26 februari 2019

De euro, wat een ellende!

De invoering van de euro in 2002 leidde in Nederland tot veel scheve gezichten. Alles wat voorheen een gulden kostte, kostte ineens een euro. Maar de euro was ruim twee keer zoveel waard! Toch is Nederland er de afgelopen decennia flink op vooruitgegaan dankzij de euro, kopte nu.nl. Daar valt echter nog wel het een en ander op af te dingen.

De euro heeft iedere Nederlander deze eeuw ruim 21.000 euro opgeleverd volgens Alessandro Gasparotti en Matthias Kullas van de Duitse denktank Centre for European Policy. Dat beweren zij in hun rapport waarin ze de groei van acht landen in de eurozone vergeleken met landen buiten de eurozone. Dat is een heleboel geld, maar wat betekent dat cijfer nou precies?

Voor zover ik het begrijp lag het bbp (bruto binnenlands product) per hoofd van de bevolking in Nederland in de periode 1999 tot en met 2017 jaarlijks tussen de 300 en 3000 euro hoger dankzij de euro. Over die periode van bijna 20 jaar tellen die bedragen tot iets meer 21.000 euro op.

De auteurs maken bij de analyse gebruik van de zogenaamde synthetic control method. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook nog nooit van die methode heb gehoord. Zelfs in de econometriebijbel van Angrist en Pischke (Mostly harmless econometrics) komt deze methode niet voor. Helaas is de methodologieparagraaf in het rapport heel weinig specifiek.

Het idee van de methode is dat voor ieder land in de analyse een aparte controlegroep wordt samengesteld, bestaande uit landen waar de euro niet is ingevoerd. Landen die voor de invoering van de euro vergelijkbaar waren qua bbp-groei en andere indicatoren die van invloed op het bbp zijn (bijvoorbeeld inflatie), worden zwaarder meegewogen dan landen die sterker afwijken. Zo is Nederland (in afnemende volgorde) met Denemarken, Nieuw-Zeeland, Japan en Singapore vergeleken.

Volgens het plaatje in de appendix van het rapport is het bbp in Nederland na de invoering van de euro (die volgens de stippellijn eerder in 1996 dan in 1999 plaats leek te vinden) sterker omhooggegaan dan het bbp van eerdergenoemde landen, wat tot de conclusie leidt dat Nederland welvarender is geworden door de euro. Maar hoeveel? Dat blijkt tegen te vallen.

De welvaartswinst van 21.000 euro is over bijna 20 jaar uitgesmeerd, wat neerkomt op iets meer dan 1000 euro per jaar. Inderdaad ligt het bbp per hoofd van de bevolking thans zo'n 1100 euro hoger dan het zonder de invoering van de euro zou zijn geweest, aldus de onderzoekers. Op een bbp per hoofd van zo'n 48.000 dollar (42.000 euro) is dat een welvaartsstijging van een paar procent. Leuk, maar niet wereldschokkend.

Nog erger is dat naast Nederland alleen Duitsland (vergelijkbare) groene cijfers laat noteren. Voor de Zuid-Europese landen is het effect zwaar negatief, iets wat in de discussie op nu.nl enorm onderbelicht bleef. Het ergst is Italië eraan toe, met inmiddels een bbp-verlies van bijna 9.000 euro op jaarbasis. Nauwelijks beter zijn Frankrijk en Portugal eraan toe. Spanje ontspringt de dans enigszins en Griekenland, dat de boel jarenlang geflest had, zit pas de laatste jaren in zwaar weer. De enige echte uitbijter is België, dat om de een of andere reden ook behoorlijk kwakkelt.

Volgens de onderzoekers is het probleem van de Zuid-Europese landen dat ze hun valuta niet meer kunnen devalueren, waardoor ze genadeloos weggeconcurreerd worden. De Noord-Europese landen hebben daar dan merkwaardig weinig van geprofiteerd, zodat het erop lijkt dat de eurozone er over de gehele linie zwaar op achteruit is gegaan.

Dat roept toch vragen op, want het voordeel van een gemeenschappelijke munt is toch dat handelsbarrières worden doorbroken. Geen eindeloze rijen meer voor geldwisselkantoren om je guldentjes voor francs of peseta's in te wisselen voor de vakantie. Die voordelen zou je vroeg of laat toch in de economische cijfers moeten terugzien, zou je denken. Om de een of andere reden gebeurt dat niet. Ik zou graag van een econoom willen horen waarom niet. Heeft die dure "teuro" ons dan toch de das omgedaan?

20 februari 2019

De juiste richting

Even een kort berichtje om de leegte van de afgelopen tijd op te vullen.

Het is alweer een tijdje geleden dat ik voor het laatst van me heb laten horen. Echt veel interessants is er de afgelopen tijd ook niet in mijn leven gebeurd, of het moet zijn dat ik afgelopen weekend tien minuten lang de straten onveilig heb gemaakt in een kleine Suzuki, maar dat is het dan ook wel. Mijn leven heeft nieuwe impulsen nodig en dat is duidelijk aan de levenloosheid van deze site te zien. In het boek The deeper secret dat ik een paar jaar terug van iemand mocht lenen, beschrijft Annemarie Postma hoe het universum je leven de juiste richting op probeert te sturen.

Wanneer je voor jezelf een richting hebt gekozen die je niet meer geeft wat je voor je groei nodig hebt, grijpt The law of unattraction in. Hij stoot dingen af of trekt dingen aan die je heel duidelijk laten merken dat je niet langer op de juiste weg zit en dat de bestemming die je voor ogen had, niet langer de jouwe is.

Ga ik in het leven nog wel de juiste kant op? Stel ik wel de juiste prioriteiten? Zijn de dingen die ik in mijn vrije tijd doe wel maatschappelijk relevant? Moet ik het roer niet volledig omgooien?

In mijn directe omgeving speelt die problematiek maar al te zeer. Ruim twee jaar geleden hebben mijn ouders een sprong in het diepe gemaakt door een eigen huis te willen bouwen. Ik vermoed dat ze daar inmiddels spijt als haren op hun hoofd van hebben, want ze hebben de afgelopen jaren niets dan ellende meegemaakt. Alles loopt stroperig. Eerst was het de gemeente, daarna de buren, vervolgens het bouwbedrijf. Het is net alsof het universum ze wat probeert duidelijk te maken, maar toch, wat kunnen instanties in een rijk land toch knap langs elkaar heen werken...

Het probleem voor m'n ouders is dat ze niet meer terug kunnen. Hun oude huis is inmiddels verkocht. Ze moeten van hun nieuwe huis een succes zien te maken, maar op dit moment lijkt dat einddoel nog heel ver weg. De toekomst zal moeten uitwijzen of hun eigen huis de moeite waard was, of dat ze misschien beter naar hun gevoel hadden moeten luisteren.

Wat me eveneens aan het hart gaat, zijn de schaakprestaties van Evgeny Grotovsky. Hoewel zijn ontwikkeling met horten en stoten verliep, droop de klasse van zijn spel en was hij bij vlagen echt heel goed. De laatste tijd is daar echter niet veel meer van te merken. Zijn laatste toernooi, de Europacup in Griekenland van afgelopen oktober, verliep vrij dramatisch voor hem en ook in de meesterklasse krijgt hij klappen. Dat is vreemd te noemen, want in de analyses blijkt hij nog niks aan schaakkracht te hebben ingeboet. Wat gaat er mis?

Hieronder heb ik Ewoods prestatieniveau (TPR, ofwel toernooiprestatierating) van 2008 tot nu over de tijd uitgezet. Op de y-as staat zijn TPR over 9 partijen, wat als het ware een voortschrijdend gemiddelde is van zijn schaakniveau.

TPR's over 9 partijen van Ewood van april 2008 tot nu.

Te zien is dat Ewoods niveau in 2012-2013 piekte, om daarna weer in te zakken. De laatste jaren heeft hij een aantal zwakke periodes meegemaakt (begin 2014, eind 2016 en nu), onderbroken door periodes waarin het nog best goed ging (denk aan die halmapartij die nog in het boek van Thomas Willemze is verschenen).

Het probleem is niet dat zijn goede partijen minder goed zijn geworden, maar dat zijn slechte partijen slechter zijn geworden (of dat hij nu meer slechte partijen heeft). Dat is vooral aan zijn zwartpartijen te zien, waarin hij de laatste tijd heel slecht scoort. Historisch gezien is hij met wit zo'n 120 elopunten sterker dan met zwart, maar de laatste tijd is dat verschil enorm opgeblazen.

TPR's van Ewood per kalenderjaar voor wit- en zwartpartijen.

Zelfs nu zijn FIDE-rating niet ver meer boven de 2200 ligt, scoort Ewood met wit nog altijd als een beest. Zijn TPR's liggen nog altijd tussen de 2300 en 2400. Met zwart is het een heel ander verhaal. In zijn beste jaren scoorde Ewood met zwart ongeveer wat hij nu met wit scoort. Sinds 2013 liggen zijn TPR's met zwart in de buurt van de 2200, met zo nu en dan een uitschieter naar beneden (½ uit 6 in 2016 en 2 uit 8 vorig jaar). Daar is de echte winst natuurlijk in te behalen, zeker in een tijd waarin het witvoordeel weinig meer lijkt voor te stellen. In ieder geval weet hij nu in welke richting hij naar verbeteringen moet zoeken.

09 februari 2019

BSG 2 scoort heel weinig tegen Amersfoort

Er gebeuren de laatste tijd veel dingen die moeilijk te verklaren zijn. Wat bezielde een ex-wereldkampioen om in zijn laatste toernooi als profschaker als een volslagen malloot te spelen? Wat bezielde een talentvolle voetballer om daags na zijn droomtransfer in een rammelende kist met een ongekwalificeerde piloot achter de stuurknuppel aan boord te stappen? En wat bezielde Feijenoord om de chronisch overschatte Dick Advocaat te vragen of hij Giovanni van Bronckhorst wilde opvolgen? En waarom doet Amersfoort in klasse 2B om promotie mee, terwijl BSG 2 met een maar iets zwakker team in degradatienood zit?

Het waren vragen die tegen het eind van een stormachtige middag bij een achttal schakers op een industrieterrein in het westen van Amersfoort bleven hangen. Waar de gastheren door een dikke overwinning zelfs heel even aan kop gingen, zakte BSG 2 in de eerste wedstrijd na de winterstop naar de negende plaats op de ranglijst door het gelijkspel van SOPSWEPS tegen Kennemer Combinatie 2.

Zelf mocht ik weer eens aan het kopbord plaatsnemen tegen oud-BSG'er Dimitri van Leent. Al gauw had ik het gevoel tegen de bierkaai te vechten.

De partij werd mede mogelijk gemaakt door TuxTown Chessgame-Replayer.

Dat liep dus nog net goed af. In de tussentijd was het aan de andere borden helemaal verkeerd gegaan. Coen, die een enorme zwelling in zijn mond had vanwege een wortelkanaalbehandeling of zoiets, vertelde dat hij in een gewonnen stelling een kleinigheidje had gemist, waardoor hij verloor. Iets soortgelijks overkwam Rein, die zich in een spannende stelling met tegengestelde rokades ineens genoodzaakt voelde een stuk te offeren omdat anders zijn stelling elders in zou storten. Van de overige partijen heb ik te weinig meegekregen om iets zinnigs over te schrijven. En misschien is dat maar beter ook.

Door de remises van Yme en Frans werd een herhaling van de afgang tegen Caïssa in ieder geval nog voorkomen, maar met de 6½-1½-nederlaag bewees BSG 2 zichzelf absoluut geen dienst. Ook geen geweldig nieuws kwam er uit Den Bosch, waar BSG 1 op een gelijkspel bleef steken tegen HMC. Voor de ranglijst maakte dat opvallend weinig uit, behalve dat LSG dankzij een overwinning op Het Witte Paard SvG hun voorsprong met een matchpuntje vergrootten. Over ruim een maand, op 16 maart, kan BSG daar in het Denksportcentrum eigenhandig wat aan doen.

Amersfoort (2090) - BSG 2 (2064) 6½-1½
1. D van Leent f (2230) - J de Groote (2216) ½-½
2. H Porte (2159) - R Brouwer (2064) 1-0
3. J Bügel f (2154) - F Borm m (2132) ½-½
4. R Tonnon (2074) - Y Brantjes (2055) ½-½
5. G van Otten (2050) - T de Ruiter (1981) 1-0
6. J Piet (2020) - R Hilhorst (2010) 1-0
7. P Reedijk (2067) - T Brouwer (2008) 1-0
8. T Grutter (1968) - C van der Heijden (2043) 1-0