Goed nieuws voor de automobilisten: zij mogen vanaf volgend jaar op veel snelwegen ongestraft met een vaartje van 130 kilometer per uur raggen. "Tijdwinst", zegt de een, "roekeloos" zegt de ander. Tijd voor een economische analyse, zeg ik dan.
De hogere maximumsnelheid zou volgens de berekeningen van de minister van Infrastructuur, Melanie Schultz von Hägen, 20 000 werkuren per dag opleveren. De lyrische columnist beschreef de voor- en nadelen van de maatregel als volgt:
Tijdwinst: 20.000 werkuren per dag. Genoeg om de kosten te dekken van extra brandstof, uitstoot van schadelijke dampen en verkeersongevallen. Virtueel evenwichtig!
20.000 uren per dag, dat is niet niks. En dat allemaal doordat mensen met 130 kilometer per uur kunnen rijden in plaats van 120 kilometer per uur. De baten van deze reistijdsbesparing zijn vrij gemakkelijk in geld uit te drukken. Uit mijn Bachelorthesis bleek dat de waarde van tijd van automobilisten in Nederland ongeveer tien euro per uur is. De baten bedragen dus 200.000 euro per dag, ofwel ruim zeventig miljoen euro per jaar.
Daar staan natuurlijk ook veel kosten tegenover, zoals extra schade aan het milieu en mogelijk extra verkeersslachtoffers. Aangezien het eerste wat lastig is om te meten en het tweede om ethische gronden moeilijk in cijfers is uit te rekenen, zal ik me eerst richten op een andere kostenpost: de brandstofkosten.
Het brandstofverbruik hangt op de snelweg heel erg af van het vermogen dat de motor moet leveren. Als een auto met een constante snelheid rijdt (een sterk versimpelde weergave van hoe het er in werkelijkheid aan toegaat op de snelweg), dan wordt het door de motor geleverde vermogen volledig opgebruikt aan wrijvingskrachten. Daarbij is de luchtweerstand bij hoge snelheden de dominante factor. Uit je natuurkundelessen weet je waarschijnlijk nog wel dat de luchtweerstand kwadratisch oploopt met de snelheid.
Een verhoging van de maximumsnelheid van 120 naar 130 kilometer per uur zorgt daardoor in theorie voor een verhoging van het verbruik per traject van maar liefst 17 procent. In de praktijk zal het wel minder zijn, omdat dan de rolwrijving een (zij het niet al te grote) rol speelt. De rolwrijving is onafhankelijk van de snelheid en zorgt dus voor een matigende rol op het verbruiksverschil.
Uit mijn eerdere bron bleek dat er 20.000 werkuren per dag worden bespaard. Een kleine rekensom leert dat de oorspronkelijke reistijd van alle forenzen 260.000 uur per dag was, en dit wordt 240.000 uur. In deze tijd wordt een afstand afgelegd van zo'n 31 miljoen kilometer. Hoeveel brandstof is er nodig om deze afstand af te leggen?
Als ik uitga van een verbruik van 1:12,5 (8 liter per 100 kilometer) bij 120 km/u, dan schat ik een verbruik van 9,4 liter per 100 kilometer bij 130 km/u. Dat levert een verschil op van ruim 400.000 liter brandstof per dag. Bij een benzineprijs van € 1,40 per liter, is dat een kostenpost van zo'n 600.000 euro per dag voor de automobilisten.
De baten van de automobilisten waren 200.000 euro per dag en die steken daar schril bij af. De kosten voor de automobilisten zijn in feite hoger dan hun baten. Het sneue is eigenlijk dat ze dat niet eens doorhebben. Ze laten zich graag een poot uitdraaien door het kabinet en ze zijn onze regering er nog dankbaar voor ook. Ieder land krijgt de regering die het verdient, zal ik maar zeggen.
In dat opzicht is het kabinet de echte winnaar, want het ontvangt een slordige 400.000 euro per dag aan extra accijnzen voor de populaire maatregel. En dat terwijl de snelheidsverhogende maatregel naar verwachting "3 tot 7 doden" (extra) op jaarbasis aan de negatieve kant van de balans oplevert. En dan heb ik het nog niet eens over de ernstig gewonden. Daarom komt er een verkeersveiligheidsverberingsplan. De kosten hiervan bedragen 85 miljoen euro (Sp!ts, 29 november 2011). Ondertussen moet het kabinet aan alle kanten geld bij elkaar graaien voor de bezuinigingen, maar dit soort rechtse hobby's kunnen wel gewoon gesubsidieerd worden. Tel uit je winst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten