BSG kan de champagne koud zetten
BSG heeft zojuist (weer) een belangrijke stap gezet richting promotie naar de meesterklasse. Subtopper Paul Keres werd met maar liefst 6½-3½ verslagen. Hierdoor loopt BSG een bordpunt uit op De Wijker Toren, dat de topper tegen Wageningen met 5½-4½ won. Over drie weken weten we of dit genoeg is.
Na een perfecte serie van 14 matchpunten uit 7 wedstrijden mocht BSG vandaag aantreden tegen de nummer vier in de poule, Paul Keres. Paul Keres heeft een van de sterkere tientallen in klasse 1A, dus oppassen moesten we zeker. Drie jaar geleden verloor BSG nog met 6½-3½. Een dergelijk resultaat zou ditmaal niet wenselijk zijn.
Mijn voorgevoel voor de laatste uitwedstrijd van het seizoen was niet al te positief. Paul Keres is een vrij grote club, met veel sterke spelers. Spelers waar ik best van kan verliezen.
Het zou best wel eens een historische dag kunnen worden. Misschien zou Hans Ree tegen zijn eerste nederlaag in de KNSB-competitie aanlopen. Misschien verloor BSG voor het eerst sinds 19 maart 2005 een wedstrijd. Het zou zomaar kunnen.
Heenreis
Vrij laat kwamen Ewood en ik aan bij het Denksportcentrum. Emiglio’s vriend reed ons naar Utrecht, waar de thuisspelende ploeg speelde. Ze waren uitgeweken naar een andere locatie, met dank aan de bridgers. Over bridgers gesproken: Frans Borm was ook weer van de partij. Het gaf weer wat vertrouwen, want een sterke speler konden we goed gebruiken in deze lastige wedstrijd.
De wedstrijd
Paul Keres speelde in een vaag gebouwtje, met beneden een bar en boven wat ruimtes, waaronder de schaakarena. Het was niet makkelijk om twee tientallen en vier achttallen in de ruimte te krijgen. Gek genoeg zat Paul Keres 1 in de middelste rij, waardoor het er niet rustiger op werd voor ons. Gelukkig zat ik nog wel aan de "open" kant en kon ik de zaal stilletjes verlaten zonder tig stoelen te hoeven verplaatsen. Dat was bij Hans Ree wel anders. Hij zat helemaal "klem" met zijn dikke buik.
Ruim na enen begon de wedstrijd. De strijd om de beste opstelling werd dit keer gewonnen door BSG 1. Paul Keres zette namelijk Marijn Otte aan bord 2. Wie de speelstijlen en/of de kwaliteiten van Marijn Otte en Leon Pliester kent, kon de uitslag van dit duel haast op voorhand invullen.
Toch leek het erop dat BSG het moeilijk ging krijgen. Op het punt op bord 2 na, had ik mijn twijfels over de andere stellingen, niet in de laatste plaats over mijn eigen stelling. Ik speelde tegen Gertjan de Pender en al na zeven zetten was ik uit mijn "boek" geraakt:
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 4.e5 Pe7 5.a3 Lxc3+ 6.bxc3 c5 7.Dg4 Kf8!?
Daar zat ik dan… Ik had in de database gezien dat de meeste spelers van Paul Keres met zwart Frans speelden, maar ik dacht dat ze allemaal "kort gingen". Niet dus. Nou speelde ik tegen een invaller (ze hadden blijkbaar best veel uitvallers), die, zoals ik later checkte, al twee keer met zwart had verloren. Blijkbaar speelde hij anders en kon ik een speelbare zet gaan verzinnen. Uiteindelijk deed ik
8.Pf3
Ik had gekeken naar 8.f4, 8.h4 en zelfs naar 8.Ld2!?. 8.f4 leek me niet zo goed vanwege 8…Pbc6, dus besloot ik het hele "plan" met een keer f4 te laten vallen. A tempo knalde mijn tegenstander
8…Da5
Op het bord. Na
9.Ld2 Pbc6 10.Ld3 Da4 (diagram)
Moest ik weer iets doen tegen 11…c5-c4. Ik had "al" gezien dat 11.dxc5 niet kan, maar ik had mijn volgende zet al gepland. Ik deed
11.Pg5?
En toen zag ik dat hij
11…Pxe5
kon doen.
Hmm… Dat was niet de bedoeling. Na
12.Df4 Pxd3+ 13.cxd3 f6 14.Pf3
Probeerde ik me nog schrap te zetten tegen het naderend onheil. "Twaalf zetten gespeeld en alweer een pion achter, lekker gedaan, Jep!", dacht ik.
Ondertussen vond ik Ewood wat eng staan, leek Large ook vanuit het Frans te worden overspeeld, moest Frans verdedigen, kreeg Ton zo’n nare d4-opening over zich heen en kwam Coen in een schuifstelling. Wel had Coen meer tijd.
Terwijl ik even een pauze nam; ik ging wat drinken, wat Ton een goed idee vond, kwam ik Marijn tegen. Hij vroeg of ik altijd in het eerste speelde en waar Le speelde. Ik vroeg maar of iedereen bij hun Frans speelde, waarop hij antwoordde dat hij het in ieder geval niet deed. xD
Ondertussen nam BSG een kleine voorsprong dankzij het punt van het loensreptiel en de remise van Borm (wie kan hier een mooi anagram van maken?) De partij van onze bridgende IM eindigde in remise na herhaling van zetten.
Ondertussen kwam Ton erg goed te staan, ondanks dat hij ergens …f5-f4 deed. "Een bok van jewelste," fluisterde hij na afloop. Met een beetje meer techniek had hij de partij gewoon gewonnen, nu moest hij na lang ploeteren genoegen nemen met remise.
Coen kwam juist slechter te staan. Zijn tegenstander Bert Both, een op het oog zeer zachtaardige, grijze man, zette zijn partij rustig op en kwam door het centrum heen. Wit won een pion bij overwegende stelling. Het enige nadeel was de tijd; Coen had namelijk een uur korter nagedacht. Met nog een minuut op de klok beging BB (dit keer niet Bert Balke!) een afschuwelijke bok en verloor zowel zijn dame als de partij. Terwijl ik mijn 39e zet nog moest doem, gaf ik Coen een schouderklopje. Het was een cruciaal gestolen punt, dacht ik.
Zelf zat ik ook het punt te stelen. Ik kreeg mijn pion al snel terug, waarna ik de partij langzaam naar mij toe wist te trekken. In tijdnood greep mijn tegenstander lelijk mis. Na een zelfpenning won ik een kwaliteit tegen een pion. Met nog enkele seconden op de klok deed hij een van de vele verliezende zetten. Ik kon zijn paard pennen, waarna ik een hand kreeg. Ik mompelde nog iets van "dat was wel jammer" en vroeg of hij nog wilde analyseren. Hij wilde niet, kapot dat hij nog had verloren.
Bij de analyse van de partij van Emiglio, die meer had verdiend dan de puntdeling die uiteindelijk tot stand kwam, hoorde ik mijn tegenstander nog even. BB zei dat hij tegen een sterke tegenstander had gespeeld, waarop hij zei: "Maar niet sterk genoeg om ervan te moeten verliezen," of zoiets dergelijks.
Ik wist niet wat ik moest zeggen. 😛
Behalve Emiglio lieten FM Henk en Ewood ook een punt stelen. De partij van FM Henk heb ik niet gezien, maar de opening van zwart was al licht dubieus. Toch ging het ergens mis. Jammer, zeker omdat Henk dit seizoen zo goed begon. De laatste tijd heeft hij echter maar wat halfjes en nulletjes gescoord.
Ewood verloor vorige keer zijn 100%-score en verloor nu zelfs een partij. In een lastige gesloten Siciliaan leek hij wat moeilijk te staan, maar ik heb wel vertrouwen in ‘m. Dat bleek terecht, want hij had af kunnen wikkelen naar een gewonnen stelling. Hij koos een andere voortzetting, die minder kansrijk was. Wit had genoeg compensatie voor de kwaliteit en al snel ging het bergafwaarts met de ex-topscorer van BSG.
Die "titel" werd overgenomen door zowel Ton, met zijn remise, als Large, die een lastige stelling in no time had gerepareerd, zo leek het. Uiteindelijk bleek het genoeg voor het punt.
Ondertussen was alleen Hans Ree nog bezig. Na een onafgebroken serie van remises, wist hij ditmaal tegen Xander Wemmers, de Behirder van het vrij impopulaire Utrechtschaakforum, een plusje onberispelijk om te zetten in een punt. Dat is niet slecht tegen een FM met een rating van tegen de 2400. Het einde heb ik helaas niet gezien; ik ging vrij snel terug met Emiglio, die dit keer niet de grootste loser was, zoals hij het zelf zei.
Met 4½ uit 7 in de eerste klasse heb ik bereikt wat ik nog nooit eerder heb bereikt: meer dan 50% scoren in de KNSB-competitie. Vorig jaar scoorde ik 3½ uit 8 in de derde klasse, een punt minder dan dit jaar tot nu toe. Hoe gek kan het lopen…
Het kampioenschap lonkt. Over drie weken valt de beslissing. Tenzij BSG een collectieve off-day heeft, zal promotie een feit zijn. Wie had dat vorig jaar gedacht? (In ieder geval niet John Markus, die dacht dat het eerste toch meteen weer zou degraderen.) Wel grappig dat de wedstrijd tegen Groningen 2 eerst een degradatiewedstrijd leek; inmiddels heeft het meer weg van een "verplicht nummer." Ik had het er ooit eens over met de witte, die zei dat het wel mooi was als we eerst wat zwakkere teams kregen, zodat we al gauw veilig konden zijn.
Ondertussen ben ik wel benieuwd naar de verrichtingen van BSG 2.
Uitslagen:
Paul Keres [2196] – BSG [2256] 3½-6½
1. X Wemmers [2371] – H Ree [2432] 0-1
2. M Otte [2286] – L Pliester [2383] 0-1
3. M Smits [2318] – H van der Poel [2311] 1-0
4. G Veltkamp [2181] – E Wüstefeld [2244] ½-½
5. D Floor [2160] – L Ootes [2241] 0-1
6. W van de Fliert [2172] – E de Groote [2233] 1-0
7. P Hommerson [2212] – F Borm [2393] ½-½
8. B Abcouwer [2115] – T van der Heijden [2220] ½-½
9. G de Pender [1998] – J de Groote [2033] 0-1
10. B Both [2143] – C van der Heijden [2072] 0-1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten