27 januari 2019

Carlsen wint Tata Steel

Net als vorig jaar ging de strijd om de toernooiwinst tussen Magnus Carlsen en Anish Giri, maar anders dan vorig jaar kwam er geen barrage aan te pas. Carlsen wist Giri in de slotronde fluitend op remise te houden, waardoor hij het toernooi voor de zevende keer op zijn naam schreef.

In de een-na-laatste ronde op zaterdag werd duidelijk dat de eindstrijd tussen Carlsen en Giri zou gaan. Ze begonnen als gedeeld koploper aan de twaalfde ronde en konden al gauw met verbazing toekijken hoe runner-up Yan Nepomniachtchi tegen Sam Shankland werkelijk waar alles verkeerd deed wat je maar verkeerd kan doen, waardoor hij hardhandig geveegd werd en de toernooiwinst op zijn buik kon schrijven.

Niet veel beter verging het Giri, die tegen Radjabov flink in de problemen was gekomen. Behendig wist hij zijn stelling nog enigszins binnen de remisemarge te houden toen hij opeens een remiseaanbod kreeg. Hij wist niet hoe snel hij het aanbod moest accepteren.

Heel wat beter ging het eraan toe bij Carlsen, die tegenstander Duda in de opening verraste, waardoor hij al gauw een enorme tijdsvoorsprong had. De stelling was bloedlink en hoewel Duda een directe ondergang net wist af te wenden, stond hij in het eindspel met de rug tegen de muur. Carlsen ging er nog eens goed voor zitten en won na veel zwoegen:

De partijen werden mede mogelijk gemaakt door TuxTown Chessgame-Replayer.

Zo ging Carlsen de slotdag met een halfje voorsprong in op Giri, zijn tegenstander in de laatste ronde. Een mooier affiche was niet denkbaar. Giri moest natuurlijk winnen om het toernooi op zijn naam te schrijven, terwijl Carlsen aan remise genoeg had. Giri voorspelde dat niet hij, maar Carlsen op winst zou spelen en hij kreeg nog gelijk ook. In een mindere stelling mocht hij van geluk spreken dat hij nog met remise wegkwam. Zodoende eindigde het toernooi net als vorig jaar, met Carlsen voor Giri.

18 januari 2019

Zwart is het nieuwe wit

In het Tata Steel-toernooi wordt er opmerkelijk veel met zwart gewonnen. Na 5 ronden zijn de scores duidelijk in de hoofdgroep: 9 overwinningen voor zwart, slechts 2 voor wit. Inclusief remises is de score 21-14 in het voordeel voor de zwarten, wat betekent dat de witspelers slechts 40 in plaats van de gebruikelijke 55 procent scoren. Wat is er aan de hand?

De slechte witscores zijn helemaal vreemd als je de resultaten van AlphaZero als referentie neemt. Het zelflerende schaakprogramma is vooral met de witte stukken ongelooflijk sterk, wat aantoont dat die extra zet in de juiste handen een geducht wapen is. Op YouTube is een aantal video's te vinden van de vriendelijke grootmeester Matthew Sadler, die een aantal buitengewoon interessante partijen uit de match tegen het computerprogramma Stockfish uitgebreid heeft geanalyseerd.

Opmerkelijk genoeg willen die inzichten nog niet zo naar de schaaktop doorsijpelen. De WK-match tussen Carlsen en Caruana leverde nauwelijks vuurwerk en twaalf remises op. Geen enkele keer kreeg een witspeler echt een voet tussen de deur. Kansen kwamen er wel, vooral voor de zwartspelers, maar ze werden niet benut. De match gaf daardoor vooral goed weer hoezeer de computers de mens al voorbij zijn gesneld.

Ook in Wijk aan Zee kunnen de witspelers amper een vuist maken. Is het witvoordeel aan het verdwijnen vanwege de remisedood? Dat zou zomaar kunnen. Maar dat het vooral de zwart- en niet de witspelers zijn die zo nu en dan winnen, is opmerkelijk te noemen. Zwart lijkt het nieuwe wit te zijn geworden. Is het plotseling nadelig geworden om de eerste zet te mogen doen? Dat is onwaarschijnlijk. Waarschijnlijk speelt het toevalsaspect een rol.

Tot dusver hebben de zwartspelers gewoon een stuk beter gespeeld dan de witspelers, zo leert een vluchtige blik op de door de computers berekende nauwkeurigheid van de gespeelde zetten op Chessbase. Die percentages zijn een redelijke (maar absoluut geen perfecte) indicator voor de kwaliteit van de zetten. Hoge percentages duiden vaak op goede openingsvoorbereiding of daadwerkelijk goed gespeelde partijen, bij lage percentages klopt er inderdaad vaak weinig van de zetten die een speler op het bord heeft gebracht. Opmerkelijk genoeg is het nauwkeurigheidspercentage van de witspelers gemiddeld maar 55 procent, 14 procentpunt minder dan het percentage van de zwartspelers:

Verdeling van de nauwkeurigheid van de partijen met wit (lichtblauw) en zwart (donkerrood) van de geannoteerde partijen uit de eerste 5 ronden in de hoofdgroep van het toernooi.

De grafiek laat zien dat er 8 partijen waren waarin de witspelers slechter speelden dan de slechtste zwartspeler (een nauwkeurigheidspercentage van 41%). Zoals verwacht waren de scores in deze partijen megaslecht: er werd slechts een halfje gescoord. Daarmee is het enorme verschil in succes tussen zwart en wit dus verklaard. Een verklaring voor het enorme verschil in speelsterkte heb ik niet, dus gooi ik het maar op toeval.

De toon werd al in de eerste ronde gezet toen Anish Giri met wit tegen Nepomniachtchi als een konijn zat te spelen. Hij revancheerde zich meteen door in de tweede ronde Kramnik te verslaan. De ex-wereldkampioen was ooit een angstgegner van Giri, maar de laatste jaren is er van die status niks meer over. Vanuit een veelbelovende stelling liep Kramnik zichzelf finaal voorbij. Datzelfde deed Rapport twee ronden later, waardoor Giri zijn nul uit de eerste ronde alweer dubbel en dwars heeft weggepoetst met twee zwartoverwinningen.

Dat geldt niet voor Jorden van Foreest, het andere Nederlandse supertalent. De laatste jaren is de rek er bij hem een beetje uit en tegen de wereldtop maakt hij een ronduit slechte indruk. Door een overwinning op de veel te riskant spelende Duda is hij van de nul af, maar daarmee is alles ook wel gezegd.

Traditiegetrouw komt Magnus Carlsen in Wijk aan Zee traag op gang en traditiegetrouw is het een Nederlander die hem op een afwijkende locatie in het zadel helpt door te verliezen. De afgelopen jaren was die taak vaak weggelegd voor Loek van Wely, maar nu hij een krijsend kind op de wereld heeft gezet, was het nu de beurt aan Jorden. In Alkmaar faalde hij niet, maar anders dan King Look kon hij het de wereldkampioen geen moment moeilijk maken. Hoewel hij zich na afloop groot hield door te zeggen dat hij schaakles had gekregen, zal hij zichzelf wel hebben vervloekt voor zijn apathische spel, waarmee hij Carlsens remisereeks beëindigde.

Broertje Lucas vergaat het in de B-groep heel wat beter, al kreeg hij in de vijfde ronde een zure en wat onverdiende nederlaag te slikken. Hij en de volledig uit vorm zijnde Kramnik toonden aan dat wit tegenwoordig nog best kan winnen, namelijk als zwart een remiseopening speelt. Om de witten een hart onder de riem te steken heb ik de volgende twee witte raven van licht commentaar voorzien:

De partijen werden mede mogelijk gemaakt door TuxTown Chessgame-Replayer.

13 januari 2019

De Hollandse ziekte

De eerste ronde van het Tata Steel Chess Tournament is niet helemaal gelopen zoals het thuisfront had gehoopt: van de twee besliste partijen in de hoofdgroep zaten de Nederlanders tweemaal aan de verkeerde kant van de score, hun witvoordeel ten spijt.

"Nederlanders zijn tactisch zwak", beweerde Ton terwijl we Wijk aan Zee binnenreden. Hij noemde een aantal voorbeelden van tactische missers van de grote Nederlandse meesters uit lang vervlogen tijden, zoals Euwe die tegen Lasker ooit in een eindspel in een simpel trucje tuinde. Er viel wel wat voor te zeggen, al kun je dergelijke blunders bij alle topschakers uit die tijd wel terugvinden.

Jaren geleden hoorde ik een discussie aan tussen Piet Peelen en Yge Visser (dat geeft denk ik wel een idee van hoelang het geleden was, het was in 2005) over ratinginflatie. Piet stelde dat de ratings alsmaar hoger werden, terwijl Yge, die zelf op het punt stond grootmeester te worden, beweerde dat het schaakniveau navenant was toegenomen. Voor de komst van de computer waren de meeste partijen inderdaad vaak zuiver positioneel van aard, waardoor de spelers in gewonnen stellingen vaak nog in de enige truc die in de stelling zat (de "bananenschillen", zoals Yge ze noemde) trapten.

Met dank aan de Stappenmethode zal het gebrek aan tactische slagkracht onder de Nederlandse toppers tegenwoordig niet meer zo'n probleem zijn, alhoewel de meeste Nederlandse topschakers niet zulke rekenmachines als de Russen en de Indiër zijn. Wat wel een Nederlandse zwakte lijkt te zijn, is het onvermogen om op remise te spelen. Een bus voor de goal parkeren zit niet bepaald in ons DNA.

In de A-groep werd dat in de eerste ronde goed duidelijk. Op een sterk bezet toernooi is het prettig om in ieder geval met een resultaat aan het toernooi te beginnen, zodat de tegenstanders niet het idee krijgen dat er wat te halen bij je valt. Dat moest te doen zijn, helemaal omdat de twee voor Nederland uitkomende deelnemers (Anish Giri en Jorden van Foreest) allebei wit hadden.

Giri zal met grootse ambities naar Wijk aan Zee zijn gekomen. Na zijn gemiste toernooiwinst van vorig jaar was hij er natuurlijk op gebrand om het nu nog net even iets beter te doen. Was het plankenkoorts, was hij er met zijn hoofd niet bij, of wist hij zich geen raad met de opening die Yan Nepomniachtchi hem voorschotelde? Of was het een combinatie van factoren? Ik kan me in ieder geval niet herinneren dat ik Giri de afgelopen tien jaar zo slecht heb zien spelen als gisteren. Een raadselachtig optreden.

Jorden van Foreest had de schone taak Viswanathan Anand te bestrijden. Geen eenvoudige opgave natuurlijk, maar met wit moet er altijd wel iets mogelijk zijn. Jorden maakte zijn intenties al vroeg in de partij duidelijk. Hoewel de stelling er vanwege de tegengestelde rokades gevaarlijk uitzag, voelde Anand zich veel meer als een vis in het water, zodat hij de vis vrij eenvoudig op het droge wist te trekken.

Iets meer Nederlands succes was er in de B-groep, waar Erwin l'Ami won, maar omdat Stefan Kuipers het slachtoffer was, was dat ook niet echt iets om de rood-wit-blauwe loftrompet over af te steken. Lucas van Foreest zorgde voor een klein beetje goed nieuws door de Hongaar Benjámin Gledura op remise te houden. Overtuigend was het niet:

De partijen werden mede mogelijk gemaakt door TuxTown Chessgame-Replayer.

Nu maar hopen dat het de rest van het toernooi wat beter gaat...

12 januari 2019

Tata Steel: een valse start

Vandaag is in Wijk aan Zee de 81e editie van het Tata Steel Chess Tournament begonnen, dat voor de negende keer onder deze naam wordt gehouden. Ik was een van de vele toeschouwers.

Het begint al bijna traditie te worden. Gisteren kreeg ik opeens een mailtje van FM Henk of ik mee wilde naar Wijk aan Zee. Dat wilde ik natuurlijk wel. Nadat Ton nog was opgepikt, reden we over volgens het navigatieapparaat niet-bestaande wegen naar de kustplaats toe om daar de elementen te trotseren. De eerste ronde was al aan de gang toen we even na tweeën de speelzaal binnen kwamen huppelen. Het was een drukte van jewelste, dus gingen we maar naar de analysezaal, die nu in Café de Zon in plaats van een verzorgingstehuis zat, waar het eveneens een drukte van jewelste was. Gelukkig kwam er op de derde rij nog een plaatsje vrij, dus hadden we goed zicht op de vrolijke kwebbelkous Hans Böhm, die later nog werd vergezeld door Ivan Sokolov.

Nog voordat toernooidirecteur Jeroen van den Berg dapper het woord nam, was het al duidelijk dat het commentaarduo de nodige opstartproblemen moest overwinnen. Zo bleek de meegeleverde laptop om de een of andere reden onmeunig traag te zijn, was er geen microfoon voor Ivan de Verschrikkelijke, waren de demonstratieborden verkeerd opgesteld en bleken de naambordjes te klein. Tot overmaat van ramp was er geen doos met prijsjes (bestaande uit onverkoopbare meuk die niemand wil hebben) voor de toeschouwers die goede (of juist erbarmelijke) zetten door de zaal durfden te schreeuwen.

