29 mei 2011

Wie houdt Fattle nog tegen?

Onvoorspelbare race, voorspelbare winnaar

De Grand Prix van Monaco is niet zomaar een race. Het stratencircuit is niets anders dan historie, dat in al die decennia geen spat is veranderd. Het is geen dertien-in-een-dozijn-circuit: een foutje wordt meteen afgestraft. Hoewel dat niet per se interessante races hoeft op te leveren, komen er wel vaak speciale situaties in voor. Vorig jaar rukte de safetycar bijvoorbeeld vier keer uit vanwege crashes, botsingen en zelfs een loszittende putdeksel. Kortom: het zou een lastig te voorspellen wedstrijd worden.

Op voorhand waren de Red Bulls, zoals overal, in het voordeel. Toch mocht er ook veel tegenstand verwacht worden van de McLarens, die er in Spanje al goed bijzaten. Luis had, tegen iedereen die het maar horen wilde, gezegd dat hij in Monaco en Canada punten wilde goedmaken op Fattle. Verder viel er veel te verwachten van Ferrari: de extreem zachte banden waren geknipt voor de rode bolides. Ook (Lotus) Renault werd kansen toegedicht: vorig jaar startte Kubica nog als tweede.

Kwalificatie: mayday

De kwalificatie is de beste van het seizoen: de banden blijken behoorlijk duurzaam, ondanks de voorspelling van bandenleverancier Pirelli dat de superzachte banden het niet veel langer dan tien ronden zouden uithouden, maar zij dachten ook dat een éénstopstrategie goed mogelijk was in China, waar Webber uiteindelijk met vier pitstops van een kansloze positie naar het podium reed, dus heel veel waarde hebben de voorspellingen van Pirelli niet. Hoewel de twee zachtste compounds waren meegenomen, was de slijtage zeer beperkt. Banden sparen voor de race was er niet bij: iedereen was constant bezig met rondjes rijden om de banden op te warmen en in een ritme te komen.

De enige rijders die in de kwalificatie niet reden, waren de HRT’s. Door uiteenlopende redenen komen de bolides niet aan rijden toe. Rosberg rijdt door een crash in de vrije training maar een paar ronden. Op de extreem zachte band zet hij een tijd neer die hem in Q2 brengt. Vooraan zijn de Red Bulls en McLarens tegen elkaar aan het opbieden. Ze proberen elkaars snelste ronde steeds weer te verbeteren. Uiteindelijk zijn de McLaren-coureurs op de relatief harde band (de “zachte” band, met het gele Pirelli-logo, verwarrend genoeg) het snelst. Minder voorspoedig verloopt de sessie voor Alguersuari, die bij de pitingang ook nog op Co Biaggi knalt en samen met de Loti, Virgins en HRT’s de rest van de sessie mag toekijken.

In de tweede sessie rijdt wel iedereen op de rode superzachte banden. In deze sessie gaat het mis voor de Renaults, die de sessie afsluiten als 11e (Petjerov) en 16e (Hidefeld). De Force India’s en Bümi halen het niet, terwijl Barrichello en Co Biaggi worden geklopt door hun teammaatjes. Luis is opnieuw de snelste man in sessie twee. De strijd om de poleposition wordt zowaar spannend.

In Q3 rijdt Fattle al snel een superronde. Al driftend komt hij tot een fraaie 1:13,5, een tijd waar teamgenootje Webber en Button niet aan kunnen tippen. Luis besluit nog een tijdje te wachten. Als hij naar buiten gaat, wordt hij even opgehouden door Massa, wat hem een snelle ronde kost. Even later slaat het noodlot toe: Pérez raakt zijn auto bij het aanremmen voor de havenchicane kwijt en crasht bijna op dezelfde manier als Rosberg in de ochtend. Pérez heeft echter de pech dat zijn wagen zijdelings tegen de muur glijdt. Hoewel de crash er niet superheftig uitziet, valt het op dat de rijder geen tekenen van leven vertoont. Langzaam maar zeker wordt het wrak omsingeld door ambulances. Grote schermen houden de nieuwsgierige blikken op afstand. Het ziet er allemaal niet erg hoopvol uit. Zouden er dingen zijn die wij liever niet mochten zien?

Gelukkig klinkt er dan applaus. De verzameling straatauto’s lost langzaam op en het wrak wordt weggesleept. Als ook de vangrail is gemaakt, wordt het restant van de kwalificatiesessie verreden. In die tweeëneenhalve minuut moet Luis alles op alles zetten om nog een snelle ronde rijden. Hij rijdt echter een (voor zijn doen) erbarmelijke ronde, die hem een zevende startplaats oplevert. Die tijd wordt hem even later nog afgepakt ook, als blijkt dat hij de chicane heeft afgesneden. Zodoende moet Luis als tiende starten, maar doordat Pérez na zijn crash in de race niet meer in actie komt, erft Luis nog de negende plaats.

Fattle vindt het allemaal wel best. Hij eist zonder problemen de pole op, voor Button, Webber en Alonso. De verrassende nummer 5 is Michael Schumacher, die zo in de wolken is van zijn resultaat, dat hij zichzelf goede kansen toedicht voor het podium. Massa is zesde, voor Rosberg en Pastoor, die voor de tweede keer (op rij) in Q3 stond.

Race: treintje rijden

In de top 10 rijdt iedereen op de rode banden, behalve Luis. Doordat zijn enige ronde in Q3 werd geschrapt, heeft hij de volledige vrijheid om de band te bepalen waar hij de race mee aanvangt. Daarom kiest hij er verstandig genoeg voor om de hardere band te kiezen, zodat hij eigenlijk alleen maar hoefde te wachten totdat de makkers voor hem naar de pits zouden gaan.

Bij de start is het weer opvallend dat de “oneven” rij slechter wegkomt dan de even rij. Button behoudt zijn tweede plaats gemakkelijk, terwijl Alonso Webber al voor het aanremmen te grazen heeft genomen. Achter hen komt Shoeface erbarmelijk weg en vecht hij een grimmig duel uit met Luis om de negende plek. Door een brutale inhaalactie in de hairpin herovert Shoeface de negende plek in ieder geval; een inhaalactie met gevolgen.

Vooraan rijdt Fattle met zevenmijlslaarzen weg bij Button, die klaagde over een zwaar sturende wagen. Het veld valt al meteen in groepjes uiteen: achter Fattle zitten Button, Alonso en Webber kort achter elkaar, terwijl de goed gestarte Rosberg dat tempo totaal niet bijhoudt. Achter hem dringen Massa en Pastoor (!) aan. Achter hen laat Petjerov een gat vallen, maar al gauw kan Shoeface hem niet meer bijhouden. Achter de Duitser ontstaat een treintje van auto’s. Het is duidelijk dat de Mercedes het tempo totaal niet bijhouden in de race. De oorzaak zou liggen in het feit dat de grijze bolides banden aan het “eten” waren. Zou de bandenslijtage in de race dan toch een probleem worden? Had Pirelli dan toch gelijk?

DRS-induced overtake

Op Monaco is de DRS-zone gevestigd op het korte rechte stuk van start/finish. Desondanks komt Luis een paar keer in kansrijke positie. Een paar plekken voor hem zit Massa in een vergelijkbare positie achter Rosberg. Luis slaagt er in de tiende ronde in om voorbij de Mercedes te komen. Massa heeft er meer moeite mee: in de veertiende ronde toucheert hij de trage Mercedes, maar even verderop is hij er wel voorbij. Pastoor volgt de Ferrari-coureur netjes en ligt vijfde.

De Mercedes komen kort nadat ze door het halve veld zijn gepasseerd aan de pits en vallen terug tot in de achterhoede. De rest van de race zijn ze veroordeeld tot gevechten met elkaar en met rijders als Timo Glock. Daar ga je dan met je optimistische voorspellingen. Toch gaan de koplopers amper later naar de pits. Het verschil: zij reden wel een goed tempo. Button bijt het spits af, een ronde later komt Fattle binnen. Zijn voorsprong was na zijn indrukwekkende openingsrondjes niet meer opgelopen en bij de pitstop gaat het mis: een wiel wil er niet op en hij verliest kostbare seconden. De verwarring bij Red Bull wordt nog groter als Webber meteen daarna stopt. De monteurs weten amper welke banden ze onder welke auto moeten schroeven. Webbers pitstop loopt daardoor ook volledig in de soep. Hij hervat de race pas als veertiende en kan dus eveneens een inhaalrace rijden. Alonso stopt een ronde later en keert achter Fattle als derde op de baan. Koploper is Button. Hij rijdt na zijn pitstop weer op de superzachte banden en kan daarmee een flink gat slaan naar Fattle en Alonso, die zijn overgestapt naar de hardere band. De race begint ineens erg interessant te worden.

Ondertussen zit Luis zich te verbijten achter Pastoor en Petjerov. De twee zijn op versleten banden niet bepaald snel en Luis ziet zijn achterstand op de koplopers enorm oplopen. Daarom besluit hij maar om eerder dan gepland te stoppen, maar dat lijkt als een volkomen verrassing te komen voor zijn team. Het gevolg is een trage pitstop, waardoor Luis, die is overgestapt naar de superzachte banden, terugvalt tot achter Alguersuari. Pastoor komt pas enkele ronden later binnen. Vreemde lui bij Williams. Blijkbaar hielpen ze liever andermans race om zeep, dan dat ze zelf een goede tactiek verzonnen.

Massa, die in het niemandsland dat de vierde plaats heet rijdt, stopt ook pas laat en valt helemaal terug naar de elfde plaats, tot achter Webber. Luis zit daar weer vlak achter. Het levert een mooi beeld op: een Red Bull, Ferrari en McLaren die strijden om een tiende plaats. Petjerov valt na zijn pitstop terug tot nog ver achter het treintje Hidefeld, Bümi, Webber, Massa, Luis.

Bernd Mayländer is nog niet jarig

Vooraan heeft Button een mooie voorsprong opgebouwd op Fattle, maar als zijn superzachte banden grip beginnen te verliezen, duikt hij voor de tweede keer de pits binnen en laat hij weer de ultrazachte banden omleggen. Als derde komt hij de baan op en zijn missie is om weer terrein goed te maken op de koplopers: de race is een fraai tactisch schouwspel. Ondertussen beginnen de inspanningen hun tol te eisen: Glock valt uit met een kapotte ophanging, terwijl Die Resta voor een aanrijding in de haarspeldbocht een drivethroughpenalty krijgt. Hoe groot is de verbazing dan ook dat Luis even later hetzelfde doet bij Massa. Misschien was het een vergelding van de inhaalactie van Shoeface op hem eerder in de race, of van het vermeende ophouden in de kwalificatie. Waarschijnlijker was het pure frustratie, daar Luis zijn superzachte banden niet ten volle kon benutten. In deze omstandigheden hadden treinwielen ook volstaan. Na de aanvaring in de haarspeldbocht komen de twee elkaar in de tunnel weer tegen. Massa delft duidelijk het onderspit: hij vliegt de muur in en veroorzaakt een safetycarsituatie. Bernd Mayländer op zijn verjaardag voor het eerst dit jaar het veld aanvoeren.

Tijdens de safetycarperiode duikt bijna iedereen de pits in. Fattle blijft echter gewoon doorrijden, net als Button, want die was al gestopt. Alonso moet bij het binnenrijden van de pitstraat nog uitwijken voor de stilvallende Shoeface en keert terug als derde. Doordat de snelheidsverschillen zo enorm groot zijn, is iedereen vanaf de tiende plek al op een ronde gezet; een groot nadeel bij een safetycarperiode. Subtiel en Co Biaggi hebben hun eerste pitstop uitgesteld tot de safetycarperiode en liggen vierde en vijfde, voor Webber, Luis, Pastoor en Petjerov. Hidefeld is op een ronde gezet en hij doet dus eigenlijk alleen nog voor spek en bonen mee, net als degenen achter hem, waaronder Rosberg.

Als de safetycar halverwege de race de baan verlaat, baant Button zich een weg naar Fattle. Zijn team vertelt de Duitser dat Buttons banden op den duur minder goed zullen zijn dan de zijne, dus dat hij eigenlijk maar kortstondig iets te vrezen heeft. Ondertussen zit Luis zijn drivethroughpenalty uit en valt terug tot de negende plaats, als laatste van iedereen in dezelfde ronde van de leider. Wel had hij eindelijk vrij baan.

Vooraan bezoekt Button voor de derde en laatste keer zijn team. Hij moet noodgedwongen “harde” banden laten omleggen, om weer als derde terug te keren op de baan. Meteen rijdt hij supersnelle ronden, waardoor hij weer inloopt op Fattle en Alonso. Teammaatje Luis maakt even later ook zijn laatste geplande pitstop. Hij heeft dan al bijna een ronde achterstand opgelopen. Wel kan hij weer naar een grote groep tragere deelnemers rijden. Webber zit ook nog steeds vast in het verkeer. Na zijn pitstop rijdt hij naar Subtiel en Co Biaggi toe. De Duitser is niet bepaald snel en wordt hardhandig door Co Biaggi aan de kant gedrukt. Ook Webber glipt erlangs, waarna een volgende groep op de trage Force India afdendert.

File

Vooraan zit Button in de kofferbak van Alonso, die op zijn beurt in de kofferbak zit van Fattle. De spanning is om te snijden: de achterste wagen is duidelijk het snelst en de voorste wagen is duidelijk het traagst. Maar hoe passeer je op Monaco? En hoeveel risico wil je nemen? Op dat moment is namelijk wel duidelijk dat noch Fattle, noch Alonso gaat stoppen. Fattle gaat dus proberen om 63 (!) ronden op de gele (zachte) banden te rijden. Het lijkt hem nog te lukken ook, want supertraag is hij niet en zijn achtervolgers kunnen ook geen serieuze inhaalpoging doen.

Dat Fattles tempo goed te noemen is, blijkt wel als ze de groep achterblijvers achter Subtiel naderen. De Duitser houdt Pastoor, Petjerov, Luis, Alguersuari en Bümi danig op. Met de leiders in aantocht zet Pastoor zijn bolide ernaast bij het zwembad. Subtiel zit aan de buitenkant en kust de muur, waarbij zijn band beschadigd raakt. Met een kreupele auto probeert hij vervolgens Luis voor te blijven, die Petjerov te grazen heeft genomen. Het gevolg: Subtiel vliegt in de chicane bijna van de baan en Luis moet flink remmen om er niet bovenop te klappen. Het gevolg: Alguersuari klapt bovenop hem, zijn voorvleugel breekt af en schuift onder zijn wielen, waardoor hij in de muur vliegt. Petjerov wordt op dat moment door Bümi de muur in gedrukt, of hij schiet zelf door blokkerende wielen rechtdoor, dat is niet goed te zien. De koplopers kunnen hun ogen amper geloven, maar ze slagen er wel in de wrakken te ontwijken. Voor Petjerov ziet het er dan niet heel goed uit: hij lijkt meer aangedaan te zijn dan je zou verwachten. Hoewel er nog maar zes ronden zijn te gaan, wordt de race stilgelegd.

Race deel 2

Als Petjerov uiteindelijk toch veilig uit zijn auto is, wordt bekend dat het restant van de wedstrijd nog wordt verreden. Er zijn nog zeven wagens in dezelfde ronde als de leider: behalve Alonso en Button zijn Co Biaggi, Webber, Pastoor en Luis nog niet gelapt. Wel heeft Luis schade opgelopen aan de achtervleugel. Gelukkig kan zijn team de nodige herstelwerkzaamheden uitvoeren, waardoor hij weer met een gave wagen aan de start van het tweede deel van de race kon meedoen. Voor Fattle kwam de onderbreking ook als geroepen: zijn team kon namelijk nog vier van die rode jongens onder zijn auto monteren, waardoor hem in de laatste zes ronden weinig meer kon gebeuren.

In het restant van de race loopt hij ook geen gevaar meer: Alonso kan hem op de superzachte banden bijhouden, Button heeft alleen nog zachte banden en hij moet genoegen nemen met een derde plek, daar kon hij moeilijk blij mee zijn. De einduitslag werd overigens bepaald door de totaaltijd van beide races. Misschien dat dat ervoor zorgde dat Luis Pastoor al in de eerste bocht na de herstart van de baan ramt. De Williams knalt in de muur en staat overdwars op de baan, maar kan op tijd worden weggesleept. Zodoende strandde een superweekend van Pastoor letterlijk en figuurlijk in het zicht van de haven. Overigens was Luis zich van geen kwaad bewust. In een interview na de race gaf hij iedereen de schuld van de botsingen waar hij bij betrokken was, waarna hij zijn ongenoegen liet blijken over de beslissingen van de wedstrijdleiding om hem zijn snelste kwalificatietijd af te pakken, een drivethroughpenalty te geven voor de botsing met Massa en uiteindelijk nog een tijdstraf aan het eind van de race voor de botsing met Pastoor, waar hij overigens niks mee verloor. Vervolgens beschuldigde hij de wedstrijdleiding nog bijna van racisme. Ik ben benieuwd hoeveel fans hij na deze race nog heeft.

In de slotfase pakt Webber de vierde plaats nog af van Co Biaggi. Achter hen halen Subtiel en Hidefeld geroutineerd wat puntjes binnen, terwijl Barrichello de eerste punten voor Williams scoort. Bümi haalt nog een punt binnen voor Toro Rosso. De mannen vooraan razen ook zonder veel strijd naar de finish, een beetje een anticlimax. Fattle wint met één stop, Alonso wordt tweede met twee stops en Button wordt derde met drie stops. Tijdens de huldiging krijgen de drie rijders een trofee in de vorm van de circuitplattegrond. Waar Alonso zich nederig opstelt en iedereen een zakelijk handje geeft, zit playboy Button met al die chicks te zoenen. Het deert Fattle in ieder geval niet. Hij spuit zijn champagnefles leeg op de hoogwaardigheidsbekleders, Christian Horny en de rest van zijn team. Wat is de wereld toch mooi voor hem: zelfs als hij niet de snelste is, wint hij. In de kwalificatie werd hij geholpen door de crash van Pérez, in de race werd hij een handje geholpen door de crashes van Massa en Petjerov. Opmerkelijk genoeg was Luis in de race bij beide crashes min of meer betrokken, dus hij had zijn rivaal in de titelstrijd in het zadel geholpen met zijn domme gestuntel. In het kampioenschap neemt Fattle met vijf zeges en een tweede plek een voorsprong van 58 WK-punten in op Luis, die nog wel tweede staat, maar vooral tegen zichzelf zit te vechten. De rest ligt nog verder achter. Kortom: wie houdt Fattle nog tegen?

22 mei 2011

Fattle: met de hakken over de sloot

Bloedstollend gevecht om koppositie

Het Circuit de Catalunya staat niet bekend om zijn interessante races. Doordat het in 1991 gebouwde circuit vaak wordt gebruikt voor de wintertests, kent iedereen het op zijn duimpje en zijn er doorgaans weinig verrassingen te verwachten. Dit jaar is alles anders. Dankzij DRS en de onvoorspelbare Pirelli-banden is elke race een (artificieel) schouwspel geworden. Ook in Spanje werd er tot aan de finishvlag gestreden. Fattle won uiteindelijk nog, maar het ging moeilijker dan gedacht: hij moest Luis in de laatste helft van de race achter zich zien te houden. Nog slechter vergaat het teamgenoot Webber: op zaterdag de man, op zondag was hij niet meer waard dan een vierde plaats achter beide McLarens.

Kwalificatie: weer banden sparen

Het huidige bandenreglement schrijft voor dat iedere coureur voor de kwalificatie en race zes setjes banden mag gebruiken: drie setjes harde (“prime“) en drie setjes zachte (“option“) banden. Blijkbaar was bij het opstellen van het reglement geen rekening gehouden met de vele bandenstops die tegenwoordig noodzakelijk zijn. Doordat de banden maar een korte levensduur hebben en de meerderheid van de bandensets in de race hard nodig is, loont het niet om in de beslissende kwalificatiesessie veelvuldig de baan op te komen om je snelste tijd scherper te stellen. De kwalificatie is daardoor één van de saaiste in jaren.

Al in de eerste sessie begint het gereken: de toppers proberen op harde banden naar de volgende sessie te gaan. De subtoppers zijn minder zeker van hun zaak en rijden daarom op zachte banden. Hierdoor slaagt Petjerov er zelfs in de snelste tijd neer te zetten. Daarmee doet hij het beter dan zijn teammaatje, die door een brandje in de vrije training niet aan rijden toekomt. Hierdoor moet Hidefeld gedwongen als laatste starten. Zijn geluk is dat hij geen banden heeft gebruikt, wat hem in de race goed van pas kan komen. Ook Barrichello komt niet door Q1 en hij wijt dat aan een versnellingsbakprobleem. Feest is er bij Co Valainen, die voor het eerst dit jaar Q2 haalt.

In de tweede sessie rijdt wel iedereen op de zachte banden. Iedereen, behalve de Force India’s. Zij besluiten vanuit strategische overwegingen om op harde banden te kwalificeren. Doordat Pirelli het prestatie- en slijtageverschil tussen de harde en zachte band voor deze race expres heel groot had gemaakt (in eerdere races bleek dat de “harde” banden dezelfde korte levensduur als de “zachte” banden hadden, waardoor er weinig strategische variatie was), moesten Die Resta en Subtiel zelfs nog achter Co Valainen aansluiten. Beter doet Pastoor het, die ondanks wat fouten in de vrije trainingen zijn Williams in Q3 wist te krijgen.

In de beslissende sessie reed eigenlijk iedereen, waaronder Fattle en Webber, slechts één vliegende ronde. Op voorhand was wel duidelijk dat de Red Bulls de eerste startrij onderling zouden verdelen. Uiteindelijk rijdt Webber het snelste rondje van het weekend (1:20,981) en eist daarmee enigszins verrassend de poleposition op. Fattle klaagde dat hij zijn KERS niet kon gebruiken, al gaf hij verder zijn nederlaag eerlijk toe. Helemaal gerust kon hij niet zijn: hij wist als geen ander hoe belangrijk de poleposition was op deze baan: als nummer twee zou hij aan de stoffige kant van de baan starten. De concurrentie kan alleen maar dromen van de kwalificatiesnelheid van de Red Bulls: Luis is nog net derde, op bijna een seconde achterstand. Teamgenootje Button is slechts drie honderdsten langzamer en tussen hen in staat nog Alonso, die een superronde reed. De Mercedes kwamen weer veel tekort: Rosberg moet anderhalve seconde toegeven op de poletijd en wordt zelfs nog door Petjerov afgetroefd. Shoeface houdt het na een recreatierondje zelfs maar voor gezien, waardoor Pastoor als negende mocht vertrekken. Het lek leek weer boven te zijn bij Williams.

Race: geen Red Bull-dominantie

De start van de race zou bepalend kunnen worden: als de Red Bulls goed zouden wegkomen, stond er weinig meer tussen hen en de zege in. Dat gebeurt echter niet. Opmerkelijk genoeg komt de linkerrij (op de ideale lijn) niet goed weg. Webber heeft geen geweldige start en ziet Fattle al bijna op gelijke hoogte komen. In een soort schaarbeweging steken de Red Bulls het rechte stuk over: Webber gaat naar de binnenkant en Fattle naar de buitenkant. Zij aan zij stormen ze op de eerste bocht af. Daarbij vergeten ze Alonso in de gaten te houden. Die komt erg goed weg en duikt binnendoor in een gat dat Webber openlaat, waardoor hij de leiding pakt. Webber zit in de verdrukking en ziet tot overmaat van ramp ook nog zijn teammaatje passeren. De volgorde na de eerste bocht is dus: Alonso, Fattle, Webber, Luis. Alonso op kop: het Spaanse publiek gaat uit zijn dak. Zo veel had de Spanjaard dit jaar nog niet laten zien, maar uitgerekend voor eigen publiek maakte hij een fenomenale start. Ondertussen is Button door een zeer slechte start teruggevallen tot een tiende plek. Zijn koppeling leek niet goed te werken, waardoor hij eerst nog moet zien af te rekenen met de op de negende plaats rondrijdende reserve-Red Bull van Bümi.

Vooraan loopt de top 4 hard uit bij de rest van het veld: Petjerov kan het tempo totaal niet bijbenen, terwijl de Mercedes, waarbij Shoeface alweer voorop reed, dat tempo niet kunnen bijbenen. Op het bochtige circuit is veel downforce vereist en op het gebied van aerodynamica verschillen de bolides nog flink van elkaar. Verhalen dat de snelheidsverschillen klein zouden zijn vanwege het vele testwerk, bleken zoete lulkoek te zijn. De achteropgeraakte Button verliest dan ook veel tijd op de leiders. Ondanks KERS en DRS is het inhalen hier nog onverminderd moeilijk, zo moet hij ervaren.

Eerste serie pitstops

Vooraan is Fattle ook niet heel erg gelukkig. Hij kan achter Alonso niet zijn eigen tempo rijden, dus komt hij al in de negende ronde binnen voor nieuwe banden en komt precies achter Button op de baan. Dat kon toch niet de bedoeling zijn van de strategie van Red Bull? Op nieuwe banden is Fattle echter veel sneller: binnen een ronde verschalkt hij zowel Button als Massa. Vervolgens moet Rosberg eraan geloven. Alonso en Webber stoppen een ronde later. Alonso blijft Fattle nog net voor, terwijl Webber hetzelfde moet doen als zijn teammaatje een ronde eerder: hij valt terug tot achter Massa. Bij McLaren wacht men nog even met de pitstops: Luis stopt als laatste van de top 4 en blijft bij zijn pitstop Webber voor. Button blijft nog wat langer doorrijden. Hij stopt pas in de vijftiende ronde en komt na zijn stop als zevende, nog voor Petjerov, op de baan. Op dat moment ligt de op harde banden gestarte Die Resta nog vijfde, maar hij komt even later ook binnen. Direct na zijn pitstop verschalkt Button Shoeface al, waarmee hij zijn inhaalrace vormgeeft. Hij ligt inmiddels alweer vijfde.

Tweede serie pitstops

Vooraan zit Fattle weer behoorlijk in het nauw: hij kan Alonso niet voorbij, terwijl Luis gevaarlijk dichtbij komt. Fattle wordt opgedragen zijn KERS ongelimiteerd te gebruiken, een duidelijk teken dat Red Bull de race niet onder controle had. Om van Alonso af te zijn, laat Fattle al in de negentiende ronde zijn laatste (!) setje zachte banden monteren. Net als bij de eerste serie pitstops gaan Alonso en Webber een ronde later naar binnen, terwijl Luis een aantal ronden langer doorrijdt. Na de pitstops ligt Fattle eerste en is Luis opgerukt naar de tweede plaats. Voor Webber valt er dan weinig meer te lachen: hij zit nu klem achter de naar de derde plek teruggevallen Alonso. Ze liggen nog wel voor Button, die pas één pitstop heeft gemaakt. De Brit is echter erg lief voor de banden en probeert zodoende een pitstop uit te sparen.

Derde serie pitstops

Pas na lang aandringen lukt het Webber Alonso in te halen, waarna de twee direct de pits induiken. Bij het wegrijden is Alonso brutaler en hij perst zijn auto weer voor die van Webber. Webber moet er gek van zijn geworden: hij zit nog steeds klem achter Alonso, terwijl zijn teammaatje en Luis steeds verder uitlopen.

De derde serie pitstops is het omslagpunt van de race voor Alonso: hij moet, net als de andere rijders in de top 4, overstappen op harde banden, die beduidend trager zijn dan de zachte banden. Button stopt een ronde later voor de tweede keer, wat betekent dat hij nog een extra setje zachte banden heeft overgehouden. Ineens is het snelheidsverschil met Alonso en Webber enorm. Webber probeert de glijdende Alonso in te halen, maar die weet netjes te counteren. En dan is er ineens Button. Hij vliegt de vechtersbazen eenvoudig voorbij.

Vooraan schakelen Fattle en Luis gedwongen over naar de harde banden. Op deze banden blijkt het verschil tussen de Red Bulls en McLarens aan de ene kant en de Ferrari’s aan de andere kant: de koplopers rijden twee volle seconden sneller dan Alonso. Massa rijdt ondertussen in de anonieme middenmoot rond. Op dat moment is Hidefeld overigens de snelste man op de baan. Hij kan lekker knallen op de vele ongebruikte zachte banden die hij nog tot zijn beschikking heeft. Helaas voor hem rijdt hij dan (halverwege de race) nog steeds in de staart van de middenmoot.

Vooraan jaagt Luis Fattle op. De Duitser wordt nu ineens opgedragen geen KERS te gebruiken. “Who KERS?”, zal hij wel niet hebben gedacht, want uitlopen is er in het geheel niet bij. Bij McLaren ziet men de kansen op een overwinning verder toenemen. Wie had dat gedacht na de kwalificatie? In de race lijken de tien updates die het team heeft gebracht echt te werken. Luis blijft Fattle volgen als een schaduw, terwijl Button door een uitstekende bandenstrategie op een derde plek ligt. Zijn achterstand op de koplopers is echter opgelopen tot een halve minuut.

Vierde serie pitstops

Alonso heeft al gauw genoeg van zijn vierde setje banden. Met nog 25 ronden te gaan, stopt hij voor de laatste keer. Eindelijk is Webber de Spanjaard voorbij, want Alonso rijdt het restant van de race in een laag tempo uit. Vooraan stopt Fattle nog een vierde keer. Luis neemt de leiding over. Blijkbaar is men er bij McLaren van overtuigd dat Luis de meeste kans heeft op een overwinning door dezelfde strategie te hanteren als Fattle, dus komt hij nogmaals naar binnen. Luis komt in de slotfase steeds gevaarlijk dichtbij. Fattle moet alles op alles zetten om Luis voor te blijven. Ondanks DRS blijft the Finger-Man op het lange rechte stuk net buiten bereik. Luis wordt opgedragen om op alle knoppen te drukken, terwijl Fattle krijgt te horen: “Luis is within range”. Hij blijft er rustig onder, in tegenstelling tot zijn teambaas, die de zenuwen amper de baas is.

In de slotfase is er naast de strijd om de koppositie vooral strijd om de laatste punten. Vanaf Shoeface is iedereen al op minstens een ronde gezet, achter de Mercedes rukt Hidefeld nog op naar de achtste plaats. Ook superdebutant Pérez komt in de punten, terwijl teamgenoot Co Biaggi, ondanks een lekke band in de openingsronde, het laatste punt pakt. Verliezers zijn er ook: zo finish Petjerov slechts als elfde, valt Pastoor ver terug en grijpen de Toro Rosso’s weer naast de punten. Over Massa, die een frustrerende race door een versnellingsbakprobleem in de grindbak eindigt, wil ik het niet eens hebben. Gelukkig voor hen is de volgende race, de Grand Prix van Monaco, al over één week.

Fattle trekt uiteindelijk zijn minieme voorsprong nog veilig over de streep. Luis, die in zijn ene kwalificatierondje op zaterdag meer achterstand opliep dan in 66 ronden op zondag, kon tevreden zijn. Teamgenootje Button zal nog lang nadenken over zijn start, die hem misschien wel een zege had gekost. Webber zal na afloop van de race nog zieliger hebben gekeken dan na het behalen van zijn “pole”, terwijl Ferrari ook het nodige had om over na te denken. In ieder geval bleek dat er een behoorlijk verschil zat tussen de snelheid van de Red Bulls op zaterdag en zondag. Dankzij de raketstart van Alonso hebben we een zeer spannende race gezien, hoewel het aantal inhaalacties tegenviel. We zullen maar zeggen dat het glas halfvol is.

15 mei 2011

Kampioen!

BSG verslaat De Wijker Toren en promoveert

Het was een spannend seizoen voor BSG, de gedoodverfde favoriet voor het kampioenschap in klasse 1A. Doordat BSG een lelijke uitglijder maakte tegen SOPSWEPS en de concurrenten De Eenhoorn en met name Purmerend maar bleven winnen, moest BSG het hele seizoen vol aan de bak. In het hol van de leeuw werd het kampioenschap tegen degradatiekandidaat De Wijker Toren binnengehaald. BSG mag het weer een jaartje in de meesterklasse proberen!

Voor het ingaan van de laatste ronde stonden BSG en Purmerend samen aan kop. BSG had echter meer bordpunten en een op papier makkelijkere tegenstander, namelijk De Wijker Toren, dat tegen degradatie vocht, terwijl Purmerend tegen middenmoter Dr. Max Euwe speelde. Aan de andere kant: De Wijker Toren moest winnen om mogelijkerwijs uit de degradatiezone te geraken, terwijl Dr. Max Euwe nergens meer om speelde. Daarnaast diende BSG, net als alle andere teams, in Purmerend te spelen: er was namelijk een gemeenschappelijke slotronde. Zodoende had Purmerend zichzelf een extra thuiswedstrijd toegespeeld en dat zorgde voor de nodige commotie.

Kermis

Een week voor aanvang van de wedstrijd kwam men er namelijk achter dat de speelzaal in het stadscentrum misschien niet zo geschikt was: er was namelijk een kermis op het plein ernaast. Dat kwam dus fijn uit... Koortsachtig werd er een week lang gezocht naar een andere locatie, ver weg van het kermisgeluid. Er werd uiteindelijk een speelzaal gevonden in een buitenwijk van Purmerend. Het feest kon dus toch doorgaan!

Gisteren was het dan zover. De meeste BSG'ers besloten met de auto te komen, aangezien het openbaarvervoernetwerk niet zo heel dicht meer is in de buitenwijk van Purmerend. Met de auto zou de reis vast sneller, en anders wel comfortabeler, zijn. Bleek dat even een misvatting te zijn. Op de afslag naar Purmerend was een motorongeluk gebeurd en daardoor stond het verkeer er muurvast. FM Henk, die de eervolle taak had Behirder naar de speelzaal te brengen, besloot de tijdelijke parkeerplaats te verlaten en via een omweg naar Purmerend te rijden. Teamleider Edwin Baart deed even later hetzelfde. Hoewel we konden genieten van het oer-Hollandse landschap, betekende de omweg wel dat we pas klokslag één uur binnen kwamen slenteren.

Gelukkig waren we niet de enigen die in die file stonden. Anderen troffen het zelfs nog zwaarder: bijvoorbeeld het team van Dr. Max Euwe, dat uit de andere kant van het land moest komen, was in een poging de file te ontlopen verdwaald, waarna ze weer in dezelfde file terechtkwamen. Dat schoot niet echt op.

De kampioenswedstrijd

Inmiddels was het kwart over één en werd de belangrijke laatste competitieronde gestart. De zaal was nog lang niet vol. Ook BSG had zo zijn personele problemen: aan bord acht bleef het bord van Frans Borm angstvallig leeg. Ook Leon Pliester was er nog niet. Zelfs de Amsterdammers waren slachtoffer geworden van het verkeersinfarct. Ze stonden nog steeds in de file. Hoewel Frans Borm de laatste tijd niet in vorm is, zouden die twee nullen toch niet de prettigste wapenfeiten zijn om mee te beginnen aan de kampioenswedstrijd.

Ondertussen was er bij BSG op de laatste borden ook het enige verkeerd gegaan: ondergetekende kwam in een saaie schuifstelling waarin hij met zwart op zijn tellen moest passen, terwijl Lenaard een wel erg rare aanpak koos tegen de Swesjnikov en meteen een pion kon inboeten.

Gelukkig leek het op de andere borden al wel goed te gaan. Large pakte aan bord 4 al snel een punt: hij ging in op een gevaarlijke variant van de Trompovsky, op een manier die John van der Wiel eens lelijk de kop had gekost. Large deed het beter, want hij wist zijn ingesloten dame tactisch te redden. In een (overigens niet heel erg moeilijk) tactisch spervuur wist hij met een combinatie de dame weer terug te winnen, waarna hij twee pluspionnen had en de witspeler zich met een rood hoofd overgaf. Achteraf bleek dat de partij in feite niets meer was dan een variant in een openingsboekje. Dat was dan wel weer jammer. Toch wel grappig om te zien dat je ook met zwart vanuit de opening kunt winnen.

Het tweede punt bracht Ton binnen. Ook hij wist met zwart al binnen tien zetten op de winst te spelen. Hij bracht een kansrijk pionoffer, waardoor hij de baas werd over de zwarte velden. Hoewel de stelling objectief gezien nog wel gelijk was, waren de witte zetten moeilijker te vinden dan de zwarte. Dat ging dan ook niet lang goed voor de witspeler, die steeds meer materiaal verloor.

Naast de puntjes met zwart had Robert Ris snel remise gespeeld tegen Dennis Ruijgrok. Behalve dat er wat stukken werden geruild, gebeurde er eigenlijk niks en werd de vrede al snel getekend. De stand was ½-2½ en ondertussen begon het bij het Apenhoofd er ook goed uit te zien. Zijn tegenstander zadelde hem op met hangende pionnen die al meteen zwak werden. Dus moest de man in het blauw daar maar activiteit tegenoverstellen. Het pakte prima uit: de witspeler moest zich eerst met f3 verzwakken, vervolgens deed hij ook nog een keer g4. Toen hij even later ook nog misgreep met 22.Pxc5, verloor hij heel snel:

Na 22...Lxc5+ 23.Txc5 Td2 24.Tf2 De3 had wit een onoplosbaar probleem: er dreigt zowel 25...Dxc5 als 25...Td1+ en 25.Tc1 faalt (onder andere) op 25...Txf2. Wit liet zich daarom maar sportief matzetten door 25.Kf1 Td1#.

Dat was dus een derde zwartoverwinning van BSG. Ik was er ook erg blij mee: de laatste keer dat ik een laatste ronde won met extern kan ik me al niet eens meer herinneren. De overwinning toont waarschijnlijk aan dat ik mentaal ben gegroeid: ik kan me het verloren kampioenschap in 2006 nog goed herinneren, toen ik in een gelijke stand dom liet trucen. En dat was dan nog maar in de tweede klasse. Nu ik erover nadenk, denk ik dat BSG sowieso geen recht had om die dag het kampioenschap binnen te halen, gezien de bemazzelde overwinningen van Leon en Coen. Destijds wist alleen FM Henk koel te blijven en geconcentreerd zijn partij te winnen.

Hoe anders was dat dit jaar. Terwijl Edwin Baart me had verteld dat Henk zou gaan winnen, bleek hij uiteindelijk te hebben verloren. Zin om zijn partij te laten zien had onze taxichauffeur ook niet. Hij mompelde dat hij "te snel a4 had gespeeld", maar aangezien ik slechts enkele fragmenten van de partij heb gezien, zei me dat niks. Wel zag ik dat Henk een kwaliteit meer had, maar dat zwarts stukken actief stonden. Blijkbaar lukte het hem dus niet om te consolideren.

Door de nederlaag van Frans Borm begon het er minder goed uit te zien voor BSG. In de tijd dat Knut nog een klein ijsbeertje was, was hij de held van BSG 2. Inmiddels is hij een beetje de nullenpakker van BSG 1 geworden. Natuurlijk had hij nog als excuus dat hij met een tijdsachterstand aan de wedstrijd begon, maar over het geheel was zijn score dit jaar niet om over naar huis te schrijven. Ditmaal hielp hij een gelijke stelling om zeep. Daardoor ging de tactiek van De Wijker Toren door aan de witborden ongelooflijk slappe systemen te spelen toch nog gedeeltelijk op.

De zwartborden van de staartploeg lieten een wat betere indruk achter. Ewood wist zijn tegenstander pas in het middenspel flink te overspelen, waarna hij met zijn actieve stukken in de vele gaten in de zwarte stelling mocht springen. In Botwinnikstijl verlegde hij de strijd uiteindelijk naar de damevleugel, waarna zwarts bolwerk spoedig instortte. Ook Grote Beer moest diep gaan om Djurre den Heeten (2 uit 8) in een eindspel te verslaan. Dat had echter een stuk sneller gekund:

De zwartspeler had in de opening zomaar een pion aangeboden, maar behalve dat er wat stukken zijn geruild, is er niet veel meer in wits voordeel veranderd. Of toch wel? In deze stelling miste wit namelijk het fraaie 21.Th4!! Er dreigt 22.Th8+ Kxh8 23.Dh6+ Kg8 24.Dxg7# en om daar iets tegen te doen, moet zwart met iets als 21...f6 een pion inleveren, waarna wit spoedig zal winnen. Wit deed echter 21.Td1? en moest een toreneindspel met een pluspion zien te winnen, wat uiteindelijk nog wel vrij eenvoudig lukte. Zodoende scoorde Berelowitsch in zijn laatste (?) seizoen voor BSG 6 uit 8. Niet heel slecht, maar tegen de score van collega-grootmeester Reinderman (9 uit 9) kon hij niet op.

Leon Pliester, die in het uiterste geval nog gedeeld klassetopscorer had kunnen worden, kwam niet verder dan remise en eindigde het seizoen op 7½ uit 9. Daardoor werd hij gedeeld topscorer van BSG, samen met Ton. Door zijn nederlaag zag FM Henk zag Large op gelijke hoogte komen, namelijk op 7 uit 9. Zouden deze vier spelers, die dit jaar in de eerste klasse een formidabele prestatie hebben geleverd, volgend jaar in de meesterklasse eveneens kunnen stunten?

Want dat we meesterklasse gingen spelen, dat stond toen wel vast. De stand was 6-3 voor BSG en het wachten was op Lenaard, die een toreneindspel met een pion meer probeerde te winnen. Het duurde en het duurde maar. Het was toch al een vreemde partij, waarin de zwartspeler zijn in de opening verkregen voordeel vergooide door niet op tijd ...f5! te spelen, waarna hij ook nog eens dames ruilde. Daarna was de zwarte stelling geen pretje meer. Zwart kwam binnen de kortste keren verloren te staan, waarna Lenaard nog een tijd met zijn prooi speelde, om uiteindelijk toch netjes het winstplan te vinden: de koning ging de c-pion ondersteunen, terwijl zwarts koning van het strijdtoneel werd afgesneden. Om zeven uur erkende de zwartspeler eindelijk zijn nederlaag. BSG won met 3-7 en werd kampioen, terwijl De Wijker Toren degradeerde.

Toen ook de allerlaatste partijen waren beslist, werd BSG nog kort gehuldigd. Teamleider Edwin Baart nam een bosje bloemen in ontvangst, waarna het boeket via Ewood uiteindelijk in Bussum op tafel terechtkwam.

Na afloop werd het idee geopperd om samen met de concurrenten Purmerend en De Eenhoorn het seizoen af te sluiten. Na lang heen-en-weerlopen langs de kermis, liepen we uiteindelijk maar een Wok Restaurant in. Gelukkig kon je hier je eigen maaltijd samenstellen. Er bleek zelfs friet te zijn. Uiteindelijk werkte ik vooral toetjes naar binnen, waardoor ik geen oosterse meuk hoefde te proeven. Helaas was ons tafeltje wel erg krap en heb ik verder weinig anderen gesproken. Ook vandaag realiseer ik me nog niet helemaal wat we dit jaar hebben gepresteerd. We zijn kampioen geworden van de eerste klasse!

Uitslagen

De Wijker Toren (2183) – BSG (2316) 3-7
1. D den Heeten f (2234) – A Berelowitsch g (2560) 0-1
2. D Ruijgrok (2270) – R Ris m (2378) ½-½
3. B Mulder (2224) – L Pliester m (2374) ½-½
4. R Duijker (2300) – L Ootes (2384) 0-1
5. S Plukkel (2269) – H van der Poel f (2267) 1-0
6. A Wijnberg (2120) – T van der Heijden (2284) 0-1
7. J van Zutphen (2173) – E de Groote (2279) 0-1
8. T Broek (2152) – F Borm m (2306) 1-0
9. P Uylings (2101) – Le Ootes (2200) 0-1
10. C Duivenvoorde (1986) – J de Groote (2130) 0-1

08 mei 2011

Red (Istan)Bull

Fattle op eenzame hoogte

De voortekenen voor de Turkse Grand Prix waren goed: het regende er pijpenstelen. Bovendien was Fattle in China niet zo onaantastbaar gebleken als gedacht. In de natte vrije training op vrijdag reed het onelapwonder bovendien zijn bolide in de prak. Daar bleef het echter bij: de rest van het weekend was het droog en Fattle was zowel in de kwalificatie als in de race een klasse apart. Door een goede race van Alonso stond er voor het eerst dit jaar iets roods op het podium.

Kwalificatie: banden sparen

Als één ding wel duidelijk was na de Grand Prix van China, dan was het wel dat banden sparen in de kwalificatie de sleutel in de race kon zijn. Red Bull moet ervan hebben geleerd: Fattle moest in China in de slotfase buigen voor Luis, terwijl teamgenootje Webber vanuit een kansloze positie oprukte tot bijna in de kofferbak van the Finger-Man. Dat mocht niet nog een keer gebeuren.

In Turkije komen de Red Bulls probleemloos door de voorkwalificaties heen. In de allesbeslissende sessie rijden Fattle en Webber één run. Webber is iets sneller dan de grote groep achtervolgers, Fattle heeft nog vier tienden marge op zijn teammaatje. De twee heren besluiten het na hun rondje voor gezien te houden, waarna de McLaren-coureurs hun startpositie proberen te verbeteren in hun tweede run. Dat mislukt grandioos: Luis verbetert zijn tijd marginaal, waarna Rosberg hem in zijn vliegende ronde nog van de derde stek verdrijft. Achteraf gezien bleek Luis in theorie snel genoeg te zijn voor een tweede startplaats. Nu leverde zijn gok hem alleen een extra setje gebruikte banden op. McLaren zou beter moeten weten. Button is slechts zesde en komt ook nog tekort op Alonso. De tweede Ferrari komt in de beslissende sessie niet eens tot een kwalificatieronde: ook Massa besluit om banden te sparen.

Race: Alonso, plan B, chaos en DRS

Hoewel het rechte stuk van start/finish zeker niet het langste is van alle circuits, toch is het oppassen voor Webber. De Australiër staat niet bekend om zijn goede starts en omdat hij naast de ideale lijn vertrekt, is de kans groot dat de Red Bulls niet in formatie uit de eerste bocht komen. Dat gebeurt dan ook niet. Rosberg, die als derde start, heeft Webber al meteen te grazen. Zelfs Luis voelt de tweede rijder van Red Bull aan de tand. Daarbij overspeelt hij echter zijn hand. Een kort uitstapje naast de baan kost hem twee plaatsen: zijn goede vriend Alonso raast hem voorbij, net als teamgenootje Button.

Vooraan trekt Fattle al een behoorlijk gat naar Rosberg. De Mercedes-coureur ziet zijn landgenoot langzaam aan de horizon verdwijnen, terwijl Webber steeds groter wordt in zijn spiegels. Inmiddels mag DRS worden geactiveerd en dat levert meteen grimmige gevechten op. Aan het eind van het lange rechte stuk is het snelheidsverschil tussen de voorste wagen en de achtervolgende wagen, die aanzienlijk minder luchtweerstand heeft, enorm. Luis probeert zijn teamgenootje te verschalken, maar dat is nog zonder resultaat. Even later heeft Webber meer succes bij Rosberg. Hoewel de Red Bull van nature een lage topsnelheid heeft, maakt dat met DRS weinig uit. Zodoende liggen de Red Bulls weer eerste en tweede, met dank aan de reglementswijzigingen.

Terwijl de McLarens lekker met elkaar aan het duelleren zijn, gaat Alonso die arme Rosberg ook voorbij. De Duitser kan helemaal niks doen tegen de Ferrari, die op het rechte stuk zo twintig kilometer per uur sneller gaat. Ondertussen is Luis een plaatsjes daarachter op het rechte stuk voorbij zijn teammaat gegaan. Lang kan hij niet genieten van zijn rol als achtervolger van de koplopers: Button pakt hem een ronde later alweer terug. Op het rechte stuk van start/finish herovert hij de vijfde plek door een gedurfde manoeuvre. Het zijn moeilijke momenten voor Martin Whitmarsh, die moet toezien hoe zijn coureurs elkaar op dezelfde manier bevechten als vorig jaar, hoewel ze toen nog aan de leiding gingen.

Voor Luis is het mooiste er dan wel weer af. Zijn banden zijn naar de knoppen. Massa haalt de man waar hij in 2008 de wereldtitel aan verloor nog in, vlak voordat ze samen naar de pits gaan voor nieuwe banden. Massa's stop is echter knudde en bij het wegrijden botst hij bijna op Luis. Dat verhaal krijgt echter geen staartje. Wel zijn de vroege pitstops de opmaat voor meer pitstops in de kopgroep. Webber, Alonso en Rosberg volgen een ronde later. Fattle benut de luxe van de koppositie door nog een rondje langer door te rijden. Na zijn stop ligt hij vlak achter Button, die even later wordt ingehaald en dan ook maar nieuwe banden laat monteren.

Na de eerste serie pitstops is het tijd om de stand op te maken: Fattle leidt, voor Webber en Alonso. Rosberg heeft Luis en Massa in zijn nek hijgen, terwijl Button is teruggezakt naar de zevende plaats. Het is tijd voor tactische besprekingen. Zowel Luis als Rosberg stappen over op plan B. Wat het precies mag betekenen is dan nog onduidelijk. Waarschijnlijk hadden de teams besloten om vier pitstops te maken, hoewel Rosberg de opdracht krijgt om zeven ronden langer dan gepland door te rijden op de harde banden. Aangezien de Duitser in de kwalificatie nog banden had gespaard, had hij nog genoeg ongebruikte zachte banden over om in de slotfase van de race te kunnen schitteren. Althans, in theorie was het zo. In de praktijk komt er weinig van terecht: Rosberg wordt op zijn harde banden door zowel Luis, Massa als Button om de oren gereden, waarna hij al behoorlijk vroeg zijn tweede pitstop maakt.

Bij de tweede serie pitstops wordt duidelijk dat de McLaren-coureurs andere strategieën hanteren: Luis stopt vroeg en gaat inderdaad vier keer stoppen, Button probeert een pitstop uit te sparen. De drie koplopers zijn ondertussen al ver bij de rest weggereden en gaan onderling de podiumplekken verdelen. Ook vooraan besluiten de rijders vier pitstops te maken. Webber stopt als eerste, gevolgd door Alonso en Fattle gaat steeds als laatste van de drie naar de pits. Waar Fattle geen zorgen heeft, heeft Webber wel zorgen in de vorm van een rood stipje in zijn spiegels: Alonso is in de race niet alleen in staat te volgen, hij is na de tweede serie pitstops zelfs sneller dan Webber. Halverwege de race vliegt Alonso op het rechte stuk buitenom voorbij de Red Bull. Ferrari lijkt weer op de weg terug te zijn.

Dat geldt overigens niet voor Felipe Massa, die met Button in gevecht is. Voor de twee rijdt Petjerov. De Rus is door tamelijk agressief te rijden (Shoeface en zelfs teamgenootje Hidefeld worden in de openingsfase van de race hardhandig aan de kant gezet) en een agressieve strategie (twee vroege pitstops) opgerukt naar de vijfde plaats, maar snel is hij zeker niet meer. Hij is de locomotief van een treintje van vijf auto's: Rosberg en Hidefeld vormen de achterste wagons.

Luis zit daar nog voor, maar zijn derde pitstop is erg traag doordat zijn rechter voorwiel er maar niet op wil. Massa stopt meteen ook en komt nog achter Shoeface de baan op. De zevenvoudig wereldkampioen rijdt niet zijn gelukkigste race: in de tweede ronde wordt hij verrast door een kamikazeactie van Petjerov, waarbij hij zijn voorvleugel beschadigt. Ondanks de extra pitstop vecht hij letterlijk en figuurlijk nog goed mee: het blijft niet bij die ene touche. Hoewel hij de schijn tegen heeft, kan Shoeface niet heel veel aan de botsingen doen. Dat hij ondanks zijn chaotische race nog in het middenveld meevecht, is knap te noemen.

Vooraan maken Alonso en Webber zich op voor een spannende slotfase. Ook bij de derde serie pitstops blijft Alonso Webber voor. Op nieuwe banden rijden ze de ene na de andere snelste raceronde. Toch wacht Fattle nog even met zijn pitstop: zijn derde pitstop is nog na die van Button, die in de 39e ronde voor het laatst zijn monteurs bezoekt.

Met nog dertien ronden te gaan maakt Webber zijn vierde en laatste pitstop. Alonso meldt zich een ronde later in de pitstraat. De volgorde blijft onveranderd, maar Alonso's laatste setje banden lijkt niet zo goed te zijn als de eerdere bandensetjes, of Webber moet ineens goede banden hebben. Met dank aan Pirelli. Webber rijdt in ieder geval naar de Spanjaard toe en kan hem zonder veel problemen inhalen. Daardoor ligt de weg vrij voor de eerste dubbelzege van Red Bull voor dit jaar. Inmiddels is Fattle ook maar binnengekomen voor een vijfde setje banden. Waarschijnlijk had hij die banden toch niet meer nodig, maar Red Bull besluit op safe te spelen en de pitstopstrategiexc3xabn van de achtervolgers te kopiëren.

De McLarens liggen in de slotfase mijlenver achter. Luis hangt in de kofferbak van Button, die bijna geen banden meer om zijn velgen heeft zitten. De wereldkampioen van 2009 laat de wereldkampioen van 2008 maar voorbij. Tot overmaat van ramp passeert Rosberg hem even later ook nog. De Duitser heeft als enige rijder nog zachte banden in de slotfase, maar verder dan een vijfde plek komt hij niet. Dat was toch wel een tegenvaller na een veelbelovende kwalificatie. Button wordt in de laatste ronden nog op grote achterstand gereden. Hij zal wel spijt hebben gehad van de banden die hij in de kwalificatie had verspeeld. De vrijwel onzichtbare Hidefeld finisht uiteindelijk vlak achter hem op de zevende plaats. Petjerov wordt ondanks alles nog achtste, terwijl Bümi een zeer goede race reed, getuige zijn negende plaats. Co Biaggi weet uiteindelijk nog beslag te leggen op het laatste punt, een goed resultaat als je vanaf de laatste plaats moet starten en er maar twee uitvallers zijn (Glock en Die Resta.) Massa maakt geen beste beurt: hij finisht uiteindelijk nog buiten de punten, net als Shoeface, maar die kon zijn botsing met onder andere Petjerov nog aandragen als geldig excuus.

Het podium kleurt blauw met rood. Met drie zeges en een tweede plek is Fattle gewoon weer erg goed bezig dit seizoen en Webber kon tevreden zijn met zijn tweede plek, wat voor hem het maximaal haalbare was. Voor Alonso, die voor het eerst dit jaar op het podium verscheen, was het vooral fijn om te weten dat zijn Ferrari in de race een geducht wapen is. Als hij nu nog zijn kwalificatie op peil weet te krijgen, is hij zo weer de voornaamste uitdager van Red Bull. Wel kijkt hij in de WK-tussenstand al tegen een achterstand aan van maar liefst 52 punten. Op papier is Luis de voornaamste uitdager van Fattle, maar in Turkije kwam hij aan de finish veertig seconden tekort. Werk aan de winkel voor McLaren. Verder lijkt Mercedes ondanks de goede kwalificatie toch weer het vierde team te zijn. Geen van de drie achtervolgende teams lijkt constant genoeg te zijn om Fattle dit jaar af te stoppen. De Red Bull is dit jaar betrouwbaar en Fattle doet ook geen domme dingen meer. Voor de Red Bull- en Fattle-fans kan het een jaar om nooit te vergeten worden.

02 mei 2011

Amerika's zondebok dood

Tien jaar Bin Laden

Het mag inmiddels geen nieuws meer heten, de dood van Osama Bin Laden. De baardaap werd in het noorden van Pakistan overhoopgeschoten, waarna hij een zeemansgraf kreeg. Dit is althans het officiële verhaal en daar kunnen de nodige vraagtekens bij geplaatst worden. Is dit wel de echte Bin Laden, of was het niet een dubbelganger? Zo ging het gerucht dat de beste (of slechte?) man nierpatiënt was en dat hij daardoor al kort na de aanslagen van 11 september van ellende was overleden. Waarom het lijk meteen in zee is gedumpt, is ook al raadselachtig. Is Bin Laden vandaag wel echt vermoord, of wordt er gedaan alsof? In het laatste geval is het wel de leugen van het decennium.

Bin Laden werd zo'n tien jaren geleden bekend als het brein achter de aanslagen op het WTC in Nieuw Jork. Na de aanslag doken er eens in de zoveel tijd filmpjes op, waarin hij bekende achter de aanslagen te zitten, waarna nog wat anti-Amerikaretoriek volgde. Erg betrouwbaar waren de filmpjes niet, het is goed mogelijk dat er bedrog in het spel was, maar het doel was bereikt: Bin Laden was de zondebok van Amerika geworden. Inmiddels was George Walker Bush met zijn legermacht het berggeitenlandje Afghanistan binnengevallen. Bin Laden werd niet gevonden, wat eigenlijk een groot wonder mag heten. Ontmoedigd door het uitblijven van succes, besloot Bush niet lang daarna om zijn langeafstandsraketten te richten op Irak.

Of Bin Laden nou werkelijk het brein achter de aanslagen was, of niet, dat zal wel nooit duidelijk worden. Niet alleen sociaal gestoorde snijbonen geloven in complottheorieën, ook experts zijn van mening dat de officiële lezing niet overtuigt. Bovendien kon Amerika de aanslag aangrijpen voor de oorlogen die het onder het bewind van Bush Jr. zou voeren. En dan nog: welke terrorist probeert nou op ingenieuze wijze twee verlieslijdende gebouwen onklaar te maken? Kortom: de aanslagen kwamen Amerika op allerlei manieren wel erg goed uit.

In de jaren die volgden, bleef het gevaar Bin Laden op de achtergrond vaag aanwezig. Wel nam zijn populariteit af in de Arabische wereld. Obama's spindoctors zagen hun kans schoon: dit was een mooi moment om Bin Laden voorgoed uit te schakelen. Natuurlijk wisten ze waar hij zat. Toch gingen er twee jaar overheen voordat het waterdichte strijdplan tot in de puntjes was uitgewerkt. Vandaag was het zover: Bin Laden stierf in het harnas en Obama kan weer lachen: hij heeft zichzelf een goede dienst bewezen. Duizenden dolblije Amerikanen gingen de straat op, niemand durft Obama nu een slappeling te noemen. Ook de verbasteringen van zijn achternaam zullen nu een andere betekenis krijgen. Kortom: er was eigenlijk alleen maar goed nieuws, behalve misschien voor de Republikeinen: die hebben na de verkiezingen natuurlijk weer een nieuwe staatsvijand nodig.