30 december 2014

Kerstvakantie

2014 is weer bijna voorbij. Zoals gewoonlijk werd het jaar afgesloten door de kerstvakantie. De kerstvakantie vind ik vaak een beetje een treurige vakantie. Vaak ben ik aan het eind van het jaar door m’n energie heen en dan is die vakantie er alleen om weer langzaam een beetje op te laden. Toch heb ik me wel vermaakt.

Zo leerde ik het spel Town of Salem kennen, een soort onlineversie van Weerwolven, maar dan luguberder en ingewikkelder. Het voordeel van zo’n spel op internet is dat je complexere rollen kunt uitvoeren en dat je het met mensen from all over the world kunt spelen, in plaats van dat je op je eigen kennissenkring bent aangewezen. Tot de kerstvakantie had ik eigenlijk alleen met mijn studiegenoten geweerwolfd. Dat ging dan ongeveer zo:

De lamp werd uitgedraaid, zodat het lekker donker was en we konden beginnen. In het eerste potje was ik burger en werd ik tegen het einde van het spel verslonden. De weerwolven deden het die avond sowieso nogal goed. Dat kwam vooral omdat een groot aantal burgers liever elkaar uit het spel haalde dan de weerwolven. Bij de stemmingsronden werd steevast een burger naar de brandstapel verwezen. Verder had Cupido twee burgers aan elkaar gekoppeld, waarvan de ene meestal jager was, die dan nog een burger doodschoot, waardoor er meteen drie burgers minder waren. Het eerste potje werd dan ook eenvoudig gewonnen door de wolven.

Nu was het nog moeilijker, omdat er meer rollen waren die informatie en desinformatie konden geven over de rollen van de andere deelnemers. Voor mij, als Mr. Gullible, was het allemaal te moeilijk om te ontcijferen. Steevast richtte ik mijn pijlen op de verkeerde, waardoor het me maar zelden lukte om het spel te winnen, ondanks dat ik tot diep in de nacht bezig was een grain of truth te vinden in het web of lies.

Met kerst heb ik lekker bij mijn ouders gegeten. Op tweede kerstdag was er bovendien een soort familiedag bij de slotraceclub van mijn vader. Ineens stonden allerlei n00bz zoals ikzelf in de schakelaars te knijpen. We gingen zelfs een wedstrijdje houden, inclusief kwalificatie. Paul, de opofferingsgezinde organisator van de dag, ging meteen een heel schema maken van wie wanneer moest rijden. Zelf was ik in de kwalificatie niet zo op dreef, waardoor ik in de tweede race moest starten. Ik besloot een beetje als een Alain Prost te rijden: langzaam van start gaan en vooral geen fouten maken. Dat eerste lukte zeker, maar het tweede lukte niet, al maakte ik minder uitglijders dan mijn concurrenten, waardoor ik de wedstrijd uiteindelijk nipt won. In de derde en laatste wedstrijd mocht Ewood. Hij had zich als tweede gekwalificeerd en eindigde ook op die plek in een spannende race van een opmerkelijk hoog niveau. Het leek Paul wel leuk om als toegift de nummers 1 en 2 tegen elkaar te laten racen met echt snelle wagens. Ewood raakte gedurende de middag steeds beter op stoom en de finale was een fraai schouwspel. Ewood was de snellere van de twee, maar maakte ook wat meer foutjes. De eerste race won hij nipt, de tweede race was een prooi voor Jeroen, die nu met de wat snellere auto reed. Uiteindelijk won hij met bijna een ronde voorsprong. Het publiek was onder de indruk, en anders Jean Loulou wel. Hij glom als een trotse vader. Daarna gingen we weer gauw naar huis, waar mijn moeder een heus kerstdiner voor de familie had gekookt. De sfeer was anders dan anders, want het was de eerste kerst zonder oma. Sindsdien is mijn opa vooral nederiger geworden. De smaakmakers van de avond waren Ewood en onze tante Erna, die elkaar verbaal probeerden af te troeven. Tot slot gingen we nog Yahtzee (hoe hebben ze toch zo’n lelijke naam kunnen bedenken voor dat spel?) doen, een spel dat zoals gebruikelijk door de grootste n00bz gewonnen werd.

Op zondag gingen we met de hele familie uit eten ter ere van mijn opa’s verjaardag: op oudjaarsdag hoopt hij 90 te worden. Het was een verrassingsfeest en dus wist het feestvarken van niks. In het restaurant waarvan de naam een fenomeen was op Trolshol werd hij toegezongen en kreeg hij als speciale traktatie een brandend nagerecht. Zelf was ik meer met het jonge grut in de weer (de “Ukyo’s” plus aanhang). We gingen Take 10 spelen, een spel dat ik eerder dit jaar had aangeschaft, maar nog nooit had gespeeld. Daarom wist ik ook niet hoe het precies ging. Toen we eindelijk de spelregels doorhadden, werden de voorgerechten al geserveerd…

Afgelopen maandag stond in het teken van het jaarlijkse oliebollentoernooi. Sicco R. was ditmaal de spelleider en legde op zijn eigen, onnavolgbare, manier de spelregels uit. Volgens mij was ik de enige die begreep wat de bedoeling was. De opzet had veel gelijkenissen met die keer dat de lange barman het oliebollentoernooi een andere wending gaf. We werden opnieuw ingedeeld in teams, wat betekende dat ik weer kop van Jut werd van mijn team. Maar de vreemde spelvormen dan? Zouden die mijn redding worden? Daar hoopte ik maar op…

In de eerste ronde speelde ik tegen het team van FM Henk en deden we iets met een paard in de zak, net als vier jaar terug, maar dan anders. In beide partijen had ik het beste van het spel, maar scoorde ik door een schrijnend gebrek aan routine maar een half punt.

Daarna mocht ik tegen Ewood. We deden nu Berlijns schaak. Vier jaar geleden heette het nog iets met dronken pionnen. Ik kan me niet herinneren dat het spel toen ook zo moeilijk was. Misschien had het met de beginzet van de pionnen te maken: die mochten nu ook twee stappen schuin. Dat is ook gemakkelijk te missen. Zo dacht ik in de eerste partij bijna mat te geven, toen er opeens een pion voor m’n dame verscheen. Het was eigenlijk meteen uit. In de tweede partij gaf ik ineens een stuk weg doordat ik dacht dat een paard door een pion was gedekt, wat niet zo was. Later gaf ik nog een toren weg doordat het omgekeerde het geval was. In ieder geval was ik hard toe aan een oliebol

In de derde ronde mocht ik tegen het team van Tom de Ruiter. Met het torenloze schaak nestelde ik mijn dame al gauw in zijn stelling en dat was voldoende voor de overwinning. Met het drie keer schaak duurde het heel erg lang voordat ik eindelijk een schaakje had gegeven, maar toen ik eindelijk schaak gaf, ging het ook gelijk mat. Hoewel het spel volgens de kenners enorm gunstig was voor de witspeler, bleek daar in de praktijk weinig van: naast me verloor Coen al snel toen Theo op f2 een stuk kon offeren voor een heleboel schaakjes.

De eindstand werd opgemaakt en daaruit bleek dat we waren geëindigd zoals we begonnen waren: team 1 had de meeste punten en team 4 de minste. Dus speelde ik in de finale ook tegen het team van Tom; een ware kwelling voor de beste man. Tot overmaat van ramp gingen we ook nog doorgeefschaak doen, een spel dat mijn teamgenoot Coen, noch Tom, noch Theo bleek te kennen. Het gevolg was dat de stukken amper werden doorgegeven… Uiteindelijk won ik beide potjes, waardoor we de troostfinale nipt wonnen van team 4.

Het was het sein voor de meeste spelers om zich snel uit de voeten te maken, waardoor er nog een hele schaal oliebollen overbleef. Dus offerde ik me maar op om er een paar op te eten. De bollen waren smakelijk en zeker niet te vet; ik ben benieuwd wat mijn moeder er vandaag van bakt. En of de oliebollen vrijdag net zo goed zullen zijn…

In ieder geval kon ik mijn stalen ros weer de sporen geven en fietste ik in het holst van de nacht door het niemandsland tussen Bussum en Hilversum. Volgende week staat me die reis weer te wachten, want dan heb ik bardienst. En volgende week donderdag mag ik leuk een presentatie geven. 2015 had weinig beter kunnen beginnen…

14 december 2014

BSG temt de "igrheseend" van Utrecht

"BSG Europa in dankzij Ris", grapte Thomas na de zwaarbevochten overwinning op Utrecht. Na 4 wedstrijden heeft BSG alweer 6 matchpunten en daarmee is de score van vorig seizoen al geëvenaard. Maar overtuigend ging het niet.

Was het een geheime code? Of was het slechts een omslachtige manier om de bordnummers aan te duiden? De i van irste, de g van... De Rummikub-letters zagen er behoorlijk mysterieus uit. Erg veel aanknopingspunten waren er niet om de betekenis ervan te achterhalen. Uiteindelijk bleken de steentjes slechts als consumptiebonnen te dienen. Weg mysterie, maar de speurtocht om van de willekeurige letters een mooi anagram te maken ging gewoon door. Tja, was Leon Pliester (1954 - 2012) nog maar onder ons. Hem was het vast gelukt om de tien letters op een leuke manier te rangschikken.

Aan alles was af te leiden dat dit een wedstrijd voor Leon was. Met Leon de "kindermoordenaar" had BSG het ook vast beter gedaan tegen het erg jonge team van Utrecht, dat op papier het zwakste team van de meesterklasse is. Desondanks stond het team na drie ronden in de subtop, net als BSG. Beide teams traden aan met een invaller: bij Utrecht was Menno Okkes verhinderd en bij BSG Robin Oscar van Kampen. De invallers van beide clubs speelden op het laatste bord tegen elkaar.

Aan het hoogste bord, bord i dus, was Large gezet. Hij speelde tegen "vaste klant" Jelmer Jens, tevens de teamleider van de thuisploeg. In zijn lijfvariant speelde hij een nauwelijks gespeelde zet die best wel okeej was. Langzaam maar zeker verbeterde hij zijn stelling, waarna de genadeklap niet uit kon blijven.

Naast hem bereikte Robert op bord g naar eigen zeggen met zwart vrij gemakkelijk gelijkspel tegen jeugdtalent Tycho Dijkhuis, die vervolgens te ver ging en hardhandig van het bord werd gecounterd. Tot grote ergernis van Robert probeerde Li in de analysesessie een winst voor zwart in de opening te vinden. Zelf won Hufter ook, en wel aan bord r. Toch was hij allesbehalve tevreden over zijn spel tegen Peter Ypma. Ondanks een aantal onnauwkeurige voortzettingen hield hij uiteindelijk een gewonnen toreneindspel over.

Minder gesmeerd ging het bij Ewood aan bord h. Tegen meneer de voetbalstatisticus Pieter Nieuwenhuis speelde hij de opening wat apart, maar desondanks leek hij wel goed te staan. Kennelijk was het een staaltje optisch bedrog, want uiteindelijk kreeg hij een vieze nul te slikken. De vieze nasmaak kon hij met de daghap in een Utrechts café weer een beetje verzachten.

Aan bord 5 won Thomas zonder het te weten een kratje bier; die beloning was er op de scalp van zijn tegenstander gezet. En dat terwijl hij er ook nog één had gekregen van Robert, die zich ineens een weddenschap van bijna een jaar geleden herinnerde. Verliezer Vincent Diepeveen verzuchtte dat zijn tegenstander hem op zijn zwakke plek had aangepakt door een pion te offeren (a6!) voor aanval. Kennelijk was Diep, die na zes zetten al dacht "volledig gewonnen" te staan, daar niet tegen bestand. In een moeilijke stelling miste hij een tussenzet, waardoor hij een stuk moest inboeten.

Dat was dus 4-1 op de hoogste borden en daarmee was de basis gelegd voor de overwinning. Maar op de onderste borden haperde de machine. Zo verloor Ton aan bord s in een rommelige partij van Frank van der Put. In de opening speelde de witspeler zijn stukken niet bepaald naar de beste velden, maar doordat Ton dat ook niet deed en de stelling vervolgens met veel geweld opengooide, ging het van kwaad tot erger. Met een toren minder moest hij de wapens strekken.

Beter verging het Henk aan bord 7. Al gauw kwam hij erachter dat tegenstander Meindert van der Linde zich tot in de puntjes had voorbereid. "Twee keer achter elkaar op bord 7 en je krijgt al dit", verzuchtte hij. Henk overleefde de opening, waarna hij dankzij een vrij eenvoudig trucje materiaal won en zijn tegenstander zich maar op g7 liet matzetten.

Aan bord 8 speelde Robert Beekman tegen Alexander van Beek. Leuk gedaan van de teamleiders. Helaas leverde de partij wel weer een nul op voor BSG: Alexander besloot een vlijmscherpe variant te spelen, waardoor hij erg lang moest nadenken, waarna hij in tijdnood de mist in ging.

Ook geen succes was er voor Frank aan bord n tegen Lars Vereggen. Het 17-jarige van HMC afkomstige talent was brutaal genoeg om een vroeg remiseaanbod af te slaan nadat de opening voor hem niet ongunstig was verlopen. Pas toen kwam Frank weer een beetje in de partij en werden de bordjes verhangen. In opkomende tijdnood nam hij echter een aantal onhandige beslissingen, waarna hij alsnog verloor.

Zo kwam een gelijkspel toch wel gevaarlijk dichtbij voor BSG. Aan bord d mocht Behirder het met zwart opnemen tegen Sebastian Halfhide, geboren in het jaar waarin Michael Schumacher zijn vierde wereldtitel behaalde en een paar malloten probeerden door twee wolkenkrabbers te vliegen. Misschien had Leon Pliester gelijk: het Spaans is een enorm moeilijke opening. Dan maar een solide Berlijnse Muur optrekken. Maar die viel uiteindelijk ook om. Uiteindelijk bracht een wanhoopsoffensief onverwacht nog uitkomst en bood de geschrokken witspeler remise aan in een gewonnen stelling. Zodoende werd het dus 5½-4½ en ontsnapte BSG aan puntverlies.

De sfeer na afloop was behoorlijk opgelaten. Zulke ontsnappingen maak je maar zeer zelden mee. Wat de dag helemaal bijzonder maakte, was dat we Ewood, die nog even met een vriendin naar de film was geweest, in de trein weer tegenkwamen. Daarmee sloot BSG 2014 op een mooie manier af, ook omdat het tweede in Hoorn het tweede team van Caïssa-Eenhoorn met 5-3 versloeg.

En tot slot de resultaten van de igrheseend:

Utrecht (2225) - BSG (2330) 4½-5½
1. J Jens m (2360) - L Ootes (2378) 0-1
2. T Dijkhuis f (2404) - R Ris m (2422) 0-1
3. P Ypma (2256) - L Riemersma m (2417) 0-1
4. P Nieuwenhuis f (2184) - E de Groote (2342) 1-0
5. V Diepeveen f (2361) - T Willemze m (2407) 0-1
6. F van der Put (2203) - T van der Heijden (2303) 1-0
7. M van der Linde (2096) - H van der Poel f (2209) 0-1
8. R Beekman (2154) - A van Beek m (2323) 1-0
9. L Vereggen (2218) - F Erwich f (2318) 1-0
10. S Halfhide (2017) - J de Groote (2185) ½-½

Toch wel jammer dat bord 10 de symmetrie verbreekt...

23 november 2014

Hamiltons dubbele wereldtitel

"Artificieel": dat was nog wel de neutraalste benaming voor de dubbelepuntenrace in Abu Dhabi. De bedoeling was dat het kampioenschap langer spannend zou blijven, maar door de felle tweestrijd tussen Luis en Rosberg schoot het zijn doel voorbij. Wat als het kampioenschap vanwege de dubbele punten zou worden beslist? Gelukkig gebeurde dat niet: Rosberg kreeg een hoop pech te verwerken, waardoor Luis de race en het kampioenschap won.

Bij het ingaan van de laatste race had Luis 17 punten meer dan teamgenoot Rosberg. Het betekende dat hij aan een tweede plek genoeg had voor de titel. Maar wat als de betrouwbaarheid hem in de steek liet? Zou zijn seizoen net zo eindigen als het begonnen was? Met de complexe technologie van vandaag weet je het immers nooit. Behalve in Australië kon Luis ook in Canada voortijdig uitstappen, terwijl teamgenoot Rosberg in Engeland en Singapore langs de kant van de weg stond op het moment dat de prijzen werden verdeeld.

Hoewel Luis in de races duidelijk de sterkste was met tien zeges tegenover vijf voor Rosberg, was de Finse Duitser in de kwalificatie de betere. Ook op het pistoolvormige circuit in het Midden-Oosten was hij weer de snelste. Luis was tweede, voor de Williams' van Bottas en Massa. In de subtop weer het nodige geknoei. Zo gaf het team van McLaren Button niet genoeg peut mee in de kwalificatie, dit tot ontsteltenis van de coureur. Nog bonter maakte Red Bull het. Tijdens de technische keuring bleken de vleugels te buigzaam, waardoor de paarse bolides zonder pardon naar de andere kant van de startopstelling werden verbannen. Omdat het team ook nog de foute vleugels van de wagen moest schroeven, startten Fattle en Ricciardo maar vanuit de pits.

Strategisch schaakspel

In ieder geval waren de ogen volledig op de eerste startrij gericht. Rosberg komt niet geweldig weg en naast hem heeft Luis werkelijk waar een raketstart. Het zit op de grens van een jumpstart en met werkelijk waar perfecte tractie is het binnen vijftig meter gedaan. Achter hen gooit Bottas een anker uit, waardoor hij van de derde naar de achtste plek terugvalt. Als een duveltje uit een doosje rukt Button op naar de vierde plek, voor de Ferrari's en de als vijfde gekwalificeerde Kwjat. In de middenmoot krioelen de wagens in de openingsronde zenuwachtig door elkaar. Hülkenberg en Magnussen hebben het op de baan en over de uitloopstroken met elkaar aan de stok, waarna Magnussen Subtiel nog een flinke por geeft. De auto's blijven onbeschadigd. Wel zou Hülkenberg nog een belachelijke mini-stop-and-go-penalty krijgen van de wedstrijdleiding.

Aanvankelijk loopt de top 8 hard weg bij de Force India's, die op de hardere band zijn gestart. De koplopers rijden hun superzachte banden al snel stuk. De eerste met bandenproblemen is Räikkönen. Alonso ziet zijn kans schoon en steekt zijn teamgenoot brutaal voorbij. Räikkönen ziet ook Kwjat nog passeren. Vervolgens duikt Alonso doodleuk de pits in en dus moet Räikkönen nog een rondje langer op versleten banden doorjakkeren. Samen met Button en Kwjat duikt hij een ronde later de pits in, waardoor ze zich terugvinden in het achterveld.

Alonso vindt zich terug tussen de Caterhams. Het achterhoedeteam was er toch weer bij, in tegenstelling tot Marussia. Voor het Engels-Russische team lijkt het einde nabij, Caterham is volgend jaar misschien weer van de partij. In ieder geval kost het Alonso zichtbaar moeite om de groene bolides van Will Stevens (geen idee wie dat is, maar doordat Ericsson zijn centjes aan Sauber had toevertrouwd, had Caterham een andere sukkel met poen nodig om de auto te besturen) en Co Biaggi in te halen.

Vooraan rijden de teams van Mercedes en Williams langer door, net als de Force India's en de Red Bulls. Waar Button en de Ferrari's tijd hadden verloren in het verkeer, deden de twee laatstgenoemde teams dat niet, waardoor ze in de race steeds verder oprukten. Vooral Alonso moet mismoedig hebben toegezien hoe hij in het strategische schaakspel van de pitstops op achterstand werd gezet, bijna exact op dezelfde manier als vier jaar geleden.

Lijdensweg

Vooraan werden de gezichten bij Mercedes enigszins gespannen: Massa kon de grijze bolides redelijk bijbenen en hij was vooralsnog niet van plan naar de pits te gaan. Toch hadden de Mercedes aanvankelijk maar weinig last van de kleine Braziliaan, die wel even de leiding overnam. Luis dook als eerste de pits in, Rosberg volgde een ronde later. Het verschil tussen de Mercedes was drie seconden, maar op nieuwere banden probeerde Rosberg het gat dicht te rijden. Om de titel te winnen, moest hij niet alleen de race winnen, ook moest hij hopen dat een andere coureur zich op de een of andere manier tussen hen in zou wringen.

Alles verloopt nog normaal tot halverwege de race, als Rosberg zich opeens verremt en tijd verliest. Had hij te hard gepusht? Het antwoord is nee, want net als in Canada begeeft zijn ERS het. Met 160 pk minder is Rosberg aangeschoten wild. Allereerst gaat Massa hem eenvoudig voorbij. Langzaam maar zeker valt Rosberg terug, waardoor Luis het vermogen ook terugschroeft om niet hetzelfde te overkomen.

Rosberg is niet de enige met pech: zo valt Kwjat al vrij vroeg in de race stil. Minder geruisloos verloopt Pastoors uitvalbeurt: hij blaast zijn motor (of was het de turbo?) op, waarna hij de fikkende bolide in het gras parkeert.

Massa en Luis

Vooraan kan alleen het naderende gevecht om de koppositie tussen Luis en Massa nog boeien. Beide coureurs maken nog een tweede pitstop. Massa maakt een erg late pitstop om in de slotfase nog met de superzachte banden te kunnen aanvallen. Met nog tien ronden te gaan probeert hij tien seconden goed te maken op de man aan wie hij in 2008 op het nippertje de titel moest laten.

Achter hen hebben Bottas en Ricciardo aan schadebeperking gedaan. Bottas' derde plaats zorgt ervoor dat Williams voor het eerst sinds de Grand Prix van Monaco in 2005 weer twee rijders op het podium heeft. Alleen die overwinning, die zit er steeds net niet in. Massa komt aan de streep nog geen drie seconden tekort. En dus blijft Ricciardo de enige niet-Mercedes-coureur die dit seizoen een race heeft gewonnen. Ook in Abu Dhabi is hij Fattle weer de baas: de viervoudig wereldkampioen neemt met een beschamende achtste plaats afscheid van Red Bull, het team waar hij al sinds 2007 (toen nog voor Toro Rosso) voor reed.

Met een puike vijfde plaats beëindigde Button zijn carrière. Opnieuw haalde hij meer uit de auto dan erin zat, maar het leverde zo weinig op. Op de een of andere manier slaat McLaren al twee jaar een pleefiguur sinds Button de kar trekt en dat wordt de sympathieke Brit zwaar aangerekend. In ieder geval was Buttons vijfde plaats ruim voldoende om het plotselinge opgeleefde Force India (Hülkenberg werd zesde, Pérez zevende) in het constructeurskampioenschap achter zich te houden en dat was al heel wat.

Op grote achterstand pakten de Ferrari's van Alonso en Räikkönen de laatste puntjes. Voor Alonso eindigde het Ferrari-avontuur, dat in 2010 nog zo mooi was begonnen met een overwinning, in mineur. Door de magere resultaten in de tweede seizoenshelft viel hij nog terug naar de zesde plaats in het rijderskampioenschap. Niet best, maar hoogstwaarschijnlijk zal het volgend jaar in de McLaren-Honda niet beter gaan. Een gebroken Rosberg kwam uiteindelijk op een ronde achterstand als veertiende over de streep hobbelen, een illusie armer.

In ieder geval zette Luis de kroon op zijn werk: door zijn overwinning vergrootte hij zijn voorsprong op Rosberg naar 67 WK-punten, een score die recht doet aan het machtsvertoon van Luis in 2014. Met zijn wereldtitel toonde hij aan hoe goed hij het in 2012 had gezien door naar Mercedes over te stappen, een move die door veel kenners als volslagen belachelijk werd gekenschetst. Rosberg, die een voorsprong van 29 punten zag verdampen, vatte de nederlaag sportief op. Maar hij weet ook dat het volgend jaar nog veel en veel moeilijker zal worden om Luis te verslaan. En wat te denken van de concurrentie? Heeft Williams het lek nu echt boven? Vindt Renault in de winter nog een paar paardenkrachten extra om Red Bull weer competitief te maken? En wat gaan Lotus-Mercedes en McLaren-Honda doen? Het wordt een lange, warme winter...

Alles weer in eigen hand

BSG 2 is op de weg terug: de stijgende lijn is onmiskenbaar. In hetzelfde Denksportcentrum waar BSG 1 kansen voor open doel miste en verloor van koploper en landskampioen En Passant, was het tweede het tweede van Almere met 6-2 de baas.

Aanvankelijk zag het er nog niet naar uit dat het een makkelijk middagje zou worden: de IJsselmeerbewoners kwamen zelfs op voorsprong nadat een snipverkouden Coen aan het vijfde bord van invaller Ton Sprong (1740) verloor. Weinig beter verging het Theo, die na zijn krachtsinspanning van de vorige keer opmerkelijk genoeg naar bord zeven was weggezet en al gauw remiseerde tegen Henk Bermon.

Vervolgens drukte BSG 2 het gaspedaal maar wat dieper in en met een kolossale tussensprint werd de overwinning veiliggesteld. Ik moet zeggen dat ik er weinig van gezien heb. Zo pakte Frans zijn derde punt van het seizoen en wel tegen Pieter Nobel. Voor Sjoerd was de overwinning op Martijn Heijlman daarentegen zijn eerste in lange tijd. Aan het laatste bord zag ik dat Tom een erg chille stelling op het bord had tegen Danny Overweg, dus verbaasde het me niet dat ook hij won.

De winst werd pas echt op de hoogste borden behaald. Aan het eerste bord zou Ruben de zware taak krijgen om Tobias Kabos (bekend van het Pinkstertoernooi in 2007) af te stoppen, iets wat hij als geen ander kan. Hij speelde echter tegen Bert Kampen, die agressief opende en de hele partij gevaarlijk bleef. Ruben hield echter alles netjes gedekt, pakte wat materiaal en won. Klasse! Het betekende dat Chris aan bord 3 de taak had om Kabos af te stoppen en dat deed hij met verve: hij bereikte een eindspel met een aantal pionnen voor de kwaliteit, waarin Kabos remise moest zien te maken.

Uiteindelijk was het Apenhoofd uiteraard nog het langst bezig. Tegenstander Martijn Woudsma verweerde zich nog akelig taai, maar werd na lang spartelen uiteindelijk toch op het droge getrokken, dus werd de eindstand bepaald op 6-2.

BSG 2 (2100) - Almere 2 (1939) 6-2
1. R Hilhorst (2067) - B Kampen (1872) 1-0
2. J de Groote (2185) - M Woudsma (2114) 1-0
3. C Kooijman (2023) - T Kabos (2274) ½-½
4. F Borm m (2212) - P Nobel (1865)1-0
5. C van der Heijden (2111) - T Sprong (1740) 0-1
6. S Drent (2048) - M Heijlman (1857) 1-0
7. T Slisser (2084) - H Bermon (1874) ½-½
8. T de Ruiter (2066) - D Overweg (1916) 1-0

Opnieuw scoorden de witborden van BSG 2 de volle honderd procent. Na de 3½-4½ tegen Ons Genoegen en de 5½-2½ tegen Wageningen 2 werd de stijgende lijn mooi doorgetrokken. En er was meer goed nieuws: doordat Ons Genoegen verloor van Caïssa-Eenhoorn 2, heeft BSG 2 het kampioenschap weer in eigen hand.

10 november 2014

Rosberg wint Braziliaanse bandenslijtageslag

Wat een opluchting! Voor het eerst sinds zijn thuisrace in Duitsland heeft Rosberg weer een race gewonnen. Voor het eerst sinds Oostenrijk versloeg hij teamgenoot Luis in een rechtstreeks gevecht. Zodoende kwam er een eind aan Luis' reeks van vijf zeges, waardoor hij zijn voorsprong zag teruglopen tot 17 punten. Dat belooft dus wat voor de laatste race in Abu Dubbel.

Net als in Amerika waren er in Brazilië maar achttien auto's van de partij. Mogelijk zien we Marussia en Caterham over twee weken weer terug. Het laatstgenoemde team had onverwacht veel succes met crowdfunding, dit tot grote ergernis van Formule 1-geldwolf Bernie Ecclestone en zijn rechterhand Christian Horner. Waar bemoeien die lui zich mee? Waarom waren ze niet gewoon blij dat een team mogelijk van de ondergang gered werd zonder dat ze er zelf ook maar een penny armer op waren geworden?

Er waren wel meer bemoeials die de bal lelijk missloegen. Zo werd de race een beetje een farce, waarin de banden weer de hoofdrol opeisten. Ditmaal trof Pirelli geen blaam: de bandenfabrikant was van plan de twee hardste rubbersamenstellingen naar Interlagos te nemen. Ze kregen echter stevig de wind van voren van de coureurs. Local hero Felipe Massa was nog het hardst in zijn bewoordingen. "Gevaarlijk" en "onacceptabel" vond hij de bandenkeuze, omdat de banden in de verwachte koude omstandigheden niet op temperatuur zouden komen. Pirelli besloot daarom maar zachtere banden mee te nemen. Doordat de temperaturen heel wat hoger uitvielen dan verwacht, gebeurde nu juist het tegenovergestelde: de banden raakten oververhit en sleten in een krankzinnig tempo.

Dat was jammer na de spannende kwalificatie, waarin Rosberg de pole pakte. Luis, die de pole op 33 duizendsten miste, verklaarde: "Nico heeft een geweldige ronde gereden, ik verloor wat tijd in de tiende bocht en nog wat meer in de eerste," waarmee hij eigenlijk wilde vertellen dat zijn ronde zonder die fouten waarschijnlijk nog perfecter was dan die van zijn teamgenoot.

De race werd onder droge omstandigheden verreden en dat was goed nieuws, aangezien het circuit pas opnieuw was geasfalteerd. De oliën en sappen waren nog niet goed ingetrokken, waardoor een regenrace een spekgladde bedoening had kunnen worden. Nu verliep alles aanvankelijk nog geordend, met Rosberg die voor Luis, Massa en Bottas de eerste bocht in dook. Achter Button maakte Fattle in de vierde bocht een foutje, waardoor Magnussen en Alonso hem passeerden. En dat was het dan wel in de eerste ronden.

Maar ineens is alles anders als Pastoor aan het eind van de vierde ronde zijn Lotus met startnummer 13 de pitstraat instuurt. Een ronde later bezoekt Massa eveneens zijn monteurs en is het duidelijk dat de eerste serie pitstops in volle gang is. Iedereen wilde zo snel mogelijk van de zachte band af, dus komen de coureurs die op de hardere band waren gestart bovendrijven. Na de pitstops liggen Hülkenberg, Kwjat en Grosjean even aan kop. Al snel leggen ze het af tegen het Mercedes-duo en Massa, die een mini-stop-and-go-penalty heeft gekregen voor een snelheidsovertreding in de pits.

Luis is op stoom geraakt. Ondanks duidelijk zichtbare bandenproblemen hengelt hij Rosberg langzaam binnen. Rosberg laat zich ditmaal niet van de wijs brengen. Het gevecht om de koppositie wordt door de tweede serie pitstops onderbroken. Rosberg duikt uiteraard als eerste de pits in, waarna Luis tot verbazing van iedereen nog een aantal ronden langer doorrijdt. Opmerkelijk genoeg verbetert hij op oude banden de snelste raceronde van Fattle op nieuwe banden. Het ziet er dus goed uit voor de Brit, totdat hij in de vierde bocht een lelijke uitglijder begaat. Hij spint en verliest een hoop tijd. Na Luis' tweede stop ligt hij zeven seconden achter zijn teamgenoot.

Achter de Mercedes is Räikkönen even best of the rest, met Hülkenberg kort achter hem. Na hun pitstop neemt Massa zijn derde plek weer in. Teamgenoot Bottas heeft een mindere race: hij heeft een probleem met zijn gordels, waardoor hij bij zijn tweede pitstop veel tijd verliest. Dat hij door Hülkenberg hardhandig opzij wordt gezet in de eerste bocht, helpt hem ook niet echt.

Terwijl Ricciardo halverwege de race met een kapotte ophanging uitvalt, begint Luis Rosberg weer op te jagen. Steeds knabbelt hij weer wat van zijn achterstand af. Als het gat is teruggelopen naar twee seconden, stopt Rosberg voor de laatste keer. Luis stopt een ronde later en komt bijna in de kofferbak van zijn teammaat op de baan. Spannend! Ronde na ronde kan Luis DRS gebruiken, waardoor hij aan het eind van het rechte stuk weer tot aan de staart van Rosberg komt. In het bochtige middengedeelte is de aerodynamica in Rosbergs voordeel, waardoor hij weer een gaatje kan slaan, zodat de status quo gehandhaafd blijft.

Ondertussen doet Massa een Hamiltonnetje door bij het team van McLaren te stoppen, waar hij meteen wordt doorgelaten. Natuurlijk hadden de monteurs voor de grap alle banden van Massa's auto kunnen schroeven, maar dat deden ze niet omdat Button eveneens op het punt stond om nieuwe banden te halen. Zodoende lag Massa ondanks alles goed op koers om derde te worden. Hülkenberg stribbelt nog even tegen, maar moet in de slotfase nog een keer overstappen naar de gevreesde zachte band. Na zijn stop krijgt hij de op de achtste plaats rondrijdende Magnussen nog te pakken, maar de Ferrari's niet meer. Pas na heel veel pogingen slaagt Alonso er eindelijk in om Räikkönen, die ook nog een slechte stop had doordat zijn auto van de krik viel, te kloppen.

Dat lukt Luis niet meer. Op het circuit waar hij meer decepties dan triomfen boekte, moest hij voor het eerst in lange tijd Rosberg weer voor zich dulden. Voor de titelstrijd maakt het weinig uit: aan een tweede plaats in Abu Dubbel heeft Luis genoeg. Maar toch: hij was niet foutloos en het momentum is hij (even) kwijt. Alle lof voor Rosberg dus, die koel bleef en een verdiende overwinning pakte.

Massa stond, na zijn gemiste podium in Amerika, voor het eerst sinds Italië weer op het podium, ondanks de rare fratsen die hij tijdens de race aan het uithalen was. Button werd keurig vierde, voor Fattle, die tijdens de pitstops weer toesloeg. Alonso en Räikkönen werden zevende, voor Hülkenberg, Magnussen en Bottas. Buiten de punten vielen de Toro Rosso's van Kwjat (11) en Vergne (13), de Lotus van Pastoor (12), de Saubers van Gutiérrez en de uit de pitstraat gestarte Subtiel (14 en 16) en Pérez (15), die weer eens afging als een gieter. Grosjean was in de slotfase de tweede uitvaller van een toch wel erg saaie Braziliaanse Grand Prix.

Over twee weken het sluitstuk van dit niet al te hoogstaande, maar wel spannende kampioenschap. Stay tuned!

03 november 2014

Minder auto's, meer spektakel in Amerika

De Formule 1 zit in zwaar weer. Teams dreigen op de fles te gaan: van de elf teams die begin dit jaar van start gingen, zijn er volgend jaar mogelijkerwijs nog maar zeven over. De vraag is dan ook of de teams niet gedwongen moeten worden om dan maar drie auto's in te zetten. In ieder geval ontbraken de teams van Caterham en Marussia tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten, waardoor er nog maar achttien auto's aan de start verschenen. Het spektakel werd er in ieder geval niet minder op.

"De financiële crisis in de Formule 1 is waarschijnlijk mijn schuld", jammerde een opmerkelijk schuldbewuste Bernie Ecclestone. De vraag was waarom hij geen rijksdaalder uit zijn overvloedig gevulde portemonnee pakte om de wegkwijnende teams te redden (naast Caterham en Marussia gaat het naar verluidt ook niet goed met de teams van Sauber en Lotus), maar dat zit niet in de aard van het beestje. De Formule 1 is geen sport voor handophouders of cowboys die voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Zelfs niet in Texas.

"Annoyingly more evidence for Bernie to say that backmarkers are pointless." 

Strontium in Rate the race.

Want ook met een gedecimeerd startveld was er genoeg lol te beleven. En dat terwijl het veld in de eerste ronde nog verder werd uitgedund door een oliedomme actie van local hero Pérez, die zichzelf en Subtiel uit de race werkte. Dat was vooral voor Subtiel en Sauber een hard gelag: de Duitser had zijn zwarte bolide voor het eerst dit seizoen in de top 10 gekwalificeerd en lag daarmee op koers om eindelijk een keer in de punten te finishen.

Door de rotzooi op de baan rukte de safetycar uit. Het betekende dat de McLarens en Fattle, die met een volledig nieuwe powerunit reed en daardoor vanuit de pitsstraat was gestart, naar de pits kwamen. Fattle reed één rondje achter de safetycar op de zachte banden, waarna hij weer overstapte op de harde banden, zodat hij aan de krankzinnige bandenregel had voldaan en de race zonder verdere pitstops kon uitrijden. Daarnaast had de uittredend wereldkampioen zijn auto afgesteld voor het lange rechte stuk, zodat hij zich vanuit de achterhoede makkelijk zou moeten opwerken. In theorie leek het heel wat, maar in de praktijk viel het behoorlijk tegen.

Vooraan maakten de Mercedes de dienst uit. Rosberg lag weer eens aan kop, nadat Luis in de kwalificatie weer eens last had van zijn remmen. In de race had hij daar geen last meer van, dus reden de Mercedes meteen flink weg bij de Williams', die het in de openingsfase met elkaar aan de stok hadden. Massa ging Bottas bij de start voorbij en die had daar niet van terug. Achter herstelde Ricciardo van zijn zoveelste Mark Webber-start (wat is dat toch met Australiërs?) door Alonso bij de herstart de oren te wassen. Al gauw liep de top vijf hard weg bij de rest van het veld, aangevoerd door de Ferrari's.

De Mercedes lopen in de openingsfase maar heel langzaam weg bij de Williams', die op hun beurt worden opgejaagd door Ricciardo. Massa en Ricciardo duiken als eersten de pits in. Bottas stopt een ronde later en is zijn vierde plek kwijt. De Mercedes stoppen ook. Rosberg, de leider, duikt als eerste de pits in, een ronde later gevolgd door Luis. De stand aan kop blijft onveranderd.

Rosbergs voorsprong is door zijn vroegere stop opgelopen tot drie seconden, maar met een gewijzigde afstelling gaat Luis op jacht naar zijn teamgenoot, die zich op de hardere banden totaal niet als een vis in het water voelt. Luis rijdt het gat binnen enkele ronden dicht, waarna hij op het lange rechte stuk van grote afstand een poging waagt. Hij smijt zijn auto erlangs en drukt Rosberg half van de baan. De auto's blijven heel en de race vooraan is gelopen.

"Are you sure?!"

Jenson Button over de boordradio op de opmerking dat hij die ronde naar de pits zou komen, nadat hij de ronde ervoor op het laatste moment te horen had gekregen dat hij nog een ronde langer buiten moest blijven.

In de middenmoot (of achterhoede?) gaat het spektakel gewoon door. De coureurs vechten voor de laatste punten alsof hun leven ervan afhangt en dat levert veel inhaalacties op. Dat kwam ook doordat de McLarens in de race niet vooruit te branden waren. De grijze bolides probeerden een bandenwissel uit te sparen door de hele race met de handrem strak aangetrokken te rijden, waardoor ze steeds gepasseerd werden door de coureurs op nieuwe banden. Achter hen zat echter nog Fattle, die gefrustreerd werd door het gebrek aan snelheid van zijn bolide. Na zijn pitstop is de Duitser echter een stuk sneller, waardoor ook hij zich in de gevechten mengt.

Teamgenoot Ricciardo slaat ook toe bij de pitstops, al moet daarbij worden aangetekend dat het team van Williams zichzelf op een ongelooflijk domme manier in de vingers sneed door Bottas (de achterste auto) als eerste naar de pits te halen. Ricciardo stopte een ronde later en ging Massa, die pas de ronde daarna stopte, via de pitstops eenvoudig voorbij.

De Ferrari's maken laat in de race nog een tweede pitstop. Räikkönen valt ver terug. Mogelijk was zijn auto toch wat beschadigd geraakt bij de botsing van Pérez en Subtiel, want de Fin viel alsmaar verder terug. Alonso kwam voor de deur bij Fattle de baan op, die hem brutaal voorbijreed. Alonso haalde de Red Bull even later weer in, waarna Fattle nog een vierde keer naar de pits werd geroepen. Met het mes tussen de tanden ging de Duitser proberen om met zijn hervonden snelheid en op nieuwe banden het verloren gegane terrein terug te winnen. Dat lukte aardig: met de Mercedes in zijn spiegel ging hij op jacht naar het treintje achter de hopeloos trage Button.

"What was that?!"

Romain Grosjean nadat Vergne zijn auto langs de zijne had gesmeten.

Achter Button is Grosjean veel sneller, maar hij ontbeert topsnelheid om de McLaren in te halen. Vergne, die erop gebrand is iets te laten zien, weet wel van aanpakken. In de eerste bocht gooit hij zijn wagen naast en tegen die van Grosjean. "Good job" krijgt de Fransoos van zijn team te horen. Hij zet even later ook Button opzij. Grosjean kan zijn kreupele wagen nauwelijks meer op de baan houden, waardoor hij teamgenoot Pastoor voorbij ziet komen. Pastoor gaat Button ook voorbij, waarna Fattle er bijna bovenop klapt, om even later ook met de Brit af te rekenen. Vervolgens gaat hij voorbij Pastoor, Vergne en Magnussen, waarna hij zelfs nog oprukt tot aan de staart van Alonso.

Achter hem gaat Pastoor nog voorbij Vergne, waardoor hij de negende plaats pakte. Door een tijdstraf (de Venezolaan kreeg in de race twee tijdstraffen opgelegd: een voor een snelheidsovertreding tijdens de safetycarfase en een in de pits) werd hij aanvankelijk als tiende geklasseerd, maar doordat Vergne ook een tijdstraf kreeg voor de botsing met Grosjean, kreeg hij de negende plek weer terug. Grosjean schoot er echter niks mee op: hij werd in de laatste ronde gedubbeld en bleef elfde, voor Button, Räikkönen, Gutiérrez en Kwjat, die wel heel vaak naar de pits moest. Hülkenberg was de enige coureur die met een mechanisch defect de strijd moest staken en maakte daarmee de ramprace van Force India compleet.

Tussen de kluit achterblijvers reden de Mercedes keurig naar de zoveelste dubbelzege van het seizoen. Ricciardo viel in de slotfase nog ver terug en moest flink hard werken om de Williams van Massa achter zich te houden. Bottas werd vijfde in de schaduw van zijn teamgenoot. Alonso werd op meer dan een minuut achterstand zesde, vlak voor Fattle. Magnussen werd keurig achtste, een resultaat waar Ron Dennis en de zijnen echter onmogelijk gelukkig mee kunnen zijn.

In ieder geval boekte Luis op de tiende sterfdag van Theo van Gogh zijn tiende zege van het seizoen, waardoor hij zijn voorsprong op Rosberg in het kampioenschap vergrootte tot 24 punten, wat betekent dat het kampioenschap tijdens de dubbelepuntenrace in Abu Dhabi beslist zal worden, wat er volgende week ook in Brazilië gebeurt. Mogelijk zijn de teams van Caterham en Marussia er dan ook weer bij.

02 november 2014

BSG 2 op de weg terug

Hij vond het een interessant tafereel, de in een gele trui gehulde HSG'er. Aandachtig had hij bekeken hoe een groep schakers de overwinning uitbundig had gevierd bij de plaatselijke Italiaan. En er viel wat te vieren! Voor het eerst won BSG 1 in de meesterklasse van Voerendaal, waardoor l'équipe d'Edwin Baart na twee ronden gedeeld aan kop gaat. BSG 2 deed ook goede zaken door tegen Wageningen 2 de eerste competitiezege van het seizoen te behalen: het werd 5½-2½.

Het eerste achttal van BSG begon in het eigen (gerenoveerde) Denksportcentrum aan de inhaalrace. Een inhaalrace die op 25 april volgend jaar tot het kampioenschap moet leiden. De concurrentie was al op zijn hoede. Zo was er een John Markus-waarneming. Dat dekselse HSG! Ze blijven maar infiltranten sturen! Toch is BSG 2 voorlopig niet de grootste concurrent voor de Hilversummers. Het gaat namelijk een spannend schaakseizoen worden in klasse 3D van de landelijke schaakcompetitie. De teams zijn sterk en goed aan elkaar gewaagd. Op papier is HSG misschien licht favoriet, maar Oud Zuylen en BSG 2 doen daar weinig voor onder. BSG 2 had echter al een lelijke uitglijder gemaakt tegen Ons Genoegen, de verrassende koploper. Gaan zij dan het kampioenschap voor de neus van de drie vechtende honden wegkapen? Het seizoen is nog te pril om daar echt iets over te zeggen, maar het zou wel grappig zijn. In ieder geval bewezen HSG en Oud Zuylen zichzelf geen beste dienst door in hun onderlinge duel de punten te delen.

Beter verging het BSG 2 dus. De dag begon rustig met een remise van Sjoerd tegen Audry Burer. In een dubbeltoreneindspel was de remise nooit ver weg. Het zou de enige puntendeling van de middag worden. Aan de staartborden hielden de teams elkaar ook nog in evenwicht: Rein won een positioneel potje van John Stigter, terwijl Tom met een stuk tegen een kluit pionnen over de zevende rij werd toegetakeld door Clemens de Vos.

Aan de hogere borden sloeg BSG toe. Coen was heel erg in zijn nopjes: zijn mokerslag 5.Pxf7! stond waarschijnlijk niet in de encyclopedie van Martijn Naaijer. Het leverde hem een kwaliteit en een punt op. Topscorer Frans pakte zijn tweede puntje van het seizoen tegen Tjerk Sminia, die al sinds mensenheugenis de afruilvariant van het Spaans speelt. Frans had als compensatie voor twee dubbelpionnen het loperpaar en open lijnen en dat werd de witspeler iets te machtig. Naast me stond Theo al snel comfortabel tegen Jef Verwoert (een naam die hij niet bleek te kennen), waarna hij in een toreneindspel de winst pakte.

Tegenover die drie punten stond helaas ook een nederlaag. Het Apenhoofd speelde voor het eerst sinds september 2007 weer voor het tweede team en hij mocht het aan het hoogste bord opboksen tegen Hendrik Marks. Na een spannende partij trok hij wat ongelukkig aan het kortste eind. De overwinning was echter al binnen en de eindstand werd bepaald op 5½-2½ doordat Ruben na lang zwoegen wist te winnen van Robin van Leerdam, die van geen opgeven wilde weten en zich met een dame minder mat liet zetten.

Zodoende kan BSG 2 weer naar boven kijken. Over drie weken is Almere 2 (de huidige nummer 7) te gast in het Denksportcentrum. Hoeveel HSG-infiltranten zullen er dan zijn in het Denksportcentrum? Waarschijnlijk niet zo veel als op 21 maart volgend jaar, want dan spelen de schaakgenootschappen in Bussum tegen elkaar.

BSG 2 (2107) - Wageningen 2 (2013) 5½-2½
1. J de Groote (2185) - H Marks (2266) 0-1
2. T Slisser (2084) - J Verwoert (2047) 1-0
3. F Borm m (2212) - T Sminia (2058) 1-0
4. C van der Heijden (2111) - M Naaijer (1989) 1-0
5. S Drent (2048) - A Burer (1905) ½-½
6. R Hilhorst (2067) - R van Leerdam (1958) 1-0
7. T de Ruiter (2066) - C de Vos (1992) 0-1
8. R Brouwer (2081) - J Stigter (1888) 1-0

12 oktober 2014

Saai Sotsji

Na de ontberingen in Suzuka wilde de Formule 1 maar één ding: een rustige, incidentloze race. Dat gebeurde: de eerste Russische Grand Prix was er een om gauw te vergeten. Er gebeurde nauwelijks wat, dus stonden de gebruikelijke drie weer op het podium. Luis won, voor Rosberg en Bottas.

Na de Olympische Winterspelen had Vladimir Poetin ook het Formule 1-circus naar de Russische stad Sotsji gelokt. Daar moesten de bolides over een bijna zes kilometer lang parcours om de ijshallen slalommen. Het circuit had wat weg van het stratencircuit van Valencia, maar dan beter. Het circuit was ruim opgezet, met veel uitloopstroken, en de coureurs vonden het beter dan de simulatie. De veel te krappe pitstraat was het enige minpuntje.

De race werd voorafgegaan door een minuut stilte voor Bianchi. Daarna werden de motoren gestart. Luis op pole voor Rosberg: dat beloofde een spannend gevecht tussen de Mercedes-coureurs te worden. Bij de start greep Rosberg ook zijn kans. Hij slipstreamde zich naast zijn teamgenoot. Een spannende race leek in de maak, maar in een oogwenk was het gevecht tussen de grijze bolides voorbij toen Rosberg zich verremde. Hoewel hij nog wel de leiding pakte, kon hij er maar heel kort van genieten: aan het eind van de ronde kwam hij naar de pits om zijn vierkante banden te vervangen. Tot overmaat van ramp moest hij ook nog wachten op Massa, die na een mislukte kwalificatie (zijn auto kwam niet op gang door een probleem met de brandstofdruk) eveneens in de eerste ronde naar de pits kwam. Vanuit de achterhoede kon het duo het veld weer proberen op te rollen.

Vooraan hadden Luis en Bottas het rijk alleen. De Williams-coureur bleef in de openingsfase bijzonder goed bij. Achter hem werden Button en Alonso al gauw op achterstand gereden en na een paar ronden kristalliseerde de race al uit. Slechts in de achterhoede zorgden Rosberg en Massa voor wat inhaalacties. Voor de rest gebeurde er weinig, vooral ook doordat er van de gebruikelijke pitstopchaos geen sprake was. Net als tijdens de Grand Prixs van India en Amerika in 2012 sleten de banden niet. De race had daardoor veel weg van de races in 2010, toen Bridgestone voor onverwoestbare banden zorgde. Een conservatieve bandenkeuze van Pirelli? De bandenfabrikant had de twee middelste samenstellingen meegenomen. Feit was dat zowel de zachte als de medium band het goed uithielden, dus waarschijnlijk had een andere bandenkeuze weinig uitgemaakt. Kennelijk was het Russische asfalt gewoon bijzonder lief voor de banden.

In ieder geval kon er gewoon geracet worden, omdat de coureurs niet op hun banden hoefden te letten. Of toch niet? Het brandstofverbruik was een groter probleem. Verscheidene teams hadden het te kwaad met de brandstoflimiet van 100 kilogram brandstof voor de hele race en het grootste slachtoffer daarvan was wel het team van Toro Rosso. Hoewel het zusterteam van Red Bull in de kwalificatie hoge ogen had gegooid, kwam hun potentieel er in de race geen moment uit. De Italiaanse rode stieren hadden last van een dusdanig hoog brandstofverbruik dat ze in de race met een baksteen onder het gaspedaal moesten rijden en ver terugvielen. Het was vooral een hard gelag voor Kwjat, die zich voor eigen publiek als vijfde had gekwalificeerd, maar uiteindelijk slechts als veertiende zou finishen.

Voor de Russen viel er weinig meer te lachen, zeker niet toen Chilton, in de enige Marussia, de strijd als eerste moest staken. Het was alweer zijn derde uitvalbeurt van het jaar, maar hij leek er niet echt mee te zitten. In deze donkere dagen zijn er belangrijkere dingen dan over een circuit scheuren. Uiteindelijk zou alleen Co Biaggi hem als uitvaller vergezellen. De Japanner werd opnieuw enorm afgetroefd door teamgenoot Ericsson, die als enige van de clowns bleef rijden en als laatste aan de finish kwam.

Ondanks de geringe bandenslijtage moesten er nog wel pitstops gemaakt worden (vanwege die afgrijselijke two-compound rule) en dus werden de pitstops op vrij willekeurige momenten ingeroosterd. Verliezer bij de pitstops is Alonso, die een trage stop heeft en terugvalt tot achter Magnussen. Rosberg rukt daarentegen op tot de tweede plaats, ver achter Luis. Om onduidelijke redenen besluit Massa nog een tweede pitstop te maken, waardoor hij weer terugvalt. In de slotfase zit hij vast achter Pérez, een geduchte tegenstander.

De Saubers lieten zich weer een keertje zien. Subtiel kwam in aanraking met Grosjean en spinde, waarna de Fransoos volkomen onterecht een tijdstraf kreeg, terwijl Gutiérrez zijn pitstop lang uitstelde en nog even in de punten reed. Maar dat was het dan wel. Vooraan wisselen Luis, Rosberg (op "oude" banden) en Bottas snelste raceronden uit. Luis wint onbedreigd voor Rosberg en Bottas, die in de laatste ronde nog even de snelste ronde van de race rijdt. Een terneergeslagen Button wordt vierde (hij heeft kennelijk de zak gekregen), teamgenoot Magnussen vijfde. Alonso houdt Ricciardo in de slotfase van het lijf en wordt zesde. Ex-wereldkampioen Fattle komt niet verder dan een achtste plaats, voor Räikkönen en Pérez, die Massa zonder problemen achter zich houdt en het laatste punt pakt.

Bij Mercedes wordt feest gevierd. Waar het team twee jaar geleden nog het lachertje van de paddock was, is het met nog drie races te gaan constructeurskampioen. Een volledig verdiend kampioenschap natuurlijk. Zo viel er toch nog wat te vieren na een toch wel erg saaie race. In ieder geval was het gejuich van de Mercedes-monteurs een welkome afwisseling van de zwaarmoedige sfeer van de afgelopen week. Belangrijker dan het constructeurskampioenschap was het rijderskampioenschap. Winnaar van de dag was Luis, die zijn negende overwinning van het seizoen scoorde en regelrecht op de titel lijkt af te stevenen. Sinds de botsing in België heeft hij geen race meer verloren. Teamgenoot Rosberg weet dat hij in de laatste drie races van heel goede huize moet komen om de titel nog te pakken.

05 oktober 2014

Een tyfoon door de Formule 1-wereld

Met een angstaanjagende klap kwam er een einde aan de verregende Japanse Grand Prix. Op dezelfde plaats als waar het twintig jaar geleden al bijna fout ging, ging het nu echt mis: in de Dunlop-bocht verloor Marussia-coureur Jules Bianchi de controle over zijn wagen, waardoor hij vol op de takelwagen klapte die de eveneens gecrashte wagen van Subtiel wegsleepte. Het lijkt erop dat Bianchi's wagen gedeeltelijk onder het gevaarte door schoof, waarna de bewusteloze coureur naast de baan werd behandeld en met spoed naar het ziekenhuis werd vervoerd. Het ziet er heel, heel slecht voor hem uit.

Het ongeluk maakte een einde aan toch al een roerig weekendje in het land van de vroeg ondergaande zon. Waar eerst tyfoon Phanfone voor de nodige bezorgde gezichten zorgde, was daar ineens Fattle die aankondigde dat hij volgend jaar bij Ferrari zou rijden. Het besluit van de regerend wereldkampioen zorgde meteen voor een schokgolf in de Formule 1-wereld. Ineens kwam de rijdersmarkt in beweging. Want waar ging Alonso heen? Toch niet naar zijn "grote vriend" Ron Dennis bij McLaren? Het team van McLaren dat volgend jaar bovendien de krachtige Mercedes-motoren inruilt voor de zwakke en dorstige Honda-motoren? Of zou Luis terugkeren naar zijn oude team? Maar ja, waarom zou hij? Mercedes is dit jaar het te kloppen team en met een beetje goede wil kan Luis de komende jaren de ene na de andere wereldtitel binnenhalen. Knijpt Alonso er een jaartje tussenuit?

Door Fattles move promoveerde Kwjat, in navolging van Ricciardo, direct naar het team van Red Bull. Teamgenoot Vergne zal het met lede ogen hebben aangezien: voor het tweede jaar op rij ging zijn teamgenoot er met zijn promotie vandoor. En dat terwijl Vergne na dit jaar hoogstwaarschijnlijk zonder stoeltje zit. Zo hard kan de Formule 1 zijn, zeker bij het team van Max Verstappen, waar de concurrentie moordend is.

Op zaterdag waren de gemoederen een beetje bedaard. Het was voor het eerst in het weekend echt droog. De Mercedes waren weer een klasse apart, met Rosberg verrassend op pole, terwijl de Red Bulls voor de natte omstandigheden in de race waren afgesteld en daardoor tegenvielen met slechts een zesde (Ricciardo) en negende (Fattle) plaats.

In de race regende het inderdaad pijpenstelen en dus ging de race met bijna een halfuur vertraging van start achter de safetycar, om al na twee rondjes te worden stilgelegd nadat Ericsson het presteerde om zelfs op gereduceerde snelheid van de baan te vliegen. Hij kon verder, maar ruilde zijn zeventiende (!) positie in voor de laatste.

Na de hervatting van de optocht achter de safetycar is het vrijwel direct over en sluiten voor Alonso, die door een elektrisch probleem al na vier bochten stilvalt. Het is opgehouden met regenen en de omstandigheden worden geleidelijk aan beter. Zou de race nou eindelijk echt van start gaan?

Pas in de tiende ronde is het zover en gelijk trekken de Mercedes een enorm gat naar de Williams' van Bottas en Massa. De witte bolides hebben het al het hele jaar moeilijk in de regen en Suzuka was geen uitzondering. In de eerste ronde op volle snelheid verliezen ze zes seconden. Interessant genoeg is het circuit inmiddels alweer droog genoeg voor intermediates. Button was tegelijk met de safetycar de pits ingedoken voor een setje intermediates en hij is meteen bloedsnel, wat deed vermoeden dat de safetycar inderdaad te lang het veld had aangevoerd. De overige coureurs halen niet lang daarna ook intermediates, waardoor de lange Brit oprukt naar de derde plaats achter de ongenaakbare Mercedes.

De Mercedes halen als laatste nieuwe banden. Op intermediates zijn ze echter lang niet zo indrukwekkend. Koploper Rosberg klaagt over overstuur, waardoor hij al gauw zijn voorsprong op Luis kwijtraakt. Die gaat er nog eens goed voor zitten. Net als in Canada en Italië zet hij aan na de eerste bandenwissel, in de hoop Rosberg tot een foutje te verleiden.

Dat gebeurt niet. Er worden maar weinig fouten gemaakt in de moeilijke omstandigheden. Ver achter de rug van de Mercedes zijn de Red Bulls lekker op dreef. Ze proberen de trage Williams' in te halen, maar zodra de witte bolides weer op het gas gaan, nemen ze met grote passen afstand van de Red Bulls. In de bochtige secties zijn de Red Bulls echter veel sneller. Waar Fattle de Williams' bij de haarspelbocht te grazen neemt, doet Ricciardo het buitenom in de S-bochten. Vervolgens rijden de Red Bulls keihard weg bij de Williams'. Sterker nog: ze zijn zelfs sneller dan de Mercedes.

Luis heeft inmiddels wel genoeg van de achtervleugel van Rosbergs Mercedes gezien en met behulp van DRS, dat vanwege de verbeterende omstandigheden weer is toegestaan, probeert hij zijn teammaat in te halen. Rosberg heeft flinke bandenproblemen, getuige zijn rondetijden (die waren opgelopen van hoge 1:52'ers naar lage 1:54'ers). In de 29e ronde pakt Luis de slipstream en met behulp van DRS gaat hij zijn teamgenoot in de eerste bocht buitenom voorbij.

Button rijdt dan nog steeds op een voortreffelijke derde plek rond. Ron Dennis kan weer lachen. Een podiumplaats in Honda-land: wat is er mooier dan dat? Maar het is nog niet zover en bij Buttons laatste pitstop gaat van alles mis, waardoor hij nog achter Fattle, die een paar ronden eerder was gestopt, op de baan komt.

Mercedes besluit zijn rijders ook maar naar de pits te halen. Rosberg stopt als eerste en hij komt nog achter Ricciardo terug op de baan. Strategisch gezien maakte Mercedes geen beste beurt, want nadat ze hun coureurs eerst veel te lang op versleten banden tijd lieten verliezen, krijgen Luis en Rosberg een nieuw setje intermediates op het moment dat het weer gaat regenen.

Door de pitstops van de Mercedes gaat Ricciardo even aan de leiding. Hij zit echter in het verkeer (de stuntelende Magnussen unlapt zichzelf bij de Australiër), waarna Ricciardo ook maar zijn monteurs opzoekt en terugvalt naar de vijfde plek.

De sfeer wordt grimmig in de slotfase van de race. De avond valt al bijna in en het regent weer. Fattle vliegt in een van de S-bochten van de baan en ploegt even door de grindbak, waardoor hij zijn voorsprong op Button verliest. Button heeft op zijn beurt Ricciardo in zijn nek hijgen. Uit veiligheidsoverwegingen wordt DRS uitgeschakeld. Desondanks haalt Ricciardo Button in, waardoor de Red Bulls derde en vierde liggen.

Maar dan crasht Subtiel op een bloedlink punt. Zijn auto staat in de muur aan het eind van de grindbak geparkeerd. De safetycar komt op de baan en dat zorgt voor paniek in de pits. Bijna iedereen komt binnen voor nieuwe banden. Intermediates? Of regenbanden? Niemand die weet welke banden het meest geschikt zijn voor de barre weersomstandigheden. Een interessante slotfase ligt in het verschiet.

Of niet? Want naast de safetycar komt ook een ambulance het circuit op. Het zou om Bianchi gaan, die buiten beeld op de takelwagen was geklapt. De race werd opnieuw afgebroken en ditmaal definitief. Luis wordt als winnaar geklasseerd, voor Rosberg en Fattle. Ricciardo wordt vierde, voor Button, Bottas en Massa. Hülkenberg, die bij het verlaten van de pits stilviel, wordt nog als achtste geklasseerd, voor Vergne en Pérez.

Maar de uitslag van de race, daar heeft niemand het meer over. Er is amper nieuws over de toestand van Bianchi, maar juist door het gebrek aan informatie gaat iedereen van iets ergs uit. Iets heel ergs. Niemand is uitgelaten en van het champagnespuiten op het podium komt niks terecht. Iedereen is in shock. Het sombere raceweekend is in een inktzwarte nachtmerrie geëindigd. Er is een tyfoon door de Formule 1-wereld geraasd en ineens is alles anders.

Keep fighting, Jules!

28 september 2014

Eindelijk!

Wat voelt dit lekker! De ban is gebroken. Angstgegner Groningen werd eindelijk een keer verslagen. Na drie vruchteloze pogingen was het nu wel raak: BSG won met 6-4.

Het schaakseizoen is weer begonnen! Gisteren werd de eerste ronde gespeeld in de landelijke competitie. In de meesterklasse verdedigt landskampioen En Passant met wederom een ijzersterk team de landstitel. Heel moeilijk zullen ze het waarschijnlijk niet krijgen. Zo werkte SISSA, de andere Groningse schaakclub, zich met toppers als Loek van Wely en Ivan Sokolov op in de competitie. Dit jaar werd het doel gehaald en promoveerden ze naar de meesterklasse. Daarin proberen ze het met alleen jong talent te redden, maar een serieuze uitdager voor de landskampioen zijn ze niet, zo bleek uit de eerste wedstrijd. Betere zaken deed de andere promovendus, Charlois Europoort, dat met King Loek in de gelederen HMC verrassend versloeg.

In ieder geval lijkt het een onvoorspelbaar seizoen te worden. Aan de opstellingen te zien, is de meesterklasse er niet bepaald sterker op geworden. Maar welke spelers hebben de teams nog achter de hand? Groningen toverde op de wedstrijddag drie konijnen uit de hoge hoed: hoewel de grootmeesters Sipke Ernst en Daan Brandenburg niet meespeelden, werd hun plek waardig ingenomen door Joris Brenninkmeijer en Jan Werle. En dan was er ook nog plaats voor Davit Lobzhanidze, doordat Bonno Pel niet meespeelde. De Georgische meester had de ondankbare taak om de Bussumse aanwinst Robin Oscar van Kampen te bestrijden. Na eerder door toedoen van BSG met HSG en later met de Kennemer Combinatie uit de meesterklasse te zijn gedegradeerd, sloot de Bussumse grootmeester zich eindelijk bij het Bussums Schaakgenootschap aan. "If you can't beat them, join them", zal hij wel hebben gedacht.

Terug van weggeweest was Large. De olijke Amersfoorter was net terug uit Australië, waar hij een half jaar stage had gelopen. Het was goed nieuws voor BSG, dat dit seizoen ook weer een beroep kan doen op Lange Alexander. Vorig seizoen speelde hij alleen de laatste wedstrijd, nu ziet het ernaar uit dat hij alleen de eerste wedstrijd moet missen. Het betekende dat Behirder mocht opdraven als invaller. Drie uur in de trein, drie keer overstappen en bijna de hele tijd moeten staan: treinreizen is afzien. Het maakte hem er niet extra gemotiveerd op om iets fraais op het bord te brengen, want al na dertien zetten koos hij het zekere voor het onzekere door een remiseaanbod van Peter Hulshof te accepteren. Aan het bord ernaast (MJR - FM Henk) een vrijwel identiek spelbeeld: een remise in een partij waarin zwart het eigenlijk voor het zeggen had. Dat hield elkaar dus nog in evenwicht.

Vervolgens liep BSG uit. Zo scoorde Frank een fraai puntje tegen Iozefina Paulet. Voor de wedstrijd vertelde hij dat hij bezig was zijn rijbewijs te halen en dat dat nog niet meeviel. Op het schaakbord leek hij daar al wel de vruchten van te plukken: de manier waarop hij zijn loper op g7 in de zwarte stelling parkeerde zag er buitengewoon kunstig uit. Daarna was het niet al te moeilijk meer.

Het werd nog beter toen Ton revanche nam op Joost Wempe. Pas op de tweede zet kwam hij erachter dat hij tegen dezelfde tegenstander als vorig jaar speelde. Toen verloor hij vanuit goede stelling. Nu deed Ton het iets anders (Robin Oscar: "Ik begrijp nog steeds niet waarom je geen e4 speelde!") en bereikte hij eveneens een fantastische stelling (zwart raakte bijna alle pionnen rond zijn koning kwijt), die hij nu wel won.

Minder gestroomlijnd ging Ewoods overwinning op Jan Baljé. De Tukker kwam, in tegenstelling tot zijn teamgenoten van Dr. Max Euwe (die tegen Groningen 2 en 3 speelden), te laat aan. Treinvertraging, aansluiting gemist en vervolgens in de verkeerde bus gestapt of zoiets. Hij bevond zich overigens in goed gezelschap: onze trouwe supporter André Süters was ook te laat doordat hij zijn treinticket niet uit kon printen, waardoor hij ook een trein later nam. Gelukkig kwam Ewood nog wel aan, zodat hij met een lichte tijdsachterstand aan de partij kon beginnen. In de opening snoepte hij een pion, waar Baljé goede compensatie voor leek te hebben. Het witte initiatief doofde uit en in de counter sloeg Ewood onverbiddelijk toe.

Thomas voegde er nog een halfje aan toe tegen Hendrik Pieter (Erik) Hoeksema. Zo'n spektakelstuk als een aantal jaar terug werd het niet, maar met het halfje kon hij ook leven. Het betekende dat Robert de matchpunten binnen kon tikken. Tegen Jasper Geurink stond hij naar eigen zeggen zelfs even verloren, maar uiteindelijk won hij nog, dus was BSG veilig.

In de slotfase kon Groningen nog wel aan eerherstel doen: Li had volgens mij een vreselijke middag tegen Werle, terwijl Large in een eindspel verloor van Brenninkmeijer. Hoewel Large bang was dat hij na zijn avontuur in Australië nog maar als een 2100-speler schaakte, viel dat wel mee. Hij offerde zijn geïsoleerde d-pion voor actief tegenspel. Helaas tastte hij daarna mis, waardoor wit twee pionnen veroverde (de c- en de a-pion) en dat was genoeg voor de winst.

Tot slot zat Robin Oscar nog te zwoegen aan bord 1. Hij had de hele partij een licht plusje, maar het was niet voldoende voor de winst. In het pionneneindspel werd er uiteindelijk remise overeengekomen, dus stokte de score op 6-4 voor BSG. Na afloop pakte Robin meteen zijn laptop om de partij te analyseren. Hij wilde graag weten of hij nog ergens een winst had gemist.

Na afloop konden we nog in de speelzaal eten. Een Chinese Superwoman kwam de bakken met eten brengen. Opmerkelijk genoeg stond Ewood vooraan in de rij en hij liet zich de nasi, saté en gefrituurde banaan goed smaken. Vroeger was het toch altijd een kwestie van neus dicht en kauwen met die jongen. Opmerkelijk genoeg werd er nog een bak eten besteld toen iedereen zijn/haar buikje al rond had gegeten.

Over buiken gesproken: tijdens de terugreis werd duidelijk dat het verzwakte BSG 2 in Amersfoort op zijn donder had gekregen van het net gepromoveerde Ons Genoegen. Ruim negen jaar geleden speelden de teams voor het laatst tegen elkaar in de promotieklasse. BSG 2 won de wedstrijd en werd kampioen. De nummer twee promoveerde dat jaar ook. Welke ploeg dat was? De huidige landskampioen En Passant. Hoe dan ook, BSG 2 verloor met 4½-3½ van een team dat gemiddeld 200 elopunten zwakker was en kan het kampioenschap alvast op z'n buik schrijven.

Na weer bijna drie uur in de trein (wat is nog erger dan niet kunnen zitten in de trein? Een stiltecoupé) en nog een stukje in de bus (door werkzaamheden aan het spoor ging de trein niet verder dan Naarden-Bussum) was ik eindelijk thuis, nagenietend van het unieke resultaat.

Groningen (2327) - BSG (2360) 4-6
1. D Lobzhanidze m (2458) - R van Kampen g (2626) ½-½
2. J Werle g (2502) - L Riemersma m (2421) 1-0
3. J Geurink (2331) - R Ris m (2402) 0-1
4. E Hoeksema m (2325) - T Willemze m (2408) ½-½
5. J Paulet wg (2252) - F Erwich f (2325) 0-1
6. J Brenninkmeijer m (2517) - L Ootes (2382) 1-0
7. J Wempe (2281) - T van der Heijden (2296) 0-1
8. J Balje (2218) - E de Groote (2341) 0-1
9. P Hulshof (2168) - J de Groote (2185) ½-½
10. M Riemens (2221) - H van der Poel f (2209) ½-½

21 september 2014

Hamilton weer koploper

7 duizendsten. Omgerekend nog geen halve meter. Dat was het verschil tussen Luis en Rosberg in de kwalificatie. Zo spannend was de kwalificatie van de Grand Prix van Singapore, waarin de top 8 binnen een halve seconde zat. De race was echter al voor de start van zijn spanning ontdaan.

Boos

Het wilde na de zomerstop niet zo lukken met de duels tussen Rosberg en Luis. In België eindigde een inhaalpoging van Rosberg in een kleine tragedie en in Italië ging Rosberg een rechtstreeks duel uit de weg door van de baan te schieten. Maar nu, in de straten van Singapore, zag het er veelbelovend uit. De langste race van het jaar zou worden gedomineerd door het gevecht om de koppositie. Een herhaling zoals in Bahrein leek in de maak. Daar dacht Rosbergs auto anders over. Waar het hele veld aan de opwarmronde begon, bleef de Mercedes met startnummer 6 roerloos op de grid staan. De wagen werd de pitsstraat ingeduwd, waar de Mercedes-technici met de moed der wanhoop de wagen alsnog raceklaar probeerden te maken.

Het betekende dat Luis vooraan het rijk alleen had. Bij de start nam hij ook de leiding, voor de als vijfde gestarte Alonso, die over de uitloopstrook de Red Bulls inhaalde. Om een straf te vermijden, liet Alonso Fattle, die slow starter Ricciardo meteen te grazen had genomen, maar passeren. Al meteen werd het veld enorm uit elkaar getrokken. Opmerkelijk was dat Fattle Luis in de openingsfase redelijk bij kon benen. Luis spaarde echter zijn krachten.

Aan de andere kant van het veld zat Rosberg zich te verbijten. Hoewel hij nog van geluk mocht spreken dat hij kon starten, was zijn race een enorme lijdensweg. De elektronica deed het niet, waardoor de klassementsleider alleen nog met moeite kon schakelen. DRS en ERS werkten niet, waardoor hij slechts met de grootste moeite de tragere deelnemers kon passeren, en daarnaast deed de koppeling het niet, zodat het na zijn pitstop over en sluiten was.

Rosberg was niet de enige coureur die witheet was. Zo vloekte en tierde de altijd onschuldig ogende Grosjean na een mislukte kwalificatie. Om diezelfde reden was Gutiérrez woedend nadat hij vroeg in de race moest opgeven. Het bochtige stratencircuit was misschien wel de laatste kans voor hem om een keer in de punten te rijden. Ook Co Biaggi jammerde over zijn wagen, die al in de opwarmronde in de fik vloog. En dan had je nog de ongeluksvogels Magnussen, die zijn reet verbrandde, en Kwjat, die uitdroogde doordat zijn drinksysteem niet werkte.

Strategie

De banden sleten in een enorm tempo weg en dat noopte de coureurs tot het maken van veel pitstops. De bandenwissels leidden vooraan niet meteen tot veel positiewisselingen. Bij de eerste serie pitstops ging Massa Räikkönen voorbij en bij de tweede serie pitstops ging Alonso Fattle voorbij. Ferrari maakte echter, net als Mercedes, de onhandige strategische beslissing om Alonso opnieuw op een setje superzachte banden de baan op te sturen. De Red Bulls stapten over naar de zachte banden, waardoor ze aan de krankzinnige bandenregel hadden voldaan en de race eventueel zonder verdere bandenwissels konden uitrijden. Dat strategische voordeel kon een rol van betekenis spelen, mocht de safetycar op de baan komen.

Singapore en safetycars: die twee begrippen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en ook ditmaal was het weer raak: Pérez kleunde op Subtiel en kort daarna desintegreerde zijn voorvleugel spectaculair. De safetycar kwam direct de baan op, waarna de baan op zijn elfendertigst werd opgeruimd.

Alonso, Button en Räikkönen gingen maar meteen naar de pits voor nieuwe banden, in tegenstelling tot Luis, de Red Bulls en de Williams'. Luis moest als enige nog een keer binnenkomen. Na de herstart moest hij dus alles op alles zetten om genoeg voorsprong op te bouwen. Het lukt net niet. Luis komt na zijn pitstop tussen de Red Bulls op de baan. Fattle gaf zich niet zomaar gewonnen, maar tegen een Mercedes met betere banden stond hij uiteindelijk machteloos. Achter de regerend wereldkampioen had Ricciardo zijn handen vol aan Alonso. De posities bleven echter ongewijzigd in de kopgroep.

In de middenmoot speelden de pitstops helemaal een grote rol. De Toro Rosso's, Magnussen en Pérez gingen nog een keer naar de pits en deden daar enorm hun voordeel mee. In de slotfase leek iedereen stil te vallen, waardoor Vergne uiteindelijk naar een sublieme zesde plaats oprukte. Pérez bekroonde zijn warrige race zowaar met een zevende plek, terwijl Magnussen het laatste puntje pakte.

Die tiende plek was voor McLaren maar een heel klein doekje voor het bloeden, want doordat Button in de slotfase stilviel, zag het team Force India, dat met Hülkenberg ook nog een negende plaats pakte, in de stand weer passeren. Williams deed redelijk goede zaken: Massa werd op grote afstand vijfde, terwijl Bottas in de laatste ronde door iedereen om de oren werd gereden en nog buiten de punten finishte. Doordat Räikkönen uiteindelijk ook maar achtste werd, blijft Williams derde in het kampioenschap.

Uiteindelijk won Luis de race alsnog vrij gemakkelijk, waardoor hij zijn ongelukkige teammaat afloste als klassementsleider. Van 22 punten in de min ging hij naar drie in de plus. Fattle haalde met een tweede plek zijn beste resultaat van het seizoen, terwijl Ricciardo weer eens op het podium stond. Alonso moest het doen met een vierde plek.

Zo eindigde de langste race van het jaar enigszins onbevredigend, maar het kampioenschap is er wel spannender op geworden!

18 september 2014

De nazomer komt eraan!

Ook zo genoten van het prachtige weer? Na de barre augustusmaand, waarin de winterjassen weer uit de kast gehaald konden worden, is het nu weer echt zonnebrillenweer. Er is deze maand nog geen druppel gevallen en de temperaturen bereiken weer zomerse waarden.

Natuurlijk is dit zomerweer geen al te lang leven beschoren. Maar al te vaak wordt het mooie weer in Nederland afgewisseld door lange periodes met veel regen, weinig zon en lage temperaturen. Dat zal nu niet anders zijn. Aangezien we nu in een rap tempo op de winter afstevenen, zal deze week wel de laatste echt warme dagen van het toch al warme jaar opleveren.

