28 augustus 2022

Verstappen van een andere planeet

Max Verstappen heeft de concurrentie verpletterd in België. Gestart vanuit de achterhoede eindigde hij alsnog ver voor teamgenoot Sergio Pérez en polesitter Carlos Sainz, terwijl Lewis Hamilton voor het eerst dit seizoen de finishvlag niet zag.

Na een zomerstop van vier weken gaat in België traditiegetrouw de tweede seizoenshelft van start. Aangezien het snelle Spa-Francorchamps goede inhaalmogelijkheden biedt, is het ook een circuit waar teams gridstraffen incasseren om extra motoronderdelen in te kunnen zetten. Ditmaal zijn het er niet minder dan acht, waaronder Max en Leclerc, die daardoor achteraan moeten starten.

Het lijkt Max niet te deren. Het hele weekend rijdt hij de concurrentie op een hoopje. In de kwalificatie is hij niet minder dan zes tienden sneller dan de rest. Door zijn straf mag hij pas als veertiende starten, pal voor Leclerc, die in de kwalificatie vooral in dienst rijdt van teamgenoot Science. De Spanjaard eist door het wegvallen van Max de pole op, voor Pérez.

Zo goed als de kwalificatie voor Max verloopt, zo belabberd verloopt ‘ie voor Mercedes. Het Duits-Britse team had ongetwijfeld gehoopt door het verbod op flexibele bodemplaten weer echt vooraan mee te doen, dus is de zevende tijd voor Luis en de achtste voor Russle op twee seconden van de pole een ijskoude douche. Door alle gridstraffen mogen de extreem hard afgeveerde bolides nog wel als vierde en vijfde starten achter Alonso, die profiteert van de gridstraf van teamgenoot Ocon.

Een dag later speelt de Spanjaard onbedoeld een hoofdrol in de chaos in de openingsronde. De op de zachte banden vertrokken Science is goed weg bij de start, terwijl Pérez naast hem een poepstart heeft en nog voor de eerste bocht drie plekken kwijt is. Luis grijpt Alonso vervolgens aan op Kemmel. Aan het eind van het rechte stuk komt hij langszij en in Les Combes probeert hij de Spanjaard buitenom voorbij te gaan. Hij laat echter niet genoeg ruimte en wordt over het linker voorwiel van de Alpine gelanceerd. De Mercedes vliegt een paar meter de lucht in en bij neerkomst raakt het koelsysteem beschadigd. Na de concurrentie te hebben ondergesproeid moet Luis zijn gewonde Mercedes aan het eind van de ronde op de uitloopstrook parkeren, waarmee hij de eerste uitvaller is.

De race wordt kort daarna geneutraliseerd, maar niet voordat Latifi spint en Bottas uit de race veegt. De Canadees komt achter Leclerc, wiens remmen beginnen te koken door een tear-off die in zijn remkoeler verstrikt was geraakt, de pits in om zijn voorvleugel te vervangen.

Max is door de ongelukken vooraan alweer naar de achtste plek opgerukt. Als het veld na vier ronden weer wordt losgelaten, werkt hij zich in een mum van tijd naar de derde plaats op. Met Pérez, die zich in de chaos in de eerste ronde handig had hersteld van zijn slechte start, heeft hij meer moeite. Een keer weet Pérez de aanval af te slaan, maar de volgende ronde moet hij het antwoord schuldig blijven. Doordat Science ondertussen al naar de pits is gegaan, ligt Max ineens aan kop.

In het vervolg loopt hij hard weg bij Pérez, die even later zijn mediums in komt wisselen. Max wisselt een ronde later zijn zachte banden in en blijft Pérez ondanks een matige stop voor. Op nieuwere banden rijdt hij het gat naar Science rap dicht. Nog voordat de race op de helft is, gaat Max de Ferrari voorbij, om hard aan de horizon te verdwijnen.

Daarmee is de race vooraan wel beslist. Max doet het in de tweede helft van de race rustig aan om het materieel en de banden niet te zwaar te belasten. Toch blijft hij zijn voorsprong uitbreiden. Science valt niet veel later ook nog ten prooi aan Pérez, die er een dubbelzege voor Red Bull van maakt. In de slotfase moet Science zelfs nog flink aan de bak om Russle voor te blijven.

Zo makkelijk als Max door het veld heen was gekliefd, zo stroperig verloopt Leclercs opmars. De Monegask ligt na alle pitstops eenzaam op de vijfde plaats. Ferrari denkt slim te zijn door Leclerc vlak voor tijd nog van een nieuw setje banden te voorzien in de hoop het bonuspunt voor de snelste raceronde op te strijken.

De banden gaan er goed op, maar eenmaal terug op de baan wordt Leclerc meteen ingehaald door Alonso. Pas een ronde later gaat Leclerc de Alpine op Kemmel weer voorbij. Ondanks de slipstream en DRS slaagt Leclerc er niet in Max’ snelste raceronde van veel eerder in de race aan te scherpen. Tot overmaat van ramp blijkt Leclerc ook nog te hard door de pitstraat te zijn gereden, waardoor hij een tijdstraf krijgt en alsnog achter Alonso als zesde eindigt.

Max is dan al lang en breed gefinisht. Met zijn overwinning vanaf de veertiende startplaats overtreft hij zelfs nog zijn prestatie van net voor de zomerstop in Hongarije, toen hij als tiende mocht starten. Tevens pakt hij ditmaal het bonuspunt voor de snelste raceronde. Op ruim 17 tellen achterstand komt Pérez in de tweede Red Bull over de finish. Science eindigt bijna 10 tellen achter de Mexicaan als derde, met Russle niet ver achter hem.

Alonso wordt door Leclercs tijdstraf vijfde, terwijl Ocon zich knap herstelt van zijn gridstraf en niet ver achter zijn teamgenoot zevende wordt. Fattle komt na eveneens een sterke race als achtste over de streep, al had een zevende plek erin gezeten als hij zich in de slotfase niet had verslikt in Gasly. De Fransman, die traditiegetrouw de dood van landgenoot Anthoine Hubert herdacht, wordt na twee vroege stops negende. Het laatste punt gaat naar Albon, die zijn auto puur voor de rechte stukken had afgesteld en een niet te nemen horde vormde voor zijn achtervolgers.

Op zijn staart komen Stroll, Norris, Tsoenoda, Joe en Ricciardo aan de finish. Vooral Ricciardo, die in het begin van de race nog even zesde lag, was dat optreden precies wat hij niet nodig had om nog een teambaas van zijn rijkunsten te overtuigen. Op een ronde achterstand komen de Haasjes van Magnussen en Mick pal achter elkaar over de finish. De rode lantaarn is voor Latifi.

Door zijn overwinning verdedigt Max volgende week op Zandvoort een voorsprong in het kampioenschap van 93 punten op Pérez en 98 op Leclerc. Rijdt hij voor eigen publiek de concurrentie, net als vorig jaar, op een hoopje, of doorbreekt Ferrari daar zijn zegereeks?

10 augustus 2022

Een weekje terug in de tijd

Na een veelbewogen jaar vond ik het wel weer eens tijd worden voor een echte vakantie. Even een weekje ertussenuit om samen met Xiaomei te ontspannen en de batterij weer op te laden. Waar kun je dat beter doen dan in Denemarken, een land dat bijna net zo plat en klein is als Nederland, maar dan een stuk dunbevolkter. En het ligt ook nog eens om de hoek!

Werken, werken, werken. Als ze niet tot ver in de avond bezig is, dan is ze wel in het weekend bezig met inleidingen schrijven, PowerPointpresentaties maken of de kritiekpunten van de reviewers aan te pakken. Daar word je behoorlijk moe van, dus besloot ik Xiaomei en mijzelf een ontspannen vakantie cadeau te doen.

Goedkope overnachtingen in de buurt van Billund? Check! Kan ik vrij krijgen? Check! Gaan met die banaan! Ongeveer op die manier regelde ik exact twee weken geleden plotseling een korte vakantie naar Denemarken. In de eerste week van augustus zouden Xiaomei en ik lekker gaan ontspannen in de omgeving van Legoland.

Kaartje van Zuidwest-Denemarken en het uiterste noorden van Duitsland. Omcirkeld zijn de belangrijkste locaties: Billund, met Filskov ten noordwesten en Syvårssøerne ten zuidoosten ervan, de Fårup Sø ten oosten van Billund. In het zuiden bij de grens met Duitsland ligt Åbenrå.

Aangezien Jutland met de trein zo goed te bereizen is dat je 17 uur onderweg bent en vier keer moet overstappen, had ik bedacht om maar met de auto te gaan. Dat had verder als voordeel dat we geen treinen of vliegtuigen hoefden te halen, want daar was ik na onze avonturen in Griekenland wel een beetje op afgeknapt. Ik wilde per se een vakantie zonder deadlines, ook al betekende dat dat ik verder moest rijden dan ik ooit had gedaan.

Op de dag voor vertrek hadden de oude lui nog wat bemoedigende woorden voor me. Beppie: “Denemarken, dat is wel heel lang rijden!” Loulou: “Denk je eraan om wel genoeg wezels binnen te krijgen? Er zijn mensen die onderweg alleen maar bolletjes slikken en die kunnen dan de eerste twee dagen niet ******.” ’s Avonds laat toog ik naar het station om Xiaomei op te halen, zodat we de dag erna vroeg konden vertrekken. Ze had haar enorme paarse koffer mee, haar rugzak en twee tassen vol met koekjes en wafels, plus een partij kruiden.

Maandag 1 augustus

De dag erna gingen we met een volledig volgepakte auto op pad, op weg naar de Postgade in het nogal Russisch klinkende Filskov. Van tevoren was ik bang dat we misschien ergens nog een wegblokkade in zouden rijden vanwege de Boze Boeren die de laatste tijd met van die leuke ludieke acties komen. Gelukkig bleef het bij de Joegoslavische vlaggen die in groten getale langs de snelweg waren opgehangen. Wel kreeg ik nog de schrik van mijn leven toen er ineens een auto op de linkerbaan stilstond. Autopech op een ongelukkige plaats? Een botsing? Of toch een blokkeerboer? Ik was zo druk bezig met het ding te ontwijken dat ik het antwoord op deze prangende vraag schuldig moet blijven.

Pas in Duitsland kwamen de echte problemen. In het stuk voor Bremen werd doorlopend aan de weg gewerkt en schoot het totaal niet op. In Hamburg stonden we nog een tijd in de file, waardoor het al laat was voordat we de Deense grens hadden bereikt, ook omdat we voor de Deense grens wilden tanken. Ik sms’te onze gastheer maar dat we later dan gepland zouden komen, waarna ik prompt een nieuw adres in Filskov kreeg terugge-sms’t.

Denemarken is een van de landen in Europa die de euro niet hebben ingevoerd. Dat is misschien leuk voor ze nu de euro klap na klap krijgt, maar als toerist is het wel lastig. Op internet had ik de tip gekregen om niet, zoals in lang vervlogen tijden, in Nederland geld te gaan wisselen, maar om dat gewoon in Denemarken te doen. Dus toen we net de grens over waren, zijn we naar Åbenrå gereden in de hoop daar geld te wisselen. In de Amerikaans aandoende stad hadden ze een Aldi en een Lidl naast elkaar. Helaas had geen van beide supermarkten een geldautomaat. Gelukkig was er even verderop een bank en pinde ik een mooi voorraadje aan Deense kronen.

In Denemarken konden we gelukkig stevig doorrijden, waardoor we nog voordat het echt donker was geworden onze bestemming hadden gevonden in Filskov. Ik zette de auto bij een kerkje neer, waarna we het adres gingen zoeken. We liepen het terrein op, waar we een ouder echtpaar aantroffen. Zij bleken inderdaad de eigenaars van het hotel/de homestay/de Airbnb. Ik kwam er gelijk ook achter dat de tent die ik had gereserveerd ook echt een tent in de achtertuin was, maar gelukkig kregen we een stacaravan toegewezen omdat het die nacht echt koud was. Nadat we alles hadden uitgepakt, gingen we maar gauw slapen in de muf ruikende stommeltrommel uit het jaar nul. We wisten niet hoe we het ding van binnenuit op slot moesten doen, maar gelukkig was er verder toch niemand op het terrein, dus maakte dat weinig uit. Dat het zo rustig was, kwam goed uit, omdat er maar één badkamer was. Zo hoefde je ’s nachts niet in de rij te staan voor het toilet en kon je ’s avonds (of ‘s ochtends als je dat liever deed) meteen douchen.

Dinsdag 2 augustus

De dag erna kregen we pas de volledig verroeste sleutel van de caravan en gingen we naar de plaatselijke supermarkt om boodschappen te doen. Daar sloegen we de een hoop vlees en groenten in, zodat we die avond Yuxiang Qiezi (“Wat?! juuksie-ang kwiezie?” Nee, je spreekt het uit als juusjang tsjedze, een wat onooglijk drabje met aubergine en gehakt, maar het is wel verdomd lekker) konden maken. Ook sloegen we skrabeæg, hvedemel, jordbærmarmelade en natuurlijk solsikkeolie in om ’s ochtends (heel Amerikaans) pannenkoeken te kunnen maken.

Helaas hield het weer op onze eerste vakantiedag niet over. Een imposant regengebied trok vanuit het westen over het land, waardoor we het grootste deel van de dag onder de luifel hebben gezeten. Een prettige bijkomstigheid daarvan was dat Xiaomei alle tijd had om aan de revisie van haar paper te werken. Ze had van de redacteur van het tijdschrift niet meer dan twee weken de tijd gekregen om alle commentaar te verwerken, wat erop neerkwam dat het voor het einde van de week af moest zijn. Zo kwam er van een beetje lanterfanten alsnog weinig terecht. Zelf had ik speciaal voor dit soort dagen een dikke pil meegenomen, waardoor ik ook nog wat nuttigs kon doen.

Het avondeten konden we in een lekke broeikas in de enorme achtertuin bereiden. Er waren wat pannen en borden die we konden gebruiken, maar er was daarentegen geen warm water, waardoor we de pannen en de borden moeilijk schoon konden krijgen. Het afwaswater ging rechtstreeks naar de planten verderop. Misschien dat in die kas de eerste zeepresistente plantensoorten ter wereld staan.

Na het avondeten gingen we nog proberen om alvast kaartjes voor Legoland te kopen. Niet alleen waren de kaartjes op internet goedkoper, ook kon je dan zo doorlopen bij de ingang. Wel moet je van tevoren natuurlijk bedenken op welke dag je wilt gaan. Gezien de weersverwachting hadden we besloten dat vrijdag de beste dag was. Helaas wilde het betalen niet zo lukken, omdat je daar een creditcard voor nodig hebt. Die heb ik natuurlijk niet. Gelukkig kon je ook via Google Pay of Apple Pay betalen. Ik had er nog nooit van gehoord, maar wellicht zouden die apps uitkomst kunnen bieden. Helaas: ook hiervoor had je een creditcard nodig. Lekker geregeld, jongens! iDEAL is ideaal! Daar had ik nog speciaal mijn ING-scanner voor meegenomen… En met Paypal had ik ook uit de voeten gekund. Dat werd dus in de rij staan.

Woensdag 3 augustus

Op woensdag was het weer heel wat beter, dus trokken we eropuit. Volgens Tripadvisor was Syvårssøerne (daar om de een of andere reden aangeduid als Syvaarssoeen) de moeite waard. Het was nog een tijdje sturen omdat het natuurgebied voor ons aan de verkeerde kant van Billund ligt. Ook werden we, niet voor het eerst en ook niet voor het laatst, door Google Maps letterlijk het bos ingestuurd doordat het navigatiehulpmiddel ons een niet-bestaande afslag wilde laten nemen. Na een stuk terug te zijn gereden, besloot ik ons autootje maar op een parkeerplaats naast een provinciale weg neer te zetten. Vervolgens moesten we diezelfde provinciale weg met gevaar voor eigen leven oversteken om het bos te bereiken.

In het bos liepen we aanvankelijk helemaal de verkeerde kant op. Pas nadat we waren teruggelopen, kwamen we in het enigszins moerasachtige heidegebied uit. Helaas waren daar ook een heleboel schijtirritante insecten die de hele tijd nerveus om ons heen zaten te zweven en lek zaten te prikken, dus gingen we maar gauw weer weg. Zelfs op weg terug naar de auto bleven die beesten ons nog een hele tijd achtervolgen.

We eindigden de dag bij de Fårup Sø, een meertje dat ik nog kende van de zomervakantie met mijn ouders van heel lang geleden. In die tijd verwonderde ik me erover dat de beekjes die in het meertje uitmondden ook bleven stromen als het dagenlang niet geregend had. Waar kwam dat water vandaan? En verdampte al dat water weer, of stroomde het weer terug naar zee? Inmiddels weet ik de antwoorden op die vragen en vroeg ik me af of het er nog net zo zou uitzien als vroeger.

Xiaomei was ondertussen behoorlijk moe en ging aan een picknicktafel eerst even een uiltje knappen. Daarna daalden we af naar het meer, richting het bos. Teleurstellend was dat de bron van het klaterende beekje een afvoerpijp was, die het overtollige water van de nabijgelegen akker afvoerde. Het bos leek ook in niets meer op wat het vroeger was. Op het hoge gedeelte was een kampvuurkuil aangelegd. Het lagergelegen gebied was zeer drassig en volledig overwoekerd door planten. Door dit drassige gebied liep een loopbrug richting het meer, waar het flink woei. Na nog een heleboel foto’s van onszelf te hebben genomen, deden we de nabijgelegen camping aan. Ik moet zeggen dat helemaal niets eraan me bekend voorkwam. Na een rondje over de camping te hebben gemaakt, gingen we weer terug.

Donderdag 4 augustus

Op donderdag gingen we weer op weg naar Billund, niet om alvast naar Legoland te gaan, maar om lekker te zwemmen in Lalandia. Wat is er nou lekkerder dan om op een warme dag als dit in een tropisch zwemparadijs te gaan zwemmen? Eenmaal onderweg kwam Xiaomei erachter dat ze haar vleugeltjes was vergeten. Ze had de dingen, onverstandig genoeg, niet bij haar badpak gedaan. Zin om dat hele eind terug te rijden, had ik niet, dus zetten we de auto op de naastgelegen parkeerplaats.

Eenmaal binnen werden we begroet door een enorme overdekte hal, met allerlei saloons, winkeltjes en een midgetgolfbaan. Helemaal achterin was het Aquadome. Als dagjesmensen moesten we in de rij staan voor de entree. Helaas stond ik achter mensen die vooral leken te zijn gekomen om te praten in plaats van dat ze gauw een toegangsbewijs probeerden te bemachtigen. Na in totaal 600 kroon te hebben neergelegd, kregen we allebei een rubberen polsbandje om, waarmee we in konden checken.

Vervolgens gingen we naar de kleedkamers. Die van de dames was op de begane grond, die van de heren een verdieping hoger, dus werden we gelijk al gesegregeerd. Kleedhokjes waren er ook al niet. In plaats daarvan werden we geacht om ons in een enorme gemeenschappelijke kleedkamer om te kleden. Na me te hebben omgekleed, lukte het me natuurlijk weer eens niet om mijn spullen in een kluisje op te bergen. De instructies waren te vaag, mijn intelligentie te laag en gezichtsvermogen te slecht om er echt chocola van te bakken, dus liep ik naar beneden om in de gang op Xiaomei te wachten. Die snapte natuurlijk wel hoe het systeem werkte, dus kon ik mijn spullen uiteindelijk toch opbergen.

In het zwembad streken we neer op twee ligstoelen bij het golfslagbad. In het ondiepe gedeelte probeerde Xiaomei haar zwemvaardigheden aan te scherpen. De schoolslag lukte wel, maar het probleem zat ‘m in de ademhalingstechniek, waardoor ze steeds na vijf slagen uit het water moest komen om te ademen. Onze les werd ruw onderbroken door de golven, waarna we maar in een opblaasbare ring gingen dobberen. Na het Aquadome verder te hebben verkend en zelfs nog even het buitenzwembad aan te hebben gedaan, lukte het Xiaomei na een ademhalingsoefening eindelijk om te zwemmen, wat ze als een grote overwinning beschouwde. Wel had ze een schram op haar knie opgelopen doordat de bodem van het golfslagbad welhaast van schuurpapier was gemaakt.

De mooiste ervaring in het zwembad was vooral dat ik weer even kind kon zijn. In het midden van het Aquadome was een hele installatie opgetuigd met glijbanen en waterkanonnen. Het leukst waren die driehoekige emmers, die van bovenaf langzaam gevuld werden en op een gegeven moment topzwaar werden, waardoor ze in een keer met inhoud en al omkieperden. Dat was natuurlijk lachen als net op dat moment iemand onder die emmer door liep. Helaas had de centrale emmer de neiging om richting de loopbrug om te kieperen, in plaats van de drukkere trap. Als volwassene was ik lang genoeg om bij de emmer te komen. Door het ding tijdens het vullen scheef te houden, kon ik ervoor zorgen dat ‘ie richting de trap zou omkieperen. Een aantal nietsvermoedende voorbijgangers heeft op die manier onverwachts een niet hele warme douche gekregen.

Xiaomei zat me in de tussentijd, geheel tegen de huisregels in, van een afstandje te filmen. Eenmaal terug probeerde ze me onder zo’n emmer te duwen, zodat ik ook eens een plens water over m’n kop heen zou krijgen. Het plannetje mislukte natuurlijk en in plaats daarvan kreeg ze zelf een plens water over zich heen, waar ze niet echt om kon lachen.

Het zette misschien wel de toon voor de avond, want bij het verlaten van het zwembad ging het meteen al mis toen ik mijn polsbandje in moest leveren. Ik probeerde het ding in het daartoe bestemde vakje te proppen, maar nog voor ‘ie er helemaal in zat, ging het luikje al dicht. Helemaal dicht kon ‘ie niet omdat het bandje nog wat uitstak, dus ging het ding in een hoog tempo open en dicht, waardoor ik het bandje ook niet meer kon verplaatsen. Pas na een tijdje ging het luikje weer helemaal open en kon ik het bandje recht leggen. Daarmee deed ik het nog altijd beter dan degenen voor ons, die er helemaal een uur mee aan het prutsen waren. Xiaomei had het bandje in een keer in het vakje gekregen en was niet bepaald van mijn gehannes onder de indruk.

Het werd er allemaal niet beter op toen ik er op de parkeerplaats achter kwam dat je bij aankomst naar de automaat moest om een kaartje te kopen. Dat had ik niet gedaan en in de tussentijd zag ik iemand die verdacht veel op een parkeerwachter leek de nummerborden controleren, wat mij niet bepaald geruststelde. Eenmaal bij de automaat voerde ik alsnog mijn kenteken in, waarna ik door het systeem werd aangemeld. Gelukkig had ik in de tussentijd geen wielklem gekregen, dus reed ik schaapachtig naar de uitgang van het terrein. Daar ging de slagboom niet open voor de wanbetaler, al had ik ook geen idee waar ik m’n kaartje in moest voeren. Tot overmaat van ramp werd de rij auto’s achter me alsmaar groter.

Xiaomei besloot daarom maar uit te stappen om aan andere automobilisten te vragen wat de bedoeling was. Prompt ging de slagboom open. Het bleek dat ik niet ver genoeg doorgereden was, waardoor het systeem mijn nummerbord niet kon scannen. Hoe kon ik weten tot hoever ik door moest rijden? In ieder geval kon ik onder de slagboom door, waarna ik de auto stilzette zodat Xiaomei in kon stappen. Dat deed ze echter niet, omdat de auto’s achter ons dan zouden moeten wachten. Na alsnog iedereen in de weg te hebben gezeten, zette ik de auto even verderop in de berm, waarna Xiaomei op haar dooie gemak aan kwam lopen. In de auto kreeg ik vervolgens een standje. Iets met slecht probleemoplossend vermogen en zo. Tot overmaat van ramp slaagde ik erin op te terugweg een verkeerde afslag te nemen, waardoor we een hele omweg maakten en nog later thuiskwamen dan gepland. Het enige goede van de klucht was dat we gratis geparkeerd hadden.

Vrijdag 5 augustus

Vrijdag was de grote dag, want we gingen nu eindelijk naar de locatie waar de hele vakantie om begonnen was, namelijk Legoland. Zoals gebruikelijk lukte het ons niet echt om er op tijd te zijn. De wachtrij voor de ingang was imposant. Pas nadat we al een tijdje in de rij hadden gestaan, kwamen we erachter dat we eerst nog in de rij voor de tickets moesten staan. Ik had de rij gauw gevonden, maar in de tussentijd was ik Xiaomei kwijtgeraakt. Xiaomei stond verderop, omdat ze niet zeker was bij welk van de gebouwen we moesten wachten. Ik snapte het ook niet zo, maar ik had als enige het geld, dus bleef ik lekker in de rij staan. Na een hele tijd wachten was ik eindelijk aan de beurt en was ik bijna 900 kroon (ongeveer 120 euro) lichter. Maar ik had de tickets!

Triomfantelijk gingen we in de inmiddels flink uitgedunde rij voor de ingang staan. Daar kreeg ik natuurlijk meteen weer een foutmelding. Een medewerker kwam op ons af en vertelde dat ze ons kaartjes met de verkeerde datum hadden verkocht. In plaats van 5 augustus hadden we kaartjes van 6 augustus. We mochten naar binnen als we de kaartjes in zouden leveren. Xiaomei wilde eerst nog een foto van de kaartjes maken, dus moesten we nog een keer de rij uit. Even later waren we dan toch binnen, zonder kaartjes, maar met een foto ervan.

Tegen de adviezen in besloten we Legoland van voor naar achter te doorlopen. Legoland is met name in het begin van deze eeuw flink uitgebreid. Het hele westelijke deel, met allerlei spectaculaire attracties, bestond helemaal niet toen ik er voor het laatst was in 1996. Het indrukwekkendst is nog altijd Miniland, een soort Madurodam van lego, dat helemaal bij de ingang ligt. We hebben een hele tijd rondgehangen bij de vliegtuigen die nooit opstegen, enkele imposante wolkenkrabbers en natuurlijk de grachten van Amsterdam. Intrigerend waren de ophaalbrug van lego en natuurlijk de sluizen, die open en dicht gingen zodat de doelloos rondzwervende rondvaartboot eindeloos van de ene plas naar de andere kon varen.

Een verouderde plattegrond van Legoland, met de jaartallen van de nieuwe sectoren, om een indruk te geven hoezeer het park is uitgebreid. Afbeelding: Wikimapia.

Nadat we alles gezien hadden, gingen we met het duplotreintje nog een keer om Miniland heen. Vervolgens gingen we ook nog met de monorail over het park heen en besloten we ons te wagen aan wat we in het Nederlands De Rups zouden noemen, een soort draaimolen waarbij je ook nog steeds omhoog en omlaag gaat. Gelukkig duurde de beproeving niet heel lang, anders zou ik er nu nog draaierig van zijn.

Later hebben we ons nog aan de piratenboot en het spookhuis gewaagd. De spiegelkamer was leuk, al zeg ik dat ook omdat ik er weer heelhuids uit ben gekomen. Stel je voor dat je de uitgang niet kunt vinden… Het spookhuis eindigde met een ritje in een valtoren, waar ik zelf eigenlijk niet in wilde, maar Xiaomei wel, dus gingen we toch. Aangezien we helemaal vooraan in de rij stonden, besloot ik op de achterste rij te gaan zitten. Wel zat ik helemaal aan de rand, wat ik niet zo prettig vond. Gelukkig viel de engheid ervan mee, al zeg je dat als volwassene ook wat sneller. Je bent inderdaad even gewichtsloos, maar hele gekke dingen doen ze gelukkig niet met je. Zoals Xiaomei al tegen zei: het is in een huis, dus kan het nooit heel hoog zijn. Toch was ik blij om weer vaste grond onder mijn voeten te hebben.

Als laatste attractie gingen we in de rondvaartbootjes. Na een hele tijd in de rij te hebben gewacht, besloten we maar samen in zo’n ding te kruipen. Het paste net! Xiaomei had alle tassen om zich heen verzameld, zodat we toch redelijk recht lagen, in tegenstelling tot de boot voor ons. Pappie was toch wel heel wat zwaarder dan dochterlief, waardoor het bootje flink naar zijn kant overhelde. Tot overmaat van ramp vergat het meisje geregeld te sturen, waardoor de schuit constant tegen de kade klapte. Aan het eind van het rondje, dat ons langs onder andere het Vrijheidsbeeld, het Witte Huis (ik begin me steeds meer af te vragen of we nou in Denemarken of in Amerika ben geweest) en een sfinx bracht, zaten we het andere bootje voor ons uit te duwen.

Het was inmiddels al laat en vooral ook flink koud geworden, dus gingen we maar weer op huis aan. Voor de uitgang hebben we nog een flink aantal foto’s gemaakt. Eenmaal bij de parkeerplaats aangekomen werkte de parkeerautomaat weer eens niet. Dat de instructies allemaal in het Deens waren (oké, we waren dus toch in Denemarken), hielp al niet echt, maar ook na het correct uitvoeren van alle instructies gebeurde er niks, behalve dat het apparaat een serie tickets met foutmeldingen uitbraakte. We besloten de tickets maar mee te nemen in de hoop dat we zodoende de parkeerplaats konden verlaten. De tickets bevatten natuurlijk geen streepjescode, dus stond ik wederom voor een dichte slagboom. Gelukkig kon ik contact leggen en werd ik in het Deens te woord gestaan. Ik kon er totaal geen chocolade van smelten, maar gelukkig ging de slagboom opnieuw open en hadden we weer geparkeerd zonder ervoor te betalen (nog een keer zo’n geintje en ze nemen me m’n titel af…)

Zaterdag 6 augustus

Op zaterdag was het weer tegen alle verwachtingen in flut en besloten we maar weer onder de luifel te hangen. Xiaomei kon de tijd benutten door haar revisie af te ronden. Terwijl ze haar ongenoegen uitte over de reviewer, die als een verongelijkte kiezer altijd wat aan te merken had, werden de laatste losse eindjes aan elkaar geknoopt. Tegen het eind van de middag werd de laptop dichtgeklapt en gingen we nog een stukje lopen over een fietspad. Doel was om een paar beekjes van dichtbij te bewonderen, maar aangezien het fietspad veel hoger lag, is dat niet echt gelukt.

Bij het bereiden van het laatste avondmaal viel mijn oog plotseling op een bolletje dons dat zich in onze keuken had verschanst. Het was een van de piepjonge katjes die van de kas hun huis hadden gemaakt. Het zwart-oranje katje had zich in onze kleine wereld gewaagd, vermoedelijk in de hoop een stukje kip te kunnen bietsen. Niets van dat alles en in plaats daarvan werd ze belaagd door een vreemde kerel die ook nog eens een vreemde taal sprak, dus nam ze gauw de benen. Even later waren de andere katjes, een zwarte en een zwart-witte, ook gearriveerd. Terwijl het lapje een stuk papier uit de prullenbak begon op te vreten en al grommend trachtte haar broertjes (?) op afstand te houden, probeerde ik de andere twee katten zonder veel succes stukjes kaas te voeren.

Doordat de koelkast in het huis een vriezer bleek te zijn, was de strooikaas bevroren, net als de kip en eerder de ijsbergsla, die letterlijk een ijsberg was geworden. Xiaomei smolt de kaas in de koekenpan, om het drabje daarna op een tortilla te leggen. Na afloop was er een hoop aangekoekte kaas over, dus besloten we die resten aan de katten te voeren. Xiaomei gooide de kleverige massa op de grond. Plotseling was het zwart-witte katje, dat de hele tijd de kat uit de boom had gekeken, er als de kippen bij. Als een hyena sprong hij op het feestmaal af, om binnen de kortste keren al grommend de grootste stukken naar binnen te werken. Het zwarte katje vrat de restjes op, terwijl het lapje, wellicht nog verzadigd van dat stuk papier dat ze had opgeschrokt, het buitenkansje volledig onbenut liet.

Zondag 7 augustus

Op zondag moest ik het hele stuk terug naar Nederland rijden. ’s Ochtends waren we niet echt op dreef en toen we eindelijk klaar waren, waren de eigenaars in geen velden of wegen te bekennen. Na een belletje kwam de vrouw des huizes terug om de sleutels in ontvangst te nemen, waarna we een paar uur later dan gepland richting het zuiden togen.

In lang vervlogen tijden draaiden we op weg naar onze bestemming de paar cassettebandjes die we meehadden grijs. In de tijd dat we met het gezin naar Denemarken gingen, waren dat onder andere ijzersterke platen als The Living Years, waarvan mijn pa slechts de helft van de nummers had opgenomen en dan niet eens de beste helft (hoe kan je Poor boy down er nou niet in hebben?), of Before & After, met op de andere kant Tutte Storie, dat halverwege Nostalsong stopte omdat de cd niet op een cassettebandje paste. In plaats daarvan had ik nu slechts het monotone geluid van de motor, die behoorlijk z’n best moest doen om het volgepakte karretje op snelheid te houden, op de achtergrond als soundtrack.

Het haalde niet het beste in me naar boven. Ik kon me behoorlijk opwinden over een camper, die plotseling met een slakkengangetje een andere camper ging inhalen, waardoor ik weer op m’n remmen moest staan. Xiaomei kon mijn opgefokte reactie weer niet waarderen, waardoor het motorgeluid alsnog tijdelijk overstemd werd. Over de grens in Duitsland besloten we gelijk te tanken. Voor ik het wist was de middag alweer half voorbij en waren we nog niet eens voorbij Hamburg. Om niet weer in de file te staan, besloten de alternatieve route te kiezen die Google Maps voor ons had bedacht. Na een hoop onduidelijke instructies en bijna-botsingen bleek de weg die we volgens het apparaat moesten nemen ook nog eens afgezet, waarna we midden in de stad alsnog in de file stonden.

Het was alweer bijna avond voordat het verkeer weer een beetje doorreed. Ditmaal besloten we na Bremen recht op de Nederlandse grens af te rijden, om niet weer in de file te staan. Echt opschieten deed het daar ook niet. Pas ’s avonds laat reden we de grens over. Ergens in de buurt van Amersfoort moest ik nogmaals tanken. Door onduidelijke aanwijzingen van Google Maps reed ik ineens de verkeerde kant op en verloren we nog meer tijd. Xiaomei vond het geen punt om anders op Weesp op het station gezet te worden, maar dat vond ik geen goed idee. Je laat een dame niet om 11 uur ’s avonds alleen met een koffer en drie tassen sjouwen, dus zette ik haar braaf voor de deur af. Het betekende alleen wel dat ik pas klokslag middernacht thuiskwam. Moe en toe aan vakantie…

31 juli 2022

Verstappen onstuitbaar in regenachtig Hongarije

Max Verstappen heeft in Hongarije na een mislukte kwalificatie zijn achtste seizoenszege geboekt. Lewis Hamilton werd tweede, voor polesitter George Russell, terwijl Ferrari lelijk achter het net viste met een vierde plaats voor Carlos Sainz en een zesde voor Charles Leclerc.

Dolblij is Russle als hij in de kwalificatie op de kronkelige Hungaroring onverwacht zijn eerste pole pakt. Hij troeft Science met een miniem verschil af, waardoor de Spanjaard net naast zijn tweede pole grijpt en naast de Mercedes vanaf de eerste rij van start gaat, voor teamgenoot Leclerc en de verrassend sterke Norris.

Zo goed als de kwalificatie voor Russle gaat, zo desastreus verloopt ‘ie voor Red Bull. Pérez ligt er na twee sessies al uit en moet als elfde starten. Max start door een motorstoring in de laatste sessie maar één plekje boven hem. Uit voorzorg besluit Red Bull beide heren maar meteen van een nieuwe motor te voorzien.

Ook niet naar wens verloopt de kwalificatie voor Luis, die een probleem met zijn DRS heeft en nog achter de Alpines van Ocon en Alonso als zevende van start mag. Als de lichten een dag later op een enigszins vochtige baan doven, krijgt hij de blauw-roze bolides al gelijk weer te pakken. Achter hem zit Max in de verdrukking en moet hij toezien hoe de ene na de andere auto hem voorbij komt zeilen. Een van die auto’s is de Haas van Magnussen, die gelijk wat onbeholpen op een Alpine kleunt. Max profiteert van de verwarring en rukt gauw naar de achtste plaats op.

In de achterhoede rijdt Albon onbesuisd bij Fattle naar binnen. Vanwege de rommel op de baan rukt de virtuele safetycar uit. Albon duikt meteen de pits in voor een nieuwe voorvleugel. Even later is het de beurt aan Magnussen, die door de wedstrijdleiding gesommeerd wordt zijn beschadigde voorvleugel te laten repareren. De leiding is dan nog altijd in handen van Russle, die bij de hervatting meteen een gat naar Science en Leclerc trekt.

In de subtop wurmt Max zich met enige moeite voorbij de beide Alpines, waarna hij het gat naar Norris en Luis voor hem gauw dichtrijdt. Wanneer de zachte banden van de McLaren het begeven, moet Norris gauw capituleren. Hij valt spoedig ook ten prooi aan Pérez, die de twee Alpines eveneens voorbij was gegaan. Kort daarna laat Norris een set mediums omleggen.

Max zit vlak achter Luis, maar vanwege een slippende koppeling kan hij de Brit niet bedreigen. In de zestiende ronde wisselt hij, net als koploper Russle, zijn zachte banden in voor een set mediums. Het plannetje werkt, want als Luis twee ronden later een nieuwe set mediums laat omleggen, komt hij achter Max terug op de baan.

Leclerc is vooraan de laatste coureur die nieuwe banden haalt. Hij komt pal voor de neus van Science terug op de baan, waarna hij jacht maakt op Russle. Binnen enkele ronden zit hij aan de staart van de Mercedes. Af en toe zet hij zijn Ferrari er zelfs naast. In de 31e ronde moet Russle het antwoord schuldig blijven als Leclerc hem in de eerste bocht buitenom passeert. In het vervolg rijdt hij gestaag bij Russle vandaan.

Russle krijgt op zijn beurt Science op zijn dak. Max heeft het gat tot die twee bijna helemaal dichtgereden als hij halverwege de race zijn tweede stop van de middag maakt. Hij krijgt wederom een set mediums mee. Mercedes reageert door Russle een ronde later ook van een nieuwe set mediums te voorzien, maar dat blijkt al te laat, want hij komt pal achter Max terug op de baan.

Max krijgt meteen een plekje cadeau van Pérez, die als een achterligger voor hem aan de kant gaat. Vervolgens doemt Leclec op, die tegelijk met Russle was gestopt. Aangezien de Monegask alleen nog maar op de mediums had gereden, besluit Ferrari hem de harde band mee te geven. Op de witte band is Leclerc niet vooruit te branden, net als de Hazen en de Alpines, die eerder in de race de traagste band hadden laten omleggen en links en rechts voorbij werden gereden.

Zonder enige moeite gaat Max Leclerc even later voorbij en daarmee ligt hij ineens op koers om de race te winnen. Heel lang kan hij niet van zijn inhaalactie genieten, want een ronde later gaat hij opeens achterstevoren in de een-na-laatste bocht. Hij weet het tijdsverlies tot een minimum te beperken door er een mooie 360 van te maken, maar hij verliest wel zijn plek aan Leclerc. Ook heeft hij Pérez en Russle weer in zijn kofferbak. In de consternatie gaat Russle de Mexicaan voorbij, waarna Pérez ook maar nieuwe banden laat omleggen.

Max krijgt Leclerc even later alsnog te pakken, waarna hij op jacht kan naar Science en Luis. Wanneer de Spanjaard zijn voorsprong op Luis er bijna doorheen heeft gejaagd, duikt hij ook voor de tweede keer de pits in. Anders dan Leclerc laat hij de zachte band omleggen. Luis doet even later hetzelfde en daarmee komt de koppositie in handen van Max, die bij Leclerc weg blijft lopen. Wanneer Russle de Ferrari-coureur de tweede plek ontfutselt, duikt Leclerc nogmaals de pits in om de zachte band om te leggen. Hij valt daardoor terug naar de zesde plaats achter Pérez.

In de slotfase is Luis op de zachte band niet te houden. Eerst moet Science eraan geloven en even later Russle, waardoor de Brit tweede ligt. Het slotoffensief komt te laat om Max te verontrusten, ook omdat kort voor het einde de virtuele safetycar uitrukt om Bottas’ gestrande bolide te kunnen bergen. Wel begint het in de slotronde eindelijk echt te regenen. Max neemt geen risico’s meer en komt voor de achtste keer in 2022 als winnaar over de streep. Luis wordt tweede voor Russle, waarmee het podium hetzelfde was als een week eerder.

Naast het podium eindigt Science, terwijl een verder onzichtbare Pérez vijfde wordt voor een wederom totaal onthutste Leclerc, die in de slotfase geen vuist kan maken. Op gepaste afstand eindigt Norris als zevende, nog net in dezelfde ronde als de winnaar. Op een ronde achterstand eindigen de Alpines van Alonso en Ocon, die halverwege de race van plek wisselen en tegen het eind van de race weer enigszins tot leven komen op de harde band. Het laatste punt gaat naar Fattle, die ditmaal net voor Stroll eindigt nadat de Canadees hem er vlak voor tijd langs had gelaten.

