27 maart 2022

Verstappen wint, Pérez heeft pech

Max Verstappen heeft in Saoedi-Arabië zijn eerste seizoenszege behaald. Op het Jeddah Corniche Circuit rekende hij in een bloedstollende slotfase af met Charles Leclerc. Carlos Sainz werd derde, voor een ongelukkige Sergio Pérez.

Nog geen vier maanden geleden kwam de bizarre titelstrijd van 2021 tot ontbranding in de inaugurele Grand Prix van Saoedi-Arabië. Het was een race die bol stond van vreemde acties tussen titelpretendenten Max en Luis. In de tussentijd is er een hoop gebeurd en inmiddels ziet de wereld er heel anders uit. De knoertharde klapper van Mick was het enige wat nog deed terugdenken aan die race op de sinterklaasavond van vorig jaar. De Duitser was gauw weer de oude, maar van zijn Haas was weinig meer over, dus moest hij de race aan zich voorbij laten gaan.

Datzelfde gold overigens voor Fattle, die nog steeds besmet met corona was en met alle plezier het stuur van zijn trage Aston Martin aan landgenoot Nico Hülkenberg overdeed. In de kwalificatie bakt Hülkenberg er dan ook geen ene pepernoot van, in tegenstelling tot oud-teamgenoot Pérez. De Mexicaan rijdt een wereldronde en eist voor het eerst in zijn carrière de pole op. Hij troeft daarmee het Ferrari-duo Leclerc en Science af, terwijl teamgenoot Max slechts vierde is.

Daarmee deed de Nederlander het overigens nog honderd keer beter dan zijn grote rivaal van vorig jaar. Luis verknalt zijn kwalificatie volkomen en rijdt slechts de zestiende tijd. Door het wegvallen van Mick mag hij nog als vijftiende starten, negen plekken achter teamgenoot Russle en zeven plekken achter ex-teammaat Bottas. Au.

Nog voor de race van start gaat, wordt het veld nog verder uitgedund als Tsoenoda in zijn installatierondje stilvalt. De achttien overgebleven bolides komen allemaal goed van hun plek als de race onder het kunstlicht van start gaat. Pérez verzilvert zijn pole, terwijl Max Science in de tweede bocht handig de derde plaats ontfutselt.

De twee Red Bulls en de twee Ferrari’s lopen meteen hard weg bij de als vijfde gekwalificeerde Ocon, die Russle niet lang achter zich kan houden. Al gauw krijgt hij teamgenoot Alonso op zijn dak. Dankzij de drie DRS-zones kan de Spanjaard keer op keer de aanval wagen. Wanneer Alonso Ocon eindelijk gepasseerd is, zijn de rollen omgedraaid en zet Ocon keer op keer de aanval in. Rondenlang zijn de roze Alpines met elkaar in gevecht, wat ze een hoop tijd kost.

Achter hen is Luis aan een opmars bezig. De zevenvoudig wereldkampioen is als een van de weinige coureurs op de harde banden aan de race begonnen en maakt in de openingsfase langzaam maar zeker terrein goed. Wanneer in de achterhoede de eerste coureurs hun banden laten verwisselen, ligt hij al in de punten.

In de kopgroep zijn de coureurs allemaal buiten schootsafstand van elkaar komen te liggen. Pas wanneer de banden afbouwen komt er langzaam leven in de brouwerij. Met de pitstops in aantocht zet Leclerc aan. Hij knabbelt wat van zijn achterstand op Pérez af, waarna de Ferrari-monteurs zich klaarmaken voor een pitstop. Red Bull denkt Ferrari te slim af te zijn door Pérez gauw naar de pits te halen om een undercut te voorkomen. Leclerc besluit daarom de pitstraat voorbij te rijden.

De pitstop luidt Pérez’ ondergang in. Dat komt nog niet eens doordat hij de race pal achter Russle als vijfde hervat, of omdat hij zijn harde banden niet meteen op temperatuur krijgt. De echte spelbreker is Latifi, die weer eens op een onhandig moment crasht en daarmee de hele race op zijn kop zet.

Aanvankelijk denkt de wedstrijdleiding het ongeval nog met de virtuele safetycar te kunnen afdoen, maar al gauw komt de echte safetycar de baan op. De koplopers krijgen zodoende een bijna gratis pitstop cadeau. Leclerc blijft na zijn stop aan de leiding, voor Max, die bijna nog Science tegenkomt in de pits. De Spanjaard komt op zijn beurt Pérez bij het uitkomen van de pitstraat tegen. Hoewel de Mexicaan de derde plek voor zich opeist, moet hij de plek even later weer teruggeven.

