BSG verliest met 8-2 van Groningen
Gisteren stond er weer een zware wedstrijd op het programma. Groningen uit, dus toch wel een paar honderd kilometer reizen om dan tegen het sterrenteam met spelers als Ivan Sokolov en Yge Visser te spelen. Hoe dan ook, om tien uur vertrokken EB, Ton, Henk, Ewood en ik vanuit Naarden-Bussum en nadat Le en La in Amersfoort erbij waren gekomen, kon de reis naar het noorden worden voortgezet. Na nog een kleine stadswandeling, waarbij we achter de eerdergenoemde Sokolov aanliepen, kwamen we Leon Pliester en Frans Borm tegen. Zij zaten ons op te wachten of zo. Liever ging ik naar binnen om op te warmen. We namen de speelzaal al gauw in. Het was een vrij smalle zaal met aan de ene kant ramen en aan de andere kant een lange spiegel, waar een soort gordijnen voor hingen.
De bordopstellingen waren al gemaakt. Ik las op het formulier af dat ik tegen Robert Ris speelde. Daar was ik niet zo blij mee. In een scholenkampioenschap werd ik eens door hem gebeukt, maar toen speelde ik nog Draak. Nou, dan kon ik nu iets anders proberen. Had ik toch wat geleerd…
De borden stonden een beetje vreemd opgesteld. Bord 1 zat tegen de korte kant van de zaal aan, bord 2 t/m 6 zaten aan de raamkant en bord 7 t/m 10 zaten aan de spiegelkant. Ik zat aan bord acht dus aan de spiegelkant naar mijn zestien zwarte stukken te kijken, die me maar eens een resultaat moesten opleveren. Tja, erg goed zijn die zwartpartijen me niet bevallen. Tegen zwakkere spelers kan ik er nog wel eens een resultaat mee halen, maar in de meesterklasse lukt het nog van geen kanten. Daarvoor zijn mijn openingen toch niet goed genoeg, denk ik.
De wedstrijd
De zaal vulde zich met mensen naarmate de wedstrijd dichterbij kwam. BSG speelde voor het eerst met drie IM's. Behalve Leon en Frans is nu ook VR IM. De jonge IM werd door zijn pa gebracht, die zich netjes aan enkele teamgenoten voorstelde. VR was nogal stilletjes voorafgaand aan de wedstrijd. Hij speelde namelijk tegen Elina Danielian, een van de sterkste schaaksters ter wereld, denk ik zo. Groningen had tegen BSG maar liefst drie dames opgesteld. Lenaart speelde tegen Iozefina Paulet, iemand die totaal vreemd was voor ons. Het bleek uiteindelijk Jan Werles bonkie te zijn. aan bord tien speelde Coen tegen Tea Lanchava. Hij zat haar naam op het notatieformulier te schrijven en zei toen iets van: "Oh, U bent Tea Lanchava!" Lanchava draaide zich om naar haar teamgenoten met zo’n kop van "tegen wat voor idioot zit ik nu te spelen?!" Arme Coen… Hij bedoelde het helemaal niet kwaad.
De wedstrijd begon en iedereen ging naar zijn of haar plaatsje. Leon zat een beetje te bibberen. Hij speelde tot zijn schrik tegen Ivan de verschrikkelijke. En hij zat niet eens aan bord 1. Daar had BSG FM Henk "opgeofferd", terwijl Groningen Hendik Pieter Hoeksema, beter bekend als Erik Hoeksema, had opgesteld. Sokolov speelde aan bord 2 dus weer eens met wit. Misschien had hij dat in zijn contract laten opnemen. Misschien had 'ie ook in zijn contract laten opnemen dat hij in het eerste kwartier van de wedstrijd gratis koffie kreeg. Ondanks dat hij voor ons uit liep, kwam hij te laat aan. Hij nam ergens een afslag terwijl wij gewoon rechtdoor liepen. Misschien moest hij nog een zaakje regelen of zo. Toen 'ie er eenmaal was, ging hij rustig naar beneden om een kopje koffie te bestellen. Ondertussen gaf zijn klokje een kwartier minder bedenktijd aan.
Bij mijn eigen wedstrijd ging na zes zetten de klok "uit". Ineens was er een piepje en sprong het display op "7". Geen idee wat dat betekent. Helaas waren er precies genoeg klokken en pakte de wedstrijdleider een analoge klok.
In het begin kon BSG aardig meekomen, maar na enkele uren ging het op het ene na het andere bord mis. Toen ik zelf nog bezig was stond het al 5-0 voor Groningen. Waar was het dan misgegaan? Laat ik de borden maar aflopen…
Aan bord 2 stond Leon (optisch?) best goed, maar Sokolov wist zijn stelling alsmaar te verbeteren en won. Lenaart stelde achteraf nog een beetje een suggestieve vraag of Sokolov een meesterwerkje had afgeleverd, waarop Leon maar "ja!" zei.
Ook VR kreeg een nederlaag te slikken. Hij leek nog best aardig te staan, maar toen ik weer keek zag ik dat 'ie met een kleine kwaliteit minder doorploeterde. Zoals ik uit zijn reactie heb opgemaakt was het pleit na 25 zetten beslecht.
Ton van der Heijden was niet te spreken over zijn partij. In het restaurant was zijn analyse een betoog vol zelfkritiek. Werkelijk waar geen enkele zet die hij speelde vond hij goed. En toch ging het pas op het eind echt mis. Daarvoor had hij nog steeds remisekansen gehad. "Alsof de stukken door een magneet naar de verkeerde velden werden getrokken," verzuchtte hij.
Lenaart trok weer eens een Russische opening uit de kast. De stelling leek aardig in evenwicht, maar toen wit op de damevleugel ging klooien kon Lenaart daar verrassend weinig tegen doen, zo zag ik in het extreem donkere café onder de speelzaal.
Ook Coen verloor. Zoals FM Henk zei: "Na tien zetten denk je ‘die gaat verliezen,’ maar als je dan later kijkt, heeft 'ie toch nog een stelling opgebouwd. En dan doet 'ie weer zetten om zijn eigen stelling af te breken." En inderdaad, zo ging het. Na afloop wilde Lanchava niet analyseren, tot ongenoegen van Coen.
Het stond dus 5-0 en daar kwam mijn eigen nulletje nog bij. Als je toch rating weggeeft, maak er dan een leuke partij van. Zo dacht ik dan maar in de partij. Met …g5 maakte ik een verzwakking, maar ik hoopte in ieder geval wits zwartveldige loper passief te houden. Het was wel een riskant plan, want mijn stelling kierde en kraakte. Wel smaakte ik het genoegen om een pion te winnen, maar de zaak bleek toch niet goed te houden. Zeker niet toen ik nog met het verkeerde paard terugsloeg waardoor wit een vrijpion op c7 kreeg. Weer wat geleerd… Ik word vast nog ontzettend slim van al die meesterklasselessen. Helaas kost het me momenteel alleen maar punten.
De wedstrijd was dus al verloren, maar BSG boekte toch een aantal individuele succesjes. Zo was Frans Borm, de invaller voor Hans Ree, verantwoordelijk voor de enige Bussumse zege. Ondanks het gemis aan wedstrijdritme speelde hij sneller dan Frits* Rietman, die hij er ook qua stelling netjes vanaf schoof. Een goed gedekte vrijpion maakte het Frits 1.0 toch wel erg lastig.
