27 december 2015

Oefening baart kunst

Gisteren was het weer tijd voor een heuse spelletjesdag. Om een uur of twaalf werden Ewood en ik door Jean Loulou opgehaald om weer eens een middagje in schakelaars te knijpen. Net als vorig jaar was er een soort familiedag bij zijn slotraceclub in Almere. Naast de opofferingsgezinde organisator Paul en materiaalman Jean Loulou waren er negen jongeren (voornamelijk vrienden en aanhang van de zonen van de organisator) naar de schuur op de Zuiderzeebodem gekomen.

Paul had meteen een heel tijdschema in elkaar gedraaid. Na wat inoefenen begonnen we met een kwalificatie. Ik mocht als eerste de baan schoonvegen met een voor mij totaal onbekende bak en dat ging me ook niet heel goed af. Ewood had de snelheid wel goed te pakken en hij reed meteen de beste tijd. Uiteindelijk werd ik vierde en dat betekende dat ik in de tweede van de drie races mocht starten. Aangezien ik de snelheid nog steeds niet gevonden had, probeerde ik in de race zo min mogelijk fouten te maken. Terwijl mijn concurrenten gezellig met elkaar stonden te kwekken, gebruikte ik mijn hersencapaciteit liever om mijn wagentje op de baan te houden.

"Alesi was blocking me like crazy so I went to overtake him and had three quarters of the car inside him but he just closed the door. I don’t know whether he saw me or not as he only looks to the front, never in his mirrors, probably to concentrate keeping the car on the track." 

Pedro de la Rosa na de Grand Prix van Spanje in 2000.

De tactiek werkte perfect en door de race te winnen, verzekerde ik me van een plek in de finale. Daarna waren de snelste drie van de middag aan de beurt. Het niveau lag erg hoog in deze race en de deelnemers joegen elkaar lekker op. De verschillen waren klein en een foutje was zo gemaakt, dus bleef het tot aan de laatste meters spannend wie er zou winnen. Uiteindelijk versloeg Jeroen Ewood net. Nummer 3 Dennis maakte wat meer fouten, maar ook hij was ruim snel genoeg om zich voor de finale te plaatsen.

In de finale had ik het moeilijk. Ik begon in de relatief snelle derde baan, maar ik moest kennelijk nog inkomen, want ik werd door iedereen voorbijgeblazen. Na die matige eerste stint werd het echt een uphill struggle en moest ik maar hopen dat ik nog derde kon worden. Doordat de rest maar weinig fouten maakte, kon ik mijn gebrek aan snelheid ook niet echt compenseren. Toch stond ik bij het ingaan van de laatste race nog derde, maar moest ik nog op de traagste baan rijden. Ewood stond aan kop, maar hij moest nog op de trage vierde baan. Hij verdedigde een voorsprong van een ronde, maar nadat hij die voorsprong had verspeeld, moest hij risico's nemen en dat liep niet goed af. Zelf was ik gewoon te traag en dus greep ik naast het podium, net als vorig jaar. Het schattige bekertje werd door Jeroen gewonnen. Hij maakte weinig fouten en was op alle banen behoorlijk snel.

De kwalificatietijden (geel) en de gemiddelde rondetijden in de race (blauw) en in de finale (rood).

Aantal afgelegde ronden per baan. Baan 2 (of de auto op baan 2) was het snelste, gevolgd door baan 3. Baan 4 en 1 waren het traagst.

Daarna was het weer tijd voor een kerstdiner en de afsluitende spelletjes. Aangezien Mens erger je niet en Scrabble de enige spellen zijn die mijn ouders kunnen en willen spelen, beleefde ik een soort déjà vu. Het ging ongeveer zoals altijd:

"We begonnen maar met Mens erger je niet, een spel waarbij ik wel hoge verwachtingen had. (...) Helaas bleek maar weer dat je zonder geluk niet al te best gaat met dit spel. Terwijl iedereen op commando een zes leek te kunnen gooien, gooide ik vooral tweeën. En net als ik dan een pion in het spel had, ging-ie op mysterieuze wijze weer verloren. Ondertussen moest ik lijdzaam toezien hoe de anderen hun pionnen thuisbrachten, terwijl ik steeds minder het gevoel had dat ik nog aan het spel deelnam. Uiteindelijk ging Beppie er nog met de winst vandoor, door een paar keer achter elkaar zes te gooien, gevolgd door een drie en team geel was thuis. Daarna moesten wij verder zien te prutsen. Jean Loulou stond ook op het punt om te winnen, maar hij deed een paar domme dingen (zelfs met Mens erger je niet kun je fouten maken), maar uiteindelijk kwam alles precies op z’n pootjes terecht toen Ewood net te laat was en Loulou precies het goede aantal ogen gooide. Tot dat moment had ik nog gegrapt dat ik tweede zou worden, maar nadat de zessen niet wilden komen en steeds mijn pionnen van het bord werden gemept als ze van enige betekenis dreigden te worden, had ik weinig kans meer. Toen uiteindelijk ook Ewood finishte, had ik al m’n pionnen nog in m’n thuishonk staan."

Meer skills en minder geluk is nodig bij het oer-Hollandse Scrabble. Doordat ik nooit kruiswoordraadsels oplos en slecht ben in het verzinnen van anagrammen, kan ik werkelijk waar geen kut van dit spel. Daar kwam nog bij dat Beppie allerlei Engelse woorden ging aanleggen. "Foam mag toch? Ja, doen we gewoon!", nadat ze ook al het woord "nerd" had geprobeerd aan te leggen. We gaan even terug naar 1996 of zo. Beppie: "Jesper is soms best wel een nerd." (legt N-E-U-R-T op het bord). Nu probeerde ze het gewoon weer. Ik kon nog net tegenhouden dat ze het woordje wrong neerlegde, want dat was natuurlijk dubbel fout. Aan de andere kant werd UK wel weer geaccepteerd.

Jean Loulou kwam op stoom en schudde de ene na de andere grap uit zijn mouw. De sfeer zat er goed in, ondanks dat het steeds moeilijker werd om nog een fatsoenlijk woord aan te leggen. Een z ergens op het midden van het bord bleek een vervelend obstakel.

"Er eindigt geen woord op een z." 

- "RTL."

Ewood en Jean Loulou

Doordat ik net het woord voedsel niet aan kon leggen en de rest een paar keer kans gaf op bonuspunten, eindigde ik afgetekend als laatste. Ewoods wezels leverden hem de overwinning op. Door de vele lange denkpauzes was het behoorlijk laat geworden. We fietsten terug naar mijn huisje, waar ik me tot diep in de nacht verder kon schamen. Toch vond ik de vele oorwassingen stiekem wel grappig en daar gaat het natuurlijk om.

12 december 2015

Een jaar met twee gezichten

BSG heeft vizier niet op scherp staan tegen Charlois

Waar BSG vorig seizoen het kampioenschap op een haar miste, gaat het dit seizoen wat minder van een leien dakje. Na vier ronden hebben we al meer verliespunten dan in het afgelopen seizoen. Wat pech en een gebrek aan slagkracht op de cruciale momenten zorgen ervoor dat het dubbeltje steeds net de verkeerde kant op valt: na de nipte nederlagen tegen SISSA en Pathena Rotterdam won landskampioen Charlois Europoort in het Denksportcentrum met het kleinst mogelijke verschil.

De dag begon nog met een heugelijk wapenfeit: lange Alexander was voor de tweede keer vader geworden en daar werd natuurlijk even stil bij gestaan. Vervolgens gingen de remmen los en vlogen de spelers elkaar op het bord meteen naar de nek. Zo kreeg Ton prachtig spel tegen Roger Meng, die hier bijna negen jaar eerder nog geschiedenis schreef door als 10-jarig jochie van Bert Balke (BSG 2) te winnen. Nu was hij zelf lijdend voorwerp en moest hij al gauw zijn koning omleggen.

Doordat Ewood het aan het eerste bord ook niet erg lang volhield tegen de Hongaarse grootmeester Imre Hera, stond het al gauw weer gelijk, maar daarna sloeg de balans weer in het voordeel van BSG uit. Zo won Thomas van Stefan Docx, die allerlei rare fratsen uit ging halen en in een rommelige partij ten onder ging. Li speelde een saaie remise tegen Erik van den Dull, terwijl FM Henk het huisje van Valeer/Valery Maes niet af wist te breken en ook maar met remise genoegen moest nemen.

De wedstrijd kantelde toen de echt lekkere stellingen niet werden gewonnen. Door de ongelukkige planning van de Bundesliga mocht het Apenhoofd weer eens opdraven. Tegen Michel de Wit kwam hij geweldig uit de opening. Het afmaken lukte maar niet en na een flater na de tijdcontrole mocht hij nog blij zijn met remise. Nog erger verging het Large, die eveneens een droomstelling bereikte. Hij trok echter eveneens veel tijd uit voor zijn zetten en dat brak hem op toen tegenstander Arben Dardha ineens een gevaarlijke koningsaanval uit de grond stampte. Na matig verdedigingswerk lag de bal ineens in het verkeerde doel.

De nederlaag van Robert tegen Bart Michiels werd weer gecompenseerd door de overwinning van de vader op Robin Lecomte. Het betekende dat alle druk op de schouders van Frank lag. Hij moest een eindspel met een kwaliteit tegen een pion minder proberen te houden tegen Mher Hovhanisian, maar dat was onbegonnen werk. Dus verloor BSG voor de derde keer op rij met 5½-4½.

BSG 2 was toen nog bezig tegen het Amsterdamse Fischer Z. Aan het zevende bord probeerde teamleider Rein de 4-3-voorsprong over de streep te trekken tegen Frans Smit. Ook hij verdedigde een eindspel met een kwaliteit tegen een pion minder, maar dit eindspel leek houdbaar. Een onbegrijpelijke blunder deed zes uur zwoegen teniet en dus deed het eerste achttal van BSG zich opnieuw bij het sluiten van de markt tekort. Door het ongelukkige gelijkspel tegen de nummer 2 in de poule sloot ook het eerste achttal van BSG het jaar in mineur af. Na drie tweede plaatsen lijkt het team dit seizoen veroordeeld tot de grauwe middenmoot.

BSG (2333) - Charlois Europoort (2398) 4½-5½
1. E de Groote (2327) - I Hera g (2598) 0-1
2. L Riemersma m (2431) - E van den Doel g (2570) ½-½
3. R Ris m (2404) - B Michiels g (2528) 0-1
4. La Ootes m (2408) - A Dardha f (2366) 0-1
5. F Erwich f (2358) - M Hovhanisian m (2497) 0-1
6. A van Beek m (2269) - R Lecomte (2261) 1-0
7. T Willemze m (2410) - S Docx m (2420) 1-0
8. T van der Heijden (2309) - R Meng f (2351) 1-0
9. H van der Poel f (2206) - V Maes (2136) ½-½
10. J de Groote (2209) - M de Wit f (2256) ½-½

11 december 2015

De ondergang van het Nederlandse clubvoetbal en de oplossingen

De gloriedagen van het Nederlands clubvoetbal liggen alweer lang en breed achter ons. Waar Ajax in 1995 de Champions League won en Feyenoord in 2002 nog met de UEFA Cup* aan de haal ging, is men anno 2015 al heel blij dat een club voor het eerst sinds 2006 de knock-outfase van de Champions League heeft bereikt, terwijl de overige clubs kansloos werden uitgeschakeld in de Europa League.** Komt Nederland er ooit nog bovenop?

Voor betere tijden hoeven we gelukkig niet zo heel ver terug in de tijd te gaan: het seizoen 2011/2012 was voor Nederland ongekend succesvol. AZ bereikte de kwartfinale van de Europa League, terwijl PSV en Twente in de achtste finales werden uitgeschakeld. Doordat laatstgenoemde clubs er een jaar later met de pet naar gooiden, bleef het bij die ene opleving. Sindsdien kwakkelt Nederland en ook dit jaar kwam daar geen verandering in.

Alleen PSV wist zich dit jaar in de Champions League positief te onderscheiden. De Eindhovenaren waren weer net zo degelijk als onder Guus Hiddink een decennium geleden: thuis pakte de ploeg driemaal de volle winst, zodat het punt dat in Manchester werd gehaald doorslaggevend was.

De Europa League motiveert kennelijk toch minder, zoals Ajax ondervond. Nadat de Amsterdammers in augustus tegen Rapid Wien op een buitengewoon amateuristische manier een Champions League-ticket hadden verkwanseld, troffen ze nu onbekende ploegen als Molde FK in plaats van grootmachten als Real Madrid of Barcelona. Geen moment wist de koploper van de Eredivisie te overtuigen. Alleen in Schotland werden drie punten gepakt en dat was door de nederlaag tegen Fenerbahçe niet genoeg om door te gaan.

Beter op dreef in de voorrondes was AZ, maar de Alkmaarders compenseerden dat weer door in de poulefase als een krant te spelen. De manier waarop de Duitse degradatiekandidaat FC Augsburg ze in beide wedstrijden de baas was, was gênant. Ook Partizan haalde twee keer de volle drie punten op. AZ revancheerde zich door tegen de ongenaakbare koploper Athletic Bilbao wel vier punten te pakken, maar het was too little too late.

Bekerwinnaar Groningen werd gewogen en te licht bevonden. De toon werd al in de eerste wedstrijd gezet, toen Olympique Marseille in de Euroborg met een enorm machtsvertoon de drie punten ophaalde. Die wedstrijd bleek echter niet geheel representatief voor de krachtsverhoudingen, zoals het vervolg aantoonde, maar natuurlijk liep Groningen de rest van het toernooi achter de feiten aan. Na nog twee gelijkspelletjes en drie nipte nederlagen dropen ze met de staart tussen de benen af.

Ook weinig succesvol waren Go Ahead Eagles en Vitesse. Van de degradant met de Engelse naam kon ook niet veel verwacht worden. Tegen het Hongaarse Ferencváros wisten ze in eigen huis nog een punt te pakken in de voorronde en dat was al heel wat. De Eredivisieploeg met de Franse naam lukte dat namelijk niet eens. Tegen het South Ampton van Koeman kwam de winnaar van de play-offs er in beide wedstrijden totaal niet aan te pas. Was South Ampton dan zo goed? Nee, want zij werden vervolgens uitgeschakeld door FC Midtjylland.

Door de matige resultaten bezet Nederland dit jaar de 13e plek op de coëfficiëntenranglijst. De gemiddelde coëfficiënt van de afgelopen vijf jaar bepaalt hoeveel teams ieder land in welke Europese competitie mag afvaardigen en hoeveel voorrondewedstrijden ze moeten spelen. Op basis van het vijfjarige gemiddelde staat Nederland nog tiende, maar als in 2017 de goede resultaten van 2011/2012 komen te vervallen, dan gaat Nederland nog barre tijden tegemoet. Sinds 2005 is Nederland geleidelijk aan afgezakt van de subtop naar de middenmoot in Europa.

Toch hoeft dat ook niet heel erg te zijn. Natuurlijk is het minder leuk dat Nederland minder teams mag afvaardigen en dat ze misschien meer voorrondewedstrijden moeten spelen, wat natuurlijk weer grotere risico's op een voortijdige uitschakeling oplevert. Vooral wat betreft de alles-of-nietswedstrijden hebben de Nederlandse clubs een slechte staat van dienst. Maar er is ook goed nieuws: gewonnen voorrondewedstrijden tellen ook mee voor de coëfficiëntenranglijst, dus kan Nederland al vroeg in het seizoen een hoop extra punten pakken. Daarnaast worden de coëfficiënten per land bepaald aan de hand van het gemiddelde aantal punten per team. Minder teams betekent dat de zwakke broeders wegvallen en dat kan voor Nederland heel heilzaam zijn, zoals ik hieronder zal aantonen.

Dit seizoen heeft Nederland bijvoorbeeld tot dusver 32½ punt gepakt. Bijna de helft werd gepakt door PSV, dat in totaal 9 punten aan overlevingsbonussen kreeg en met drie zeges en een gelijkspel nog zeven punten scoorde (een overwinning telt als twee punten en een gelijkspel voor een). Ajax kwam niet verder dan 8 punten, AZ harkte er dankzij de goede voorrondes nog 6 binnen. De overige 2½ punt werd dus door de drie zwakste ploegen gescoord. De drie ploegen hebben met elkaar gemeen dat ze zich niet op basis van hun prestaties in de competitie hebben geplaatst: Vitesse plaatste zich via de play-offs, Groningen via de beker en degradant Go Ahead Eagles werd op basis van fair play het toernooi in gerommeld.

Per ploeg scoorde Nederland dus 5,416 punt. Nederlands hoge klassering in het fair play-klassement werkte als een boemerang: nadat FC Twente had bedankt voor het Europese avontuur, behaalde Go Ahead maar een half puntje voor Nederland op de coëfficiëntenlijst. De Nederlandse coëfficiënt over vijf ploegen zou dus 32/5 = 6,4 punt zijn en daarmee zou Nederland net onder onze Zuiderburen elfde staan. Met vier teams zou de Nederlandse coëfficiënt zelfs 8 zijn en met maar drie teams 10, goed voor een plek rond de zevende plaats, waar Nederland tien jaar geleden ongeveer stond.

Tien jaar geleden was ook het moment waarop in de Eredivisie de play-offs werden ingevoerd, een serie wedstrijden die alleen als doel had om de teams die hoog in de competitie waren geëindigd niet Europees te laten spelen. Zo pakte Ajax als nummer 4 in het eerste jaar van de play-offs het tweede en laatste Champions League-ticket (om het vervolgens tegen FC Kopenhagen te verkwanselen) en dat zette de toon voor de daaropvolgende jaren. Natuurlijk hebben de play-offs ook hun voordelen (de ploegen die aan het eind van het seizoen in vorm zijn, zijn in het voordeel, evenals ploegen die goed in alles-of-nietswedstrijden zijn), maar ik denk dat de nadelen (extra wedstrijden en het toevalselement) zwaarder wegen.

Daarnaast is er natuurlijk nog de bekercompetitie. In Nederland is het een bijprogramma; een derderangs toernooi als verplicht nummer waar eigenlijk niemand zin in heeft. De goedwillende amateurclubs willen wel, maar kunnen niet, de topclubs kunnen wel, maar willen niet, dus wordt het toernooi meestal door een Eredivisieclub gewonnen die in de competitie helemaal niets heeft laten zien. Moet je zo'n club dan naar Europa sturen? Volgens de regels zal het wel moeten en dat is alleen maar meer reden om de bekercompetitie maar helemaal af te schaffen.

Daarnaast is er natuurlijk die onzin van dat fair play. De laatste jaren lijkt Nederland een abonnement op die laatste vrijkaarten voor de Europa League te hebben, waardoor ineens allerlei noodlijdende clubjes Europa ingestuurd worden, waar ze zelf vaak nog het minst op zitten te wachten. Iets meer overtredingen maken lijkt dus het advies aan de Nederlandse clubs in Europa.

Dat waren dus drie manieren waarop Nederland kan proberen te voorkomen dat het allerlei lammen en blinden naar Europa moet sturen. Maar het niveau van de clubs zelf dan? Al jaren jammeren Nederlandse clubs dat ze niet de financiële middelen hebben om met de echt grote jongens te wedijveren. Dat kan wel zijn, maar echt slim wordt het geld vaak ook niet ingezet. Vooral Ajax heeft er jarenlang een potje van gemaakt door veel geld uit te geven aan gehypete spelers of onbekende figuren die toevallig een goed toernooi hadden gespeeld. Inmiddels is de club naar het andere uiterste doorgeslagen en houdt het de hand stevig op de knip.

Maar in ieder geval ligt er in de ArenA geen kunstgras! Een aantal maanden geleden kwam het onderwerp weer ter sprake na de matige prestaties van het Nederlands Elftal en de start van het competitieseizoen (zes clubs in de Eredivisie spelen op kunstgras, iets wat in de Grote Landen ondenkbaar is). Kunstgras zou slecht zijn voor de ontwikkeling van de spelers en het opdrogen van de Nederlandse talentenpoel lijkt daaraan gerelateerd te zijn. De laatste jaren klinkt deze paniekerige boodschap steeds luider door en hopelijk gaan de beleidsmakers er nu echt iets aan doen, zodat het Nederlandse clubvoetbal het komende decennium weer wat verloren terrein kan terugwinnen.

In het kort zou dat op het volgende neerkomen:

  • De play-offs afschaffen
  • De bekercompetitie afschaffen
  • Het gebruik van natuurgrasvelden stimuleren

En wie weet wint een Nederlandse club in 2035 wel de Champions League en kunnen we dan tevreden concluderen dat de barre tijden van het Nederlands voetbal ver achter ons liggen.

* Voor de jongere lezers: dat was de voorloper van de Europa League.
** Voor de oudere lezers: dat is de opvolger van de UEFA Cup.

04 december 2015

Albert Heijn snijdt zichzelf in de vingers

"Die zijn voor een collega", zei mijn moeder toen ik trots de buit van deze week overhandigde. In een klap was mijn goede gevoel verdwenen over de zeven zegeltjes die ik vanmiddag bij mijn wekelijkse boodschappen had buitgemaakt.

Al maanden plakt mijn moeder driftig de spaarkaarten vol voor een bestekset voor Ewood. Druk vertelde ze me dan over de zes besteksets en opscheplepels die ze wilde aanschaffen en dat ze die boekjes nooit op tijd vol ging krijgen. Een berekening leerde dat je wel voor 11.000 euro aan boodschappen moest doen om aan voldoende zegels te komen. Dat bedrag is waarschijnlijk wel wat omlaag gegaan omdat de kassières tegenwoordig wat toeschietelijker zijn geworden, maar zelfs dan gaat het voor de man op de straat of de vrouw in de winkel nog om een heleboel maandsalarissen. En dat alleen maar voor wat bestek.

Mijn moeder had de hoop opgegeven. Vol trots liet ze de zesdelige bestekset zien die ze voor maar 23 euro bij de Little had gekocht. De besteksets van de Albert Heijn kostten, inclusief volle spaarkaart, vier euro per stuk, ofwel: nog een euro duurder dan de simpele bestekset van de Little. Een duidelijk teken dat de Albert Heijn zichzelf met de besteksets behoorlijk in de vingers heeft gesneden.

29 november 2015

Formule 1 sluit af in stijl

Het Formule 1-seizoen van 2015 is in Abu Dhabi op een gepaste manier afgesloten. Rosberg completeerde zijn hattrick en het publiek wachtte tevergeefs op het gevecht om de leiding dat nooit kwam.

Echt veel om voor te vechten was er niet meer toen het Formule 1-circus in het Midden-Oosten aankwam. De titelstrijd was al lang en breed beslist en ook de overige plaatsen lagen wel zo'n beetje vast. Alleen de Finnen Bottas en Räikkönen hadden een vinnig gevecht om de vierde plaats in het rijderskampioenschap, terwijl Toro Rosso nog een kansje had om Lotus van de zesde plaats in het constructeurskampioenschap te verdringen. De druk was er dus af en misschien was dat ook wel de reden dat Luis zich in de kwalificatie voor de zesde keer op rij door Rosberg liet kloppen, ondanks dat de Finse Duitser door een geplofte motor in Italië met een oudere en dus zwakkere motor reed. Ook Ferrari was niet helemaal bij de les toen ze Fattle een snelle ronde lieten afbreken omdat ze dachten dat hij wel snel genoeg zou zijn. Dat was hij niet en dus mocht hij vanuit de achterhoede starten. Niet erg slim en ook niet de eerste keer dat Ferrari op die manier blunderde.

Het betekende dat Räikkönen direct achter de grijze bolides mocht starten, met naast hem een uitmuntend rijdende Pérez. Achter hen stonden de Red Bulls, Williams' en Hülkenberg in de tweede Force India. De Toro Rosso's hadden zich net wel (Science) en net niet (Max) in de top 10 gekwalificeerd en stonden daarmee voor de Loti van Pastoor en Grosjean (die stilviel in de kwalificatie).

Bij de start werd het zwart-gouden gevaar verder gemarginaliseerd toen Alonso en Fattle Nasr samenknepen. Alonso raakte daardoor uit balans en beukte Pastoor uit de race. "Als het andersom was, was het wereldnieuws", merkte de geplaagde Venezolaan op, die ditmaal echt onschuldig was. Alonso kwam aan het eind van de eerste ronde naar de pits en zou de rest van de race in de achterhoede slijten, ook omdat hij merkwaardig genoeg nog een drivethroughpenalty van de wedstrijdleiding kreeg.

Fattle was niet van plan om in de achterhoede te blijven ploeteren, maar echt snel is zijn progressie niet. Het had er ook mee te maken dat de Duitser als een van de weinigen op de hardere banden was gestart. Pas toen de zachtere banden begonnen te slijten wist hij Max, die hem in de openingsronde nog even een braketest had gegeven, voorbij te komen. De eerste serie pitstops is dan echter al in volle gang. In de subtop is het een komen en gaan van coureurs en dat levert de nodige winnaars en verliezers op. Zo verliest Science een hoop tijd door weer een verknoeide stop, terwijl Bottas een ronde later in het pad van Button wordt weggestuurd. De Williams-coureur verspeelde zijn voorvleugel en kon een ronde later opnieuw binnenkomen, waardoor ook hij naar de achterhoede werd verbannen.

Door de pitstops rukt Fattle zelfs even op naar de tweede plaats, tussen de Mercedes. Luis gaat de Ferrari makkelijk voorbij en even later moet Fattle ook van het gas voor teamgenoot Räikkönen. De Fin kan de Mercedes zowaar een beetje volgen, maar niet bedreigen. Fattle valt na zijn late pitstop terug naar de zesde plek, achter Pérez en Ricciardo, die niet veel later alweer voor de tweede keer de pits indoken.

Voor Max was de race inmiddels al behoorlijk het putje in gegaan. Niet lang nadat het team Science had gesommeerd plaats voor hem te maken, verremde Max zich hevig, waarna hij meteen naar de pits moest voor een nieuw setje banden. Het betekende dat zijn strategie meteen naar de vaantjes was en hoewel Max het genoegen smaakte de lompe Saubers allebei in de haarspeldbocht de oren te wassen, won hij het verloren terrein nooit meer terug.

Aan kop voert Luis ineens de spanning op. Hij brengt zijn achterstand terug van zes naar anderhalve seconde, waarna Rosberg zijn derde setje banden haalt. Luis rijdt nog heel lang door. Hij hoopt in de slotfase weer op de superzachte banden te kunnen overschakelen, om zodoende Rosberg het vuur aan de schenen te leggen. Het gebeurt niet. Luis krijgt bij zijn laatste stop gewoon weer de gele banden gemonteerd. Hoewel hij in de slotfase sneller is dan Rosberg, is het niet genoeg om het gat dicht te rijden en dus moet hij voor de derde keer op rij met een tweede plek genoegen nemen.

Achter Räikkönen neemt Fattle de vierde plaats van Pérez over. De Mexicaan, die een uitmuntende tweede seizoenshelft kende, weet Ricciardo zonder veel problemen achter zich te houden en finisht als best of the rest. Hülkenberg ontworstelt zich in de slotfase een beetje aan het groepje met Kwjat en Massa. De Rus is aan het eind van de race traag en ziet Massa nog voorbijzeilen. Vervolgens meldt Science zich aan zijn staart, terwijl achter hen Grosjean opdoemt. De Zwitserse Fransoos zat op dezelfde strategie als Fattle en was aan het eind van de race onmiskenbaar in het voordeel. Zonder al te veel tegenstand gaat hij in de slotfase voorbij Science en Kwjat, waardoor hij met een negende plek de zesde plek van Lotus in het constructeurskampioenschap veiligstelde.

Achter hem knokte Max zich over de uitloopstroken langs Button, waarna hij Luis nog een tijdje in de weg zat. Voor beide vergrijpen kreeg hij nog straf, waardoor hij de race slechts als zestiende zou finishen. Hij sloot een mooi seizoen dus af met een dieptepunt. Button had daarentegen meer reden tot lachen: ondanks een enorm tekort aan topsnelheid wist hij Bottas tot aan de finishvlag achter zich te houden. De Fin kwam na zijn akkefietje met Button geen barkruk meer voorbij en moest met lede ogen toezien hoe hij de vierde plaats in het kampioenschap verloor aan degene met wie hij dit seizoen al twee keer gebotst was.

Met zijn derde podiumplaats van het jaar stelde Räikkönen dan alsnog de vierde plek in het kampioenschap veilig, maar het gelukkigste man op het podium moet Rosberg zijn geweest. Als toegift trakteerde hij het publiek nog op doughnuts na afloop, zoals wel overigens wel meer rijders deden. Het seizoen is voorbij en dus konden de auto's nog even voor de show worden afgebeuld. De komende maanden houdt de Formule 1 zijn winterslaap, om op 20 maart in een hopelijk zonnig Australië te ontwaken.

15 november 2015

Rosberg wint slaapverwekkende Braziliaanse Grand Prix

Een kort circuit met hoogteverschillen en gele curbstones: Interlagos is een welkome afwisseling op de saaie 13-in-een-dozijn-circuits die de huidige Grand Prix-kalender domineren. Alles gaat ook even anders dan anders: Luis is er nooit op zijn best, net als de Pirelli-banden: de eerste interessante droge Braziliaanse Grand Prix in het Pirelli-tijdperk moet nog gereden worden.

Dat de ijle lucht de turbomotoren wel beviel, dat was al langer dan vandaag bekend. Vorig jaar gingen de turbo's al supersnel nadat het circuit opnieuw geasfalteerd was en nu konden er weleens ronderecords gaan sneuvelen! Nou nee. Doordat de curbstones in sommige bochten waren veranderd en de coureurs niet constant alle bochten konden afsnijden, waren de rondetijden juist beduidend trager geworden: Rosbergs poletijd van 1:11,282 was ruim een seconde trager dan de 1:10,023 die hij vorig jaar uit zijn Mercedes perste.

Het zei misschien ook wel iets over het ontwikkelingstempo in de Formule 1 van de afgelopen jaren. Hier en daar worden wat dingen bijgeschaafd, maar echt radicale veranderingen zijn er niet te bespeuren. Het team van Red Bull is een van de teams die dit jaar alleen maar achteruit zijn gegaan. Hoewel de breuk met Renault weer enigszins gelijmd lijkt te zijn, gaf het weekend in São Paulo het team weer genoeg munitie om op de geplaagde motorbouwer af te vuren, toen bleek dat Ricciardo met de geüpgradede motor geen klap sneller was dan teamgenoot Kwjat. Om het nog leuker voor de Australiër te maken, kon hij vanwege de motorwissel wel tien plekken op de startopstelling inleveren, zodat hem een plek op de laatste startrij ten deel viel. Daarmee deed hij het overigens nog altijd beter dan Alonso, die in de kwalificatie stilviel en als laatste moest beginnen.

Ricciardo en Alonso kregen in de race nog wel een plaatsje cadeau van Science, die zijn auto op weg naar de startopstelling bij een proefstart liet afslaan en uit de pits moest starten. Vervolgens kwam hij in de race nog geen halve ronde ver omdat de motor de geest gaf.

Opmerkelijk genoeg zou Science de enige uitvaller van de verder wel erg bloedeloze race worden. Rosberg komt bij de start goed weg en vanaf dat moment kan Luis hem alleen maar volgen. De rest van het veld lijkt amper mee te doen. De Ferrari's kunnen het tempo van de grijze bolides nog een béétje volgen, maar achter hen wordt de rest van het veld, onder aanvoering van de als een raket gestarte Bottas, al gauw op grote achterstand gezet.

Het enige wat Rosberg van zijn vijfde zege van het seizoen kan afhouden is een windvlaag of een verprutste pitstop. De drie bandenwissels verlopen zonder problemen en doordat Luis steeds een ronde na Rosberg stopt, blijft de volgorde ongewijzigd. Alleen Räikkönen vindt zichzelf door een alternatieve pitstopstrategie even tussen de Mercedes in, maar echt snel is de man die acht jaar geleden op dezelfde plek zijn enige wereldtitel won niet. Aan de finish moet hij ruim een halve minuut toegeven op Fattle, die de Mercedes de hele race net niet kon bijbenen.

Achter de topteams gebeurde meer. In de middenmoot was het een drukte van jewelste. Rondenlang zat publiekslieveling Max in de sandwich tussen Pérez en Grosjean. Zijn inhaalactie op Pérez buitenom in de eerste bocht was het moment van de race. Pérez zag meteen ook nog Grosjean passeren. Grosjean zou later in de race Max nog te pakken krijgen. In de slotfase kon Max nog net een puntje veiligstellen door Pastoor de oren te wassen. De Venezolaan zat op een afwijkende pitstopstrategie en was daardoor bijna de hele race in gevechten verwikkeld. Een wat lompe inhaalactie op Ericsson, waarbij hij de Sauber-coureur achterstevoren tikte, leverde hem wel een tijdstraf van vijf seconden op, zodat het uiteindelijk ook niet meer uitmaakte dat Max hem de tiende plek ontfutselde.

Heel veel meer gebeurt er niet in de anderhalf uur durende Braziliaanse optocht. Rosberg wint, voor Luis, Fattle en Räikkönen. Op een ronde achterstand komt Bottas over de finish hobbelen, gevolgd door de sterk rijdende Hülkenberg en Kwjat, die met de oude motor nog redelijk competitief was. Voor eigen publiek kwam Massa niet verder dan een beschamende achtste plaats en daar was hij allerminst tevreden mee. De laatste punten waren er dus voor Grosjean en Max.

Door zijn overwinning stelde Rosberg zijn tweede plaats in het rijderskampioenschap veilig. Hij had ook geen goede verklaring voor het feit dat hij de laatste races Luis om de oren rijdt. Het zal er ongetwijfeld mee te maken hebben dat de drievoudig wereldkampioen de laatste tijd vooral aan het feesten is. Hopelijk kan Rosberg de lijn van dit seizoen doortrekken, zodat 2016 dit suffe seizoen kan doen vergeten. Over twee weken is het slotstuk in Abu Dhabi en daarna is de winterslaap.