We bevinden ons in een bijzondere periode in het jaar. De astronomische herfst gaat volgende week dinsdag in en daarmee begint ook echt een ander seizoen. In het Nederlandse klimaat speelt de wind een grote rol. Door de zogenaamde westcirculatie komt de wind doorgaans van zee en dat zorgt bij ons voor milde winters en lauwwarme zomers. 40 procent van de tijd komt de wind uit het zuidwesten; dat is ongeveer twee keer zo vaak als een willekeurige andere windrichting. De overheersende windrichting is echter niet constant door het jaar heen. Zo waait de wind in het voorjaar relatief vaak uit het noorden en in de rest van het jaar wisselt het een beetje tussen zuidzuidwest en westzuidwest:

Het relatieve voorkomen van een bepaalde windrichting per dag. Data: KNMI voor De Bilt (1904-2013)

In de grafiek zijn zuidzuidwest (rood) en westzuidwest (oranje) dominant. Relatief zeldzaam zijn oostzuidoost (blauw) en noordnoordwest (lichtgroen). Uit de grafiek blijkt dat de windrichting gedeeltelijk door het seizoen bepaald wordt: in de winter komt de wind gemiddeld bijvoorbeeld vaker uit het zuiden. Grappig genoeg zijn er ook op kleinere schaal verschillen en die hebben soms een opwarmend dan wel een afkoelend effect:

Invloed van de windrichting op de gemiddelde temperatuur.

Het blijkt dat de vele zuidwestenwinden in de winter (december en januari, blauw) voor een opwarmend effect zorgen. In februari worden de noordenwinden belangrijker en dat heeft direct een afkoelend effect (geel). De veranderingen in de windrichting verklaren waarom mid-februari gemiddeld gezien de koudste periode in het jaar is. Andere notoire koele perioden zijn april (rood) en de zomer (eind mei tot begin september, lichtblauw). Op dit moment staan we op het punt de relatief milde fase van de herfst te betreden (paars), waarin de (zuid)zuidwestenwinden weer voor relatief hoge temperaturen zorgen. Niet voor niets noemde het KNMI deze periode (half september tot half november) de nazomer, hoewel het weer in november doorgaans in de verste verte niet meer aan de zomer doet denken.

In ieder geval naderen we het omslagpunt waarbij de westenwinden voor hoge en oostenwinden voor lage temperaturen gaan zorgen. In het zomerhalfjaar was dat nog omgekeerd en zorgde de kille zeebries voor verkoeling, binnenkort zorgt de zeebries ervoor dat we niet bevriezen.

Jaarlijkse gang van de temperatuur per windrichting.

Het eind van een lange zomer komt nu echt in zicht en de donkere, koude dagen staan weer voor de deur. Maar niet getreurd, want we kunnen nog twee maanden genieten van onze "nazomer"!

07 september 2014

De Italiaanse publiekslieveling

Na de Grand Prix van België vroeg iedereen zich af of Mercedes het kampioenschap niet toch uit handen zou geven. Met alle betrouwbaarheidsproblemen, coureurs die elkaar uit de race werkten en de dubbele punten in de seizoensafsluiter was dat niet eens ondenkbaar. Twee weken later stonden de zaken er weer heel anders voor: in Italië leken de onderlinge spanningen weer verleden tijd. Rosberg had schoorvoetend zijn excuses aangeboden en Luis tilde er ook niet meer zo zwaar aan. Van een onderling gevecht kwam het dit keer niet, dus boekte Mercedes de zevende dubbelzege van het seizoen.

Veelbesproken was de nieuwe uitloopstrook van de Parabolica, de laatste bocht van het circuit. Een maand voor de race werd de grindbak uit veiligheidsoverwegingen vervangen door een lap asfalt en dat leverde gemengde reacties op bij de coureurs, die het jammer vonden dat de bocht nu minder uitdagend was. Immers: een stuurfout werd niet meer afgestraft. Interessant was dan ook dat de coureurs de uitloopstrook maar al te graag gebruikten om iets meer snelheid naar het lange rechte stuk van start/finish mee te nemen.

Plaats van handeling was dus het snelle circuit van Monza. Het is het enige hogesnelheidscircuit op de kalender en de enige keer in het seizoen dat de wagens de magische grens van 350 (en in de race zelfs 360) kilometer per uur overschreden. Het betekende ook dat de krachtsverhoudingen anders zouden liggen dan in de andere races: de teams met de krachtige Mercedes-motoren zouden het nog beter moeten doen dan anders. Dat was vooral goed nieuws voor de teams van Williams, McLaren en Force India, maar slecht nieuws voor teams als Red Bull. De achtste en negende startplaats waren al een beetje ingecalculeerd. De eerste drie startrijen werden door de Mercedes-motoren ingenomen, met de Mercedes voor de Williams' en de McLarens:

Startopstelling:

  1. Luis (Mercedes)
  2. Rosberg (Mercedes)
  3. Bottas (Williams)
  4. Massa (Williams)
  5. Magnussen (McLaren)
  6. Button (McLaren)
  7. Alonso (Ferrari)
  8. Fattle (Red Bull)
  9. Ricciardo (Red Bull)
  10. Pérez (Force India)
  11. Räikkönen (Ferrari)
  12. Vergne (Toro Rosso)
  13. Hülkenberg (Force India)
  14. Subtiel (Sauber)
  15. Gutiérrez (Sauber)
  16. Pastoor (Lotus)
  17. Grosjean (Lotus)
  18. Co Biaggi (Caterham)
  19. Bianchi (Marussia)
  20. Chilton (Marussia)
  21. Kwjat* (Toro Rosso)
  22. Ericsson** (Caterham)

* 10 startplaatsen straf door motorwissel
** Gestart vanuit de pitstraat na allerhande straffen

Start

Net als in België heeft de achterste Mercedes de beste start. Luis' start is zelfs zo slecht dat hij naar de vierde plek terugvalt. Het had veel weg van de openingsrace, toen hij from the word go geen vermogen had en aan alle kanten werd ingehaald. Ditmaal was het wat minder zorgwekkend en beperkte het probleem zich tot de start. Al snel herpakt Luis zich en rijdt hij naar de staart van Massa.

Rosberg heeft vooraan het rijk alleen. Achter hem rijdt de als een raket gestarte Magnussen, die Massa en Luis flink ophoudt. Pas na enkele ronden lukt het hen om de Deen in te halen, waarna Luis Massa te grazen neemt en de Mercedes weer eerste en tweede liggen. De top 3 rijdt vervolgens heel hard weg bij Magnussen, die al snel de locomotief van een heel treintje in de subtop wordt.

Waar Luis' race eindelijk weer op de rails zit, ontspoort Rosberg. Hij verremt zich in de eerste bocht en besluit daarom maar de uitloopstrook te nemen. Het kost hem een groot deel van zijn voorsprong. Luis ruikt bloed en hij probeert binnen een seconde van zijn teamgenoot te komen, om zodoende het DRS-voordeel te krijgen. Het lukt niet. De Mercedes-coureurs rijden afwisselend de snelste raceronde, waardoor het gat op net iets meer dan een seconde blijft bungelen.

De situatie blijft hetzelfde na de eerste serie pitstops. Luis is duidelijk sneller en prompt verremt Rosberg zich voor de tweede keer in de race in de eerste bocht. Terwijl de Finse Duitser behendig om de piepschuimen borden slalomt, gaat Luis hem voorbij en verdwijnt aan de horizon. Dat was het gevecht om de koppositie dan.

De gevechten achter de Mercedes zijn veel interessanter. Zo kan Bottas na een slechte start weer een inhaalrace rijden. Geduldig werkt hij zich op in de subtop, om na een relatief late stop weer zo'n beetje opnieuw te kunnen beginnen. Fattle pakt het anders aan: hij start goed en maakt een vroege pitstop, om langs de trage Magnussen te komen. Het plannetje werkt goed en Fattle ligt lange tijd op de vierde plaats, achter de Mercedes en de onbereikbare Massa. Pas in de slotfase moet hij buigen voor Bottas en teamgenoot Ricciardo, die juist een late pitstop maakte en het grootste deel van de race toekeek hoe de rest elkaar het leven zuur maakte.

Zo kreeg Magnussen voor de tweede keer op rij een straf voor lomp verdedigen nadat hij Bottas van de baan had gedrukt. Het briljantste gevecht van de middag was het duel tussen Button en zijn oud-teamgenoot Pérez. De Mexicaan, die twee jaar geleden nog sensationeel tweede werd, gaf zich niet zomaar gewonnen. Een halve ronde lang reden de wagens zij aan zij, soms half over de uitloopstrook of half over het gras. Uiteindelijk kwam Pérez als winnaar uit de bus, waarna Button Ricciardo zag passeren. De Australiër werd knap vijfde en hij bewaarde zijn mooiste inhaalactie voor het laatst: Fattle werd op een prachtige manier geklopt. Doen alsof je de aanval opgeeft door even van het gas te gaan en en dan alsnog binnendoor langs te denderen. Briljant!

Achter hem wist Magnussen nog tot op het laatst Pérez en Button achter zich te houden, maar door de tijdstraf die hij kreeg, werd hij slechts als tiende, nog achter Räikkönen, geklasseerd. "En Alonso dan?", hoor ik u vragen. De Ferrari-coureur viel voor het eerst in jaren weer met een technisch defect uit. Hij en de doorgaans zo betrouwbare Chilton (die zijn auto in het begin van de race in de muur smeet) waren de enige uitvallers van de race, hoewel Kwjat van geluk mocht spreken dat hij zonder remmen de finish nog haalde; zowaar nog als elfde.

Ondertussen hadden de Mercedes zonder veel problemen de race gewonnen. Hoewel de het gevecht om de koppositie ontbrak, was het een erg levendige Italiaanse Grand Prix. Het is goed om te zien hoe de turbomotoren het racen dit jaar een stuk aantrekkelijker hebben gemaakt: door de verschillende motoren zijn de races veel minder voorspelbaar dan vroeger. Ondanks de Mercedes-dominantie zijn er dit jaar maar weinig slechte races geweest.

Uitslag:

  1. Luis (Mercedes)
  2. Rosberg (Mercedes)
  3. Massa (Williams)
  4. Bottas (Williams)
  5. Ricciardo (Red Bull)
  6. Fattle (Red Bull)
  7. Pérez (Force India)
  8. Button (McLaren)
  9. Räikkönen (Ferrari)
  10. Magnussen* (McLaren)
  11. Kwjat (Toro Rosso)
  12. Hülkenberg (Force India)
  13. Vergne (Toro Rosso)
  14. Pastoor (Lotus)
  15. Subtiel (Sauber)
  16. Grosjean (Lotus)
  17. Co Biaggi (Caterham)
  18. Bianchi (Marussia)
  19. Ericsson (Caterham)
  20. Gutiérrez** (Sauber)

* Straf van 5 seconden vanwege het van de baan drukken van Bottas
** Straf van 20 seconden voor aanrijding met Grosjean

In de titelstrijd pakte Luis zeven punten terug op Rosberg, waardoor het verschil nog maar 22 punten bedraagt, minder dan een overwinning. Hoewel Rosberg nog zijn uiterste best deed om het publiek voor zich te winnen door ze in het Italiaans toe te spreken, lukt dat niet echt. Zijn vaak fletse optredens en de streken in België en Monaco hebben zijn reputatie geen goed gedaan. Het publiek reageert dan ook met een mager applausje. Dan Hamilton. Hij kent slechts drie Italiaanse woorden. "Grazie a tutti!", roept hij. Het publiek gaat uit zijn dak.