Verder waren er nog wat witpartijen bezig die best nog wat punten konden opleveren. FM Henk en Large stonden een pion voor in een toreneindspel. Voor FM Henk was dat waarschijnlijk wel te winnen. Ewood had het lastiger. Hij speelde een leuke partij tegen Daan Brandenburg. Hij stond behoorlijk goed, al had hij veel tijd gestoken in het bereiken van de stelling. In hevige tijdnood speelde hij de lastige stelling lange tijd nog erg goed, op een klein, maar belangrijk slippertje na. Nu kwam er een remise-eindspel uit, waarin wit nog wel even moest uitkijken, maar verder weinig te vrezen had. Helaas voor hem wist Ewood niet of hij de veertigste zet nou had gehaald en maakte hij op de 42e zet de beslissende fout. Het was een klein zetje; a2-a3, maar het verzwakte zijn stelling dusdanig dat 'ie onhoudbaar werd. Teleurgesteld pakte hij zijn vierde nul van het seizoen.
Ondertussen speelde Large netjes een plusremise tegen Arkadij Rotstein. De grootmeester moest met een pion minder remise maken. FM Henk beloonde het vertrouwen van de teamleider door een gewonnen stelling te bereiken aan bord 1, maar helaas wist hij het niet te winnen. "Weer niet gewonnen," sprak de medetopscorer van het team op weg naar het restaurant. Op dat moment kwam Leons Lupo de parkeergarage uitrijden. De Amsterdammers gingen ook maar weer naar huis. Leon had overigens een heel komisch stukje geschreven in het blad "schaaknieuws", dat ermee gaat nokken. Het verhaal ging in ieder geval over de wedstrijd BSG – HSG, waarin de ik-persoon (een of andere gelovige) de spelers een beetje zat op te peppen. Ik zal Leon nog wel eens vragen of 'ie het verhaal kan doorsturen, want het was bij vlagen hilarisch.
Via het restaurant gingen de treinreizigers weer naar het station, waarna een lange treinreis volgde. Om half twaalf was de schaakdag weer voorbij en zaten Ewood en ik onze lege handschoenen te bekijken. Weer geen punten meegenomen…
Resultaten
Groningen [2418] – BSG [2231] 8-2
1. E Hoeksema m [2318] – H van der Poel f [2264] ½-½
2. I Sokolov g [2658] – L Pliester m [2368] 1-0
3. A Rotstein g [2495] – La Ootes [2245] ½-½
4. E Danielian wg [2513 f] – V Rothuis m [2324] 1-0
5. Y Visser g [2464] – T van der Heijden [2238] 1-0
6. I Paulet wm [2307 f] – Le Ootes [2149] 1-0
7. D Brandenburg m [2436] – E de Groote [2208] 1-0
8. R Ris m [2398] – J de Groote [2081] 1-0
9. F Rietman [2239] – F Borm m [2339] 0-1
10. T Lanchava m [2352] – C van der Heijden [2095] 1-0
En dan de topscorerlijst van BSG:
1. F Borm 1 uit 1 (+1, =0, -0) 1w
2. H Ree 1 uit 3 (+0, =2, -1) 1w
3. T van der Heijden 1 uit 4 (+1, =0, -4) –
3. La Ootes 1 uit 4 (+0, =2, -2) –
3. V Rothuis 1 uit 4 (+0, =2, -2) –
3. H van der Poel 1 uit 4 (+0, =2, -2) –
7. L Pliester ½ uit 4 (+0, =1, -3) –
7. Le Ootes ½ uit 4 (+0, =1, -3) –
7. C van der Heijden ½ uit 4 (+0, =1, -3) –
10. E de Groote 0 uit 4 (+0, =0, -4) –
10. J de Groote 0 uit 4 (+0, =0, -4) 2z
Dit levert een indrukwekkend totaal van 7½ bordpunt op in 40 partijen. Vorig jaar hadden we na vier duels 25 bordpunten. De meesterklasse is dus gewoon dik zeven keer zo zwaar. 😦 Toch denk ik dat het volgend jaar beter zal gaan, hoewel er niet voor niets wordt gezegd "een goed begin is het halve werk." Een slecht begin betekent dan vast dat je dubbel zoveel werk moet doen. Ik ga in de kerstvakantie maar eens flink trainen…
* Volgens sommige bronnen heet -ie "Fritz". Bijna te mooi om waar te zijn.