27 januari 2012

De week van de slapeloze nachten

Vorige week rond deze tijd overleed Sheba. Nog steeds heb ik het er moeilijk mee. Talloze gedachten spookten de afgelopen dagen door m'n hoofd. Hoewel ik de afgelopen week een beetje kon bijkomen van vorig weekend, werd ik vandaag weer met de leegte geconfronteerd. Voor het eerst lag Sheba niet bij thuiskomst op me te wachten.

De afgelopen week heb ik me veel dingen afgevraagd. Soms zijn het gewoon details en wetenswaardigheden die ik nog wil weten, maar soms probeer ik mezelf te evalueren. Terugkijkend naar de vele foto's die ik de laatste vier jaar van Sheba heb gemaakt, merkte ik tot mijn schrik op dat ik eigenlijk helemaal geen foto's had van de laatste maanden. Ook kan ik me niet herinneren dat ik Sheba extra veel aandacht heb gegeven in de laatste weken van haar leven. Waarom, vraag ik me nu af. Wilde ik niet meer voor haar zorgen toen ze overal tegenaan liep? Wilde ik niet meer voor haar zorgen toen ze steeds in huis pieste? Ben ik zo slecht? Of kon ik het niet meer aanzien?

Als ik nu terugkijk, zie ik pas goed wat voor vrije val Sheba d'r gezondheid heeft gemaakt in het laatste jaar. Van een gezond diertje op leeftijd takelde ze af naar een doof en blind diertje, dat broodmager was en moeite had zich voort te bewegen. En dat gebeurde eigenlijk allemaal in haar zeventiende levensjaar. Eigenlijk ging haar conditie er met de dag op achteruit. Daarom verbaast het me dat ik haar einde niet heb zien aankomen. Met een beetje extrapoleren was ik vast heel ver gekomen. Ik vraag me soms af wie er nou blinder was: die kat of ik.

Ik wist dat Sheba wel een heleboel ouderdomskwaaltjes had, maar ik dacht dat haar gezondheid nog wel redelijk was. Daarom schrok ik me een ongeluk toen ik vorige week kreeg te horen dat het heel slecht met d'r ging. Toen ik eindelijk thuis was, was ik wel weer tot bedaren gekomen. Het zien van Sheba maakte me ook rustiger. Over de laatste dag van ons samenzijn ben ik ook niet echt trots. Nu heb ik spijt dat ik haar niet de hele dag heb vastgehouden en geknuffeld. Dat ik die laatste dag had gebruikt om nog oude herinneringen op te halen. Nee, in plaats daarvan heb ik haar alleen gelaten, wetende dat het einde naderde. Hoewel ze mijn aanwezigheid anders amper gemerkt zou hebben, had het vooral mezelf een beter gevoel gegeven.

Pas toen ze was overleden, kwamen de herinneringen. Ik bekeek m'n oude foto's en daarmee herleefden de oude tijden weer een beetje. Ik besefte hoe goed ik het vroeger met Sheba had (voordat haar gezondheid achteruit ging) en wat ik nu kwijt was. Ik snapte niet dat ik vroeger ooit ongelukkig kon zijn. Ik besefte hoe bijzonder en onvervangbaar Sheba was. Ze was immers de enige kat die mij tijdens m'n jeugd had zien opgroeien.

In die tijd dat Sheba bij ons woonde, ben ik natuurlijk enorm veranderd. Het is bijna niet meer voor te stellen hoe de wereld was in 1995. Niet zo gek natuurlijk, want inmiddels zijn we één zesde eeuw verder en dat is een behoorlijk lange periode. In die tijd heb ik de basis- en middelbare school doorlopen, gevolgd door mijn studie. Het waren geen makkelijke jaren voor me, maar gelukkig kon ik dan nog terugvallen op de gezelligheid van een kat. Ben ik wel dankbaar genoeg geweest voor die mooie jaren?

In ieder geval kwelden die gedachten me het afgelopen weekend wel. Alles speelde mee om me ellendig te laten voelen: het gure weer, de bouwput die van het huis was gemaakt en dan dus het gemis van m'n kat. Het was om alle redenen kil in huis. Doordat ik ook nog verkouden werd, kon ik amper slaap vatten.

Nieuwe start

Maandag ging ik naar Amstelveen, waar het zowaar zonnig was. Ik kon me enigszins bevrijden van mijn sombere gemoed. Ik voelde dat die dag, 23 januari, de start was van een nieuw leven. Een leven waarin ik een "beter" mens wil zijn, een leven waarin ik meer plezier wil hebben, een leven waarin ik meer activiteiten wil ondernemen. Het leven is te mooi om je door kleine tegenslagen dwars te laten zitten. Elke dag in het leven is weer uniek. De wereld wordt iedere dag door andere mensen bewoond. Iedere dag maakt deel uit van het langzame ontwikkelingsproces van de mensheid en ik kan daar m'n steentje aan bijdragen.

Die nacht sliep ik als een roos. Mijn treurige gevoelens waren verdrongen door de vele mooie herinneringen aan Sheba. Dat kwam vooral doordat ik veel foto's kon herinneren waar ze lekker lag te genieten. Ze had toch maar een mooi leven gehad. Dat gaf mij ook weer een dusdanig goed gevoel, dat ik fijn kon slapen.

Gedurende de rest van de week borrelden de schuldgevoelens weer op. Ook het besef dat ik Sheba nooit meer kan voelen, maakte me verdrietig. Toch vond ik het vooral voor Sheba zelf zielig dat ze er niet meer was, hoewel ze zelf misschien blij was dat ze niet meer hoefde te lijden. Maar het leven dat ze begin vorig jaar nog leidde, dat was toch nog prima? Hadden we haar niet iets adequater kunnen behandelen, zodat ze nu nog redelijk gezond op deze wereld had kunnen ronddarren? Als we vaker langs de dierenarts waren gegaan, hadden ze het dan die nierproblemen niet eerder ontdekt? Natuurlijk zijn het maar hypothetische vragen, maar ze kunnen me wel aan het denken zetten om in de toekomst (met Bonnie bijvoorbeeld) niet dezelfde "fouten" te maken.

Vandaag kwam ik dus weer thuis. Sheba d'r urn was al afgeleverd. Het was confronterend om haar in deze gedaante te zien. Het is altijd zielig als een lid van het gezin overlijdt. Bijna tien jaar was Sheba één van de zes in ons gezin en nu waren er slechts wat koolstofmoleculen van haar over, een schraal aandenken van de prachtige poes met haar complexe vlekkenpatroon die ze ooit was.

Al met al heb ik wel veel geleerd van Sheba d'r dood. Ik hoop dat ik de op een pijnlijke manier verworven inzichten kan gebruiken om in de toekomst een beter en waardevoller leven te leiden. Jammer genoeg kan Sheba dat niet meer meemaken en daar voel ik me ernstig schuldig over. Daarom hoop ik dat we haar niet zullen vergeten.

Rust zacht beertje!

Om haar niet te vergeten, hier nog een oud filmpje:

20 januari 2012

Sheba

Met betraande ogen en pijn in het hard voelde ik me verplicht jullie mede te delen dat mijn superlieve kat Sheba zojuist is overleden.

Sheba in betere tijden (2006)

Toen ik nog een klein jochie was, hadden we een konijn als huisdier, dat ik Bruinoog had genoemd. Een schoolvriend had er een mooie zwarte kat, die de naam Drop had gekregen. De buren hadden eveneens katten: Streepje en Jara, hoewel Jara vlak nadat ze twee katertjes (een rode en een zwarte) het leven had geschonken, werd doodgereden. Hierdoor besloten de buren Muis, het zwarte exemplaar, maar te houden. Op school las ik graag een boekje over een zwart katje, genaamd Sheba. Zo'n dier wilde ik dus ook! Het toeval wilde dat een kennis in het voorjaar van 1995 een nestje met katten had. M'n moeder had hieruit een katje gekozen. Dit was echter geen zwarte kat, maar een lapjeskat.

Op mijn verjaardag was het dan zover: we gingen naar de kennissen toe om het verjaardagscadeau te bezichtigen. Ik wist natuurlijk al dat ik haar Sheba ging noemen. Als kersverse 9-jarige had ik natuurlijk geen benul van de taal die aan de andere kant van de Noordzee wordt gesproken, dus noemde ik haar /ˈʃɛba/ ("sjebba").

Na de kennismaking gingen we nog op vakantie. Bij terugkomst kwam Sheba bij ons wonen. De vakantie was bijna voorbij. Op de laatste dag van de vakantie gingen we m'n nieuwe fiets uittesten op de hei. Prompt verloor ik op een snelle afdaling de macht over het stuur en maakte ik een fikse smak, waardoor m'n kop onder de korsten zat en ik de eerste week van school moest missen. Gelukkig kwam Sheba toen lief bij me liggen. ;)

Sheba was een makkelijke poes. Alleen in het eerste jaar liep ze een tijdje mank doordat ze waarschijnlijk een keer was uitgegleden. In haar jonge jaren heeft ze veel met Muis gestoeid. Ik weet niet of ze toen gewoon goede vrienden waren, of dat er meer achter zat. ;) Verder lag ze graag bij het konijn in z'n hok. De eerste keer kon ik het bijna niet geloven: ze sprong zo het hok in, niet om het konijn iets aan te doen, maar om in het stro te liggen.

Helaas ging Bruinoog vrij kort daarna dood, waarna Ewood een konijn als huisdier kreeg. Helaas hielden deze beestjes het niet lang vol. Slechts Snuffie wist het voor een wat langere tijd uit te houden, maar hij was na twee jaar ook ineens dood. Had misschien iets met giftig graszaad te maken. Daarna hadden we nog Sneeuwbeer, op het oog een schattig wit konijntje, maar eigenlijk een enorme wildebras. Al na een paar nachten besloten m'n ouders dat Sneeuwbeer permanent in het buitenhokje zou verblijven. Sheba heeft dan ook nooit aangedurfd om bij Sneeuwbeer in het hok te liggen. Helaas overleed Sneeuwbeer ook onverwacht. Hij was, net als Snuffie, maar iets van twee jaar oud geworden. Ewood had er genoeg van. Hij wilde ook een kat, want die beesten leefden langer.

Bonnie

Inmiddels was Sheba alweer bijna zeven jaar. De volwassen Sheba was een beeldschone poes, die zich als een koningin voortbewoog. Het moeten de mooiste tijden uit haar leven zijn geweest, want na de vakantie was alles anders. Na mee te hebben gedaan aan een jeugdtoernooitje in Bagneux, trokken we iets verder Frankrijk in. Helaas verslechterde het weer, waardoor we eerder dan gepland terugkeerden. Daardoor zijn we uiteindelijk aan onze tweede kat gekomen, Bonnie.

Bonnie was eveneens een lapjeskat. Oppervlakkig gezien leek ze wel op Sheba, maar haar karakter was volledig anders. Zeker in haar beginjaren was Bonnie een ongelooflijk sociaal diertje. Altijd kwam ze vrolijk naar mensen toe, anders dan Sheba, die liever op zichzelf was. Wel leek Bonnie wat hersencellen te missen, maar het was een erg leuk diertje. Sheba had het echter niet zo op haar, waardoor ze vaak naar Bonnie zat te blazen. Geprobeerd werd de twee poezen aan elkaar te laten wennen door ze uit dezelfde voerbak eten te geven, maar dat had niet echt effect.

In die tijd was Bonnie eigenlijk bij iedereen altijd het lievelingetje. Ze was klein en dat bleef ze, waardoor ze er heel schattig uitzag. Het waren misschien wel de lastigste jaren voor Sheba. Dat zou echter veranderen toen Jean Loulou thuis ging werken. Al snel werd hij dikke maatjes met Sheba, die hem vaak opzocht als-ie op z'n kamer aan het werk was. Ineens begon hij positieve verhalen over d'r te vertellen. Sheba bloeide weer helemaal op, terwijl Bonnie juist angstiger werd.

Het was ook een beetje de periode waarin de machtsstrijd tussen de twee katten losbarstte. Sheba was al op leeftijd en ze was niet meer de dominante kat in huis. Wel zaten de katten geregeld "tegen elkaar op te bieden", waardoor er soms in een week twee of drie vogels in de tuin lagen. Toen Sheba nog ouder werd, hield ze wel op met muizen of vogels vangen. Waar Bonnie nog steeds wild wordt van een overvliegende vogel, kon het Sheba weinig meer doen.

Latere jaren

In 2008 overleed Ajax, waardoor al Sheba d'r broertjes en zusjes waren overleden. Sheba was toen (op het oog) nog kerngezond. In 2010 verhuisden de buren. Muis verhuisde mee, waardoor Sheba d'r levenskameraad moest missen. Vorig jaar ging haar gezondheid plotseling hard achteruit. Mijn ouders waren in mei op vakantie, waardoor er niemand thuis was. Toen ik thuiskwam, trof ik een erg bange en angstige Sheba aan. Wat er gebeurd is, weet ik niet, maar ik vermoed dat Bonnie ermee te maken heeft gehad. Snel werd een afspraak gemaakt bij de dierenarts, waar bloed werd afgenomen. Hieruit bleek dat Sheba d'r nieren het niet goed meer deden. Hiervoor kreeg ze een speciaal eiwitarm dieet. Wel was ze inmiddels al (zo goed als) doof geworden.

Toen iedereen in augustus weer op vakantie was, ging het opnieuw slecht met haar. Ze at niet meer, dus kreeg ze weer ander voer, waar je dan een poedertje (fosfaatbinders) over moest strooien. Dat ging een tijdje goed, maar uiteindelijk begonnen de nieren toch weer hun tol te eisen, want door de opstapeling van afvalstoffen zorgde ervoor dat ze langzaam blind werd. Drie maanden geleden sprong ze van de vensterbank pardoes in m'n kopje thee, wat al deed vermoeden dat haar gezichtsvermogen niet meer was wat het geweest is. Een paar weken later zag ze echt niks meer en liep ze overal tegenaan.

Laatste dagen

Hoewel Sheba doof en blind was, reageerde ze natuurlijk nog wel op aanrakingen en at ze nog goed. Gisteravond werd ik echter door m'n moeder gebeld dat het niet goed ging met d'r. Ze at en dronk niet meer. Het einde kon weleens heel snel in zicht zijn. Of ik naar huis kon komen. Natuurlijk wist ik dat het eraan zat te komen, maar dat het nu zo dichtbij was, kwam hard aan. Ik was mijn emoties niet meer de baas.

Tijdens de terugtocht naar huis wist ik de verdrietige gevoelens te verdringen. Sheba lag in haar mandje te slapen. Het zag er heel vredig uit. Mijn verdriet was weg. Ik wist dat Sheba eigenlijk al een paar maanden eerder was gestorven. Nooit zou het meer zoals vroeger worden. Die avond wist ik haar nog wat te laten drinken, waarna ik haar nog wat eten gaf, maar ze at nauwelijks wat. Ik was in ieder geval blij dat ze wat gedronken had.

Vandaag ging het helemaal slecht. Bonnie lag nu in Sheba d'r mandje en Sheba lag verderop. Ze kon zich nauwelijks meer bewegen en ze reageerde eigenlijk nergens meer op. Tegen het eind van de middag, toen Bonnie niet meer in het mandje lag, heb ik Sheba in het mandje gelegd. Ze bleef bijna in dezelfde houding liggen als waarin ze eerst lag. Om iets voor acht uur vertelde Jean Loulou me dat het gebeurd was. Het diertje waar ik ruim zestien jaar voor heb gezorgd, is er niet meer.

Sheba
/ˈʃɛba/

* 21-05 1995
+ 20-01 2012

16 lange jaren was je in leven, maar nu ben je voor altijd dood. :'(

16 januari 2012

Een dagje Wijk aan Zee

Gisteren was ik toeschouwer in Wijk aan Zee bij het Tata Steel Chess Tournament. Ik was er zeker niet voor het eerst: vorig jaar en in 2008 was ik een dagje toeschouwer op dit grote en vooral sterk bezette toernooi, dat weliswaar steeds onder een andere naam door het leven gaat (Hoogovens, Corus en nu dus Tata Steel), maar verder in al die jaren nauwelijks is veranderd. Nog steeds spelen de amateurs in dezelfde zaal als de wereldtoppers en dat vindt men leuk.

De Baarnse delegatie had al eerder plannen gemaakt om naar het toernooi af te reizen. Mij leek het ook wel leuk. De witte wilde wel rijden, maar helaas kon ik hem zaterdag maar niet te pakken krijgen. Pas tegen middernacht kreeg ik contact. Helaas had mijn computer toen een vervelend virus opgelopen, waardoor ik niet meer op internet kon komen. Het idee was dat ik om 12:00 bij Naarden-Bussum zou worden opgehaald, had ik begrepen. Gelukkig kon ik de witte zondagochtend nog net te pakken krijgen, waarna er meer duidelijkheid kwam. Hij zou me zelfs thuis ophalen. Chill!

Rond tien voor twaalf reed een blauwe Peu Chaud langs, wat klaarblijkelijk Witkops nieuwe bolide was. Hij had Yme B. meegenomen en bij het station werd Ton opgehaald. De heenreis verliep voorspoedig: er waren weinig auto's op de weg, dus konden we ongehinderd doorrijden. De Tata Steel Avenue (een rondweg om Beverwijk heen), die de doorstroming bevorderde, vond hij helemaal geweldig.

We waren nog vroeg en in de speelzaal zaten alleen wat oude parlementariërs te schaken, waaronder Jan Nagellak. Toen het bijna half twee was, en de ronde op het punt stond om te beginnen, was de speelzaal veranderd in een mierennest. De toppers zaten, zoals altijd, in de hoek weggestopt, achter een afscheiding, zodat het publiek op afstand werd gehouden. Het publiek kon zich vergapen aan de liveborden, hoewel een aantal oude mannetjes dat deed aan de schaaksters in de C-groep. Die waren pontificaal op de plek neergezet waar ze het dichtst bij het publiek zaten. Een slimmigheidje van de organisatie? Achter elkaar zaten Sadler - Sachdev, Haast - Riaan d'or, Schut - Danielian (chick-fight) en Govert - Pähtz. Naast de aandacht van het publiek, vond Alinea Motoc (vrouw van Erwin L'Ami), gewapend met een fototoestel, het nodig ze talloze keren te vereeuwigen. De schietpartij hield maar niet op.

Large zat een rij verderop. Hij kon zich in alle rust voorbereiden op zijn partij tegen de Indiase grootmeester Adhiban. Ook MadU Sadler concentreerde zich op zijn partij tegen Sachdev, iets wat Ton heel knap vond. De gentleman besloot echter Schots te spelen. Hij koos een creatieve behandeling, die echter maar weinig opleverde. Shoot - Danielian mondde al snel uit in een saai eindspel, terwijl Haast - Riaan d'or een gevecht om leven en dood leek te worden. Bij Large was helaas weinig te zien, dus gingen we maar naar het commentaar luisteren van niemand minder dan Ivan Sokolov.

De commentaarzaal zat helaas al bijna helemaal vol. Gelukkig was er nog een rij over voor de Baarnse delegatie, waaronder Pascal, Sizzel, Bart, 14, Bram R. en degenen die ik eerder al genoemd heb. We wachtten en wachtten maar, maar van Sokolov geen spoor. Na een kwartier kwam er een mannetje vertellen dat ook de organisatie niet wist waar de grootmeester was. Gelukkig kon Gert Ligterink in alle haast worden opgetrommeld als vervanger. In zijn zondagse kleren ging hij de partijen onvoorbereid te lijf, al worstelend met de schaakstukken die steeds van de analyseborden vielen.

De "tweelingpartijen" Giri - Radjabov en Topalov - Van Wely werden behandeld, net als Aronian - Nakamura en Ivantsjoek - Carlsen (omdat het publiek dat zo graag wilde, niet omdat het zo'n leuke partij was.)

Ligterink deed het niet onaardig, maar hij werd uiteindelijk wel afgelost door Sokolov, die zich verslapen bleek te hebben. Hij begreep zelf ook niet hoe dat nou kon... Vervolgens nam hij het commentaar over. In zijn steenkolen-Nederlands brabbelde hij de tijd bij elkaar. Wanneer een stelling zo goed als uitgeanalyseerd was, richtte hij zich tot de man achter de computer. "Any mofes?", vroeg 'ie dan, waarna er vaak weer wat zetten werden opgerakeld.