De vanuit de pitstraat gestarte Gasly wordt nog twaalfde, voor Joe en Mick. Ricciardo, die bij zijn tweede stop de harde band had laten omleggen, zakt in de slotfase terug naar de vijftiende plaats. Ondanks een tijdstraf voor een botsing met Stroll blijft hij Magnussen voor. Albon eindigt ondanks zijn extra pitstop nog voor Latifi, terwijl Tsoenoda na een spin halverwege de race afgetekend als laatste eindigt.

Door zijn overwinning gaat Max met een voorsprong van 80 punten op Leclerc de zomerstop in. Pas in het laatste weekend van augustus wordt het levendige Formule 1-seizoen hervat in België. Weet Red Bull de kleine technische onvolkomenheden in de tussentijd te verhelpen, slaagt Mercedes erin de laatste tienden te vinden en lukt het Ferrari om voor die tijd een capabele strateeg in huis te halen?

24 juli 2022

Verstappen profiteert van blunder Leclerc

Max Verstappen heeft de Grand Prix van Frankrijk gewonnen. Op Paul Ricard profiteerde hij optimaal van een uitglijder van Charles Leclerc, die in leidende positie van de baan schoot. Tweede werd Lewis Hamilton, voor teamgenoot George Russell en Sergio Pérez in de andere Red Bull.

Vanwege de geplofte motor in Oostenrijk en de daarop volgende motorwissel weet Science dat hij in Frankrijk achteraan moet starten. In de beslissende kwalificatiesessie is hij zijn team van dienst door teamgenoot Leclerc een lekkere slipstream te geven, waardoor de Monegask op Circuit Paul Ricard overtuigend de pole pakt. Max is tweede op drie tienden, gevolgd door teamgenoot Pérez. Op gepaste afstand komen de Mercedes van Luis en Russle, met tussen hen in Norris.

Een dag later verzilvert Leclerc zijn pole probleemloos, terwijl Luis Pérez verschalkt. In de verder vrij tamme openingsronde beukt Ocon Tsoenoda in de chicane achterstevoren. De Japanner kan met grote achterstand zijn weg vervolgen, terwijl de Fransman gauw een tijdstraf aan de broek krijgt.

De koplopers rijden aanvankelijk hard bij Luis vandaan. Al na een paar ronden voert Max de druk op bij Leclerc, die prompt een foutje maakt in de chicane. Op het daaropvolgende rechte stuk komt Max akelig dichtbij, maar het blijkt net niet genoeg. In het vervolg zit Max rondenlang aan de staart van de Ferrari, die zich heel langzaam onder de druk vandaan rijdt.

Na zestien ronden vindt Red Bull het welletjes en haalt het Max als eerste in de kopgroep naar de pits. Hij komt pal achter Norris als zevende terug op de baan en zit vervolgens nog een halve ronde klem achter de McLaren. Leclerc pusht als een malle, dus laat Ferrari hem nog een ronde langer doorrijden. Die beslissing heeft desastreuze gevolgen als Leclerc in een snelle bocht ineens de macht over het stuur verliest en tegen de muur tot stilstand komt.

Tijdens de neutralisatie laat iedereen die dat nog niet had gedaan ook nieuwe banden omleggen. Luis heeft een matige stop, net als Pérez, die Russle maar net voorblijft. Nog minder vergaat het Science, die zich alweer naar de middenmoot had opgewerkt. De Spanjaard wordt op pad gestuurd op het moment dat Albon zijn monteurs komt bezoeken en krijgt eveneens een tijdstraf.

Door de pitstops aan kop ligt Max weer vooraan. Bij de herstart loopt hij meteen weer bij Luis vandaan. Achter hen is Science snel onderweg. Op de snellere mediums knokt de enig overgebleven Ferrari zich in een mum van tijd langs de subtoppers, waarna hij op jacht gaat naar de twee Red Bulls en de twee Mercedes vooraan.

Russle krijgt hij halverwege de race te pakken als de Brit aan het eind van het lange rechte stuk lucht gaat verdedigen en daardoor traag door de chicane gaat. Op het daaropvolgende rechte stuk duikt Science naast de Mercedes op, om hem buitenom in Signes in te halen. Even later gaat hij Pérez na een bochtenlang duel voorbij, waarna Pérez meteen Russle op zijn dak krijgt.

De Brit gooit zijn bolide er in de chicane met gevaar voor eigen leven naast, waarna Pérez zijn Red Bull noodgedwongen de uitloopstrook opstuurt om een aanrijding te voorkomen. Pérez duikt daardoor zelfs naast Science op, maar neemt gas terug om een straf te voorkomen, tot ongenoegen van een opgefokte Russle.

Erg lang kan Science niet van zijn inhaalactie genieten, want een ronde later wordt hij voor de tweede keer naar de pits geroepen omdat Ferrari er niet zeker van is dat de banden het wel zullen houden. Tijdens de pitstop zit Science tevens zijn tijdstraf uit, waardoor hij de race pas als negende hervat.

In de slotfase rolt Science in een mum van tijd de hele subtop op. Zijn inhaalrace wordt vlak voor tijd onderbroken als Joe zijn Alfa op de uitloopstrook parkeert en de virtuele safetycar uitrukt. Russle is bij de les als de race eindelijk hervat wordt en gaat alsnog langs Pérez.

Max krijgt er weinig van mee en wint vrij eenvoudig. Luis wordt op zo’n tien tellen achterstand tweede, terwijl Russle zich in de slotfase het licht uit de ogen moet rijden om Pérez voor te blijven. Driver of the Day Science sluit de rampdag voor Ferrari af met de vijfde plek en een punt voor de snelste raceronde na wederom een strategische miskleun.

Best of the rest is Alonso, die in de slotfase bij Norris wegloopt en vrij eenzaam als zesde finisht. Achter hen finishen hun teamgenoten Ocon en Ricciardo. Het laatste punt is een prooi voor Stroll, die teamgenoot Fattle net voor weet te blijven. Twaalfde wordt Gasly, die zich halverwege de race bij een inhaalactie op Albon vergaloppeerde, maar toch voor de Britse Thai eindigt. Bottas wordt na nog een tweede stop in de slotfase veertiende. Vlak voor tijd gaat hij nog langs Mick, die na een mislukte strategie en een beuk van Joe als laatste eindigt.

Joe wordt ondanks zijn uitvallen nog als zestiende geklasseerd. Naast hem zagen nog vier coureurs de finishvlag niet. Magnussen en Latifi kwamen elkaar in de tweede bocht tegen en konden niet veel later opgeven. Tsoenoda moest vanwege schade aan zijn bolide eveneens opgeven. De enige coureur die volledig door eigen toedoen de strijd moest staken, was Leclerc. Door zijn miskleun en de overwinning van Max is het gat in het kampioenschap gegroeid naar een kolossale 63 punten, wat betekent dat Max in ieder geval zomerkampioen is. Volgende week wordt in Hongarije de laatste race voor de zomerstop verreden. Kan Ferrari daar terugslaan, of verzinnen ze daar weer een nieuwe manier om hun eigen glazen in te gooien?

10 juli 2022

Verstappen verliest, maar wint ook

Charles Leclerc heeft een levendige Grand Prix van Oostenrijk op zijn naam geschreven. Max Verstappen kwam voor eigen publiek op de Red Bull Ring niet verder dan de tweede plaats, terwijl Carlos Sainz en Sergio Pérez de finishvlag niet zagen. Lewis Hamilton werd voor de derde keer op rij derde.

Met een geruststellende voorsprong van 34 punten op teamgenoot Pérez begint Max aan zijn thuisrace op de Red Bull Ring, een voorsprong die hij vooral aan de onbetrouwbaarheid en de dwaze strategieën van Ferrari had te danken. De kwalificatiesnelheid is het hele jaar al het zwakke punt van de Red Bull, dus is Max blij verrast dat hij de Ferrari’s op het circuit van zijn werkgever met een miniem verschil weet af te troeven.

Leclerc is tweede, voor Science. Pérez klokt met de nodige moeite de vierde tijd en is ontstemd als de wedstrijdleiding hem na de kwalificatie zijn snelste tijd in de tweede kwalificatiesessie afpakt vanwege het overschrijden van de baanlimieten. De Mexicaan verliest daardoor met terugwerkende kracht het recht om aan de laatste kwalificatiesessie mee te doen en mag pas als dertiende aan de sprintrace beginnen.

In de sprintrace trekt Max aanvankelijk weg bij het Ferrari-duo, dat vooral oog voor elkaar lijkt te hebben. Hoewel Leclerc in de slotfase wat dichterbij komt, is het niet genoeg om hem te verontrusten, dus mag hij weer 8 WK-punten bijschrijven. Science wordt op enige achterstand derde. Pérez weet zich in de sprintrace naar de vijfde plek terug te knokken, waardoor alleen Russle nog tussen hem en de andere drie titelpretendenten in staat voor de hoofdrace.

Als de lichten op zondagmiddag doven, spuit Max er wederom vandoor. Hij trekt meteen een gat naar Leclerc, terwijl Russle naast Science opduikt. De Spanjaard gaat in de eerste bocht over de uitloopstrook en ligt aanvankelijk een neuslengte achter de Mercedes. In de klim naar bocht 3 blaast hij hem finaal voorbij, waarna Russle zelfs moet oppassen voor Pérez. Net als een jaar terug vindt de Mexicaan in bocht 4 zijn Waterloo als hij de Mercedes daar probeert in te halen en prompt achterstevoren wordt gebeukt.

Russle beschadigt bij de botsing zijn voorvleugel en ziet de drie koplopers in het vervolg gauw aan de horizon verdwijnen. Tevens krijgt hij volkomen terecht een tijdstraf voor het akkefietje, die hij uitzit als hij vroeg in de race zijn voorvleugel laat vervangen. Door de reparatiestop vindt hij zich in de staart van de middenmoot terug.

De rit door de grindbak en de reparatiestop hebben Pérez op zijn beurt bijna een volle ronde gekost. Eenmaal terug op de baan zit er totaal geen vaart meer in de Red Bull. Al gauw komen Max en Leclerc voorbijzeilen en niet veel later houdt Pérez het voor gezien.

Anders dan in de sprintrace kan de Leclerc de Red Bull met startnummer 1 flink bedreigen. Zonder moeite rijdt hij naar de staart van Max toe en keer op keer doet hij van grote afstand een inhaalpoging. Aanvankelijk kan Max nog counteren, maar in de twaalfde ronde is het dan echt raak en is Leclerc erlangs. Max duikt een ronde later de pits in om de mediums, die onder zijn Red Bull veel sneller dan verwacht sleten, voor een set harde banden in te wisselen.

Max hervat de race als achtste, maar wint onder andere door de pitstops in de subtop weer wat plekjes terug. Wel moet hij zich nog langs de subliem rondrijdende Mick en zijn grote vriend Luis zien te knokken. Daarna loopt hij langzaam maar zeker in op de Ferrari’s, die op een derde van de raceafstand hun banden laten verwisselen. Ze komen weer achter Max de baan op, maar ze rijden het gat naar de Red Bull op hun nieuwere banden gauw dicht.

Leclerc gaat Max zonder moeite voor de tweede keer in de middag voorbij. Wanneer Science zich opmaakt om Max van de tweede plek te verdrijven, haalt Red Bull de Nederlander halverwege de race voor de tweede keer de pits in voor een nieuwe set harde banden. Max hervat de race als derde.

Pas wanneer de Ferrari’s tegen het eind van de race voor de tweede keer hun banden laten verwisselen, komt de leiding weer even in handen van Max. Leclerc gaat hem al gauw voor de derde keer voorbij. Als Sainz zich even later opmaakt om de Nederlander voor de eerste keer in te halen, geeft prompt zijn krachtbron de geest. De vlammen slaan uit de Ferrari als de Spanjaard zijn bolide op de uitloopstrook aan het eind van de grindbak heeft stilgezet. Terwijl de bolide geblust wordt, rukt de virtuele safetycar uit.

Leclerc en Verstappen grijpen de neutralisatie aan om nogmaals nieuwe banden te halen. In de sprint naar de finish kan Max Leclerc voor het eerst in de middag bijbenen, ook omdat het gas bij de Ferrari blijft hangen. Heel langzaam knabbelt Max iets van zijn achterstand van een kleine vier seconden af. Het blijkt niet genoeg, dus wint Leclerc voor het eerst sinds april weer een race.

Max houdt de schade beperkt met een tweede plaats en het bonuspunt voor de snelste raceronde. Hij loopt zelfs uit op zijn naaste belager. Was dat voor de race nog teammaat Pérez, na de race is dat Leclerc, die door zijn zege op 38 punten van Max komt.

Science heeft op zijn beurt Russle weer in zijn nek hijgen in het kampioenschap na een dure uitvalbeurt. De Brit komt na een inhaalrace als vierde over de streep, niet eens heel ver achter Luis, die wederom naar het podium mag na een degelijk, doch niet heel sprankelend optreden. In ieder geval haalde Mercedes het maximale resultaat in een weekend dat nog slecht was begonnen nadat beide coureurs hun bolides in de kwalificatie in de muur hadden gesmeten.

Best of the rest wordt Ocon, terwijl Mick met een zesde plek wederom een flinke schep punten pakt. Teamgenoot Magnussen maakt het feest voor Haas compleet met een achtste plaats tussen de McLarens van Norris en Ricciardo in. Tiende wordt Alonso, die vanwege een elektrische storing niet aan de sprintrace deel had kunnen nemen en achteraan moest starten voor de hoofdrace. Daarin moest hij tijdens de virtuele safetycarfase vanwege trillingen een extra stop maken, waarna hij de vanuit de pits gestarte Bottas pas in de allerlaatste ronde het laatste punt wist te ontfutselen.

