22 december 2018

Winter

“Ik heb lekker twee kerstdiners”, pochte ik de laatste tijd geregeld tegen wie het maar horen wilde. Ondanks dat ik pas iets meer dan een maand in dienst was, mocht ik zowel bij de oude als nieuwe werkgever bij het kerstdiner aanschuiven.

Vorige week dinsdag had ik mijn afsluitende kerstdiner van de VU in het Groene Paleis. Als lid van de feestcommissie was ik al in september bezig een geschikt restaurant uit te kiezen en dat is denk ik goed gelukt. Medefeestcommissielid Francis pakte groots uit door als een Sinterklaas een zak vol met frutsels die als een soort gelukskoekjes moesten dienen mee te sjouwen. Mijn spreuk voor de avond was: “The best things in life aren’t things”. Het was iets minder filosofisch dan het beroemde “das nichts nichtet”, maar het kwam wel in de buurt.

Daarna kwamen de gebruikelijke speeches en de gebruikelijke onderscheidingen. Als afzwaaiend feestcommissielid kreeg ik een trui met een opdruk van een Cookie Monster erop. Toen ik begin 2016 samen met Jamie in de feestcommissie stapte, noemden we onszelf namelijk zo. Had iets te maken met de Time Outs die ik altijd voor de lunch eet. Toen Jamie een jaar naar Amerika vertrok en Francis haar plaats innam, zijn we onszelf maar The Party Crew gaan noemen. Tegen de flitsende namen als The Spacecakes van de vorige en The Party Spatialists van de nieuwe feestcommissie kon ik helaas niet op. Wel ontwierp ik destijds dit flitsende logo:

Het logo van de feestcommissie toen ik er net in zat.

Het eten was van goede kwaliteit, hoewel de bediening aanvankelijk wat chaotisch was. Aan mijn tafel werden de bestelde drankjes nooit geserveerd en daarna ging er iets mis met de voorgerechten. Een nogal geïrriteerd “ik lust geen vis!” deed wonderen, want even later werd tot mijn verbazing een extra grote carpaccio voor m’n snufferd gezet, terwijl de enthousiaste Vietnamese dame voor me tegen heug en meug een onooglijk visprakje zat weg te bikken.

Tot slot ging ik nog mee naar een café waar Mathieu werkte, waar ik, nadat ik heel voorzichtig van een biertje had genipt, maar genoegen nam met een kopje thee. Iets voor twaalven vertrok ik weer om de trein richting mijn oranje bunker te pakken. Dat was me het dagje wel.

In de dagen die volgden, merkte ik dat ik wat last van m’n keel begon te krijgen. Mijn begeleidster op mijn werk was me al voorgegaan en, met de competitiewedstrijd van zaterdag in het vooruitzicht, besloot ik de vrijdag te gebruiken om weer op krachten te komen. Het lukte maar zeer ten dele, want op zaterdag voelde ik me nog niet best, wat wel duidelijk was toen ik in het restaurant de hele tijd m’n jas aanhield.

In de dagen die volgden, verbeterde mijn conditie niet, dus moest ik me afgelopen maandag op mijn werk ziek melden. Echt veel rust kreeg ik ook niet, omdat m’n pa op mijn slaapkamer zat te werken, waardoor ik maar achter m’n laptopje op krachten moest zien te komen. Al hoestend en proestend sleepte ik me door de grauwe en koude dagen heen. Ik douchte iedere dag zowel ’s ochtends als ’s avonds en ik smeerde me steeds met vicks in, maar de verkoudheid of het griepje wilde van geen wijken weten.

Doorzetter

Als er een 3hoog-strip in Enschede gemaakt zou worden, zou Ewood prima de rol van die Karlijn als eeuwige student in hebben kunnen nemen, al denk ik dat hij ook geknipt zou zijn geweest om in de voetsporen van Olivier te treden. Wat een veelzijdig ventje is het toch! Degenen die nooit in Utrecht hebben gestudeerd kan ik hier helaas niet van laten meegenieten, omdat Ype Driessen de fotostrips niet al te lang geleden van het internet heeft gegooid.