Net als een week eerder speelt Leclerc het spel bij de herstart slim. Ditmaal drukt hij Max in de laatste bocht in het verdomhoekje, waarna hij er plotseling vandoor spuit en Max geen aanval kan wagen. Samen lopen ze weg bij Science en Pérez, terwijl Russle op de vijfde plaats langzaam maar zeker in niemandsland komt te rijden. Hij loopt wat weg bij Magnussen en Luis, die allebei nog steeds op de harde banden rijden waarmee ze de race waren begonnen.

De witte banden zijn dusdanig slijtvast dat de twee qua snelheid niet eens uit de toon vallen, in tegenstelling tot Hülkenberg, die door de pitstops van anderen kortstondig in de top 10 rijdt, om na de herstart weer als een baksteen terug te zakken. Luis weet daarentegen Magnussen de zesde plaats te ontfutselen.

Magnussen valt uiteindelijk ook ten prooi aan Alonso, die vrijwel meteen daarna snelheid verliest. Vrijwel op hetzelfde moment valt ook Ricciardo stil. Zijn McLaren komt bij het begin van de pitstraat tot stilstand. Alonso parkeert zijn Alpine iets verderop, terwijl Bottas eveneens in de pits moet opgeven. Net nadat Magnussen en Hülkenberg hun verplichte bandenwissel maken, wordt de pitstraat gesloten en verschijnt de virtuele safetycar voor de tweede maal op het circuit.

Luis blijkt de kans te hebben laten schieten om zijn verplichte bandenwissel te maken. Op het moment dat de race wordt herstart duikt hij meteen de pits in voor een set mediums, waardoor hij zich ineens weer terugvindt op de twaalfde plaats achter Magnussen.

Beter vergaat het Max, die na de herstart pal achter Leclerc zit. Op de rechte stukken is de Red Bull sneller en keer op keer komt Max op start/finish dichtbij. De Ferrari is daarentegen sneller in de bochten. Leclerc moet zich in het bochtige gedeelte steeds het licht uit de ogen rijden om een gaatje te slaan. Wanneer dat niet lukt, besluit hij Max er voor de laatste bocht langs te laten, om hem op start/finish met behulp van DRS weer in te halen. Dat lukt inderdaad, dus moet Max iets anders verzinnen om de Ferrari te kloppen.

De volgende ronde gaan beide coureurs bijna stilstaan om niet als eerste over het DRS-detectiepunt te rijden. Hoewel Max in zijn opzet slaagt, verliest hij dusdanig veel vaart dat hij Leclerc niet meer te pakken krijgt op het rechte stuk. Leclerc heeft weer even adempauze, maar niet voor lang, want als hij een foutje maakt, zit Max weer vlak achter hem.

Ditmaal wacht Max tot start/finish om de Ferrari met behulp van DRS voorbij te blazen. Het plannetje slaagt, maar Leclerc geeft zich niet zomaar gewonnen. Hij blijft de Red Bull als een schaduw volgen. Max’ heeft geluk dat Stroll en Albon in de eerste bocht op elkaar knallen, waardoor er met gele vlaggen wordt gezwaaid en Leclerc aan het eind van start/finish geen aanval kan wagen.

In de laatste ronde komt Leclerc nog heel dichtbij, maar het is niet genoeg. Max houdt het en wint de race, voor Leclerc, die nog wel het punt voor de snelste raceronde pakt. Science houdt de weinig gelukkige Pérez achter zich en finisht wederom op het podium.

Russle eindigt eenzaam als vijfde, terwijl Ocon net voor Norris eindigt, nadat de twee de zesde plaats in de slotfase een aantal keer aan elkaar over hadden gedaan. Gasly wordt achtste, voor Magnussen. Luis legt beslag op het laatste punt na een uiterst moeizaam weekend. Buiten de punten finisht Joe, mede door een drivethroughpenalty halverwege de race omdat hij een tijdstraf niet bij zijn pitstop had uitgezeten. Als laatste in de lead lap finisht Hülkenberg. Hij blijft alleen zijn stuntelende teamgenoot Stroll voor, terwijl Albon door de botsing de finish niet haalt, maar nog wel als veertiende geklasseerd wordt.

Over twee weken gaat het kampioenschap verder in Australië, op het gerenoveerde Albert Park.

20 maart 2022

Deceptie in Bahrein

Niet wereldkampioen Max Verstappen of Lewis Hamilton, maar Charles Leclerc heeft de seizoensouverture op zijn naam geschreven. In Bahrein was de Monegask te sterk voor Ferrari-teamgenoot Carlos Sainz en de Mercedes van Lewis Hamilton en George Russell. Voor Red Bull eindigde de race in een deceptie met twee uitvalbeurten.

Het waren de grootste reglementswijzigingen sinds in ieder geval 2009. Met grotere wielen en een vleugelontwerp van een zweefvliegtuig zien de bolides er in 2022 anders uit dan voorheen. Grote reglementswijzigingen zorgen er vaak ook voor dat de kaarten opnieuw worden geschud, wat slecht nieuws was voor Mercedes en Red Bull, die de sport de afgelopen jaren hadden gedomineerd.

Zoals zo vaak als de reglementen op de schop gaan, bleef het op de rijdersmarkt rustig. Wel hadden de kampioenen van de afgelopen jaren Valtteri Bottas eindelijk vervangen door George Russell. Bottas vond onderdak bij Alfa Romeo, dat afscheid nam van zowel oudgediende Kimi Räikkönen als de matig getalenteerde Antonio Giovinazzi. Het tweede Alfa-zitje ging naar de Chinese debutant Guanyu Zhou, in het vervolg aan te duiden als Joe.

Russell werd op zijn beurt bij Williams vervangen door Alexander Albon, die eind 2020 door Red Bull op straat was gezet. De oorlog in Oekraïne luidde meteen ook het vertrek van Marsepein en sponsor Uralkali bij Haas in, wat betekende dat oudgediende Kevin Magnussen eveneens na een jaartje afwezigheid weer mocht terugkeren.

Dat de coronacrisis na twee jaar nog steeds niet bezworen is, bewezen Ricciardo en Fattle wel. Waar de Australiër slechts de laatste testweek moest laten schieten, moest de Duitser het eerste raceweekend aan zich voorbij laten gaan. Zijn plek bij Aston Martin werd ingenomen door supersub Nico Hülkenberg.

Van tevoren werden de teams van Ferrari en McLaren, de nummers 3 en 4 van vorig jaar, goede kansen toegedicht. Beide teams waren vroeg in het seizoen aan het ontwerp van de nieuwe bolides begonnen, in tegenstelling tot Mercedes en Red Bull, die nog tot het laatst in de titelstrijd zaten. Daarmee was de situatie precies omgekeerd aan die in 2009, toen Ferrari en McLaren ineens naar het tweede plan werden verdreven door Brawn GP (dat later zou worden overgenomen door Mercedes) en datzelfde Red Bull.

Als het er in Bahrein echt om gaat, blijkt Ferrari inderdaad een sprong te hebben gemaakt. Leclerc eist in de spannende kwalificatie de pole op, terwijl Science derde is op maar enkele duizendsten van Max, die zijn eerste race als regerend wereldkampioen zodoende vanaf de tweede plaats aanvangt. Teamgenoot Chicko is vierde, voor Luis in de tegenvallende Mercedes. Nieuwe Mercedes-aanwinst Russle is slechts negende, nog achter Bottas en de verrassend snelle Magnussen, die een afgrijselijk 2021 voor Haas in een klap doet vergeten.

Verliezers van de reglementswijzigingen zijn er ook. AlphaTauri heeft een stap achteruitgezet en Alpine is middelmaat troef, maar de grootste tegenvallers zijn toch wel McLaren en Aston Martin, die het hele weekend in de achterhoede bivakkeren. Ook Williams is nog niet uit het dal, getuige Latifi’s laatste startplaats.

Als de lichten een dag later tijdens de langzaam invallende duisternis doven, komt het veld goed van zijn plaats. De drie koplopers gaan in ongewijzigde volgorde de eerste bocht in. Achter hen raakt Chicko in het gedrang zijn plek kwijt aan Luis, waarna Magnussen hem ook nog om de oren rijdt. Nog slechter vergaat het Bottas, die zijn start volkomen verknalt en de eerste ronde zelfs nog achter Mick, die door Ocon achterstevoren wordt getikt, als veertiende doorkomt.