Twaalfde wordt Albon, terwijl Stroll niet verder komt dan een dertiende plaats, nadat hij nog een tijdlang op de vijfde plek had rondgetoerd. Een week na zijn klapper in Engeland komt Joe als veertiende over de streep, voor Gasly, die ijverig tijdstraffen had verzameld. Wel eindigt hij voor Fattle, die hij halverwege de race op een lompe manier in de beruchte bocht 4 achterstevoren had gebeukt. De Duitser wordt door het overschrijden van baanlimieten nog achter Tsoenoda in de tweede AlphaTauri als zeventiende en laatste geklasseerd. Drie coureurs zagen de finish namelijk niet. Naast Pérez en Science had Latifi tegen het eind van de race met stille trom het strijdtoneel verlaten.

Over twee weken begint de tweede seizoenshelft in Frankrijk. Herpakt Red Bull zich na de offday voor eigen publiek, of gaat Ferrari op Paul Ricard wederom als de brandweer? Of moet diezelfde brandweer opnieuw uitrukken om een rode bolide te blussen?

04 juli 2022

Sainz scoort zijn eerste zege in spektakelstuk op Silverstone

Carlos Sainz heeft op Silverstone zijn eerste Grand Prix-zege geboekt. In Engeland was hij te sterk voor Sergio Pérez en publiekslieveling Lewis Hamilton. Charles Leclerc viel door een onnavolgbare bandenstrategie terug tot buiten het podium, terwijl Max Verstappen in een beschadigde bolide als zevende over de streep kwam.

Dolblij is Science als hij in de regenachtige kwalificatie op Silverstone zijn eerste pole uit zijn carrière behaalt. Oud-teamgenoot Max kwalificeert zich naast hem op de eerste rij. De tweede startrij is een kopie van de eerste met Leclerc voor Pérez, terwijl de publiekslievelingen Luis en Norris de derde startrij delen.

Een dag later gaat de race op een droge baan en onder een bewolkte hemel van start. Bij het doven van de lichten komt Max, die als enige coureur vooraan op de zachte banden is gestart, veel beter weg dan polesitter Science, waardoor hij ruim als koploper de eerste bocht induikt. Achter hen gaat het helemaal mis als Gasly gesandwicht wordt tussen Joe en Russle. De Mercedes gaat dwars en torpedeert de Alfa, die al rollend de grindbak in verdwijnt. Tot overmaat van ramp stuitert het hevig verfomfaaide voertuig ook nog over de bandenstapel heen. Meteen wordt de race afgebroken.

Pas na lange tijd kan de Formule 1-wereld opgelucht ademhalen als blijkt dat Joe het avontuur zonder kleerscheuren heeft doorstaan. Tijdens de onderbreking worden her en der auto’s opgelapt. Naast Joe en Russle heeft ook Albon de eerste bocht niet overleefd. Na een tik van Fattle waren Ocon en Tsoenoda tegen zijn spinnende Williams aangereden. Waar de Japanner alleen zijn voorvleugel hoeft laten te vervangen, moet bij de Fransman de hele rechtervoorwielophanging gerepareerd worden.

Bijna een uur na de eerste start gaat de race voor de tweede keer van start, in dezelfde volgorde als de eerste start, wat betekent dat Science wederom als eerste vertrekt. Bij de start probeert Max, die tijdens de onderbreking naar de mediums was gewisseld, hem wederom de loef af te steken. Ditmaal rijdt Science hem klem, waardoor Max in de eerste bocht moet liften en bijna ten prooi valt aan Pérez.

De Mexicaan krijgt de schrik van zijn leven als Leclerc zijn bolide er in de vierde bocht langs gooit. De actie kost Pérez een deel van zijn voorvleugel, waardoor hij de drie koplopers al gauw aan de horizon ziet verdwijnen. Al na twee ronden haalt Red Bull hem voor de neus van de hongerige Norris en Luis vandaan voor nieuwe banden en een nieuwe voorvleugel.

Luis gaat meteen ook voorbij Norris en gaat op jacht naar de koplopers. In de kopgroep laat Max Science aanvankelijk uitrazen, om daarna de druk geleidelijk op te voeren. Prompt schiet de Spanjaard in Becketts van de baan, waardoor het voor Max een koud kunstje is om hem in te halen.

De euforie is van korte duur, want twee ronden later vliegt Max op hetzelfde punt als Science van de baan. Science neemt meteen de leiding over, terwijl Max meteen rechtsaf de pitstraat induikt omdat hij vermoedt dat hij een lekke band heeft. Hij hervat de race als zesde, maar als blijkt dat zijn Red Bull op nieuwe banden nog steeds als een dweil op de weg ligt, beseft hij dat hij een levensgroot probleem heeft. Een brokstuk blijkt de aerodynamica van de bolide verstoord te hebben en dus racet de Nederlander ineens nog maar voor de laatste WK-punten.

Door het wegvallen van Max liggen de Ferrari’s aan kop. Ondanks een kleine beschadiging aan de voorvleugel oogt Leclerc sneller dan koploper Science. In de achtergrond komt Luis langzaam opzetten. Nerveus geworden van de snelheid van de Mercedes besluit Ferrari Science voor de neus van Leclerc weg te halen. De Spanjaard hervat de race op een set harde banden als derde.

In zijn eentje blijkt Leclerc niet bepaald harder te kunnen en als hij zijn voorsprong op Luis er bijna helemaal doorheen heeft gejaagd, haalt Ferrari ook hem naar de pits voor een set harde banden. Hij hervat de race weer achter Science als derde. De koppositie is dan voor het eerst dit seizoen in handen van Luis, die op zijn oude mediums minstens zo hard gaat als Science, die Leclerc steeds duidelijker begint op te houden. Prompt krijgt de Spanjaard het bevel om Leclerc erlangs te laten.

Luis duikt niet veel later de pits in. Door een matige stop komt hij vrij ruim achter de Ferrari’s weer de baan op. Wel rijdt hij het gat naar Science, die Leclerc langzaam aan de horizon ziet verdwijnen, langzaam dicht.

In de middenmoot moet Max zich ondertussen het licht uit de ogen rijden om Ocon voor te blijven. Zijn Red Bull is er na een overstap op de harde banden en met een aanpassing aan de voorvleugel niet bepaald sneller op geworden. Wanneer Ocon een aanval waagt, geeft Max zijn achtste plaats zonder al te veel strijd op.

Niet veel later krijgt hij de plek terug als de Alpine ineens de geest geeft. De bolide komt op het voormalige rechte stuk van start/finish tot stilstand, waarna de race meteen geneutraliseerd wordt. Waar Leclerc de pitstraat voorbijrijdt, duiken Science en Luis achter hem gelijk de pits in voor een set zachte banden. Vervolgens is het spitsuur in de pitstraat. Alleen Fattle en Magnussen laten in navolging van Leclerc de kans schieten om zonder grote tijdsverliezen hun banden te verwisselen.

Bij de herstart wordt Leclerc, zoals verwacht, vrijwel meteen met huid en haar opgevroten door Science. Achter hen ontfutselt Pérez, die zich knap naar de vierde plek had teruggevochten, Luis de derde plek. Hij gaat gelijk op jacht naar Leclerc, maar wanneer hij de Monegask aan het eind van Hangar Straight probeert in te halen, gaat Luis de twee handig voorbij. Pérez pakt de tweede plek gelijk weer terug, waarna Luis ook Leclerc weer voorbij ziet komen. Hij moet zelfs oppassen voor Alonso, die Norris bij de neutralisatie voorbij was gegaan omdat de Brit een ronde te laat zijn banden had laten verwisselen.

Luis gaat de verbeten vechtende Leclerc in Luffield buitenom voorbij, om in Copse zelf buitenom te worden teruggepakt. Pas op Hangar Straight rekent Luis definitief met de Ferrari af. De strijd is daarmee wel gestreden. Science boekt zijn eerste overwinning, voor Pérez en Luis. Leclerc houdt Alonso en Norris nog net achter zich en wordt vierde. Max moet in de slotfase zelfs nog alle zeilen bijzetten om Mick voor te blijven. De posities blijven ongewijzigd, wat betekent dat Max toch nog 6 punten pakt en de zoon van de eerste WK-punten uit zijn carrière scoort. De laatste punten gaan naar Fattle en Magnussen.

Buiten de punten eindigen de als laatste gestarte Stroll en de als tiende gestarte Latifi. Ricciardo komt na een raadselachtig zwak optreden pas als dertiende over de finish. Hij finisht alleen voor Tsoenoda, die zijn team lekker van dienst was door vroeg in de race uitgerekend tegen teamgenoot Gasly aan te spinnen, waardoor de Fransman later in de race moest opgeven.

Door zijn overwinning meldt Science zich helemaal in de strijd om de tweede plaats. Het gat naar teamgenoot Leclerc is nog maar 11 punten. Omgekeerd ziet Leclerc zijn achterstand op Pérez naar 9 punten groeien. Ondanks de 6 punten die hij goedmaakte op Max, werd hij door de tactische misser van zijn team de grote verliezer van het weekend.

Over een week gaat het kampioenschap verder in Oostenrijk, op de Red Bull Ring. Kan Max daar revanche nemen voor zijn pechrace, of zit Leclerc hem dan een voet dwars? Of pakt Science meteen zijn tweede overwinning?

19 juni 2022

Verstappen boekt zwaarbevochten overwinning in Canada

Max Verstappen heeft ook de Grand Prix van Canada op zijn naam geschreven. Op Circuit Gilles Villeneuve weerstond hij op weg naar zijn zesde seizoenszege de zware druk van Carlos Sainz, waardoor hij in het kampioenschap verder afstand nam van Sergio Pérez, die uitviel, en de achteraan gestarte Charles Leclerc, die achter Lewis Hamilton en George Russell vijfde werd.

In de regenachtige kwalificatie in Canada staat er geen maat op Max, die met een groot machtsvertoon de pole pakt. Naast hem gaat verrassend Alonso van start, voor Science en Luis. Daarmee doen ze het beduidend beter dan Pérez, die zijn kwalificatie volkomen verknalt en slechts als dertiende mag vertrekken. Leclerc moet op zijn beurt vanwege de geplofte motoren in Spanje en Azerbeidzjan een nieuwe motor inzetten en start achteraan.

Een dag later is het droog en duiken de vier koplopers in ongewijzigde volgorde de eerste bocht in. De fraai als vijfde gekwalificeerde Magnussen doet, net als in Spanje, een halfslachtige poging om Luis in te halen en beschadigt daarbij zijn voorvleugel, terwijl de naast hem vertrokken Mick in de andere Haas al snel terrein begint te verliezen.

Heel lang kan Alonso zich niet op de tweede plek handhaven, want als DRS is toegestaan, blaast Science zijn landgenoot finaal voorbij. In het vervolg blijft de Ferrari-coureur op een paar seconden van Max hangen. Alonso weet op zijn beurt Luis wel voor te blijven.

In de achterhoede duiken Fattle en Gasly al erg vroeg de pits in, terwijl Magnussen de meatball-vlag te zien krijgt en eveneens vroeg de pits in moet om zijn ietwat beschadigde voorvleugel te vervangen, waardoor hij ineens helemaal achteraan ligt. Vrijwel meteen daarna valt Pérez stil. Hij parkeert zijn bolide op de uitloopstrook van de derde chicane. Het bergen van de bolide verloopt niet erg voorspoedig, dus rukt de virtuele safetycar uit.

De een zijn dood is de ander zijn brood, zo besluit Red Bull, dat Max vanaf de leiding naar de pits haalt. Hij neemt op de baan de plaats in van Luis, die eveneens zijn banden laat vervangen en terugvalt tot achter Ocon in de andere Alpine. Na de hervatting maakt hij meteen korte metten met de Fransman. Max heeft op zijn beurt weinig moeite met Alonso, die Science na de hervatting uit het oog was verloren.

Voor Haas draait de race uit op een ramp als Mick op hetzelfde punt als Pérez stilvalt. Opnieuw komt de virtuele safetycar de baan op. Ferrari profiteert van het buitenkansje door Science van nieuwe banden te voorzien, waardoor de koppositie weer in handen van Max komt. Mercedes haalt op haar beurt Russle voor de neus van Luis weg. Alleen Alpine laat Alonso om onbegrijpelijke redenen op zijn volkomen versleten banden doorrijden.

Als de race weer wordt vrijgegeven, kan Alonso zich niet heel lang op de tweede plaats handhaven. Eerst maakt Science hem met boter en suiker in en daarna doet Luis dat nog eens dunnetjes over. Als Alonso eindelijk zijn banden laat verwisselen, vindt hij zich op de baan nog achter teammaat Ocon en de langzaam opgerukte Leclerc terug.

Vooraan zet Science de aanval in op Max. Op zijn nieuwere banden knabbelt hij elke ronde weer wat tienden van zijn achterstand af. De harde banden onder de Red Bull hebben hun beste tijd wel gehad, dus wordt Max als eerste in de kopgroep voor de tweede keer naar de pits gehaald. Tot zijn frustratie komt hij precies achter Luis de baan op. Hij gaat de Brit aan het eind van de ronde zonder moeite voorbij, waarna Luis eveneens een nieuw setje harde banden laat monteren. Russle volgt even later, waardoor Luis de derde plek weer terug in handen krijgt.

Op nieuwe banden begint Max aan een klopjacht op Science, die hoopt zonder verdere bandenwissels de finish te kunnen halen. Ineens is alles weer anders als Stroll en Tsoenoda tegelijk hun banden laten verwisselen. Tsoenoda dendert bij het uitrijden van de pits veel te hard op de eerstvolgende bocht af en beëindigt zijn race op een buitengewoon knullige manier in de bandenstapel. Door het ongeluk wordt de race helemaal geneutraliseerd.

Science laat meteen een nieuw setje harde banden omleggen. Hij verliest de leiding maar net aan Max. Na de herstart blijft hij de Red Bull als een schaduw volgen. Aan het eind van de drie DRS-zones komt hij steeds gevaarlijk dichtbij. In tegenstelling tot Fattle drie jaar geleden bij de laatste Canadese Grand Prix laat Max zich niet gek maken. Hij geeft geen krimp en komt na 70 intense rondjes als winnaar over de streep. Een moegestreden Science eindigt op nog geen seconde achterstand als tweede, terwijl een dolblije Luis derde wordt voor teamgenoot Russle.

Leclerc rekent in de slotfase af met de Alpines en beëindigt de race, waarin niks voor hem goed leek te gaan (de neutralisaties kwamen voor hem steeds op het verkeerde moment en tot overmaat van ramp liep zijn enige pitstop van de middag in de soep) als vijfde. Alonso eindigt door zijn raadselachtige strategie nog achter Ocon. Hij blijft de Alfa Romeo’s van Bottas en Joe nog maar net voor. Het laatste punt gaat naar thuisrijder Stroll.

McLaren sluit een uiterst moeizaam weekend zonder punten af met een elfde plek voor Ricciardo en een vijftiende voor een volledig onzichtbare Norris. Fattle komt na twee vroege bandenwissels niet verder dan de twaalfde plaats, terwijl Albon door pech met de neutralisaties slechts als dertiende eindigt. Gasly wordt veertiende in een teleurstellend weekend voor AlphaTauri. Latifi weet Magnussen, die om de een of andere reden geen banden had gewisseld bij de laatste neutralisatie, in het gevecht om de rode lantaarn nog te verslaan.

Door zijn overwinning vergroot Max zijn voorsprong op Pérez in het kampioenschap naar 46 punten. Leclerc blijft ondanks zijn vijfde plaats derde in het kampioenschap, op drie punten van Pérez. Wie had dat twee maanden geleden nog kunnen denken? Over twee weken mag de Monegask in Engeland proberen het tij te keren.

Naschrift: Alonso heeft naderhand nog een tijdstraf gekregen voor zigzaggen, waardoor hij slechts als negende is geëindigd. Hij bleek het grootste gedeelte van de race motorproblemen te hebben gehad.

14 juni 2022

BSG 1: de autopsie

Afgelopen zaterdag viel het doek voor BSG. Zonder te spelen moest het lijdzaam toezien hoe het op de ranglijst werd gepasseerd door achtereenvolgens Blerick en Spijkenisse, die nog een wedstrijd tegoed hadden, waardoor het troosteloos onderaan eindigde in klasse 1B.

Het lot van BSG hing aan een zijden draadje voordat de resterende twee wedstrijden van de vierde ronde van de KNSB-competitie afgelopen zaterdag eindelijk werden ingehaald, drie weken na de eerder al door corona uitgestelde vijfde ronde. BSG was al uitgespeeld doordat het eind november de verre trip naar Brabant had gemaakt, om daar met twee invallers door een tot op de tanden toe bewapende Vianen te worden afgemaakt, de ironie. De druiven waren voor BSG dan ook erg zuur toen bleek dat een verzwakt LSG 2 maar met moeite kon winnen van Blerick en Spijkenisse nipt van Krimpen aan den IJssel won, zodat het aankomend seizoen de tweede klasse onveilig gaat maken.

De eindstand in klasse 1B.

Na afloop van het lange seizoen is er een hoop om op terug te blikken en over na te praten. De beslissing van de competitieleider om een half gespeelde ronde na de competitie in te halen, verdient zeker niet de schoonheidsprijs. Het was een beslissing die BSG uiteindelijk in een lastig parket bracht, omdat uitgerekend de concurrenten tegen degradatie nog een wedstrijd tegoed hadden. Toch gaat het te ver om de wedstrijdleider de schuld van de degradatie te geven. BSG heeft het vooral zelf laten liggen.

De gedachten gaan vooral terug naar die zonnige middag in februari, toen BSG tegen Krimpen aan den IJssel bijna de hele middag op matchpoint stond, maar uiteindelijk nog verloor. Inderdaad had een overwinning in die wedstrijd achteraf gezien klassebehoud betekend. Het was niet de enige wedstrijd waarin BSG de nodige goede kansen onbenut liet. Iets meer rendement en het seizoen was wellicht heel anders geëindigd, al zal zoiets ongetwijfeld ook voor de andere teams gelden. Uiteindelijk haalde BSG de minste bordpunten binnen en dus is de degradatie helaas terecht.

Het seizoen van BSG

Iedereen was zich er van tevoren al goed van bewust dat het seizoen voor BSG niet makkelijk zou worden. De vette jaren, waarin het team dankzij gulle sponsoren boven in de meesterklasse kon meedraaien, waren voorbij. Het zou met het onthoofde team al een hele klus worden om in de eerste klasse te blijven. Dat bleek, hoewel het competitieverloop heel anders was dan menigeen had verwacht. Bij de bookmakers was het team van Vianen op voorhand huizenhoog favoriet voor de titel, terwijl Spijkenisse bijna gegarandeerd zou degraderen. Beide voorspellingen zijn niet uitgekomen. Kennelijk hadden sommige teams meer last van de schaakloze periode tijdens de coronacrisis, want waar sommige teams boven zichzelf uitstegen, zakten andere teams genadeloos door het ijs.

De overscores (score minus verwachte score) per wedstrijd, gebaseerd op de startratings van de spelers. DSC – Vianen (7-3) in de zevende ronde was de verrassendste uitslag, gevolgd door Blerick – Spijkenisse (3½-6½) en UVS – DSC (3-7) uit de eerste ronde,  en het kampioensduel LSG 2 – De Stukkenjagers (3½-6½) uit de vijfde ronde.

BSG zat tussen die twee uitersten in en kende een matig seizoen. Het had de pech dat met name de op papier zwakkere teams veel beter presteerden dan verwacht, waardoor iedereen van iedereen kon winnen. Het kwam de spanning in klasse 1B ten goede, maar doordat de teams zo goed aan elkaar gewaagd waren, werd het voor de teams onderin alleen nog maar moeilijker om erin te blijven. Wellicht had BSG het in de sterkere noordelijke eerste klasse, met het loeisterke eerste team van Paul Keres, makkelijker gehad om erin te blijven.

Al met al scoorde BSG bijna geheel volgens verwachting. Niemand stak er echt bovenuit, of viel compleet uit de toon. De Groote Vier (haha) hadden niet hun seizoen, wat goed in hun scores tot uitdrukking kwam: geen van hen scoorde meer dan 50%. De enige uitblinker was Mark Grondsma, die in de 5 keer die hij meedeed ongeslagen bleef en 3½ punt scoorde. Binnen het team vielen de kleine plusjes en minnetjes netjes tegen elkaar weg. Zelfs de behaalde scores liepen netjes in de pas met de ratingverwachting, zoals in de onderstaande grafiek is te zien.

De score van BSG’ers afgezet tegen het speelsterkteverschil in het zwart, met de voorspelde scores in het blauw.

Voor het grootste gedeelte van de grafiek omhelst de zwarte lijn (de werkelijke scores) de blauwe lijn (de verwachte scores), wat impliceert dat de behaalde scores netjes aan de ratingverwachting voldeden. Alleen tegen veel sterkere tegenstanders (de sterk negatieve waarden) scoorde BSG minder dan verwacht. In de 8 partijen wanneer het ratingverschil meer dan 250 punten in het nadeel van een BSG’er was, liep hij altijd tegen een nederlaag op. Dat was niet direct een ramp, want statistisch gezien had BSG uit al die partijen niet veel meer dan een punt moeten scoren.

Dat de scores de ratingverwachting zo goed benaderden, mag gerust een wonder genoemd worden, omdat de ratings dit seizoen amper een voorspellende waarde leken te hebben. Een aantal op papier sterke teams, zoals Vianen en Blerick, bakte er weinig van, terwijl teams als De Stukkenjagers, DSC en Spijkenisse ver boven zichzelf uitstegen, zoals de onderstaande figuur weergeeft.

De startratings en de effectieve ratings (de speelsterkte) van alle teams tijdens het seizoen.

Op basis van de effectieve ratings (de speelsterktes, rood) die ik na afloop van het seizoen heb berekend, kan er een kop- en een staartgroep worden onderscheiden. De Stukkenjagers, Vianen, LSG 2 en DSC waren duidelijk de sterkste teams. Krimpen aan den IJssel was in zijn eentje de middenmoot en daarna kwamen UVS, Spijkenisse, Paul Keres 2, Blerick en BSG.

Maar hoe kan Paul Keres 2 trots als vijfde zijn geëindigd als het op speelsterkte slechts het achtste team was? Het heeft ermee te maken dat Paul Keres de minste tegenstand van alle teams heeft gehad. Waar alle andere teams tegen een gemiddelde rating tussen de 2150 en 2170 moesten opboksen, lag de gemiddelde rating van de tegenstanders van Paul Keres daar met slechts 2138 een stuk onder. Krimpen aan den IJssel kreeg gemiddeld 30 punten meer te verstouwen, maar scoorde desondanks evenveel bordpunten als de Utrechtse club. De betrekkelijk hoge positie van Paul Keres 2 was dus geflatteerd.

Simulatie

Op voorhand leek het sterke team van Vianen, met grootmeesters als ex-BSG’er Alexander Berelowitsch en Andrey Orlov, de grootste kanshebber op het kampioenschap. Maar hoe groot was die kans precies? Door het afgelopen seizoen in Excel te simuleren, schat ik in dat die kans op voorhand ongeveer 80% moet zijn geweest. Omgekeerd zou Spijkenisse een kans van 85% hebben om eruit te vliegen. Voor BSG zou de degradatiekans 38% zijn.

Hoe anders verliep het seizoen! De Stukkenjagers, met op voorhand een kans van 1% om kampioen te worden, pakten de titel. Zoals Jan Hein Donner zou zeggen: “Het is die ene procent geworden.” In werkelijkheid waren De Stukkenjagers beduidend sterker dan hun ratings weergaven. Op basis van de effectieve ratings zouden hun kampioenschapskansen 29% zijn. Wanneer het seizoen overgespeeld zou worden, zijn ook Vianen (21%), LSG 2 (19%) en DSC (17%) serieuze gegadigden voor de titel.

Omgekeerd is BSG in dit geval de grootste degradatiekandidaat met een degradatiekans van 51%. Gemiddeld eindigt het team op de veilige achtste plaats, een gemiddelde dat vooral omhoog wordt getrokken doordat BSG in enkele simulaties stevig in het linkerrijtje eindigt. Dat had dus ook gekund. Een paar uitslagen die goed vallen, een paar keer een tegenstander treffen die zwak op komt dagen en je bent er al. Dat bewijst het tweede team van Paul Keres wel, dat zich zorgen moet maken als het seizoen overgespeeld zou worden. Met een degradatiekans van 36% is het team er nog slechter aan toe dan Spijkenisse (33%) en Blerick (31%).

Terugkijkend op het seizoen kan dus worden geconcludeerd dat BSG het zwakste team was in een klasse waarin de teams elkaar onderin bijna niks ontliepen. Met een beetje meer geluk of een extra thuiswedstrijd was het team erin gebleven, want het was echt fiftyfifty. Helaas werden de punten net tegen de verkeerde teams gepakt en dus eindigde een seizoen, dat nog zo mooi was begonnen met een overwinning op de uiteindelijke kampioen, in mineur.

De nummer laatst die de kampioen verslaat: gebaseerd op de effectieve ratings was BSG – De Stukkenjagers (6-4) achteraf gezien de verrassendste uitslag van het seizoen.

Voor volgend seizoen is BSG dus veroordeeld tot het spelen in de tweede klasse, zonder Coen en met een achttal in plaats van een tiental. Maar ook in de wetenschap dat het op een goede dag een meesterklasseteam kan verslaan.

10 juni 2022

Met je griet naar Griekenland

De afgelopen twee weken was ik in Griekenland om een Summer School bij te wonen en vakantie te vieren. Afgelopen maandag kwam ik na een aantal vertraagde vluchten weer in Nederland aan, vermoeid maar voldaan. En vooral blij om weer thuis te zijn.

Een aaneenschakeling van saaie preken, zo herinner ik me de conferenties die in mijn tijd als promovendus verplichte kost waren. Vaak waren die conferenties in het buitenland en werden ze voorafgegaan door een Summer School. Die Summer Schools had ik altijd laten schieten, dus wist ik niet of ze eveneens voornamelijk bestonden uit saaie, nauwelijks te volgen preken van mensen die de Engelse taal amper machtig waren, of dat ze veel informatiever waren. Op die prangende vraag kon ik een antwoord krijgen toen ik door Xiaomei werd gevraagd om haar te vergezellen op de Summer School on Technology Enhanced Learning in Griekenland. Als gast zou ik voor een zacht prijsje meekunnen.

Een dure nederlaag

De Summer School viel helaas samen met de uitgestelde slotronde van de schaakcompetitie. Terwijl ik in Venlo een nederlaag voor de poorten van de hemel wegsleepte, werden Xiaomei en haar reisgenoten in Griekenland door de organisatie van de Summer School van de luchthaven geplukt, waarna ze in het verblijf meteen een wattenstaaf in hun neus gedouwd kregen. Ik kon pas een dag later afreizen, maar niet voordat ik op eigen kosten een coronatest had laten afnemen. Gelukkig was de uitkomst negatief, want anders zou mijn vakantie al voorbij zijn voordat hij begonnen was. Vervolgens stond mijn moeder ruim een uur eerder dan afgesproken voor de stoep en stond ik op Schiphol in een gigantische wachtrij. De heenvlucht verliep gelukkig zonder brokken, al moest ik in het vliegtuig wel 3 euro aftikken voor een flesje water. Op de luchthaven in Thessaloniki had ik de grootste moeite om het taxibedrijf te vinden dat mij en een andere laatkomer naar de Summer School wilde brengen. De chauffeur mocht ik eveneens uit eigen zak betalen. Inclusief die coronatest was ik 75 euro lichter. Een duur potje is me dat dus geweest!

Een wondere wereld

Bij aankomst kreeg ik meteen een hoofddeksel aangemeten door Xiaomei, die de hele vakantie in een gevecht met de zon was verwikkeld en mij ook tegen de koperen ploert wilde wapenen. Zelf had ze er die dag al een stevige boottocht opzitten en dat alleen om op een of ander eiland te lunchen. Het was inmiddels al laat, dus gingen we maar gauw naar onze kamer om bij te slapen. Mijn eerste kennismaking met de overige deelnemers kwam een dag later tijdens het zogenaamde keynote lecture in een nogal donkere zaal, waar de veelal mondkapjes dragende organisatoren amper te verstaan waren. Daarna ging ik braaf mee naar de eerste workshop. Heel boeiend vond ik het niet, dus toen iedereen gevraagd werd te zeggen waar hij of zij aan dacht, zei ik weinig geïnteresseerd “a bed”, waarna het oorverdovend stil bleef. Het was me toen wel duidelijk dat die hele Summer School niets voor mij was, dus toog ik even later naar het strand, om daar lekker op een ligstoel een boek te gaan lezen.

Tegen het eind van de middag had ik het wel weer gezien en besloot ik terug te keren. Door op het geluid af te gaan, had ik de groep weer gevonden en viel ik in een voorstelrondje. Op een groot scherm verscheen iedere minuut een naam, waarna diegene naar het podium moest rennen om zich in een paar zinnen te omschrijven, eventueel met behulp van een PowerPoint-dia. Ik had geen idee of ze net begonnen waren, of al bijna klaar waren. Pas na veel turen had ik Xiaomei in het publiek gevonden, waarna ik haar maar appte of ze al aan de beurt was geweest. Dat was niet het geval, dus bleef ik aan de zijlijn meekijken. Daar leerde ik dat er mensen zijn die “Reet” heten en dat een nogal stevige mevrouw die in het vliegtuig op de stoel voor me zat eveneens op de conferentie aanwezig was. Terwijl haar nogal mollige 10-jarige zoon in de gang uit verveling met zichzelf schietspelletjes zat te spelen, vertelde ze dat ze hoopte dat ze hem kon laten zien hoe leuk onderzoek doen kon zijn. Je vraagt je soms af in wat voor wereld die mensen leven.

Doordat de deelnemers min of meer in alfabetische volgorde naar voren werden geroepen, kwam Xiaomei helemaal op het eind aan de beurt. Ze kantelde de microfoon, die veel te hoog voor haar stond, om toch nog duidelijk verstaanbaar te zijn. Ze stelde zich goed voor, to the point en zonder oninteressante lulverhalen op te hangen. Na haar kwam Yuzhi, een collega van Xiaomei en een van onze latere reisgenoten, en nog iemand, maar dat was het dan wel. We konden meteen door naar het avondeten. Het was lopend buffet met ruime keuze uit allerlei verschillende gerechten, wat in ieder geval wel uitnodigde om veel te eten.

Die dinsdag heb ik vooral op het strand rondgehangen en op woensdag was er een excursie. Voor die excursie moest wederom iedereen op corona getest worden. Kennelijk hebben ze in Griekenland nog nooit van omikron gehoord of zo… Er was een heel schema opgesteld wie wanneer moest komen, maar vervolgens bleek niemand zich er echt aan te houden. Toen ik me op de afgesproken tijd meldde, leerde ik dat heel veel mensen die achter me op de lijst stonden al aan de beurt waren geweest en vice versa. Na enig wachten kreeg ik weer zo’n wattenstaaf in m’n neus gedouwd en kon ik 10 euro aftikken, waarna ik nog even op de uitslag moest wachten. Ik besloot maar wat te gaan appen om de tijd te doden, waarna iemand plotseling in mijn richting schreeuwde dat ik negatief was en dat ik op moest krassen.

Die middag stonden we in de rij voor de twee bussen die ons over het schiereiland Kassandra zouden rijden. Wij stapten als een van de laatsten op, waardoor we op de voorste rij van de achterste bus zaten. Daar konden we zien hoe de bus voor ons een spoor van water trok. Doordat onze chauffeur nogal wat moeite had met het vinden van de juiste versnellingen en steeds met die veel te lange versnellingspook zat te hannesen alsof hij in een blik stopverf zat te roeren, verloren we de andere bus op de veelal slechte wegen uit het oog. Pas wanneer we een stop maakten, konden we weer bij onze reisgenoten aansluiten.

Bij iedere holle boom konden we uitstappen om in de brandende zon wat kiekjes te nemen, om daarna gauw weer terug de nauwelijks koelere bus in te gaan. Daar werd onze tijd volgeleuterd door onze gids, die vrijwel onafgebroken aan het woord was, of die moeilijk te volgen monoloog iemand interesseerde of niet. In dat opzicht hadden we familie van elkaar kunnen zijn. In een ademtocht ratelde ze in haar steenkolenengels door over de geschiedenis van het schiereiland. Ik kreeg iets mee over de bevolkingsuitwisseling tussen Griekenland en Turkije in de jaren 20 van de vorige eeuw. De uit Turkije overgekomen Grieken stichtten in die tijd allemaal plaatsjes met het voorvoegsel “nieuw” ervoor. Ook vertelde iets over de beroerde geografie van Griekenland, dat volgens haar voor 80 procent uit bergen bestond, waarmee het na Oostenrijk het bergachtigste land van Europa was. Redelijk hilarisch was dat ze de consequent herhaalde dat de hoogste berg in Griekenland 2917 of 2918 centimeter hoog was. Zulke bergen hebben we hier in Nederland ook.

In het begin van de avond streken we neer bij een restaurant aan de andere kant van het schiereiland. Daar zat ik aan tafel met onder andere Xiaoling, een pienter dametje waar ik altijd wel om kon lachen. Vooral de manier waarop ze haar nogal zorgeloze Griekse collega’s op de universiteit nadeed vond ik hoogst amusant. “Don’t worry. No problem. It will be fine.”, zei ze met haar hoge en een beetje verveeld klinkende stemmetje. Na onze buikjes rond te hebben gegeten, stapten we weer de bus in. We bleven nog een lange tijd wachten omdat niet iedereen gelokaliseerd was of zo, terwijl we het in de verte zagen onweren. We bleken de dans te zijn ontsprongen, want bij aankomst bleek ons verblijf behoorlijk nat, terwijl wij amper een druppel hadden gevoeld. We bleven nog even hangen bij de bar aan het strand, maar toen bleek dat daar geen karaoke was, gingen we maar weer naar onze kamer.

De rest van de week heb ik nog wat achter mijn computer gezeten en gezwommen. Tegen het eind van de week wisten we zelfs Xiaomei het buitenzwembad in te krijgen. Heel veel verder dan wat over de bodem van het zwembad lopen kwam ze niet, waarna ik het verwijt kreeg een slechte zwemcoach te zijn. Vrijwel meteen daarna werden we door een of andere kerel gesommeerd op te hoepelen. Bleek het zwembad ineens een uur eerder dicht te gaan. Een dag later hadden we voor Xiaomei een paar vleugeltjes aangeschaft, zodat ze zich beter op haar zwemtechniek kon richten. Inderdaad ging het wat beter, maar ook weer niet heel veel. Ze wilde nog naar de afsluitende receptie, waarna ik in het zwembad nog een heel gesprek had met Nan, de man/vriend van Yuzhi, die zich kostelijk vermaakte in het vrijwel lege zwembad.

Die avond was er in de bar bij het strand dan eindelijk de langverwachte karaoke, waar Xiaomei graag naartoe wilde. Ik had zoiets nog nooit meegemaakt en ik was benieuwd welke platen er bij zo’n gelegenheid gedraaid zouden worden. Bij aankomst werd Hotel California gedraaid, een veelbelovend begin, al leek geen van de zangers de tekst er echt van te kennen. Het zette niet de toon voor de avond, want in het vervolg daalde het niveau van de liederen gestaag, met onder andere die vreselijke jaren-90-kots van Britney Spears, een lied in mislukt Duits en dat afgrijselijke Macarena. Rond middernacht had ik er wel weer genoeg van en toog ik met Xiaomei terug naar de kamer, waar we onze spullen nog in moesten pakken. Anderen waren nog tot vier uur ’s ochtends gebleven en waren de ochtend daarna nogal gammel. De meeste mensen gingen weer naar huis, maar voor ons begon de vakantie toen pas.

Aangebrand

De eerste stop was het bloedhete Athene. In de brandende zon moesten we met onze zware koffers heel wat hellingen op en af voordat we ons hotel hadden gevonden. In de opmerkelijk volle entree konden we gelukkig nog uitpuffen en wat water en koekjes consumeren voordat we onze kamers in konden. Op de zesde verdieping hadden we een mooie hotelkamer. Yuzhi en Nan zaten twee etages onder ons. Daarna gingen we gauw de stad in om bovenaan een heuvel een zonsondergang te bewonderen en kiekjes van onszelf te nemen. Toen het donker was geworden, konden we weer met die kabellift terug naar beneden. Het was flink druk en voordat we vertrokken kreeg een gozer nog een standje omdat hij kennelijk zo stout was geweest om zijn mondkapje even onder zijn neus te dragen.

De dag erna zijn we naar het Parthenon gegaan, die eeuwenoude tempel die tot een ruïne is verworden. We wilden er vroeg naartoe om de drukte voor te zijn, maar ondanks dat we niet heel snel waren, viel het met de drukte aan de kassa wel mee. In de brandende zon hebben we daar een heleboel kiekjes van onszelf genomen met die ruïne op de achtergrond. Prompt kreeg ik het verwijt een slechte fotograaf te zijn. De rest van de dag heb ik de camera niet meer aangeraakt. Om af te koelen zijn we vervolgens nog een museum in geweest, waarna we tegen het eind van de middag met zijn vieren de kilo kersen weg zaten te kanen die Xiaomei ’s ochtends had aangeschaft.

Zelf was ik aan het eind van een dag lang door de stad slenteren helemaal op en aangebrand. In het hotel wilde ik graag mijn kamer in om het zweet van me af te spoelen en uit te rusten, maar toen ik zes trappen op was gelopen, bleek de sleutelkaart niet te werken, dus kon ik dat hele eind weer teruglopen naar de receptie (de lift was krap en vertrouwde ik niet zo) in de hoop dat ze het probleem konden verhelpen. Daar aangekomen kon ik mijn irritatie moeilijk onderdrukken, helemaal toen de receptioniste insinueerde dat de kaart waarschijnlijk niet meer werkte omdat ik hem naast mijn telefoon had gehouden. Het ding had de hele tijd in mijn portemonnee gezeten, dus die opmerking kon ik niet zo goed hebben. Nadat ze het ding had gereset, klauterde ik de trap weer op, om even later al vloekend naar beneden te stormen omdat die kaart nog steeds niet werkte.

Xiaomei zat nog met Yuzhi en Nan in de entree te overleggen en werd overvallen door mijn woedeaanval, waar ze op zijn zachtst gezegd niet gecharmeerd van was. Nadat ik het met haar kaart ging proberen, liep ze naar de receptie om in alle rust uit te leggen wat er aan de hand was. De receptioniste besloot maar twee nieuwe kaarten voor onze kamer aan te maken en dat was geen overbodige luxe, want ook met de tweede kaart kreeg ik de deur niet van het slot. Terwijl ik me nog voor onze kamerdeur stond op te winden, kwamen Xiaomei en de receptioniste uit de lift lopen. Ze hadden zowaar twee werkende sleutelkaarten, waarna de kamerdeur eindelijk openging en ik eindelijk tot rust kon komen. Vervolgens kreeg ik natuurlijk de wind van voren van Xiaomei, die vond dat ik me belachelijk had gedragen. Die dag zou het ook niet meer goedkomen tussen ons.

Onthaasten

De dag erna konden we meteen door naar de volgende stop, Milos, een eilandje ter grootte van Texel in de Egeïsche Zee. Tijdens de paar uur durende bootreis werd Xiaomei zeeziek. Eenmaal aan land was ze nog steeds behoorlijk brak. Gelukkig lagen onze hotels op een steenworp afstand van de haven en kon ze in onze kamer gaan uitrusten. Nadat de receptioniste had uitgelegd hoe de openslaande deuren en het verduisteringsgordijn werkten, ging ik met Yuzhi en Nan terug het dorpje in om te lunchen. We consumeerden daar drie van de vier bestelde gyrosbroodjes. Het vierde broodje ging in de zak mee voor Xiaomei, die er in de kamer meteen met grote happen van begon te eten. Zelf had ik nog een koffiebroodje en een fles water in een klein winkeltje op de kop getikt. ’s Avonds kwam ik erachter dat het water in de best grote supermarkt veel goedkoper was. Terwijl we nog een hele tijd op Yuzhi en Nan moesten wachten, die nog in het zwembadje in hun hotel baantjes zaten te trekken, sloegen wij voor het avondeten een hoop water en voedsel in. De restaurants in het haventje waren allemaal erg goed en tevreden dook ik mijn bed in.

Voor de dinsdag zouden we een auto huren om het eiland te verkennen. Ik zou het ding moeten besturen, omdat ik als enige een geldig rijbewijs heb. We zouden de auto om 9 uur ’s ochtends komen ophalen, maar die tijd hadden we ruimschoots gemist. De toon werd gezet toen Xiaomei nog in haar pyjama in de ontbijtzaal verscheen op het moment dat ik al bijna was uitgegeten. Van de anderen ontbrak ieder spoor toen ik om half 10 gebeld werd waar ik nou bleef. Gauw haastte ik me maar naar het verhuurbedrijf. Even later kwam er een kerel met de auto voorrijden, een Suzuki Celerio, een iets uit de kluiten gewassen versie van mijn eigen karretje thuis. Tot mijn verbazing moest ik eerst met hem mee om even verderop allerlei papieren te tekenen. Dat wilde ik liever niet in mijn eentje doen, maar omdat de rest nog steeds spoorloos was en de tijd begon te dringen, moest het toch maar.

