31 december 2010

Een korte terugblik

December

2010 is bijna voorbij. Hier een kleine terugblik op de afgelopen opmerkelijk koude wintermaand. De opmerkelijkste gebeurtenis was wel het opstappen van Femke Halsema in de politiek. Boze tongen beweerden dat het te maken had met het floppen van het Paars-pluskabinet, maar dat was volgens het lachebekje van de Tweede Kamer niet zo. Wat de reden dan wel was, daar kwam niemand achter, omdat de microfoon het op het beslissende moment tijdens de persconferentie niet deed.


Daarnaast werd er in Zürich alvast besloten waar de WK's Voetbal tot 2098 worden georganiseerd. Het Holland-Begium bid haalde het helaas net niet, maar onze jongens hebben er echt voor gevochten. Dankzij een gelikte presentatie werd Engeland knap verslagen, al kwam dat ook doordat Engeland als enige land ter wereld nog wel een kritische pers heeft. Daar heeft de immer betrouwbare FIFA-voorzitter Sepp B. het niet zo op. Inmiddels is Nederland, onder leiding van Ruud G. en Johan C. bezig om het WK Voetbal van 2102 binnen te halen.

Een paar dagen terug werd bekendgemaakt dat het Franse model Isabelle Caro was overleden. Op haar hoogtepunt woog het aan anorexia leidende model nog maar 31 gram. Afgelopen maand werd ze verrast door een windvlaag toen ze een raam opendeed. Ze werd een boom in geblazen en pas vorige week dwarrelde ze weer omlaag. Haar dood vestigde weer eens de aandacht op het probleem dat anorexia heet. Dat is dus een goede reden om straks een extra oliebol naar binnen te werken. 😉

28 december 2010

De avond van de lange barman

Oliebollentoernooi

Gisteren werd het traditionele oliebollentoernooi gehouden. Dit toernooi, dat doorgaans op de laatste maandag van het jaar wordt georganiseerd, is vaak een dolle boel. Iedereen is nog in de ban van de kerstgedachte en de schaakprestaties zijn ondergeschikt aan de oliebolconsumptie. Dit jaar sneeuwden de resultaten al helemaal onder vanwege de meligheid van vreemde schaakvarianten.

Het oliebollentoernooi is altijd een toernooi dat me meer trekt dan een saaie avond van de interne competitie. De afgelopen jaren ben ik steeds minder vaak op de club geweest. Dit jaar, met een zware studie en een woning in Amstelveen, zal het er (buiten de vakanties) in het geheel niet van komen. Gisteren was ik voor het eerst de hele maandagavond in Bussum: vorige week had ik om half zeven een tentamen. Het was dus de eerste keer in lange tijd dat ik mee kon spelen. Die kans heb ik dus maar met beide handen aangegrepen…

Voor aanvang maakte ik me al een beetje druk om de indeling: vorig jaar speelden we in "teams", waardoor ik als kopman van mijn team een dubbelrondige tweekamp tegen spelers als Ewood, FM Henk en Eddy Sibbing zat te uit te vechten. Als ik een slechte dag had, zouden ze Apenhoofdgehakt van me maken.

Bepakt met handschoenen, een trendy muts en een kapotte voorlamp reed ik met Ewood naar het Denksportcentrum. Ewoods fiets was net op tijd opgelapt nadat de ketting eraf was gelopen. De fietspaden waren goed berijdbaar, waardoor we op tijd aankwamen.

Eenmaal aangekomen ging ik tegen Ewood schaken. Hij verzon een vreemde variant van het schaakspel, waarin we eerst de onderste rij naar eigen inzicht moesten vullen met stukken. Dat eindigde bij mij meestal in een ramp, want op de een of andere manier stonden Ewoods stukken altijd op mijn koning gericht. Pas in het laatste potje, nadat we wat "normale" partijen hadden gespeeld, had ik zelf een veelbelovende stelling, maar dat was het moment dat de lange barman in het spel kwam.

De lange barman, bij de Utrechtschaak-lezers beter bekend als gp, kwam met een hele inleiding, waarin hij uitlegde dat hij bij afwezigheid van R double U het "toernooi" ging leiden. Net als vorig jaar speelden we in teams, maar daarmee hielden de overeenkomsten wel op. We gingen namelijk geen gewone partijen spelen, maar partijen met enkele handicaps of aanpassingen van de spelregels. Dat klinkt vast heel abstract, maar dat zal hieronder wel duidelijk worden.

Ronde 1

In de eerste ronde speelde ik tegen Tom de Ruiter. We speelden met de "dronken pionnen", een variant waarvan het me niet zou verbazen als 'ie is verzonnen door de lange barman. Het kwam er in ieder geval op neer dat de pionnen schuin liepen en recht sloegen. Dat dat al meteen tot de nodige verwarring leidde, was wel duidelijk. Ik had geen idee hoe ik moest openen. Ieder inzicht in het schaakspel is ineens compleet waardeloos geworden. Ik dacht in de openingsfase dan ook vrij lang na voor een 10-minutenpartijtje. De partij was echter al vrij snel voorbij, toen Tom dacht een pion te kunnen slaan, maar daarbij miste dat de pion was gedekt door zijn dronken broertje. Daarna maakte ik er een eind aan met een loperoffer. Ik dacht een aardig dameoffer te kunnen spelen: 1.Dg5+ hxg5 2.Th8#. Totdat ik me realiseerde dat …hxg5 helemaal niet kon. Tom kon het dus niet aannemen, waarna ik maar een toren offerde, wat direct in mat resulteerde. Bij beter spel had hij nog een dame tegen twee torens kunnen offeren. Waarschijnlijk had ik dan ook snel gewonnen, maar wat is tactiek toch moeilijk met die rare pionnen…

Naast me zag ik hoe de witte Bert Kieboom dacht te verslaan met …dxc1D+. Dat feest ging mooi niet door, want de dronken pion was niet ineens nuchter geworden. Het betekende dat de witte met twee torens minder moest doorploeteren, dus dat was einde verhaal. Het team won nog wel met 3-2, doordat onze vijfdebordspeler in verloren stelling onbewust zijn tegenstander door zijn vlag had gejaagd. Lammen en blinden… Redacteur en tevens derdeborspeler Mel B. merkte het op en redde zodoende twee matchpunten voor mijn team.

Ook Ewood en FM Henk hadden de grootste moeite met de pionnen. Zo stond er een witte dame op a6 voor de pion op a7. Hoewel Ewood, die een paar stukken meer had, ook wel op een "normale" manier won, moest hij even slikken toen Yme B. hem erop attent maakte dat hij de dame al een paar zetten lang had kunnen slaan.

Ronde 2

In de tweede ronde speelde ik tegen FM Henk. Ditmaal deelde gp een toren van koffiekopjes uit, die we op de centrumvelden moesten neerzetten. Het was een soort Stratego: het centrum was verboden terrein. Meteen ging het spel een stuk trager. We zaten allebei wat over de flanken te klooien. Henk begon zich actief op te stellen op de damevleugel, waarna hij met een wat ongelukkige actie kwam op de koningsvleugel: hij deed g4. Ik zette maar een stuk op h4, zodat daar voorlopig geen pion kwam. Vervolgens was het plan om te rokeren en …f5 te doen, zodat f2 zwak was. Ook vond ik het nodig om wits Nimzoindische opstelling op de damevleugel te breken met …a4, maar die pion kon gewoon geslagen worden. :S Op de koningsvleugel had ik wel een initiatief. Een aardige promotiecombinatie (1…Tf2 2.Txf2 g2 3.0-0-0 (de toren op f2 stond gepend door de loper op h4) Lxf2 en de onafwendbare promotie zorgde voor torenwinst. Op de damevleugel raakte ik nog wel een kwaliteit kwijt, maar met een stuk meer had ik goede kansen. Wits pionnen op de damevleugel konden niet zo gek veel. Toch leek de winst nog lastig, want ik had weinig tijd en geen vrijpionnen. Mijn geluk was dat wits stukken op de damevleugel ineens in elkaar verstrikt raakten, waardoor ik opeens ondekbaar mat had: Pd6-e8-f6-d7# of Pd6-e8-c7-a8#. Een grappig partijtje, voor mij dan. Henks ego had daarentegen een deukje opgelopen.

Ronde 3

In de derde ronde speelde ik tegen Ewood. Met gewoon (snel)schaak mag ik al blij zijn met een remise over twee partijen, maar nu kon alles gebeuren. We gingen namelijk "vetoschaak" doen. Iedereen had dus het recht om elke zet een zet van de tegenstander af te wijzen. Ewood had het spelletje al gauw door. Hij speelde een soort Pirc, waarbij hij mijn 2.d4 afwees (:S) en even later 3…Pxe4 deed. Mijn 4.Pxe4 werd vervolgens gevetood. Grr!

Ik probeerde er nog wat van te maken en voor m'n gevoel kreeg ik ook goede compensatie. Ik moest gewoon een keer twee slecht beveiligde doelen aanvallen, die ik dan kon opvreten. Ewood deed uit wanhoop maar het krankzinnige …e5??! en net op dat moment sommeert de lange barman om het bord om te draaien…

Gelukkig kon ik nog een redelijke stelling maken van de puinhoop. Ewood bracht een paard naar e6 en vetoode tot vervelens mijn …fxe6. Ik kon zijn Pxc7+ daarentegen weer vetoën. Opeens zag ik een lekker zetje: …Dxf2+, waarna wit gedwongen werd Kh1 te doen. Vervolgens ramde ik het paard op e6, waarna Ewood de klok stilzette en aan de lange barman vroeg of hij mat zou staan als hij vetoode en ik Df1+ zou spelen en dan Txf1 zou vetoën. Dat was inderdaad zo, dus moest Ewood knarsetandend met een stuk minder door het leven.

Ik besloot het "safe" te spelen, door eindelijk maar eens te rokeren. Helaas werd mijn koningsstelling daar kapot gevetood en kreeg ik allemaal irritante dameschaakjes om de oren, waar ik weinig meer tegen kon doen. Zonder tijd en zonder stukken hing ik maar de witte vlag uit. Kutspel…

Ronde 4

In de vierde ronde zouden we iets extreem moeilijks gaan spelen: cilinderschaak. Hierbij heeft het schaakbord geen horizontale begrenzing: de h- en de a-lijn zitten als het ware weer aan elkaar geplakt. Zo kan een loper op f1 naar g2, h3, a4, b5, c6, d7 en e8. Ofwel: na 1.g3 is 1…d6 al onreglementair. Voor vrijwel iedereen behalve de witte was het spel te moeilijk. Zoals Dave v/d K. al zei: "ik weet niet eens of mijn tegenstander wel een reglementaire zet doet" of zo.

Daarom gingen we maar iets sufs doen: de paarden gingen van het bord en mochten op een gunstig moment ingezet worden, alsof het een soort doorgeefschaak was. In mijn partij tegen Ruben Hilhorst gingen de dames er al vlug af (1.e4 d6 2.d4 e5 3.dxe5 dxe5 4.Dxd8+), waarna ik dacht dat de stelling prettiger was voor mij zonder de paarden. Ik kon de knollen inzetten op het moment dat ze wat pionnen aanvielen, maar zwart kon eveneens paarden inzetten om de pionnen weer te dekken. Uiteindelijk bleef er van m'n voordeel niet veel meer over. Met allebei nog zo'n anderhalve minuut accepteerde ik zijn remiseaanbod maar.

Ondertussen moest Ewood zich enorm haasten tegen Tom de Ruiter. Hij had nog twee seconden op de klok om een stelling met een dame en toren meer te winnen. Toen zwart niet direct mat ging, moest Ewood zwarts laatste pionnen opvreten, waarna hij nog een halfje redde. Tenminste, als zwart geen paard meer had achtergehouden, want dan had hij nog gewonnen. Gelukkig voor Ewood had Tom zijn biefstukken al lang voor die tijd ingezet.

Ronde 5

in de laatste ronde speelde ik tegen Fliffer. Aangezien alle "leuke" varianten van het spel wel geweest waren, gingen we weer met de dronken pionnen spelen. Hoewel de opening erg lastig was (een pion op d6 kon moeilijk verdedigd worden), raakte Fliffer uiteindelijk het spoor helemaal bijster. Keer op keer zette hij stukken voor mijn pionnen neer, die ik dan vrolijk pakte. Nadat Fliffer ook nog zijn dame op die manier weggaf, stond ik echt zo'n beetje het halve bord voor, waarna hij maar opgaf.