Naschrift:

Massa werd na afloop van de race gediskwalificeerd vanwege te hoge bandentemperaturen. Grosjean werd dus achtste, Max negende en Pastoor tiende.

14 november 2015

Wel viskraam, geen sardientjes

Het SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams haalt bij mij altijd weer mooie herinneringen naar boven. Zoals die keer in het Visnet in Huizen, toen we van het kampioenschap droomden en netjes in de subtop eindigden. Of wat te denken van die laatste plaats in Giessenburg? Ondanks dat de resultaten niet altijd even goed waren vermaakte ik me die middagen wel, ook vanwege het vechtschaak dat ik bij die gelegenheden tentoonspreidde. Dit keer werd het toernooi weer gewoon bij En Passant in Bunschoten gespeeld, net zoals de afgelopen jaren.

Het animo op de club voor het toernooi was niet heel groot en dus kon BSG één team samenstellen. Het was wel een mooi gebalanceerd team met zelfs een reserve. Nou ja, dat was in ieder geval de bedoeling, want op de dag voor de wedstrijd kwam het bericht binnen dat Eddy of Squares was aangereden en een aantal botten had gebroken. Beterschap Eddy! Natuurlijk stelde het ongerief, net als de pech dat iemand in de supermarkt de laatste zes croissantjes voor m'n neus wegkaapte, vergeleken de drama's in Parijs helemaal niets voor. Maar je koopt er, behalve een koffiebroodje als niet helemaal volwaardig substituut, verdomd weinig voor.

Hoewel ik vrij vaak aan het toernooi heb meegedaan, kan ik me niet herinneren dat ik ooit in de subgroep heb gespeeld. Doordat we niet zo'n heel sterk team hadden en iedereen liever 10-minutenpartijen dan 5-minutenpartijen speelde, kozen we er bewust voor om niet in de hoofdgroep mee te spelen. Ik moest ook behoorlijk aan de nieuwe gezichten wennen. In de top van de Nederlandse schaakwereld ken ik alle gezichten en bijbehorende namen wel, maar op de lagere niveaus is het met mijn kennis droevig gesteld. Wie ik wel kende, waren de spelers van Baarn. Hun zestal zou, met onder anderen Pascal, Sizzel en Yme, in de hoofdgroep niet hebben misstaan. Ze waren verrast dat wij ook in de laagste groep zouden spelen, maar dan niet echt op een blije manier, want nu hadden ze er een stevige concurrent bij. Toch bleef de sfeer altijd gezellig en daar draait het in deze barre tijden natuurlijk om.

In het ruime muziekgebouw begon het toernooi voor ons met twee makkies: in de eerste ronde versloegen we Hoogland met 5-1 en daarna werd Nijkerk, dat in de eerste ronde vrij was en daardoor kennelijk omhoog werd ingedeeld, met dezelfde cijfers verslagen. Vervolgens viel het dubbeltje in de moeilijke wedstrijden steeds de goede kant op. Dankzij een onvervalste schwindel van FM Henk wonnen we de topper tegen Zeist en na de pauze werden ook Amersfoort en Woerden met het kleinst mogelijke verschil geklopt. Zo waren we na vijf ronden al goed op weg om ons te plaatsen voor de finalepoule. Eén gelijkspel in de laatste twee ronden zou daarvoor genoeg zijn.

Tegen Baarn kwam dat gelijke spel er niet. Hoewel ik nog een roteindspel tegen Sizzel wist te houden, verloren we de wedstrijd wel nipt. Het gevolg was dat we in de laatste ronde tegen het derde team van Paul Keres mochten. "Van Zeist verloren we ook met 6-0" was het commentaar van de Utrechtenaren nadat het 5½-½ was geworden.

Het betekende dus dat we ons glansrijk voor de finalepoule hadden geplaatst. In de play-offs van drie wedstrijden streden de vier sterkste teams van de subgroep om de toernooioverwinning. Wij mochten eerst tegen Baarn, maar nu met verwisselde kleuren. Opnieuw kwam ik er tegen Sizzel nauwelijks aan te pas en dus mocht ik blij zijn dat ik een halfje aan het avontuur overhield. Ook nu wonnen Henk (van Pascal) en Tom (van Yme) en door de overwinning van Daniël was dat nu wel genoeg voor de zege.

Tegen Amersfoort ging het minder, ondanks dat ik voor het eerst in het toernooi het gevoel had een fatsoenlijke partij te hebben gespeeld. Naast me verloor FM Henk van degene tegen wie ik eerder in het toernooi een goede stelling in de soep had laten lopen. Henk, die tot dat moment alles had gewonnen, merkte beteuterd op dat hij eerder mat in drie had kunnen geven. In ieder geval zat BSG nu precies aan de verkeerde kant van de score. Zodoende gingen Zeist en Amersfoort met 3 punten de laatste ronde in, voor BSG met 2 en Baarn met geen punten.

In de laatste ronde was Zeist dus de tegenstander. Ik had zelf nog even een plaspauze genomen en toen ik terugkwam zag ik dat mijn tegenstander mijn klok al had aangezet en dat ik een halve minuut van mijn bedenktijd kwijt was. Daar was ik natuurlijk niet zo blij mee. Doordat mijn tegenstander (een man met een wit baardje, maar ik weet echt niet wie het was) maar snel bleef zetten, had ik ook geen schijn van kans om mijn tijdsachterstand in te lopen. Gelukkig wist ik met veel pijn en moeite een verraderlijk eindspel te winnen. Naast me had Henk weer gewonnen, terwijl Tom tegen een dame (waar hij eerder in het toernooi al van had verloren) een toreneindspel met drie minuspionnen remise hield. De staart haalde echter geen punten meer (Sicco had het over een toernooi dat als een nachtkaars uit was gegaan) en dus won Zeist de wedstrijd en het kampioenschap. Amersfoort eindigde in de finale gelijk, maar legde het af vanwege de slechtere score in het reguliere toernooi. BSG werd derde, Baarn werd vierde.

In de hoofdgroep was Paul Keres de sterkste, ondanks dat thuisploeg En Passant de topscorers van het toernooi had (Hans Böhm scoorde geloof ik 18 uit 20 en Jan Willem van de Griendt, de man van het dame-eindspel, scoorde zelfs 18½ punt in de 20 5-minutenpartijtjes). FM Henks score van 9 uit 10 werd in de prijsuitreiking ook nog even genoemd, waarna een speler van Paul Keres een digitale schaakklok in ontvangst mocht nemen. Ook werd de viskraam, die er dit jaar weer bij was (zo'n regionaal kampioenschap moet immers financieel worden uitgebuit) nog even genoemd. De gefrituurde vis vond in ieder geval gretig aftrek. Terwijl de duisternis langzaam inviel, liepen we weer terug de regen in. En dat was het.

Uitslagentabel van het toernooi.

07 november 2015

Van Amsterdam tot Zaandam afgedroogd

Al elf seizoenen komt het tweede van BSG uit in de derde klasse van de landelijke schaakcompetitie. De laatste jaren is het team behoorlijk versterkt en dat vertaalde zich naar prima resultaten: drie seizoenen op rij eindigde het eerste achttal van BSG als runner-up. Genoeg voor promotie was het steeds net niet en vooral vorig seizoen was een gemiste kans. Dit jaar betaalt het team er de prijs voor: een score van een overwinning, een gelijkspel en een nederlaag zou acceptabel geweest zijn in de tweede klasse, maar in de derde klasse is het wel wat mager. Ditmaal was ZSC-Saende in Zaandam te sterk.

Heel overtuigend was BSG 2 niet aan het seizoen begonnen: na een teleurstellend gelijkspel en een bemazzelde overwinning stond op een recordwarme 7 november de ontmoeting met ZSC-Saende op het programma. De Zaandammers kenden een heel wat overtuigendere seizoensstart: ze hadden hun eerste twee wedstrijden ruim gewonnen en gingen dus aan kop in de poule. In het biljartsportcentrum BOKO lieten ze zien dat die hoge klassering niet op toeval was gebaseerd.

De middag begon nog voorspoedig: de speellocatie werd zonder problemen en ruim op tijd gevonden (we wilden immers geen Rotterdamse toestanden). Chauffeur Remmelt was ook op het bord lekker op dreef: binnen de kortste keren had hij de sterke correspondentieschaker Hans Galjé in het Frans van de mat gespeeld. Frans hield het tempo eveneens hoog. In het Tweepaardenspel won hij een pion, maar tegenstander Edwin Woudt had actief stukkenspel als compensatie en hield de zaak probleemloos in evenwicht. Dus werd de vrede gauw getekend en stond BSG 2 met 1½-½ voor.

Het weer werd onstuimig, de bekers vielen uit de vensterbanken en bij BSG ontspoorde de boel volledig op de lagere borden, waar alleen Theo uit een prachtige stelling een halfje wist te scoren tegen de zwaar ademende Eric Bark. Teamleider Rein weet zijn nederlaag aan een verkeerde zet in de opening tegen Jan-Bart Abcouwer, Coen verrekende zich tegen Frank Tijdeman en Tom verloor een eindspel van Йорис Мус. Het Apenhoofd kon de zaak niet meer redden. Tegen de enigszins opgeofferde Юрий ейк kreeg hij maar bar weinig voor elkaar. Nadat alle stukken van het bord gingen was de partij remise en de nederlaag een feit. Dat Ruben ten slotte nog een stuk in de aanbieding deed tegen Hein Middelhoven na de hele partij slecht te hebben gestaan, deed er ook niet meer toe.

Zodoende bleef ZSC koploper door voor de derde keer met 5½-2½ te winnen, terwijl BSG 2 een hoop tegendoelpunten incasseerde en met een negatief doelsaldo in de middenmoot bivakkeert. Met de staart tussen de benen verlieten iets na zessen de laatste BSG'ers het biljartsportcentrum. Om de verregende rampdag compleet te maken, verloor BSG 1 van degradatiekandidaat Pathena Rotterdam. De successen van vorig seizoen lijken alweer eeuwen geleden.

ZSC-Saende (2046) - BSG 2 (2096) 5½-2½
1. E Woudt (2080) - F Borm m (2193) ½-½
2. Y Eijk (1987) - J de Groote (2209) ½-½
3. H Galjé (2074) - R Otten (2082) 0-1
4. H Middelhoven (2097) - R Hilhorst (2050) 1-0
5. JB Abcouwer (2045) - R Brouwer (2053) 1-0
6. E Bark (2053) - T Slisser (2061) ½-½
7. F Tijdeman (2029) - C van der Heijden (2103) 1-0
8. J Moes (2001) - T de Ruiter (2018) 1-0

Was er dan helemaal niks leuks over de wedstrijd te vertellen? Toch wel! Door een speling van het lot speelde het tweede team van ZSC tegen het vijfde team van Caïssa, dat overigens met 5½-2½ won, niet in de laatste plaats door de overwinning van Jos de parkeerexpert. Hierbij het bewijs van de unieke ontmoeting:

Voor de wedstrijd kon het Apenhoofd nog lachen.

01 november 2015

Happy to be back in Mexico!

Na een afwezigheid van ruim 23 jaar deed het Formule 1-circus het land van de drugsoorlogen, de smog en de sombrero's, ofwel Mexico, aan. In de Mexicaanse hoofdstad vond de zeventiende krachtmeting van het seizoen plaats. Hoewel de race van 1 november 2015 interessanter was dan de door Nigel Mansell gewonnen race van 22 maart 1992, scheelde het niet veel. Rosberg won voor de verandering, voor de wereldkampioen en Bottas.

Het op ruim 2 kilometer hoogte liggende Autódromo Hermanos Rodríguez doet qua lay-out een beetje denken aan het hogesnelheidscircuit van Monza, maar dan met een serie trage bochten in plaats van lange rechte stukken. De enige mooie bocht van het oude circuit, de Peraltada, was bij de renovatie vakkundig gesloopt omdat de veiligheid anders in het gedrang zou komen. In plaats daarvan was er een Mickey Mouse-sectie door een stadion aan het circuit toegevoegd. Doordat het circuit pas was geasfalteerd, moesten heel veel oliën en sappen nog intrekken en was de baan spekglad. Het probleem werd nog verergerd door de ijle lucht (waardoor de vleugels minder effectief waren) en de regendreiging.

Hoewel de kans op een natte race aanvankelijk nog erg reëel leek, liep die regenkans alsmaar terug. Op de racedag is het dan ook gewoon droog en dat is in het voordeel van de Mercedes. De grijze bolides spuiten meteen bij de rest van het veld vandaan. Rosberg, die weer eens van pole was gestart, komt goed van zijn plek en weet Luis zonder problemen tot aan de eerste bocht achter zich te houden. Achter hen gebeurt er meer. Zo krijgt Fattle, die een botsing tussen de Mercedes-rijders wel zag zitten, in de eerste bocht een beuk van Ricciardo, waardoor hij een lekke band oploopt en meteen een inhaalrace kan rijden. Ook geen geluk is er voor een andere meervoudig wereldkampioen: Alonso komt tegelijk met Fattle de pits in om op te geven. Die vervloekte Honda-motor is weer eens stukgegaan.

Vooraan gebeurt weinig: Rosberg heeft weinig te duchten van Luis. Samen lopen de Mercedes langzaam weg bij de Red Bulls van Kwjat en Ricciardo. Max rijdt knap tussen de Williams' in op de zesde plaats. De witte bolides zijn vanwege hun enorm hoge topsnelheid geduchte tegenstanders. Het probleem is echter dat ze hun banden in hoog tempo opvreten, dus duiken ze al snel de pits in voor nieuwe banden. Hun voorbeeld wordt gevolgd door de overige Mercedes-klantenteams, die zich vervolgens weer in het verkeer terugvinden.

In het verkeer zit ook Räikkönen. De ongelukkige Fin had een kwalificatie om gauw te vergeten. Door de wisseling van een versnellingsbak en een verzameling motoronderdelen kon hij bijna helemaal achteraan starten (alleen Button, die motorcomponenten voor de komende drie seizoenen wisselde, stond nog achter hem), waarna hij langzaam wat plaatsjes goedmaakte. Op nieuwere banden was Bottas echter sneller. Räikkönen geeft geen centimeter toe en dus klappen de Finnen bijna op een identieke manier als in Rusland op elkaar. Ditmaal is Räikkönen echter de ontvangende partij en met een gebroken achterwielophanging kan hij ontgoocheld uitstappen. Bottas heeft daarentegen zelfs geen krasje.

Door de stops van Kwjat en Ricciardo rukt Max zelfs even op naar de derde plaats. Na zijn stop ligt hij achtste, maar heeft hij wel nieuwere banden dan degenen om hem heen. De Mercedes stoppen vooraan als laatste en blijven comfortabel aan de leiding. Ze krijgen nog gezelschap van Fattle, die na zijn lekke band een warrige inhaalrace rijdt en veel uitstapjes naast de baan heeft. De viervoudig wereldkampioen haalt halverwege de race voor de tweede keer een nieuwe set banden en wordt door Rosberg op een ronde gezet. Hij kan de koploper aardig bijbenen, maar verliest nog meer tijd als hij ook Luis er nog langs moet laten.

Voor de rest gebeurt er weinig. Er worden verrassend genoeg geen pitstops meer gemaakt en er wordt verder maar weinig strijd geleverd. De bandenslijtage lijkt erg mee te vallen, want de Williams' en Force India's kunnen op hun veel oudere banden prima meekomen met de Red Bulls en Toro Rosso's. Sterker nog: Max komt onder druk te staan van local hero Sergio Pérez. Als Max een foutje in het stadiongedeelte maakt, gaat de dappere gladiator de rode stier tot vreugde van het publiek eenvoudig voorbij.

Opmerkelijk genoeg komen vooraan de Mercedes nog voor een tweede keer naar de pits. Kennelijk was Mercedes bang dat de banden het niet zouden houden, want de rondetijden gaven weinig aanleiding om een tijdrovende bandenwissel te rechtvaardigen. De voorsprong van de grijze bolides was groot genoeg om een veilige pitstop te maken, maar het deed allemaal wat vreemd aan, ook omdat de Williams' en Force India's zonder problemen het grootste deel van de raceafstand op één set banden hadden afgelegd.

Kort na het paniekerige pitstopintermezzo van Mercedes besluit Fattle zijn Ferrari eens krachtig in de muur te smijten. Met zijn uitvalbeurt maakte Fattle het rampweekend van Ferrari compleet. Wel kwam de safetycar de baan op, waardoor de Mercedes hun voorsprong zagen verdampen. Vooral stresskip Rosberg zal er niet al te blij mee geweest zijn.

Bij de herstart nemen de Mercedes gauw weer de benen. Bottas slaat zijn slag en met behulp van zijn hoge topsnelheid ontfutselt hij Kwjat de derde plaats. Dat lukt Massa niet. De Braziliaan loopt te slapen en mist daardoor een uitgelezen kans om sitting duck Ricciardo bij de herstart te verschalken. Max zit nog achter de Force India's. Opmerkelijk genoeg is Pérez de enige coureur die tijdens de safetycarfase geen nieuwe banden had gehaald. Het lijkt de Mexicaan weinig te deren, want hoewel teamgenoot Hülkenberg langzaam aan de horizon verdwijnt, komt Max hem ook niet voorbij zeilen. De Toro Rosso met startnummer 33 moet zelf nog flink gaan oppassen voor de twee Loti, die de hele race bij elkaar in de buurt zijn te vinden. Tot inhaalacties komt het niet meer en dus finisht Max na Rosberg, Luis, Bottas, Kwjat, Ricciardo, Massa, Hülkenberg en Pérez als negende en daar was hij gezien zijn motorproblemen niet eens heel ontevreden mee. Grosjean kaapte het laatste punt voor de neus van teamgenoot Pastoor weg.

Zodoende won Rosberg voor het eerst in maanden weer een race, waardoor hij de tweede plek van Fattle in het kampioenschap overnam. Ditmaal was Luis, die in de race wel heel weinig moeite deed om Rosberg van de overwinning af te houden, nauwelijks aanspreekbaar na de race, kennelijk boos over de nutteloze bandenwissel. Of had hij voor de race te horen gekregen dat hij Rosberg niet mocht aanvallen? De wereldkampioen hield zich echter groot en vertelde dat Rosberg gewoon erg goed had gereden, ondanks dat de Finse Duitser af en toe ook op een foutje te betrappen was. Voor Bottas was het leuk om voor het eerst sinds Canada weer op het podium te staan.

Zo eindigde de tamelijk bloedeloze Mexicaanse Grand Prix met een ongebruikelijk podium, in tegenstelling tot de levendige Amerikaanse Grand Prix van vorige week. Over twee weken doet het Formule 1-circus het fraaie circuit van Interlagos aan in São Paulo, dat met zijn rustige autoverkeer en fantastische luchtkwaliteit een verademing zal zijn.

26 oktober 2015

Hamilton pakt 'm al in Amerika

Wat. Een. Race. Uitglijders, inhaalacties, botsingen: de Grand Prix van de Verenigde Staten had alles wat een Formule 1-race leuk maakt. Op het opdrogende asfalt van het Circuit of the Americas in Austin gebeurde bijna te veel om op te noemen. Dat Hamilton door zijn overwinning de wereldtitel binnen harkte, maakte het feest compleet.

Het was even wachten, maar het geduld werd ruimschoots beloofd: het hele weekend stond in het teken van orkaan Patricia, die in Mexico en het zuiden van de Verenigde Staten huishield. In Austin bleef de overlast beperkt tot regen. Heel veel regen. De baan was echter zo nat dat de kwalificatie alsmaar wordt uitgesteld, om vervolgens maar helemaal te worden afgesteld. Lekker sympathiek voor de vele doorweekte fans langs de baan, die na vele uren nog steeds geen auto voorbij hadden zien komen. Toen pas zei wedstrijdleider Charlie Whiting iets als "The rain ain't stopping. Let's call it a day, boyz." Het betekende dat de kwalificatie uiteindelijk pas op zondag zou worden verreden, vijf uur voor de race.

Op zondagmorgen zijn de omstandigheden zowaar nog redelijk te noemen. Iedereen verslikt zich wel ergens, maar alleen voor Science is het terminaal als hij zijn wagen hard in de muur gooit. Halverwege de kwalificatie gaat het harder regenen, waardoor het restant van de kwalificatie maar wordt geschrapt. Het betekent dat Rosberg voor de derde keer op rij op poleposition staat, voor Luis en de verrassend snelle Red Bulls. De Ferrari's zijn niet echt lekker op dreef en moesten na een motorwissel in de achterhoede starten.

De race begint op een vochtige baan, maar voor het eerst in het weekend is het echt droog. Luis is in zijn element en als hij naast Rosberg de eerste bocht in duikt, drukt hij zijn teamgenoot, net als een paar races eerder in Japan, met een stalen gezicht van de baan. Rosberg verliest meteen nog een paar plaatsen en is not amused. Achter hen gebeurt nog veel meer als Massa bij het aanremmen zijn auto niet onder controle houdt en de als een raket gestarte Alonso meeneemt. In de chaos klapt Bottas in de andere Williams ook nog op Grosjean, waardoor hij met een beschadigd aangezicht naar de pits strompelt. Ook Stevens en Grosjean komen in de eerste ronde met schade naar de pits, terwijl Nasr een ronde later op teamgenoot Ericsson klapt en zijn voorvleugel moet laten vervangen. De Ferrari's profiteren en rijden al meteen in de top 10.

In de openingsfase moeten de coureurs nog erg wennen aan de halfnatte baan. Waar is er grip en waar niet? Vooraan zitten de Red Bulls Luis op te jagen, terwijl de Ferrari's en Toro Rosso's ineens langs Hülkenberg gaan. De gevechten worden even onderbroken door de virtuele safetycar, zodat er wat brokstukken van de baan gehaald kunnen worden. Bij de herstart gaat Rosberg uit het niets de Red Bulls voorbij. De paarse bolides geven niet op en vechten, ondanks het gemis aan paardenkrachten, heel behoorlijk mee. Als Kwjat wijd gaat bij een wilde inhaalactie op Rosberg, gaat Ricciardo ze allebei voorbij. De Australiër met het ringbaardje maakt meteen ook jacht op Luis, die zijn intermediates aan gort heeft gereden en aangeschoten wild is. Zelfs Rosberg gaat Luis voorbij. Luis duikt meteen de pits in voor een set droogweerbanden. Fattle en de ijzersterk rijdende Max volgen zijn voorbeeld. De baan blijkt inderdaad droog genoeg voor slicks en dus duiken Rosberg en de Red Bulls de ronde erna de pits in. Ze blijven Luis net voor, waarna Luis ook nog in de eerste bocht even van de baan schiet.

De kopgroep van vier wordt al gauw achterna gezeten door Fattle en Max, die meteen een goed tempo op de droogweerbanden rijden. Minder vergaat het de steen en been klagende Räikkönen, die een lelijke uitglijder maakt en zijn auto in de muur parkeert. Wonder boven wonder kan hij nog verder, maar al snel werd de beschadiging aan het brakeduct hem fataal. Al met al een gênante vertoning van de wereldkampioen van 2007. De andere Ferrari gaat een stuk beter: op de droge baan zijn de Red Bulls geen partij meer voor de Mercedes en Fattle. Rosberg neemt al gauw de leiding over van Ricciardo, terwijl Kwjat ten prooi valt aan Luis en Fattle.

Plotseling is alles anders als Ericsson stilvalt en zijn bolide op de baan moet parkeren. Het wrak kan niet op tijd worden weggesleept, dus komt de safetycar maar op de baan. De Zweed was na Stevens, Grosjean, Räikkönen en de Williams' alweer de zesde uitvaller van de race. Bottas en Grosjean hadden allebei de gok genomen om al vroeg in de race op droogweerbanden te rijden, maar nadat duidelijk werd dat de gok niet werkte, leverden ze hun bolides af bij hun team. Massa sukkelde na zijn capriolen bij de start wat in de achterhoede rond, om ook maar op te geven en maakte daarmee Williams' ramprace compleet. Alonso en Nasr, die bij de start eveneens op grote achterstand waren gezet, hielden wel vol en konden door de safetycar weer achteraan aansluiten.

Als de race weer wordt hervat, gaat Fattle, die tijdens de safetycarfase zijn banden had gewisseld, al gauw weer de Red Bulls voorbij. Max kan opmerkelijk genoeg redelijk in zijn spoor mee. In de snelle bochten in de eerste sector is hij bloedsnel en al voor het lange rechte stuk heeft hij Kwjat te pakken. Diens tegenaanval levert niks op, waarna Max ook Ricciardo te grazen neemt. Achter hem probeert Hülkenberg, die in de halfnatte omstandigheden altijd excelleert, hetzelfde te doen. Hij verremt zich echter en ramt de Red Bull vol in de flank. De boosdoener moet met een kapotte ophanging opgeven, Ricciardo kan verder. Tijdens de tweede virtuele-safetycarfase van de middag wordt Hülkenbergs wrak geborgen.

Rosberg en de Red Bulls grijpen de onderbreking aan om nieuwe banden te halen. Rosberg valt terug naar de vierde plaats, achter Luis, Fattle en Max. De Red Bulls zijn slechts tiende en elfde. Het wordt nog erger voor de energiedrankjes als Kwjat met een wiel op het natte gras komt en zijn wagen de muur in smijt. Ditmaal komt de echte safetycar voor de tweede keer de baan op en ditmaal stoppen Luis en Fattle. Het betekende dat Rosberg, die Max en Fattle in de paar rondjes tussen de safetycarfases had ingerekend, weer aan de leiding gaat.

Bij de herstart kan Max Fattle een halve ronde achter zich houden. Op het moment dat ze bij het lange rechte stuk aankomen maakt Fattles Ferrari Max' Renault met boter en suiker in. Achter hen is het een drukte van jewelste. In de subtop is Alonso de steeds langzamer wordende locomotief van een heel treintje. Door motorproblemen valt hij in zijn geüpgrade McLaren alsmaar terug. Pérez profiteert en pakt de vijfde plek, terwijl Science Button met veel moeite van de zesde plek verdrijft. Doordat Pérez moeite heeft om temperatuur in zijn banden te krijgen, kan Max een gat slaan, waardoor zijn vierde plek niet meer in gevaar komt.

Vooraan zitten de Mercedes binnen een seconde van elkaar. Luis jaagt Rosberg op. Zou Rosberg het houden? Luis komt steeds dichterbij, maar met alleen DRS redt hij het niet. Rosberg heeft ook een Mercedes achterin en dus kan hij Luis' aanvallen nog pareren. Maar ineens rijdt Luis aan de leiding! Watskeburt? De regie had het moment van de race natuurlijk weer gemist. Het was helaas geen inhaalactie, maar een stommiteit van Rosberg. De Finse Duitser verloor bijna de controle over zijn auto. Toen de neus weer in de goede richting stond, was Luis hem alweer gepasseerd. In de slotfase moest Rosberg nog flink zijn best doen om Fattle voor te blijven. Gelukkig voor de zeldzaam gefrustreerde Rosberg bleef verder gezichtsverlies hem bespaard, al had een tweede plaats voor Fattle Luis' kampioensfeest nog een week uitgesteld.

In ieder geval won Luis voor de tiende keer dit seizoen en werd hij met nog drie races te gaan wereldkampioen. Net als vorig jaar bestond het podium in Texas uit de top 3 van dit seizoen, de drie coureurs die er dit seizoen met kop en schotel boven uitsteken. Destijds stond Ricciardo als sidekick op het podium te lachen, nu was het de beurt aan Fattle, die door zijn derde plaats nog steeds boven Rosberg in het kampioenschap bleef staan. Maar uiteindelijk maakte niemand zich daar echt druk om. Luis was de gevierde man. Hoewel hij nog een titel achterloopt op Fattle, heeft hij nu wel een overwinning meer gescoord, zodat hij nu de meest succesvolle actieve coureur is. Volgende week in Mexico kan Luis zijn magische 44e overwinning pakken.

Net naast het podium eindigde Max, die zich ook in de droge omstandigheden als een vis in het water voelde en aan twee bandenwissels genoeg had om de finish te halen. Pérez werd vijfde, voor Science, Button, Pastoor, Nasr en Ricciardo. Science kreeg vanwege een snelheidsovertreding in de pits nog 5 seconden bij zijn eindtijd opgeteld, waardoor hij een plekje verloor aan Button. Al met al een goede race van het B-team van Red Bull, dat Lotus weer in de nek hijgt.

Zo eindigde de spraakmakende Grand Prix van de Verenigde Staten met een wat gelukkige overwinnaar, maar ook met een terechte wereldkampioen. Maar de echte winnaar was het al dan niet natgeregende publiek. Wat. Een. Race...

11 oktober 2015

Hamilton is er al bijna

Net als vorig jaar in Sotsji duurde het gevecht tussen de Mercedes-coureurs maar kort. Al gauw moest Rosberg de strijd staken en dus stormde Luis onbedreigd op de zege af. Zijn derde wereldtitel kan hem eigenlijk niet meer ontgaan.

Het is een lastig jaar voor Rosberg. Waar hij vorig jaar Luis nog tot in de laatste race partij kon bieden, is de strijd tussen de Mercedes-coureurs dit jaar veel meer uit evenwicht. Luis was op zaterdag doorgaans de betere en had dan op zondag weinig moeite om de race te winnen. Desondanks leek Rosberg voor de zomerstop nog even een gooi naar de leiding in het kampioenschap te doen, maar na zijn lekke band in Hongarije is het van kwaad tot erger gegaan voor hem: na de geboorte van zijn dochter leek de snelheid even weg te zijn en die geplofte motor in Italië kon hij eveneens slecht gebruiken. Maar de laatste weken is hij weer op de weg terug. Net als in Japan zette hij zijn Mercedes op poleposition en ditmaal dook hij ook als eerste de eerste bocht in.

In het middenveld ging het al meteen mis, toen Hülkenberg spinde en zichzelf en Ericsson elimineerde. Max kreeg ook een oplawaai, maar hij wist zijn bolide nog uit de muur te houden, zodat hij met een beschadigde wagen verder kon. De ravage zorgde ervoor dat de safetycar het veld even aanvoerde. Daarna is het weer de beurt aan Rosberg, die al tijdens de neutralisatie tot de ontdekking kwam dat hij een levensgroot probleem had met het gaspedaal. Eventjes gaat het nog goed, maar al snel reageert zijn Mercedes niet meer op wat zijn rechtervoet doet en dus kruipt hij de pitstraat in, waar hij opgeeft.

Het betekende dat Luis vooraan het rijk alleen had, met achter hem Bottas en de Ferrari's. Opnieuw reed Kimi voorop, maar achter hem was Fattle beduidend sneller. De viervoudig wereldkampioen zou de wereldkampioen van 2007 pas na de tweede neutralisatie, die in het leven was geroepen vanwege een harde klapper van Grosjean, te pakken krijgen.

De neutralisatie was voor de coureurs in de middenmoot een mooie gelegenheid om een gokje met de strategie te nemen: zo kwamen Pérez, Ricciardo en Science naar de pits. Doordat het Russische asfalt vorig jaar erg lief was voor de banden, hoopten de coureurs de race zonder verdere bandenwissels te kunnen uitrijden, zodat ze zouden oprukken als degenen vooraan hun reguliere pitstop maakten.

Hoewel Pirelli na de tegenvallende race van vorig jaar nu de twee zachtste bandensamenstellingen had meegenomen, valt de bandenslijtage ook nu alleszins mee. Wel krijgt Bottas steeds grotere bandenproblemen. Fattle rijdt het gat dicht en dus besluit Williams de rustige Fin halverwege de race van nieuwe banden te voorzien. Na zijn pitstop zit Bottas tot aan zijn oren in het verkeer. Fattle stopt een aantal ronden later en komt voor Ricciardo en voor Bottas terug op de baan. Vervolgens rekent hij Pérez in, waardoor hij na de pitstops op de tweede plek ligt, waar hij ook zou blijven. Minder vergaat het Kimi, die weer eens als een oud wijf de pitstraat in rijdt en zich na zijn pitstop weer achter Bottas terugvindt.

Al snel beent Fattle met grote passen weg bij Pérez en Ricciardo. Achter de lachende Australiër hebben Bottas en Kimi het vooral met elkaar aan de stok, zodat Ricciardo de twee Finnen lange tijd voor weet te blijven. Pas in de slotfase van de race moet hij capituleren. Bottas gaat er probleemloos langs, terwijl Kimi nog een keer van de baan schiet in zijn ijver om de Australiër in te halen. Als het hem eindelijk is gelukt, rijdt hij ineens de snelste raceronde. Al gauw zit hij weer aan de staart van Bottas, die Pérez pas in de een-na-laatste ronde voorbijsteekt. Kimi glipt er ook meteen langs en in de laatste ronde probeert hij Bottas nog de derde plaats te ontfutselen. Hij doet een do-or-die-aanval en die eindigt in tranen: Bottas suist de muur in en ligt er meteen uit, terwijl Kimi met een kreupele wagen naar de finish strompelde, hier en daar een plaatsje verliezend. Na afloop kreeg hij van de Formule 1-Politie niet geheel onterecht een tijdstraf van een halve minuut aan zijn broek, waardoor hij nog naar de achtste plek terugviel. Maurizio Arrivabene zal ook niet al te blij zijn dat zijn tweede rijder, die ook nog een contract voor 2016 heeft, iedere race weer op een onbeholpen manier achter het net vist. Door Kimi's tijdstraf haalde Mercedes, net als vorig jaar, al in Rusland de constructeurstitel binnen.

Bottas, die zich na afloop diplomatieker uitte dan Montoya in een grijs verleden deed, was niet de enige verliezer van de slotfase. Ook Science moest opgeven nadat zijn bolide zijn voorremmen had uitgebraakt. Dat deed hij overigens niet meteen; liever zette hij zijn bolide eerst nog een keer in de muur, om daarna de baan met rotzooi te bezaaien. Een geschifte marshall raapte het brokstuk vervolgens op en werd bijna door Fattle aangereden. Ook Ricciardo moest tegen het eind van de race opgeven met een ophangingsprobleem.

Door de vechtende honden ging Pérez er alsnog met het been vandoor. Het was alweer zijn tweede Force India-podium in twee jaar en dat moet vooral voor Hülkenberg een hard gelag zijn geweest. De vierde plek was uiteindelijk een prooi voor een verder onzichtbare Massa, die Kwjat, Nasr en Pastoor voorbleef. Voor Toro Rosso werd het uiteindelijk een weekend om gauw te vergeten, want waar de concurrentie flink scoorde, werd Max met zijn kreupele wagen zelfs door de McLarens verslagen. Met een contract voor volgend jaar op zak versloeg Button Alonso weer eens. De Spanjaard kreeg bovendien nog vijf seconden straftijd omdat hij de baan zou hebben afgesneden, zodat Max uiteindelijk alsnog een puntje aan het avontuur overhield, maar dat zal de teleurstelling bij Franz Tost en de zijnen er nauwelijks minder op hebben gemaakt.

Door de overwinning vergrootte Luis zijn voorsprong op Rosberg naar 73 punten. Tot overmaat van ramp zag de Finse Duitser Fattle de tweede plek in het kampioenschap overnemen. De woorden die hij eerder dit jaar uitsprak, zijn als een boemerang teruggekomen. Luis is er dus al bijna en over twee weken in Amerika kan hij zich al tot kampioen laten kronen.

Veel remises, maar geen gelijkspel in Groningen

Alweer vijf seizoenen op rij komt BSG in de meesterklasse uit. Meestal verlopen de seizoenen ongeveer hetzelfde: na een matig begin wordt middels een sterke eindsprint klassebehoud veiliggesteld, waarna het team even in de winning mood is en de eerste wedstrijd van het seizoen ook wint. Daarna wordt het moeilijker en is er altijd wel een team dat ons van de roze wolk knikkert. Gisteren was het de beurt aan het studentikoze team van SISSA.

De wedstrijd vond plaats in het Jannes van der Wal Denksportcentrum in Groningen. Jaren geleden, toen BSG nog in de eerste klasse speelde, vond daar de gemeenschappelijke slotronde van de competitie plaats en dat zorgde toen voor weinig lachende gezichten. Vooral onze tegenstanders, die helemaal vanuit Brabant (Vianen) of zelfs Duitsland moesten komen, waren er niet erg gelukkig mee. Dat ze de wedstrijd uiteindelijk nog verloren, waardoor ze zelfs degradeerden, maakte hun humeur er niet beter op. Weken na dato bleef onze clubsite reacties van een kennelijk wat gefrustreerde tegenstander ontvangen. We bleken achteraf gezien het tweede van Utrecht een goede dienst bewezen te hebben, hoewel het team ons geen goede dienst bewees door kansloos van Caïssa te verliezen, waardoor de Amsterdammers een jaartje de meesterklasse onveilig mochten maken. Sindsdien heeft er echter nooit meer een Amsterdams team in de meesterklasse gespeeld. Tja, dit jaar speelt zelfs een stadje met nog geen vierduizend inwoners in de hoogste klasse van de schaakcompetitie, maar de hoofdstad niet...

In het Hoge Noorden stonden twee teams tegenover elkaar die de eerste wedstrijd hadden gewonnen: BSG had van het kleine stadje gewonnen en het jongste team in de KNSB-competitie had van de tweede club van Rotterdam gewonnen, waarbij de Rotterdammers zich overigens "ernstig benadeeld" voelden. Ondanks dat de thuisploeg het moest stellen zonder supertalent Jorden van Foreest ging de wedstrijd aanvankelijk ook gelijkop. Al snel regende het vredesvoorstellen. Zo eindigden de partijen Thomas Willemze - Lucas "de Ballenböhm" van Foreest, Alexander van Beek - Floris van Assendelft en Henk van der Poel - Erik-Jan Hummel al gauw in een puntendeling. Beide teams waren dus van de nul af, maar BSG was al drie van de vijf kostbare witbeurten kwijt.

Dat brak BSG uiteindelijk op toen Robert Ris, die zich de afgelopen tijd met het organiseren van de Amstelveense schaakweek had belast en nogal korzelig uit de hoek kwam, zijn tweede nul van het seizoen pakte, ditmaal tegen Nick Maatman. Ook Robin Oscar van Kampen kon het tij niet keren. Tegen Nikolas Lubbe bleef hij steken op remise. Datzelfde resultaat was er voor Li Riemersma tegen Patrick Zelbel, ondanks dat Li naar eigen zeggen een paar slechte zetten had gedaan.

Aan de onderste borden gebeurde er meer. Zo won Frank Erwich na een lange strijd van Jan Joris Groenewold. Na de tijdnoodfase miste Groenewold zijn kans en verloor. Op het bord ernaast ging het bij het Apenhoofd vreselijk mis tegen Koen Lambrechts in een partij waarin hij werkelijk waar geen schijn van kans had. Na afloop kreeg het Apenhoofd onder uit de zak van de Caro-Kann-kenners, die in de beduusde invaller een makkelijk doelwit hadden gevonden. Ook geen geluk was er aan het laatste bord, waar Ewood wel een plusje had tegen Paul ten Vergert, maar genoeg voor een punt was het niet.

En dus lag alle druk op de schouders van Large om er nog een gelijkspel uit te slepen tegen Felix Meissner. Na een goed gespeelde partij had hij misschien iets te veel stukken geruild, want het ongelijkelopereindspel was nog verdomd moeilijk te winnen. Beide spelers raakten in tijdnood en om het bord heen verzamelde zich een hele haag van toeschouwers, terwijl de wedstrijdleider rustig de wedstrijd Kazachstan - Nederland zat te volgen. De analytici wisten natuurlijk precies wat er gespeeld moest worden, maar helaas zag Large het niet. Hij miste een directe winst en moest na veel tempozetjes concluderen dat hij er niet doorheen kon komen. Remise dus en daarmee was de nederlaag een feit.

Na afloop was de sfeer opmerkelijk genoeg een stuk beter. De kogelbiefstukken lieten zich goed smaken en de lange treinreis na afloop verliep ook zonder problemen. Over een maand mag BSG naar de andere kant van het land, naar Rotterdam. Hopelijk valt daar meer te halen.

SISSA (2310) - BSG (2365) 5½-4½
1. L van Foreest (2280) - T Willemze m (2418) ½-½
2. N Lubbe m (2494) - R van Kampen g (2606) ½-½
3. F Meissner f (2267) - La Ootes m (2394) ½-½
4. P Zelbel m (2413) - L Riemersma m (2431) ½-½
5. F van Assendelft m (2371) - A van Beek m (2276) ½-½
6. N Maatman (2281) - R Ris m (2447) 1-0
7. EJ Hummel f (2330) - H van der Poel f (2201) ½-½
8. JJ Groenewold (2158) - F Erwich f (2351) 0-1
9. K Lambrechts (2288) - J de Groote (2207) 1-0
10. P ten Vergert c (2217) - E de Groote (2321) ½-½

Het tweede scoorde ook 4½ punt en dat was genoeg voor een nipte zege tegen het niet al te sterke Leiderdorp. In ieder geval kan het team weer naar boven kijken en dat is ook wat waard.

03 oktober 2015

Kampioenen!

Ieder jaar kwam het NK Bedrijvenschaak weer ter sprake op de universiteit. Mijn promotor mijmerde er vaak over. Er waren genoeg goede schakers te vinden in het grijze betonblok op de Zuidas, maar helaas kwam puntje nooit bij paaltje. Hoe gek keek ik dan ook op toen ik door schakers.info werd benaderd. Veel mensen weten het niet, maar sinds ongeveer een halfjaar heb ik een eigen rubriek op de tegenwoordig door Robert Klomp beheerde site. En dus maakte ik op de dag van het Leids ontzet Den Haag onveilig.

Helemaal eerlijk was het natuurlijk niet: tussen de politiemensen, computertechneuten en bankmedewerkers was het een beetje flauw om als schaakwebsite mee te doen. Maar schaaksite had vorig jaar precies hetzelfde geflikt, dus waarom ook niet? De concurrent van schakers.info was echter niet aanwezig en het had niet veel gescheeld of de uiteindelijke kampioen was ook niet gekomen. Een paar weken geleden bleek er ineens sprake van een personeelstekort: de benodigde vierde speler werd maar niet gevonden! Uiteindelijk loste het probleem ogenschijnlijk zichzelf op. Op papier was schakers.info favoriet met John van der Wiel (grootmeester en veelvoudig NK-deelnemer, waarvan zijn optreden in 2007 met 11 remises misschien wel het opzienbarendst was), de webmaster, boekenverkoopster Erika Sziva en ikzelf natuurlijk, maar de onderlinge verschillen tussen de sterkste teams waren marginaal.

De treinrit naar Den Haag duurde lang, maar de Haagse Hogeschool, die naast het station ligt, was zo gevonden. Wel liep ik aanvankelijk, samen met een groep schakers, de verkeerde kant op. Een NS-medewerker moest ons de juiste richting wijzen. Onder de groep schakers zat ook John van der Wiel. Ik maakte me geen illusies dat hij mij zou herkennen, dus maakten we in de ruime speelzaal kennis. Het toernooi zag er officieel uit en dat had ik eigenlijk niet verwacht van zo'n rapidtoernooitje. Meteen speelde m'n plankenkoorts me parten. Ik voelde er weinig voor om als een gieter af te gaan. En wat moest Van der Wiel straks wel niet denken van al die verknalde openingssystemen?

Gelukkig kwam het niet zover, al was ik in de eerste ronde in ieder geval erg roestig. Of rustig, zoals ze op schaaksite zouden schrijven. Het team van ABN Amro was in ieder geval een prooi voor schakers.info, het werd 3½-½. Meer wens ik niet over de wedstrijd te zeggen. In de tweede ronde was ik nauwelijks beter op stoom en dus besloot ik voor de derde ronde maar een wijziging door te voeren: ik zette m'n oude bril weer op. Inderdaad had ik weer wat rustiger zicht en meteen liep het een stuk beter. Nog steeds wel met moeite, maar zonder al te veel gekkigheid wist ik de meeste partijen te winnen.

De rest van het team was eveneens behoorlijk op schot en dus gingen we de laatste ronde als gedeeld koploper in. We speelden tegen de postbezorgers van PostNL, met teamgenoot Thomas Willemze aan het kopbord. Zelf speelde ik tegen de bloedfanatieke Rene Tonnon. Waar John van der Wiel uiteindelijk van zijn 100%-score werd afgeholpen doordat hij een eindspel met dame en toren tegen twee torens, twee lichte stukken en een kluit pionnen slechts remise wist te houden, won ik in een slecht eindspel vrij plotseling door een penning, waarmee ik het beslissende punt scoorde. Mijn tegenstander zat er enorm doorheen en in de prijsuitreiking werd er aan mijn partij gerefereerd, maar daar moet wel bij aangetekend worden dat ik eerder in de partij duidelijk beter stond (om over de stand op de klok maar te zwijgen). We benutten misschien maar een paar procent van de mogelijkheden die een stelling ons biedt in een snelschaakpartij en dus slingert het stellingsoordeel vaak hevig heen en weer. En dat is natuurlijk ook de charme ervan.

In ieder geval wonnen we het toernooi ongedeeld met 13 matchpunten uit 7 wedstrijden, één meer dan SVB en twee meer dan Belastingdienst 1 (waarbij Foppe Gele de prijsuitreiking maar liet schieten; misschien had hij wel een feest in zijn achtertuin), het verrassend goed presterende team van Defensie en IBM, die wel tegen ons hadden gespeeld en zonder medailles naar huis gingen.

Met een medaille om m'n nek stapte ik trots de trein in, waar ik toevallig in een stiltecoupé ging zitten waar twee vrouwen geanimeerd met elkaar zaten te converseren, en genoot ik na van de geleverde prestatie.

28 september 2015

Apenhoofd slaat bal mis

Af en toe gebeurt het wel dat het Apenhoofd de bal flink misslaat. Zo stelde ik drie jaar geleden dat Lewis Hamilton een ongelooflijke fout had begaan door van McLaren naar Mercedes over te stappen. Want waar hij bij McLaren in zijn carrière eigenlijk altijd een auto had waarmee hij een gooi naar het kampioenschap kon doen, was Mercedes zelfs met Schumacher maar grauwe middenmoot. Dat was niks en dat werd niks.

Ik verwachtte dus dat Luis' overstap hem weinig zou brengen en eigenlijk hoopte ik daar ook op, omdat ik het enorm ondankbaar vond dat hij het team dat hem in de Formule 1 had gebracht zo de rug toekeerde. Maar geleidelijk aan begon ik zijn move wel te begrijpen. Niet Mercedes was het kansloze team, maar McLaren. Ga maar na: in de periode 1998-2012 had McLaren bijna altijd de beste of een-na-beste auto, maar desondanks werden er maar drie rijderstitels en zelfs maar één constructeurstitel behaald. 2012 toonde aan waarom: operationeel ging er het hele seizoen van alles mis en dus verkwanselde het team keer op keer goede mogelijkheden. Mercedes, toen nog met Ross Brawn, had dat heel wat beter voor elkaar.

Puntentotaal McLaren en Mercedes tussen 2010 en 2015 (de cijfers voor 2015 zijn nog onvolledig).

Toeval of niet, maar waar Mercedes in 2013 na de komst van Luis de opwaartse lijn had te pakken, zakte McLaren ver weg (zie grafiek). Een serie onbegrijpelijke blunders heeft McLaren alleen nog maar verder naar de achterhoede verbannen. Anno 2015 is het team zelfs met twee echte topcoureurs amper in staat om punten te sprokkelen en dat is vooral voor Alonso, die vorig jaar van Ferrari overkwam, een hard gelag. Over een oerstomme zet gesproken... Alleen het armlastige Manor-team doet het nog slechter. Mercedes gaat daarentegen als de brandweer. Sinds het turbotijdperk is het team iedereen te snel af en dat is voor een deel te danken aan het feit dat het team, net als Ferrari, zijn eigen motor bouwt. Dat was voor Luis ook de reden om naar Mercedes over te stappen. Gisteren behaalde hij zijn 41e overwinning en daarmee evenaarde hij Ayrton Senna. 20 van die 41 zeges behaalde hij in de afgelopen drie jaar bij Mercedes en daarmee heeft hij heel duidelijk mijn ongelijk aangetoond. Zijn overstap naar Mercedes was een briljante zet.

Sinds zijn overstap naar Mercedes zit Hamiltons carrière weer in de lift.

27 september 2015

Beter een doodsaaie race...

Luis oppermachtig in Suzuka

Het was een emotioneel weekend voor de Formule 1, dat terugkeerde naar het circuit waar vorig jaar met een afschuwelijke klap een einde kwam aan het leven van Jules Bianchi. Ondanks een hoop clowneske vertoningen viel er ook dit jaar buitengewoon weinig te lachen. Luis won onbedreigd en evenaarde Senna met zijn 41e overwinning.

Het einde van het seizoen nadert en dus beraden de teams en coureurs zich op hun toekomst. Zo staat de toekomst van de teams van Red Bull op het spel omdat ze hebben gebroken met motorpartner Renault. Mercedes had weinig zin om het team van motoren te voorzien en Ferrari had ook zo zijn twijfels. De toekomst van het bijna-failliete team van Lotus is ook nog ongewis. Het team zou door datzelfde Renault worden overgenomen, maar de onderhandelingen duren langer dan voor beide partijen gezond is. De recentelijk toch wat schuldbewust lijkende Bernie Ecclestone was bereid om diep in zijn buidel te tasten om het team overeind te houden. Tot slot waren er nog geruchten over de toekomst van Jenson Button. De sympathieke ex-wereldkampioen ergerde zich al het hele jaar groen en geel aan zijn McLaren en had weinig zin meer om nog veel langer achteraan rond te toeren.

Voor Mercedes was de Japanse Grand Prix een belangrijke: nadat het team vorige week in Singapore gigantisch door het ijs was gezakt, wilde het graag weten of dat iets eenmaligs was, of dat het zijn voorsprong op de rest echt ineens kwijt was. Op het snelle, achtvormige circuit domineerden de grijze bolides weer als vanouds, wat betekende dat ze in Singapore gewoon enorm de mist (of de smog) in waren gegaan met de afstelling. Rosberg pakte verrassend zijn tweede pole van het seizoen voor Luis, terwijl de Ferrari's nog werden verslagen door de Williams': Bottas kwalificeerde zich als derde, voor Fattle, Massa en Räikkönen. Slecht op dreef was Kwjat, die zijn wagen in de kwalificatie door een domme fout volledig afschreef en vanuit de pits kon starten. Max had een zoveelste defect in de kwalificatie, waardoor hij zich slechts onder in de middenmoot kwalificeerde. Tot overmaat van ramp moest hij nog een aantal plekken inleveren omdat hij zijn auto in de trainingen onvrijwillig midden op de baan had geparkeerd.

Hoe belangrijk het hebben van een goede uitgangspositie is, blijkt al snel in de race, want inhalen blijkt ondanks DRS vrijwel onmogelijk. Bij de start maakt Luis zijn in de kwalificatie opgelopen achterstand meteen ongedaan. Zij aan zij duiken de Mercedes de eerste bocht in. Luis zit aan de binnenkant en drukt Rosberg rücksichtslos van de baan. De Finse Duitser verliest snelheid en ziet ook nog Fattle en Bottas passeren. Meer drama is er verderop, waar Ricciardo een goede start heeft en zijn wagen tussen die van Massa en Räikkönen probeert te persen. Doordat het gat steeds kleiner wordt, klapt de vrolijke Australiër op de verongelijkte Braziliaan. Beide wagens lopen een lekke band op en kruipen terug naar de pits. Ondertussen vliegt Pérez uit de eerste bocht en dus komt hij ook aan het eind van de eerste ronde naar de pits voor nieuwe banden.

In de race gebeurt aanvankelijk weinig. Slechts de McLarens zorgen in de thuisrace van motorleverancier Honda ongewild voor wat actie als ze op het rechte stuk van start/finish door alles en iedereen voorbij worden geblazen. Alonso, die na de kwalificatie nog erg voldaan was, was in de race woedend op zijn "GP2-motor" die hem niet in staat stelde om enig weerwerk te kunnen leveren. De Saubers en Toro Rosso's vlogen de zwarte bolides voorbij alsof ze stilstonden. Opmerkelijk genoeg was Ericsson weer eens de voorste Sauber, maar na een knullige spin in Spoon was hij tot een verblijf in de achterhoede veroordeeld.

Vooraan gebeurde, zoals gewoonlijk, helemaal niks. Luis reed kalmpjes weg bij Fattle, die op zijn beurt wegreed bij Bottas, Rosberg en Räikkönen. Rosberg sloeg zijn slag na de eerste serie pitstops. Hij stopte later dan Bottas en reed na zijn stop gauw het gat dicht, waarna hij zijn bolide er in de chicane brutaal langs gooide. Bij de tweede serie pitstops deed hij het omgekeerde: door een vroege tweede stop ging hij Fattle voorbij, zodat hij toch nog op de tweede plaats uitkwam, ver achter teamgenoot Luis.

In de middenmoot gebeurde het nodige en het onnodige. Zo vond Max zich na een slechte stop terug tot achter Alonso en Kwjat. De Rus had het hele weekend ruzie met zijn wagen en kwam de McLaren maar niet voorbij. Max kon op zijn beurt Kwjat niet voorbij. Het probleem loste zichzelf op toen Kwjat vroeg de pits indook, waarna Max de tweevoudig wereldkampioen uiteindelijk buitenom in de eerste bocht inhaalde. Hij lag toen bijna een halve minuut achter teamgenoot Science, die de hele race vrij baan had en de Loti begon op te jagen. Zijn ondergang was de tweede serie pitstops, toen hij zijn voorvleugel molde bij het binnenrijden van de pits. Door zijn lange stop kwam hij nog achter Max op de baan. Het betekende ook dat hij zich klemreed op Pérez, die nog het beste van zijn race probeerde te maken door zijn stops heel lang uit te stellen. Na zijn laatste stop reed Max het gat naar zijn teammaat gauw dicht, waarna de gedesillusioneerde Science hem er zonder slag of stoot langs liet. Het betekende dat de Toro Rosso's nog net in de punten eindigden, maar dat zal niet voor veel lachende gezichten hebben gezorgd bij het voormalige Minardi-team: met een zesde plaats van Hülkenberg en de zevende en achtste plaats van Grosjean en Pastoor liepen Force India en Lotus weer verder weg bij l'équipe de Franz Tost.

Winnaar van de race was Luis, die bijna nog minder airtime kreeg dan de Manors, die tegen het einde van de race nog werden ingehaald door Massa. Stevens zorgde aan het eind van de race voor wat spektakel door in de befaamde 130R-bocht op hoge snelheid te spinnen, maar hij wist zijn wagen knap uit de muur te houden. Teamgenoot Alexander Rossi, die vorige week het stuurtje van Merhi had overgenomen, kon nog net op tijd uitwijken en besliste het stalduel voor de tweede keer in zijn voordeel. Rosberg werd tweede, voor Fattle, die niet helemaal tevreden was met de strategie. Räikkönen werd uiteindelijk nog vierde, voor Bottas, die bandenproblemen verantwoordelijk hield voor zijn wat magere resultaat. Hülkenberg pakte na zijn mindere optredens van de afgelopen keren een gedegen zesde plaats, voor de Loti en de Toro Rosso's. Alonso harkte wonder boven wonder nog een elfde plaats binnen, voor Pérez. Verliezers van de race waren de Red Bulls, die door alle problemen buiten de punten eindigden. Het team was geen schim van het team dat vorige week nog om de overwinning vocht. Ook Sauber had een hoop stof tot nadenken: de blauw-gele bolides zakten gedurende de race steeds verder weg. Dat de hopeloos trage Nasr vlak voor tijd als enige rijder op moest geven, maakte de zaken er niet beter op voor het Zwitserse team.

In ieder geval versterkte Luis zijn koppositie door zijn 41e zege, waarmee hij zijn idool Senna evenaarde. De derde wereldtitel, waarmee hij Senna eveneens zou evenaren, lijkt slechts een kwestie van tijd. Het vormverlies in Singapore was kennelijk iets eenmaligs, zo bleek in de doodsaaie race in Japan. Maar met de gebeurtenissen van vorig jaar in het achterhoofd: beter een doodsaaie race dan een dodelijke race.