Op woensdag kreeg Ewood dan eindelijk zijn diploma, maar niet voordat hij zijn eindscriptie had gepresenteerd. Een aparte procedure. Zelf heb ik altijd alles klassikaal moeten presenteren, waarna ik veel later pas het cijfer kreeg. Rare jongens, die Enschedeërs…

Samen met m’n ouders en m’n tante had ik m’n zieke lijf vijf kwartier in het zwarte slagschip opgevouwen, om eenmaal aangekomen nog eens een uur te kunnen wachten omdat Ewood niet wilde dat wij bij zijn presentatie waren. Dat was even een lekkere binnenkomer. In de betonnen bunker was het verrassend druk. Kennelijk hadden de vaak wel erg kinds ogende studenten nog steeds les, wat niet zo gek is in de laatste week voor de kerstvakantie, maar wat ik desondanks niet eerder had meegemaakt. Anders was ik altijd in de zomer op de UT, een tijd van het jaar waarin de campus ook nog eens veel mooier is.

Nadat de jury zich had beraden over het cijfer, kreeg Ewood het felbegeerde papiertje dan toch, waarna hij wat ingetogen een krabbeltje zette en de felicitaties in ontvangst nam. Daarna gingen we nog wat drinken op de campus, om daarna nog eens half Enschede door te slenteren op weg naar de pizzeria. Daar aangekomen kreeg ik meteen servetjes aangereikt omdat m’n neus was gaan bloeden, iets wat verder niemand kennelijk was opgevallen. In het restaurant werd mijn pizza aanvankelijk niet bezorgd, waarna m’n moeder mij een paar stukken van haar pizza gaf, waardoor ik mijn eigen pizza niet eens half op kreeg. Na het eten ging Ewood terug naar zijn kamer, maar niet voordat hij een kaart van mij in zijn handen gedrukt kreeg.

Kerstdiner

Zelf voelde ik me donderdag nog steeds te brak om veel te doen, waardoor ik het kerstdiner van mijn nieuwe werk miste. Het gevolg was dat ik die avond weer met m’n ouders aan m’n veel te kleine tafeltje sperziebonen zat te eten, in plaats van dat mijn smaakpapillen werden verwend door okerkleurige suspensies en paddenstoelenschotels. Op Tweede Kerstdag krijg ik gelukkig een herkansing: dan mag ik zelf een kerstdiner bereiden.

Inmiddels is de astronomische winter dan eindelijk echt begonnen en ben ik weer op de weg terug. Ik hoop dat ik hierbij mijn gebruikelijke jaarlijkse snotterweek voor deze winter gehad heb. Wie weet wat voor geweldige activiteiten ik anders moet missen en welke knauw mijn sociale leven dan weer oploopt. Het beste ding in het leven is een goede gezondheid. Daar kunnen materiële bezittingen niet tegenop.

16 december 2018

Kwispelende staart redt BSG 2 tegen De Waagtoren

In de laatste competitieronde van 2018 ging het er in het Denksportcentrum vredelievend aan toe: zowel BSG 1 (tegen De Stukkenjagers) als BSG 2 (tegen De Waagtoren) deelden de punten.

Na een bemoedigend gelijkspel tegen AAS mocht BSG 2 ditmaal tegen het sterke team van De Waagtoren, dat meedoet om het kampioenschap in klasse 2B. De Alkmaarders moesten het wel stellen zonder sterspeler Yong Hoon de Rover, een flinke aderlating, dus lagen er kansjes op een stunt.

Daar leek het aanvankelijk nog niet op. Rein had overduidelijk zijn huiswerk niet gemaakt, blijkens zijn vraag of Agter met ch was. Tegenstander Frank Agter antwoordde uiteraard ontkennend. Hij bleek zijn huiswerk wel gemaakt te hebben en dat resulteerde in het volgende miniatuurtje:

Nauwelijks beter verliep de opening op het bord ernaast bij het Apenhoofd. Misschien lag het aan zijn verkoudheid, maar dat mag eigenlijk niet als een excuus gebruikt worden, omdat bijna iedereen wel iets onder de leden had. Tegenstander Danny de Ruiter zat bijvoorbeeld ook de hele partij aan de gemberthee. Het is weer die tijd in het jaar dat de virussen welig tieren en de lage temperaturen en het gebrek aan zonlicht maken mensen daar helemaal vatbaar voor. In ieder geval was de opening ook hier weer voor De Waagtoren, maar wist het Apenhoofd uiteindelijk toch nog de remisehaven binnen te varen.

De partijen werden mede mogelijk gemaakt door TuxTown Chessgame-Replayer.

Eind goed, al goed... Ook niet onbelangrijk: de vijfde remise op rij betekent dat het Apenhoofd binnenkort de CM-titel kan aanvragen!

Ondertussen had de staart van BSG al iets teruggedaan. Zo wist nestor Tom Rob Konijn, het levende bewijs dat eeneiige tweelingen verschillende speelsterktes kunnen hebben (zijn in het oosten wonende broer Bart heeft 200 ratingpunten meer), fraai met zwart te verslaan. Dit overigens tot afgrijzen van de Alkmaarse eerstebordspeler, die beweerde dat de opening totaal gewonnen was voor wit.

Voor de tijdcontrole zette Coen BSG 2 zelfs op voorsprong door op het laatste bord invaller Hebert Perez Garcia te verslaan. In een wilde partij, waarin het niet meteen duidelijk was wie de gevaarlijkste aanval had, offerde hij doodleuk een toren. Net op het moment dat Coen het geofferde materiaal terug kon winnen, ging de zwartspeler door zijn vlag. Het leidde tot wat verwarring, omdat de klok het increment erbij had opgeteld, waardoor het niet direct duidelijk was dat de zwartspeler ook daadwerkelijk door zijn vlag was gegaan.

Peter Hoekstra bekloeg zich over het geroezemoes naast hem, waardoor hij een iets betere stelling tegen Ruben in een nadelige stelling zag omslaan, maar uiteindelijk werd het evenwicht niet substantieel verbroken en werd de vredespijp gerookt.

De kleine voorsprong van BSG 2 was overigens geen lang leven beschoren, want de hoogste borden stonden op omvallen. Aan het hoogste bord kreeg opnieuw een Brouwer een Frank als tegenstander en opnieuw liep dat niet goed af voor BSG 2. Tegen de knappe Frank van Tellingen, die tijdens de partij geregeld als een Carlsen een uiltje knapte, had Timon maar heel weinig in de melk te brokkelen. Hoewel de partij nog lang duurde, stond het resultaat nooit ter discussie.

Ook niet best verging het Yme aan het bord ernaast. Tegen Jos Vlaming kwam hij niet lekker uit de opening, waarna hij de hele partij positioneel gemarteld werd. Een schijnoffer maakte een eind aan zijn lijdensweg.

Daarmee was de stand 4-3 in het voordeel van de bezoekers en moest Frans van de boomlange Daan Geerke winnen om er nog een gelijkspel uit te peuren. Zoals alle BSG'ers had Frans aanvankelijk weinig in de melk te brokkelen. In het eindspel wist hij echter een kleine kwaliteit te veroveren, waarna de bordjes verhangen waren en hij het eindspel meesterlijk won. Zodoende scoorde BSG 2 toch weer een puntje, een puntje dat bijna uitsluitend aan het sterke optreden van de staartborden te danken was. Door de nederlaag van SOPSWEPS tegen Paul Keres is BSG 2 zelfs van een degradatieplaats af.