Zodoende zat het echte toernooi er om kwart over tien alweer op. Toen kwam het "echte" toernooi: bughousen, wat in de Nederlandse Wikipedia vreemd genoeg met doorgeefschaak is vertaald. En dat terwijl het duidelijk andere spellen zijn: met bughouse (door Nederlanders vaak uitgesproken als bʏkhʌus) mag je met schaak inzetten. We speelden met het zandlopertempo. In het begin speelde de chick van de jeugdopleiding mee, maar toen het kinderbedtijd was geweest, speelde de witte mee. Aan Behirders zijde vocht Yme B. mee. Ondanks een groot ratingtekort, vlogen we er vol in en dat leidde soms tot resultaten. Vooral toen Ewood besloot om tegen Behirder een passieve Schotse opstelling in te nemen met zwart. Vaak wint degene die op f7 (of f2) timmert, maar dat viel nu wat tegen. Vaak kon de verdedigende partij voldoende consolideren. Het meeste succes had ik dan ook met rustige drukstellingen, om pas na …d6 op f7 te beuken en wat leuks te doen op de witte velden.

Pas om half één, toen er amper nog mensen over waren, werden we gesommeerd te stoppen. De witte was al eerder afgehaakt, hij wilde wat eerder weg vanwege zijn werk. Bleef 'ie vervolgens nog gezellig aan de bar staan… Samen met Yme B. fietsten we weer terug naar huis. Dronkenpionnenschaak, bughousen, strategoschaak, ik had zo'n beetje alle varianten van het schaakspel wel weer gehad. Kan ik nog normaal schaken? Als dat volgende week maar goed gaat…

15 december 2010

Anderhalve maand computerproblemen

Spelletjesdag uitgesteld

Tegenwoordig kan niemand meer zonder computers. En computers kunnen niet zonder internet. Als student weet ik er alles van. Alle benodigde informatie is op internet (Blackboard) te vinden. Van een internetprobleem, zoals de afgelopen weken, word ik dan ook niet vrolijk. Gisteren is het probleem gelukkig verholpen, zodat ik weer een verhaaltje kan tikken en "Van Deursen" het weer kan lezen.

Sinds begin oktober woon ik in Amstelveen. Vooraf verheugde ik me op het hebben van een eigen laptop. Als schaker kun je bijna niet meer zonder: hoe kun je je anders nog voorbereiden tijdens een buitenlands toernooi? In ieder geval had ik nu een nieuw apparaat dat ik naar eigen inzicht kon invullen, niet zo chaotisch als het ding thuis. Daarnaast had het ding minder tijd nodig om op te starten en maakte het ook geen storend lawaai. Bovendien kon ik weer op Dominategame. Dat waren ook wel de enige pluspunten van het verhuizen, dacht ik toen. Inmiddels ben ik wat optimistischer. Het studeren valt me nog steeds zwaar, maar met mijn huisgenoten kan ik het goed vinden. Vandaar dat het me ook leuk leek om een spelletjesavond te organiseren, maar daarover later meer.

Al gauw kwam ik erachter dat het computeren hier ook niet alles was. Er waren al snel internetproblemen. Dan had de een geen internet en dan de ander niet. Bovendien had ik door de studie en andere huishoudelijke taken ook niet al te veel tijd meer over voor leuke dingen. Vooral na de eerste week in m'n nieuwe huis had ik het echt even gehad.

In die tijd had ik nog wel MSN. Dat veranderde anderhalve maand geleden, toen ik MSN per ongeluk had laten updaten. Een van de weinige rustige dagen ging volledig op aan pogingen om de update weer ongedaan te krijgen. Dat lukte mooi niet. In de week die volgde, zat ik geregeld op e-Buddy, maar vanwege het onbetrouwbare internet begon dat ook te zuigen. De verbinding viel steeds weg, waarna er een trage opstartprocedure volgde. In de tijd dat ik weer alle instellingen had hersteld en het gesprek wilde voortzetten, lag de verbinding er weer opnieuw uit. Samengevat in drie woorden: waardeloos!

In de weken die volgden, heb ik nog een aantal pogingen gedaan om MSN te herstellen, maar na verloop van tijd had ik er ook geen zin meer in. Het studeren begon steeds meer tijd te vergen. Zo had ik bijvoorbeeld op 3 december een presentatie over een artikel. Dat was uiteraard in het Engels. Het was de eerste keer dat de hele klas verplicht naar mijn Engelse gestamel zat te luisteren. Dat ik de presentatiemiddag aftrapte, hielp ook niet mee. Het verhaal leek nergens op. Wel was ik er een week mee bezig geweest, samen met mijn groepsgenoot Kasper.

Het was bovendien een periode zonder internet. Na een paar weken goed gefunctioneerd te hebben, was de verbinding opeens overal verbroken. We vroegen ons af of het door een storing kwam, want ook de OV-chipkaartlezers op de Sacharovlaan deden het niet. Zoals zo vaak bleken deze zaken niets met elkaar van doen te hebben gehad. Vorige week kwam er eindelijk een pipo om het internet te repareren. Hij trok een aantal snoeren door het huis, waarna we internet zouden moeten hebben. Dat was echter niet het geval. Weer ging er een internetloze week voorbij.

Maandag zou hij er weer moeten zijn. Ik was speciaal vanwege het internet nog enigszins op tijd naar Amstelveen gekomen, maar daar aangekomen bleek dat de internetpipo's pas dinsdag zouden komen. Had ik dus weer geen internet…

Gisteren waren ze er dan eindelijk. Het probleem zou liggen in een foute instelling. Na veel gedoe was het internet dan eindelijk hersteld, waarna de twee nog wat schoonheidsfoutjes wegwerkten, zoals het wegwerken van een internetkabel, waardoor mijn kamerdeur niet meer dicht kon.

Sinds gisteren heb ik dus weer internet. Ik heb maar gelijk MSN gedownload, waarna ik me nog ging uitleven op internet. Ik had weer een achterstand in te halen. Het resultaat is wel dat ik de afgelopen dagen weinig aan mijn studie heb gedaan. Daarbij komt dat ik me de laatste dagen ook niet al te best voel (keelpijn en zo), dus daarom leek het mij slimmer om volgend jaar een spelletjesavond (of -middag) te organiseren. Vanwege de drukte in de weekenden (ik heb de afgelopen vijf zaterdagen besteed aan schaaktoernooien) en de afwezigheid van internet doordeweeks, is de aankondiging er ook niet van gekomen. Dat betekende niet dat een spelletjesdag voor mij niet hoeft, maar dat het vooralsnog vrij lastig valt te combineren met mijn studie en het (min of meer) zelfstandig wonen.

Daarom: wie is er voor een spelletjesavond in de eerste of tweede week van januari?

PS. Gaan jullie nog wat doen met oud en nieuw?

12 december 2010

BSG heer en meester in Enschede

BSG met dank aan Grotovsky veel te sterk voor Dr. Max Euwe

Enschede. Een grote stad vlak bij de Duitse grens. De hoofdstad van de oostelijke Randstad. Daar werd BSG afgelopen zaterdag geacht te gaan spelen. Niet tegen de eigenwijze schakers die onnodig opgeven, maar tegen niemand minder dan Dr. Max Euwe. Gelukkig speelden we niet tegen de wereldkampioen zelf, maar tegen het eerste team van de vereniging. Het team is een mengelmoes van Duitsers en Nederlandse talenten. Het is er altijd een vrolijke boel, Dr. Max Euwe is de club van Enschede. Sinds Ewood studeert is hij lid van de club en gelijk zijn zijn schaakprestaties verbeterd. Hij kent de spelers redelijk en speelde als dubbellid wat informatie door naar BSG, dat de KNSB-wedstrijd mede daardoor eenvoudig won.

Voor Ewood, die voor deze gelegenheid zijn clubshirt had aangetrokken, was de confrontatie eigenlijk gewoon een thuiswedstrijd. "Grotovsky" kon in zijn kamertje lekker uitslapen, terwijl zijn teamgenootjes een twee uur durende treinreis maakten. Voor de helft van het geld, dat weer wel. In Enschede stond hij ons op zijn fiets vrolijk op te wachten, waarna hij ons de weg wees naar de speelzaal.

In de speelzaal stonden 26 (!) liveborden te wachten om de zetten van de drie teams van Dr. Max Euwe uit te zenden. Voor BSG was het een spannend moment: hoe zou de opstelling uitpakken? Verwacht werd (inside-information!) dat de thuisploeg het eerste bord zou "opofferen". Daarom hadden wij daar Die Tatjana opgesteld. Aan bord twee zou Leon spelen en pas op het derde bord werd ons "kanon" Der Alexander opgesteld. Zou de thuisploeg ons "naaien" door voor de verandering niet met een tactische opstelling te spelen?

Aan de opstelling was te zien dat de thuisploeg wel had geanticipeerd op een "normale" opstelling: Evert Rademakers, volgens Grotovsky een remiseschuiver, werd aan het hoogste bord opgesteld met de bedoeling Berelowitsch op remise te houden. Door die tactiek ging nu mooi een dikke streep. Aan bord 2 speelde Floris van Assendelft, een creatieve hakker die op het punt staat IM te worden. Aan bord 3 had de thuisploeg topscorer Bart Konijn uit de hoge hoed getoverd, dus dat was ook geen kattenpis. Grappig genoeg hadden beide teams een vrij normale opstelling bedacht, afgezien van het eerste bord. Het "tactische" gedeelte streepte mooi tegen elkaar weg, waardoor BSG op vrijwel elk bord een klein ratingvoordeel had.

Wedstrijd

De wedstrijd Dr. Max Euwe-BSG werd aan twee tafels gespeeld: aan de ene tafel stonden de even borden en aan de andere tafel de oneven borden. Ik zat daardoor als zevendebordspeler tussen Large (5) en invaller Coen (9) in. De BSG'ers zaten met de ruggen naar elkaar toe, terwijl de thuisploeg aan de randen zat. De wedstrijdleider was hier niet zo gelukkig mee, omdat de spelers van Dr. Max Euwe hierdoor naar elkaar zouden kunnen seinen. Niet dat ik er bang voor was, maar de BSG'ers zaten wel een beetje in de verdrukking, wat niet helemaal eerlijk is.

Hoewel de ingrediënten voor een lastig middagje aanwezig waren, werd het een complete walk-over voor BSG. Het begon allemaal bij Coen, die de dag voor de wedstrijd werd opgeroepen. Ptr wilde niet voor Robert Ris invallen, want hij wilde liever tegen Pete Paylen spelen. EB moest zich de blaren op de tong praten om de oudste Van der Heijden te laten invallen. Lenaard vond het niet eens een probleem om desnoods nog een partij met zwart te spelen. Pas na lang aandringen ging Coen akkoord. Het resultaat was er niet minder om. In het Tweepaardenspel won Coen een pion, terwijl zwarts compensatie steeds twijfelachtiger werd. De ongelukkige zwartspeler gooide er zowat al zijn bedenktijd tegenaan, maar verder dan een verloren eindspel kwam hij niet.

Large en Behirder waren vrijwel tegelijkertijd klaar. Hoewel Behirder in de trein nog naar de Franse opening had gekeken, kreeg Large die opening juist op het bord. Echt openingsvoordeel krijgt hij ook niet. Lange tijd gaat het positionele gevecht gelijkop, totdat een paard op h5 zich in de strijd mengt en een loper op e8 met schaak verorbert.

Heel wat groter waren de openingsproblemen bij ondergetekende, die net als vorig jaar in Dieren tegen Ton Ellenbroek speelde. In de databases is hij te vinden met een FM-rating, inmiddels is hij zelfs gezakt tot onder de 2000. Soms speelt de beste man solide partijen, maar soms blundert 'ie als een kind. In de opening vond Behirder het in ieder geval nodig om lang na te denken. In het Scandinavisch werd een onnauwkeurigheid meteen afgestraft. De witte stelling zag er niet al te hoopvol uit, maar na een paar mindere zetten van zwart kwam er een min of meer gelijkwaardig middenspel op het bord. Tegenwoordig mag ik dus al blij zijn als ik met wit niet met groot nadeel uit de opening kom… Vervolgens rook mijn tegenstander zijn kans en besloot op winst te spelen door de stelling uit balans te brengen. Een loper werd geruild voor een paard, waarna Behirder demonstreerde waarom een loper in een eindspel doorgaans sterker is dan een paard. Over het technische gedeelte was ik wel te spreken, maar het was me op eigen kracht nooit gelukt om te winnen. In ieder geval had ik mijn eerste competitiezege van het seizoen binnen.

De stand was dus 3-0 voor BSG en daar kwam nog een puntje van FM Henk bij. Hij had een rommelige partij weten te winnen. Echt tevreden was Henk niet. Hij had een foutje gemaakt in de opening, waardoor hij minder was komen te staan. De stelling bleek echter licht ontvlambaar, want binnen de kortste keren stonden her en der stukken aangevallen. In de analyse leek het erop dat het witte flensje de slagenwisseling haast ongeschonden zou moeten overleven, in de partij kreeg zwart echter de overhand. Schuine Tim offerde nog een stuk, maar de "tegenaanval" werd probleemloos opgevangen.

Het eerste matchpunt werd binnengehaald door Grote Beer, die in een complexe Spaanse stelling ergens een kwaliteit had gewonnen en de boel vervolgens uitschoof. Voor de niet-GM's was de partij waarschijnlijk even ondoorgrondelijk als voor de gewone huis-tuin-en-keukenschaker.

Na de tijdnoodfase verzuchtte Ton dat hij het had verprutst. Een iets betere stelling was omgeslagen in een zo goed als verloren eindspel. Na de tijdcontrole had de witspeler alle tijd om even een winstvariant uit te rekenen. Hoe groot is de verbazing dan ook als blijkt dat het remise is geworden. Wit besloot namelijk maar zetten te herhalen, waarna Ton slim remise aanbood. Zodoende was de wedstrijd al beslist.

Ewood was niet al te blij met de opening die hem werd voorgeschoteld. Het bleek echter dat de witspeler zijn slappehapvariant ook niet echt kende, waardoor hij al snel positioneel verloren kwam te staan. Ewood rokeerde vrolijk lang en schroefde zijn h-pion wits stelling binnen. Het loperpaar kwam zodoende nooit tot zijn recht. Ewood won twee pionnen en gaf er toen eentje terug om in een gewonnen eindspel te komen. Zodoende had "Grotovsky" tegen zijn oude team gescoord. Aangezien hij zijn respect voor zijn tweede club niet kon laten blijken door het juichen achterwege te laten, besloot hij maar "sorry" te schrijven achter de uitslag op het scorebord.

De stand was zodoende een fenomenale ½-6½. De vraag was of er nog veel bij zou komen. De evaluaties van de resterende partijen veranderden met de zet. Zo moest Die Tatjana aan #1 een iets minder toreneindspel keepen, veel kon er niet misgaan. Leon had een kwaliteit tegen een pion meer. Ook hier leek een remise een logisch resultaat, al weet je het met Leon nooit. En ten slotte Lenaard, die als een krant stond, maar zich nog taai verdedigde. Wie weet zou dat dus ook remise worden.

De partijen duren en duren maar voort. Die Tatjana heeft het zichzelf iets moeilijker gemaakt dan nodig was. Met een doordringende blik voert ze steeds de zetten uit, een beetje arrogant. Alsof ze wil zeggen: "Waarom speel je nog door, dit is potremise." Maar Evert R. laat zich niet intimideren. Hij wil alle mogelijkheden van de stelling benutten. Tatjana ploetert voort. Met tegenzin worden er wachtzetten uitgevoerd. Maar dan gebeurt het. In de veronderstelling dat alles wel remise is, maakt ze het wel heel bont. De koning wordt naar Siberië verbannen en de laatste witte pion wordt geruild. Terwijl zwarts g-pion naar de overkant loopt, houdt de toren de witte monarch aan de grens tegen. Bijna op Wüstefeldiaanse wijze is ze tegen een nul opgelopen.

Beter vergaat het Leon, die er in het eindspel lekker voor gaat zitten. Floris, die aanvankelijk (naar eigen zeggen) goed had gestaan, kon mentaal niet meer overstappen naar het verdedigen van een lastig eindspel. Leon klaarde de technische klus vervolgens als een echte prof.

Lenaard liet ons vervolgens nog in spanning. Zijn passieve stelling was nog verbazingwekkend venijnig. De witspeler slaagde er in ieder geval niet in om een weg naar de winst te vinden en begon te klooien. Opeens moest wit oppassen. Lenaard kwam dan ook gewonnen te staan, maar hij had er wel een hoge prijs voor moeten betalen: hij had weinig tijd meer. Een psychologisch probleem? Een probleem van de laatste tijd? In tijdnood beginnen foute gedachten door zijn hoofd te spoken en slaagt hij er niet in om de partij ook te winnen. Een afwikkeling naar een verloren pionneneindspel is het trieste gevolg.

Daardoor bleef de teller staan op 7½ punt, desondanks een ongekend ruime overwinning. Na de magere duels tegen SOPSWEPS en Philidor was dat ook wel nodig. Toch overheerste er niet het gevoel dat we ook fantastisch hadden gespeeld. Dat kan positief of negatief worden uitgelegd. Ik vrees dat we gewoon hebben geprofiteerd van een off-day van de thuisploeg. Volgende wedstrijd, tegen Purmerend, zal allesbepalend worden voor het kampioenschap. BSG zal die wedstrijd moeten winnen en waarschijnlijk is daar meer voor nodig dan wat we nu hebben laten zien, niet in de laatste plaats omdat we daar geen infiltrant hebben rondlopen.

Uitslagen

Dr. Max Euwe (2178) – BSG (2262) 2½-7½
1. E Rademakers (2183) – T Rozenfeld (2137) 1-0
2. F van Assendelft f (2331) – L Pliester m (2358) 0-1
3. B Konijn (2219) – A Berelowitsch g (2575) 0-1
4. T Lammens f (2283) – H van der Poel f (2244) 0-1
5. F Brümmer (2138) – La Ootes (2383) 0-1
6. P Wilde (2239) – T van der Heijden (2259) ½-½
7. T Ellenbroek (1991) – J de Groote (2132) 0-1
8. C Scho (2154) – E de Groote (2291) 0-1
9. A Bündgen (2082) – C van der Heijden (2054) 0-1
10. L Compagnie (2161) – Le Ootes (2187) 1-0

Na de wedstrijd leidde Ewood ons naar het stadscentrum, waar we bij een Mexicaan gingen eten. Hoewel we niet altijd het juiste gerecht kregen, was de bedieningssnelheid wel in orde. Desondanks was het alweer bijna twaalf uur voordat ik thuis was. Een lange werkdag zat er weer op. 😉

04 december 2010

BSG-kwartet roze muis in Hertogstad

Treinen, zelfvertrouwen en sociale netwerken

Gisteren werd het NK Snelschakkampioenschap voor Clubteams gespeeld. Dit toernooi is een beetje de grote broer van het SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams, dat een aantal weken geleden werd gespeeld. Het toernooi werd door de plaatselijke vereniging HMC (Hertogstad Max Euwe-Combinatie) georganiseerd. HMC is al jarenlang verbonden aan de arbeidsintegratieorganisatie Calder, dat het toernooi sponsorde. Het toernooi werd voor de tweede keer gespeeld en wel in de Verkadefabriek, dat tegenwoordig voor verschillende typen van drama wordt gebruikt. Vandaag kwamen er echter busladingen bezopen schakers aan.

