23 december 2011

Een dag in de toekomst

Drie maanden

Het is alweer drie maanden geleden dat een aantal nauwelijks te detecteren deeltjes voor enorm veel ophef zorgde. Wat was er namelijk gebeurd? Na een groot aantal metingen bleek dat het zogenaamde neutrino, een zeer licht deeltje dat nauwelijks interactie aangaat met gewone materie, de afstand tussen de deeltjesversneller van CERN in Genève en de detector in Italië sneller had afgelegd dan het licht zou doen. De deeltjes waren statistisch gezien significant sneller dan het licht, ook al was het maar een heel klein beetje.

De resultaten zorgden voor ongeloof, optimisme en grijze haren. Waar de wetenschappers zich suf zaten te peinzen hoe het nou kon en welke consequenties het had voor de speciale relativiteitstheorie, dacht het gewone volk aan tijdreizen. Immers: hoe sneller je gaat, hoe langzamer je tijd verloopt. Als je zo snel gaat als het licht, dan staat de tijd stil, dus als je sneller gaat, ga je terug in de tijd, toch? Dan zou je dus terug kunnen gaan naar het verleden, om met de kennis van nu je slag te slaan.

De vraag is natuurlijk of er niet toch meet- of rekenfouten zijn gemaakt bij het neutrino-experiment, waardoor er misschien helemaal geen sprake is van een overschrijding van de lichtsnelheid. Daarnaast zijn er nog zat praktische onoverkomelijkheden te bedenken en hoeft het niet te betekenen dat als lichte deeltjes sneller kunnen dan het licht, dat grote objecten als mensen of raketten dat ook kunnen.

De wetenschap reageerde rustig op de wilde speculaties. Tijdreizen was al heel lang mogelijk, beweerden ze. Want door zelf in een raket te stappen en dan te versnellen tot bijna de lichtsnelheid, kon je je eigen tijd dusdanig vertragen, dat je, wanneer je weer thuiskomt, de aarde zou tegenkomen zoals 'ie er in de verre toekomst uitziet. Een enkele reis naar het jaar 3000 of zo. In theorie zou je zelfs de ondergang van het zonnestelsel kunnen meemaken of de ondergang van het heelal, als je maar lang genoeg in die raket bleef zitten. Tja, wie wil zoiets eigenlijk ook?

Toch zou iedereen wel willen zien hoe onze wereld er over bijvoorbeeld honderd jaar uitziet. Welke thema's zijn dan actueel, welke uitvindingen zijn er dan gedaan, hoe ziet je woonwijk er dan uit en is Oranje dan al een keer wereldkampioen geworden? Aan de andere kant is iedereen die je kent of hebt gekend dan al dood. Het leven in de toekomst zal een geheel nieuwe ervaring zijn. Zeker vergeleken een normale saaie dag in 2011, zal je je op een normale dag in 2111 nog vaak de ogen uitkijken.

Het jammere is dat je niet meer terug kan keren naar het nu, anders had ik wel zo'n reisje willen maken om een beetje uit de dagelijkse sleur te komen. We kunnen dus niet naar de toekomst gaan en dan weer terugkeren naar het nu, om verslag te doen van hoe de wereld er dan voorstaat. We kunnen er slechts naar raden. Wie durft een dag in 2111 te schetsen?

21 december 2011

Een lowbudgetfilm maken

Droom

Een beetje raar is het wel, want ik kijk haast nooit naar films. Bovendien droom ik bijna nooit. Desondanks droomde ik laatst over een film. Het was niet zomaar een film, want ik had 'm zelf bedacht. Het verhaal speelde zich af op de VU en er was geen touw aan vast te knopen. Toen ik wakker werd, waren m'n gedachten voor de rest van de dag nog bij die film. Over dromen zijn veel spreekwoorden en uitdrukkingen bedacht, die ik hier niet ga herhalen, op één na: mijn droom was om een film te maken!

De rest van de dag was ik bezig met een verhaal bedenken. Daarnaast moest het natuurlijk ook nog worden uitgevoerd. Ik hoopte daarvoor een aantal vrijwilligers te vinden en als dat zou lukken, moest ik nog een geschikte locatie vinden. Mijn hoop was dat de VU in de zomervakantie zo goed als uitgestorven is. Dus zou ik het in het begin van de zomervakantie willen opnemen.

Ik had de hoop dat de film, met de steun van een aantal vrijwilligers, geen cent hoeft te kosten. Ik weet niet of dat reëel is, maar het doel was wel om een no- of anders lowbudgetfilm te maken. De kwaliteit hoeft niet al te hoog te zijn, als het maar leuk is om de film te maken. En misschien, heel misschien, wordt het later nog een hit op YouTube.

Verhaal

Het verhaal moet zich (grotendeels) op de VU afspelen. Ik zat zelf te denken aan een of andere waardevolle lading (volgend jaar zomer zijn de Olympische Spelen, dus misschien dat daar een verwijzing naar te maken is. Ik dacht aan een "gouden" olympische fakkel.) die in het geheim wordt afgeleverd op het hoofdgebouw van de VU en op de bovenste verdieping in een kluis wordt bewaard. Een knakker die daar toevallig aanwezig is, krijgt er lucht van en licht zijn makker in. Thuis doen ze een educated guess naar de lading en denken ze een waterdicht plan uit om de buit te gappen.

Nee! Niet afhaken nu! Ik vermoed dat de meeste lezers nu denken: "dit scenario heb ik al honderd keer gezien", of iets als: "zelfs de verhaallijn van een pornofilm is beter." Ik ben zelf niet zo thuis in het filmwereldje en ik sta open voor suggesties, dus als iemand iets beters weet...

Bovendien was dit nog het begin van het verhaal, want er is/wordt een team aangesteld dat als doel heeft de dieven op te sporen en in te rekenen. En dan moet het pas echt leuk worden, want terwijl de dieven proberen te ontsnappen, moet het Z-team (uitgesproken als zet tèm, rijmend op "crème") dat in het geheim verhinderen en de dieven opsporen.

Deze race tegen de klok verloopt echter erg rustig. De dieven willen aanvankelijk met de buit via de lift ontsnappen, maar die stopt niet op de hoogste etage (volgens het verhaal). De dieven geven het niet op en vervoeren de buit via de trap, maar dat gaat erg traag en is vermoeiend, dus besluiten ze ook geregeld te stoppen en de buit tijdelijk te verstoppen, totdat het gevaar is geweken.

Ondertussen kibbelt het Z-team er een beetje op los. Het team bestaat uit een "nerd", die omringd is door twee chicks, en een wat "knappere" gast, die vaak in zijn eentje de held probeert te zijn. Daarnaast is er nog een gek, die eveneens in zijn eentje opereert. Hij kan zijn bek maar niet houden en loopt steeds ongevraagd kamers binnen, daarbij een hoop wartaal uitslakend. Welke creatieveling wil zijn teksten schrijven?

In het verhaal komt nog een belangrijke groep voor: de wetenschappers, bestaande uit een saaie overhemddrager en twee blondjes, die over een behoorlijk IQ blijken te bezitten. Vaak zijn ze interessante ontdekkingen aan het doen, maar af en toe zitten ze ook andere dingen te doen (een potje schaken of zo, waarbij ze op zet 27 een nieuwtje spelen ten opzichte van een partij van Kramnik of zo.) Vaak komt net op dat moment de gek binnen en lopen er weer dingen in het honderd. Op een ander moment komt iemand van het Z-team binnen met een vraag of een verzoek. Vaak hebben die vragen dan iets met de onzichtbare strijd tussen het Z-team en de dieven te maken, zoals de vraag of de dieven uit het raam kunnen zijn gesprongen. De wetenschappers beantwoorden de vragen geduldig en gaan dan weer verder. Ondertussen hebben ze geen idee wat er gaande is.

Benodigdheden

Voor de film zijn in ieder geval camera's nodig. Ik weet niet of mijn fototoestel goed genoeg is, maar als iemand een betere camera wil uitlenen, dan is dat natuurlijk ook prima. Ook zullen er misschien meerdere camera's moeten zijn, zodat een actiescène beter kan worden gefilmd (bijvoorbeeld scènes waarbij de dieven bijvoorbeeld naar een andere verdieping vluchten.)

Daarnaast zijn er minstens tien vrijwilligers nodig om in de film te spelen: vijf van het Z-team, drie wetenschappers en twee dieven. Daarnaast zijn er waarschijnlijk nog wat kleinere rollen, zoals degenen die de lading afleveren, maar die kunnen eventueel ook door anderen gespeeld worden. Ook is het een idee om soms wat figuranten in te zetten om te suggereren dat de uni niet volledig is uitgestorven (mocht 'ie dat wel zijn.)

Ten slotte is er ook nog iemand nodig die de filmpjes regisseert en monteert. Eén vraag die ik nog heb: hoe krijg je iedereen verstaanbaar? Kun je dat bij de montage nog verbeteren, of kun je achteraf nog een ingesproken tekstje over de film plakken?

Accenten

De film moet wel vol zitten met gekke dingen. Op het gebied van taal is nog wel het een en ander te verzinnen. Een aantal suggesties:

De gek spreekt wartaal
De wetenschappers hebben een dom Frans accent

Verder is het leuk als er iemand zou zijn die altijd "kunt" zegt in plaats van kan of kun. Daarnaast kun je denken aan mensen die de "r" niet zeggen, of mensen die Nederlands praten met een "Duitse g", of juist Engels met een "Nederlandse g".

Dat was het wel weer voor nu. Ik hoop dat ik mijn droom kan verwezenlijken, maar anders ga ik er rustig verder over dromen!

18 december 2011

BSG kijkt vooruit

BSG verliest vierpuntenduel van HMC

Dat het niet makkelijk zou worden, dat wisten we al voordat het seizoen begon, maar dat het meesterklasseavontuur zo erg in het teken zou staan van het schrapen van bordpunten, was een flinke tegenvaller. Na drie duels had BSG er pas acht verzameld, vijf minder dan HMC, dat ons tot vandaag had vergezeld op de laatste plaats. In de onderlinge wedstrijd toonde de Brabantse ploeg zich de sterkste en won met 4-6, waardoor de rode lantaarn alleen nog in Bussum schijnt.

Dat het degradatieduel anders zou worden dan de andere duels, bleek vlak voor het begin van de wedstrijd. Teamleider Edwin Baart was wegens ziekte helaas verhinderd. Hiervan was echter bijna niemand op de hoogte. Verwarring alom. Wie moest nu wat doen? Koortsachtig werd er gezocht naar doordruknotatieformulieren, maar die waren nergens te vinden, net als de consumptiebonnen overigens.

"Random" opstelling

Aangezien er voor beide ploegen het nodige op het spel stond, kwam BSG met een tactische opstelling op de proppen, met ondergetekende aan het hoogste bord en Lenaard ernaast. Diezelfde truc was helemaal in het begin van het jaar met succes toegepast in de alles-of-niets-wedstrijd tegen Purmerend in de eerste klasse. De 2100-spelers zouden een onvergetelijke partij aan de hoogste borden in de meesterklasse krijgen en het team had misschien een wat grotere kans op een positief resultaat.

HMC doorzag helaas de tactiek. Zo kwamen ze op zonder supertalent Anish Giri, maar met topgrootmeester Fridman. Die speelde prompt aan het derde bord en kwam daar (al dan niet toevallig) onze eigen (top)grootmeester Berelowitsch tegen.

Met twee zwakke spelers aan de kopborden kon veel misgaan. Dat gebeurde dan ook, want Lenaard kreeg het voor elkaar binnen de kortste keren met wit te verliezen van Benjamin Bok. Bij nadere inspectie bleek dat hij zich nog had enigszins had kunnen redden, hoewel hij ook dan niet erg veel meer te hopen had tegen een speler van het kaliber als Bok. Niet dat Lenaard er echt mee zat: hij kon de buitenwereld zo mooi op de hoogte houden van de verrichtingen in het Denksportcentrum.

Misschien had hij zijn aanwezigheid beter kunnen doen gelden door als vervangend teamleider te fungeren. Zo kreeg ik na negentien zetten een remiseaanbod van ex-BSG'er Jeroen Bosch. Wat te doen? Mijn gevoel wilde het aanbod wel aannemen, maar ik durfde dat niet zonder overleg te doen. Maar aan wie kon ik het vragen? Na wat overleg met de "Oetoes" nam ik het maar aan, waarna ik nog wat van de analyse kon opsteken.

Stand-upcomedian

Dat BSG ditmaal niet zo kansloos was als in de voorgaande wedstrijden, bleek wel toen Robert Ris lachend de analysezaal in liep. Hij had een wildwestpartij gewonnen van stand-upcomedian Roi Miedema en dat werkte op de lachspieren. Binnen een paar zetten werd een op het oog uitgekauwde stelling in de fik gezet:

Hier deed Robert 23.b4. Tja, wie zou dat niet doen? Miedema stribbelde tegen met 23...Pd3 24.Lxd3 La4!? 25.Tc7+ Kd6. Alle stukken hangen bij wit, dus werd er een kwaliteit gegeven met 26.Tc5 Lxd1 27.Lxe4. Daarna werden zwarts torens in de hoek gezet en vervolgens buitgemaakt, zodat wit alsnog vrij simpel won.

Ook Leon Pliester was in een creatieve bui. In het damegambiet liet hij op de derde zet 3...a6 uit zijn vingers glippen. Al gauw kwam er een soort Stone Wall op het bord, waarin hij een kleine kwaliteit offerde voor een aanval. Helaas had die creativiteit niet het gehoopte resultaat: tegenstander Geert van der Stricht offerde een stuk in het centrum en kreeg toen zelf een sterke aanval, die ook meteen doorsloeg.

Cadeau

Aan de onderste borden kreeg BSG het wederom niet cadeau, terwijl daar toch juist de punten moesten worden gepakt. FM Henk kreeg in een slappe afruilfransoos tegen Paul Span een leuke aanval in handen. Althans, zo leek het, want voordat de witte aanval van de grond kwam, waren de stukken die het de zwarte koning lastig hadden moeten maken, al naast het bord gezet. Na de grootscheepse afruil werd er tot remise besloten. Voor Henk was zijn eerste halfje van het seizoen wel een mooi verjaardagscadeautje (hij is vandaag jarig)

Voor Ton van der Heijden zat dat halfje er niet in tegen Jasper Broekmeulen. De opening leek nog wel naar wens te gaan, maar vervolgens deed hij bijna alles fout wat je maar fout kunt doen. Hij moest al snel een pion inboeten, waarna wit over de h-lijn bij de koning kwam koekeloeren, wat meteen uit was. Het lijkt wel alsof Tons goede vorm in Wenen is achtergebleven. Beschaamd vroeg hij na afloop of hij die FM-titel nog steeds kon aanvragen...

Frans Borm kan 2011 schaaktechnisch ook maar beter vergeten. Tegen Niels Ondersteijn werd hij na de opening geleidelijk aan overspeeld. In de onderstaande stelling ontglipte hem 26.Pd3? en dat werd meteen afgestraft met 26...Dxd4! Toen er weldra een tweede pion zou verdwijnen, gooide onze bridgende IM de handdoek in de ring.


Patat op de bakkes

Alexander Berelowitsch dreef Daniel Fridman tot wanhoop. In het middenspel begonnen de twee grootmeesters elkaar om beurten pionnetjes af te snoepen. Toen de meeste stukken van het bord waren verdwenen, dacht de Letse grootmeester een zwart paard te hebben ingesloten. Met een reeks nauwkeurige zetten wist Berelowitsch zijn knol toch uit de gevarenzone te manoeuvreren, waarna de partij remise werd. Dat was wel een applausje waard.

Aan het vierde bord speelde Large tegen Twan Burg. De twee jongens hebben al geregeld de degens met elkaar gekruist. Meestal kreeg iemand dan de patat op de bakkes. Dit seizoen heeft Large alleen nog maar remises gescoord in de meesterklasse en daar kwam ook nu geen verandering in. De partij was een beetje een matte vertoning, waarin de tactische schermutselingen onder water optraden. Net na de tijdcontrole werd de vrede getekend.

Ewood was als laatste klaar. In een wilde partij gooide David van Kerkhof alles op de aanval. Het zag er allemaal erg link uit, maar in de tijdnoodfase liep het witte offensief vast, waarna Ewood in de counter toesloeg. Toen het mat onvermijdbaar was geworden, tikte de klok de laatste seconden van de witspeler weg.

Daarmee kwam de eindstand op 4-6. Het was een leuke en intense wedstrijd, die in vier uur was afgeraffeld, maar helaas kwam BSG toch weer niet in aanmerking voor matchpunten. Aangezien concurrent HSG opnieuw won en De Stukkenjagers maar blijven verrassen (is het dan nog wel een verrassing?), wordt het zo wel een loodzware klus voor BSG om degradatie te ontlopen. Het is te hopen dat 2012 BSG meer succes brengt. Dat schaakjaar begint overigens al op 7 januari. Op die dag wordt BSG namelijk geacht tegen Voerendaal te spelen. In Limburg. Een betere start kan BSG zich niet wensen...

BSG (2319) - HMC (2401) 4-6
1. Jesper de Groote (2134) - Jeroen Bosch m (2388) ½-½
2. Lennart Ootes (2185) - Benjamin Bok m (2502) 0-1
3. Alexander Berelowitsch g (2559) - Daniel Fridman g (2653) ½-½
4. Lars Ootes (2345) - Twan Burg m (2461) ½-½
5. Leon Pliester m (2378) - Geert van der Stricht m (2370) 0-1
6. Robert Ris m (2395) - Roi David Miedema m (2394) 1-0
7. Ewoud de Groote (2324) - David van Kerkhof (2307) 1-0
8. Henk van der Poel f (2283) - Paul Span f (2246) ½-½
9. Ton van der Heijden (2306) - Jasper Broekmeulen f (2379) 0-1
10. Frans Borm m (2276) - Niels Ondersteijn f (2309) 0-1

Doordat BSG 2 op het nippertje won van De Uil, verliet het eerste achttal van BSG de degradatiezone. Daardoor werd de schaakdag toch nog een beetje succesvol.

10 december 2011

De Stumass-dood

Het is alweer een aantal weekjes geleden dat Esther afscheid van ons nam. Om precies te zijn: aanstaande woensdag is het vier weken geleden. Ter afsluiting van deze periode gingen we met een groep naar de film. Het was de afsluiting van een tijdvlak.

Esther was in het begin dat ik bij Stumass kwam wonen mijn persoonlijk begeleid(st)er. In die tijd werd ons complex, dat uit een rij van drie huisjes bestond, door geheel andere bewoners bewoond dan nu. Tijd voor een terugblik!

Heel lang bestaat Stumass, een organisatie die begeleid wonen regelt voor studenten met autismespectrumstoornissen, nog niet. In 2009 werd in Nijmegen het eerste complex geopend. De vestiging in Amstelveen is een van de oudere vestigingen, die in juni vorig jaar werd geopend. Stumass Amstelveen bestaat uit een rijtje van drie huizen in het zuidwesten van Amstelveen, die allemaal in het bezit zijn van Stumass. Ik behoorde niet tot de bewoners die er direct na de oprichting in woonden, ik kwam pas een paar maandjes later in beeld.

Ik zal er geen misverstand over laten bestaan: ik zou uit mezelf nooit naar Stumass zijn gegaan. Mijn moeder vond het echter een goed idee en doordat een in de haast aangevraagd PGB snel werd toegekend, ging er een deur open. Na een intakegesprek was ineens alles in kannen en kruiken. Ik zou na de vakantie een nieuwe bewoner worden.

Voor Stumass was het belangrijk om de woningen vol te krijgen met studenten. Doordat iedere student dankzij zijn/haar PGB geld inlegt, kan daarvoor begeleiding worden ingehuurd. De huizen werden stap voor stap volgepropt met studenten. Als eerste was huisnummer 6 aan de beurt, het huis aan de kant van sneltrambaan. Dit huis werd aanvankelijk bevolkt door twee dames en een jongeman, die homo bleek te zijn. Aangezien de begeleiding ook uit dames bestond, werd het Stumass-complex in Amstelveen van hogerhand de tamelijk bizarre bijnaam “Casa fem” meegegeven. Andere complexen hadden overigens bijnamen als de “Roze Oliphant” of zo, refererend aan de roze kleur van het gebouw, dat was gebaseerd op het Stumass-logo. Dan liever nog “Casa fem”.

Weldra zouden de dingen echter veranderen. Zo was een van de dames al weg voordat ik kwam. Huis 6 werd nu alleen nog bewoond door Danya, een gedrongen Amsterdamse die Bio-informatica deed in Leiden, en Van Deursen, een al wat oudere jongen die een of andere talenstudie deed. Zelf zat ik in het middelste huis, met huisnummer 4, samen met Teun, die iets eerder dan ik bij Stumass was komen wonen. Hij was een slanke Friese jongen die nog jonger was dan m’n broertje. Hij stond nog aan het begin van zijn academische carrière, die in ieder geval met een wiskundige opleiding moest beginnen, terwijl ik bijna klaar was. In de kamer naast mij zat de begeleiding. Het was het kleinste kamertje op de bovenverdieping, maar doordat het studentenhuis al redelijk was volgestroomd, zou het weldra worden verhuurd aan een nieuwe student. De begeleiding verhuisde dan naar een nieuw te creëren kamer: de woonkamer van ons huis werd opgedeeld, waarna het kleine hokje bij het raam de kamer van de begeleiding werd.

Toen het schooljaar begon, was mijn kamer nog niet volledig ingericht: de vloer lag er al, de kasten stonden al tegen de muur en ik had al een bureau, maar het bed moest nog komen. Pas toen dat er lag, kwam ik voorzichtig een aantal keren mee-eten. De eerste keer dat ik dat deed, was Teun de kok. Hij had dus de taak om voor de hele groep te koken, iets wat me doodeng leek. Hij leek er echter niet zo mee te zitten. Hij vertelde over de ovenschotel die hij ging maken en dat het helemaal goed zou komen. Hij kreeg helemaal gelijk. Het was een topmaaltijd, terwijl het eigenlijk een heel simpel gerecht was.

De eerste weken bleef ik tijdens de maan- en woensdagen, als ik college had gehad, mee-eten, om daarna weer naar huis te gaan. We aten dan doorgaans met de hele groep in huisje 6, hoewel Van Deursen soms ook wel voor zichzelf kookte. In de beginfase vond ik het allemaal maar wat spannend, want ik toch een beetje de nieuwkomer. We zaten dus met z’n vieren of vijven aan tafel. Hoewel ik vaak bang was dat ik iets niet zou lusten, maakte ik dat niet vaak mee.

Op de maandagavonden maakte ik ook het “bewonersoverleg” mee. Bij de eerste keer werd me verzekerd dat het maar kort zou duren. Tien minuten of zo, dan hadden we het wel weer gehad. Uitgerekend de keer dat ik erbij was, ontstond er een stevig meningsverschil tussen Danya en Van Deursen. Het ging over de afwas en de ruzie liep hoog op. Van Deursen was zich van geen kwaad bewust, waardoor Danya alleen nog maar bozer werd. Er kwam voor mijn gevoel ook geen eind aan dit loopgravengevecht.

Pas na een maand kwam ik officieel bij Stumass wonen. Voor het eerst zou ik een nachtje in m’n nieuwe bed slapen. Ook betekende het dat ik nu zelf eens in de week zou moeten koken. Doordat we met vier studenten waren, kwam iedereen wel een keer aan bod, of althans, dat was in theorie zo: van maandag tot en met donderdag werd er gekookt, op vrijdag gingen de meeste studenten naar huis, dus werd er onderling maar wat gedaan. In het begin werd ik bij mijn kooktaak gelukkig geholpen door de begeleiding. In het begin was dat Esther, die, zoals gezegd, mijn persoonlijk begeleidster was. Vaak maakte ik een gerecht dat bestond uit een stukje vlees, groenten en aardappelen of rijst. Doordat Esther vegetariër was, moest er dan ook een stukje nepvlees bij. Al met al waren het best bewerkelijke gerechten.

Natuurlijk hoefde ik niet altijd te koken. Zo kon ik ook meekijken hoe anderen het deden. Vaak was het een dolle boel. De ene dag kookte Teun en assisteerde Danya hem, de andere dag was het andersom. Zelf kon ik ook vaak meelachen, zoals die keer dat Esther vol smaak een vegaburger verorberde die slechts enkele seconden in de pan had gelegen. Ook werd er een keer een opname gemaakt tijdens het eten. Het was een filmpje dat volgens mij voor Stumass-doeleinden zou worden gebruikt. Ditmaal was Myrthe de dienstdoende begeleidster. We aten iets als doperwten of sperziebonen en dat had ze nog nooit eerder gegeten. Het leverde een grappig fragment op, waar ze zich er een beetje voor schaamde, dus ze was blij dat de camera nog niet aan stond. Maar dat stond 'ie dus wel…

Naast koken moest ik ook nog andere huishoudelijke taken doen, zoals de badkamer schoonmaken, de huiskamer of anders wel het trappenhuis. Anders dan thuis was ik nu veel meer tijd kwijt aan het onderhoud van het huis. En dan kwam die lastige studie daar ook nog bij. In de kamer naast me studeerde Teun bijna de hele dag. Hij deed eigenlijk alles thuis, want hij had niet echt zin om in de (chaotische) les te komen. Bij mij was het bijna andersom.

Het was een feestelijke dag, de dag van mijn buluitreiking. Het was tevens de dag waarop ik mijn nieuwe huisgenootje zag: Annemarije. Zij was zo’n beetje het buurmeisje van Teun en zij zou het kamertje naast me innemen. Het was dus het kamertje dat van de begeleiding was geweest. Daardoor was het tweede huis helemaal gevuld, terwijl er in het eerste huis nog steeds een kamer vrij was. De verdeling zou nog schever worden, want al snel bleek dat Van Deursen niet meer kon blijven. Men was niet tevreden over zijn voortgang, waardoor hij in het nieuwe jaar weg moest. Wel kon hij nog een tijdje in zijn eentje in het derde huis wonen, maar erg blij was hij niet met de gang van zaken. Hij vond dat Stumass juist zo veel goede dingen voor hem had gedaan en dat hij de vriendschappen in beginperiode van zijn verblijf zo had gewaardeerd.

Nu het centrum van de macht volledig in het middelste huis kwam te liggen, werd besloten om ook in het middelste huis te koken. Daar was ik natuurlijk wel blij mee, want dan hoefde ik niet steeds door twee voordeuren te lopen om te eten. Voor de was moest dat wel, want er was nog steeds maar één wasmachine en die stond in het eerste huis. In ons huis kwam geen wasmachine, want het ding bracht zou ook een hoop overlast met zich meebrengen.

In deze tijd kwam er weer een nieuwe student: Robert. Hij vond het geen probleem om meteen al te koken. Het was de eerste dag dat we in het middelste huis gingen koken en hij zette een hutspot op tafel. Pas in het nieuwe jaar zou hij bij Stumass komen wonen. Hij zou in het eerste huis komen wonen. Toen ging het hard, want in het nieuwe jaar klopten er weer twee nieuwe studenten aan: Koen en Pepijn. Koen ging naar het derde huis, waar Van Deursen zijn biezen had gepakt en Pepijn ging in het laatste kamertje van het eerste huis. De naam “Casa fem” begon nu wel erg misplaatst te worden…

In het nieuwe jaar ging alles anders dan daarvoor. Allereerst werd er van persoonlijk begeleider gewisseld. Zo werd Myrthe de persoonlijk begeleidster van mij en Annemarije, terwijl Esther de persoonlijk begeleidster werd van Teun en Danya. Ik kan me zo voorstellen dat dat te maken had met de plagerijen van die twee aan het adres van Myrthe. Daarnaast zou Alette, een nieuwe begeleidster, de persoonlijk begeleidster worden van de nieuwelingen.

In deze tijd worstelde ik behoorlijk met m’n studie. Gelukkig hielp het doortastende optreden van Myrthe me erdoorheen. Al snel was ik tevreden over de gedwongen overstap. Esther en Mythe verschilden behoorlijk van elkaar. Myrthe was van mijn leeftijd, Esther was aanzienlijk ouder. Myrthe was zeer gestructureerd en daar had ik na het nieuwe jaar, toen ik weinig structuur had van m’n studie, veel aan.

Hoewel er steeds meer studenten kwamen, werd het aan tafel steeds rustiger. Steeds meer studenten gingen zelf een maaltje bereiden. Steeds vaker bleven ze tot ’s avonds laat op de uni, waar ze zich dan lieten afzetten door de lokale uitbater. Zo werd Teun zelfs aangemoedigd om maar wat minder te studeren en meer lol te maken, iets wat ze mij aanvankelijk ook hadden voorgehouden. Het werd er aan tafel in ieder geval niet gezelliger op. Af en toe zat ik zelfs alleen met de begeleiding te eten.

Het voorjaar was dan ook vrij saai te noemen, zeker toen ik me met m’n scriptie ging bezighouden. Desondanks kreeg ik wel een klik met m’n (nieuwe) huisgenoten. Met Annemarije kreeg ik steeds beter contact, terwijl ik het met gentleman Pepijn ook goed kon vinden. Dan was er nog Robert, de spraakwaterval die van zo’n beetje alles wel op de hoogte was. Zo zaten we een keer tijdens een Champions League-wedstrijd tot vervelens toe (voor Danya) over het Internationaal Fonetisch Alfabet te lullen.

De lente brak aan en we gingen wat meer aan lichaamsbeweging doen. Zo kreeg ik een fiets. Ook gingen we soms na het eten met z’n allen voetballen. Daarnaast hadden we het plaatselijke zwembad ontdekt. Het was ook een schok voor mij toen ik hoorde dat Teun ons in mei zou verlaten. Hij vond deze woonvorm eigenlijk toch niks. Liever had hij een huisje voor zichzelf. Daarmee was hij alweer de derde student die sinds de oprichting vertrok. Wel zou hij nog twee maanden huur betalen en zou hij zijn afscheid vieren met meerdere taarten, maar van dat laatste is helaas niks gekomen.

In diezelfde periode kregen we een nieuwe begeleidster: Savannah, iemand die weer wat ouder was dan de studenten. Zodoende hadden we nu al vier begeleidsters, die elkaar mooi konden afwisselen. Daar stond echter tegenover dat Myrthe haar vertrek aankondigde. Slechts tot de zomervakantie zou ze nog bij Stumass werken. Het was een behoorlijke klap voor me: wéér iemand van het eerste moment die wegging. En wat voor een…

Met de nieuwe studenten wilde het niet meer zo vlotten. Af en toe kwam er weer iemand op bezoek, maar echt veel leverde het niet op. Ondertussen kondigde ook Danya haar vertrek aan. Zij wilde een eigen huisje in de Bijlmer, waar ze nog wel “ambulante” begeleiding kreeg. Toch stroomde Stumass niet leeg. In de zomer kwamen weer twee nieuwe studenten aan: een tweede Koen en Christina. De tweede Koen, zonder onderbenen, had ik nog voor de vakantie gezien. Christina was nieuw voor me, net als Renée, een nieuwe begeleidster.

Zodoende hadden we zeven studenten. Christina nam de kamer van Danya over en Koen die van Teun. In het derde huis waren nog steeds twee kamers leeg. Daarvoor werd een tijdelijke oplossing gevonden, want Youri, een student Natuur- en Sterrenkunde in Utrecht, kwam tijdelijk bij ons wonen. Daardoor kon de begeleiding dubbele diensten gaan draaien op de maandag.

In Adinda werd de benodigde nieuwe begeleidster gevonden, die nodig was doordat Esther naar een nieuwe Stumass-inrichting in Utrecht zou gaan. Deze vestiging zou aanvankelijk in oktober gereed zijn, maar het werd december. Ruim drie weken geleden was het zover en daarmee zijn alle oorspronkelijke bewoners/begeleiders vertrokken. Het oude Stumass Amstelveen is dood, is dit nu Stumass Amstelveen 2.0? Het lijkt me duidelijk dat “Casa fem” echt niet meer kan. Kan iemand anders nog een toepasselijke naam bedenken voor ons complex? In ieder geval vind ik het jammer dat het zo snel gelopen is. Binnen anderhalf jaar heeft het complex volledig nieuwe bewoners gekregen en inmiddels ben ik de langstzittende persoon. Maar hoelang nog?

08 december 2011

Zuid-Europa speelt de bal rond

Omkoping of protest?

"Ajax verliest en is uitgeschakeld", kopte de NOS. In een volledig kritiekloos artikel werd de teleurstellende Champions League-avond beschreven. Ajax verloor met 0-3 van Real Madrid en doordat Olympique Lyonnais met 1-7 won van Dinamo Zagreb, gingen de Fransen alsnog door. "Kan gebeuren", leek de teneur van het artikel te zijn, maar dat was wel erg naïef.

Ajax begon met een ogenschijnlijk veilige marge aan het laatste groepsduel. Wel speelde Ajax tegen het ongenaakbare Real Madrid, maar het was de laatste wedstrijd en Ajax speelde thuis. Misschien kregen ze wel een gentleman's draw, waarmee ze door waren, want ze stonden een zege voor op Lyon, dat tegen Dinamo Zagreb, de kneus uit de poule speelde:

1.Real Madrid   15 16-2
2.Ajax           8 6-3
3.Olympique Lyon 5 2-6
4.Dinamo Zagreb  0 2-15

Lyon moest dus nog een verschil van zeven doelpunten wegwerken in de laatste wedstrijd en bovendien speelden de Fransen uit. Niet dat dat heel veel hoefde uit te maken, want Zagreb had al z'n wedstrijden verloren. Tegen Real Madrid bleef de schade beperkt tot 0-1, tegen Ajax verloren ze met 0-2. Daarnaast had Lyon in de vijf voorrondewedstrijden slechts twee keer gescoord: thuis tegen Zagreb. Een monsterscore tegen de koploper van Kroatië behoorde dus niet tot de verwachting.

Al met al waren Lyon en Ajax heel erg gewaagd aan elkaar. De onderlinge duels eindigden in 0-0, dus een felle strijd om de tweede plaats, die in feite net zo lucratief is als de groepswinst, en de derde plaats, die goed is voor een veel lager aangeschreven Europa League-toernooi, lag in het verschiet. Maar het was duidelijk: Ajax was favoriet.

Toch was het maar de vraag of Ajax zich op eigen kracht zou plaatsen. Vorig seizoen verloor het met Jol nog met 2-0 en 0-4. Onder De Boer werd dit jaar in Madrid met 3-0 verloren. Zou De Koninklijke, dat overmorgen de kraker tegen Barcelona speelt, zich inhouden? Kansen kwamen er uiteindelijk ook, maar niet nadat het B-team van Madrid al een keer gescoord had. Iets met een buitenspelval en ene Callejon die Verfmeer in alle rust een panna kon verkopen. Daarna mocht Ajax het proberen, maar ze werden tegengewerkt door de grensrechter, die tot tweemaal toe een treffer weigerde op te nemen in de administratie. Mourinho moest toezien hoe zijn landgenoot een grotere stempel op de wedstrijd drukte dan hijzelf. Vlak voor rust werd het nog 0-2, doordat Blind zijn naam eer aan deed, maar doordat Zagreb-Lyon nog 1-1 stond, zal de thee in de Ajax-kleedkamer nog wel te nassen zijn geweest.

In de tweede helft ging het van kwaad tot erger. Niet zozeer in Amsterdam, maar wel in Zagreb. De thuisploeg, die met tien man was komen te staan, legde in de tweede helft de rode loper uit naar hun doel. Grijnzend werden de tegentreffers in ontvangst genomen. Binnen de kortste keren stond het 1-4 voor het B-team van Lyon en was Ajax in de gevarenzone gekomen.

Terwijl in Zagreb de doelpunten als rijpe appels vielen, kreeg Ajax niet erg veel meer voor elkaar. Waar Lyon na de 1-7 het wel voor gezien hield, kreeg Ajax in de blessuretijd nog de 0-3 om de oren. Dat kon er ook nog wel bij.

Bij Ajax duurde het nog wel even voordat ze erachter kwamen dat Zagreb ze een oor had aangenaaid door er wel erg nadrukkelijk met de pet naar te gooien. Je vraagt je af waar Ajax dit aan te danken had. Was het een samenzwering van de Zuid-Europese landen, die elkaar mooi de bal toespeelden? Was er sprake van omkoping? Of wilden de hoge heren Olympique Lyonnais per se in de Champions League houden ten koste van Ajax?

In ieder geval krijgt het verhaal nog een staartje, want de wedstrijd wordt onderzocht, maar waarschijnlijk schiet Ajax er niks mee op. "Hadden ze maar niet moeten verliezen", roepen de Feijenoord-, PSV- en FC Utrecht-supporters dan. Natuurlijk had Ajax de ellende voor een deel aan zichzelf te wijten, maar als de twee doelpunten niet waren afgekeurd, had de wedstrijd er ook heel anders uitgezien. Helaas is het Ajax maar niet gegund om te scoren tegen (misschien wel) de sterkste ploeg ter wereld. Qua spel was een remise niet onverdiend geweest en De Boer had het idee dat een 2-2 een reëel resultaat was. Dat zat er niet in, waardoor Ajax door de "omkoping" zelfs nog naast het Champions League-ticket greep. Of zat het anders?

Bij Zagreb kostte de oorwassing trainer Jurcic namelijk zijn baan. Het publiek was namelijk niet zo blij met de grote nederlaag en het bestuur pruimde het ook niet. De trainer stamelde over "problemen in de kleedkamer". Misschien was de tweede helft tegen Lyon ook wel een statement van de spelers, door min of meer te staken.  Voor Ajax kwam die staking dan op een wel erg ongelukkig moment, want achteraf kostte het het team dus de felbegeerde plaats in de knock-outfase van Champions League, waar het team al sinds 2006 niet meer in heeft gespeeld.

Komende tijd weten we waarschijnlijk meer over de toedracht. Was er sprake van omkoping, of werd Ajax gewoon de dupe van een rebellerend team? Eigenlijk wel jammer als het zo is, want "omkoping" klinkt veel interessanter. Maar het blijft een schandalig stukje competitievervalsing!

03 december 2011

Het echte leven

Gisteren moest ik voor het eerst in lange tijd weer betalen voor het openbaar vervoer. Ik maakte zeven euro over, in ruil voor een pasje dat me een onbezorgde reis zou bezorgen. Misschien was het wel gewoon weggegooid geld, want ik ben in al die jaren nog nooit gecontroleerd, maar als je net je Master hebt behaald, wil je niet meteen in aanraking komen met de controleurs van het GVB.

Het was al een tijdje bekend, hoewel ik er nog niet over bericht heb. Ik heb m’n studie dus met succes afgerond, want ik heb mijn Master behaald. Het laatste tentamencijfer liet nog even op zich wachten, maar op 16 november, precies een week nadat was afgesproken, waren de cijfers bekendgemaakt. Vol spanning keek ik op de cijferlijst. Toen ik mijn studentnummer had gevonden, kon ik het bijna niet geloven. Ik had het gehaald! Die dag had ik, toevallig, een afspraak met de decaan, die me verder kon helpen met de te nemen stappen. Het bulaanvraagformulier werd ook maar meteen afgeleverd bij het studiesecretariaat. Tot het eind van de maand zou ik nog student zijn, daarna niet meer.

In de eerstvolgende dagen ben ik redelijk met cadeaus overladen. Van mijn medestudenten kreeg ik een kaart en een taart en m’n ouders dachten me met zo’n modern Ipad-geval blij te maken. Zo was alles alsnog goed gekomen, iets wat ik me een aantal jaar geleden niet had kunnen voorstellen, want mijn studententijd kende ook mindere fases.

Een jaartje STREEM

Al met al heb ik zeven jaar en twee (officieel drie) maanden gestudeerd. Het begon met Natuurwetenschap en Innovatiemanagement in Utrecht, waarna ik me twee jaar heb stukgebeten op Econometrie. Vervolgens ben ik Aarde en Economie gaan doen en dat was een schot in de roos. In precies drie jaar haalde ik de vakken, waarna ik de eenjarige Master STREEM (Spatial, Transport and Environmental Economics) volgde.

Het was geen gemakkelijke tijd, vorig jaar aan het eind van de vakantie. Terwijl mijn nieuwe kamer werd ingericht, moest ik nog mijn laatste tentamen leren, waarna ik me net op tijd kon inschrijven voor de Master. Van tevoren zag ik het nog zonnig in: zoals dat bij economische studies gebruikelijk is, had ik twee vrije dagen in de week. Dan kon ik op alle gemak de economische opgaven doen waar ik in het verleden vaak goed in was.

In de praktijk viel het erg tegen. Die maandag hadden we de eerste lessen en meteen waren de hoopvolle voorspellingen verdwenen. Jargon, vreemde afkortingen, complex geleuter: echt wijs werd ik niet van de eerste colleges. We zaten met een behoorlijke groep in kleine klaslokaaltjes: naast een kluitje STREEM-studenten waren er ook een heleboel studenten van een andere economische opleiding. Tijdens de eerste drie weken zaten we met beide vakken, Micro-economics en Advanced Methods, met die andere groep opgescheept. De vakken waren verder wel goed gesynchroniseerd: van tevoren was iedereen at random in een werkgroepje ingedeeld en die indeling gold voor beide vakken. Zelf was ik in een groepje met twee chicks ingedeeld: een Oostenrijkse en een Griekse. De communicatie was lastig en ook wat betreft leerstof werden we behoorlijk in het diepe gegooid. Alleen Evelyn leek alles prima te begrijpen, terwijl ik vaak (bij Micro) geen idee had wat er van me werd verlangd. Ik voelde me behoorlijk dom.

De andere Aarde-en-Economie-studenten hadden in een bepaald opzicht meer mazzel: zij waren op de een of andere manier niet op tijd door het studiesecretariaat ingeschreven, waardoor ze de dans waren ontsprongen bij de groepsformatie. Zij vormden dus met elkaar een groepje. Daar hadden ze aan de ene kant geluk mee, aan de andere kant behaalde mijn groepje cijfers waar zij alleen van konden dromen. Toch had ik graag met ze geruild, want nu zat ik iedere dinsdag en donderdag tot vervelens toe aan die opgaven te prutsen met mijn groepsgenoten. Wat vorderde het werk traag en wat gingen de wijzers van de klok snel. Het deed me een beetje denken aan wat m’n moeder vroeger soms deed als ik m’n toetje niet meer op kreeg: ze bewaarde het in de koelkast, zodat ik het restje de dag erna kon verorberen. Tegen heug en meug zat ik dan een onaantrekkelijk ogende suspensie, waar al het leven uit was gegaan, op te eten, totdat het schaaltje leeg was. Nu duurde en duurde het maar voordat de opgaven klaar waren, waardoor we pas rond een uur of zeven naar huis konden, waarna ik m’n moeder maar belde dat ik weer wat later zou komen. Het ergste was eigenlijk nog wel dat ik ondanks de tijdsinvestering amper wat had geleerd.

In het tweede deel van Micro-economie kregen we vakken die wat meer op ons onderzoeksgebied waren toegespitst. De stof werd wat beter behapbaar en dat was wel nodig ook. Advanced Methods, wat eigenlijk gewoon een statistiekvak was, ging op dezelfde voet verder als eerst. Gelukkig begreep ik daar wat meer van, hoewel ik ook afhaakte als het over “finite fourth moments” ging. Wat het precies betekende en wat het praktisch nut ervan was, werd me vaak niet duidelijk. Kortom: typisch een gevalletje van docentengewauwel.

Uiteindelijk werd het tijd voor de eerste tentamenweek van de Master, waarin getest zou worden of we voldoende hadden opgestoken van de lessen. Door de goede werkcollegecijfers hoefde ik geen al te hoog cijfer te halen op het tentamen, maar dat deed ik natuurlijk wel. Althans, ik zakte grandioos voor Micro. Advanced Methods had ik tot mijn stomme verbazing wel gehaald. Had die rotperiode toch nog iets opgeleverd!

Intuïtie

Inmiddels woonde ik alweer een tijdje in Amstelveen, maar daar vertel ik een andere keer nog wel meer over. Het scheelde me in ieder geval wat reistijd voor de drie vakken die ik hierna zou krijgen. Van tevoren had ik een inschatting gemaakt van de vele vakken die ik voor de tweede periode kon kiezen. Naast een verplicht vak had ik de keuze uit enkele (ja ja, het woord zegt het al) keuzevakken. Ik dacht dat Network Analysis en Applied Transport Economics niet zo heel moeilijk zouden zijn. Daarnaast koos ik voor Regional & Urban Economics, een van de “verplichte” vakken. Zin in stoeien met Arc GIS had ik niet.

Al snel bleek dat mijn inschatting juist was. Network was niet al te moeilijk, terwijl Applied Transport een toepassing was van de dingen die ik met Advanced Methods had geleerd (veel regressiemodellen met Stata), wat ook leuk was. Urban was moeilijker te volgen, maar dat kwam vooral door het vrij complexe economische model (met daarin uiteraard veel formules) dat werd behandeld.

Voor mij was het in ieder geval een rustigere periode, waarin ik eindelijk een beetje tot rust kon komen. Ik raakte een beetje gewend aan het studentenhuis, kreeg m’n bul uitgereikt en ik werkte voor de werkcolleges samen met leuke mensen. Het verschil met het prille begin van de Master kon bijna niet groter. Dit was een beetje hoe ik de Master mij van tevoren had voorgesteld.

Desondanks zaten er natuurlijk ook minder leuke momenten aan de vakken: naast tentamens had ik ook nog een presentatie voor Urban, alweer aan het eind van de lessen. Daarna mocht ik weer tentamens gaan leren. Doordat de tentamens vaak op een ongelukkig tijdstip werden gehouden, overnachtte ik in de tentamenweek weer “thuis”. De tentamens verliepen zeker niet zoals ik gedacht had, maar uiteindelijk had ik ze wel alle drie gehaald, wat ik eveneens een beetje apart vond. Uitgerekend Urban, het vak dat ik het moeilijkst vond, ging nog relatief het best op het tentamen. Applied Transport liep daarentegen voor geen meter. Een mager zesje was daardoor mijn deel, waar ik achteraf maar wat blij mee was.

Vaag

Na een weekje kerstvakantie mocht ik in het nieuwe jaar weer knallen: we hadden een vak waarin het de bedoeling was alvast literatuur te zoeken als (eventuele) voorbereiding van je Masterthesis. Voor deze Thesis had ik inmiddels een onderwerp: het werd een nog nader te bepalen aspect van het onderwerp parkeren. Het vak bestond vooral uit zelfstudie, maar dat ging me niet erg goed af. Ik had amper een idee wat er nou van me verwacht werd.

Inmiddels was ik gelukkig (?) geswitcht van persoonlijk begeleid(st)er bij mijn studentenhuis. Myrthe, de nieuwe persoonlijk begeleidster, wist wel van aanpakken. Met mij ging het namelijk slecht. Ik wist niet goed wat ik moest doen voor het vak en ik miste de structuur door het ontbreken van een vaste dagindeling. Het gevolg: ik was iedere dag moe. Daarom planden we een gesprek met de docent van het vak, Mark L., een goedlachse docent, maar ook een beetje een chaoot. In een gesprek, waar ook Jos, mijn scriptiebegeleider, bij was, kregen we eindelijk scherp wat de bedoeling was. Vervolgens ben ik als een gek aan de slag gegaan en uiteindelijk haalde ik het vak op het nippertje, na mijn medestudenten te hebben verrijkt met een gelikte presentatie in een taal die op Brits-Engels had moeten lijken.

Donald Duck

Doordat ik eerder drie vakken had gevolgd, hoefde ik er nu nog maar één. Ik besloot Transport Economics te volgen, dat leek me wel aansluiten op Applied Transport Economics. Dat viel uiteindelijk wel wat tegen. Wel had ik nu veel tijd en die kon ik gebruiken om aan m’n scriptie te werken. Zoals zo vaak ging me dat maar matig af. Het werk vorderde langzaam. Een gebrek aan urgentie was de hoofdschuldige, hoewel ik ook vooral met de saaie dingen was begonnen: literatuur zoeken, achter informatie over het parkeerbeleid komen en dat soort saaie dingen. Liever zat ik oude Donald Ducks te lezen.

Het tentamen van Transport had ik geleerd aan de hand van een zelfgemaakt uittreksel. Doordat ik bij het opstellen van het document de formules geregeld was tegengekomen, bleven ze redelijk in m’n hoofd. Ik begon de onderwerpen op een gedetailleerder niveau te begrijpen, hoewel ik nog steeds niet helemaal overtuigd was of het genoeg was om het tentamen te halen. Uiteindelijk sloot ik het vak af met een mooie 8, waar had ik me eigenlijk zorgen om gemaakt?

Thesis

Ik had dus alle vakken gehad en nu moest ik in drie maanden proberen een goede Thesis te schrijven. Ik was blij dat ik een onderwerp had en dat er een vrij strak tijdschema was bedacht, zodat ik niet, zoals het jaar ervoor, pas halverwege de vakantie klaar was. In de eerste weken was ik echter nog steeds bezig met de saaie dingen en pas later ging ik eindelijk van start met het leuke: de data analyseren in Stata (een statistieksoftwarepakket). Toen kwamen de moeilijkheden pas echt. Welke data gooi je weg, welke variabelen neem je op in de vergelijking, enz., enz.

Tussendoor hadden we een aantal presentaties. De groep was in drieën opgeknipt, gebaseerd op het thema, waardoor er nog maar iets van zeven of acht toehoorders overbleven. In theorie althans, want in de praktijk waren het er nog minder. Wie mijn presentaties heeft gevolgd, zal het wel zijn opgevallen dat de uiteindelijke onderzoeksopzet veel veranderingen heeft ondergaan. Zelfs de ontwerpversie onderging nog grote veranderingen naar het eindresultaat. Uiteindelijk was ik tevreden over het boekwerk en dan vooral de vormgeving. Inhoudelijk was het wat minder en dat kwam vooral doordat ik geen overtuigende conclusie kon trekken: de resultaten hingen sterk af van de specificatie van het model. Wel heb ik een tijd kunnen doen wat ik graag doe: stukjes schrijven en “recepten” schrijven voor Stata. Dat ik uiteindelijk een 8 kreeg, was al helemaal mooi.

Zo ging ik trots de vakantie in. In het nieuwe jaar moest ik nog één vak doen: Micro. Ditmaal moest het me toch lukken? Samen met een heleboel Aarde-en-Economie-studenten ging ik de strijd aan. Hoewel het helaas niet mogelijk was om vrijstelling te krijgen voor de opdrachten, was die domme voorbedachte groepssamenstelling overboord gegooid, zodat ik een groepje kon vormen met degenen waarmee ik jarenlang in de klas had gezeten. Het ging tijdens de werkcolleges zelfs zo goed, dat ik me bijna niet voor kon stellen dat het een jaar ervoor niet was gelukt. Wat een contrast! Natuurlijk scheelde het dat ik maar één vak had, maar nu haalden we meteen flink hoge cijfers en leek het allemaal betrekkelijk eenvoudig. Tijdens de werkcolleges was Kasper de ster. Ik hoopte dat ik tijdens het tentamen de schijn kon ophouden dat dat cijfer evenzeer tot stand was gekomen door mijn inspanningen. Ik wilde niet nog een keer meeliften en dan “nat gaan” op het tentamen. Opmerkelijk genoeg behaalde ik vervolgens het hoogste cijfer van mijn groepje…

Daarmee rondde ik mijn Master succesvol af. Het “echte” leven kan beginnen, of heb ik dat juist net afgesloten?

29 november 2011

De onzin van 130 km/u op de snelweg

Goed nieuws voor de automobilisten: zij mogen vanaf volgend jaar op veel snelwegen ongestraft met een vaartje van 130 kilometer per uur raggen. "Tijdwinst", zegt de een, "roekeloos" zegt de ander. Tijd voor een economische analyse, zeg ik dan.

De hogere maximumsnelheid zou volgens de berekeningen van de minister van Infrastructuur, Melanie Schultz von Hägen, 20 000 werkuren per dag opleveren. De lyrische columnist beschreef de voor- en nadelen van de maatregel als volgt:

Tijdwinst: 20.000 werkuren per dag. Genoeg om de kosten te dekken van extra brandstof, uitstoot van schadelijke dampen en verkeersongevallen. Virtueel evenwichtig!

20.000 uren per dag, dat is niet niks. En dat allemaal doordat mensen met 130 kilometer per uur kunnen rijden in plaats van 120 kilometer per uur. De baten van deze reistijdsbesparing zijn vrij gemakkelijk in geld uit te drukken. Uit mijn Bachelorthesis bleek dat de waarde van tijd van automobilisten in Nederland ongeveer tien euro per uur is. De baten bedragen dus 200.000 euro per dag, ofwel ruim zeventig miljoen euro per jaar.

Daar staan natuurlijk ook veel kosten tegenover, zoals extra schade aan het milieu en mogelijk extra verkeersslachtoffers. Aangezien het eerste wat lastig is om te meten en het tweede om ethische gronden moeilijk in cijfers is uit te rekenen, zal ik me eerst richten op een andere kostenpost: de brandstofkosten.

Het brandstofverbruik hangt op de snelweg heel erg af van het vermogen dat de motor moet leveren. Als een auto met een constante snelheid rijdt (een sterk versimpelde weergave van hoe het er in werkelijkheid aan toegaat op de snelweg), dan wordt het door de motor geleverde vermogen volledig opgebruikt aan wrijvingskrachten. Daarbij is de luchtweerstand bij hoge snelheden de dominante factor. Uit je natuurkundelessen weet je waarschijnlijk nog wel dat de luchtweerstand kwadratisch oploopt met de snelheid.

Een verhoging van de maximumsnelheid van 120 naar 130 kilometer per uur zorgt daardoor in theorie voor een verhoging van het verbruik per traject van maar liefst 17 procent. In de praktijk zal het wel minder zijn, omdat dan de rolwrijving een (zij het niet al te grote) rol speelt. De rolwrijving is onafhankelijk van de snelheid en zorgt dus voor een matigende rol op het verbruiksverschil.