Desondanks ging de analysesessie om half drie gewoon van start. Waar het commentaarduo de ambitie had om tot de pauze vier partijen te bespreken, waren ze tot vier uur niet verder gekomen dan de heksenketel Ding - Carlsen en Van Foreest - Anand. Daarbij viel het op dat Sokolov zo nu en dan lelijke tactische uitglijders maakte en dat Böhm met zijn 2300-rating de ballen had Sokolovs stellingsoordeel zo nu en dan in twijfel te trekken. Sokolov nam op zijn beurt Böhms taken enigszins over door zo nu en dan een schaakanekdote te vertellen. Ook hadden ze ideeën om een herhaling van de WK-match van vorig jaar, waarbij twaalf remises vielen, te voorkomen: geen increment meer! Dan zouden de tijdnoodjunks genadeloos door hun vlag gestampt worden. Dat zal ze leren! Het afschaffen van het increment zal inderdaad tot meer besliste partijen leiden als de tijdsdruk als een effectiever wapen ingezet kan worden. Iets om over na te denken derhalve. In ieder geval vloog het eerste deel van de analysesessie voorbij.

In de pauze ben ik weer naar de speelzaal gegaan, waar ik de witte tegenkwam. We zaten wat in de hal te babbelen, waar we de ene na de andere beroemdheid tegenkwamen. Eerst liep Jos langs, die op weg was naar het toilet en vanwege de tijdsdruk niet sociaal kon doen. Daarna kwam er een hele mensenmassa door de zwembaddeuren. Carlsen bleek klaar te zijn en al gauw werd hij omringd door een legertje erg jeugdige handtekeningjagers. Hij zette wat krabbeltjes in schriftjes, waarna hij zich gauw uit de voeten maakte. Tegenstander Ding mocht even later welgeteld een krabbeltje in een boek zetten.

Vervolgens kwam Jorden van Foreest aangelopen. Hij kreeg een bemoedigend schouderklopje. "Die heeft in ieder geval niet verloren", merkte de witte op. Zou hij Anand op remise hebben gehouden? Dat zou zomaar hebben gekund. Sokolov nam het in de analyse zelfs steeds op voor Jordens stelling. Een blik op de partijenpagina wees anders uit. Hij had toch verloren en nog dik ook.

Echt een goede dag was het niet voor de Nederlanders in de A-groep, want in de andere besliste partij was Anish Giri het lijdend voorwerp. Tegen Yan Nepomniachtchi baarde hij al opzien door in de opening veel tijd uit te trekken voor slechte zetten. Uit barre armoede gooide hij er nog een stuk tegenaan zonder bij zwart veel stuk te maken. Yan met de lange achternaam had daarna weinig moeite om de scherven op te vegen, zodat hij na 26 zetjes een vol (en van tevoren nauwelijks verwacht) punt mocht bijschrijven.

In de B-groep baarde Anton Korobov opzien door de topper tegen Parham Maghsoodloo met zwart op het oog doodeenvoudig te winnen, waarna ook hij wat krabbeltjes mocht zetten. Ook oudgediende Evgeny Barejev mocht een punt bijschrijven doordat Rameshbabu Praggnanandhaa, die na een slap opgezette opening de hele partij achter de feiten aan had gehold, in het eindspel om onduidelijke redenen torenruil uit de weg ging, waarna hij gauw werd opgeknoopt. Ook laagsteratinghouder Stefan Kuipers, die de laatste jaren steeds meer hoofdhaar voor gezichtsbeharing lijkt in te wisselen, had met wit weinig in de melk te brokkelen. Het enige goede was dat het punt in Nederland bleef: Erwin l'Ami streek het punt op.

Lucas van Foreest wist nog wel remise te maken tegen Benjamin Gledura. De enige witzege in de B-groep kwam op naam van Maxim Tsjigajev, die Dinara Saduakassova (zijn de deelnemers geselecteerd op de lengte van hun achternaam?) na een niet bijster sterk gespeelde Italiaan in het middenspel van het bord schoof.

Zelf heb ik er niet veel van meegekregen. Op mijn mobiel kon ik de partijen dan wel zien (met dank aan een nieuw telefoonabonnement), maar het naspelen lukte niet echt omdat de webpagina van Chessbomb niet bepaald geoptimaliseerd was voor mobiele telefoons. Omdat de restaurants in Wijk aan Zee allemaal vol zaten, togen we naar het station van Beverwijk, waar in het restaurant van de bioscoop ook geen plaats meer was. Daarom gingen we maar naar de Italiaan in Bussum, waar we opmerkelijk weinig over het toernooi hebben gesproken. De partijen waren inmiddels afgelopen, dus kon de eerste tussenstand worden opgemaakt. Die leerde dat Anand en Nepomniachtchi in de A-groep aan kop gingen en Korobov, L'Ami, Barejev en Tsjigajev in de B-groep.

01 januari 2019

Formule 1 beter bekeken

Voor het seizoen 2019 heb ik alle Formule 1-verslagen en -analyses ondergebracht op Formule 1 beter bekeken, met daarin veel aandacht voor wat er onder de oppervlakte in Formule 1-races gebeurt.

De kopafbeelding