07 juni 2009

Europese moesson

Nog meer Europa

De afgelopen dagen waren koel. Hoewel we nog steeds toeleven naar het hoogtepunt van de zomer, is het nu beduidend koeler dan een week geleden. De dagen worden nog steeds langer en toch koelt het af. Hoe komt dat?

Een bekend fenomeen in de zogenaamde schaapscheerderskoude in juni. Volgens de ene bron treedt deze koele periode op tussen 5-20 juni, volgens de andere is het enkele dagen daarna. De koele periode wordt veroorzaakt door een plotselinge verandering van de windrichting. Dit gebeurt in het hele voorjaar, wanneer het land na een warme periode is opgewarmd. De warme lucht boven het Europese continent is lichter en zorgt voor een lagedrukgebied. Hierdoor gaat koele lucht vanaf zee waaien. Het resultaat is dan ook dat de temperatuur in korte tijd flink daalt. Zeker in juni komt dit koele en natte weer vaak voor. Dit regenachtige weertype wordt de Europese moesson genoemd.

Het draaien der wind drukt de voorjaarstemperatuur. Een bekende koele periode in het voorjaar is de "aprildip" halverwege april in de data van 1988-2007. Overigens zie je deze dip niet terug in de data van 1901-2000, wat betekent dat dit waarschijnlijk een statistische uitbijter is.

Dat geldt echter niet voor de schaapscheerderskoude. Deze koele periode heeft wel een duidelijke "voorkeurspositie". Dit drukt de gemiddelde junitemperatuur, maar het blijkt ook invloed te hebben op de omringende maanden mei en juli.

Sinusoïde

De Nederlandse jaartemperatuur blijkt goed te benaderen door een sinusoïde. Natuurlijk zijn er afwijkingen, maar die zijn vrij klein. Hieronder een zeer goede "fit" voor de gemiddelde temperatuur in 1901-2000:

De gemiddelde temperatuur in De Bilt in de periode 1901-2000 komt vrijwel perfect overeen met een sinusoxc3xafde. De gemiddelde temperatuur is 9,35 graden C; de amplitude is 7,65 graden. De statistisch gezien koudste dag van het jaar is 21 januari; de warmste dag is 22 juli.

Door de grootte van de dataset worden de afwijkingen steeds gladder getrokken, waarna een fraaie, gladde grafiek overblijft. Er zijn slechts enkele afwijkingen zichtbaar: een "Valentijnsdip", een kleine dip rond eind april, de schaapscheerderskoude en nog een warme periode in augustus.

Hoe groot de overgang naar een dataset van twintig jaar is, zien we in de volgende grafiek: de gemiddelde, minimum- en maximumtemperatuur in De Bilt van 1988-2007:

Een slordigere grafiek geeft de periode 1988-2007. De opwarming in het voorjaar lijkt traag te verlopen, terwijl de afkoeling in het najaar sneller en "gladder" verloopt. De schaapscheerderskoude is de laatste twintig jaar juist extremer geworden, zo lijkt het.

Hier een hogere sinusoïde, die de temperatuur in het najaar beter schat. In de periode mei – juli liggen met name de maximumtemperaturen (ver) onder de sinusoïde. Dat zegt iets over de "duur" van de schaapscheerderskoude: het koele weer kan al in mei ontstaan.

Het is bekend dat de wind eind mei vaak uit het noorden komt. In de grafiek begint zich duidelijk een kom te vormen vanaf begin mei. Dit is waarschijnlijk geen toeval: de (relatief) zonnigste perioden van het jaar zijn begin mei en begin augustus; in de tussenliggende periode neemt de hoeveelheid zonnige perioden af. Het omslagpunt lijkt te liggen bij 15 uur en 20 minuten aan daglicht; ongeveer bij 8 mei en 4 augustus.

De relatieve zonneschijn (aantal uren per dag dat de zon schijnt : daglengte) loopt op met de daglengte, behalve tijdens de langste dagen van het jaar. Het omslagpunt ligt bij zo’n 920 minuten daglengte.

Boven de 920 minuten daglengte neemt de relatieve zonneschijn sterk af. De richtingscoëfficiënt van de trendlijn is veel steiler dan de rc van de periode met "weinig" daglicht. Dit komt mogelijk door de schaapscheerderskoude.

Voorkomen schaapscheerderskoude

De schaapscheerderskoude strekt zich uit van begin mei tot eind juli, met een "optimum" in juni. De meeste jaren hebben wel te maken met de schaapscheerderskoude. Naar schatting zou de koele periode in 70 procent van de jaren optreden. De toekomst zal moeten uitwijzen of dit een goede schatting is en of dit nog gaat toenemen. De schaapscheerderskoude verklaart ook waarom de maanden juli en augustus in Nederland vrijwel even warm zijn, hoewel de seasonal lag in Nederland ongeveer 30-31 dagen is; de extreme temperaturen volgen ongeveer een maand na de zonnewende. Hierdoor valt het temperatuursoptimum ruim binnen juli en koelt het in augustus alleen nog maar af. Door het staartje van de schaapscheerderskoude (Europese moesson) wordt de temperatuur in juli gedrukt.

De gemiddelde temperatuur van de zomermaanden juni, juli en augustus in de perioden 1901-1930, 1911-1940, …, 1971-2000 in De Bilt. In het begin van de eeuw is er een duidelijke opwarming, daarna een dipje en vervolgens de opwarming van de laatste jaren. Opmerkelijk is het "robuuste" karakter van de maand juni, die nauwelijks lijkt op te warmen. De andere zomermaanden volgen het patroon van de klimaatsverandering vrij nauwkeurig. Opmerkelijk is dat juli in het begin van de eeuw duidelijk de warmste maand van het jaar was en dat augustus de afgelopen eeuw steeds dichterbij gekomen.

Het lijkt er dan ook op dat de opwarming van het (Nederlandse) klimaat ervoor zorgt dat de schaapscheerderskoude vaker voorkomt. Hierdoor wordt de temperatuurstijging in juni tegengegaan, terwijl de temperatuur in augustus meegaat met de opwarmende klimaattrend. Juli wordt ook nog steeds warmer, omdat de Europese moesson minder nadrukkelijk aanwezig is in juli.

Zomers in de praktijk

Hieronder een aantal grafieken van de zomers van de afgelopen jaren. Om de Europese moesson helemaal te kunnen afbeelden, heb ik hier grafieken gemaakt van de zomerperiode (mei t/m september) in de jaren 2006 t/m 2008.

De zomer van 2006 was zeer warm. Juni was al een warme maand, juli was de warmste maand ooit. Duidelijk een jaar zonder Europese moesson. Augustus was daarentegen zeer somber en nat, wat in de hand is gewerkt door de enorm hoge zeewatertemperaturen. September was een mooi slot van een topzomer.

Na een superwarme april was mei maar een betrekkelijk suffe maand. De warmste dagen van de zomer waren al begin juni. Daarna stak de schaapscheerderskoude weer de kop op. Met name eind juni was het koel. Juli bleef ook koel, terwijl augustus en september dankzij een noordenwind ook vrij koel bleven.

In 2008 was mei juist erg warm. Juni begon ook warm, maar halverwege de maand werd het erg koud. Tegen het einde van de maand werd het weer warmer, maar ook in juli bleef het lang koel. Pas eind juli leek de Europese moesson verdreven te zijn en werd het warm. Augustus en september hadden enkele warme dagen, maar ook veel koele.

De Europese moesson is dus het extreemst in juni, maar ook in juli drukt het zijn stempel op het weer. Koele periodes, zoals in de afgelopen week, kunnen nog vaak de kop opsteken. Pas in augustus is deze dreiging uit de lucht en is de kans op koele dagen het kleinst.

Data 1901-2000:

Warmste maand van het jaar:
1. Juli 57
2. Augustus 32
3. Juni 10
4. September 1

Maandduels:
Mei – juni 2 – 98
Juni – juli 15 – 85
Juli – augustus 61 – 39
Augustus – september 97 – 3

Sinusoïdes:

1901-2000:
Gemiddelde: 9,35
Amplitude: 7,65
Faseverschuiving: 21 dagen

1988-2007:
Gemiddelde: 10,4
Amplitude: 7,4
Faseverschuiving: 20 dagen

Gemiddelde: 6,3
Amplitude: 6,1
Faseverschuiving: 26 dagen

Gemiddelde: 14,4
Amplitude: 8,8
Faseverschuiving: 17 dagen

Data: KNMI

Geen opmerkingen:

Een reactie posten