BSG 2 (2058) - De Waagtoren (2129) 4-4
1. Timon Brouwer (1930) - Frank van Tellingen (2255) 0-1
2. Yme Brantjes (2071) - Jos Vlaming (2119) 0-1
3. Jesper de Groote (2209) - Danny de Ruiter (2312) ½-½
4. Rein Brouwer (2097) - Frank Agter (2236) 0-1
5. Frans Borm (2141) - Daan Geerke (2061) 1-0
6. Ruben Hilhorst (2014) - Peter Hoekstra (1948) ½-½
7. Tom de Ruiter (1947) - Rob Konijn  (2039) 1-0
8. Coen van der Heijden (2052) - Hebert Perez Garcia (2058) 1-0

Op dat moment stond het bij BSG 1 tegen De Stukkenjagers ook 4-4. Daar gingen de nodige drama's aan vooraf. Zo verloor Robert heel snel nadat hij zich tegen Stefan Beukema aan een vergiftigd pionnetje had vergrepen. Nog erger ging het eraan toe bij Ewood tegen de andere Beukema. Fanatiek bestookte hij de zwarte koning, maar hij maakte het zichzelf onnodig lastig door zich aan een pionnetje te vergrijpen. Het gevolg was dat zijn pionnenmassa krakend en piepend tot stilstand kwam, waarna hij een stuk achterstond en tot op het bot gefrustreerd kon opgeven.

Ook reden tot klagen had Ton, die tegen Mart Nabuurs in een heksenketel de betere kansen leek te hebben, maar te laat een eeuwigschaakmechanisme in de gaten had, waardoor hij slechts met remise genoegen moest nemen. Datzelfde resultaat was er voor Li, die tegen Bram van den Berg de hele partij beter stond.

Gelukkig gingen er ook nog dingen wel goed. Zo wonnen de zieke kipjes Large en Ruud, terwijl Frank, net als de Franken van De Waagtoren, zijn partij winnend wist af te sluiten. Door de nederlaag van Thomas tegen Mark Haast stond het dus 4-4. Alleen FM Henk en een of andere Spanjaard waren nog bezig. Henk stond zo goed als verloren, terwijl die Spanjaard een gewonnen toreneindspel leek te hebben. Kennelijk was dat gezichtsbedrog, want al gauw moest hij zijn winstpogingen staken. Gelukkig maakte FM Henk met twee stukken minder nog remise, zodat BSG met een blauw oog ontsnapte tegen de degradatiekandidaat. Erg blij was Henk niet met zijn resultaat, omdat hij na de opening zo goed als gewonnen stond. Toen hij zich vergreep aan een toren, kwam zwart er goed uit en waren de rollen omgedraaid.

BSG (2372) - De Stukkenjagers (2255) 5-5
1. Li Riemersma (2443) - Bram van den Berg (2206) ½-½
2. Jesús Garrido Dominguez (2407) - Mees van Osch (2289) ½-½
3. Robert Ris (2430) - Stefan Beukema (2402) 0-1
4. Ruud Janssen (2495) - Herman Grooten (2345) 1-0
5. Thomas Willemze (2400) - Mark Haast (2360) 0-1
6. Frank Erwich (2354) - Tijmen Kampman (2264) 1-0
7. Lars Ootes (2354) - Luuk Baselmans (2093) 1-0
8. Henk van der Poel (2244) - Jordy Schouten (2092) ½-½
9. Ton van der Heijden (2301) - Mart Nabuurs (2240) ½-½
10. Ewoud de Groote (2294) - Jasper Beukema (2258) 0-1

De dag werd afgesloten in het plaatselijke restaurant, waar ook Edwin Baart van de partij was. Na de vele partijbesprekingen kreeg Ewood op de terugreis nog een kans om iets van zijn dag te maken toen een mevrouw vroeg of hij een sigaret voor haar had. Hoe vaak maak je zoiets nog mee? In plaats van er zijn voordeel mee te doen, gaf hij een bot antwoord, waarna de kans verkeken was. Het was helaas exemplarisch voor zijn dag.