Najdorf
Na drie weken rust kwam nu de tweede helft van het PK van de SGS. Echt veel zin had ik niet in de laatste drie partijen; er wachten namelijk twee drukke weken met presentaties (bah) en tentamens.
Ik probeerde me nog een beetje op het schaken te richten. Wat hebben die ouwe sokken het toch eigenlijk makkelijk; die hoeven geen werkstukken meer in te leveren en al die andere dingen die de studententijd zo kenmerken.
Met frisse tegenzin was ik naar Utrecht gegaan. De indeling was gisteren (!) nog veranderd, waardoor ik me nog even op mijn nieuwe tegenstander voorbereidde; Meindert van der Linde, die toch wel 3 à 400 elopunten sterker is dan m’n eerdere tegenstander.
Ewood had me nog wat laten zien van de Draak. Hij liet zijn externe partij uit de zesde ronde een beetje de revue passeren. Ja, ja, je leest het goed: Behirder ging open Siciliaans spelen!
Eenmaal aangekomen in Utrecht kwam ik Le & La nog tegen. Ik vertelde ze dat ik op de terugreis lekker met hen mee zou gaan naar het station. Was dat ff schrikken!
Partij
De stelling dat je nooit je voorbereiding op het bord krijgt, ging weer volledig op. Alles begon nog zoals het moest: 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 Pf6 4.Pc3 cxd4 5.Pxd4. Maar toen besloot de wijze man tot 5…a6!
Tja, daar stond ik dan met m’n goeie gedrag. Speel ik voor het eerst sinds augustus 2004 weer eens open Siciliaans, krijg ik de enige variant die ik voor geen meter ken.
Improviseren dan maar; dus de opstoot …d6-d5 verhinderen. Het lukte best aardig en ik had het gevoel dat ik de opening had overleefd. Net op dat moment begon een telefoon lawaai te maken. Anton Rosmuller haalde zijn mobieltje uit zijn broek en hield ‘m triomfantelijk omhoog, alsof hij wilde zeggen: "Kijk, ik was het!" Marco Meijer liep naar de plek des onheils en opeens bleek dat MIJN tegenstander, MIJN… eh… Meindert van der Linde de schuldige was.
MM: "Je kent de consequenties."
Het betekende dus dat ik had gewonnen. Het werd tijd voor een analyse, waarin nog een niet nader te noemen nationaal meester mee kwam doen. Mijn stelling bleek behoorlijk goed te zijn. Ik had aanvalskansen door zijn onvoorzichtige rokade; een zet die hij a tempo speelde. In de analyse werd de zwarte koning hevig onder vuur genomen, dus ik stond blijkbaar al behoorlijk goed. Het zwarte pionoffer (toch …d5 gespeeld) bleek niet voldoende voor een gelijke stelling.
Of ik de partij "in het echt" ook gewonnen zou hebben, zullen we nooit weten.
In de pauze kwam ik erachter dat ik tegen Anton Rosmuller speelde, een grijze man die zichzelf graag hoort praten. Ik had opnieuw wit en ik zag me opnieuw genoodzaakt de klok in te drukken en mijn 1.e4 met open-Siciliaanse achtergrond te spelen. Meneer Antonius Johannes (als ik het goed heb verstaan en onthouden) had een soepje besteld en kwam aanzetten met maggi en zout.
Terwijl de eerste zetten gespeeld werden, zat hij nog soep te eten. Hij vroeg of ik er nog last van had, maar ik had het gevoel dat hij er eerder zelf last van had.
Opnieuw kreeg ik een Najdorf voorgeschoteld. Ditmaal kwam na mijn 6.Le2 e5 7.Pb3 Le7. Weer iets heel anders dus. Ik speelde daarom al gauw 9.a4, wat werd beantwoord door 9…a5. 9…a6-a5??! Wat is dit?
Als een echte meester besloot ik mijn zielige paard op b3 om te spelen naar een beter veld. Vooral c4 leek me mooi. Ik deed dus 10.Pd2 en ik kreeg 10…Pxe4 als antwoord. Ik nam het aan en kreeg een mooie stelling. Maar vanaf dat moment ging het bergafwaarts. Eerst begon het met de dubieuze beslissing om de lichte stukken te ruilen. In een eindspel met zware stukken zouden zwarts zwakke pionnen (d4 en d6) wel vallen, dacht ik. Met een aardige torenmanoeuvre (Ta1-f1-f5-d5xd4) dacht ik een pion buit te maken. Ik dacht dat zwarts tegenaanval te laat kwam, maar hij had iets veel simpelers: hij wist de torens indirect te ruilen, waarna ik minder (!) stond.
Binnen een paar zetten had ik een goede stelling omgetoverd in een slechte. Het dame-eindspel was lastig voor wit, omdat zwarts dame in het centrum stond. Ik maakte het daarna nog erger ook door een aantal misstappen te begaan. Dat ik een half uur langer had nagedacht hielp me ook niet echt.
Met pijn en moeite wist ik te voorkomen dat ik al te veel pionnen kwijtraakte. Zwarts h-pion begon wel te lopen. Het ding kwam op h2 en met een dame op g2 kon ik niets anders dan veel schaak geven. De dame ging nog naar g5 en vervolgens naar g1, waarna de zwarte koning nergens meer kon schuilen. Ik had nog een kleine vier minuten bedenktijd en ik was blij dat hij iets zei als "dit lijkt remise" en zijn hand uitstak.
Zo hield ik een halfje over aan een partij die anders naadloos in het rijtje J Broekmeulen – J de Groote, J de Groote – J Veldman, F Arp – J de Groote zou hebben gepast.
1½ uit 2 met een opening die ik eigenlijk niet ken is niet verkeerd. Morgen tegen Hugo ten Hertog. Hij speelt nogal wisselvallig, dus kansen zal ik wel krijgen.
Ondertussen is Large de trotse koploper met 5 uit 6. Hem kan de hoofdprijs en de plek in de halve finales bijna niet ontgaan. Le doet het met 2½ uit 6 wat minder en mag morgen tegen de speler met de hoogste TPR zijn score tot 50% proberen op te schroeven.
Op de terugweg reed ik nog met Le & La mee in de bus. Le ging zitten op zo’n "losse" stoel, ik ging op zo’n "bank" zitten en large ging op de "bank" voor me zitten. Vet wazig.
Achter me zat een gozer die waarschijnlijk te lang Donald Duck heeft nagedaan. Hij kon alleen nog maar op die manier praten. Wel vaag en sneu.
Toen ging ik mijn trein halen. Ik moest nog een kaartje kopen. Ik was om 18:37 eindelijk bij de trap en de trein zou om 18:38 vertrekken volgens de dienstregeling. Maar ja, de trein ging drie minuten later weg, dus ik had me voor niets zo gehaast…
Terwijl het langzaam maar zeker donker werd op de langste dag van het jaar tot nu toe, reed ik naar Bussum Zuid. Die 1½ punt nemen ze me niet meer af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten