29 augustus 2021

Belgische anticlimax

Max Verstappen heeft de zeer korte Grand Prix van België gewonnen. Op een verregend Spa-Francorchamps kwam hij in een race die eigenlijk geen race was als eerste over de finish, voor de fenomenale George Russell en klassementsleider Lewis Hamilton.

Niet Norris maar Russell

Loeisnel is Norris in de kwalificatie op een nat Spa-Francorchamps. Zowel in de eerste als tweede sessie is hij de snelste van allemaal en dus begint hij vol vertrouwen aan de derde en beslissende sessie. Het is intussen harder gaan regenen, waardoor de baan zo verraderlijk is dat de coureurs zelfs op de rechte stukken moeite hebben hun auto onder controle te houden. Fattle maant de wedstrijdleiding dan ook de sessie stil te leggen. Dat gebeurt ook, maar pas nadat Norris in de befaamde Eau Rouge snoeihard de muur in is gekletterd. Fattle komt nog even polshoogte nemen, maar als blijkt dat alleen Norris’ ego een deukje heeft opgelopen, rijdt hij weer verder.

Het restant van de sessie wordt even later door de resterende negen auto’s verreden. Luis trapt af in een tijd van 2:01.552, waarmee hij bijna een seconde sneller is dan Max. Vervolgens rijden ze allebei een langzame ronde om de systemen weer op te laden. Prompt rijdt Russle in zijn Williams een 2:00.086. Luis bijt zijn tanden daar in zijn laatste vliegende ronde op stuk en komt 13 duizendsten tekort. Max‘ beslissende ronde is beter en met een 1:59.765 eist hij de pole op.

Ricciardo verlicht de pijn bij McLaren door bij het sluiten van de markt de vierde tijd te rijden, voor Fattle, Gasly en Chicko. Bottas zakt weer eens door het ijs en is slechts achtste, wat door een gridstraf voor het omverkegelen van de concurrentie in Hongarije wordt omgezet in een dertiende startplaats. Ocon erft zodoende de achtste plaats, terwijl Norris vanwege een versnellingsbakwissel slechts als vijftiende aan de race mag beginnen.

Race valt in het water

Een dag later regent het nog steeds pijpenstelen in het oosten van België, dus wordt de start van de race uitgesteld. En van uitstel komt afstel, zo blijkt. Met bijna een half uur vertraging gaat de race achter de safetycar van start, maar na drie langzame rondjes houdt men het voor gezien omdat de coureurs in de nevel geen hand voor ogen kunnen zien. De rest van de middag houdt de wedstrijdleiding de buienradar gespannen in de gaten, maar de gehoopte weersverbetering komt niet. In het begin van de avond gaan de coureurs nogmaals achter de safetycar de baan op. Na drie langzame rondjes wordt de race afgebroken en ook niet meer hervat.

De coureurs finishen in dezelfde volgorde als in de kwalificatie in de race die geen race was. Max wint de race die de Grand Prix van Australië van 1991 uit de boeken rijdt als kortste Grand Prix ooit, voor een dolblije Russle en Luis. Ricciardo, Fattle, Gasly, Ocon, Leclerc, Latifi en Science pakken de laatste punten. Doordat de race maar drie ronden duurde, worden er voor het eerst sinds de Grand Prix van Maleisië in 2009 halve punten uitgedeeld. Het betekent dat Max 5 in plaats van 10 punten goedmaakt op Luis, waardoor hij in het kampioenschap nog tegen een achterstand van 3 punten aankijkt.

“En waar was Chicko dan?”, hoor ik u vragen. De Mexicaan reed zijn auto op weg naar de startopstelling in de prak. Door het enorme oponthoud wist Red Bull de verfomfaaide bolide nog voor de echte start van de race op te lappen, maar moest Chicko wel achteraan starten. Doordat de race geen race was, kreeg hij ook niet meer de kans om aan eerherstel te doen. Een schrale troost was dat Norris en Bottas ook geen punten scoorden, waardoor hij verder geen averij in het kampioenschap opliep.

Volgende week is het Formule 1-circus voor het eerst in 36 jaar weer te gast in Zandvoort, waar het naar verwachting droog zal blijven. Hopelijk gaat de tweede seizoenshelft waar iedereen vier weken naar had uitgekeken dan eindelijk echt van start.

08 augustus 2021

Na 15 jaar weer in de Krikkenhaar

Een jaar op een verregende camping, drie jaar in een huisje in de Lutte en tot slot twee keer in natuurvriendenhuis Krikkenhaar: zo ben ik mijn ONJK’s (Open Nederlandse Jeugdschaakkampioenschappen) lang geleden doorgekomen. Ik heb mooie herinneringen aan die tijd overgehouden, ondanks dat ik op die toernooien vaak als een krant speelde. Na 15 jaar was ik weer terug in de Krikkenhaar, maar niet als speler, maar als verslaggever van de A-categorie op het Nederlands Jeugdschaakkampioenschap.

Vanwege corona gingen de Nederlandse schaakkampioenschappen vorig jaar niet door. Dit jaar kon het jeugdkampioenschap onder de bezielende leiding van Yannic Husers wel doorgaan, maar dan in de zomer in plaats van in de meivakantie. Plaats van handeling was ditmaal Almelo, in Topsportcentrum IISPA, op een steenworp afstand van het stadion van Herácles. Vanwege de locatie en de tijd in het jaar had het toernooi veel weg van de ONJK’s van vroeger, die lange tijd in Hengelo gespeeld werden, maar het waren dus de gesloten kampioenschappen.

Voor de coronacrisis werd het toernooi drie jaar op rij in Assen gespeeld. Destijds kon ik bij Harry Gielen overnachten, die me iedere dag van en naar de speelzaal bracht. Dit jaar overnachtte ik dus in de Krikkenhaar, dat verrassend dicht bij de speelzaal ligt. Omdat ik sinds kort m’n eigen autootje heb, kon ik ook steeds autonoom van en naar de speelzaal rijden, dus zonder afhankelijk te zijn van anderen. Dat was wel heel prettig. De laatste keer dat ik een dergelijke ervaring had, was tien jaar geleden, toen ik in Wenen tijdens een schaaktoernooi voor het eerst een eigen laptop had.

De mooiste ervaringen aan de ONJK’s zijn toch wel het avondeten en de voetbalwedstrijdjes daarna. De Krikkenhaar heeft een redelijk grote tuin waar je lekker een balletje kunt trappen. Optimistisch had ik daarom naast m’n koffer en m’n laptop ook nog een voetbal en wat pylonen meegenomen. Ik heb ze hele week onaangeroerd in de kofferbak van mijn Suzuki laten liggen. Het huis was voor het grootste gedeelte afgehuurd door een of andere toneelgroep die er bijna nooit was. Daarnaast was ik nu vooral ’s avonds druk bezig een maaltijd te bereiden en op mijn kamertje van 6 vierkante meter een verslag te tikken. Vaak was ik pas na tienen klaar en dan kon ik vrijwel meteen m’n nest induiken. Het volwassen leven is toch vooral een aaneenschakeling van eenzame momenten.

In de Krikkenhaar verbleven nog drie anderen van de organisatie, namelijk Witkop en de familie Kalle. Witkop was arbiter en heb ik verder weinig gezien tijdens het toernooi. Erwin, de jongen in de rolstoel, was verslaggever in de B-categorie. Moeder Ilja, die de toernooifotograaf was, stond hem de hele dag bij. Ik moet zeggen dat ik daar wel respect voor heb. Ook voor Erwin, die ondanks alles enorm positief blijft en gewoon een leuk persoon is. Samen met de andere verslaggevers zaten we elke dag in de persruimte boven in het topsportcentrum. Aan de ene kant keek je neer op de speelzaal en aan de andere kant keek je tien meter omlaag het trapgat in. Niet iets voor mensen met hoogtevrees, waar alle aanwezigen wel in min of meerdere mate last van hadden.

Over het toernooi valt niet heel veel te zeggen, behalve dat corona uiteindelijk nog zijn stempel erop drukte. Door een tijdens het toernooi ontdekte besmetting konden verschillende spelers het toernooi niet afmaken. In de A-categorie was dat Eline Roebers, die weliswaar bovenin meedraaide, maar niet voor het kampioenschap in aanmerking kwam. In de B-categorie moest Khoi Pham een ronde voor het einde afhaken terwijl hij gedeeld koploper was, terwijl de laatste ronde bij de meisjes C helemaal niet meer gespeeld werd.

In de A, die tegenwoordig nog maar tot 18 jaar is, won Jonas Hilwerda overtuigend met 6½ uit 7, waardoor hij Liam Vrolijk na 2 jaar en 3 maanden opvolgt als Nederlands Kampioen. Alleen in de laatste ronde stond hij remise af aan Tim Grutter, die met Onno Elgersma gedeeld tweede werd. In ieder geval eindigden de drie sterksten op rating bovenaan. Aan de KNSB de taak om het toernooi in de breedte nog wat sterker te maken. En aan de spelers een oproep om wat meer tijd aan eindspelstudie te besteden…

Anyway, na een week verslagen schrijven zat ik er wel weer goed doorheen. Mogelijk heb ik ongemerkt toch te weinig gedronken of te veel zoetigheid gegeten (maar wat waren die M&M’s lekker). Misschien ben ik stiekem ook wel besmet geraakt met corona… Op de laatste dag was ik in ieder geval flink brak. Als dank voor mijn schrijfsels kreeg ik bij de prijsuitreiking nog een toren van nootjes uitgereikt, waardoor ik tevreden naar huis ging. Gelukkig wist ik ondanks mijn hoofdpijn en ondanks de flinke stortregens onderweg veilig thuis te komen, waar Bounder dolblij was om me weer te zien. Zelf had ik moeite om met m’n brakke kop in slaap te vallen en ook nu ben ik nog een beetje gammel. En morgen begint het normale leven weer…