Vaag
Afgelopen week had ik weer eens een veldwerk. Na excursies naar Drenthe, Groningen, Nijmegen, Brabant en Limburg, bleven we nu nog enigszins in de buurt, namelijk in Kampen. Kampen, in het vervolg aan te duiden als Camps, is een stadje aan de IJssel. Door de waterproblematiek is dit plaatsje al sinds het begin van mijn studie een dankbaar onderzoeksobject. Het is een plaats waar de Hanzelijn door moet gaan en het is een plaats waar men een bypass wil aanleggen om hoogwater op de IJssel af te voeren. Interessant dus. Zeker omdat Commissie Veerman met een achterlijk plan op de proppen is gekomen om het peil van het IJsselmeer effetjes met anderhalve meter te verhogen, waardoor het hoge water alleen nog maar hoger wordt.
Genoeg interessants, zou je denken. Helaas waren er vijf thema’s gekozen in de buitengewoon warrige colleges. Zelden heb ik een team docenten zo’n vage voorbereiding zien geven. De leidende docent, die ik zal aanduiden als Wagten Donk, is een hele aardige man, maar hij was altijd op de achtergrond. Dan had je nog de voorgrondsdocent, die ik met Jan zal aanduiden. Hij was een beetje de man van de niet bijster goede grappen. Erger was dat er amper gecommuniceerd werd over de veldweek. Zo bleek dat we gingen kamperen en dat iedereen een tent mee moest nemen. Toch brachten ze het zo dat ik me begon af te vragen of ze daar al tenten hadden, of dat ik voor m’n eigen tent moest zorgen.
En dan had je nog het stokpaardje van de IVM-medewerkers: Arc GIS, een programma waarmee je "eenvoudig" geografische informatie moest kunnen verwerken. Nou, dat heb ik geweten. Op het rooster op Blackboard waren geen lokalen aangegeven, dus ging ik maar naar het computerlokaal. Langzaam sijpelden de andere studenten binnen, maar niet de docente. Werden we uiteindelijk naar een klaslokaal gelokt om daar een zeer summier college over het programma te krijgen. Vervolgens konden we weer teruggaan naar hetzelfde computerlokaal, waar mijn zorgvuldig uitgekozen plekje inmiddels bezet was. Tijd om maar eens met dat programma te werken. Eerder dit jaar hadden we al met een vergelijkbaar programma gewerkt: IDRISI. Dat vond ik al een beetje een vaag programma (het instellen van datapaths vind ik niet meer van deze tijd), maar vergeleken het op grote schaal gebruikte Arc GIS was het nog een gaaf programma. We moesten namelijk wat vragen doen die op een site van het programma zelf stonden. Dan moest je een wachtwoordje invullen en de juiste categorie vragen zoeken. Het waren vier delen en ik begon bij de eerste. De verwachte tijd die je nodig zou hebben was ongeveer drie kwartier. Toen ik drie uur later alle stappen van de eerste vraag had gedaan en een maar enigszins gelukt kaartje had geproduceerd, had ik weinig animo voor nog drie van die opgaven…
Onderwerpen
Terug naar de onderwerpen. Van alle eerstejaars die in 2007 enthousiast aan de slag gingen, zijn er nog zo’n 30 over. Tijdens het eerste introductieweekje waren er bijna 54 studenten, ongeveer gelijk aan de capaciteit van de bus. Waar al die gasten heen zijn, weet ik niet. Jammer vind ik het wel dat sommige excentrieke mensen zijn genokt. Die duiken in m’n oudste herinneringen op en nu mis ik ze wel.
De overgebleven 30 studenten werden geacht tien groepjes te vormen. Elk groepje zou uit ongeveer drie personen bestaan en twee groepjes zouden zich op hetzelfde thema storten. De te kiezen thema’s waren
- Economie
- Overstromingsrisico’s
- Recreatie
- Ruimtelijke waarden
- Landbouw
Mij leek economie wel interessant, gezien de Hanzelijn, of anders wel die overstromingsrisico’s waar ik het zojuist over had. Van de overige onderwerpen kon ik me alleen bij recreatie wat voorstellen. Landbouw leek me niks en die ruimtelijke waarden zeiden me al helemaal niks. Al gauw werden de groepjes geformeerd en zocht ik Rolex maar op. Helaas wist ik dat ik een "leuk" onderwerp nu wel kon vergeten. Als eerste meldde Rolex ons dan ook aan als groepje ruimtelijke waarden. Ik had het slimmer moeten aanpakken, maar na het Pinkstertoernooi was ik "op" en wilde ik zo snel mogelijk naar huis.
De eerste week was niet bijster productief. Rolex wist nog wel een aantal mensen op te bellen. Blij was hij dat hij weer iemand had geronseld. De namen van de instanties waar deze mensen voor werkten zeiden me weinig tot niks. Nee, ik voelde me vrij nutteloos.
Pas in de tweede week begon er een echt onderzoeksplan te komen. Langzaam maar zeker werd het mij een beetje duidelijk wat we gingen doen. Af en toe had ik het idee dat er best nog iets leuks aan het onderzoek zat, maar vaak dommelde ik in. Dat zouden nog vijf leuke dagen worden in Camps…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten