Een berekenende outsider die wint als de concurrentie elkaar in de wielen rijdt: niet voor niets komt Ricciardo doorgaans in de demolition derby’s bovendrijven. In Monaco was dat niet het geval en domineerde hij de race ondanks een motorprobleem.
In Monaco wilde Ricciardo dolgraag revanche nemen voor de zege die hij twee jaar geleden door een volkomen verprutste pitstop misliep. Het zou moeten kunnen, want op het krappe stratencircuit kwam het op stuurmanskunsten en niet zozeer op motervermogen aan, dus dacht het team van Red Bull goede kansen te hebben.
Ricciardo stelde het Oostenrijkse team niet teleur: hij ging in alle sessies aan kop en zette zijn paarse bolide dus op pole. De andere Red Bull stond helemaal aan de andere kant van de startopstelling: door een crash in de laatste vrije training kon Max in de kwalificatie niet in actie komen, zodat hij in de race de rest van het veld voor zich uit moest jagen.
Aan kop bleven de posities onveranderd, wat betekende dat Ricciardo voor Fattle, Luis, Rijkunnen en Bottas Sainte Devote indook. Achterin had Max al meteen de twee Haasjes te pakken. In de openingsfase maakte hij tergend langzaam terrein goed. Eerst moest Ericsson eraan geloven, daarna Stroll en Hartley. Door een stop-and-go-penalty voor Sirotkin rukte hij op naar de veertiende plaats.
De koplopers rijden in de openingsfase op hun supersnelle, doch enorm kwetsbare hyperzachte banden een tempo dat niemand kan volgen, zodat ze al gauw hun bandjes in kunnen wisselen zonder al te veel plaatsen te verliezen. Na de pitstops is alles vooraan weer bij het oude, met Ricciardo voor Fattle. Achter hen komt Luis steeds meer onder druk te staan van Rijkunnen en Bottas.
De kopgroep schuift nog verder ineen als Ricciardo’s motor ineens vermogen verliest. Het euvel is precies hetzelfde als bij Luis en Rosberg jaren geleden in Canada: de MGU-K doet het niet meer. Destijds reed Ricciardo in de slotfase de kreupele Mercedes van Rosberg voorbij op weg naar de overwinning. Zelf heeft hij meer geluk: het gemis aan motorvermogen doet zich op de korte rechte stukjes minder voelen. Hoewel Fattle gauw het gat dichtrijdt, blijft hij daarna op een seconde van de Australiër hangen.
Achter Fattle schiet Luis ook niet echt op. Zijn tempo is zo laag dat Gasly, die nog steeds op de hyperzachte banden rijdt waar hij de race op begonnen was, sneller is. Ook Hülkenberg, die een heel treintje aanvoert, gaat op versleten banden sneller dan de kopgroep. Max is de laatste wagon van het treintje. Zijn ultrazachte banden zijn dusdanig versleten dat hij Alonso niet meer bij kan benen, dus haalt hij als een van de laatsten ook nieuwe banden. Hij laat de gevreesde hyperzachte banden omleggen, waarna hij het verloren gegane terrein middels een aantal ronderecords herovert.
Kort nadat Hülkenberg als laatste coureur zijn banden wisselt, houdt Alonso’s gangwissel ermee op. Daarmee is de Spanjaard opmerkelijk genoeg de eerste uitvaller van de race. Max ontdoet zich daarna van de andere Spanjaard, oud-teamgenoot Science. Een eerste inhaalpoging in de havenchicane mislukt nog, maar bij de tweede poging is het wel raak.
In de achterhoede is het op diezelfde plek letterlijk raak als Leclerc door een remprobleem vol op Hartley klapt. De Sauber-coureur ligt direct uit de strijd, de Nieuw-Zeelander weet zijn kreupele bolide nog in de pits bij zijn team af te leveren. Het betekent dat de virtuele safetycar vlak voor tijd toch nog zijn langverwachte opwachting maakt.
Vandoorne is de enige coureur die de neutralisatie aangrijpt om nieuwe banden te halen. Hij keert precies tussen Ricciardo en Fattle de baan op. Fattle laat bij de herstart een enorm gat vallen, zodat Ricciardo de race alsnog gemakkelijk wint. Achter hen is Luis zo traag dat hij met zes auto’s in zijn kofferbak over de streep komt. Naast Rijkunnen en Bottas zaten ook Ocon, Gasly, Hülkenberg en Max hem op de hielen.
Die twee puntjes na een incidentloze race stelden Max tevreden. Achter hem stelde een heel wat minder tevreden Science nog het laatste puntje veilig, voor Ericsson, Pérez, Magnussen, Vandoorne, Grosjean en de Williams’ van Sirotkin en Stroll, die, mede door een absurd hoog aantal bandenwissels, op grote achterstand werden gereden.
Ricciardo was natuurlijk door het dolle heen na zijn zevende overwinning. Het was de eerste zege die hij niet aan de pech of onkunde van de concurrentie had te danken. Integendeel, hij won de race terwijl hij zelf een groot technisch probleem had. De concurrentie likte haar wonden. Fattle zal zich wel achter de oren hebben gekrabd hoe een kreupele Red Bull hem nog te snel af kon zijn, terwijl Luis zal hebben afgevraagd hoe het kon dat hij die kreupele Red Bull niet eens bij kon benen. Mercedes zakte, net als vorig jaar, gigantisch door het ijs in het vorstendom. De kampioenen gaan nog steeds aan kop in beide kampioenschappen, maar de concurrentie is dichterbij gekomen. Over twee weken wordt dit spannende en krankzinnige seizoen in Canada voortgezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten