31 maart 2008

Tentamenweek

Sneeuw

Voor de verandering een oud artikel. We gaan bijna een week terug in de tijd, toen de winter zich nog niet gewonnen had gegeven. Ik had tentamenweek, die dinsdagochtend al begon.

Om kwart voor negen had ik een tentamen van Ruimtelijke Economie. Ik besloot om nog vroeger dan anders op te staan; je kan beter te vroeg dan te laat komen. Ik zag het al helemaal voor me: lekker met de rechtstreekse trein en dan in het hoofdgebouw op de tweede verdieping op een monitor kijken waar het tentamen was. Dit moest, omdat die economische apen zo bijdehand waren om het tentamenlokaal niet te vermelden op internet.

Ik wist gelukkig hoe ik me kon redden. Helaas bleek eens temeer dat treinen en sneeuw niet goed samengaan. Het was weer eens een grote puinhoop, met warrige omroepberichten. De vertrektijden klopten voor geen meter en ik vroeg me af of ik nog wel in Amsterdam zou komen.

Opeens kwamen de mensen in beweging. Achter m’n rug was een trein richting Amsterdam op het spoor richting Utrecht geslopen. Zo liep ik weinig vertraging op, tot mijn niet geringe opluchting.

Toen ik in Zuid uitstapte, kon ik ook nog gauw in de metro stappen. Wat een mazzel! Ik kwam nog een studiegenoot tegen en samen liepen we naar de eerder genoemde monitor.

De monitor gaf weinig aan. Het aantal onbezette computers en verder nog wat tentamens van de donderdag ervoor. Maar toen opeens… Toen stond het er. De economietentamens waren allemaal in de Rai. Het leek wel een slechte grap.

Niet iedereen werd op deze manier verrast. Sommigen hadden een of ander vaag linkje onderaan het tentamenrooster gezien en anderen hadden gegoogeld. Met nog een paar andere slachtoffers liep ik terug naar het station, om weer richting Rai te gaan.

Ik was nog nooit in de Rai geweest. In mijn econometrietijd waren de tentamens altijd in grote collegezalen of in de TenT, een ongezellig blauw hutje waar tentamens worden afgelegd. In ieder geval niet in de Rai. Blijkbaar hadden de econoompjes een tekort aan zalen, maar om dan de Rai af te huren… Het zal de Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde best wel een rib uit het lijf gekost hebben.

Hoe dan ook, het was al tegen negenen aan het worden. Een ding uit mijn econometrietijd irriteerde me altijd al mateloos: die tentamens. Het massale gedoe in de Rai maakte het er niet beter op. Iedereen moest zijn jas en tas afgeven bij de garderobe, wat erg veel tijd kostte. Het tentamen begon daardoor ruim na negenen, of misschien beter gezegd: ik kon pas na negenen beginnen. Zeker omdat ik mijn plek niet direct had gevonden. Je hebt namelijk een vaste plek; bepaald op alfabetische volgorde. Ik moest daardoor steeds op alle tafels kijken naar een papiertje waar een naam in hele kleine letters opstond. En dat terwijl de meesten al bezig waren…

En dan die registratie tijdens het tentamen. Ben je net geconcentreerd aan het nadenken hoe je een vraag gaat beantwoorden, staat er zo’n gast voor je neus die vraagt om je studentenpas en een krabbeltje. Waarom ze dat niet aan het eind doen…

Na een uur of half 11 vond ik het wel genoeg geweest. Ik had m’n antwoorden toen wel genoeg gecheckt. Hoe eerder ik thuis was, hoe beter; er wachtten nog meer tentamens.

Woensdag

Woensdagmiddag had ik een tentamen van het vak Dynamiek van het historisch landschap of iets dat er op lijkt. Ik had ongeveer hetzelfde gevoel als tijdens mijn schoolexamens of eindexamen kunstgeschiedenis: ik begreep de meeste vragen niet of half. Ik probeerde het tentamen naar vermogen in te vullen. Achteraf hoorde ik dat iedereen het moeilijk vond. Je moest ook drie boeken leren voor dat vak en die docent vroeg de gekste details.

Vrijdag

Op vrijdag had ik het vak Natuur, leven & techniek 2, beter bekend als Natuurkunde. Het is een vak om mensen die op de middelbare school geen natuurkunde hebben gehad een beetje bij te spijkeren. In enorm lange blokken van vier uur college hield een oude man een tergend langzaam inconsistent verhaal (dat gold vooral voor het eerste deel van het vak, dat beter bekend staat als Scheikunde.)

Gewapend met de meest vreselijke Amerikaanse sheets kon de leraar een verhaal houden dat vaak nog aan alle kanten rammelde. Er kwamen wel veel dingen aan bod die ik met natuurkunde nooit gehad heb. Misschien kwam dat door de docenten op het Goois, misschien was het in min tijd gewoon geen VWO-stof. Daarbij komt dat ik alleen Natuurkunde 1 heb gehad.

Het tentamen was mijns inziens niet zo moeilijk. Ik kwam er op de terugweg in de trein nog achter dat ik bij een berekening niet de constante had gebruikt die bij de vraag was gegeven, maar dat ik de som had opgelost met een formule die op een formuleblad (dat gewoon gebruikt mocht worden; 5 A4-tjes met vertalingen, formules, constanten, noem het maar op.)

Ik ging de berekening narekenen, waarna ik erachter kwam dat ik hetzelfde had gedaan, maar dan nauwkeuriger. Wel vaag dat die constante niet was afgeleid uit de meegeleverde formule, maar wat boeit het.

Ik vulde het evaluatieformulier nog in, waarin ik wat suggesties probeerde te doen. De vorige keer kraakte ik die hele cursus met alles d’r op en d’r an* af. Dit keer had ik me best netjes ingehouden, vond ik. Hier kunnen ze echt wat mee. xD

Dit was dus een unieke beschrijving van mijn tentamenweek. Ik hoop dat jullie het leuk vonden.

* Favoriete uitspraak van de docent

Het hoogste woord

AZ

Vorige week was er eindelijk goed nieuws bij AZ: Van Gaal ging weg! Helaas duurde die opleving maar heel even, want de spelers wilden niet dat hij vertrok. Ze gingen aan zijn voeten liggen en smeekten dat hij ze nog één kans moest geven. Van Gaal begon van binnen duivelachtig te lachen. Het hele jaar had hij geen drol gepresteerd en de spelers rekenden het zichzelf aan.

Op zich wel logisch, want het waren de spelers die de bal maar niet in het net wisten te schieten, maar zij waren niet verantwoordelijk voor het bedroevende inkoopbeleid bij AZ. Dertig miljoen werd er geïnvesteerd in spelers die niemand enige schrik aanjagen.

AZ had al twaalf wedstrijden op rij niet meer gewonnen, maar iedereen voelde ‘m natuurlijk al aankomen: de spelers gingen een keertje wel hun best doen. Vitesse was het slachtoffer. In de tweede competitieronde had de ploeg uit Arnhem AZ de eerste competitienederlaag aangesmeerd, dit keer fungeerde het als lijdend voorwerp voor AZ’s wederopstanding.

Misschien had het gescheeld als Van Gaal halverwege de competitie niet had gezegd dat AZ nog kampioen zou worden als ze alle wedstrijden zouden winnen, maar dat hij vanwege de slechte resultaten zou opstappen.

Nu won AZ twaalf duels op rij niet en moest het nog oppassen om niet te degraderen.

De wedstrijd tegen Vitesse leek het hele seizoen te redden, zo blij was Alkmaar. Van Gaal, die zich de laatste maanden nederig en buitengewoon sportief had opgesteld, kreeg direct zijn praatjes weer terug.

Alle frustraties en opgekropte agressie kwam er in de persconferentie uit. Een gênante vertoning, al weet je met Van Gaal ook wel dat zo’n tirade er elk moment uit kan komen. Als er iets niet naar wens gaat bij koning Van Gaal, dan kan iedereen er verbaal van langs krijgen.

Het is zielig. Zo arrogant en o zo weinig presteren. Wat heeft Van Gaal de laatste jaren nou gepresteerd? Helemaal niks. Met Oranje kreeg hij het al voor elkaar om zich niet te plaatsen, waardoor het WK voetbal in 2002 zonder Nederland werd gespeeld. En met AZ bereikte hij behalve de kwartfinale in de UEFA Cup en een eerste plaats na 33 competitierondes in de Eredivisie niet veel. Prijzen pakte AZ niet.

En dit seizoen mag er dan nog eens bij komen… Toch is Van Gaal erg geliefd bij zijn spelers. Zo bot en tactloos als hij de pers te lijf gaat, zo warm en gevoelig is hij tegen zijn spelers.

Het leek af en toe of Van Gaal zich voor het oog van de buitenwereld koest hield, maar niet lang daarna blies hij dan weer veel te hoog van de toren. Het leverde achteraf gênante uitspraken op, die van weinig realiteitszin getuigden.

Ondertussen is iedereen bij AZ de twaalf prutswedstrijden vergeten na de 2-1-zege tegen Vitesse. De zege is echter de zwaluw die nog geen zomer maakt bij AZ. Voor een plaatsje in het linkerrijtje en daarmee Play-offs komt AZ nog steeds niet in aanmerking.

Feijenoord

Het ging één seizoenshelft zeer goed met Feijenoord. De Rotterdamse club speelde solide en draaide netjes mee in de top. Maar vanaf het moment dat Van Marwijk wist dat hij de nieuwe bondscoach zou worden, is het bergafwaarts gegaan met de prestaties.

De kleine broertjes Excelsior en Sparta versloegen de herfstkampioen al en het verval blijft doorgaan. De wedstrijd Ernie – Bert werd gewonnen door het team van Ernie. Het was voor NAC de gepaste wraak op de 5-0-competitienederlaag eerder dit seizoen en de 2-0-bekernederlaag.

NAC klaagde terecht dat ze zo vaak uit spelen in de bekercompetitie. Een systeem met zowel een thuis- als uitwedstrijd is veel eerlijker. Het grotere aantal wedstrijden vind ik geen criterium; in het buitenland wordt een bekeropzet met dubbele ontmoetingen gehanteerd en daar spelen ze in competities met 20 clubs in plaats van 18. Het enige minpuntje was dat NAC klaagde na de wedstrijd, toen ze verloren hadden.

Maar om terug te komen op de wedstrijd, die NAC won met 3-1, een score die zelfs nog hoger had kunnen uitvallen, waardoor Feijenoord zelfs uit de top 5 vloog. Het zit voorin ook erg dicht bij elkaar, maar de huidige zesde plaats is, ondanks een veelbelovend begonnen seizoen, lager dan vooraf op was gehoopt. Zelfs na het kloteseizoen van vorig jaar hadden ze het niet voor mogelijk gehouden dat Feijenoord weer zo laag zou eindigen.

Het geluk voor Feijenoord is dat ze nog twee thuisduels tegoed hebben, dus met een beetje goede wil zit een plaats in de top 5 er nog in.

Ajax

De strijd vooraan is nog niet beslist. Ajax versloeg Heerenveen knap met 2-4 en maakte twee punten goed op PSV, dat door NEC op remise werd gehouden. Hoewel, het was PSV dat NEC op remise hield. Scoren is nou niet meteen de sterkste kant van de ploeg van Mario Been, terwijl PSV niet zo gauw treffers tegen krijgt. Met die gedachte in het achterhoofd klooide de landskampioen maar wat aan. Ajax, dat momenteel 5 punten achterstaat, met 3 duels te spelen, weet dat er nog iets te halen valt, mocht PSV de volgende drie duels weer zo spelen.

VVV

Onderin de competitie maakte VVV het zichzelf onnodig moeilijk. Tegen mededegradatiekandidaat Excelsior werd een 0-1-voorsprong, ondanks een numerieke meerderheid, in de slotfase weggegeven. Nadat Oost, west, thuis best wel heel slordig omging met een penalty, stortte VVV volledig in. Excelsior won met 2-1 en kwam op gelijke hoogte.

Kortom, op alle fronten is er nog veel spanning. De verschillen tussen de ploegen zijn erg klein in de Mickey Mouse-competitie.

Uitslagen ronde 31:
Heracles [2201] – Roda [2333] 0-0 [1-2]
NEC [2307] – PSV [2513] 0-0 [0-5]
Sparta [2208] – Willem II [2197] 2-2 2-2
Excelsior [2100] – VVV [2133] 2-1 [1-3]
AZ [2322] – Vitesse [2248] 2-1 [0-1]
Heerenveen [2431] – Ajax [2484] 2-4 [1-4]
NAC [2334] – Feijenoord [2349] 3-1 [0-5]
Graafschap [2123] – Groningen [2328] 1-1 [2-0]
Utrecht [2310] – Twente [2402] 0-1 [2-2]

29 maart 2008

Externe competitie ronde 8

BSG kan de champagne koud zetten

BSG heeft zojuist (weer) een belangrijke stap gezet richting promotie naar de meesterklasse. Subtopper Paul Keres werd met maar liefst 6½-3½ verslagen. Hierdoor loopt BSG een bordpunt uit op De Wijker Toren, dat de topper tegen Wageningen met 5½-4½ won. Over drie weken weten we of dit genoeg is.

Na een perfecte serie van 14 matchpunten uit 7 wedstrijden mocht BSG vandaag aantreden tegen de nummer vier in de poule, Paul Keres. Paul Keres heeft een van de sterkere tientallen in klasse 1A, dus oppassen moesten we zeker. Drie jaar geleden verloor BSG nog met 6½-3½. Een dergelijk resultaat zou ditmaal niet wenselijk zijn.

Mijn voorgevoel voor de laatste uitwedstrijd van het seizoen was niet al te positief. Paul Keres is een vrij grote club, met veel sterke spelers. Spelers waar ik best van kan verliezen.

Het zou best wel eens een historische dag kunnen worden. Misschien zou Hans Ree tegen zijn eerste nederlaag in de KNSB-competitie aanlopen. Misschien verloor BSG voor het eerst sinds 19 maart 2005 een wedstrijd. Het zou zomaar kunnen.

Heenreis

Vrij laat kwamen Ewood en ik aan bij het Denksportcentrum. Emiglio’s vriend reed ons naar Utrecht, waar de thuisspelende ploeg speelde. Ze waren uitgeweken naar een andere locatie, met dank aan de bridgers. Over bridgers gesproken: Frans Borm was ook weer van de partij. Het gaf weer wat vertrouwen, want een sterke speler konden we goed gebruiken in deze lastige wedstrijd.

De wedstrijd

Paul Keres speelde in een vaag gebouwtje, met beneden een bar en boven wat ruimtes, waaronder de schaakarena. Het was niet makkelijk om twee tientallen en vier achttallen in de ruimte te krijgen. Gek genoeg zat Paul Keres 1 in de middelste rij, waardoor het er niet rustiger op werd voor ons. Gelukkig zat ik nog wel aan de "open" kant en kon ik de zaal stilletjes verlaten zonder tig stoelen te hoeven verplaatsen. Dat was bij Hans Ree wel anders. Hij zat helemaal "klem" met zijn dikke buik.

Ruim na enen begon de wedstrijd. De strijd om de beste opstelling werd dit keer gewonnen door BSG 1. Paul Keres zette namelijk Marijn Otte aan bord 2. Wie de speelstijlen en/of de kwaliteiten van Marijn Otte en Leon Pliester kent, kon de uitslag van dit duel haast op voorhand invullen.

Toch leek het erop dat BSG het moeilijk ging krijgen. Op het punt op bord 2 na, had ik mijn twijfels over de andere stellingen, niet in de laatste plaats over mijn eigen stelling. Ik speelde tegen Gertjan de Pender en al na zeven zetten was ik uit mijn "boek" geraakt:

1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 4.e5 Pe7 5.a3 Lxc3+ 6.bxc3 c5 7.Dg4 Kf8!?

Daar zat ik dan… Ik had in de database gezien dat de meeste spelers van Paul Keres met zwart Frans speelden, maar ik dacht dat ze allemaal "kort gingen". Niet dus. Nou speelde ik tegen een invaller (ze hadden blijkbaar best veel uitvallers), die, zoals ik later checkte, al twee keer met zwart had verloren. Blijkbaar speelde hij anders en kon ik een speelbare zet gaan verzinnen. Uiteindelijk deed ik

8.Pf3

Ik had gekeken naar 8.f4, 8.h4 en zelfs naar 8.Ld2!?. 8.f4 leek me niet zo goed vanwege 8…Pbc6, dus besloot ik het hele "plan" met een keer f4 te laten vallen. A tempo knalde mijn tegenstander

8…Da5

Op het bord.  Na

9.Ld2 Pbc6 10.Ld3 Da4 (diagram)

Moest ik weer iets doen tegen 11…c5-c4. Ik had "al" gezien dat 11.dxc5 niet kan, maar ik had mijn volgende zet al gepland. Ik deed

11.Pg5?

En toen zag ik dat hij

11…Pxe5

kon doen.

Hmm… Dat was niet de bedoeling. Na

12.Df4 Pxd3+ 13.cxd3 f6 14.Pf3

Probeerde ik me nog schrap te zetten tegen het naderend onheil. "Twaalf zetten gespeeld en alweer een pion achter, lekker gedaan, Jep!", dacht ik.

Ondertussen vond ik Ewood wat eng staan, leek Large ook vanuit het Frans te worden overspeeld, moest Frans verdedigen, kreeg Ton zo’n nare d4-opening over zich heen en kwam Coen in een schuifstelling. Wel had Coen meer tijd.

Terwijl ik even een pauze nam; ik ging wat drinken, wat Ton een goed idee vond, kwam ik Marijn tegen. Hij vroeg of ik altijd in het eerste speelde en waar Le speelde. Ik vroeg maar of iedereen bij hun Frans speelde, waarop hij antwoordde dat hij het in ieder geval niet deed. xD

Ondertussen nam BSG een kleine voorsprong dankzij het punt van het loensreptiel en de remise van Borm (wie kan hier een mooi anagram van maken?) De partij van onze bridgende IM eindigde in remise na herhaling van zetten.

Ondertussen kwam Ton erg goed te staan, ondanks dat hij ergens …f5-f4 deed. "Een bok van jewelste," fluisterde hij na afloop. Met een beetje meer techniek had hij de partij gewoon gewonnen, nu moest hij na lang ploeteren genoegen nemen met remise.

Coen kwam juist slechter te staan. Zijn tegenstander Bert Both, een op het oog zeer zachtaardige, grijze man, zette zijn partij rustig op en kwam door het centrum heen. Wit won een pion bij overwegende stelling. Het enige nadeel was de tijd; Coen had namelijk een uur korter nagedacht. Met nog een minuut op de klok beging BB (dit keer niet Bert Balke!) een afschuwelijke bok en verloor zowel zijn dame als de partij. Terwijl ik mijn 39e zet nog moest doem, gaf ik Coen een schouderklopje. Het was een cruciaal gestolen punt, dacht ik.

Zelf zat ik ook het punt te stelen. Ik kreeg mijn pion al snel terug, waarna ik de partij langzaam naar mij toe wist te trekken. In tijdnood greep mijn tegenstander lelijk mis. Na een zelfpenning won ik een kwaliteit tegen een pion. Met nog enkele seconden op de klok deed hij een van de vele verliezende zetten. Ik kon zijn paard pennen, waarna ik een hand kreeg. Ik mompelde nog iets van "dat was wel jammer" en vroeg of hij nog wilde analyseren. Hij wilde niet, kapot dat hij nog had verloren.

Bij de analyse van de partij van Emiglio, die meer had verdiend dan de puntdeling die uiteindelijk tot stand kwam, hoorde ik mijn tegenstander nog even. BB zei dat hij tegen een sterke tegenstander had gespeeld, waarop hij zei: "Maar niet sterk genoeg om ervan te moeten verliezen," of zoiets dergelijks.

Ik wist niet wat ik moest zeggen. 😛

Behalve Emiglio lieten FM Henk en Ewood ook een punt stelen. De partij van FM Henk heb ik niet gezien, maar de opening van zwart was al licht dubieus. Toch ging het ergens mis. Jammer, zeker omdat Henk dit seizoen zo goed begon. De laatste tijd heeft hij echter maar wat halfjes en nulletjes gescoord.

Ewood verloor vorige keer zijn 100%-score en verloor nu zelfs een partij. In een lastige gesloten Siciliaan leek hij wat moeilijk te staan, maar ik heb wel vertrouwen in ‘m. Dat bleek terecht, want hij had af kunnen wikkelen naar een gewonnen stelling. Hij koos een andere voortzetting, die minder kansrijk was. Wit had genoeg compensatie voor de kwaliteit en al snel ging het bergafwaarts met de ex-topscorer van BSG.

Die "titel" werd overgenomen door zowel Ton, met zijn remise, als Large, die een lastige stelling in no time had gerepareerd, zo leek het. Uiteindelijk bleek het genoeg voor het punt.

Ondertussen was alleen Hans Ree nog bezig. Na een onafgebroken serie van remises, wist hij ditmaal tegen Xander Wemmers, de Behirder van het vrij impopulaire Utrechtschaakforum, een plusje onberispelijk om te zetten in een punt. Dat is niet slecht tegen een FM met een rating van tegen de 2400. Het einde heb ik helaas niet gezien; ik ging vrij snel terug met Emiglio, die dit keer niet de grootste loser was, zoals hij het zelf zei.

Met 4½ uit 7 in de eerste klasse heb ik bereikt wat ik nog nooit eerder heb bereikt: meer dan 50% scoren in de KNSB-competitie. Vorig jaar scoorde ik 3½ uit 8 in de derde klasse, een punt minder dan dit jaar tot nu toe. Hoe gek kan het lopen…

Het kampioenschap lonkt. Over drie weken valt de beslissing. Tenzij BSG een collectieve off-day heeft, zal promotie een feit zijn. Wie had dat vorig jaar gedacht? (In ieder geval niet John Markus, die dacht dat het eerste toch meteen weer zou degraderen.) Wel grappig dat de wedstrijd tegen Groningen 2 eerst een degradatiewedstrijd leek; inmiddels heeft het meer weg van een "verplicht nummer." Ik had het er ooit eens over met de witte, die zei dat het wel mooi was als we eerst wat zwakkere teams kregen, zodat we al gauw veilig konden zijn.

Ondertussen ben ik wel benieuwd naar de verrichtingen van BSG 2.

Uitslagen:

Paul Keres [2196] – BSG [2256] 3½-6½
1. X Wemmers [2371] – H Ree [2432] 0-1
2. M Otte [2286] – L Pliester [2383] 0-1
3. M Smits [2318] – H van der Poel [2311] 1-0
4. G Veltkamp [2181] – E Wüstefeld [2244] ½-½
5. D Floor [2160] – L Ootes [2241] 0-1
6. W van de Fliert [2172] – E de Groote [2233] 1-0
7. P Hommerson [2212] – F Borm [2393] ½-½
8. B Abcouwer [2115] – T van der Heijden [2220] ½-½
9. G de Pender [1998] – J de Groote [2033] 0-1
10. B Both [2143] – C van der Heijden [2072] 0-1

23 maart 2008

Australië en Maleisië, een wereld van verschil

Australië

Vorige week begon het Formule 1-seizoen in Australië. De coureurs moesten blijkbaar flink wennen aan de bolides, die, in tegenstelling tot de voorgaande jaren, niet waren uitgerust met technische snufjes zoals de tractiecontrole.

Op het bloedhete circuit van Albert Park werd een tamelijk amateuristisch schouwspel opgevoerd door de 22 rijders en hun teams. De crashes en botsingen waren niet van de lucht. Ook de betrouwbaarheid van de bolide liet menig coureur in de steek; slechts zeven wagens kwamen aan de finish.

Na vier safetycarsituaties, die de stand flink door de war schudden, won Hamilton. Opmerkelijk was de zwakke prestatie die Ferrari neerzette. De kampioenen wisten zich geen moment in het gevecht om de eerste plaats te mengen. Bovendien maakten beide rijders veel fouten en haalden beide bolides de eindstreep niet.

Maleisië

Dat er in een week veel kan veranderen, bleek dit weekend. Opeens deed Ferrari weer helemaal mee. McLaren wist de goede prestatie uit de eerste race niet te herhalen. Terwijl Massa voor Räikkönen de pole opeiste, reden de McLaren-coureurs de derde en vierde tijd. Zelfs een plek op de tweede startrij was ze niet gegund, al was dat hun eigen schuld.

Normaal gesproken zie je dat iedereen tot het laatste moment probeert een snelle tijd neer te zetten. Niet deze keer; een aantal coureurs, waaronder de McLaren-coureurs, reed tergend langzaam terug naar de pits. Onder hen was NIET Nick Heidfeld, die nog een snelle ronde probeerde neer te zetten. Hij moest echter om de twee zilveren bolides zigzaggen en verloor daarmee kostbare tijd.

Kovalainen en Hamilton werden voor straf vijf plaatsen teruggezet op de grid.

Het betekende dat de BMW’s opschoven naar p4 en 5, achter Jarno Trulli, die vanaf de derde plaats startte. De zesde plaats van Mowk Webbah was ook knap te noemen.

Race

De kwalificatie deed het ergste al vermoeden: De Ferrari’s gingen met twee vingers in de neus winnen. Nou gaat dat wat moeilijk met een helm op, maar op een gegeven moment had het wel gekund.

De McLarens weten zich in ieder geval nog wat te verbeteren, maar op eigen kracht is inhalen er niet bij. Kubica ligt na de start derde en komt al gauw in niemandsland te rijden. Achter hem is Webbah niet snel genoeg om hem bij te houden.

Pitstops

De race wordt door de pitstops beslist. Aan kop verliest Massa de leiding aan Räikkönen doordat hij een ronde eerder zijn monteurs bezoekt. Hamilton heeft juist een mindere stop; het rechtervoorwiel wil er niet af. Het betekent bovendien dat hij nog verder achteropraakt.

Na de eerste serie pitstops is het wachten op de tweede serie pitstops, totdat Massa halverwege de race opeens op een raar punt spint. Hij gaat te vroeg op het gas en gaat, door het ontbreken van de befaamde tractieconrole, in de rondte. Tot overmaat van ramp blijft zijn wagen ook nog eens vastzitten in de grindbak.

Räikkönen heeft er geen last van. Hij debuteerde immers al in 2001, toen de tractiecontole in de eerste races nog niet was toegestaan. Massa debuteerde een jaar later, in het softwaretijdperk.

Räikkönens voorsprong op de nummer twee is door Massa’s schuiver in een klap vergroot van vier tot een kleine twintig seconden.

De race kabbelt naar een voorspelbaar einde. Hamilton komt nog dicht bij Trulli, maar die laat zich niet verrassen en eist de vierde plaats op. Alonso komt nog dicht bij Webber, maar meer dan een achtste plaats zit er niet in voor de Spanjaard.

Vooraan is alles allang beslist. Kubica rijdt rustig naar de tweede plaats en voor Kovalainen zit er niet meer in dan de derde plaats. Teamgenootje Heidfeld scoort een magere zesde plaats, maar is wel de tweede BMW in de punten.

Voorbeschouwing

Over twee weken, op 6 april, wordt alweer de derde race van het prille seizoen verreden in de woestijn van Bahrein. Kan Ferrari de stijgende lijn van de eerste twee GP’s doortrekken of is McLaren dan weer de sterkste? En wat doet BMW? En hoe komt Alonso voor de dag?

16 maart 2008

PK SGS tweede weekend (vervolg)

€ 25,-

De laatste dag! Het toernooi was bijna afgelopen, slechts één ronde restte het toernooi dat voorlopig wel weer mijn laatste schaakactiviteit is buiten de externe competitie om.

Tevreden over de 1½ punt die ik op een vreemde manier had binnengehaald, ging ik naar huis. Thuis aangekomen zag ik dat ik tegen Hugo ten Hertog zou spelen. Ik maakte me er geen zorgen om. Ik zat nog tot één uur met Le te tikken en ging toen naar bed.

Om 5:20 ging de wekker en sloop ik naar beneden om de eerste Formule 1-race van het seizoen te bekijken. Het Formule 1-seizoen is weer begonnen. Om half vier (!) plaatselijke tijd begon de race in Australië. Het werd een heet foutenfestival. Al bij de start ging van alles mis en uiteindelijk viel twee derde van het veld uit. Misschien was het de hitte (37 °C en dat in de nazomer) waardoor het een voor de toeschouwers gave race werd.

Daarna ging ik weer slapen, tot een uur of half 12. Tijd voor het ontbijt.

Om een uur of één bracht Beppie me naar Utrecht, waar de plaatselijke FC een thuiswedstrijd speelde. Het was dus druk op de weg, maar ik was nog op tijd.

Laatste ronde

In de laatste ronde stond nog wel wat op het spel. Large stond aan kop met een vol punt voorsprong en kon met een remise zijn koppositie veiligstellen. Daarachter streden nog wat spelers voor de prijs voor de beste loser.

Dit keer kreeg de NM de kans om de koploper pootje te haken. Vanuit een Siciliaanse stelling waar ik niet veel van begreep, probeerde hij op de winst te spelen.

Zelf speelde ik dus tegen Hugo ten Hertog. Ik had nog effe snel wat dingetjes van het Schots bekeken, waarvan ik dacht "het zal wel remise worden".

Maar ja, de stelling die gisteren al ter sprake kwam, maakte zijn reputatie meer dan waar toen Hugo 3.Lb5 deed.

Hmm… Spaans dan maar. Voor m’n gevoel ligt die opening me wel, maar kun je je gevoel wel vertrouwen? (Dick van Geet) Ik was benieuwd hoe ver ik zou komen met mijn theoriekennis.

Gelukkig voor mij speelde hij een variant die ik goed ken. Na 17 zetten stond er een stelling op het bord die ik liever met zwart speel dan met wit (al moet ik zeggen dat ik het nog nooit met wit heb gespeeld).

Hugo offerde na lang denken een kwaliteit, iets wat ik in zijn tijd ook had bekeken. Het compliceerde de strijd behoorlijk. Voor m’n gevoel had wit niet genoeg compensatie, maar met een paard op c6, een pion op d5 en h7 (!) had wit zeker kansen. Met solide spel probeerde ik de partij naar me toe te trekken. In tijdnood werd het nog wat spannend, maar op de 37e zet wist ik af te wikkelen naar een gewonnen eindspel. Op de 41e zet gaf hij een stuk weg en gaf op.

Analyse

Ik was blij met de partij. Met 4 uit 7 had ik zelfs meer dan 50 procent gescoord. Ik ging nog analyseren. In de analyseruimte was zo’n beetje iedereen die aan het toernooi had meegedaan. Le, met een groot glas bier voor zijn neus en La, de toernooiwinnaar keken nog naar de analyse.

Ondanks een "klapje" voor Hugo (hij verloor van het Melkpak en La en nu dus ook van mij), leek hij niet aangeslagen. Hij vond dat zijn offer niet goed genoeg was.

Ondertussen eiste Rosmuller weer alle aandacht op. Hij had vanuit een voordelige stelling verloren van Marijn O. Hij had heel wat meer noten op zijn zang dan de winnaar. Werkelijk waar alles van Marijn werd belachelijk gemaakt. Terwijl Marijn werd gedisst, disste Meindert van der Linde de grijsaard nog door hem schaaktechnisch de les te lezen.

Prijzengeld

Het ging zo door tot de prijsuitreiking. La had het toernooi met 6 uit 7 (met bye en een vol punt voorsprong op de achtervolgers) gewonnen. Ook Van der Tuuk kwam er niet aan te pas. Hij speelde vol op winst en liet daarbij zijn eigen koning eventjes in de steek. Hij liet mat in één toe…

Terwijl Behirder blij en trots de envelop met 25 euri openmaakte, kreeg Large het tienvoudige bedrag. Ach ja, verschil moet er zijn… Large was zo blij met zijn geld, dat ik niet eens twee strippen voor de busreis hoefde te dokken.

Zelf was ik ook blij met mijn geldbedrag; toch 55 oude guldens. Ook zal mijn rating binnenkort met een kleine dertig punten worden aangevuld, waardoor mijn rating dichter in de buurt zal liggen van 2100 dan 2000. Jammer genoeg telt het toernooi niet mee voor FIDE-rating; die CM-titel heb ik nog lang niet (momenteel heb ik een FIDE van 1980 + 15).

Ondertussen is Large dicht bij de 2300 gekomen. Ongelooflijk; vorig jaar was 'ie nog 2000 en scoorde hij op hetzelfde toernooi twee halfjes. Als hij deze lijn weet door te trekken…

Voor Le was het een wat minder toernooi. Met zwart hield hij drie keer de nul, met wit verloor hij met 1-2. Gelukkig voor hem maakte hij de aansluitingstreffer in zijn laatste partij, waardoor hij ook weer een beetje tevreden kan zijn.

Misschien smaakt dit succesje naar meer. Misschien kom ik volgend jaar weer, ondanks dat het me nogal slecht uitkomt. Ach, dat zie ik dan wel weer.

15 maart 2008

PK SGS 2008 tweede weekend

Najdorf

Na drie weken rust kwam nu de tweede helft van het PK van de SGS. Echt veel zin had ik niet in de laatste drie partijen; er wachten namelijk twee drukke weken met presentaties (bah) en tentamens.

Ik probeerde me nog een beetje op het schaken te richten. Wat hebben die ouwe sokken het toch eigenlijk makkelijk; die hoeven geen werkstukken meer in te leveren en al die andere dingen die de studententijd zo kenmerken.

Met frisse tegenzin was ik naar Utrecht gegaan. De indeling was gisteren (!) nog veranderd, waardoor ik me nog even op mijn nieuwe tegenstander voorbereidde; Meindert van der Linde, die toch wel 3 à 400 elopunten sterker is dan m’n eerdere tegenstander.

Ewood had me nog wat laten zien van de Draak. Hij liet zijn externe partij uit de zesde ronde een beetje de revue passeren. Ja, ja, je leest het goed: Behirder ging open Siciliaans spelen!

Eenmaal aangekomen in Utrecht kwam ik Le & La nog tegen. Ik vertelde ze dat ik op de terugreis lekker met hen mee zou gaan naar het station. Was dat ff schrikken!

Partij

De stelling dat je nooit je voorbereiding op het bord krijgt, ging weer volledig op. Alles begon nog zoals het moest: 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 Pf6 4.Pc3 cxd4 5.Pxd4. Maar toen besloot de wijze man tot 5…a6!

Tja, daar stond ik dan met m’n goeie gedrag. Speel ik voor het eerst sinds augustus 2004 weer eens open Siciliaans, krijg ik de enige variant die ik voor geen meter ken.

Improviseren dan maar; dus de opstoot …d6-d5 verhinderen. Het lukte best aardig en ik had het gevoel dat ik de opening had overleefd. Net op dat moment begon een telefoon lawaai te maken. Anton Rosmuller haalde zijn mobieltje uit zijn broek en hield ‘m triomfantelijk omhoog, alsof hij wilde zeggen: "Kijk, ik was het!" Marco Meijer liep naar de plek des onheils en opeens bleek dat MIJN tegenstander, MIJN… eh… Meindert van der Linde de schuldige was.

MM: "Je kent de consequenties."

Het betekende dus dat ik had gewonnen. Het werd tijd voor een analyse, waarin nog een niet nader te noemen nationaal meester mee kwam doen. Mijn stelling bleek behoorlijk goed te zijn. Ik had aanvalskansen door zijn onvoorzichtige rokade; een zet die hij a tempo speelde. In de analyse werd de zwarte koning hevig onder vuur genomen, dus ik stond blijkbaar al behoorlijk goed. Het zwarte pionoffer (toch …d5 gespeeld) bleek niet voldoende voor een gelijke stelling.

Of ik de partij "in het echt" ook gewonnen zou hebben, zullen we nooit weten.

In de pauze kwam ik erachter dat ik tegen Anton Rosmuller speelde, een grijze man die zichzelf graag hoort praten. Ik had opnieuw wit en ik zag me opnieuw genoodzaakt de klok in te drukken en mijn 1.e4 met open-Siciliaanse achtergrond te spelen. Meneer Antonius Johannes (als ik het goed heb verstaan en onthouden) had een soepje besteld en kwam aanzetten met maggi en zout.

Terwijl de eerste zetten gespeeld werden, zat hij nog soep te eten. Hij vroeg of ik er nog last van had, maar ik had het gevoel dat hij er eerder zelf last van had.

Opnieuw kreeg ik een Najdorf voorgeschoteld. Ditmaal kwam na mijn 6.Le2 e5 7.Pb3 Le7. Weer iets heel anders dus. Ik speelde daarom al gauw 9.a4, wat werd beantwoord door 9…a5. 9…a6-a5??! Wat is dit?

Als een echte meester besloot ik mijn zielige paard op b3 om te spelen naar een beter veld. Vooral c4 leek me mooi. Ik deed dus 10.Pd2 en ik kreeg 10…Pxe4 als antwoord. Ik nam het aan en kreeg een mooie stelling. Maar vanaf dat moment ging het bergafwaarts. Eerst begon het met de dubieuze beslissing om de lichte stukken te ruilen. In een eindspel met zware stukken zouden zwarts zwakke pionnen (d4 en d6) wel vallen, dacht ik. Met een aardige torenmanoeuvre (Ta1-f1-f5-d5xd4) dacht ik een pion buit te maken. Ik dacht dat zwarts tegenaanval te laat kwam, maar hij had iets veel simpelers: hij wist de torens indirect te ruilen, waarna ik minder (!) stond.

Binnen een paar zetten had ik een goede stelling omgetoverd in een slechte. Het dame-eindspel was lastig voor wit, omdat zwarts dame in het centrum stond. Ik maakte het daarna nog erger ook door een aantal misstappen te begaan. Dat ik een half uur langer had nagedacht hielp me ook niet echt.

Met pijn en moeite wist ik te voorkomen dat ik al te veel pionnen kwijtraakte. Zwarts h-pion begon wel te lopen. Het ding kwam op h2 en met een dame op g2 kon ik niets anders dan veel schaak geven. De dame ging nog naar g5 en vervolgens naar g1, waarna de zwarte koning nergens meer kon schuilen. Ik had nog een kleine vier minuten bedenktijd en ik was blij dat hij iets zei als "dit lijkt remise" en zijn hand uitstak.

Zo hield ik een halfje over aan een partij die anders naadloos in het rijtje J Broekmeulen – J de Groote,  J de Groote – J Veldman, F Arp – J de Groote zou hebben gepast.

1½ uit 2 met een opening die ik eigenlijk niet ken is niet verkeerd. Morgen tegen Hugo ten Hertog. Hij speelt nogal wisselvallig, dus kansen zal ik wel krijgen.

Ondertussen is Large de trotse koploper met 5 uit 6. Hem kan de hoofdprijs en de plek in de halve finales bijna niet ontgaan. Le doet het met 2½ uit 6 wat minder en mag morgen tegen de speler met de hoogste TPR zijn score tot 50% proberen op te schroeven.

Op de terugweg reed ik nog met Le & La mee in de bus. Le ging zitten op zo’n "losse" stoel, ik ging op zo’n "bank" zitten en large ging op de "bank" voor me zitten. Vet wazig.

Achter me zat een gozer die waarschijnlijk te lang Donald Duck heeft nagedaan. Hij kon alleen nog maar op die manier praten. Wel vaag en sneu.

Toen ging ik mijn trein halen. Ik moest nog een kaartje kopen. Ik was om 18:37 eindelijk bij de trap en de trein zou om 18:38 vertrekken volgens de dienstregeling. Maar ja, de trein ging drie minuten later weg, dus ik had me voor niets zo gehaast…

Terwijl het langzaam maar zeker donker werd op de langste dag van het jaar tot nu toe, reed ik naar Bussum Zuid. Die 1½ punt nemen ze me niet meer af. 

11 maart 2008

Interne competitie ronde 22

Twee maanden geleden

Wat kan er toch veel gebeuren in twee maanden. Op een saaie januarinacht verloor ik van Tom de Ruiter en zat ik me af te vragen waarom ik dit spelletje nog deed. Op diezelfde avond speelde Willem Weitjens zijn laatste wedstrijd in het Denksportcentrum. Gelukkig won hij die partij nog. Vorige week vrijdag overleed hij na een kort ziekbed. Hoe kon die man die twee maanden geleden nog zo vitaal was nou dood zijn?!

De tweeëntwintigste ronde van de interne competitie werd echter een mooie. De nummers 1 en 2, Leon Pliester en Ewood, deden niet mee. Misschien was het Loensreptiel nog van streek door zijn nederlaag van zaterdag. Ewood wilde vanwege zijn tentamens liever niet schaken. Hij gaf nog les, speelde nog een potje weggeefschaak en een potje "gewoon" schaak tegen mij en vertrok weer.

Het "leukste" moment van de avond was nog wel toen iedereen opstond om WW te herdenken. Terwijl er doodse stilte heerste, klonken er voetstappen op de trap. Coen kwam binnen en trok de meest onnozele kop die je maar kunt bedenken. Een striptekenaar had drie vraagtekens boven z’n hoofd getekend. Ik bedacht me trouwens nog dat ik Willem Weitjens schandalig weinig heb genoemd in welk verslag dan ook. 

Schaken

Maar goed, nu het schaakgedeelte…

Hmmm… Ik weet hier effe geen inleiding voor…

De indeling was in ieder geval als volgt:

H van der Poel – R Weidema
E Wüstefeld – C van der Heijden
T Slisser – J de Groote
B Kieboom – Le Ootes
M Kuperus – T de Ruiter
B Balke – G Pijl

Terwijl de partijen begonnen, zag ik dat Le, net als ik, een soort Nimzo-achtige opening speelde. Hij op zijn manier, ik op mijn manier. Een veelvoorkomende truc is dat de loper op b4 nog wel eens kwetsbaar wordt door een geniepig schaakje op a4. Ik had m’n loper al gauw geruild, maar Le wilde de loper nog op het bord houden. Ach ja, Yge Visser is ook nog grootmeester geworden…

Hoe dan ook, Le deed ergens …d5 en kon na Da4+ ophouden. Au…

Le zei dat 'ie stil was geworden van mijn artikelen, waarin ik eens had geschreven dat 'ie heel goed wist hoe je niet verliest. Toen stond ik daar met n bek vol tanden… 😉

Om de tijd te doden, ging Le nog even snelschaken, waarna hij onder het genot van enkele biertjes de hele avond bleef kijken.

Ook FM Henk leek iets raars te doen in de opening. Hij deed 1.e4 c5 2.Pf3 g6 3.d4 (dit speelde ik gister op Playchess ook, btw), maar na 3…Lg7 deed hij 4.dxc5?! Da5+ 5.c3 Dxc5 6.Pa3 en na 6…Lxc3+ kon hij in de denktank.

Wit had compensatie voor de pionnen en het bleek genoeg te zijn om toch nog vrij snel te winnen.

Zelf speelde ik juist een hele positionele partij. Na 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 Lb4+ deed Theo 4.Pc3?!

Ik dacht aan wat Ewood me laatst vertelde, dat je iets moet bereiken, bijvoorbeeld je tegenstander een dubbelpion geven. Dus ik deed 4…Lxc3+, voordat wit bijvoorbeeld 5.Dc2 kon doen. Het leek mij de beste manier om wits gekke zet af te straffen.

Daarna deed Theo in mijn ogen wat mindere zetten, zoals 6.Lg5?! en 8.Pd2. 8.Pd2 vond ik nog wel wat hebben; wit speelt opeens op veld e4. Maar na 9.e4?! probeerde ik in het voordeel te komen. Met 10…Da5 probeerde ik het initiatief te pakken. Toen Theo nog zijn dubbele c-pion isoleerde, stond ik positioneel gewonnen.

Het uitbuiten was nog niet zo simpel, want Theo verdedigde best goed; hij deed de zetten die ik het moeilijkst te kraken vond.

Uiteindelijk wikkelde ik af naar een toreneindspel wat mij voordelig leek. Net als tegen Le vorige week won de sterkste partij.

Daarmee was ik blij dat ik na die moeizame partij in december 2006 gewonnen had. Toen werd ik zelf met wit (!) positioneel weggevaagd, maar op het laatst gaf hij een toren weg. Ik maakte er maar remise van, wat nog altijd een halfje meer was dan waar ik recht op had. Ik dacht toen: "Met zwart win ik de volgende keer." Ik was blij dat het lukte, temeer omdat Theo met de externe competitie goed scoort met wit. Hij ligt me wel met zwart.

Ik had in ieder geval een goed gevoel overgehouden aan de partij.

De partij tussen Emiglio en Coen was voor mij onnavolgbaar. Ik vatte er niet veel van. Uiteindelijk had Emiglio gewonnen, geen idee hoe, maar het was fijn voor hem.

Een andere onnavolgbare partij speelden Bert Balke en Gert Pijl. De Sopper kwam weer eens een potje spelen en deed op 1.d4 b6. Vincent Rothuis kent de finesses vast. Na 2.e4 Lb7 3.Ld3 f5 4.exf5 Lxg2 5.Dh5+ staat het bord in brand. Uiteindelijk wist BB de partij te winnen en dat vond ik knap.

Max Kuperus en Tom de Ruiter speelden een wat rustigere partij. Op het laatst kwam er een pionneneindspel waarin Tom de betere kansen leek te hebben. Door een onnauwkeurigheidje werd het echter remise.

Door de uitslagen zakte Ewood naar de vierde plaats, nog geen 4 punten achter Tom de Ruiter, de nummer twee. Behirder staat negende, maar de zesde plaats is nog in zicht. De zesde plaats zal dit jaar wel het maximum worden. Datzelfde geldt voor Le, nu zevende. Coen is uit zicht geraakt.

Het tevreden gevoel overheerste. Tijd voor een eindsprint!

Resultaten:
H van der Poel – R Weidema 1-0
E Wxc3xbcstefeld – C van der Heijden 1-0
T Slisser – J de Groote 0-1
B Kieboom – Le Ootes 1-0
M Kuperus – T de Ruiter ½-½
B Balke – G Pijl 1-0

Beker

Overigens zei Rik Weidema nog tegen me dat ik een ronde verder was in de beker, omdat m’n buurman de laatste tijd niet is gekomen. Zo makkelijk gaat dat dan. Ook wel jammer, met een "makkie" had ik nog wat op de ranglijst kunnen stijgen. Maar goed, een overwinning tegen Slisser levert meer op.

Binnenkort: analyses van schaakpartijen

08 maart 2008

Interne competitie ronde 21

Bestaat er nog gerechtigheid?

Maandag 3 maart 2008 zal me nog lang heugen. Er was weer een avondje interne competitie.

Ik kwam Le tegen, de gozer die me zo had gedisst.

Na wat snelschaakpotjes tussen Le en Ewood, kwam de vervelende mededeling dat Willem Weitjens op sterven lag. Erg jammer, want het was een aardige man en ik heb geen afscheid kunnen nemen.

De indeling koppelde mij, alsof de duvel ermee speelt, tegen Le.

Ik heb nog nooit een officiële partij van ‘m gewonnen. Uit alle partijen met een "normaal" speeltempo had ik welgeteld een halfje gescoord (uit drie partijen).

Het begon allemaal met het Oliebollentoernooi eind 2003, in de invitatiegroep. Hoewel het "slechts" om snelschaken ging, was dit de eerste pijnlijke kennismaking met Le. Op Ewood en PJF na had ik iedereen soepeltjes van het bord geschoven en met een overwinning in de slotronde zou ik met een beetje geluk gedeeld hebben gewonnen. Maar wat me tegen bijna iedereen wel lukte, lukte nu niet. Ik werd zelf weggeschoven en beschaamd nam ik het prijsje voor de derde plaats in ontvangst.

Iets meer dan een jaar later verloor ik van ‘m op het PJK van de SGS. Een jaar later werd het remise, maar in Hengelo verloor ik weer…

Dat wilde ik nu beter doen. En hij vroeg er ook om. Het werd een schuifpartij, waarin ik wel ruimtevoordeel had. Zoals het ging, had ik het idee dat ik best goed stond. Maar hoe kraak je zo’n bunker? Le staat er namelijk om bekend dat hij goed weet hoe je niet hoeft te verliezen en ik weet amper hoe je moet winnen.

Het probleem was een beetje dat ik me bij een zet helemaal suf rekende, terwijl Le achteraf deed overkomen alsof 'ie gewoon maar wat had gegokt. De voortzetting die ik koos, bleek wel goed te zijn, alleen dan had ik een "simpel" tussenzetje moeten doen. Nu pakte m’n eigen actie heel ongelukkig uit.

Het vervolg van de partij was niet om aan te zien. Steeds maakte ik op de belangrijkste momenten een slechte beslissing. Om Le niet teveel te dissen, zal ik maar zeggen dat ik nog remisekansen had in het eindspel. Maar ja, ik koos natuurlijk weer de verkeerde zet.

De vormcrisis die me in november zo hevig had vastgegrepen, lijkt weer helemaal te zijn teruggekeerd. Gelukkig vond ik troost uit de analyse. Geen idee waarom, maar het verdriet was weg.

De overige duels zijn me een beetje ontgaan.

Het Loensreptiel won zonder enige moeite van Max Kuperus. FM Henk had weinig moeite met van Swinderen. Coen won van Bert en Ewood won na een merkwaardig lang duel van Guido Vijn.

Het zit Guido ook niet mee, gezien de sterke tegenstanders die hij krijgt. Alleen tegen Ewood leek het een kansloze missie.

Ondertussen wacht ik nog op het moment dat ik tegen m’n buurman mag spelen voor de beker. Daarna zal ik me moeten voorbereiden op een reeks zwartpartijen.

In de top 10 blijven wordt zo al lastig genoeg… 😐 

Externe competitie ronde 7

De beste stuurlui staan aan wal

"Zo’n fout zou ik nou nooit maken", zei Richard tegen mij. Zelf schaamde ik me een beetje voor de manier waarop BSG met 6-4 won van Unitas uit Groningen.

Het werd namelijk een middag waarop alles verre van perfect ging. Het blundervirus had het Denksportcentrum in zijn greep en sloeg keer op keer noodlottig toe. De stuurlui zagen het onheil natuurlijk aankomen, maar ze mochten niks zeggen. Nee, BSG 1 mag dan wel een team zijn, schaken is zeker geen teamsport.

Voor enen was er nog wel ruimte voor plezier. Toen ik samen met Ewood de zaal in liep, zag ik Le met het scorebord hannesen. Hij werkte aan een andere lay-out. In plaats van de uitslagen van BSG 1 en 2 naast elkaar te noteren, wilde hij ze onder elkaar zetten. Geen slecht idee, want zo werd het overzichtelijker. Het nadeel was dat Le kleiner en vooral rechter moest schrijven. Of beter gezegd, EB moest dat. Le kwam in de tijd voordat de wedstrijd begon niet verder dan achttien nummertjes en de namen van de teams.

De stuurlui, soms nog met jas aan, wisten natuurlijk precies hoe het moest.

De wedstrijd

Le mocht weer eens meespelen voor het eerste. Het was blijkbaar niet gelukt om Frans Borm vooruit te laten spelen. Het zal ongetwijfeld iets te maken hebben gehad met de grote afstand tussen beide verenigingen. Zoals gezegd komt Unitas uit Groningen. In de tweede klasse had BSG Unitas 2 al twee keer ontvangen. Op 15 oktober 2005 werd het 5½-2½ en op 3 maart 2007, bijna exact een jaar geleden dus, werd het 6½-1½.

De vraag was natuurlijk of de spelers van Unitas niet al doodop waren. Het maakte ze misschien wel vatbaarder voor het blundervirus. Aan bord 10 werd Coens tegenstander als eerste "gepakt". Na twaalf zetten kon hij kijken hoe zijn team het er vanaf bracht. Het was overigens pas de eerste overwinning van Coen, hopelijk smaakt dat naar meer.

Na dit snelle succes kwam Geon Knol nog op mij af. Hij vroeg hoe ik het vorig jaar in Hengelo vond. Ik mompelde maar wat over het natuurfreakhuisje waar ik vroeger altijd zat en dat ik me een beetje eenzaam voelde in m’n verder luxe kamertje. Hij zei dat hij dat wel begreep en dat hij het zelf voor het derde of vierde jaar journalistje speelde. Daarna wenste hij me succes en ik hem.

Geon speelde overigens tegen FM Henk. In Dieren had Henk al eens fraai van GK gewonnen. Toen kwam er een Caro-Kann op het bord, waarin Henk handig een pion won. Het is echt een mooie partij.

Ditmaal kwam er de Geon Knol-opening op het bord: 1.e4 e5 2.Pf3 Pf6 3.Pxe5 Pc6 4.Pxc6.

Dit systeem lijkt natuurlijk nergens naar, maar het blijkt wel erg goed te scoren voor zwart. Zelfs tegen behoorlijk sterke spelers heeft GK er resultaten mee behaald. FM Henk ging echter veelvuldig in de denktank, wat natuurlijk resulteerde in een tijdsachterstand. Qua stelling stond hij beduidend beter, dat wel.

Ton van der Heijden lijkt aan zijn tweede jeugd te zijn begonnen. Na zo’n 1.d4-geval kwam hij erg actief te staan. Het middenspel met aan beide zijden een dame en twee torens stond alles van wit actief en stond zwarts koning penibel in het centrum. Dat Ton de felicitaties in ontvangst mocht nemen, was dan ook niet zo gek.

Ook Large trok de goede lijn van de afgelopen ronden door. Tegen Peter Hulshof, een sterke speler, leek hij wat minder te staan, maar uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat Large de partij in tijdnood naar zich toetrok.

Het andere puntenkanon, Ewood, kreeg zijn eerste puntverlies te slikken. Hij stond beter in het eindspel, maar door een onnauwkeurigheidje liet hij de winst glippen. Nou ja, 6½ uit 7 is nog steeds erg goed, maar niet meer perfect.

Voor de topscorerslijst deed Laszlo Cako betere zaken. Hij won van de tegenvallende Emiglio en staat op 6 uit 7.

Voor de topscorerslijst deed BSG sowieso niet zulke goede zaken. Leon Pliester trof aan bord 1 (!) een zwaargewicht tegenover zich en leed een zeldzame nederlaag.

Aan de topborden lukte niet al te veel. Zelfs Hans R. bleek niet ongevoelig te zijn voor het blundervirus. FM Henk, een van die vele stuurmannen aan wal, vertelde in de analysezaal dat Hans de winst had laten glippen. Met veel geduld had de grootmeester een voordelig eindspel gemolken, maar hij bleef opnieuw steken op remise. Zijn zevende van dit seizoen uit evenveel partijen. Wat dat betreft is Hans Remise erg constant.

Nee, ook FM Henk moest weer eens remise toestaan. Hij bereikte nog wel een eindspel met een stuk meer, maar er stonden te weinig pionnen op om te winnen. Jammer.

De winst werd voornamelijk op de laagste borden behaald. Terwijl Le vanuit zijn Russisch een Schotse stelling keurig op remise wist te houden, moest het Apenhoofd een eindspel met een pion minder keepen.

Na een slecht verlopen opening wist het Apenhoofd nog net een dubbel toreneindspel met een pion minder te bereiken. Net toen de remisekansen reëel werden, ging hij bijna mat. Met veel pijn en moeite werd de tijdcontrole gehaald. Het eindspel leek remiseachtig, maar de tegenstander speelde maar door. Net op het moment dat Apenhoofd remise wilde aanbieden, gaf hij een pion weg. Twintig zetten later had hij geen zin meer in de zetherhaling en bood hij remise aan. Dat mocht niet worden aangenomen, kreeg mijn tegenstander te horen.

Het stond inmiddels zo:

P Hondema – J de Groote, stelling na 66e zet.

Mijn tegenstander was al een paar keer met de toren naar b6 gegaan en weer terug. Ik speelde m’n koning heen en weer tussen g6 en h6. Mijn tegenstander ging dus een nieuwe winstpoging doen. "Die toren op h1 is wel erg vervelend. Misschien kan ik het nog proberen als ik de torens ruil," zal hij gedacht hebben.

Dus hij deed 67.Th3??

Zoiets had ik natuurlijk gezien en ik wist dat ik enorm bofte. Ik keek nog even en deed 67…f5+, waarna ik een hand kreeg.

Ik schaamde me best wel en voelde me rot voor m’n tegenstander, die ook nog eens verwijtende blikken kreeg van zijn teamgenoten. De gewone clubschakers zagen het gebeuren en vroegen nog van alles over de partij die zich zo vreemd had voltrokken.

Uiteindelijk werden er 6 bordpunten bij elkaar geraapt; netjes tussen de 5½ en 6½ tegen Unitas 2. Aan bord 5 en aan bord 9 kwam BSG goed weg, aan bord 2, bord 4 en bord 6 had er meer in gezeten. Teamleider EB kon niet anders dan tevreden zijn met weer twee matchpunten. Het is tot nu toe een perfect seizoen. Over drie weken wacht Paul Keres ons op. Geen zwak team en het Apenhoofd zal dan beter voor de dag moeten komen dan vandaag.

BSG 2

Ondertussen won BSG 2 verrassend van Leiderdorp en klimt over de ploeg heen de middenmoot in. Geen slecht resultaat voor het door uitvallers geplaagde eerste achttal van BSG. Leiderdorp is namelijk, net als Unitas, een team met veel (tegenvallende) jeugdspelers. Daar win je niet zomaar van.

Resultaten

BSG [2224] – Unitas [2109] 6-4
1. L Pliester [2383] – J Geurink [2284] 0-1
2. H Ree [2432] – F van Hamond [2038] ½-½
3. E Wüstefeld [2244] – L Cako [2227] 0-1
4. H van der Poel [2311] – G Knol [2000] ½-½
5. La Ootes [2241] – P Hulshof [2194] 1-0
6. E de Groote [2233] – J Balje [2192] ½-½
7. Le Ootes [2074] – Y Jellema [2091] ½-½
8. T van der Heijden [2220] – M Jans [2099] 1-0
9. J de Groote [2033] – P Hondema [2061] 1-0
10. C van der Heijden [2072] – G de Wit [1904] 1-0

BSG 2 [1904] – Leiderdorp [1877] 4½-3½
1. T Slisser [2092] – N van Splunter [2005] 1-0
2. T de Ruiter [2063] – L Hortensius [1967] ½-½
3. B Kieboom [1991] – G van Rijn [1989] 0-1
4. C Kooijman [1951] – L van Rijn [1940] 1-0
5. T Haenen [1735] – M Roozendaal [1975] 0-1
6. M Pieterse [1787] – M Hortensius [1794] ½-½
7. R Weidema [1784] – T kies [1725] ½-½
8. B Balke [1831] – F van Bokhorst [1619] 1-0