24 april 2018

Waarom één keer per jaar naar de kapper optimaal is

“Dat is wel te vaak. Dat is ongeveer hetzelfde als voor jou twee keer per jaar naar de kapper gaan”, aldus Fred Fertilizer, die zijn snijboongedicht niet nogmaals voor de camera wilde voordragen. En hij had gelijk, want twee keer per jaar naar de kapper gaan is een keer te vaak.

Ik prijs mezelf gelukkig dat ik nog een volle haardos heb, dat is lang niet iedereen van mijn leeftijd gegeven. Een volle bos haar is ’s winters prettig, maar ’s zomers soms wat broeierig. In het ideale geval zou je je ’s zomers dus kort haar hebben en ’s winters lang haar. Doordat het haar in een gestaag tempo groeit, is dat niet altijd mogelijk, of je moet dagelijks bij de kapper op bezoek willen.

Iemand die zijn haar bijvoorbeeld twee keer per jaar laat knippen, zit altijd met het probleem dat als zijn eerste kappersbezoek in de zomer is, zijn tweede kappersbezoek ergens in de winter zal moeten zijn, waardoor hij met een kale kop door de vrieskou moet. Dat is dus niet ideaal.

Het blijkt dat voor twee of drie gelijkmatig over het jaar verspreide knipbeurten altijd periodes opleveren waarin het haar veel te lang of te kort is voor de tijd van het jaar. Een knipbeurt blijkt het beter te doen, omdat het haar dan beter met het seizoen mee kan groeien.

Wat is dan het optimale moment om naar de kapper te gaan? Niet in de winter dus, maar ook niet in de zomer, want dan zit je voor je knipbeurt met een enorme bos haar terwijl het al flink warm is. Het ideale knipmoment blijkt in het voorjaar te zijn, nu dus.

Klimatologisch gezien stijgt de temperatuur eind april en begin mei het hardst. Het is dan ook logisch om net daarvoor naar de kapper te gaan, om in het zomerhalfjaar (eind april tot eind oktober) weinig haar te hebben en in het winterhalfjaar (eind oktober tot eind april) veel haar te hebben. De onderstaande grafiek geeft goed weer hoe goed de temperatuurgrafiek overeenkomt met de temperatuur waar de haarstijl het geschiktst voor is.

Haargeschiktheid bij een knipbeurt. Rood: gemiddelde temperatuur, cyaan: temperatuur waar de haarstijl het geschiktst voor is (op schaal van 0 tot 1).

Opmerkelijk genoeg maken verdere knipbeurten het er alleen maar slechter op. Wie twee keer per jaar naar de kapper gaat, zit in het najaar goed, maar betaalt daar in de winter en de vroege zomer de prijs voor:

Haargeschiktheid bij twee knipbeurten.

Drie knipbeurten zijn ook geen verbetering. De eerste knipbeurt van het jaar is weer eind april, de tweede eind augustus en de derde eind december. Alleen tussen de tweede en derde knipbeurt gaat het goed, maar de rest van het jaar is het behelpen:

Haargeschiktheid bij drie knipbeurten.

Zelf ben ik afgelopen maand al naar de kapper geweest, wat dus eigenlijk een slecht moment was. Ik weet ook nog niet hoe ik deze treurige fout ga rechtbreien, misschien door voor de zomer nog een keer extra mijn haar te laten knippen. Wat zou u doen? En hoe vaak gaat u jaarlijks naar de kapper?

21 april 2018

Een perfect seizoen

“2018 is een bijzonder jaar voor me. In februari ben ik 85 geworden, in september of oktober ben ik 50 jaar lid van BSG en nu heb ik mijn 500e KNSB-wedstrijd gespeeld”, aldus jubilaris Tom de Ruiter na afloop van de wedstrijd in de plaatselijke Italiaan. Voor BSG 2 is 2018 ook een bijzonder jaar. Het was namelijk het jaar waarin het team met een perfecte score kampioen werd in de derde klasse.

Twee weken geleden haalde BSG 2 in Nijmegen het kampioenschap binnen. In de laatste ronde mocht het derde team van ASV uit Arnhem naar Bussum komen. In een verder erg leeg Denksportcentrum (het eerste speelde in het Bloemendaalse gemeentehuis tegen En Passant in de gemeenschappelijke slotronde) moest BSG bijna een halfuur op de bezoekers wachten, maar daarna gingen de remmen los.

Aanvankelijk boden de gasten goed weerstand en was het ranglijstverschil niet aan de stellingen af te lezen. Toch nam BSG 2 rond de eerste tijdcontrole ineens een flinke voorsprong. Topscorer Yme gaf het goede voorbeeld. In een Caro-Kann offerde hij een pion om zwarts stelling volledig lam te leggen. Tegenstander Coen Mekers gooide er een stuk tegenaan om zich te bevrijden, waarna een IM en een kippige eerstebordspeler zich afvroegen waar het witte voordeel was gebleven (sorry Yme!). Uiteindelijk was het stuk belangrijker dan de pionnen en dus mocht Yme voor de zevende keer dit seizoen de felicitaties in ontvangst nemen. Met 7½ uit 8 werd hij tevens topscorer in klasse 3C.

Aan het laatste bord zette Tom zijn 501e KNSB-partij in een zege om, terwijl het Apenhoofd aan het eerste bord Jan van de Linde aan de zegekar bond. Zo stond het 3-0. Het was alleen onduidelijk waar het benodigde anderhalve punt binnengehaald zou moeten worden, want de resterende stellingen waren niet al te veelbelovend.

Al het hele jaar heeft BSG 2 het geluk van een kampioen en dat was in deze wedstrijd niet anders. Misschien is het gewoon het speelsterkteverschil, want ook nu had BSG 2 gemiddeld ruim 150 elopunten meer en die punten deden zich gedurende de middag steeds harder voelen. Dat verdedigingskunstenaar Ruben een lastige stelling wist te keepen tegen Koen Maassen van den Brink (dat is een hele mondvol) was al een teken aan de wand. Hetzelfde gold voor Coen, die met een kwaliteit minder remise wist te houden tegen Barth Plomp.

Daar stond wel tegenover dat eindspelkunstenaar Frans ditmaal zelf door een fluwelen techniek van het bord gespeeld werd. Wouter Abrahamse wist met zijn paard Frans’ loper te dollen, waarna hij de felicitaties in ontvangst mocht nemen. Verder zou ASV echter niet meer komen, want aan bord 7 trok Timon in een ware heksenketel aan het langste eind tegen Bart de Kort, waardoor hij matchwinner werd.

Het slotakkoord was voor broer Rein, die met zijn tamme loper nog net genoeg tegenspel had om Freek Hooning op remise te houden. Zo eindigde de wedstrijd in een 5½-2½-overwinning voor BSG 2, dat met 5 matchpunten en 6 bordpunten voorsprong op runner-up Amsterdam West kampioen werd.

Meer goed nieuws kwam uit Bloemendaal, waar BSG 1 nipt te sterk was voor En Passant. Door de verrassende nederlaag van HMC tegen Apeldoorn, dat zich zodoende veilig speelde, klom het Bussumse tiental zelfs naar de derde plaats in de eindrangschikking, wat in principe recht geeft op het meespelen in de Europa Cup. Een prima debuut voor teamleider Thomas Willemze derhalve, die de spelers na afloop bij hem thuis ontving voor een waar feestmaal. Teamleider Ruben Hilhorst kon eveneens terugkijken op een geslaagd debuutjaar. Na dertien jaar van gemiste kampioenschappen en bijna-degradaties werd BSG 2 in het eerste jaar onder zijn leiding overtuigend kampioen met een perfecte score. Beter dan dit gaat het voorlopig niet meer worden.

BSG 2 (2062) – ASV 3 (1906) 5½-2½
1. J de Groote (2179) – J van de Linde (2112) 1-0
2. Y Brantjes (2081) – C Mekers (1889) 1-0
3. F Borm m (2141) – W Abrahamse (1974) 0-1
4. R Hilhorst (2027) – K Maassen van den Brink (2008) ½-½
5. R Brouwer (2045) – F Hooning (1828) ½-½
6. C van der Heijden (2054) – B Plomp (1903) ½-½
7. T Brouwer (1947) – B de Kort (1920) 1-0
8. T de Ruiter (2022) – K van Keulen (1610) 1-0

15 april 2018

Ricciardo komt bovendrijven in Chinese chaos

Aanvankelijk leek Vettel in China in alle rust naar zijn derde opeenvolgende overwinning te rijden, maar na een trage pitstop en een ongelukkig getimede neutralisatie ging het van kwaad tot erger voor hem. Geheel anders verging het Ricciardo, die uit het niets won.

Heel hoopgevend begon het weekend niet voor Ricciardo, die zijn motor in de vrije training opblies en nog geluk had dat hij nog net aan de kwalificatie mee kon doen. Meer dan een zesde plek, achter de Ferrari’s, Mercedes en teamgenoot Max zat er voor hem niet in en daar werd hij een beetje mismoedig van.

Niet veel beter had Luis het voor elkaar. De wereldkampioen werd voor de tweede keer op rij afgetroefd door teammaat Bottas, die op zijn beurt een halve seconde tekortkwam op de Ferrari’s. Opnieuw wist Fattle Rijkunnen op het allerlaatste moment van de pole te verstoten.

Bij de start komen de rode bolides matig van hun plek. Rijkunnen moet in de eerste bocht vol in de ankers voor Fattle, waardoor Bottas erlangs glipt. Vervolgens ziet hij Max, die Luis in de tweede bocht had verschalkt, ook nog voorbijvliegen, waardoor hij de openingsronde slechts als vierde afsluit.

In de openingsfase wordt het veld langzaam uit elkaar getrokken. Opmerkelijk genoeg rijden de Red Bulls hun ultrazachte banden niet stuk, dus is het wachten op de pitstops. In de 17e ronde haalt Red Bull zowel Max als Ricciardo naar de pits. Vervolgens helpt Mercedes beide coureurs van hun zachte banden af. Ferrari wacht het langst en dat kost ze lelijk de kop, want Fattle komt na zijn stop precies achter Bottas weer op de baan.

Rijkunnen moet daarom nog langer door blijven rijden van Ferrari om Bottas op te houden, zodat Fattle de leiding misschien weer kan heroveren. Het plannetje mislukt, dus gaat Rijkunnen halverwege de race alsnog naar de pits, waardoor hij terugvalt naar de zesde plaats.

Kort daarna rijden de Toro Rosso-figuranten elkaar van de baan. “Wtf, he closed the door!”, schreeuwt Gasly als hij Hartley als een torpedo van de baan heeft geramd. Beide blauwe bolides kunnen verder, maar vanwege de brokstukken op de baan wordt de race geneutraliseerd.

Red Bull reageert alert door beide coureurs van nieuwe banden te voorzien. Bottas en Fattle zijn dan de pitingang al voorbijgereden en moeten op oude banden door. Rijkunnen had net nieuwe banden gehaald en bleef ook doorrijden, maar waarom Mercedes Luis niet naar de pits haalde, was een van de grote mysteries van de race.

Als de race wordt vrijgegeven, herovert Ricciardo al gauw de vijfde plek op Rijkunnen. Voor hem probeert Max voor de tweede race op rij voorbij Luis te komen. Op het rechte stuk lukt het niet, dus probeert hij het in het bochtige gedeelte. In een snelle bocht zet hij zijn wagen er aan de buitenkant naast, waarna Luis hem het gras op drukt. Ricciardo profiteert.

Ricciardo heeft er zin in en een ronde later waagt hij vanaf grote afstand een poging. Luis legt hem geen strobreed in de weg, zodat de actie wonder boven wonder nog slaagt ook. Terwijl Max even later Luis de oren wast, verstoot Ricciardo Fattle van de tweede plek.

Het duurt niet lang voordat Max eveneens op de staart van Fattle zit. De Ferrari-rijder verremt zich in de haarspeldbocht, waarna Max zijn wagen wat onbezonnen in het gat gooit. De bolides raken elkaar en gaan allebei achterstevoren, waardoor ze Luis en Rijkunnen zien passeren. Max is wel eerder weg dan Fattle, die ook nog door Hülkenberg wordt ingehaald.

Terwijl Ricciardo even later de leiding overneemt van Bottas, krijgt Max een tijdstraf van 10 seconden aan de broek. Even later haalt hij Luis voor de derde keer in de race in, waarna hij naar de staart van Bottas en Rijkunnen rijdt. Hij komt de twee Finnen niet meer voorbij, maar bouwt genoeg voorsprong op om in ieder geval Hülkenberg voor te blijven.

Fattle valt in de slotfase nog verder terug. In de een-na-laatste ronde beleeft Alonso zijn finest moment als hij de Ferrari in de eerste bocht te grazen neemt. Hij drukt de Ferrari bij het uitkomen van de bocht rücksichtslos van de baan. In de laatste ronde moet Fattle zelfs nog Science van het lijf houden.

Vooraan rijdt Ricciardo de ene na de andere snelste raceronde, zodat hij de race nog vrij ruim wint. Bottas houdt Rijkunnen tot aan de vlag achter zich. Max wordt als vijfde geklasseerd, achter Luis, maar nog net voor Hülkenberg. Alonso wordt zevende, voor Fattle en Science. Het laatste puntje is voor Magnussen.

Door Fattles slechte resultaat nadert Luis hem in het kampioenschap tot 9 punten. De wereldkampioen wordt op de voet gevolgd door Bottas en Ricciardo. Max staat momenteel achtste. Over twee weken hoopt hij in Azerbeidzjan aan eerherstel te kunnen doen.

08 april 2018

Vettel wint ook in Bahrein

Het moest uit zijn tenen komen, dus was de ontlading bij Vettel enorm toen hij voor de zevenenvijftigste en laatste keer over start/finish kwam. Door in de slotfase de aanval van Bottas af te slaan, boekte de viervoudig wereldkampioen in Bahrein alweer zijn tweede zege in het nog prille seizoen.

Het was een matte vertoning, de Grand Prix van Australië van twee weken geleden, waar Luis de halve race tevergeefs probeerde Fattle de leiding afhandig te maken. Het was de schuld van de auto’s, want zelfs met drie DRS-zones kon er niet worden ingehaald. Hoe anders was de situatie in Bahrein, waar diezelfde auto’s een waar spektakelstuk opvoerden.

Wat in Bahrein ook anders was, was de stand vooraan. Waar Luis in het openingsweekend tot aan die beruchte pitstop had gedomineerd, heerste Ferrari op het woestijncircuit. Fattle eiste de pole op, voor teamgenoot Rijkunnen, die Bottas net voor bleef. En Luis dan? Die reed slechts de vierde tijd en moest vanwege een versnellingsbakwissel als negende starten.

Daarmee deed hij het nog beter dan Max, die zijn bolide tegen de enige vangrail van het circuit plakte nadat hij ineens 150 pk meer onder zijn gaspedaal had. Het betekende dat hij slechts als vijftiende mocht vertrekken.

Het lijkt hem niet te deren, want in de openingsronde slalomt hij zich behendig om zijn tegenstrevers heen, zodat hij bij het ingaan van de tweede ronde in de kofferbak van Luis zit. Hij ziet zijn kans schoon en zet zijn wagen er in de eerste bocht naast. Aan het eind van de bocht laat hij echter geen ruimte meer voor Luis, die geen kant meer op kan en met zijn voorvleugel Max’ linker achterband openrijt.

Terwijl Max terug naar de pits strompelt, wordt het voor Red Bull nog leuker als Ricciardo opeens stilvalt, waardoor de virtuele safetycar even de baan op komt. De andere Red Bull valt even later eveneens stil. Het tikje van Luis was kennelijk ernstig genoeg om Max’ differentieel te verwoesten.

Na de herstart begint Luis’ inhaalrace dan echt. Hij gaat in een beweging voorbij Alonso, Hülkenberg en Pérez, waarna hij Magnussen en als laatste de ijzersterk rijdende Gasly terugverwijst, zodat hij vierde ligt. De andere Mercedes ligt dan tweede. Bij de start had Bottas een wig weten te drijven tussen de twee Ferrari’s. In de openingsfase loopt Fattle drie tellen weg bij Bottas, die hetzelfde doet bij Rijkunnen, maar dan stabiliseert het gat. Achter hen kan Luis, die op de hardere zachte band was gestart, niet aanhaken, dus gebeurt er een tijdje niks.

Als de pitstops in de middenmoot in volle gang zijn, verhoogt Bottas het tempo. Hij loopt in op Fattle en uit op Rijkunnen, waardoor Ferrari beide coureurs naar de pits haalt. Ze wisselen hun superzachte banden in voor zachte banden. Bottas laat kort daarna de witte band omleggen en dat brengt de leiding in handen van Luis.

Heel lang heeft Luis de leiding niet in handen, want op nieuwe banden gaat Fattle hem met enige moeite voorbij. Luis laat ook maar de mediums omleggen, wat betekende dat hij, net als Bottas, geen verdere stop meer zou maken. Het maakt de Ferrari-strategen nerveus, want de rode bolides moeten nog een keer binnenkomen. Zouden ze de gewonnen race dan toch nog verliezen?

Het nachtmerriescenario lijkt uit te komen als Rijkunnens tweede stop volkomen in de soep loopt. Het linker achterwiel wordt niet gewisseld, dus scheurt de Fin met drie rode en een gele band weg, daarbij nog een monteur meenemend. Hij parkeert zijn bolide onmiddellijk in de pits, waarna zijn schijfremmen beginnen te koken en de Fin beteuterd uitstapt.

Vanwege de chaos in de Ferrari-pit kan Fattle geen banden wisselen, dus moet hij de race zonder verdere bandenwissels zien uit te rijden. Zouden de banden het houden? Eerdere ervaringen in België en Oostenrijk van een paar jaar geleden deden het ergste vrezen.

In de slotfase rijdt Bottas langzaam maar zeker het gat dicht. Met nog vijf ronden te gaan heeft Fattle drie seconden voorsprong. Twee ronden later is het gehalveerd. Twee ronden voor het eind zit Bottas in DRS-bereik. In de laatste ronde komt hij nog een keer akelig dichtbij, maar het is niet genoeg, dus wint Fattle. Bottas eindigde vlak achter hem als tweede, terwijl Luis even later als derde over de streep kwam hobbelen.

Op gepaste afstand kwam Gasly in zijn Toro Rosso-Honda knap als vierde over de streep, voor Magnussen en Hülkenberg. Alonso kwam net achter de koplopers op een ronde achterstand aan de finish, voor Vandoorne en de eveneens verrassende Ericsson. Het laatste puntje was voor Ocon.

Door zijn tweede zege gaat Fattle ruim aan kop in het kampioenschap met 50 punten. Hamilton moet het doen met 33 punten, Bottas met 22 punten. De verrassende nummer vier is Alonso, die zijn McLaren-Renault twee keer in de punten reed. Toch zal hij wel met een schuin oog naar Toro Rosso hebben gekeken, dat in de tweede race met Honda-power een beter resultaat behaalde dan wat McLaren de afgelopen drie jaar was gelukt. Max zakte door zijn nulresultaat af naar de tiende plaats, wat natuurlijk veel te laag is. Gelukkig voor hem kan hij volgende week alweer in China wraak nemen.

07 april 2018

BSG 2 pakt kampioenschap in stijl

Het kon bijna niet meer misgaan en het ging ook niet meer mis: BSG 2 won in Nijmegen ruim van SMB en werd met een ronde te gaan glansrijk kampioen in klasse 3C, zodat het volgend jaar de tweede klasse onveilig gaat maken.

Na een lange winter is de lente eindelijk aangebroken. Het betekent ook dat het einde van de KNSB-competitie eraan zit te komen. Op de eerste warme dag van het jaar stonden er twee verre uitwedstrijden voor BSG op het programma: het eerste moest helemaal naar Groningen, terwijl het tweede naar Nijmegen mocht om tegen SMB (Strijdt met beleid) te spelen.

Tegen SMB had BSG 2 aan een gelijkspel genoeg om het kampioenschap binnen te halen, terwijl de gastheren een punt goed konden gebruiken in de strijd tegen degradatie. Het was moeilijk voor te stellen dat dit team nog niet zo lang geleden de meesterklasse onveilig had gemaakt. Maar dat was nog in de tijd dat spelers als Hans Klip, Stan van Gisbergen, Fitzgerald Krudde, Joost Retera en Carl Wüstefeld voor het Nijmeegse team uitkwamen.

Voor BSG 2 was de wedstrijd een gouden kans om eindelijk naar de tweede klasse te promoveren. Dertien seizoenen op rij kwam het team in de kelder van de landelijke competitie uit. In sommige seizoenen werd degradatie op het laatste nippertje voorkomen en in andere seizoenen greep het team net naast het kampioenschap, maar nu zou het toch echt moeten lukken.

De wedstrijd begon echter wat stroef voor de bezoekers. Aan bord 6 kwam Coen al gauw in de problemen en aan het bord ernaast liep het Apenhoofd na de opening te walgen van zijn stelling. Gelukkig voor hem gaf tegenstander Ruben Hogehout in het middenspel ineens een stuk weg. Een schrale troost: zeven jaar geleden gaf hij nog een dame tegen het Apenhoofd weg…

Vervolgens ging het hard. Aan bord 7 won Timon vrij gemakkelijk van Maarten Smit, terwijl Frans aan bord 3 een toreneindspel met een pion meer voorbeeldig tot winst voerde tegen Bram Rijkschroeff. Door remises van teamleider Ruben (tegen topscorer Roy van den Hatert) en Tom, die zijn 500e KNSB-wedstrijd remiseerde tegen Hans van Leeuwen, was het eerste matchpunt in de tas en kon de champagne ontkurkt worden.

Na de nederlaag van Coen tegen Jelle van Deemen begon het wachten op de laatste twee partijen. Het was toen al zeker dat BSG 2 de wedstrijd zou winnen, de vraag was alleen met hoeveel. Aan het eerste bord gaf Rein Jaap Amesz, beter bekend als Terror Jaap in De Gouden Kooi, goed partij, terwijl Yme een pion meer had in een toreneindspel tegen Paul Waenink. Echte winstkansen had Yme niet, maar tot zijn verbazing gaf zijn tegenstander plotseling op. Doordat Rein Terror Jaap in het eindspel wist te trucen, werd de eindstand op 2-6 bepaald, waarmee BSG het kampioenschap in stijl binnenhaalde, hoewel de uitslag die niet geheel recht deed aan het werkelijke krachtsverschil.

Ondertussen was BSG 1, dat een uur later aan de wedstrijd begon, nog bezig een 4½-1½-achterstand weg te poetsen. Dat lukte opvallend goed. Robert Ris, Robin van Kampen en FM Henk wisten hun goede stellingen te verzilveren, waarna Li matchwinner werd. Door het resultaat klom BSG 1 op naar de veilige vijfde plaats, terwijl Groningen degradeerde.

De sfeer was na afloop opperbest in de drukke Italiaan. In de trein werd verder duidelijk dat Amsterdam West slechts gelijk had gespeeld en dat Caïssa zelfs had verloren, wat betekende dat BSG 2 hoe dan ook kampioen was geworden. Over twee weken mag BSG 2 proberen het seizoen tegen ASC 3 met een perfecte score te beëindigen.

SMB (1981) – BSG 2 (2062) 2-6
1. Jaap Amesz (2230) – Rein Brouwer (2045) 0-1
2. Roy van den Hatert (2124) – Ruben Hilhorst (2027) ½-½
3. Bram Rijkschroeff (2056) – Frans Borm m (2141) 0-1
4. Paul Waenink (2046) – Yme Brantjes (2081) 0-1
5. Ruben Hogenhout (2011) – Jesper de  Groote (2179) 0-1
6. Jelle van Deemen (1837) – Coen van der Heijden (2054) 1-0
7. Maarten Smit (1802) – Timon Brouwer (1947) 0-1
8. Hans van Leeuwen (1740) – Tom de Ruiter (2022) ½-½