knijpt DRS'ta af en gaat in de rondte. Webber probeert hem te ontwijken en ziet daarbij de First Lap Nutcase over het hoofd. Het gevolg: twee auto's aan gruzelementen en Pérez die de dans ontspringt; al zou hij later nog een stop-and-go-penalty ontvangen voor zijn aandeel in het incident. In ieder geval zorgt de chaos voor een tweede safetycarfase.

Gouden pik

De neutralisatie is goed nieuws voor Fattle, die net voor het ongeval nieuwe banden had laten monteren. Hij ligt achter Räikkönen, Alonso en Button op de vierde plaats en weet dat hij de race misschien zelfs nog kan winnen. Bij de herstart neemt Räikkönen kordaat het voortouw, terwijl Alonso Button en Fattle in zijn nek heeft hijgen. Ronde na ronde probeert Fattle op het lange rechte stuk met behulp van DRS en zijn langere zevende versnelling in de slipstream te komen, maar doordat Button ook DRS kan gebruiken, lukt het niet. In de slotfase versnelt Alonso en rijdt hij naar de staart van Räikkönen. Button is op zichzelf aangewezen en laat zich met de vlag in zicht toch nog verrassen door Fattle, die zodoende nog naar het podium rijdt. Een geweldige prestatie, maar wat zat het hem toch allemaal mee. In ieder geval beperkte Fattle zijn verlies op Alonso tot drie punten en hield hij nog een voorsprong van tien punten over voor de laatste twee races.

De overwinning van Räikkönen is volledig verdiend. Hij maakte een goede start en reed verder gewoon snel en foutloos. Eenmaal aan kop controleerde hij de race. Het is het team van Lotus ook meer dan gegund: ze waren dit seizoen al een paar keer heel dicht bij de overwinning gekomen, maar nu viel alles een keer op z'n plaats, juist in een fase waarin ze de aansluiting met de top leken te verliezen.

De overige punten werden gepakt door de stille krachten: Pastoor werd vijfde, voor Co Biaggi, Massa, Senna, DRS'ta en Ricciardo, die Shoeface ternauwernood van het laatste punt afhield. Al met al was het publiek de grote winnaar in deze geweldige race, die in zijn eentje meer spektakel bood dan alle voorgaande races op het Yas Marina-Circuit.

Duel der middenmoters eindigt onbeslist

BSG pakt punt tegen HMC

De competitiestart van BSG en HMC vertoonde grote gelijkenissen: gewonnen van De Stukkenjagers en verloren van een ploeg in het linkerrijtje (Rotterdam voor BSG, Apeldoorn voor HMC.) Met 2 matchpunten en een doelsaldo van -1 stonden de tientallen in de middenmoot van de meesterklasse. Ook in Bussum hielden de ploegen elkaar in evenwicht.

In de meesterklasse anno 2012 zijn de teams in twee groepen onder te verdelen: de teams die voor het kampioenschap gaan, zoals landskampioen Voerendaal, En Passant, Apeldoorn en eventueel Rotterdam. De overige teams, waaronder BSG, strijden tegen degradatie. Op papier zou HMC ook in de eerste groep thuishoren en dus is hun huidige klassering wat teleurstellend. Tegen BSG kon de ploeg uit Den Bosch echter niet over topgrootmeester Daniel Fridman beschikken, een flinke aderlating. Het beloofde een spannende wedstrijd te worden en dat werd het ook.

BSG kende natuurlijk ook een personele tegenvaller, eentje van permanente aard. Gelukkig kon Der Alexander ook deze wedstrijd meespelen. BSG was dus wel op volle oorlogssterkte, vastberaden om zich te revancheren voor de nederlaag van vorig seizoen. De wedstrijd begon echter vredelievend. Robert Remise Ris kwam net als vorig jaar Roi Miedema tegen en deelde gauw het punt. Na afloop was hij erg kritisch op zichzelf: hij vond dat zijn tegenstander te gemakkelijk zijn openingsproblemen had kunnen oplossen. Daarmee lagen we een halfje achter op het schema van vorig jaar. Ook FM Henk speelde remise. Slecht in vorm, matige stelling, even aan de nederlaag geroken... De puntendeling kwam hem niet zo verkeerd uit.

Ewood zette BSG op voorsprong door Twan Burg alle hoeken van het schaakbord te laten zien. De zwartspeler verprutste de opening en werd vervolgens hard toegetakeld. Het was met recht de overwinning van de dag. Beertje Large hield Jeroen Bosch op het kopbord in bedwang. De witspeler had het idee dat hij een gevaarlijk initiatief had, de zwartspeler dacht dat hij de betere kansen had vanwege zijn pluspion. Zoals gewoonlijk lag de waarheid in het midden, want wit had best wel wat meer dan net genoeg compensatie voor de pion, maar Large verdedigde zich nauwkeurig naar remise.

Minder voorspoedig verging het Tea Lanchava tegen Jasper Broekmeulen. Een onorthodoxe openingsopzet leidde al gauw tot een bizarre stelling met tegengestelde rokades en wederzijdse kansen. De Nederlands Kampioene leek een gevaarlijkere aanval te hebben, maar Broekmeulen was beter in het waarnemen van zijn kansen, waardoor het kwartje op dit bord helaas de verkeerde kant op viel.

Zodoende was de stand weer in evenwicht en moest de winst in het eindspel behaald worden. Dat lukte Alexander van Beek tegen Niels Ondersteijn helaas niet. Hij had weliswaar een pluspion, maar daarmee kon hij in het toreneindspel geen enkele vuist maken, dus werd het remise. Ton van der Heijden kwam na een wilde partij tegen HMC-teamleider René Olthof in een interessant eindspel terecht. Het was de vraag of zijn lichte stukken de zwarte toren de baas konden zijn. Voordat het echt leuk werd, liet de zwartspeler zijn toren tussen zijn eigen pionnen verstrikt raken, wat onmiddellijk tot verlies leidde.

Dat Frank Erwich van David van Kerkhof zou verliezen, daar twijfelde niemand meer aan voor de tijdcontrole. De topscorer van BSG stond een kleine kwaliteit en een pion achter bij vreselijke stelling. Hij wist zich echter terug te knokken, of Graveyard liet hem glippen, want uiteindelijk bereikte hij een theoretische remisestelling. Iets met een toren tegen pion. Helaas ging hij op het eind alsnog de mist in en verloor.

Het stond 4-4 en er waren nog twee eindspelen bezig. Grote Beer stond de hele tijd wat minder in een toreneindspel tegen Benjamin Bok. Met goed spel was het misschien remise te houden, maar in de praktijk slaagde zelfs Berelowitsch er niet in. Dus moest alles komen van Behirder. Als 1900-speler dagdroomde hij er vroeger al van om later, als hij groot en sterk was, in een moeilijk eindspel het beslissende punt binnen te halen. Nou, dat is de laatste jaren redelijk vaak gebeurd. Na een mislukte opening had geen hond ergens nog op gerekend, maar in tijdnood tastte tegenstander Geert van der Stricht mis en kwam hij zelf opeens in een vervelend eindspel. De juiste verdediging werd niet gevonden en dus ging na bijna zes uur spelen ook nog het halve punt de prullenbak in. Zodoende eindigde het duel BSG - HMC enigszins verrassend in een gelijkspel. De plussen en minnen hielden elkaar redelijk in evenwicht, dus al met al was het verdienstelijke resultaat ook wel verdiend. Over drie weken mag BSG naar Groningen, dat vrij laag op de ranglijst staat. Dat wordt een belangrijk duel en hopelijk doet BSG het dan beter dan vorig jaar.

BSG (2333) - HMC (2345) 5-5
1. L Ootes (2358) - J Bosch m (2371) ½-½
2. R Ris m (2388) - R Miedema m (2363) ½-½
3. A Berelowitsch g (2565) - B Bok m (2530) 0-1
4. E de Groote (2354) - T Burg m (2498) 1-0
5. A van Beek m (2307) - N Ondersteijn f (2317) ½-½
6. T Lanchava m (2320) - J Broekmeulen f (2425) 0-1
7. H van der Poel f (2242) - T Verhoeven (2197) ½-½
8. J de Groote (2150) - G van der Stricht m (2382) 1-0
9. F Erwich f (2361) - D van Kerkhof (2290) 0-1
10. T van der Heijden (2280) - R Olthof (2077) 1-0

01 november 2012

Ruttes kopzorgpremie

Wat waren ze blij: in een razend tempo werd het kabinet Rutte II geformeerd. Met alle plezier deden de coalitiepartijen de grootste concessies, waarvan de beperking van de hypotheekrenteaftrek en de inkomensafhankelijke zorgpremie de meest in het oog springende waren. Vooral in dat laatste punt stonden de coalitiepartijen zwak en dus ging de oppositie fel tekeer tijdens het formatiedebat. Hondje Geert blafte een paar keer, Buma nam het als een echte Obama voor de middeninkomens op, terwijl de SP het niet fair vond dat de allerhoogste inkomens buiten schot bleven. Opmerkelijk was dat de felle houding van de D66, de regeringspartij aan de zijlijn, dat in de zorgpremie een goede mogelijkheid zag om zichzelf te profileren.

De media pikten het op en plotseling had niemand het meer over iets anders dan de zorgpremie. Plotseling kreeg het ideale huwelijk tussen de VVD en de PvdA een fikse tegenvaller te verwerken. De VVD-achterban roerde zich, kiezers voelden zich bedrogen en angstige burgers voorzagen een flinke aanslag op hun huishoudbudget. Ze wisten niet goed wat de nieuwe plannen voor ze betekenden en door de mist van cijfers doken al gauw de vreemdste indianenverhalen op. Het werd tijd dat iemand duidelijkheid zou scheppen.

Vanochtend was Telegraaf-econoom Alex Klein te gast bij Vandaag de Dag. Aan de hand van stapels chocolademunten probeerde hij de gevolgen van de nieuwe maatregelen te visualiseren. Een goed idee om de materie te verhelderen, maar zijn uiteenzetting was op zijn zachtst gezegd tendentieus te noemen. Al snel strooide hij woorden als “Robin Hood” over tafel en gooide daarmee nog meer olie op het vuur van de toch al verhitte zorgpremiediscussie. Vervolgens wist hij nog een paar krachtige antwoorden te formuleren op de halfslachtige tegenvragen van sparringpartner Leonie ter Braak, waardoor het helemaal leek alsof er niks van het plan deugde.

Helaas vertroebelen de rechtse media op deze manier de echte discussie. Daarvoor moeten de cijfers erbij gepakt worden. De cijfers laten zich echter niet gemakkelijk doorgronden en daardoor snapt de Jan met de pet, of de Nederlandse Joe de loodgieter er niks meer van. Het is natuurlijk ook zwak van de politiek dat ze hun plannen niet duidelijk kunnen uitleggen, maar dat de media vervolgens de zaken opblazen door de consequenties erger doen lijken dan ze zijn, hadden ze ook niet in de hand.

Op dit moment is de zorgpremie gemiddeld zo’n 100 euro per maand, ofwel 1280 euro per jaar.  Dat gaat veranderen naar een opstarttarief van 255 euro per jaar in 2014, plus een inkomensafhankelijk tarief. Dat is 11,1 procent voor elke euro die je boven de 19.393 euro per jaar verdient, om boven de 68.000 euro constant te blijven. Hierdoor kunnen de zorgkosten tot een kleine vierduizend euro hoger oplopen dan in de huidige situatie; dat is een enorm bedrag.

Daar staan de belastingverlagingen tegenover. De inkomstenbelasting verandert van 37 procent in de eerste schijf en 42 procent in de tweede en derde schijf naar een constant tarief van 38 procent. Hierdoor worden juist de middeninkomens gecompenseerd. Het belastingvoordeel loopt op tot ruim 1200 euro op jaarbasis voor de hoogste tarieven. Tot een jaarinkomen van 30.000 euro voelt u geen pijn van de nieuwe maatregelen. Daarna loopt het nadeel op tot ruim tweehonderdvijftig euro in de maand voor de hoogste inkomens.

Totale belastingdruk als functie van het inkomen in de huidige (rode) situatie en de toekomstige (blauwe) situatie, voor zover ik heb kunnen achterhalen. (Versie 2 van 2 november 2012)

Wat de materie zo lastig maakt, is dat er te pas en te onpas gebruik wordt gemaakt van de term “modaal inkomen”. Het lastige hieraan is dat dit een gezinsinkomen is, terwijl de zorgpremie op het individuele inkomen is gebaseerd. Deze dingen zijn moeilijk uit elkaar te houden. Een middagje stoeien met CBS-cijfers (van 2010) leverde de volgende conclusies op:

  • Het gemiddelde inkomen per Nederlander is zo’n 22.000 euro per jaar
  • Werkenden verdienen meer (een kleine 35.000 euro per jaar)
  • De niet-werkende beroepsbevolking verdient minder (zo’n 18.000 euro per jaar)
  • De rest is te jong of te oud om te werken
  • Inderdaad, zoals Alex Klein zei, verdient slechts zo’n 20 procent van de mensen meer dan 33.000 euro per jaar (een “modaal” gezinsinkomen)
  • Slechts zo’n vijf procent verdient meer dan 55.000 euro per jaar

Kortom: de meeste mensen gaan er eigenlijk op vooruit door de plannen. De vraag is natuurlijk of een dergelijke herverdeling te prefereren is, maar dat is een politieke keuze die de VVD nota bene heeft willen maken. Respect daarvoor. Het voordeel van de inkomensafhankelijke zorgpremie is dat het belastingstelsel eenvoudiger kan worden gemaakt. De inkomstenbelasting gaat ook omlaag, wat economisch gezien fijn is (belasting op consumptie wordt als economisch verstandiger gezien), maar dat voordeel wordt weer teniet gedaan doordat de zorgkosten nu als een soort verkapte inkomstenbelasting fungeren.

Het vreemde aan de zaak is dat iedereen om de gestegen maandlasten klaagt, terwijl er mogelijk veel ernstigere bezwaren zijn: de inkomensafhankelijke zorgpremie zou in strijd zijn met EU-regels, doordat er minder concurrentie komt bij zorgverzekeraars. Laat de discussie daar vooral over gaan. In ieder geval zijn er een hoop kopzorgen dus voor Rutte, die de plannen vooralsnog door lijkt te gaan zetten, alle kritiek ten spijt. Het alternatief is weer terug naar de onderhandelingstafel om de PvdA tevreden te stellen. De vraag is welk heilig VVD-huisje het dan moet ontgelden. Toch vraag ik me af of de coalitiepartijen zich niet een heleboel kopzorgen hadden kunnen besparen door de zorgkosten ongemoeid te laten en gewoon de belastingen aan te passen om (ongeveer) hetzelfde netto-inkomenseffect te krijgen.