De heenreis verliep nog vrij gesmeerd, afgezien van vermeende problemen tussen Bussum en Hilversum, waardoor ik door m'n ma naar Hilversum werd gebracht. Ik vergat ditmaal geen kaartje te kopen en ik kwam probleemloos aan in Utrecht. Daar stond ik vervolgens blauw te bekken, wachtend op de trein naar Den Bosch. Ik ging maar in de stationshal wachten op Le en La, die vanuit Amersfoort kwamen en eveneens in het spoorwegknooppunt van Nederland moesten overstappen. Op het station vermaakte ik met een gratis treinkrantje, dat echter van vrijdag bleek te zijn. Toen Le, La, Robert Ris en de trein er eenmaal waren, waren we er zo: de reis naar Den Bosch verliep voor m'n gevoel verrassend snel en de fabriek was ook zo gevonden.

Toernooi

Eenmaal binnen was het wachten op een openingspraatje. Dat duurde niet al te lang. De burgemeester van Den Bosch mocht ook nog wat zeggen. Hij vertelde dat hij van een of andere schaakkampioen uit de 19e eeuw afstamde en dat hij het zelf ook nog deed. Verder was het praatje niet langer dan nodig was, waarna we maar begonnen. De indeling hing er al. We zouden tegen het derde team van de organiserende vereniging spelen. Dat zou dus gesneden koek moeten zijn voor spelers van ons kaliber. Viel dat effe tegen… Zelf speelde ik tegen Loek Mostertman, een oude man, die echter wel goed bleek te kunnen schaken. In een Worrall deed 'ie gauw a2-a4, waarop ik met …Ta8-b8 reageerde. Er werd geslagen en al snel kwam wit met d2-d4. Mijn paard op c6 kreeg het Spaans benauwd door de dreigende opstoot d4-d5. Ik besloot het centrum maar op te geven, waarna ik niet kon verhinderen dat ik steeds slechter kwam te staan. Om de boel te dekken, moest ik steeds meer stukken in de vuurlinie zetten, maar tot mijn geluk bleven grote materiaalverliezen uit. De enige pion die ik verloor, had ik zelf weggegeven. In het eindspel liep ik mijn tijdsachterstand in en wist ik het evenwicht te hervinden, waarna de partij in een zettenherhaling eindigde. Dat was nog niet zo slecht.

De witborden wonnen verder, terwijl Large zich met een leuk patgrapje redde tegen Brent Burg. Zodoende werd het dus 3-1.

In de tweede ronde speelden we tegen HMC 1. Zij hadden een erg sterk team. Aan het hoogste bord speelde Gemini, die werkelijk waar fenomenaal speelde. Daarnaast hadden ze nog wat jonge IM's, zoals Roi Miedema, waar ik tegen speelde. Liever had ik wit gehad tegen iemand van mijn niveau, maar tegen zijn Russisch had ik misschien wel remisekansen. Helaas speelde ik in die partij alsof ik het Russische alfabet moest ontcijferen. Ik koos een vreemd plan en boette een pion in, waarna ik probeerde in de tegenaanval iets te bereken, alsof ik met zwart een Marshall Attack speelde. Helaas was de toren op a2 aan m'n zicht onttrokken, waardoor mijn Lg5?? werd beantwoord met …Df6xf2+ en mat op de volgende zet. Dat was niet zo slim. Ik was al gauw klaar en ik bleef een beetje levenloos zitten. Naast me zag ik hoe Le tegen Jeroen Bosch speelde. Hij had een goede stelling, want ik zag talloze goede zetten voor hem, maar helaas voerde hij de meeste ervan niet uit. Op een gegeven moment kon Le een dame winnen, waarna Bosch nog een soort wanhoopspionoffer deed en Le de dames ruilde… Na wat vereenvoudigingen zag ik pas dat Le een stuk meer had. Ondertussen had Large gewonnen van Twan Burg en leek Le de trucs te omzeilen. Een stuntje leek in de maak. Helaas had Le geen al te vaste hand in het naar winst voeren van de stelling, waardoor hij uiteindelijk gevlagd werd en BSG met 3-1 verloor, omdat Robert Ris kansloos was tegen Erik van den Doel.

Na afloop liet Le zien hoe hij binnen tien zetten een stuk won in de opening. Een elementaire wending waar Bosch nog dagenlang nachtmerries van zal hebben. Kansen creëren is mooi, maar de bal moet uiteindelijk ook nog in het doel getikt worden. Een gemiste kans voor open doel om de gedoodverfde favoriet punten af te snoepen derhalve, al kon ik de nederlaag natuurlijk ook vooral mezelf aanrekenen, omdat ik als een kind verloor in een remiseopening.

Dat vervolgens de wedstrijd tegen ASV verloren ging, was helemaal een domper. Ondergetekende maakte het opnieuw het bontst door tegen Peter Boel in de opening te klooien en op een zeldzaam amateuristische manier twee pionnen in te boeten. Nodeloos te zeggen dat er geen greintje compensatie voor was. Met twee minuspionnen werd er nog geprobeerd tegenspel te zoeken, maar alle bedachte slimmigheden faalden opzichtig. Wel werd de strijd gerekt tot het verre eindspel. De rest van het team maakte ook geen al te krachtige indruk, alleen Robert Ris wist te winnen.

Na twee krankzinnig slechte partijen, waarin ik traag en ook nog eens slecht speelde, vond ik dat het roer maar eens moest worden omgegooid. Ik moest maar eens sneller gaan spelen. Dat zou de kwaliteit van de zetten waarschijnlijk alleen maar ten goede komen. Tegen Utrecht 2 speelde ik echter tegen Michel Kerkhof, iemand met een rating (sorry!) waarvan ik dacht: "Als ik daarvan verlies, dan is er echt iets mis met me", dus speelde ik juist erg voorzichtig in de Siciliaan die hij me voorschotelde. Op een gegeven moment zag ik echter dat ik een grapje had toegelaten wat een pion zou kosten. Mijn geluk was dat ik de truc helemaal niet goed was en toen mijn tegenstander er gretig op inging, won ik binnen en paar zetten grof materiaal. Daarna speelde ik de stelling met een toren meer moeizaam naar winst. Ik had in ieder geval een overwinning te pakken en dat deed me deugd.

Het team won ook dik. De Utrechtse eersterbordspeler, Vincent Deepeveen, dacht al "4-0" te kunnen invullen, maar daar stak Le, die tegen angstgegner Gilbert Vrancken speelde, een stokje voor door een voordelig eindspel in remise te laten verzanden.

Als beloning voor de zege mochten we tegen HMC 4. Zij hadden de talentjes aan de hoogste borden gezet, waarna "opa" Eric de Moor (haarleeftijd: een jaar of 50, echte leeftijd: een jaar of 20-25) het laatste bord bezette. Behirder kende hem nog van eerdere ongelukkig verlopen confrontaties, maar hij wist desondanks af te rekenen met het Moorcomplex. Net als tegen Le tijdens het Nederlands Jeugdkampioenschap snelschaken voor clubteams in Mierlo (2008) kwam er een Aljechin-opening op het bord. Er kwam iets sufs met 2.e5 Pd5 3.Pc3 op het bord, waarna zwart veel pionnen in het centrum ruilde en over de f-lijn in de problemen kwam, net als tegen Le. De zwarte stukken konden geen activiteit ontwikkelen, waardoor ze uiteindelijk als schietschijf dienden.

De wedstrijd werd opnieuw vrij vlekkeloos gewonnen, maar ik weet niet meer of het ook met 4-0 was.

In de ronde voor de pauze speelden we tegen ESGOO. Behirder trad aan tegen chess prodigy Zyon Kollen. Hij speelde zijn stijl getrouw (?) de Spaanse huilvariant, waarin hij een paar vreemde keuzes maakte in de opening. Ik had het gevoel goed te staan, maar meer dan dat werd het niet. In een zinderende tijdnoodfase wist ik hem te vlaggen, iets wat hij zelf claimde. 😛 Soms zie ik het niet dat m'n tegenstander geen tijd meer heeft, in dit geval had ik zelf nog een paar seconden over en probeerde ik reglementaire zetten te blijven doen, zonder mezelf opeens mat te zetten. In zulke gevallen kijk ik doorgaans om de paar zetten even op de klok, waarvan de vlag al gevallen kan zijn. In ieder geval won ik mijn derde potje op rij, waardoor ik met een goed gevoel aan de pauze begon. Het team won volgens mij ook, ondanks dat Lenaard het (weer niet) kon bolwerken tegen Peter Bulwark.

In de pauze zat ik een beetje met de Oetoes opgescheept, of zij met mij. 2010 is voor Le het jaar geworden waarin hij naam gemaakt heeft in de schaakwereld. Volgens hem had het ONJK er sterk mee te maken, al zal het organiseren van het Pinkstertoernooi en dat kleutertoernooitje in het Goois Lyceum er ook wel aan hebben bijgedragen. Verder een beetje met de hoge heren in de schaakwereld aanpappen door op de juiste momenten "ja" te knikken, je haar roze verven en iedereen herkent je. Vol enthousiasme sprak Le over de mogelijkheden van de sociaalnetwerksite Facebook en hij wilde mij ook overhalen. Heb ik @#%& (ik zal het netjes houden) voor niks vijf jaar geleden een Hyves-account aangemaakt… Hyves is helaas zo goed als dood. Steeds meer mensen stappen over op Facebook en dat vind ik jammer. Zo denk je een "early adopter" te zijn, zo ben je een "laggard". Op Hyves is helaas weinig lol meer te beleven. Met mijn Master werd zelfs een STREEM-gemeenschap aangemaakt. Uiteraard voor Facebook. Omdat ik halsstarrig weiger op Facebook te gaan, mis ik voor het grootste gedeelte wat er bij mijn medestudenten omgaat. Vooral het gevoel dat ik niet echt deel uitmaak van de groep valt me dit jaar zwaar. In een groep vol buitenlanders voel ik me zelf een buitenstaander, maar om die reden op Facebook te gaan, zie ik weer als sociale chantage.

In ieder geval was het een vrij anoniem middagje voor mij als grijze muis. Als er iets in mijn richting wordt geroepen, is dat altijd voor een ander bestemd. Mensen vergeten m'n naam, als ze 'm al ooit gekend hebben. Misschien maar weer wat vaker onder m'n eigen naam posten op Utrechtschaak. Weet de rest van Nederland dat het forum ook stamgasten heeft die in nuchtere toestand achter het toetsenbord kruipen.

In ieder geval, het was na de pauze weer tijd om tegen een sterrenteam aan te treden. Het was de verzameling schaakmeesters van SC Utrecht. Behirder speelde aan bord 4 tegen Dharma Tjiam, een IM met een rating van 2382. En dat was dan nog het laagste bord… Dat de openingen van vroeger soms nog best goed waren, bewees de aanpak van de Pirc/Moderne Verdediging wel. De hele partij kon ik lekker op mijn eigen manier spelen. Ik stond ook de hele tijd beter, had ik het gevoel, maar in tijdnood werd het tricky. Met nog een halve minuut op de klok werd me opeens een paard ontfutseld, waarna we elkaar door de vlag probeerden te jagen. Op het eind werden er zo ontzettend veel rare zetten gedaan, dat ik de kluts kwijtraakte en het ene na het andere stuk weggaf. Gelukkig had ik nog wel een paar seconden over toen m'n tegenstander door z'n vlag was, dus won ik op een lelijke manier.

Het team kwam dankzij een halfje van Large tegen Martijn Dambacher nog in de buurt van een gelijkspel. Robert baalde dat hij vanuit een goede stelling had verloren van Benjamin Bok. BSG had dus wel kansen op meer, maar helaas. Helemaal terecht zal een overwinning ook wel niet zijn geweest.

De wedstrijd tegen de Stukkenjagers ging ook niet best. Behirder liet zich in een voordelig eindspel tegen Mark Clijsen de kaas van het brood vreten en kreeg een zure, doch welverdiende nul te slikken. Alleen Large wist te winnen. Hij versloeg een WGM. Het was vooral een klap dat "puntenkanon" Ris het even een paar keer liet afweten.