Een paar straten verderop moest ik de formulieren tekenen. Alle deuken en butsen in de auto werden minutieus in kaart gebracht, zodat ik het niet in mijn hoofd zou halen om er stiekem nog een deuk in te rijden. Vervolgens kreeg ik de vraag wanneer we de auto weer in wilden leveren. We konden de auto voor 24 uur huren, maar dat zou betekenen dat we hem weer in moesten leveren op het moment dat we de boot moesten halen. Was dat haalbaar? Pas na veel appen en bellen nam Xiaomei, die in de hotelkamer nog zat te dubben of ze wel of niet die rode jurk aan wilde, op. Volgens haar zouden we pas ’s middags met de boot gaan. Daar wist ik helemaal niks van, maar kennelijk was ons schema dan helemaal niet zo krap, dus beloofde ik de auto de volgende dag tussen 9 en 10 ’s ochtends in te leveren.

In de tussentijd had die kerel de auto gekeerd, waardoor ik het ding zonder er nog meer deuken in te rijden uit het steegje kon bevrijden. In de haven zag ik mijn gezelschap dan eindelijk en besloot ik maar van mijn aanwezigheid op de hoogte te brengen door te toeteren, zodat we gauw op pad konden. Het ontging ze volledig, dus moest ik alsnog uitstappen. Het was inmiddels alweer 10 uur en we waren nog nergens.

In het vervolg besloten we allerlei uithoeken op het eiland te bezoeken. Dat betekende ook dat we vaak door allerlei krappe steegjes moesten. Vaak bleken we dan verkeerd te zitten en moest ik weer een plek vinden om te keren, om vervolgens dat hele stuk weer terug te rijden. Niet zelden kwam ik op die krappe stukken tegenliggers tegen. Die hadden vaak weinig zin om aan de kant te gaan, dus resteerde mij vaak geen andere optie om mijn karretje weer van de heuvel terug te laten rollen. Sowieso leek door de vele hoogteverschillen op het eiland iedere manoeuvre op een hellingproef uit te draaien. Steeds begon het karretje hard de heuvel af te rollen op het moment dat ik mijn poot van de rem haalde. Alleen doordat Yuzhi en Nan steeds keien voor de voor- of achterwielen legden, wist ik het autootje succesvol uit zijn benarde situaties te bevrijden.

Het doel van de vele omzwervingen was om naar fotogenieke plaatsen te gaan, zoals die witte lavavlakten van het Sarakinikostrand, waar in de brandende zon de nodige foto’s geschoten werden. Uiteindelijk hebben we aan het eind van de dag ergens verderop nog even gezwommen, terwijl Xiaomei, helaas niet in haar rode jurk, op het strand houtblokken liep te zagen. De dag werd afgesloten in een nogal desolaat havenplaatsje, waar we de zon in het water konden zien zakken. Pas toen het aardedonker was geworden, gingen we weer terug, om dicht bij ons hotel nog een restaurant op te zoeken.

De meest overschatte plaats ter wereld

De volgende dag was het nog flink stressen, omdat de boot inderdaad al om 10 voor 10 zou vertrekken. Gelukkig had ik de auto al om klokslag 9 uur in weten te leveren en omdat de boot vertraagd was, stonden we alsnog in de haven een tijd wortel te schieten. De schuit was beduidend kleiner dan de eerste, waardoor hij redelijk vol zat. Ditmaal werd Xiaomei niet zeeziek en dus kwamen we even later veilig op Santorini aan.

De haven van het eiland was piepklein en lag tegen een imposante berghelling aangeplakt. Er was een parkeerplaats vol bussen en verder waren er nog wat tentjes, maar hield het dan wel bij op. Gelukkig bracht een van die bussen ons via een weg met veel haarspeldbochten naar de top van de heuvel, naar een plaatsje waarvan de naam in Nederland vervelende associaties oproept met een Italiaanse onderdelen verliezende trein. Daar stond ons hotel. Wij hadden een kamer bij de ingang, die nog niet schoongemaakt was. Wel konden we daar alvast onze koffers dumpen.

We gingen weer terug het dorpje in, dat zwart zag van de mensen. Wat al die mensen trok om naar een onherbergzaam eiland af te reizen, werd me niet direct duidelijk. Vermoedelijk wilden ze graag die slapende vulkaan op het naastgelegen eiland bezoeken. Wij waagden ons daar de volgende dag aan. Eerst moesten we 200 meter omlaag naar de zee over een trap vol ezels en ezelstront. Helemaal gesloopt kwam ik beneden aan, waar we op de boot stapten naar het eiland. Daar moesten we in de brandende zon weer naar de top van die vulkaan lopen, waar we wat uitleg over de vulkaan kregen. Vervolgens konden we het hele stuk weer teruglopen. Na een korte boottocht meerden we aan bij een warmwaterbron, waar we heel even konden zwemmen. Wel moesten we eerst nog door het best wel koude zeewater naar die warmwaterbron zwemmen. De een na de ander plonsde stoer het water in, maar toen Nan voorzichtig via het trapje afdaalde en alsnog bijna bevroor, besloot ik, koukleum die ik ben, maar op de boot te blijven. Eenmaal terug op de kade konden we weer dat hele teringeind tussen de ezelschijt omhooglopen. Er was amper schaduw en helemaal gesloopt kwam ik boven. De rest van de dag heb ik het daarom maar rustig aan gedaan.

Een dag later gingen we met de bus naar het plaatsje Oia. Daar kwam ik er eindelijk achter waarom het onherbergzame eiland zo populair was. Voor zover ik het begreep, had het allemaal te maken met een of andere influencer die op het eiland alle fotogenieke locaties had gemarkeerd. Yuzhi en Nan hadden er een sport van gemaakt om al die plekjes te vinden en maakten in het plaatsje driftig vele selfies met domme kerkjes in de achtergrond. En ik liep daar weer achteraan, met mijn ziel onder mijn arm. Ik voelde me nog steeds brak van de dag ervoor. Gelukkig voor mij was Xiaomei er niet veel beter aan toe, dus slopen we een terras op. Daar bestelden we wat te drinken en wat te eten. Toen mijn spaghetti bolognese geserveerd werd, wilde Xiaomei dat ineens ook. Lang nadat ik de slierten naar binnen had gewerkt, werd haar bord geserveerd. Van de spaghetti heeft ze niet veel meer dan een paar happen genomen. Na het eten hebben we nog een tijd aan ons tafeltje voor Jaffa gelegen. We mochten nog van geluk spreken dat we geen rente over de rekening hoefden te betalen.

Eenmaal terug in Fira gingen op zoek naar een huurauto. Na bij een heleboel verhuurbedrijven naar de kosten te hebben geïnformeerd, viel onze keuze toch op het eerste bedrijf. We wilden per se de Toyota Aygo huren, omdat die het goedkoopst was. Helaas konden we die auto niet voor de volgende dag reserveren. Toen we de dag erna nogal laat bij het verhuurbedrijf aankwamen, bleek het ding nog voorhanden. We kregen hem meteen mee, waarna we onze reis vervolgden naar de zuidkant van het eiland.

Daar daalden we over een gevaarlijk pad af naar wederom een kerkje, dat naast een rots met een enorm gat erin stond. De wind gierde erdoorheen, waardoor we bijna gezandstraald werden bij het nemen van de selfies. Even later kwam er een Chinees naar ons toe. Ik kon er natuurlijk geen woord van verstaan, maar toen ik boven me op het pad een vrouw zag liggen, schrok ik wel. Gelukkig was ze bij kennis. Wel had ze haar scheenbeen gebroken. Er werd een ambulance gebeld en daarmee was de kous af. Ik heb geen ambulance gehoord, ook niet toen we het afgelegen terrein weer verlieten.

Het Rode Strand hebben we vervolgens maar links laten liggen omdat de afdaling ernaartoe wel erg lang was en men noch in mijn stuurmanskunsten, noch in mijn loopvermogen enige fiducie had. In de tussentijd had ik op het keienpad een van de keien vol met de onderkant van de auto geraakt. Gelukkig begon de auto niet gelijk een spoor van vloeistoffen te trekken. Alles deed het nog gewoon, alleen die hellingproef… De auto wilde alleen nog maar vooruit de helling af, terwijl ik achteruit wilde. Na nog wat auto’s en de quads die me de hele tijd hadden achtervolgd in de weg te hebben gezeten, werden er weer wat rotsblokken voor de voorwielen gelegd, waarna ik het ding achterwaarts de heuvel op kreeg. Omdat we er dus van afzagen om helemaal naar het strand te lopen, konden we weer gauw instappen.

De laatste stop was in het oosten van het eiland, in de buurt van het vliegveld. Na lekker te hebben geluncht, gingen we daar naar het strand. Het strand bestond uit grote, zwarte korrels vulkanisch gesteente, die in de zon bloedheet waren. Het water nodigde vanwege die keien ook niet zo uit om te gaan zwemmen, dus gingen we maar vliegtuigen spotten en selfies maken. Na afloop gingen we weer lekker uit eten. Het eten werd aangevuld met restjes van de dag ervoor. Op de gyroskip van de dag ervoor werd doodleuk een stuk droog brood gelegd dat we voor de maaltijd hadden gekregen. Die pitabroodjes waren immers niet vers meer.

Na met de nodige moeite de auto uit zijn blikken gevangenis te hebben bevrijd en voor 10 euro te hebben getankt, konden we de auto weer heelhuids afleveren. Een gozer van het autoverhuurbedrijf had vervolgens de schone taak om de auto uit zijn benarde positie te bevrijden. Uit interesse bleef ik kijken. Tot mijn verbazing reed hij de auto zonder enige moeite en zonder de koppeling te verbranden achteruit terug de heuvel op, waarna het ding keurig naast de andere huurauto’s werd neergezet. Zo kan het dus ook.

Die avond konden we voor de laatste keer inpakken. De vakantie zat er bijna op, al hadden we nog twee vluchten te gaan. Eerst naar Frankfurt en daarna naar Schiphol. Die tweede vlucht was al uitgesteld naar maandag en op de reisdag zelf kreeg ik te horen dat onze vervangende vlucht ook al niet zou gaan. Gelukkig waren er nog twee alternatieven: een vlucht om 8 uur ’s ochtends en een om 4 uur ’s middags. We besloten maar voor de eerste optie te kiezen.

Terug de kou in

Onze vlucht naar Frankfurt vertrok pas aan het eind van de middag, waardoor we eerst nog een hele tijd spelletjes zaten te spelen en te appen. Daar waren we dusdanig lang mee bezig dat we alsnog ergens achteraan in de rij stonden. Bij de security check mocht ik mijn laptop en alle kabels weer uit mijn tas halen (op Schiphol mocht ik gewoon doorlopen), maar kon ik zo verder, in tegenstelling tot Xiaomei. Ze had nog een paar flessen zonnebrand in haar handbagage en die gingen subiet de prullenbak in. Een beetje dom natuurlijk, al betwijfel ik of er nog wel ruimte voor die zonnebrand was in haar koffer. Dat ding zat echt helemaal tjokvol. Tot overmaat van ramp werden de vele gevulde drinkflessen geleegd. Een beambte probeerde uit te leggen waarom die regels er waren. Het water kon kortsluiting veroorzaken in het vliegtuig of zo. Ik dacht altijd dat je maar een beperkte hoeveelheid vloeistoffen mee mocht nemen omdat je er anders bommen van kon maken. De uitleg viel niet in goede aarde en nadat een andere beambte haar een beetje belerend mededeelde dat ze de drinkfles in haar handen moest legen, raakte ze zichtbaar geïrriteerd, omdat een andere beambte dat ding even daarvoor al voor haar had leeggegooid. Toch was ze vooral geïrriteerd door haarzelf.

In het vliegtuig zaten we gezellig naast elkaar. Via de GPS probeerden we steeds onze locatie te achterhalen tijdens de vlucht, wat niet zo goed lukte omdat de verbinding nogal slecht was. Pas tegen het eind konden we via het internet aan boord alle details van de vlucht zien. Heel interessant natuurlijk. Op de luchthaven werden we met een shuttlebus naar ons hotel gebracht. Het was het mooiste hotel van de hele vakantie. De dag erna moesten we heel vroeg op. De ontbijtzaal puilde om 6 uur ’s ochtends al uit van de mensen, die allemaal hun vlucht wilden halen. Bij het hotel werden we netjes opgepikt door de bus en waren we ruim op tijd, ook omdat onze vlucht vertraagd was.

Tijdens de nog geen uur durende vlucht hield ik de hele tijd de vluchtgegevens in de gaten. Het vliegtuig zat niet bepaald vol, dus zag ik tegen het einde van de vlucht kans om naast Xiaomei te gaan zitten. Samen keken we hoe het vliegtuig over Flevoland allerlei rare bochten maakte, om daar op te lijnen met de nogal korte Oostbaan. De landing verliep soepel, hoewel het vliegtuig aan het eind van de landingsbaan nog even flink in de ankers moest. We waren in ieder geval veilig aangekomen!

De vakantie zat er weer op. Ik was blij om weer in het kille, natte Nederland te zijn, in plaats van het verzengend hete Griekenland met die bazige en hard pratende Grieken. Het was een vakantie die fysiek zwaarder was dan ik had verwacht, met daarnaast de nodige Babylonische spraakverwarringen, miscommunicatie en meningsverschillen. Het was tevens een leerzame vakantie, waarin ik leerde dat je soms wel de pionier moet zijn, dat ik geen geboren fotograaf ben en dat verzamelwoede soms betekent dat je je een breuk sjouwt en met veel waardeloze rommel blijft zitten. Toch was de grootste winst dat ik Xiaomei in deze weken echt heb leren kennen. Voor de reis had ik haar amper zien interageren met anderen. Dat was in de voorbije twee weken wel anders. Nu had ik de echte Xiaomei gezien, met al haar goede en slechte kanten. En het mooiste van allemaal was natuurlijk dat we twee weken lang naast elkaar hebben geslapen. 😊