Vooraan kan Max koploper Leclerc net niet bijbenen. Samen lopen ze weg bij Science, die in de openingsfase door Luis wordt opgejaagd. Daarbij vergt de Brit te veel van zijn banden, want al gauw storten zijn rondetijden in en valt hij ten prooi aan Chicko, die Magnussen al vroeg in de race had teruggepakt. Al in de elfde ronde maakt Luis de eerste pitstop van het seizoen. Vanwege de hoge bandenslijtage krijgt hij een van zijn twee setjes harde banden mee. Op de steenkoude banden lijkt hij bij terugkomst op de baan op ijs te rijden, waardoor hij meteen door Joe wordt ingehaald. Aan het eind van de ronde zijn de rollen omgedraaid als Luis’ banden eindelijk op bedrijfstemperatuur zijn.

De koplopers duiken niet veel later de pits in. Eerst gaan Max en Science, een ronde later Leclerc en Chicko. Dankzij zijn vroegere pitstop heeft Max, die geen enkele moeite heeft om zijn zachte banden op temperatuur te krijgen, het gat naar Leclerc volledig dichtgereden. In het vervolg grijpt hij de Ferrari op start/finish steeds aan. Met behulp van DRS, dat bij de Red Bull wel erg effectief lijkt, weet hij Leclerc keer op keer voor de eerste bocht te passeren. Op het volgende rechte stuk heeft Leclerc weer DRS, waardoor hij zijn plek steeds weer opnieuw kan innemen.

De twee raken uitgespeeld wanneer Max bij zijn derde aanval vanaf grote afstand met blokkerende wielen langs Leclerc stuift, in plaats van dat hij nog tot het volgende rechte stuk wacht. Leclerc herovert de koppositie vrijwel meteen weer en neemt in het vervolg een veilige voorsprong, waardoor Max geen DRS meer heeft. In het vervolg moet hij lijdzaam toezien hoe Leclerc aan de horizon verdwijnt.

Ondertussen is Luis wel weer uitgekeken op zijn harde banden, dus duikt hij nog voordat de race halverwege is de pits in voor een set mediums. De koplopers volgen even later. Wederom weet Max zijn achterstand op Leclerc bijna uit te wissen door een ronde eerder dan de Monegask nieuwe banden te halen, maar dit keer blijft een aanval uit. In het vervolg rijdt Leclerc wederom bij hem vandaan.

Om in de slotfase toch nog wat te forceren, besluit Red Bull beide coureurs nog een derde keer naar de pits te halen. Science doet hetzelfde, maar Leclerc blijft rustig op zijn mediums doorrijden. Een spannende slotfase lijkt in het verschiet te liggen, maar ineens is alles anders als Gasly zijn brandende AlphaTauri bij dezelfde vangrail stilzet als waar Grosjean zijn Formule 1-carrière  anderhalf jaar geleden op een spectaculaire manier beëindigde.

Het wrak kan niet gauw worden weggeduwd, dus komt eerst de virtuele safetycar en later de echte safetycar op de baan. Leclercs voorsprong wordt daarmee uitgewist, dus laat de Monegask eveneens een nieuw setje banden omleggen. Hij blijft aan de leiding.

Als de race acht ronden voor het eind hervat wordt, zet Leclerc Max op het verkeerde been. Max komt traag uit de laatste bocht en mag nog van geluk spreken dat hij niet meteen zijn tweede plaats aan Science verliest. Zijn geluk is even later op. Vanwege een probleem met de elektrische systemen valt hij vijf ronden voor het einde alsnog ten prooi aan Science. Vrijwel meteen daarna valt Max’ Red Bull helemaal stil en kan hij gedesillusioneerd opgeven.

Max’ pech betekent dat Ferrari een dubbelzege gaat scoren. De strijd om het podium is nog geen gelopen koers, omdat Chicko hetzelfde probleem als Max heeft. Uitgerekend in de laatste ronde gaat het mis voor de Mexicaan. Met Luis op zijn staart slaat de Red Bull in de eerste bocht vast, waarna het ook voor Chicko einde oefening is.

Heel anders dan de grafstemming bij Red Bull is de feestvreugde bij Ferrari als een dolblije Leclerc even later na 57 ronden als eerste over de finish komt. Een iets minder tevreden Science wordt tweede, terwijl Luis een van tevoren niet verwacht podium scoort. Russle wordt in zijn eerste race voor Mercedes vrij geruisloos vierde.

Man van de race is Magnussen, die met een vijfde plaats de eerste punten voor Haas in hele lange tijd scoort. Bottas weet zich in de race nog van zijn poepstart te herstellen en wordt zesde, voor de Alpines van Ocon en Alonso, met tussen hen in Tsoenoda in de enig overgebleven Alpha Tauri. Het laatste punt is een prooi voor Joe.

Buiten de punten eindigt Mick, de enige coureur die tijdens de neutralisatie geen nieuwe banden had gehaald. Stroll komt nog als twaalfde over de streep in de trage Aston Martin, voor Albon, die na een goede start alsmaar verder terug was gevallen. Wel eindigt hij het stuitend trage McLaren-duo voor. De oranje bolides waren als enige op de mediums aan de race begonnen, waardoor ze meteen naar de staart van het veld terugvielen. Uiteindelijk pakt de strategie voor Ricciardo iets minder desastreus uit dan die van Norris. Ze blijven alleen Latifi en een merkwaardig zwakke Hülkenberg voor.

Volgende week gaat het Formule 1-circus gelijk weer verder in Saoedi-Arabië.

12 maart 2022

De overwinning die nooit viel

BSG heeft zichzelf een bijzonder slechte dienst bewezen door het 4-puntenduel tegen het Nijmeegse UVS met het kleinst mogelijke verschil te verliezen. Door de derde opeenvolgende nederlaag is de rode streep erg dichtbij gekomen.

“Gelukkig hebben we lekker gegeten”, merkte FM Henk na afloop op, niet wetende dat hij bij het afrekenen bijna nog mocht gaan dokken voor de Fanta, tiramisu en een macaroni met courgette van iemand anders. Het paste in het plaatje van een dag waarop eigenlijk niks echt goed ging.

De dag begon met een pittige reis naar Nijmegen, waar BSG 1 en 2 een soort massakamp speelden tegen UVS. Om de een of andere reden worden schaakclubs uit Nijmegen altijd met vreemde afkortingen aangeduid. Vroeger was SMB (Strijdt Met Beleid) altijd de club uit de oudste stad van Nederland, nu is dat USV (Uit Vrienden Samengesteld). Je moet er maar op komen. In ieder geval zijn het heel wat geslaagdere drieletterige afkortingen dan die van de lokale voetbalclub.

Eenmaal bij de speellocatie aangekomen brak er nog paniek uit toen de teamleider ineens zijn sleutels kwijt was. Nadat Timon zijn zakken al tig keer gecontroleerd had en het hele team alle hoeken en gaten in en rond zijn auto had gecontroleerd, besloot Iskander, die alvast wilde oefenen voor Pasen, eens in het dashboardkastje te kijken. En voilà, daar stond hij ineens als een Hans Kazàn met de sleutels te zwaaien. Boj natsjinajetsja!

BSG trad aan zonder de doodzieke Coen, maar met Mark G. als geheime wapen. UVS moest het zonder Jan Pijkeren en Jeroen Clermonts stellen en trommelde voor hen in de plaats Maarten van Rooij en Diderick Holtland op. De twee invallers namen netjes plaats aan de laatste borden. Aan de overige borden had de thuisclub de spelers wel flink gehusseld.

In deze barre tijden kende de wedstrijd een opvallend vredelievend verloop. Vrolijke Frans was ditmaal aan het laatste bord gezet om eindelijk weer een punt te pakken. In plaats daarvan vergreep hij zich aan een pion op h5 en kwam hij afschuwelijk slecht te staan. Desondanks werd even later de vredespijp gerookt. Een meevaller.

Aan het bord ernaast speelde Mark een soort Frans met d3, waarin zijn goede loper al heel gauw geruild werd. Hij wist op de koningsvleugel nog wat ruimte te pakken, maar toen de stelling werd geopend, kwam hij juist in de problemen en mocht hij nog van geluk spreken dat het remise werd.

Dat geluk had Ruben aan het achtste bord niet. Tegen de matig scorende Anton van Rijn besloot hij in de opening de pion op d4 in leven te laten en moest dat enorm bezuren. Al gauw kwam hij passief te staan en nadat hij nog een pion had ingeboet, moest hij de koning omleggen.

Iskander had weinig zin in het Frans en liet de opstoot d2-d4 eveneens achterwege. In plaats daarvan kwam hij met een gare loperuitval op de proppen, waarna tegenstander Ivan Heine zich om de een of andere reden met een lelijke dubbelpion in de maag splitste. In het vervolg was Iskander op beide vleugels in het voordeel, maar miste hij de finishing touch en moest hij met remise genoegen nemen.

Ewood besloot tegen Jasper Bons weer eens het Siciliaans te spelen. Ter compensatie voor een gammele pionnenstructuur had hij het loperpaar. Ondanks een minuspion speelde hij in het eindspel nog op de winst, maar moest hij eveneens met een half punt genoegen nemen.

FM Henk kreeg een wat rare Fransoos op het bord, waarin Joost Retera al gauw de witveldige lopers wist te ruilen. Henk kreeg in ruil voor twee pionnen actief spel op de koningsvleugel, waarna de partij geheel volgens verwachting in remise eindigde.

Rein had aan het vierde bord de zware taak om Hans Klip te bestrijden. Hij had op de training voorafgaand aan de wedstrijd goed opgelet en wist de gare witte opzet met speels gemak te weerleggen. Het leverde hem een dijk van een stelling op, waarna hij zichzelf besloot te belonen met een halfje.

Geheel anders verliep de opening voor broer Timon aan het bord ernaast, die tegen Lars Kerrchence al gauw zijn witveldige loper, de sleutel tot succes, kwijtraakte. Hij ging niet bij de pakken neer zitten en kwam alsnog erg goed te staan, maar in het eindspel verdween de muziek uit de stelling. De partij eindigde met twee kale koningen.

Het spektakelstuk van de dag werd verzorgd door Ton, die tegen Jaap Houben een stelling met een ongelijke materiaalverhouding kreeg. Houbens loper op f6 scheen een tijd als een zoeklicht zijn koningsstelling binnen, maar nadat de raadsheer naar de damevleugel werd gejaagd, leek Ton aan meer te kunnen denken. In tijdnood nam hij het zekere voor het onzekere en dus eindigde ook deze partij zonder winnaar (of dat moet het publiek geweest zijn).

Aan het kopbord zat ditmaal het Apenhoofd namens BSG. Een gedegen staaltje openingsvoorbereiding leverde hem tegen Olav Schoonenberg een solide plusje op, maar daarna speelde hij het zo slecht verder dat hij al gauw in het nadeel kwam. Na in een vlaag van verstandsverbijstering een remiseaanbod te hebben afgeslagen, mocht hij van geluk spreken dat hij het eindspel niet nog verloor.

Zodoende bleef BSG steken op negen remises. De nederlaag van Ruben, die zich zoals John van der Wiel moet hebben gevoeld in de wedstrijd LSG – HSG ergens eind 2006, bezegelde daardoor het lot van BSG, dat voor de derde keer op rij verloor.

Helemaal zonder zeges ging BSG overigens niet naar huis. De 89-jarige Tom de Ruiter wist zijn partij te winnen. Veel had BSG 2 er overigens niet aan, want het verloor met 6-2 van het derde team van de thuisploeg. Alleen het tweede team van UVS moest in het zand bijten, maar dat speelde dan ook tegen het sterke team van Veenendaal, dat vanwege de coronacrisis nog steeds in een veel te lage klasse speelt.

’s Avonds in de pizzeria in Bussum, waar het degradatiespook al gesignaleerd werd, bleek maar weer hoezeer BSG zichzelf in de nesten had gewerkt. Door de overwinning van Krimpen aan den IJssel tegen rodelantaarndrager Blerick en het gelijkspel van Spijkenisse tegen LSG 2, kan het D-woord inmiddels wel in de mond genomen worden. Over drie weken mag BSG thuis tegen datzelfde LSG 2 aan de bak.

UVS (2144) – BSG (2124) 5½-4½
1. Olav Schoonenberg (2167) – Jesper de  Groote (2221) ½-½
2. Jaap Houben f (2293) – Ton van der Heijden (2271) ½-½
3. Lars Kurstjens (2119) – Timon Brouwer (2020) ½-½
4. Hans Klip m (2246) – Rein Brouwer (2023) ½-½
5. Joost Retera f (2231) – Henk van der Poel f (2227) ½-½
6. Jasper Bons (2215) – Ewoud de Groote (2225) ½-½
7. Ivar Heine (2030) – Iskander Schrijvers (2040) ½-½
8. Anton van Rijn c (2185) – Ruben Hilhorst (2026) 1-0
9. Maarten van Rooij (1997) – Mark Grondsma (2086) ½-½
10. Diderick Holtland (1952) – Frans Borm m (2096) ½-½