Dat BSG verloor van En Passant, dat was niet zo heel gek. Het team van snelschaakwonder Manuel Bosboom troefde BSG aan de hoogste drie borden af. Slechts Behirder kon wat terugdoen door in een rommelige partij Dick de Graaf te verslaan. De vissenverkoper kwam op de weinig gelukkige gedachte om af te zien van een zettenherhaling, waarna een spannende klopjacht op beide koningen eindigde in een gewonnen stelling voor ondergetekende en een gevallen vlag voor de tegenstander.

Tegen het tweede team van de Stukkenjagers deed Behirder zijn gelukkige overwinning direct weer teniet door als een krant uit een Ponziani te komen. Er was een korte periode waarin de opening frequent werd gespeeld door ene E. Grotovsky, die zijn ongelukkige broer er soms gemeen hard mee van het bord veegde. Vele jaren later kwamen de slechte herinneringen weer bovendrijven, maar niet de juiste zetten. Na vele vruchteloze denksessies stond het Apenhoofd er zowel qua tijd als qua stelling belabberd voor. Toen er nog een stuk werd weggegeven, was de afgang compleet tegen Reinier Jaquet (1910). Het team won volgens mij nog wel, hoewel ik dat niet kan rijmen met de uiteindelijke klassering, voor wie dat kan boeien.

In ieder geval speelden we weer op een hoge tafel (van 9 naar 2 in een ronde) en wel tegen Apeldoorn. Behirder speelde tegen Harmen Achijan, die een Siciliaan speelde. Behirder speelde een beetje vaag, maar niet heel slecht. Pas toen de gebruikelijke denksessies kwamen, werd het onduidelijker. De c-pion werd niet even een keer gedekt, waardoor zwart opeens over de tweede rij binnenkwam en binnen een paar zetten won. Le won nog wel knap van Sjefke, waarna Large een gelijkspel moest veiligstellen tegen Stefan Kuipers. Hij stond echter verloren en de benodigde winst (Ris had verloren van Roelieboelie) zat er niet in.

Het toernooi werd afgesloten tegen twee zwakke teams. Allereerst werd SHTV (wat een waardeloze afkorting…) geprakt. Ondergetekende speelde tegen Koos Roeleveld, een klein jochie, dat vrolijk Schots gambiet speelde en tot de ontdekking kwam dat je er hard mee kunt verliezen. Ik vond het wel sneu dat ik als kinderbeul had opgetreden. Omdat ik al snel klaar was, ging ik maar bij andere wedstrijden kijken, waardoor ik de overige partijen niet heb gezien. Het schijnt 3-1 te zijn geworden.

Vervolgens werd er nog lol getrapt met een straalbezopen Tom Bus. BSG speelde in de laatste ronde tegen Voerendaal. Le en La zaten vrolijk te kwekken met de charmantste man van het Zuid-Limburgse team. Hij herkende mij, maar kon er geen naam bij verzinnen. Pas na een aantal hints wist hij wie ik was, waarna hij voor ons wat drankjes bestelde. Door het vele bier kwam het schaken op de tweede plaats. BSG won wel, onder meer door een puntje van Behirder, die fraai uit de opening kwam, maar traag en warrig speelde, waardoor hij het uiteindelijk net op tijd redde. Dit overigens tot wanhoop van de omstanders, die zwarts "vlag" al eerder hadden zien vallen.

Het duurde nog even voordat de prijsuitreiking kwam. Hier kwam pas goed de tactiek van HMC naar boven om zo veel mogelijk prijzen binnen de vereniging te houden: behalve een zeer sterk team, hadden ze door handig te rouleren ook nog eens het leeuwendeel van de bordprijzen te pakken. Zo bleek Bart Miedema het beste vierde bord te zijn geweest met een perfecte score van… 9 uit 9. Dat was nog niks vergeleken Erik van den Doel, die 13 uit 13 scoorde aan het hoogste bord. Daarmee demonstreerde hij weer eens dat hij erg goed kan snelschaken, zoals eerder op het NK Internet van vorig jaar.

BSG had niks gewonnen. Met zeven overwinningen en zes nederlagen eindigde het grijzemuizenteam in de grijze middenmoot. De individuele uitslagen komen misschien op de toernooisite, maar durf ik niet mijn handen voor in het vuur te steken. Misschien willen de betrokkenen dat zelf nog toelichten.

Het was inmiddels donker geworden en we liepen weer naar het treinstation. Het was echter een zooitje op het spoor. De trein naar Utrecht Centraal had al vertraging, het ding schoot bovendien niet erg op. Het drama kwam nog op Utrecht Centraal, waar Behirder zijn trein voor zijn neus weg zag rijden. Het stomme ding had er al de hele tijd gestaan en net toen bekend werd dat het de trein naar Hilversum was, reed 'ie weg. Behirders enige troost was een gratis kopje thee, dat hij langzaam opdronk toen ook zijn twee makkers hem verlieten. De trein naar Zwolle was op hetzelfde spoor aangekomen en bleef daar nog lekker lang wachten. Ondertussen wist geen enkele conducteur welke trein nou waar naartoe zou gaan. Toen de trein naar Zwolle weg was gegaan, zou eindelijk de trein naar Hilversum komen. Toen ik een plaatsje had veroverd, bleek die ineens volgens een horde toegestroomde reizigers, ondanks de informatie op dat bord, toch weer naar Zwolle te gaan. Ik er weer uit, maar toen was de trein die vermoedelijk wel naar Hilversum reed ineens vertrokken…

Ik belde m'n ouders maar om me op Utrecht Centraal op te pikken. Ik kreeg bijna moordneigingen van dit amateuristische gedoe. De NS blies onlangs hoog van de toren door te roepen dat het spoor "winterklaar" zou zijn en dat problemen zoals in de vorige winter tot het verleden zouden behoren. Nou, er waseen sneeuwbuitje nodig om het hele systeem te ontregelen. Chapeau! Weer waren er talloze wisselstoringen die het treinverkeer nagenoeg platlegden. Die investeringen waren blijkbaar gewoon een wassen neus. Wie heeft het geld ervan eigenlijk in z'n zak gestoken? 

Maar het ergste is de gebrekkige communicatie. Hoe kan het nou dat zelfs de conducteurs/NS-medewerkers geen idee hebben waar die treinen naartoe gaan?

Uiteindelijk kwamen m'n ouders me maar ophalen, waardoor het verhaal met een sisser afliep. Een tip voor volgend jaar: houd het weerbericht in de gaten!