18 september 2017

Een weekendje Enschede

Afgelopen weekend begon de KNSB-competitie weer. Voor BSG stonden er twee uitwedstrijden op het programma: het eerste moest bij Apeldoorn op bezoek, terwijl het tweede tegen het derde van Max Euwe uit Enschede speelde. Prompt werd ik door Ewood uitgenodigd om een weekendje naar Enschede te komen.

De KNSB-teams van BSG hebben dit seizoen nieuwe teamleiders: Edwin Baart droeg na twaalf jaar het stokje over aan Thomas Willemze, terwijl Rein Brouwer werd afgelost door Ruben Hilhorst. Prompt werd besloten om niet met de trein, maar met een busje naar Enschede af te reizen. Een goed moment om aan teambuilding te doen. Er was plek zat, dus had ik ook prima meegekund, maar dat was logistiek helaas niet mogelijk.

Mijn weekend begon namelijk in Woerden, waar mijn uitgeverij haar 10-jarige jubileum vierde. Vorig jaar hadden ze ook de dag voor de KNSB-competitie een feest, maar dat moest ik vanwege een chaotische conferentie missen. Nu had ik geen excuses meer, dus toog ik naar de Eendenstad.

Op het feest werd ik direct welkom geheten door de uitgeefster zelf. De paar mensen die voor de ingang stonden, wekten de indruk dat de opkomst niet heel hoog was, maar binnen zag het zwart van de mensen. Mensen die bijna allemaal (veel) ouder dan ik waren, wat me niet echt op m’n gemak stelde. Al gauw begon het echte programma, dat startte met een terugblik naar hoe de uitgeverij tien jaar geleden uit het niets was begonnen. Daarna werden wat schrijfsters naar voren geroepen om een stukje uit hun boek voor te dragen. De eerste schrijfster was erg in haar nopjes over de kutwoordgrappen (letterlijk ja) en andere spitsvondigheden die ze in de tekst had verwerkt. Een oud wijf dat over haar seksuele fantasieën schrijft, daar draait m’n maag echt van om.

Aan het eind van de voorstelling ging een of andere kale man met een paardenstaart het muzikale hoogtepunt van de dag verzorgen, waarna ik maar naar buiten vluchtte. Daar werd ik door een oudere man aangesproken, die de voordrachten ook maar niks vond. Na een paar snacks en een paar glaasjes sap had ik het wel weer gezien, dus ging ik de trein naar Enschede maar pakken.

Op Kennispark, zoals Enschede Drienerlo tegenwoordig heet, stond Ewood me onder het viaduct op te wachten. We liepen/fietsten terug naar zijn hokje, waar ik mijn maagje met wat boterhammen vulde.

De dag erna was natuurlijk de grote dag. Ewood moest eerder weg. Hij overhandigde mij de huis- en de fietssleutel, waarna we eerst naar de supermarkt en daarna naar het station togen. We moesten nog behoorlijk opschieten, maar een paar minuten voordat zijn treintje zou komen, stonden we onderaan de trap van het perron. Volgens Ewoods berekeningen zou hij dan ruim op tijd in Apeldoorn aankomen. Dat stelde me gerust. Je wilt immers niet op het laatste moment voor een belangrijke wedstrijd binnenvallen.

Routinematig klapte Ewood zijn nogal aftandse portemonnee open, waarna hij op zoek ging naar het juiste pasje. Behalve tien Forum voor Democratie-pasjes vond hij echter niet zijn ov-chipkaart. Terwijl het dieseltreintje nietsvermoedend aan kwam rijden, zat Ewood in al zijn zakken te wroeten, ondertussen steeds radelozer wordend. Ik vertelde hem maar alsnog in te stappen en de problematiek aan de conducteur uit te leggen (waarbij ik natuurlijk weer was vergeten dat er helemaal geen conducteur op zo’n boemeltje meerijdt), maar hij bleef gewoon onderaan de trap staan zoeken naar het juiste pasje.

Pas toen de trein weg was gereden, had hij het pasje gevonden, waarna hij er maar van maakte dat zijn vertraging niet zo erg zou zijn. Terwijl hij op de volgende trein stond te wachten, reed ik maar weer terug naar zijn huis om de boodschappen uit te laden. Even later fietste ik weer naar de ingang van de campus, waar Kinky met me mee naar de speelzaal zou fietsen. Hij mocht de eer van het tweede team van Max Euwe verdedigen. Een eer die het afgelopen seizoen, toen alle teams van Max Euwe degradeerden, ernstig gekrenkt was.

We fietsten een fietssnelweg af, waarna we nog door half Enschede zigzagden totdat we de speelzaal gevonden hadden. In ieder geval was ik ruim op tijd, in tegenstelling tot de rest van het team, dat nog in de file stond. Klokslag één uur kwamen zij ook aan, waardoor de wedstrijden konden beginnen.

Over de wedstrijd valt niet veel te zeggen. Het regende remises. De toon werd al aan het derde bord gezet, waar Frans tegen een Duitser speelde, die al na tien zetten een remiseaanbod plaatste. Even later deed hij het weer. Uiteindelijk kwam Frans zo slecht te staan dat hij zelf op zoek moest naar remise. Een uiterst zwakke witbeurt.

Coen was aan het eerste bord gezet en leek Laurens Snuverink vanuit de opening volkomen weg te vagen. Het werd echter een beetje een rommeltje, waarna Coen een stuk offerde voor aanval en een zwik pionnen. Hij wikkelde af naar een gunstig eindspel, maar wist dat vervolgens niet te winnen.

Zelf deelde ik in de malaise aan de hoogste borden. Tegen een petje stond ik wat beter na de opening, maar in tijdnood verloor ik dat voordeel weer. Gelukkig deed hij het ook niet goed, zodat ik de tijdcontrole met een gunstige stelling haalde. Daarna miste ik echter een winst en liet ik hem tot overmaat van ramp ineens afwikkelen naar remise.

Het goede nieuws kwam van de onderste borden. Tom wist zijn 493e KNSB-wedstrijd in een overwinning om te zetten. Held van de dag was nieuwkomer Yme, die de shogi-kampioen van 2009 na heftige tactische schermutselingen versloeg. De overige partijen eindigden in remise, dus wonnen we met 5-3.

SG Max Euwe 3 (1911) – BSG 2 (2066) 3-5
1. Laurens Snuverink (1920) – Coen van der Heijden (2066) ½-½
2. Abdul Dellair (1971) – Jesper de Groote (2213) ½-½
3. Frank Grube (1891) – Frans Borm m (2143) ½-½
4. Kristianne Tempelman (1909) – Ruben Hilhorst (2037) ½-½
5. Andre Langendijk (1972) – Rein Brouwer (2047) ½-½
6. Wouter de Haas (1969) – Yme Brantjes (2055) 0-1
7. Vincent Vleeming (1842) – Tom de Ruiter (1969) 0-1
8. Jessica Groenewolt (1815) – Theo Slisser (1998) ½-½

Na afloop ging ik nog wat analyseren met m’n tegenstander. Mijn teamgenoten gingen naar de Chinees (anders gaan ze nooit uit eten, maar goed) en daar had ik niet zo’n zin in, dus ging ik maar informeren wat de spelers van Max Euwe gingen doen. Die gingen naar de Mexicaan. Dat leek me wel wat, dus ging ik mee als een soort verstekeling.

De gezamenlijke maaltijd ging heel anders dan wat ik bij BSG gewend was. Geen schaakbordjes, geen voorgerechten. Het ging daardoor een stuk sneller dan wat ik gewend was. Na afloop gingen we nog een ijsje halen. Mijn tegenstander wilde graag mijn ijsje betalen. Hij nam zelf een bakje met twee ijsbolletjes. Het wafeltje gooide hij meteen in de prullenbak. In gebroken Engels vertelde hij me onder andere dat hij na een lange inactieve periode weer begonnen was met schaken en dat zijn zoon Italiaans jeugdkampioen was.

Terwijl we de fietsen weer uit de gratis ondergrondse fietsenstalling haalden, nodigde Wouter de H. mij, Kinky en ene Onno uit om bij hem thuis een spelletje te spelen. Het werd uiteindelijk Captain Cool, een spel waar ik nog nooit van gehoord had. Ik was er dan ook niet heel bedreven in. Al m’n bedachte slimmigheden faalden steeds opzichtig, zodat ik een keer derde en een keer vierde werd.

Het was inmiddels alweer laat geworden, dus ging ik weer terug naar Ewoods hokje. De krullenbol had het beslissende punt gescoord tegen Apeldoorn en was natuurlijk in zijn nopjes. Net als vier jaar geleden won BSG de eerste wedstrijd van het seizoen met het kleinst mogelijke verschil van het team van Merijn van Delft. Een knappe prestatie, temeer omdat zowat het hele team problemen had op tijd in de speelzaal aan te komen. De twee in Duitsland woonachtige Oekraïners kwamen zelfs bijna een uur na aanvang van de wedstrijd binnen, wat natuurlijk zijn weerslag had op het gemoed van de spelers.

Ewood was nog wel enigszins op tijd. Thuis liet hij zijn partij tegen Arm-en Hachi-jan zien (die Y-ge Vis-ser-streepjes had hij voor de lol toegevoegd). Hij kwam goed uit de opening en sloeg toe met een paardoffer. Nou ja, toeslaan… De partij werd uiteindelijk pas in het eindspel beslist.

In ieder geval gingen we voldaan naar bed, helemaal omdat Max Verstappen in Singapore vanaf de eerste startrij mocht vertrekken. We gingen de race bij Kinky kijken. Ewood ging op zijn gammele fiets en ik moest achterop. Bij iedere oneffenheid in de weg priemde de bagagedrager in m’n achterste. Het laatste stuk heb ik daarom maar gelopen, wat ook niet zo’n succes was omdat ik een enorme blaar op m’n hiel had door mijn knellende winterschoenen.

De race was in feite na drie bochten wel weer voorbij, toen de Ferrari’s tegen elkaar reden en Max er nog tussen zat. Luisje profiteerde en nam de leiding over. Twee tamelijk saaie uren later had hij de race gewonnen die hij op voorhand nooit verwacht had te winnen. Het kampioenschap is nu al bijna in de tas voor hem.

Meer slecht nieuws kwam uit Den Haag, waar Ajax op een gelijkspel bleef steken. Beter nieuws kwam er uit Eindhoven, waar PSV op voorsprong kwam tegen Feijenoord. Terug in Ewoods hokje bleken ze ook daadwerkelijk gewonnen te hebben. Met een volle pens toog ik na een kwartiertje sportjournaal naar het station, zodat ik in de trein bij kon komen van een lang weekend Enschede.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten