26 september 2010

Alonso dolblij, Hamilton diep verdrietig

Singapore: lange race, veel botsingen

Ferrari is terug. Of beter gezegd: Fernando Alonso is terug. In de nachtrace in Singapore hield hij de Red Bulls knap in bedwang. Luis viel voor de tweede keer op rij uit door een botsing en zag zijn titelkansen schrikbarend afnemen.

Het stratencircuit van Singapore zou de Red Bull op het lijf geschreven moeten zijn. Fattle en Webber waren dan ook de torenhoge favorieten, maar tijdens de kwalificatie is het opeens Alonso die de pole pakt. Fattle is tweede, terwijl Webber zelfs nog de McLarens voor moet laten gaan en slechts vijfde is. Daarmee staan de titelkandidaten allemaal vooraan en konden ze in een rechtstreeks gevecht laten zien wie er de baas was.

Bij de start komen ze ook goed weg. Luis, die als derde mag vertrekken, hoopte Fattle bij de start te kunnen verrassen. Als de lichten doven komt hij echter slecht weg, in tegenstelling tot Fattle, die door Alonso professioneel wordt afgehouden. Button laat zijn teammaatje maar weer voor in de eerste bocht en Webber sluit als vijfde aan.

Vooraan wordt het veld al snel uiteengetrokken, maar het heeft geen betekenis, omdat de eerste safetycarperiode al spoedig aanbreekt. Nieuwkomer Hidefeld, die Pedro de la Rosa vervangt, klapt op Liuzzi. De Italiaan zet zijn wagen met een beschadigde ophanging op een stil plekje langs de baan. Desondanks besluit de wedstrijdleiding nog voor het eerste reclameblok de safetycar op de baan te sturen. Een kwalijke zaak, want achterin gaan vrijwel alle loserbakken en Felipe Massa naar de pits om hun zachte banden in te wisselen voor harde banden, waarmee ze de race zonder verdere pitstop kunnen uitrijden. Vooraan gaat alleen Webber naar de pits en hij hoopt daarmee zijn concurrenten te kunnen verslaan.

Na de safetycar snijdt Webber als een warm mes door de boterzachte drab. Achtereenvolgens haalt hij een prutser, Co Biaggi en Shoeface in. Iets verder achter hem houdt Timo Klok een heel groepje op. Achter hem ontstaan de raarste gevechten. Nico Hülkenberg heeft hierin een vreemde hoofdrol als hij Petjerov probeert in te halen en hem daarbij bijna uit de race rijdt. Subtiel profiteert en gaat de twee heethoofden voorbij, om vervolgens weer op Klok te stuiten. Die weet niet alleen een zeer acceptabel tempo neer te zetten, zijn achtervolgers kunnen hem lange tijd ook niks maken. Pas in de vijftiende ronde passeert Subtiel hem. Een ronde later houdt Klok op hetzelfde punt weer de deur wijd open en passeert Hülkenberg hem hardhandig. Klok wordt bijna van de baan gedrukt en verliest daarbij veel snelheid. De sliert auto's die achter hem gevangen zat, is er nu voorbij en Klok rijdt verder in de anonimiteit.

De race is vooraan een beetje doodgebloed. Fattle, die gewaarschuwd wordt vanwege zijn remmen, kan Alonso niet bedreigen, terwijl de McLarens het tempo vooraan totaal niet bij kunnen houden. De McLaren-coureurs moeten ervoor zorgen dat ze genoeg tijd goedmaken op Webber, die vastzit achter Barrichello. De zachte banden lijken het weer aardig lang uit te kunnen houden, maar opeens storten de rondetijden van Luis in. Hij heeft op dat moment net niet genoeg voorsprong op Webber voor een veilige pitstop, waardoor hij na de pitstop achter de Australiër op de baan komt. Het is het startsein voor de koplopers om banden te wisselen. Doordat Alonso en Fattle in dezelfde ronde stoppen, blijven de posities hier ongewijzigd. Button valt na zijn stop weer terug naar de vijfde plaats.

Na de pitstops zet Fattle eindelijk druk naar Alonso, maar zijn jacht wordt verstoord door de tweede safetycarfase. Ditmaal liggen Co Biaggi en de neef van Senna eruit. Co Biaggi, die een paar ronden eerder Shoeface bijna uit de wedstrijd reed, ging er nu zelf hard af. Misschien was er iets van zijn auto afgebroken, al leek Shoefaces wagen, die bij de botsing zelfs de muur raakte, meer schade te hebben opgelopen. In ieder geval crashte Co Biaggi en werd Senna verrast door het wrak voor zijn neus, waardoor hij er bovenop klapte.

Na de safetycarfase wordt Luis opgehitst door zijn team. Zijn banden zijn beter en zijn remmen zijn in een betere conditie. Webber zou het dus zwaar gaan krijgen, helemaal als Luis zijn wagen ernaast zet. Hij is er bijna voorbij als ze een scherpe bocht aansnijden. Luis zit in de buitenbocht en stuurt in. Webber zit nog aan de binnenkant en de wagens raken elkaar. De situatie is vergelijkbaar als in Monza, toen Luis de achterste auto was en het moest ontgelden. Ditmaal was hij de voorste auto en opnieuw moest hij het ontgelden. De achterwielophanging van de fragiele McLaren brak af bij de touche en Luis kon woedend uitstappen. Het was een buitengewoon ongelukkig raceongeluk.

"He was in my blind spot, I didn't even know he was still there." Was het commentaar van de wereldkampioen van 2008.

In ieder geval betekende de tweede botsing in evenzoveel races dat hij weer geen punten scoorde. En dat terwijl Webber de race probleemloos uitrijdt. Button volgt hem als een schaduw, maar hij heeft kennelijk geen zin om een riskante inhaalactie te ondernemen.

Achterin het veld zijn weer de nodige botsingen. Zo werkt Shoeface Hidefeld uit de race, om zelf met een kapotte voorvleugel de pits te bezoeken. Kubica is in de slotfase op dreef. Hij moest een onnodige pitstop maken vanwege een lekke band, maar het lijkt hem niet te deren: op nieuwe banden rolt hij het halve veld weer op. Uiteindelijk finisht hij als zevende; niet verkeerd gezien de tegenslag.

In de voorlaatste ronde vliegt Co Valainens Lotus nog in de fik. De Fin probeert nog net de start/finishlijn te halen, maar als zijn bolide tot op het koolstofvezel begint af te branden, springt hij er toch maar uit. Vervolgens gaat hij de bolide eigenhandig (en professioneel!) blussen. Het vuurwerk is dus tot het laatst bewaard.

Datzelfde geldt voor het gevecht tussen Alonso en Fattle. Pas in de slotfase dringt Fattle aan. In de laatste ronde doemen de achterblijvers op. Petjerov gaat gelukkig makkelijk aan de kant en Massa weet net te verhinderen dat hij wordt gedubbeld, waarna Alonso met nog geen drie tiende van een seconde voorsprong wint.

Door de zege rukte Alonso op naar de tweede plaats in het kampioenschap. Webber blijft aan de leiding. Zijn voorsprong is met 202 punten nog altijd 11 punten op de Spanjaard. Door zijn nulresultaten is Luis verder achteropgeraakt. Hij staat 20 punten achter Webber, terwijl Fattle (-1) en Button (-5) hem op de hielen zitten. Het kampioenschap is verder weg dan ooit voor de McLaren-coureur.

Over twee weken wordt er in Japan gereden, een circuit dat de Red Bull zou moeten liggen. Dus zal Alonso daar iedereen wel weer te snel af zijn. De derde wereldtitel lonkt voor de man uit Noord-Spanje.

25 september 2010

Oefening, baard, kunst

BSG 1 begint met negenklapper

De KNSB-competitie is weer begonnen. Voor BSG stond er een massakamp tegen Utrecht op het programma: BSG 1 tegen Utrecht 2 en BSG 2 tegen Utrecht 3. Het bijna meesterklassewaardige BSG 1 rolde het arme Utrecht 2 met maar liefst 9-1 op, BSG 2 won met 5-3.

De KNSB-competitie betekende voor mij een onderbreking van een schaakloze periode. Die ging vijf maanden geleden in, na de laatste ronde van de KNSB-competitie. Nadat ik mijn mooie score van 4 uit 5 in de eerste klasse zag veranderen in 4½ uit 9, had ik er wel even genoeg van. Het werd de eerste zomer in lange tijd zonder schaaktoernooi(en). Bij mij leefde heel erg de vraag of ik het spelletje nog kon. Afgezien van wat schaakpartijen doornemen en wat openingen bekijken, had ik amper met schaken geoefend. Dan wil de praktijk weleens vies tegenvallen.

De tegenstander was dus Utrecht 2, op papier het zwakste team van de poule. Die wedstrijd zou toch een goed gevoel moeten opleveren voor de rest van het seizoen. Precies een jaar geleden won BSG met 8½-1½, een monsterscore. De vraag was of we dat dit keer konden herhalen of overtreffen. Dit jaar is BSG 1 namelijk versterkt met Robert Ris en is Frans Borm een basisspeler geworden in plaats van Coen van der Heijden. Die speelt samen met Ptr in BSG 2. Daarnaast is BSG 2 versterkt met de witte en Hoofd.* In ieder geval zou BSG 1 voor promotie moeten kunnen gaan en zou BSG 2 zich in ieder geval eenvoudig moeten kunnen handhaven. De eerste wedstrijd van het seizoen heeft deze voorspelling niet veranderd.

Utrecht 2 was daarentegen verzwakt ten opzichte van de toch al niet al te sterke basisopstelling. Zo speelden Gilbert Vrancken en Vincent Diepeveen niet mee. Hun invallers waren volgens mij Laura Bensdorp en mijn tegenstander, Arend van Oosten, al kan ik dat niet checken op de langzame KNSB-site. Desondanks weigerde het team te spelen in een tactische opstelling.

Waar de spelers van BSG 2 zich te goed konden doen aan taart, begonnen de spelers van BSG 1 op een lege maag. En dat terwijl de KNSB-wedstrijden doorgaans in het begin van de middag beginnen, om een uur 's middags. Daar had Le, de man met baard, niet op gerekend. Hij dacht dat de wedstrijden om twee uur begonnen. Gelukkig had broer Large door dat er iets niet klopte, waarna het ongure duo vlug naar het station toog, om nog op tijd in het DSC te komen. Zelfs Ton was op tijd. De wedstrijd begon ook ongeveer op tijd. Edwin Baart hield een kort praatje, waarna de klokken werden gestart.

Zelf had ik moeite om de opening een beetje correct te spelen. Ik kreeg een Aljechin-verdediging tegen me. Na 1.e4 Pf6 2.e5 Pd5 3.Pc3!? e6 besloot ik na een tijdje nadenken maar te slaan: 4.Pxd5 exd5 5.d4 d6. Daar zat ik dan. Nu pas zag ik dat het geplande 6.f4 helemaal niet kon vanwege 6…dxe5. Dan maar weer iets anders verzinnen: 6.Lf4. Een idee was om anders maar een keer op d6 te rammen en zwarts "goede" loper te ruilen. Verder zag ik 6.Pf3 niet zo zitten vanwege 6…Lg4. Liever wachtte ik dus met de ontwikkeling van het paard. Mijn tegenstander kwam met 6 ...dxe5 7.Lxe5 Pc6 aanzetten en na 8.Lb5 kwam 8…Ld7?! Nu heb ik waarschijnlijk twee goede zetten, namelijk 9.De2 en 9.Lxc6, wat ik deed. Zwart reageerde verkeerd met 9…Lxc6 en na 10.De2 kon hij kiezen of hij de c- of de g-pion weggaf. Met 10…Le7 koos hij voor de g-pion.

Kortom: ik was na tien zetten al met een pion meer uit de opening gekomen. Zoals vorig jaar al bleek, was de opening niet het sterkste punt van mijn tegenstander. Natuurlijk heeft zwart met het loperpaar nog wel wat compensatie, maar de opening heb ik duidelijk gewonnen. Het was voor mij een mooi moment om wat te gaan eten. Er was al een uur verstreken en alle spelers van BSG 1 waren nog aan het zwoegen. Een heel verschil met vroeger, zoals FM Henk zei over het niet meespelen van Coen: "Dan staan we niet na een uur al met 1-0 achter."

FM Henk bracht met een remise het eerste halfje van BSG 1 op het scorebord. Bij BSG 2 hadden de witte en Hoofd al gauw remise gespeeld. Stelletje schuivers… Hoofd was waarschijnlijk in slaap gevallen van zijn 1.d4-opening, terwijl de witte heel blij was met de remise.

Zelf speelde ik 23 zetten lang een acceptabele partij. Misschien was het laten afruilen naar een middenspel met ongelijke lopers niet zo slim, maar in ieder geval was er maar een iemand die kon winnen. Of me dat ook daadwerkelijk gelukt was, zullen we nooit weten, want ik gaf opeens uit het niets de pion weer terug. Ik dacht de pion weer eenvoudig terug te winnen, maar daarbij miste ik dat de zwarte toren rustig via de tweede rij kon binnendringen, in plaats van dat -ie zich moest terugtrekken. Opeens kreeg zwart goede kansen en moest ik me nauwkeurig verdedigen om niet alsnog een nul binnen te slepen. Dat lukte me dan ook wel vrij simpel en op zet 34 accepteerde ik zijn remiseaanbod. In grote lijnen kon ik wel tevreden zijn over de partij, hoewel het resultaat tegenvallend was. Maar na maandenlange afwezigheid in de schaakarena is starten met een remise niet zo verkeerd, al had ik na de ontberingen van het afgelopen seizoen natuurlijk graag meteen weer gewonnen.

De stand was nog 1-1 en tijdens de korte analysesessie met m'n tegenstander (die ik na de opening amper meer serieus nam :P), kwam Large binnen. Hij speelde tegen Pieter Nieuwenhuis, al was de analyse zo mogelijk nog langer dan de partij. In de analyse werden veel leuke varianten gevonden. De partij eindigde echter in een anticlimax, toen de witspeler dacht een aardige zetherhaling te hebben gevonden, maar daarbij gewoon een stuk weggaf.

Het weggeven van stukken werd steeds meer het thema van de middag. Ook Laura Bensdorp klaagde dat ze een stuk had weggegeven tegen Frans Borm. Ze stond weliswaar niet goed, maar op deze manier eindigde ook deze partij een beetje in een anticlimax.

Bij Marcel van Os beperkte het weggeven zich tot een kwaliteit door een simpel grapje. Net als Jonathan Tan twee jaar eerder speelde hij tegen Ton van der Heijden 10…Lb7?? in de scherpe Botwinnik-variant. Het erge was nog: hij speelde het a tempo. Ton kon daardoor met het bekende 11.Pxf7 materiaal winnen. Vervolgens werd de partij volgens de regels der kunst uitgespeeld. Het zag er allemaal ingewikkeld uit, maar met tactisch uitgekookte zetjes kreeg Ton het voor elkaar om zijn stukken te mobiliseren richting de koning. Wie weet heeft Ton met deze partij wat ontzag afgedwongen bij zijn tegenstander…

Ook bij Robert Ris ging het van een leien dakje. Hij won ergens een pion en speelde het toen snel uit naar winst. Zo'n speler hadden we eerder moeten hebben, want de andere twee betaalde krachten speelden verre van indrukwekkend. Leon Pliester heeft lange tijd niks tegen Michiel Blok en Alexander Berelowitsch heeft naar verluidt op het randje van verlies gestaan tegen Andre Bouwmeester. Uiteindelijk valt het kwartje toch weer de goede kant op: Leon krijgt een dame tegen twee torens op het bord, wint een kwaliteit en schuift het vervolgens uit. Berelowitsch bereikt een toreneindspel waarin hij een loper tegen drie pionnen heeft. Op de een of andere manier ziet hij kans zijn twee stukken te offeren om te promoveren, maar met een dame en pion tegen toren en vijf pionnen lijkt wit eenvoudig remise te kunnen houden. Dat gebeurt echter niet. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ditmaal was de master of construction minder van streek dan vorig jaar na zijn nederlaag tegen Leon, al had hij geen zin in een analyse van de partij.

Spannend bij Ewood was het vooral in de tijdnoodfase. Spelend tegen Jeffrey van Renswoude, die eveneens jarenlang niet meer had gespeeld, kreeg hij een Caro-Kann tegen zich. Goed dat hij de doorschuifvariant heeft laten varen. Met de gewone "open" variant scoort hij doorgaans goed, al is het verre van simpel. De hele partij ben je als witspeler bezig een miniem voordeel uit te breiden. Het zorgt er in ieder geval voor dat de spelers in tijdnood komen. Met nog enkele minuten op de klok moeten er nog heel wat zetten gespeeld worden. Ik kneep hem dan ook een beetje. Gelukkig haalt Ewood de veertigste zet, maar de stelling die resteert, ziet er niet al te gemakkelijk uit. Desondanks staat hij even later in de analysezaal en is hij een puntje rijker.

De tussenstand is dan een indrukwekkende 8-1-voorsprong. Alleen Le is nog bezig. Hij was prima uit de opening gekomen tegen Pieter de Groot, eveneens een oude man. Helaas liet hij het daarna liggen en kwam er een lastig eindspel op het bord. De vraag was dus of het weer 8½-1½ zou worden en die vraag bleef lang onbeantwoord.

Bij BSG 2 stonden er nog wat triviale eindspelen op het bord. Dat het team ging winnen, dat leek wel duidelijk. Coen had de twijfelachtige eer om de enige BSG'er te zijn die van een speler van Utrecht verloor. Nou had hij ook wel pech: hij speelde tegen Robert Beekman, veruit de sterkste man bij Utrecht 3. Aan de lagere borden hadden Tom de Ruiter en Nick van de Lijn, de enige speler van BSG 2 die niet bij de "teambuilding" was, omdat hij aan de lijn doet, gewonnen. Peter had een pion gewonnen en schoof vervolgens zijn tegenstander van het bord. Die wilde van geen opgeven weten en speelde in een totaal verloren stelling nog onnodig lang door. Peter, die nog meer dan een uur bedenktijd had, besloot maar even weg te lopen om zijn tegenstander het onzinnige van zijn daden te doen voelen.

Ondertussen was Slisser met een remise weggekomen en probeerde Kooijman in een toreneindspel water uit een steen te persen. Hij liet zijn a-pion echter tot a2 oprukken, waardoor hij nooit meer met zijn koning kon schuilen en de remise onvermijdelijk was. Hij probeerde nog van alles, om uiteindelijk maar remise aan te bieden, wat niet eens meteen werd aangenomen. In ieder geval won BSG 2 daardoor met 5-3, wat gezien het krachtverschil niet gek was.

BSG 1 won uiteindelijk met 9-1, doordat een ver opgerukte a-pion de ongelukkige witspeler uiteindelijk een stuk kostte. Daarmee was de prestatie van vorig jaar met een halfje verbeterd. Dat halfje was volledig te danken aan Le, die vorig jaar in het stof moest bijten. FM Henk behaalde vorig jaar eveneens "maar" een halfje. Ondergetekende, die nu dus op remise bleef steken, won toen, maar toen had hij ook twee toernooien in de zomer gespeeld. Anders had de score nog hoger kunnen uitvallen.

Achteraf waren er twee conclusies te trekken over de wedstrijd:

1) De uitslag was geflatteerd
2) De tegenstanders waren erg slecht (slechte openingskennis, extreem veel geblunder)

Kortom, in de komende wedstrijden zullen we het wel moeilijker gaan krijgen. Bijvoorbeeld tegen SOPSWEPS over twee weken, want dat is een veel sterker team.

Na afloop gingen we eten bij Lazbrazzaz, omdat de Italiaan waar we anders naartoe gingen is gesloten door wateroverlast. De bediening was snel en het eten was goed, al wil ik de volgende keer wel weer een pizza. 😉

Uitslagen

BSG [2309] – Utrecht 2 [2123] 9-1
1. A Berelowitsch g [2554] – A Bouwmeester [2230] 1-0
2. R Ris m [2420] – M van der Linde [2183] 1-0
3. La Ootes [2356] – P Nieuwenhuis f [2214] 1-0
4. L Pliester m [2355] – M Blok [2142] 1-0
5. F Borm m [2346] – L Bensdorp [2096] 1-0
6. E de Groote [2287] – J van Renswoude [2033] 1-0
7. H van der Poel f [2244] – A Schenk [2109] ½-½
8. T van der Heijden [2281] – M van Os [2041] 1-0
9. Le Ootes [2121] – P de Groot [2002] 1-0
10. J de Groote [2128] – A van Oosten [2178] ½-½

BSG 2 [2024] – Utrecht 3 [1942] 5-3
1. P Drost [2067] – H Wagenaar [1888] 1-0
2. C van der Heijden [2054] – R Beekman [2219] 0-1
3. T de Ruiter [2095] – G Verholt [1904] 1-0
4. T Slisser [2031] – C Schilt [1914] ½-½
5. C Kooijman [1984] – M Post [1882] ½-½
6. N van der Lijn [2129] – H Mulder [2004] 1-0
7. J Witkamp [1925] – O Huizer [1857] ½-½
8. W Moes [1908] – M Kerkhof [1867] ½-½

* Voor degenen die niet weten wie "Hoofd" is: check dit.

13 september 2010

De rechtse media

Wilders, de nieuwe Churchill

Eergister was het negen jaar geleden dat twee vliegtuigen miraculeus het WTC met de grond gelijk maakten. Het was voor Geert Wilders een mooi moment om uit de sleur van de saaie coalitie-onderhandelingen te komen door een toespraak te houden tegen een islamitisch centrum bij Ground Zero. Hoewel hij de toespraak lang van tevoren had aangekondigd, leek hij de tekst voor de speech pas in het vliegtuig te hebben bedacht. Hij begon ook maar met de gevleugelde woorden "No mosque here." Daarmee kon hij bij zijn tweeduizend aanhangers al geen kwaad meer doen. Vervolgens brabbelde hij in zijn beste steenkolenengels de tijd vol met woorden waar hij geen buil aan kon vallen. Het enige creatieve aan de speech was zijn oproep om New York geen New Mekka te laten worden. Hij zal er wel niemand mee overtuigd hebben, maar hij was door de Wildersgeile media in eigen land toch weer vol in de publiciteit gekomen.*

In Amerika werd er lauwtjes gereageerd op de speech. Dat kwam ook omdat hij zich in een dusdanig extreemrechts gezelschap bevond dat zelfs de Amerikaanse media hem links lieten liggen. En geef ze eens ongelijk, want welke Amerikaan kent nou de overmatig geblondeerde politicus uit een land waar ze nog nooit van hebben gehoord? Desondanks werd Wilders de nieuwe Churchill van Amerika genoemd. Churchill? Ik heb Wilders nooit een nare opmerking over kerken horen maken. Daarom lijkt Mosque ill me een veel betere naam.

Ochtendspits

Van de Nederlandse media werd altijd beweerd dat ze "links" zijn. Wie dat nu nog durft te beweren, mag van mij direct voor gek worden verklaard. Om van het mijns inziens onterechte imago af te komen, ging de hele publieke op de schop. Het resultaat is dat goede, degelijke programma's opeens door schreeuwerige, betweterige Telegraafomroepen worden gepresenteerd. Een goed voorbeeld daarvan is Goedemorgen Nederland, dat is vervangen door Ochtendspits. Het programma schijnt zich te presenteren als een "mengeling van nieuws en informatie met een rechts geluid." Wat het nut van een rechts geluid bij het presenteren van nieuws is, weet ik niet. Het lijkt te betekenen dat de Telegraafjournalisten uitgebreid hun zegje op tv mogen doen.

De eerste reacties lijken vooralsnog niet positief. Ik besloot het programma het voordeel van de twijfel te geven. Ik kijk het programma alleen op maandag, want dan moet ik vroeg uit de veren. Vorige week begon het al meteen goed met Telegraafjournalist John van den Heuvel die vrijuit kon lullen over Joran van der S. De andere uitzendingen heb ik in ieder geval voor het grootste gedeelte gemist, maar ik heb begrepen dat het allemaal wel erg amateuristisch was. Zo was er een reporter die mensen moest ondervragen en bij een bushalte ging staan waar niemand kwam. Ook was er een interview met Mark Rutte, waar ons troetelkind weer lekker mocht brallen zonder dat hij werd tegengesproken. Is "rechtse media" een synoniem voor "kritiekloze media"?

Natuurlijk zijn er vroeger ook niet al te succesvolle veranderingen doorgevoerd bij de publieke omroep. Neem de samenvattingen van de Eredivisie. Die waren bij de commerciële zenders in betere handen dan bij de NOS. Anno 2010 zijn de samenvattingen nog steeds niet best. Een gemiste kans. Maar de uitzending van Ochtendspits van vandaag was wel heel slecht. Natuurlijk kun je van zo'n Telegraafzender verwachten dat ze beginnen met onderwerpen die bij hun publiek (ik ga geen open deuren intrappen over Telegraaflezers) scoren. Dus het begon met een langdradig item over een foetus die in container was gedumpt. Heel boeiend allemaal, maar het echte nieuws bleef onderbelicht. Wel was er een correspondente in Amerika die een tekstje over Wilders oplas via een zeer slechte skypeverbinding. Halverwege de monoloog viel de verbinding uit. Even later was de verbinding weer hersteld en hield ze precies hetzelfde fantasieloze verhaal. Toen was het wel weer tijd en had ik genoeg gezien. Gelukkig zendt RTL 4 ook 's ochtends het nieuws uit.

Tja, dit is het niveau van onze publieke omroep tegenwoordig. De samenleving verloedert. De vele technische innovaties die het leven er een stuk makkelijker op hebben gemaakt, zijn uiteindelijk onze ondergang. We stompen hierdoor steeds verder af en we worden steeds onverdraagzamer naar elkaar toe. In deze individualistische maatschappij worden bevolkingsgroepen tegen elkaar uitgespeeld en laat een groot deel van de bevolking zijn oren hangen naar onfatsoenlijke schreeuwers. Jammer genoeg glijdt de publieke omroep, het laatste anker tegen het failliet van onze samenleving, eveneens af naar een bedenkelijk peil. En Wilders maar beweren dat de Islam voor alle ellende zorgt… Nee, ik wil de "linkse media" terug!

* Als ik meer dan tien lezers zou hebben, stop ik met dit soort artikelen te publiceren.

12 september 2010

Monza weer typisch Monza

Met Alonso wint Ferrari eindelijk weer in Italië

Na de Grand Prix van België leek het erop dat Luis en Webber de enige overgebleven titelkandidaten waren, want zij scoorden, waar de concurrentie puntloos bleef. In Monza bleek dat die conclusie wat al te voorbarig was. Ferrari reed namelijk een thuiswedstrijd, een gevaarlijk wapen. Het snelle circuit bleek de Ferrari's goed te liggen, terwijl de Red Bulls tegenvielen.

Het grootste gevaar voor Ferrari kwam dan ook niet van Red Bull, maar van McLaren. De McLaren-coureurs gingen de strijd aan met een geheel verschillende set-up. Hoewel Monza een enorm snelle baan is, dacht Luis het F-duct, dat was ontworpen om de luchtweerstand te verminderen op de rechte stukken, niet nodig te hebben. Teamgenootje Button reed wel met het snufje en stak daarmee zijn teamgenootje de loef af. Hij nestelde zich netjes tussen de Ferrari's in op de tweede plaats, waar Luis het met een teleurstellende vijfde plaats moest doen. Alonso pakte de pole in een strakke tijd, Massa moest het doen met de derde tijd. Webber kwalificeerde zich op de vierde plaats en hield daarmee de schade beperkt. Fattle kwam niet verder dan een teleurstellende zesde plaats en onderstreepte daarmee de slechte vorm van Red Bull.

Red Bull was dus voor de tweede keer echt op snelheid geklopt. Eerder dit jaar gebeurde dat in Canada. In de overige races was de wagen overduidelijk de snelste van het veld, maar dat resulteerde niet in een onoverbrugbare voorsprong voor de Red Bull-rijders. Het huidige gebrek aan snelheid deed dan ook het ergste vrezen voor de race.

Race

In de eerste ronde wordt de rol van de WK-leiders Luis en Webber helemaal gemarginaliseerd. De McLarens zijn goed weg. Button passeert Alonso, terwijl Luis naar de vierde plek oprukt. Webber komt opnieuw niet goed weg en wordt door zes man om de oren gereden in de openingsronde. De eerste ronde komt hij als negende door, wat betekent dat hij geen enkele invloed meer kan uitoefenen op wat er vooraan gebeurt. Zijn geluk is echter dat Luis dan al in de grindbak staat. Hij is gretig bij de start, waar de Ferrari's het met elkaar aan de stok hebben. Luis hoopt nog een positie te kunnen winnen, maar als de Ferrari's zich traag door de tweede chicane wurmen, raakt hij met zijn rechter voorwiel de wagen van Massa. De botsing ziet er wat onschuldig uit, maar meteen is het duidelijk dat het goed mis is: de ophanging is gebroken en Luis gaat in bocht drie rechtuit doordat zijn voorwielen allebei de andere kant op wijzen. Ironisch genoeg was het dezelfde bocht waar hij vorig jaar in de laatste bocht crashte.

Voor Button is de bocht juist van belang om Alonso achter zich te houden. Ondanks de vele rechte stukken die Monza kent, rijdt hij met veel vleugel. Normaalgesproken rijdt iedereen op Monza het liefst met zo weinig mogelijk vleugel, om een zo hoog mogelijke topsnelheid te hebben, maar blijkbaar kan Button door het F-duct ook nog zeer acceptabele rondetijden rijden met zijn aparte afstelling. Hij moet zijn winst pakken in de bochten achterop het circuit. Op het rechte stuk van start/finish zijn de Ferrari's weer beduidend sneller. Iedere ronde komt Alonso bij het aanremmen voor de eerste chicane weer akelig dichtbij, maar tot een inhaalactie komt het nooit.

En dat is eigenlijk ook veelzeggend. Ondanks dat Alonso op het rechte stuk naar zijn voorganger toe kan "rennen" (zijn topsnelheid is vijftien kilometer per uur hoger), blijft een inhaalactie uit. De inhaalacties zijn in de race ook bijna op een hand te tellen. Het is dat Subtiel een vroege (en door de regie gemiste) pitstop maakt en zich daardoor een weg moet banen door de loserbrigade, maar heel veel andere passeeracties zijn er niet. De Red Bulls kunnen zich ook niet onderscheiden. De Renault-motor zou niet goed genoeg zijn, maar Button toont juist aan dat je ook zonder al te veel topsnelheid bovenin kunt meedraaien.

Voor Fattle lijkt de race erop te zitten als hij plotseling veel snelheid verliest. Webber passeert hem en ook Shoeface komt dichterbij. Fattle klaagt over een motor die het aan het begeven is, maar plotseling heeft hij zijn oude tempo weer hervonden. Probleem opgelost en hij heeft zijn teammaat er een goede dienst mee bewezen. Zou het een teamorder zijn? Dat zou dan wel de eerste teamorder in het voordeel van Webber zijn dit jaar.

Vooraan is er een vreemd soort spanning. Alonso volgt Button op de voet. Steeds verliest hij tijd in de bochten, om op de lange rechte stukken weer de aansluiting te vinden. Hoewel het verschil tussen de twee steeds één à twee seconden is, wordt Button niet bedreigd. Rondenlang rijden de wagens achter elkaar, zonder dat er wat gebeurt. Het wachten is dus op de pitstops.

Dat de bandenslijtage in Monza bijna geen rol speelt, blijkt wel uit de pitstopstrategieën. De verplichte bandenstop wordt door de meeste coureurs erg lang uitgesteld. Net als vroeger, in de tijd dat de kwalificatie nog bestond uit twaalf rondjes in een uur en bijtanken in de race nog was toegestaan, werd de enige pitstop uitgesteld tot ongeveer na twee derde van de race. Het is Button die als eerste van de koplopers binnenkomt. Zijn pitstop is echter op zijn zachtst gezegd matig en als Alonso de volgende ronde de pitstraat uitraast, weet hij de McLaren net voor te blijven. Massa, die de koplopers de hele race op een paar seconden volgt, rijdt dan aan de leiding. Hij stopt een ronde later dan zijn teammaat en blijft derde. Misschien had Ferrari er nog meer uit kunnen halen door Massa nog langer te laten doorrijden.

Dat doet Fattle in ieder geval wel. Hij rukt op naar de vierde plaats en op de "oude" banden rijdt hij goede rondetijden. Hoezo was de Red Bull te traag? Fattle is sneller dan Massa, terwijl hij zijn voorsprong op Rosberg ook steeds verder vergroot. Ondertussen zit Mark Webber met Nico Hülkenberg te vechten. De Duitser rijdt een goede race, maar snijdt tot woede van Webber ook vaak de chicanes af. Pas na veel moeite is Webber de Williams voorbij, maar beter dan een zesde plaats wordt het niet. Fattle maakt zijn pitstop in de voorlaatste ronde en behoudt daardoor zijn vierde plaats. Een slimme strategie dus, maar helaas voor de verkeerde coureur, zou je vanuit het perspectief van Red Bull kunnen zeggen.

Na de pitstops rijdt Alonso onbedreigd naar de overwinning. Button kan hem een rondje volgen in de slipstream, maar hij weet ook dat hij de Ferrari nooit kan inhalen vanwege zijn lage topsnelheid. Alonso rijdt in het vervolg ook weg, al beleeft hij nog wel een schrikmomentje als hij een paar ronden voor het einde bij de eerste chicane rechtdoor gaat. Het maakt echter niet meer uit. Met een voorsprong van drie seconden wint hij de wedstrijd. Massa eindigt vlak achter Button als derde. Zodoende finishte de top 3 in dezelfde volgorde als waarin ze begonnen en kon het feest in Italië beginnen.

Daarmee kwam een eind aan een vrij gewone Grand Prix van Italië. De race duurde niet veel langer dan vijf kwartier, waarin weinig spannende momenten waren en waar de positiewisselingen ook nu weer in de pits plaatsvonden. Dat was toch niet de bedoeling van het nieuwe reglement. Een van de oorzaken van deze matte vertoning waren de banden, die dit keer niet genoeg sleten, waardoor de pitstops enorm werden uitgesteld. Zo is er ook altijd wel weer wat. Na afloop waren de tifosi uitzinnig van vreugde. Ze hadden eindelijk weer wat te vieren. En Alonso? Die pakte 25 dure WK-punten, waardoor hij Webber op 21 punten nadert. Luis staat nog tweede met 182 punten, vijf minder dan Webber. Ook Button doet weer mee: hij staat maar één punt achter Alonso. Tot slot doet Fattle met 163 punten ook nog steeds mee om de titel. Hoeveel kanshebbers zullen er nog zijn in Appie Dappie?

06 september 2010

Het schooljaar is weer begonnen...

Master

Vandaag is de dag dat de VU-studenten weer naar school gaan. Voor mij betekende dat dat ik kennismaakte met de Master. In een klein klaslokaaltje verzamelde zich een een grote groep studenten. De meeste gezichten herkende ik niet. Behalve mijzelf waren er slechts vijf oud-Aarde en Economie-studenten op het introductiecollege aanwezig.

Waar de lessen over gingen? Ik heb geen idee. Het begon met een vak over micro-economie. Na een slaapverwekkende introductie over allerlei randzaken, passeerden de wiskundige formules in een razend tempo de revue. Steeds meer verloor ik mijn aandacht. De seconden tikten traag weg. Het tweede vak ging over statistiek. Ook hier vlogen de formules en de afkortingen (!) me om de oren. Zo wordt er in Nederland lesgegeven: niemand hoeft het te snappen, als de docent(e) de hele tijd maar aan het praten is.

Naast de hoorcolleges zullen er ook nog werkcolleges zijn. Hiervoor ben ik in een groepje ingedeeld met allemaal mensen die ik nog nooit eerder heb gezien. Dat zou een goede leerschool zijn voor later, zo werd beweerd, want dan kom je ook bij mensen terecht die je niet kent. Maar hoe kom je erachter wie je groepsgenoten zijn? Juist in deze tijd heb ik behoefte aan contact met m'n klasgenoten van vroeger en juist nu kan ik niet fijn clusteren. De deadline van de eerste opdrachten nadert snel.

Dat zal nog even zonder boek moeten. In de boekhandel van de VU was het net als in de trein en in de klas druk. Heel erg druk. De wachtrij voor de kassa strekte zich helemaal tot de benedenetage uit. De eerste dag van het schooljaar is inderdaad de drukste dag van het schooljaar. Iedereen is nog vol goede moed, maar al snel knappen de eersten af. Gelukkig maar, denk ik dan, want de VU is niet berekend op zo'n grote hoeveelheid studenten. Aan de andere kant hoop ik niet dat ik bij de groep afvallers hoor…

Wilders

Volgens Wikipedia is Geert Wilders vandaag jarig. Precies 47 jaar geleden kwam de geblondeerde politicus in Venlo ter wereld. Het is een spannende tijd voor hem. Afgelopen week strandde de formatie met zijn partij en de VVD en het CDA. De interne verdeeldheid bij het CDA was voor Wilders een mooie gelegenheid om de weg van de minste weerstand te volgen en de stekker eruit te trekken: in tegenstelling tot wat hij verkondigde, wilde hij helemaal niet regeren. Liever zit hij in de oppositie, waar hij kan doen wat hij altijd doet: schreeuwen en provoceren.

De linkse partijen waren gek genoeg ook opgelucht. Ze waren bang dat het gedoogkabinet er ook echt kwam. Het was immers hun bedoeling om de VVD op te zadelen met twee gedrochten van coalitiepartners, maar tot hun schrik lukte het formatieproces ook nog bijna. Het is misschien wel jammer dat Klink niet nog een paar weken heeft gewacht met zijn zorgen naar buiten brengen. Dan was het kabinet Rutte I meteen van verdeeldheid uit elkaar geflikkerd. Hopelijk had Nederland dan nog net kunnen kennismaken met het lachwekkende PVV-beleid.

Nu kan Wilders zich voorbereiden op een taak die hij met alle plezier zal vervullen: een middenkabinet onder vuur nemen. Maar er wacht gevaar: Rutte wil een proeve van een regeerakkoord schrijven, waar rechts Nederland likkebaardend naar zou uitkijken. Grote kans dat hij het CDA en de PVV daarmee verleidt om toch weer mee te doen. Geen idee of er dan weer zo'n gedooggedrocht komt, of dat Wilders dan wel echt mee gaat regeren. Regeren betekent namelijk dat Wilders veel kritiek kan verwachten en daar kan hij slecht mee omgaan.

Formatie

Vreemd is wel dat de PVV-kiezers zich steeds zo roeren. Na de verkiezing vond men dat de VVD en de PVV moesten gaan regeren, omdat de ene partij de grootste was en de andere partij de grootste winnaar. Bij iedere coalitie waar de PVV niet in zit, wordt gezegd dat anderhalf miljoen kiezers niet worden gerespecteerd. Een kulargument. Bovendien was er geen haan die kraaide naar hoe de anderhalf miljoen kiezers van de SP bij de vorige formatie buitenspel werden gezet. Sterker nog: men vond dat de SP het aan zichzelf te danken had.

Ook nu speelt de SP een rol in de marge. Vreemd is het wel. Waar de VVD graag met de PVV optrekt vanwege het electoraat, negeert de PvdA de SP consequent om dezelfde reden. Blijkbaar is de Nederlandse kiezer in en in rechts en kunnen de linkse partijen niet anders doen dan de schade beperken door naar het midden op te schuiven en door coalities aan te gaan met rechtse partijen. De SP is zodoende de linksbuiten in het politieke voetbalveld geworden.

Links Nederland zit sinds het begin van het nieuwe millennium in een flinke dip. De economische crisis en de angst voor moslimterrorisme zorgen ervoor dat de schreeuwers de macht hebben. Ik vraag me al jaren af waarom links niet wat meer van zich laat horen, waarom ze niet wat meer van zich afbijten. De hypocrietcrisis was een goede gelegenheid om rechts Nederland een flink pak slaag te geven, net zoals de politieke steun aan de Irakoorlog en het onzinnige verblijf in Afghanistan, alleen maar om een wit voetje te halen bij de Verenigde Staten. Maar links is stil. Te fatsoenlijk? Of levert die diplomatieke houding op de langere termijn aanzien op?

Eén ding is wel belangrijk: de economie moet uit het dal. Nadat de internetbubbel was doorgeprikt, bleven de beurzen nog jarenlang kwakkelen. De economische opleving van 2006-2008 was het enige lichtpuntje in deze donkere periode. Helaas kwam aan deze opleving een abrupt einde door de hypocrietcrisis, waar we nu weer langzaam uit herstellen. Misschien komen we deze dynamiek de komende eeuw wel vaker tegen, met veel economisch gekwakkel, waarin de economie zich langzaam herstelt, gevolgd door weer een crisis. Terwijl de economie in de westerse wereld al jaren aan het kwakkelen is, ontwikkelen landen als China zich wel spectaculair. Zullen de gunstigere jaren toch weer aanbreken?

Over één ding ben ik het wel eens met de rechtse partijen: er moet flink bezuinigd worden. De staatsschuld moet verminderd worden. Toch heb ik het idee dat er ook veel slechte bezuinigingen tussen zitten, zoals gerommel met eigen risico's, die alleen maar gezondheidsrisico's met zich mee zullen brengen. Om tot echte bezuinigingen te komen, zal er ook getornd moeten worden aan rechtse hobby's zoals de hypotheekrenteaftrek. Hier is pas echt veel geld mee te besparen. Als de paars-pluspartijen elkaar flink hadden uitgekleed, had er veel bezuinigd kunnen worden en betaalt iedereen mee. Dat dat ook ten koste zou gaan van de zwakkeren in de samenleving, lijkt me een mooie handreiking naar de VVD.

Helaas liep het anders. Rutte wenste geen gezichtsverlies te lijden en wierp een linie van piketpalen op. Dat er nu nog steeds geen kabinet is, daar is het land ook niet bij gebaat. Waarschijnlijk krijgt Wilders een herkansing, al vraag ik me af of de VVD nou echt wil samenwerken met die Sinterklazen. Jammer genoeg krijgt Job niet de kans veel van zich te laten horen. Het wordt eens tijd dat de PvdA het voortouw in de formatieonderhandelingen krijgt. Het is merkwaardig dat de partij die bij de verkiezingen een goede tweede was zo weinig macht heeft in de onderhandelingen.

In ieder geval zal Nederland nog wel een tijdje amper bestuurd worden. Met de Kerst zal er wel een nieuw kabinet zitten, was de verwachting. Dat zal wel nodig zijn, als we geen tweede België willen worden. Maar welke partijen het kabinet gaan vormen, dat is een interessante vraag.