Uit mijn eerdere bron bleek dat er 20.000 werkuren per dag worden bespaard. Een kleine rekensom leert dat de oorspronkelijke reistijd van alle forenzen 260.000 uur per dag was, en dit wordt 240.000 uur. In deze tijd wordt een afstand afgelegd van zo'n 31 miljoen kilometer. Hoeveel brandstof is er nodig om deze afstand af te leggen?

Als ik uitga van een verbruik van 1:12,5 (8 liter per 100 kilometer) bij 120 km/u, dan schat ik een verbruik van 9,4 liter per 100 kilometer bij 130 km/u. Dat levert een verschil op van ruim 400.000 liter brandstof per dag. Bij een benzineprijs van € 1,40 per liter, is dat een kostenpost van zo'n 600.000 euro per dag voor de automobilisten.

De baten van de automobilisten waren 200.000 euro per dag en die steken daar schril bij af. De kosten voor de automobilisten zijn in feite hoger dan hun baten. Het sneue is eigenlijk dat ze dat niet eens doorhebben. Ze laten zich graag een poot uitdraaien door het kabinet en ze zijn onze regering er nog dankbaar voor ook. Ieder land krijgt de regering die het verdient, zal ik maar zeggen.

In dat opzicht is het kabinet de echte winnaar, want het ontvangt een slordige 400.000 euro per dag aan extra accijnzen voor de populaire maatregel. En dat terwijl de snelheidsverhogende maatregel naar verwachting "3 tot 7 doden" (extra) op jaarbasis aan de negatieve kant van de balans oplevert. En dan heb ik het nog niet eens over de ernstig gewonden. Daarom komt er een verkeersveiligheidsverberingsplan. De kosten hiervan bedragen 85 miljoen euro (Sp!ts, 29 november 2011). Ondertussen moet het kabinet aan alle kanten geld bij elkaar graaien voor de bezuinigingen, maar dit soort rechtse hobby's kunnen wel gewoon gesubsidieerd worden. Tel uit je winst.

27 november 2011

Webbers rampjaar op de valreep geen rampjaar

Met een matte race in Brazilië eindigde het 2011-seizoen van de Formule 1. Het was het jaar van de Pirelli-banden, het Drag Reduction System en de onophoudelijke zegetocht van Fattle, die met twee vingers in de neus kampioen werd. Teamgenootje Webber had nog geen race gewonnen. Nou ja, tot vandaag dan. Daarmee hebben we het opzienbarendste van de race wel weer gehad, want interessant werd het nooit.

Vorig jaar vocht hij nog voor de wereldtitel mee, dit jaar was hij wel erg nadrukkelijk de tweede man bij zijn team: Webber was totaal geen partij voor Fattle, die zijn vijftiende pole van het seizoen pakte. Ditmaal stond Webber nog wel naast hem op de eerste startrij. Waar zijn teamgenootje dit seizoen al elf keer won, lukte Webber dat tot dusver niet. De ene keer was hij niet snel genoeg, de andere keer verprutste hij zijn start en anders gooide de bandenslijtage weer roet in het eten. Des te gênanter dat het Luis, Button en Alonso wel lukte om een race te winnen, ondanks dat zij niet de snelste auto hadden.

Voor Webber stond de tweede plaats in het rijderskampioenschap nog op het spel. Dan moest hij wel afrekenen met Button en Alonso, die een comfortabele voorsprong in het kampioenschap hadden. Verder vochten de Mercedes-coureurs een onderling gevecht uit, terwijl Subtiel zijn vizier had gericht op de negende plek in het kampioenschap. Verder waren Toro Rosso en Sauber nog aan het strijden om de zevende plaats in het constructeurskampioenschap.

Brazilianen kansloos

Hoe interessant het ook allemaal was, in de race gebeurde er eigenlijk te weinig om niet de hele tijd naar het telraam te kijken. Bij de start spoot Fattle ervandoor, voor Webber, Button en Alonso, die Luis had verschalkt bij de start. Het wachten was op de regen die zou vallen. Het hele weekend werd erop gespeculeerd. Zo reed local hero Barrichello zijn laatste race van zijn carrière met een natweerafstelling. Een foute gok, want er zou in de race geen druppel vallen. Bovendien zette hij zijn keurige twaalfde startplaats om in een achttiende plek na de eerste bocht, waardoor hij kansloos was om voor eigen publiek te schitteren.

Datzelfde gebeurde met de neef van Senna. Hij was niet al te snel onderweg en Shoeface wilde hem maar al te graag passeren. De zevenvoudig wereldkampioen haalde de Braziliaan buitenom in bij het aanremmen van de eerste bocht. Senna kleunde wat onbeholpen tegen de Mercedes aan, maar dat was nog niks vergeleken wat er daarna gebeurde. Shoeface sneed de Renault, die een deel van zijn voorvleugel verloor, terwijl Shoeface' band werd lekgestoken. Hij spinde bijna en kon na een langzame ronde over het circuit eindelijk zijn monteurs bezoeken. Opmerkelijk genoeg overkwam hem vijf jaar geleden, in zijn laatste race, precies hetzelfde. Destijds was zijn Ferrari zo snel dat hij alsnog stevig in de punten kon rijden. Nu, in de Mercedes, was dat niet meer mogelijk. Senna werd door de wedstrijdleiding als schuldige aangewezen en kreeg een drivethroughpenalty. Daarmee werd hij veroordeeld tot een verblijf in de onderste regionen.

Versnellingsbak

Vooraan had Button moeite om snelheid uit zijn McLaren te persen. Alonso naderde hem en in in de achtergrond komt Luis opzetten. Met een even gedurfde als geniale inhaalactie ging Alonso de Brit buitenom voorbij. Het was duidelijk dat de McLarens in de openingsfase flink aan het tobben waren. Bij Red Bull lijkt alles op rolletjes te gaan, maar ook daar hebben ze zo hun problemen. Zo heeft Fattle een versnellingsbakprobleem. Leek het erop dat Red Bull dit jaar gezegend was met een onverwoestbare auto, dan hebben de laatste twee races anders uitgewezen. Bij Red Bull verwacht men dat de bolide met startnummer 1 niet eens de helft van de race haalt.

De koplopers blijken ineens op een driestopstrategie te zitten. Voor de race werd juist verwacht dat iedereen maar twee pitstops zou maken. Waarom ook niet? Sinds de zomer gebeuren er weinig gekke dingen meer met de banden. Daarom had Pirelli ook een zachtere "zachte" band meegenomen, die dus wat sneller was dan de oorspronkelijke zachte (gele) band, maar ook wat sneller sleet. Van de topteams is Massa de enige die aan een tweestopstrategie vasthoudt. Daardoor ligt hij kortstondig nog aan de leiding, maar vanaf de 21e ronde nemen de Red Bulls de koppositie definitief over.

Bij Fattle worden de versnellingsbakproblemen steeds ernstiger. Webber loopt in en in de dertigste ronde is het zover: Fattle gaat nadrukkelijk opzij voor zijn teamgenootje. Na de tweede serie pitstops krijgt Luis ineens te kampen met een versnellingsbakprobleem. Misschien is dat de reden dat hij niet langs Massa komt, wat Button wel vrij gemakkelijk lukt. De Braziliaan is er alles aan gelegen om Luis achter zich te houden. Zoals ze bij Ferrari zouden zeggen: hij moest Luis' race verpesten. Dat lukt aardig, want Massa is op versleten banden anderhalve seconde per ronde trager dan de mannen vooraan, waardoor Luis heel veel tijd verliest. Daarom probeert Luis met een vroegere pitstop langs de Ferrari te komen. Als dat ook mislukt, is Luis' lot bezegeld.

Een paar ronden later valt Luis stil. De versnellingsbak heeft het begeven. Het was een tekenend einde voor de man die dit jaar een paar hoogtepunten en een heleboel dieptepunten kende. Fattle heeft daarentegen al het hele jaar het geluk aan zijn zijde, want zijn gangwissel houdt het prima vol. Sterker nog: zijn tweede plaats komt geen moment in gevaar. Meer zorgen moet Alonso zich maken. Button is tijdens zijn tweede stop overgeschakeld naar de harde banden en die bevallen hem een stuk beter. Na de laatste serie pitstops, waarbij de Red Bulls en Alonso ook moeten overstappen naar de hardere banden, loopt hij ook rap in op de Ferrari, die het hele jaar moeite heeft om te presteren op de hardere banden.

Het gevecht tussen Alonso en Button om de laatste podiumplaats is het bekijken waard. Button zet zijn bolide er op het rechte stuk van start/finish al naast, waardoor Alonso een krappere lijn moet rijden. Op het volgende rechte stuk, waar DRS mag worden toegepast, breekt hem dat op. Button zit vlak achter hem en zeilt hem vrij gemakkelijk voorbij.

Finish

Zodoende finisht de top drie in het kampioenschap op het podium. Door Buttons inhaalactie op Alonso verliest laatstgenoemde zijn derde plek in het kampioenschap aan Webber, wiens rampjaar in één keer bijna vergeten was. Button bleef netjes tweede. Massa finishte de race met hangen en wurgen als vijfde voor eigen publiek, terwijl Subtiel een wereldrace reed, die goed was voor een zesde plaats. Daarmee verdrong hij Petjerov van de negende plaats in het kampioenschap en daar was hij (terecht) heel blij mee. Petjerov finishte de race (net als het kampioenschap) nog wel als tiende, achter Rosberg, Die Resta en Co Biaggi. Uiteindelijk kwam Force India nog akelig dicht in de buurt van de vijfde plaats van Renault, dat na een goed begin ver was teruggezakt. Sauber sloeg het slotoffensief af van Toro Rosso, dat in de laatste twee races toch lucht tekort kwam. Alguersuari en Bümi finishten net buiten de punten. Barrichello eindigde zijn carrière kleurloos als veertiende, nog voor Shoeface, die in het kampioenschap toch weer werd afgetroefd door zijn jongere teamgenootje.

Zo eindigde het seizoen 2011 met een saaie race, ondanks dat de meeste verwachtingen niet uitkwamen. Na al het spektakel van de vorige edities van de Braziliaanse Grand Prix was het nu een beetje behelpen. Hopelijk levert het volgende Formule 1-seizoen wat meer spektakel.

Der Tod oder die Gladiolen

Elf stuks. Dat is het aantal nederlagen dat BSG vanaf 2008 heeft behaald in de meesterklasse. In Leiden kwam de eeuwige rodelantaarndrager in de meesterklasse de ploeg tegen, die verantwoordelijk was voor het begin van deze imposante reeks: het vriendenteam van LSG. Hoewel BSG het tot de laatste snik probeerde, kwam er helaas geen einde aan de opeenvolgende nederlagen. Daarvoor ontbeerde BSG toch net wat geluk en tactisch vernuft.

Er zijn zware tijden aangebroken voor zowel BSG 1 als BSG 2. De twee KNSB-teams van BSG hebben moeite het niveau bij te benen: voor BSG 1 is dat het geval sinds de promotie naar de meesterklasse, voor BSG 2 is dit al het gehele kalenderjaar het geval. Voor beide teams stond de lastige uitwedstrijd tegen Leiden op het programma. Beide teams wachten dit seizoen nog op de eerste matchpunten en behalve dat dat pijn doet, schept dat ook een band. BSG verzuimde echter om voor deze vrij unieke gelegenheid aan "teambuilding" te doen, want waar de spelers van BSG 1 met de trein kwamen, gingen de spelers van BSG 2 met de auto. Zij kwamen eerder aan in het door Sinterklaasliederen geteisterde Leidse Denksportcentrum, hoewel ze later waren vertrokken.

Van een echte "massakamp" was overigens geen sprake: LSG heeft namelijk vijf teams in de KNSB-competitie. Daardoor was er naast de massakamp tegen BSG ook een soort massakamp tussen LSG en Amersfoort, terwijl het vijfde team van LSG tegen Santpoort speelde.

Rustig begin

BSG was in een strijdlustige bui. Veel spelers leken met een soort alles-of-niets-instelling achter het bord te zijn gekropen. Om met de woorden van Lowie von Gahl te spreken: de dood of de gladiolen! De wedstrijd begint dan ook opmerkelijk vreedzaam, met twee recordsnelle remises. Large kreeg al snel een offer he couldn't refuse van Edwin van Haastert en Robert Ris kwam al snel daarna een puntendeling overeen met Rudy van Wessel. Twee zwartremises, geen gek begin.

Op de lagere borden begon het wel uit de klauwen te lopen. Behirder kwam in een scherpe draak tegen Arthur Pijpers. Moedig werden er enkele pionnen geofferd, alsof het Sinterklaascadeautjes waren, gevolgd door een kwaliteit. Het zag er allemaal indrukwekkend uit, maar het liep niet mat. En dus won zwart: 2-1 voor LSG. FM Henk werd in de opening behoorlijk weggespeeld door Jan-Willem de Jong, maar toen deze twee tempi verspeelde met een ongeloofwaardige dreiging, kreeg Henk grote tegenkansen. In tijdnood had hij de partij zelfs kunnen winnen, maar toen hij dat naliet, kreeg de partij alsnog z'n verwachte resultaat.

Het loon van de angst

Je moet het maar durven: als 2100-speler botweg een remiseaanbod van een IM afslaan. Lenaard deed het tegen Eelke Wiersma. Zijn stelling begon er na de opening een beetje verdacht uit te zien, maar toen hij zijn torens en zijn loperpaar, dat tot dat moment weinig potten kon breken, tot leven had gewekt, trok hij de stoute schoenen aan. Dat zijn tegenstander krap in zijn bedenktijd zat, zal hem helemaal hebben aangemoedigd. Ewood deed hetzelfde tegen Wim Heemskerk, al was dat ook op advies van de teamleider. BSG moest nog een achterstand wegwerken en op de meeste andere borden zag het er niet rooskleurig uit.

Lijden

Aan de staartborden voltrekken zich in de tijdnoodfase twee drama's. Ton van der Heijden lijkt een kansrijke stelling voor zijn neus te hebben: hij heeft gevaarlijke aanvalskansen. Tegenstander Raoul van Ketel verdedigt zich adequaat en weet zich plotseling een weg te banen naar wits koning. Ton verdedigt zich niet adequaat en in plaats van dat de zwarte koning wordt matgezet, ondergaat zijn eigen koning dat lot. Dan het verhaal Frans Borm. De gebeurtenissen moeten zich op dit bord eveneens in een hoog tempo hebben afgespeeld, want in het café voorspelde Robert Ris dat het flink spannend zou gaan worden: de bridgende BSG'er stond volgens hem erg goed. Vervolgens ging Large op onderzoek uit en zijn inschatting was juist dat Borm heel slecht stond. Toen ondergetekende een kijkje ging nemen, werden de handen geschud. In een lopereindspel waren de pionnen van Michiel Bosman veel gevaarlijker. Zo stond het dus 5-1 in het voordeel voor de thuisploeg.

Vervolgens wordt het nog een tandje erger: Ewood, die zich van tevoren nog zo had verheugd op zijn witpartij, verloor een kleine kwaliteit en kon het eindspel niet houden. Leon Pliester pakte aan het eerste bord zijn eerste remise van het seizoen. Hoewel zijn stelling er al from the word go slecht uitzag, bleef het daarbij, waardoor hij dus een halfje kon bijschrijven aan de twee remises die BSG tot dat moment had gescoord.

Eindsprint

Ondertussen was Berelowitsch aan het proberen een miniem eindspelvoordeeltje om te zetten in een vol punt. Remisekoning Ivo Wantola moest er dan aan geloven. Hoewel hij uiteindelijk een pion had moeten inboeten, stond er maar weinig materiaal op het bord, waardoor er nog remisekansen waren. Lenaards "gok" pakte ondertussen wel goed uit: hij kon zijn loperpaar inruilen voor twee kwaliteiten. Eéntje offerde hij terug om in een gewonnen stelling te komen. Wiersma probeerde nog tevergeefs verwarring te stichten met een paardoffer, waarna hij zich eindelijk overgaf. Een fraai puntje! Berelowitsch bepaalde de eindstand uiteindelijk op 6½-3½, wat weliswaar de "beste" score was van dit seizoen, maar niet echt iets om over naar huis te schrijven.

LSG (2365) - BSG (2319) 6½-3½
1. Mark van der Werf m (2441) - Leon Pliester m (2378) ½-½
2. Rudy van Wessel f (2384) - Robert Ris m (2395) ½-½
3. Ivo Wantola f (2366) - Aleksander Berelowitsch g (2559) 0-1
4. Edwin van Haastert m (2423) - Lars Ootes (2345) ½-½
5. Wim Heemskerk f (2286) - Ewoud de Groote (2324) 1-0
6. Eelke Wiersma m (2390) - Lennart Ootes (2185) 0-1
7. Arthur Pijpers (2337) - Jesper de Groote (2134) 1-0
8. Jan-Willem de Jong m (2415) - Henk van der Poel f (2283) 1-0
9. Raoul van Ketel f (2280) - Ton van der Heijden (2306) 1-0
10. Michiel Bosman f (2333) - Frans Borm m (2276) 1-0

BSG 2 hopeloos

Ondertussen verloor BSG 2 met 5½-2½ van LSG 3. Het gebrek aan scorend vermogen was schrijnend. Waar Coen van der Heijden trots kwam mededelen dat hij remise had gemaakt vanuit een verloren stelling, verklooide Eddy van der Velden een straal gewonnen eindspel. Nu bleef hij, net als nog vier teamgenoten, steken op remise. Volle punten werden er niet gepakt, waardoor de drie individuele nederlagen het pleit beslechtten. Bij BSG 2 zal het D-woord de komende weken waarschijnlijk weer veelvuldig in de mond genomen worden. In het begin van het jaar speelden ze nog om promotie... Een schrale troost: er is nog maar één wedstrijd in 2011.


Stand

Doordat HSG won van Apeldoorn, deelt BSG de laatste plaats alleen nog met HMC Calder, dat van Voerendaal verloor. Het toeval wil dat HMC over drie weken naar Bussum komt: er staat dus een heuse vierpuntenwedstrijd op het programma. Duidelijk is dat BSG heel snel een wedstrijd moet winnen, wil het niet in de tweede helft van de competitie voor spek en bonen meedoen. Positief is wel dat de scores een positieve trend vertonen: 2 punten tegen Groningen, 2½ tegen Rotterdam en nu 3½ tegen LSG. Wie weet waar dat nog gaat eindigen...

14 november 2011

O wat zijn we blij...

Gisteren vierde Rolex zijn verjaardag met een spelletjesmiddag. Een groot aantal Aarde-en-Economie-vrienden kwam naar zijn optrekje in een reusachtig antikraakpand in Doorwerth (vermoedelijke uitspraak: /ˈdɔːwɜːθ/), een gehuchtje tussen Arnhem en Wageningen.

Kasper had de taak op zich genomen om tijdens zijn reis vanuit de Kop van Noord-Holland vier mensen op te pikken. Zo deed hij ook in Bussum aan, maar niet nadat hij en zijn reisgenoten nog even op een terrasje van het mooie weer hadden genoten. Een kwartier later dan gepland stond 'ie dan toch voor de deur. Wat een service! Het openbaar vervoer is er niks bij. Kaspers auto moest het doen zonder TomTom, maar had daarvoor in de plaats een Tom. Die wist ons feilloos het bos in te sturen. Doordat we de afslag naar Doorwerth hadden gemist, kwamen we ineens in Doorwerth in Limburg aan. Desondanks bleven de tijdsverliezen binnen de perken en stonden we om twee uur 's middags voor de hoofdingang van het antikraakpand. Die was gesloten, dus moesten we over het enorme erf naar de achterkant van het gebouw rijden, waarbij we nog een paar keer verdwaalden. Het vinden van een geschikte parkeerplaats bleek eveneens lastig.

...niet omdat-ie jarig is, maar om de vreterij!

Tom had echter ook het cadeau gekocht, namelijk een of ander bordspel waar ik de naam niet meer van weet. Rolex gaf een rondleiding door zijn megahuis, waarna hij aan kwam zetten met een heleboel lekkernijen. Naast de diverse tomatensoepen met "breekbrood" had hij cake en een emmer vol pepernoten. Vervolgens kwamen er nog broden op tafel en schaaltjes met komkommer en kaas.

Het doel van de middag was echter het spelen van gezelschapsspellen. Aangezien we tijd zat hadden, werd er begonnen met Risk. Aangezien we met acht man speelden (Rolex had nog twee andere vrienden uitgenodigd), gingen we in teams van twee personen. Aangezien de "jarigen" altijd hun eerste spel moeten winnen, was het lot Rolex' team gunstig gezind. Waar team zwart en team groen elkaar in Afrika het leven zuur zaten te maken en team rood (ra ra, wie zou dat zijn?) in Noord-Amerika een lange weg had te gaan om een continent in te nemen, ging het team geel voor de wind: zij konden Australië meteen innemen, waarna ze op dezelfde voet verder gingen. Azië werd spoedig veroverd, maar in plaats van te consolideren, probeerden ze hun invloedssfeer nog verder uit te breiden. Het was one bridge too far, want ze moesten nu op vele fronten tegelijk vechten en dat brak ze lelijk op. Ondertussen waren de andere teams ook niet al te ver opgeschoten.

Rollatorrace

Om de impasse te verbreken, gingen we de langverwachte rollatorrace houden. Eigenlijk werd het een rolstoelrace, die in de kelder van het complex werd gehouden. Er waren twee rolstoelen in de overigens wel erg lage kelder. Beide stoelen waren minstens zo oud als degenen die er gebruik van hadden gemaakt en ze hadden hun defecten. Uiteindelijk won de rolstoel met de kapotte zitting het van de rolstoel met de lekke banden. Het plan om vervolgens in het gebouw te gaan lasergamen werd niet uitgevoerd, net als het idee om te gaan paintballen: de benodigde materialen ontbraken.

Terug aan het riskbord was het nog steeds niet helemaal duidelijk wie er ging winnen. Terwijl mijn makker weer naar huis ging, kon het spel nog alle kanten op gaan. Geel had de touwtjes nog een beetje in handen en het was de vraag wat hun opdracht was, want heel doelgericht leken hun acties niet. Uiteindelijk lukte het team groen (Kasper en Le Snelle) bijna om mij af te maken. Dobbelsteengeluk voorkwam die afgang. Uiteindelijk werd team zwart wel uitgeroeid door groen, waardoor groen het spel won. Team geel had als doel om naast Australië (wat bijna het hele spel in hun bezit was) Noord-Amerika te veroveren. Dat was niet echt gelukt. Voor mij was het doel om team geel uit te schakelen, maar dat was in de verste verte niet gelukt.

Het risken had veel tijd gekost en na het avondeten (een aantal pizza's) gingen we maar een ander spelletje doen. Het werd uiteindelijk Line up, een spel waarbij je vijf dingen in de juiste volgorde moest zetten. Helaas hadden de meesten bij de meeste vragen geen idee en bij andere vragen was er soms ongeloof over de juiste antwoorden, die vaak afhingen van definitiekwesties. Nee, dan is Triviant bijna nog leuker. Ik begon me ook wel moe te voelen en ik liet het denkwerk aan mijn teamgenoten over. Mijn team kreeg uiteindelijk de overwinning toegespeeld, waarna we de terugreis gingen aanvangen.

12 november 2011

Geen viskraam, wel sardientjes

Brede afvaardiging BSG op SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams

Dat het SGS-snelschaaktoernooi voor clubteams een succes zou worden voor BSG, dat stond van tevoren al vast. Met uiterste krachtsinspanning zorgde Mark P. er in zijn laatste dagen als TC-lid voor dat BSG met maar liefst vier zestallen aan de start van het kampioenschap verscheen. Dat is weleens anders geweest. Helaas had BSG daarmee zijn kruit wel weer verschoten, want echt veel opzienbarends werd er niet gepresteerd. Hetzelfde kan gezegd worden van dit toernooiverslag, waarin alleen de prestaties van het eerste team aan bod komen.

BSG 1, zoals ik het team in het vervolg maar zal noemen (niet te verwarren met het tiental dat in de meesterklasse niet al te hoge ogen gooit), speelde (zoals eigenlijk altijd) in de kampioensgroep. Ook dit jaar was die groep behoorlijk sterk bezet, met grootmeesters Freezo Neighbour en David Smerdon, naast snelschaakspecialisten als Manuel Bosboom. Kortom: dit was geen plaats voor huis-tuin-en-keuken-schakers. BSG 1 kon daar op het eerste bord FM Henk tegenoverstellen. Doordat Lenaard graag tegen zijn vrienden Pinda en Hans Böhm (ironisch) wilde spelen, schoof ondergetekende door naar het tweede bord. Had iemand nog een bordje Apenhoofdgehakt besteld? Tom de Ruiter ging de echte confrontaties uit de weg door aan het laatste bord plaats te nemen. Bert Kieboom vond bord 4 wel laag genoeg en Chris Kooijman moest genoegen nemen met bord 5.

Plaats van handeling was Bunburg of Spakenschoten, ik weet nooit precies welke van de twee. We waren in ieder geval te gast bij En Passant, de club van die toren en de lawaaiige visboeren, die zich zowel binnen als buiten de SGS steeds vaker laten horen. Het was overigens niet de eerste keer dat het toernooi bij En Passant werd gehouden en het zal, mocht de toernooiformule ongewijzigd blijven, ook niet de laatste keer zijn. Helaas zijn vooral de visliefhebbers gebaat bij de huidige locatie, want het schaakcomfort liet weer te wensen over. De kampioensgroep kreeg de "woonkamer" op de begane grond toegewezen. Hoewel de groep uit slechts tien teams bestond, was het behoorlijk krap. Hoe de situatie bij de andere groepen was, kan ik niet uit eigen hand vertellen, maar ik heb gelezen dat het daar wat beter toeven was.

BSG kleurloos

Op naar het toernooi dan maar. De bespiegelingen vooraf waren duidelijk: Utrecht 1 en Paul Keres 1 zouden met de gastheren de dienst uitmaken en de rest moest tegen degradatie vechten (hoewel de degradatieregelingen vrij soepel zijn doordat er altijd wel teams wegvallen, wier plaats dan door de gedegradeerde teams worden ingenomen.) Een plaats in de middenmoot was een verwacht resultaat en dat kwam er ook.

Het toernooi begon mooi met een ruime 4½-1½-zege op Woerden. Op de staartborden was BSG met 3-0 te sterk, de kopborden hielden de zaak slechts in balans. Ondergetekende speelde tegen Paul van der Hoeven en kreeg een soort genaderemise na eerst wel heel goed te hebben gestaan. Toch geen slecht resultaat tegen deze handige speler, maar voor een witpartij was het wel een vrij mager resultaat.

In de tweede ronde speelden we tegen het lang niet zwakke Oud Zuylen. De kleurverdeling was dezelfde als de ronde ervoor, hoewel we nu aan de hele andere (en lawaaiige, want de bargeluiden drongen tot hier door) kant van de zaal zaten. Ditmaal wist ik het witvoordeel wel te benutten. In een Lb5-Siciliaan wist ik twee pionnen te winnen en dat was genoeg om Arie Schwartz (correct me when I'm wrong) te verslaan. De rest van het team was ook op dreef, met alleen een remise voor Kooijman en een nederlaag van FM Henk aan het hoogste bord. Het werd dus opnieuw 4½-1½; we hadden de koplopers nog in zicht.

Tegen aartsrivaal HSG ging het echter lelijk mis. Slechts twee BSG'ers kwamen op het scorebord voor: Bert Kieboom pakte zijn derde puntje op rij, terwijl Lenaard met een stuk minder een tactisch remiseaanbod plaatste tegen zijn boezemvriend Pinda. Zelf kwam ik al spoedig in de opening onder druk te staan. In een toreneindspel dacht ik een geweldige truc te hebben die de partij zou winnen, maar de grap werd doodsimpel weerlegd. Gelukkig kon ik er zelf nog de humor van inzien... De wedstrijd eindigde opnieuw in 4½-1½, maar nu voor de andere kant...

Vervolgens kregen we achter elkaar de drie topploegen. Vooralsnog hadden alleen Bert Kieboom (3 uit 3) en Tom de Ruiter (2 uit 3) een plusscore. De rest moest maar hopen dat ze niet al te veel demotiverende nullen zouden happen tegen de ratingkanonnen. Tegen Paul Keres viel aan dat lot niet te ontkomen: er werden zes nullen gepakt. Ondergetekende was nog lang bezig met USF-webmaster Xander Wemmers. Hoewel hij in het eindspel flink werd overklast, had hij het vervelende gevoel dat er meer had in gezeten. Een mooi moment om aan de pauze te beginnen.

Na de pauze ging het tegen Utrecht iets beter: het werd weer eens 4½-1½, dankzij een overwinning van Kooijman en een remise van De Ruiter. Zelf speelde ik tegen een van beide Willemzes (de enige die aanwezig was, maar ik haal die namen altijd door elkaar, dus ik durf niet te zeggen wie het nou was) en dat was niet best. Lang nadenken, vanaf zet vijf een kutstelling en uiteindelijk helemaal de vernieling in gespeeld. Dat werk dus. Afgeslacht worden door leeftijdsgenootjes in Eindhoven (waar tegelijktijdig het NK Rapid werd gespeeld) klonk ineens niet zo slecht meer...

Het team wist de stijgende lijn door te zetten door maar met 4-2 te verliezen van En Passant. Er zijn nog tijden geweest dat we van dit team wonnen, maar zonder Carlier gaat het ze toch een stuk beter af. Zelf mocht ik tegen snelschaakkoning Bosboom. Het was eigenlijk een vrij normale partij, totdat hij met zijn typische plannetjes kwam. Ik was een beetje verbaasd dat hij de nodige winsten miste, waardoor ik in tijdnood misschien nog met een remise had kunnen ontsnappen. Het mocht niet zo zijn. Ik verloor voor de vierde keer op rij en daarmee had ik tot mijn spijt geen resultaat gehaald tegen de "grote drie", hoewel me dat vast vergeven is. Lenaard behaalde zijn persoonlijke doel wel: hij won van Hans Böhm. Zijn toernooi was dus helemaal geslaagd. Ondertussen was FM Henk bedroefd over zijn toernooi: zijn score was 1 uit 6. Hij beweerde dat ik dat niet slechter had kunnen doen. Tom de Ruiter won weer en stond als enige BSG'er boven de vijftig procent. Dat maakt de opstelling voor volgend jaar wat makkelijker: ik dus op bord 1 en De Ruiter op 6.

Na de drie sterkste teams te hebben gehad, eindigden we het toernooi tegen de zwakste teams. Tegen Utrecht 2 werd maar net gewonnen: het werd 3½-2½. De overwinningen van FM Henk (eindelijk weer) en ondergetekende werden gecompenseerd door de nullen van Lenaard en Kooijman. Tom de Ruiter had weer eens gewonnen en toen hing alles af van Bert Kieboom, die nog maar een paar seconden op de klok had. Wonder boven wonder verdwenen de stukken van het bord en met nog twee seconden op de klok kon hij wits laatste pion slaan. Perfecte timing, Bert!

De wedstrijd tegen Paul Keres 2 kende bijna hetzelfde scenario. Zelf won ik van Anton Rosmuller, die me vervolgens met complimenten overlaadde. Lenaard won ook en ook voor Henk werd een streepje ingevuld. Dus werd Kieboom aangeraden remise aan te nemen in een remiseachtig toreneindspel waarin beide spelers nog maar een halve minuut bedenktijd hadden. Dat deed hij niet, maar toen er nog wat pionnen waren geruild, bood hij remise aan, wat werd aangenomen. Door de remise van De Ruiter en de nederlaag van Kooijman hadden we met 4-2 gewonnen. Fout. Henk had helemaal niet gewonnen. Hij had verloren. 3-3 dus, maar wat een slinkse actie van teamleider Lenaard, die een mogelijke verliespoging van Kieboom verijdelde, terwijl we er ook bijna een onterecht matchpunt bij hadden gekregen.

Het toernooi werd afgesloten tegen Moira-Domtoren. Het was de enige wedstrijd waarin alle BSG'ers ongeslagen bleven. Naast de overwinningen van FM Henk en De Ruiter won Lenaard door zijn tegenstander in het uitvluggeren schaak te zetten, wat deze arme man niet doorhad. Ondergetekende bleef achter met een remise in het Schots tegen Tjerk Hacquebord. Ook Bert Kieboom (die zijn derde remise op rij boekte) en Kooijman remiseerden, wat de eindstand op 4½-1½ bracht.

Kwantiteit, geen kwaliteit

Na afloop van de prijsuitreiking bleef ik nog kijken naar de snelschaakduels tussen de En Passant-spelers Freezo (die slechts 4½ punt scoorde) en Bosboom, om vervolgens snel naar huis te gaan. Paul Keres had het kampioenschap uiteindelijk gewonnen, voor En Passant en Utrecht. BSG 1 was zesde geworden. Op de terugweg leerde ik dat de andere teams van BSG het ook niet zo denderend hadden gedaan, waarna het onderwerp zich verplaatste naar welke BSG'ers er niet waren. In ieder geval had BSG indruk gemaakt met het aantal spelers dat ze wisten op te trommelen voor deze gelegenheid, hoewel die spelers op het bord weinig indruk hadden gemaakt. Daarom hier de (individuele) resultaten van BSG 1:

Henk 3
Jip 4
Lenaard
Bert 4½
Chris 3
Tom 6

Totaal: zesde met 25 bordpunten en 9 matchpunten.

08 november 2011

Wachten, wachten, wachten

In het digitale tijdperk bestaat de mogelijkheid om op een gemakkelijke manier veel informatie uit te wisselen. Dit lijkt soms niet te gebeuren. Sterker nog: ik heb het idee dat het zelden gebeurt. Soms krijg je binnen drie seconden antwoord op een mailtje, maar meestal duurt het veel langer. In sommige gevallen duurt het veel te lang.

Schaaktoernooien

Aanstaande zaterdag zijn er namelijk twee schaaktoernooien. Graag zou ik aan eentje willen meedoen, maar welke moet ik kiezen? Het SGS-snelschaakkampioenschap voor clubteams is een optie, maar helaas heb ik al weken niks meer gehoord over hoe BSG dat gaat organiseren. Ik hoop dat het doorgaat en ik hoop dat Mark P. vandaag nog van zich laat horen. Het liefst hoor ik een bevestiging, want anders moet ik me snel inschrijven voor het NK Rapid in Eindhoven, wat dan mijn laatste jeugdtoernooi ooit gaat worden. In ieder geval wil ik voorkomen dat ik uiteindelijk naast beide toernooien grijp. Ik kan dus niet te lang wachten.

Tentamencijfer

Officieel zou ik morgen bericht krijgen over mijn tentamencijfer, maar helaas gaan de docenten de door henzelf bedachte deathline niet halen, zo viel er op Blackboard te lezen:

"As of today, we have not yet received the exams from the administration. As we'll both be abroad, this implies that grading will be done with the accordant delay."

Wachten dus.

Weblogmigratiemigraine

Hoe het met mijn weblogje gaat aflopen, is helemaal een raadsel. Al sinds eind augustus is het weblogje uit de lucht. Inmiddels staat het verfomfaaide ding op het nieuwe adres, maar ontbreken er "wat" artikeltjes (bijna 900 of zo.) Klachten en vragen die ik naar de helpdesk stuurde, werden met een merkwaardig standaardantwoord afgedaan. Zo wil het maar niet lukken om m'n e-mailadres (waarmee ik nota bene mee mail) door te geven. Al jaren krijg ik geen e-mails meer van web(-)log, waardoor ik onder andere informatie over de migratie heb gemist. Graag zou ik dus weer e-mails van web(-)log krijgen. De zaak is helemaal raar, want ik heb de weblog via mijn eigen mailadres aangemaakt.

Wat me de laatste tijd ook zorgen baart, is dat deze ontbrekende artikelen nog steeds niet terecht zijn, hoewel de weblog de laatste tijd wel vaak offline is. Ik ben nog steeds bang dat de oudste artikelen kwijt zijn en dat ik ze, net als de Griekse schulden, kan afschrijven.

Gisteren schreef ik wat berichtjes op de Facebook-pagina van web-log.nl.

Ik zie helemaal niks. :( Mijn weblog is al een aantal dagen offline. Ik hoop maar dat dat betekent dat men druk bezig is de ontbrekende artikelen toe te voegen...

Update: weer online, maar nog steeds zonder de oude artikelen. Dit begint behoorlijk te zuigen. :S

Opnieuw geen reactie. Niet door de behirder en niet door de andere stamgasten. Misschien zien ze mijn reactie niet, of valt hen geen passende reactie ten deel, maar het zuigt wel enorm. Ondertussen zit ik maar te wachten en te wachten op een geruststellende mededeling.

Postvak

Ik zit nu een beetje levenloos achter m'n schootcomputer te wachten. Af en toe druk ik weer op F5, maar het lijkt niet uit te maken. De elektronische postbode komt hier bijna nooit langs. Ondanks de vele vragen die in de lucht hangen, komen er maar geen antwoorden langs. Het is dus wachten, wachten en nog eens wachten. Wat heb je tegenwoordig nog aan e-mail?!

05 november 2011

9 maanden Facebook

Als een van de laatste personen op aarde meldde ik me in het begin van dit jaar aan bij Facebook. Het was een grote stap, want ik had al jaren een account op Hyves, de bekende Nederlandse sociaalnetwerksite. Helaas ontlenen netwerken hun bestaansrecht aan het aantal leden, waardoor de populariteit van Hyves in een dalende trend kwam, terwijl Facebook steeds belangrijker werd. Op 14 februari besloot ik na veel aandringen van anderen toch maar een keer een kijkje te nemen. Inmiddels zijn we bijna negen maanden verder en ik moet zeggen: er gebeurt weinig interessants meer. Daarom wil ik een keer terugkijken naar de vruchten die mijn Facebook-periode me heeft opgeleverd.

Een chronologisch overzicht van de mooiste fragmenten:

14 februari: Eerste dag op Facebook

Ben Gezichtsboek aan het uittesten. Verwacht een hoop stomme fratsen.

De koudste dag van het jaar was één grote Facebookontdekking. Ben benieuwd of ik FB ook voor nuttige zaken in kan zetten, maar misschien ontdek ik dat morgen. Ik had trouwens wel verwacht dat er meer "groepen" zouden zijn, zoals op de hier beruchte H-site wel gebruikelijk is.

16 februari: Bioscoop

Een vondeling in het wandelpark gemaakt. ;)

17 februari: Koken

Bah, hand verbrand met koken. :(

19 februari: Wet van Murphy

Pieter Huistra wordt wijsgemaakt dat de Wet van Murphy iets betekent als "alles wat mis kan gaan, gaat mis", hoewel het eigenlijk betekent "als er meer dan één manier is om een taak te doen en één van die manieren zal in een ramp resulteren, dan zal iemand het zo doen", aldus Wikipedia.

22 februari: Woord van de dag I

Woord van de dag: vrijetijdsbestedingexpert. Het zou u misschien verbazen, maar je kan wel een aardig klaslokaaltje vullen met deze experts. Mijn linkje komt namelijk met 38 namen. De site brandt zijn handen in ieder geval niet aan de spelling en komt veilig met "Experts Vrijetijdsbesteding" op de proppen. In ieder geval lijkt het met hun toekomst wel goed te zitten, nu de halve wereld is overgestapt op Facebook.

24 februari: Woord van de dag II

Het woord van vandaag is, zoals aangekondigd, "Elotaart". Ik heb geen idee wat het betekent, dus vul ik de resterende tekens maar met de opmerking dat "Sizzel" het woord heeft bedacht. Is hier trouwens een tweede Co Adriaanse opgestaan?

Europees voetbal

Vandaag maar een keer op tijd naar bed. Ik hoor of lees wel wat de Nederlandse ploegen doen in de Europaleague.

- Ewood: Het PS-Vee gaat door, (3-1) inmiddels, en de andere ploegen natuurlijk ook.

- Behirder: Ik las op Yootrechtschaak iets over de gelijkenissen met een free gigg van Kicks of zo. Maar "Liel" of zo wilde ook echt uitgeschakeld worden.

- Ewood: En PS-vee maar denken dat ze nu fantastisch gespeeld hebben tegen dat B-11tal.

25 februari: Woord van de dag III

Woord van de dag: gewonemensentaal. Dit is wat een studie als Aarde en Economie onderscheidt van extreem wiskundige studies als Econometrie. Je kan een vak namelijk op twee manieren uitleggen: met behulp van ingewikkelde formules, definities en symbolen, of in begrijpelijk Nederlands, ofwel: gewonemensentaal.

26 februari: Verslag Persoonlijk Kampioenschap

Maar een halfje gescoord vandaag op het PK van de SGS. :( Vanuit een verloren stelling een halfje scoren tegen een CM en daarna vanuit een betere stelling verliezen van een FM. :S

27 februari: Idem, na een nederlaag tegen een 1800-speler

Kan ik nog schaken? :S

28 februari: Bah van de Maand

Zit je de hele middag te ploeteren, blijk je slechts aan een foutenfestival te hebben bijgedragen. Voor dergelijke partijen heeft "VR" enkele minuten nodig. Oh ja, de Bah van de Maand is weer uit!

1 maart: Schaakratings

Mijn KNSB- en FIDE-rating convergeren ook hard. Was mijn KNSB-rating een paar jaar geleden nog ruim honderd punten hoger, nu is mijn FIDE-rating al gestegen tot 2081! :P En mijn KNSB-rating zal binnenkort wel flink zakken. :( Tot ergens rond de 2100, hoop ik... :S

2 maart: Provinciale Statenverkiezingen

02-03 2011: De dag dat de linkse Lente aanbrak. ;)

8 maart: Verdwenen berichten

Het verdwenenberichtenmysterie op Faceboek.

-Peter: ik blijf het storend vinden dat ze geen Vind ik niet leuk knop hebben ;)

-Ewood: Idd. Waar is mijn bericht gebleven?

-Ewood: Ja en de knop dat het leuk vindt dat iemand iets leuk vind :P.

-Ewood: Kan je deze berichten wel zien en lezen?

-Peter: Nee, kan dat bericht niet lezen ;)

-Behirder: Ligt het nou aan mij, of kan ik de reacties op mijn berichtje over het PK niet meer zien?

-Ewood: Huh? Ik zie ze ook niet meer =(.

-Michiel: Maakt niets uit. Ik zie ze nog wel en dat is het belangrijkste!

-Behirder: Nu nog steeds?

(Is het een IP-blokkade of zo?)

-Michiel: Het was een geintje. Eerlijk gezegd heb ik geen idee om welke berichten het gaat. :-)

-Behirder: Die zie ik nu ook niet meer... :( Die Sucker Berg weet er vast meer van.

-Michiel: Ja, bel 'm even op! :-)

-Behirder: Gedaan! Hij zei dat hij de zaak hoog opnam en dat de reacties zo spoedig mogelijk boven water zullen worden gehaald.

25 maart: Tentamen Transporteconomie

Transport-Economics Exam was a Piece of Cake. xD

27 maart: Formule 1

"Felípe: Alonso ies faaster than yoo." xD

11 april: Internetbrowser

Toch wel gek dat de grafiekjes op F1 Fanatic in Firefox wel worden afgebeeld en in Internet-Explorer niet.

24 april: Traag Ziggo-internet

Of het nou aan de "rauter" ligt, of aan Sicko, het internet is hier weer lekker traag. :S

26 april: Eredivisie

De Eredivisie is ongekend spannend. Precies een halfjaar geleden stonden dezelfde ploegen als nu tegenover elkaar. Dat leverde andere resultaten op.

Memorabelste moment van het weekend: Verbeek (AZ) verloor van hekkensluiter Willem II en was na afloop niet te genieten.

3 mei: Vreemd bericht

Faceboek is niet altijd te vertrouwen: pas op voor mailtjes met als onderwerp "I'm going to send you the Photos in". Die titel ziet er al niet erg geloofwaardig/ grammaticaal correct uit en je kunt het ook maar beter niet openen. Gelukkig maar dat die virusschrijvers ook geen taalgevoel hebben.

-Hiddo: Waar slaat het woordje ook op?

-Behirder: Omdat ze (onder andere) ook geen moraal hebben. ;)

-Hiddo: Ik zou zeggen dat er ook een andere groep moet zijn zonder taalgevoel. Anders had je beter ook weg kunnen laten.

-Behirder: Ach, mensen zonder taalgevoel, daar zijn er ook veel van. Nederlanders bijvoorbeeld. ;) Ik wilde dat van die moraal in m'n originele post zetten, maar ik vond die zin toen lelijk worden.

9 mei: De film "Inside job"

9/11 was een "inside job", net als de financiële crisis.

20 mei: Rijdend wrak

Ben je lekker een stukje aan het fietsen, zie je ineens een Karst T.-imitatie langsrijden. :S

31 mei: Kutkraaien

Ik weet sinds vanmorgen ook waarom "kraai" met een "k" begint: die beesten zijn tot het irritante af in staat de enige in de Nederlandse taal voorkomende velaire plosief te reproduceren. Wat een kutklank. :S

3 juni: KNSB-Bekerfinale

Was gisteren stukjesschrijver bij de door HMC gewonnen bekerfinale. Favoriet HSG greep naast de grote beker en als dank lieten ze de benedenverdieping van het Denksportcentrum onderlopen.

25 juni: Schaakfestival

Lekker verregend op het Max Euweplein voor de driekamp tussen de jubilerende clubz. Onder andere door een bemazzelde overwinning in de slotronde van ondergetekende, wist BSG Caïssa net voor te blijven. Wageningen was een klasse apart, al had meneer Elo dat ook wel voorspeld. De beloning voor het geschaak: een stel ansichtkaarten, een schaak-CD, twee kaarsjes en een mini-T-shirt. :S

26 juni: NK Schaakvoetbal

Negende op het NK Schaakvoetbal met een geweldig voetbalteam. :P

29 juni: Internetclubcompetitie

De drukkende warmte getrotseerd, internet- en laptopstoringen overleefd en uiteindelijk met 7-9 verloren van De 1-hoorn. Behirder droeg zijn steentje bij door driemaal te verliezen. Gelukkig had De 1-hoorn ook maar met 9½-6½ gewonnen van ZSC, waar wij met 14-2 van wonnen. Kortom, ondanks de slechte resultaten waren we eigenlijk nog uitgelopen...

1 juli: Donnertje

NK Schaken voor vrouwen: alsof ik naar m'n eigen geknoei zit te kijken. Misschien nog wel lollig:

vr 01-07-2011 15:50 MC Jec

Het lijkt me dat wit veel beter staat in de slotstelling.

"Uit respect voor haar tegenstander gaf zij remise in een stelling waar de buitenwereld dacht dat het al bijna gewonnen was voor wit."

2 juli: Verjaardag

Verjaardagsfeest was leuk, ondanks het matige weer. Heel wat cadeautjes gekregen en veel (zelfgemaakte) taart gegeten en weer aan lichaamsbeweging gedaan. ^^

18 juli: Zomercompetitie I

Voor de eerste keer naar de zomercompetitie geweest. Het begon nog goed, maar uiteindelijk sloeg de vermoeidheid toe en verloor ik bijna alleen nog maar. :S Oefening, baard, kunst, zullen we maar zeggen.

26 juli: Zomercompetitie II

Weer een keer aanwezig op een zomerschaakavond. Goed om te zien dat Ashley, Daan, Jarno en Pascal meededen. Minder goed om te zien dat ik net als vorige week weer verloor van mensen waar ik vroeger eigenlijk nooit van verloor. Ouderdomsverschijnselen?

1 augustus: ONJK te Borne I

Wat een slaapverwekkend gedrein die openingsceremonie van het ONJK te Borne. Tot vervelens toe werd er geleuterd over de "Leukste-dorp-van-Overijssel-verkiezing", die het gehucht Borne zou moeten gaan winnen. "Borne, past als een warme jas!", aldus het propagandafoldertje. Daar kom je ver mee midden in de zomer....

6 augustus: ONJK te Borne II

Zit zo'n vader (?) z'n kind uit te foeteren na een nederlaag. "Je hebt niet eens je best gedaan!", brulde hij. Zou ik ook niet doen met zo'n gast. :S Waarom snappen sommige ouders niet dat ze hun kind kapotmaken?

12 augustus: Een dag in Wenen

Wenen, een stad waar je 's zomers zonder jas buiten kunt lopen. Jammer genoeg was er een U-Bahn vlak bij ons huis afgesloten. Verder is het OV prima in de holle stad.

13 augustus: Vienna Chess Open I

Jesper De Groote Bsc houdt voor het eerst in zijn leven een grootmeester op remise. Ik vind het wel leuk om een academische "titel" achter m'n naam te hebben ter compensatie van een nog steeds ontbrekende CM-titel voor mijn naam. Voor de liefhebbers: de livepartijen staan op: (link)

15 augustus: Vienna Chess Open II

Wenen Open: door een of andere feestdag waren de meeste winkels nog steeds gesloten, maar verder was alles anders op de eerste doordeweekse dag van het toernooi: het begintijdstip, de tegenstand en het weer. Ondergetekende kwam weer slecht te staan, maar won wel. Verder waren de resultaten niet om over naar huis te schrijven, dus dat doe ik maar niet.

16 augustus: Vienna Chess Open III

Daar gaat m'n 2400-TPR. :( Stond vet goed na de opening, maar meer dan "vet goed" wilde het niet worden en op het eind kwam ik bijna nog goed weg met remise. Wel heb ik in de opening een keer de winst gemist. Verder mag ik niet klagen over het verloop van het toernooi tot nu toe.

18 augustus: Vienna Chess Open IV

Ton wint en doet Gleizerov na, Pascal Losekoot draaide zijn tegenstander dol met zijn paarden, Ewood won met twee vingers in de neus en was daarna erg handtastelijk. Ondergetekende speelde tegen iemand met zowel een schaaktitel als een academische titel. Daar stak ik met m'n "Bsc" wel schraal tegen af. Ook qua schaken helaas. :(

Vienna Chess Open V

Vier puntjes in het huis: Pascal is op stoom gekomen, terwijl Ton en Ewood gewoon een IM batsen. Ondergetekende speelde tegen een Engelsman die beter Duits sprak dan Engels. Hij had een hoop fouten van zijn tegenstander nodig om alsnog te winnen. Nou ja, 3½ uit 6 is nog steeds wel goed. ;)

19 augustus: Vienna Chess Open VI

Wat een kutronde. Verloren van iemand die alleen maar remise had gespeeld met wit. :(

20 augustus: Vienna Chess Open VII

6 puntjes vandaag! ^^ Morgen weer zwart. :(

21 augustus: Vienna Chess Open VIII

IM-norm voor Ewoud, FM-titel binnen handbereik voor Ton. Ondergetekende was werkelijk waar tot niks in staat: afgeslacht in het Berlijns en in bowlen had hij een sport gevonden waarin hij nog slechter is dan schaken.

1 september: Clubblad BSG

Ik ben onthutst door de erbarmelijke kwaliteit van het clubblad van BSG, ofwel "Kontakt". Het is het resultaat van een haastklus, mede doordat -ie al verscheen voor de deadline die in het juninummer is genoemd. Het blad barst van de spelfouten, ziet er niet uit en de kwaliteit van de stukjes is om kromme tenen van te krijgen. Daarnaast is mijn artikel van drie maanden geleden nog niet gepubliceerd. Om je als club kapot voor te schamen.

10 september: Robert Ris speelt vooruit

Nog voordat de opstellingen bekend zijn, schijnen we achter te staan. Meesterklasse, here we come!

13 september: Weblog weer online

Online na bijna drie weken, maar laat Lennart het niet zien! Het wachten is op het moment dat ondergetekende het design kan aanpassen en een nieuwsinhaalslag kan maken. Het nieuwe adres is trouwens: Jespers weblog. Ze hebben eindelijk door dat "weblog" één woord is en dat dat afzichtelijke koppelteken dus overbodig is. ;)

17 september: BSG verliest met 8-2 in Groningen

Waarom beginnen we toch nooit goed aan de meesterklasse? :'( Ik wil het hierbij laten, voordat ik domme dingen ga roepen waar ik later spijt van heb.

19 september: Verslag

Hmm... Zou Edwin Baart denken dat mijn verslag hem van de plicht ontslaat met een echt wedstrijdverslag op de proppen te komen? Of wil -ie de afgang doodzwijgen?

29 september: Problemen houden aan bij Weblog

Een mooi citaat over de migratie van web-log: "Een nieuwe update, maar weinig nieuws te melden. “In de update van 26-9 gaf ik aan dat er gewerkt wordt aan een update van de database. Deze werkzaamheden vinden op dit moment nog plaats. Het aanpassen gaat op een langzamer tempo dan gewenst.” Waarna een uitleg volgt dat Weblog.nl bouwt aan iets heel complex dat veel tijd kost. Ongetwijfeld, maar je blijft je afvragen hoe de organisatie toch oorspronkelijk verwacht had om de gehele migratie in 48 uur rond te krijgen…" Link.

3 oktober: Kabinet ineens pro-windenergie

Heeft Rutte een klap van de molen gekregen, of waait hij met alle winden mee?

8 oktober: Succes in Enschede

Gedeeld tweede geworden bij Open Rapidtoernooi van Dr. Max Euwe. Achter schuine Tim geëindigd, gelijk met o.a. Floris van Assendelft en voor o.a. Ewood. :P Lekker 25 euri verdiend en een gezellige dag gehad. ;)

21 oktober: K(h)ad(h)affi overleden

Lees net in de krant dat Kadaffi/Khadaffi/Kadhaffi/Qadaffi is veranderd in een kadaver. Dat vind ik toch wel heftig na de dood van Bin Laden eerder dit jaar.

27 oktober: Tentamen Micro-economie

Aan het bijkomen van het tentamen Micro-economie. Die economische grapjurken waren op het idee gekomen om de Emergohal in Amstelveen (of all places) af te huren, zodat een hele horde economiestudenten, dat zich in een breed scala aan disciplines had gespecialiseerd, zich in één zaal te buiten kon gaan aan de vakspecifieke tentamens. Het spektakel begon al om kwart voor negen. Bijna drie uur later was het voorbij, al had ik eigenlijk nog wel een uur extra bedenktijd nodig... Hopelijk heb ik desondanks hoger dan een 4,4...