Bij Giri verliep de opening niet helemaal naar wens, waardoor hij al vlug remise aanbood. Radjabov was kennelijk tevreden met een vlugge puntendeling met zwart, want hij nam het aan. Ook King Look leek de zaken redelijk voor elkaar te hebben tegen Topalov. De Sämish-variant van het Koningsindisch is op hoog niveau blijkbaar toch niet zo kansrijk voor wit.

Interessanter was het bij Aronian - Nakamura. De zwartspeler haalde toepasselijk het Hollands uit de kast, maar al snel kwam er een soort Benoni-achtige structuur op het bord. Aronian gaf veld c5 weg in ruil voor veld d4, maar zijn zet 15.Pb5 sloeg als een tang op een varken. Misschien was het een soort arrogantie, zoals we van Aronian wel gewend zijn, maar achteraf gaf Bronian bescheiden toe dat zijn opening eigenlijk nergens op leek. Daar was Sokolov het mee eens, hoewel de computer de stelling steeds als ongeveer gelijk beoordeelde. Pascal, die nog bij de partijen was wezen kijken, voorspelde dat Aronian zijn dame zou offeren. Dat kon alleen maar slecht nieuws zijn en inderdaad, na het dameoffer waren wits problemen als sneeuw voor de zon verdwenen. Althans, zo leek het. Hoewel Nakamura slechts één kwadrant van het schaakbord bezet hield, wist hij het juiste plan te vinden, waardoor hij gevaarlijk tegenspel kreeg. Helaas vergreep hij zich in tijdnood aan de pion op e6, waarna hij in de problemen kwam en na een lang en slopend eindspel alsnog verloor.

De partij Ivantsjoek - Carlsen werd nooit spannend en Sokolov liet de partij ook links (en voor hem rechts) liggen. Het was inmiddels donker geworden en nadat we nog even in de speelzaal hadden gekeken, gingen we naar een pizzahut vlak bij de speelzaal.

De hut zat helemaal vol met schakers. Gelukkig had Pascal gereserveerd, zodat er voor ons nog plek was. Wel zaten we bij de uitgang van de keuken, waarna een serveerster ons nogal knorrig vroeg of we niet iets konden inschikken. Tja, het is toch niet onze schuld dat hun ruimtelijke planning zo slecht is? Gelukkig kon de tafel nog iets naar de muur verplaatst worden, maar het bleef krap. Ook zaten we nog naast een man met een ongemanierde hond, die zelfs een keer bij Ton op schoot sprong. Het beest lag de rest van de tijd half in het gangpad in de weg te liggen.

Tijdens het eten, dat overigens wel te doen was, werd er nog veel geschaakt. Ton liet ons een aantal schaakstudies oplossen, terwijl Bram op een ander bord een onnodige nederlaag deelde met de rest van de groep. Ook werd er gedronken op de remise van Large, die vanuit een verloren stelling nog een half punt wist te slepen, waardoor hij met 1 uit 2 nog goed op schema ligt.

Om een uur of negen werd de wijk aan zee verlaten, maar niet voordat de witte het ijs van zijn ruiten had gekrabd. Zelfs dicht bij het warme Noordzeewater waren zijn ruiten bevroren, wat hij niet heel erg kon waarderen. Toch was de dag al met al wel geslaagd. ;)

14 januari 2012

Persoonlijke ontwikkeling

Tijdens het veldwerk in Salzburg in 2010 werd er geregeld teruggeblikt op de voorbije drie studiejaren. Onze docent (Mark B.) merkte op dat we in die tijd behoorlijk waren veranderd. Zelf had ik er nooit zo bij stilgestaan, dus die opmerking kwam een beetje als een verrassing voor me. Ik had zelf het idee dat ik nog redelijk hetzelfde was gebleven. Misschien een beetje dikker geworden, maar voor de rest dacht ik dat ik in grote lijnen nog steeds dezelfde persoon was.

Misschien had ik ongelijk. Kijk bijvoorbeeld naar mijn schrijfsels uit 2007 en 2010 en je zult zien dat er een duidelijke ontwikkeling is geweest. Ik ben wijzer geworden, maar ik had het idee dat dat eigenlijk alleen in de schrijfsels naar voren was gekomen en niet zozeer in het dagelijks leven.

De afgelopen jaren is er natuurlijk ook wel het een en ander gebeurd. Zo had ik in 2007 nog geen studie met succes afgerond. Toch was ik toen zeker niet ongelukkig. Ik vermaakte me altijd wel. Toen ik na de vakantie met mijn nieuwe studie begon, had ik al snel het benodigde zelfvertrouwen om vakken te halen. Wel was ik toen erg bang voor de veldwerken en excursies. We hadden meteen in oktober al een reisweek en ik was er vreselijk gespannen voor. Of dan die keer dat we 's ochtends vroeg naar Zeeland gingen voor een excursie. Brr! En als klap op de vuurpijl de echte veldwerken in het voorjaar. Van mij had het niet gehoeven.

Ondertussen wist ik mijn interessegebieden uit te breiden naar bijvoorbeeld het weer en foto's maken. Dat ging dan weer ten koste van sociale activiteiten, zoals MSN'en. Had ik vroeger het idee dat de tijd traag ging, nu vond ik de tijd steeds sneller gaan. Ik merkte dat ik vaak van specifieke onderwerpen veel wilde afweten. Ik kreeg nu een beter idee van hoeveel er allemaal nog te leren was. Te veel om op te noemen.

Met m'n studie lag ik redelijk op schema. Ook had ik het idee redelijk bij de groep te horen en dat was handig. Af en toe kon ik dan vragen wat de bedoeling nou was, zodat ik niet meer vast hoefde te lopen. Het werd me duidelijk wat het belang was om er een beetje bij te horen. Dat gevoel had ik op de middelbare school nooit gehad en behalve dat je je er vaak klote door voelt, moet je ook nog eens alles in je eentje voor elkaar zien te krijgen. Nu kon ik redelijk met de stroom mee.

In het derde jaar gingen we ons specialiseren. De groep viel langzaam uit elkaar. Nog steeds heb ik een beetje spijt dat ik toen heb gekozen om verder te gaan met de economische kant, hoewel mijn cijfers duidelijk in die richting wezen. In het derde jaar hadden we nauwelijks veldwerken en excursies meer, en inderdaad, ik miste ze. De veldwerken en excursies waren eigenlijk gewoon een soort vakanties. Je leerde je klasgenoten er beter door kennen en ik denk dat dat in mijn geval heel heilzaam is geweest. Zo eindigde ik studie Aarde en Economie met eigenlijk veel schoolvrienden of -kennissen, maar daar stond tegenover dat ik minder contact had met m'n "oudere" vrienden en dat vond ik dan weer jammer.

Kon ik vroeger in tien minuten een aardig stukje schrijven, nu kon ik diezelfde hoeveelheid tijd uittrekken om één zin te bedenken. De toon werd bedachtzamer, de spelling werd geoptimaliseerd en de onderwerpen werden complexer of wetenschappelijker. Het schrijven van een artikel duurde daardoor dus steeds langer. Dit, in combinatie met de nieuwe hobby's en interesses, zorgde ervoor dat het leven eigenlijk te snel voor me ging. Nog steeds vliegen de dagen om.

In 2010 ging ik verder met de Master STREEM. Tegelijkertijd ging ik naar Stumass. Ergens vind ik het wel jammer dat Stumass niet zes jaar eerder is opgericht, zodat ik veel eerder begeleid had kunnen worden. Nu kwam het een beetje als mosterd na de maaltijd, ik had immers net mijn studie gehaald. Uiteindelijk heb ik ook m'n Master gehaald, ondanks dat dat in het begin ook nog een bijna onmogelijke opgave leek. Verder heb ik er vooral een aantal aardige receptjes leren kennen en een aantal "lotgenoten".

Inmiddels is het alweer 2012. Ik zie er nog ongeveer hetzelfde uit als in bijvoorbeeld 2006. Ik schaak nog steeds, ik schrijf nog steeds en af en toe heb ik zin om iets te tekenen. Toch ben ik geestelijk wel veranderd. Ik heb m'n kennis verrijkt. Of zijn er nog meer dingen die aan mij zijn veranderd? Wat zegt de lezer? En hoe is de lezer zelf de afgelopen jaren veranderd? Schrijf het me!

08 januari 2012

Het D-woord

Oost west, in Klimmen was het niet best

BSG is het nieuwe jaar niet best begonnen. In Klimmen werd het 7½-2½ voor Voerendaal, waardoor BSG maar niet uit het dal kan klimmen. De competitie is alweer over de helft en het D-woord kan nu echt in de mond genomen worden. Niet dat veel BSG'ers er rouwig om zijn, zo'n nullenregen doet wel wat met je.

Bij Voerendaal beginnen de partijen al om twaalf uur, wat betekende dat BSG voor dag en dauw op pad ging. Met het openbaar vervoer duurde het ruim drie uur om in het afgelegen oord te komen. In de trein konden we onze plek ook niet vinden: de eerste en tweede klas(se) waren er wel, maar van de meesterklasse geen spoor. In het zuiden van het PVV-land moesten we nog overstappen naar een trein van het plaatselijke openbaarvervoerbedrijf, waardoor we Lenaard, die slim wilde zijn door een treinkaartje voor het laatste deel van de reis te kopen, op het perron achter moesten laten. Vervolgens moesten we nog een paar heuvels beklimmen, voordat we in het café aankwamen. En dat allemaal om tegen een of andere Duitser te spelen. De basisopstelling van de thuisploeg telde drie inheemse krachten bij de thuisploeg, aangevuld met zeven wijzen uit het oosten, voornamelijk Duitsers dus. Wat het met de Nederlandse clubcompetitie te maken moet hebben, ontgaat mij alleen een beetje. Ik zou dan ook willen pleiten voor een 5+5-regel in het schaken.

BSG toverde één verrassing uit de hoge hoed: Frans Borm kon niet meespelen, dus viel Die Tatjana voor hem in. Met vrouwen erbij doe je het altijd goed. Leuk was dan ook dat het team van Delft, dat dus ook het halve land had moeten doorkruisen, tegen het tweede team van Voerendaal speelde. Tegen hun 50-procentscore van vier dames kon BSG niet op. 

Wedstrijd

Tijd om over te schakelen naar de wedstrijd. Voerendaal speelde in een vrij ruime zaal, maar er waren toch een paar minpuntjes. Zo waren de tafels veel te klein om je armen op kwijt te kunnen. Verder waren er lange tijd geen prullenbakken (het gebruikelijke euvel bij cafés) en was de zaal behoorlijk donker, want er zaten geen ramen in.

BSG deed het aan de hoogste borden niet onverdienstelijk tegen het sterkste team uit de poule, hoewel dat in de resultaten niet echt tot uitdrukking kwam. Die Duitse grootmeesters versla je niet zomaar! Robert Ris speelde tegen Felix Levin. Zijn tegenstander speelde naar eigen zeggen iets wat in de categorie "eens maar nooit weer" viel en mocht tevreden zijn met zijn halve punt. Onze eigen grootmeester wist zich aan bord 3 wel raad met Oscar Lemmers. Of het dameoffer nou de bedoeling was of niet, het werkte wel. Het witte loperpaar en de torens mochten zich uit gaan leven op de zwarte stelling, toen de arme zwartspeler een bok schoot en gelijk kon opgeven.

Aan bord 4 trof Leon Andrey Oorlog. Jaren terug dolf hij met wit nogal dom het onderspit tegen de Russische GM, met zwart deed hij het beter. Lange tijd bleef hij goed bij, maar vlak voor de tijdcontrole verloor hij de aansluiting, zoals het vaak gaat in dergelijke duels. In een toreneindspel had hij twee minuspionnen en dat was er één te veel. Ook Large verloor op een ongelukkige manier. Tegenstander Daniël Huisrat had een pion geofferd, die hij op z'n best had kunnen terugwinnen. Helaas schoot Large toen een bok die Timman zelfs met een wijntje op zou zien. Het resultaat was dat hij een kleine kwaliteit moest inboeten en na bijna zes uur zwoegen en spartelen een nul kreeg te slikken.

Op de onderste borden lukte opnieuw weinig. Zo verslikte Ton, de man met het fenomenale geheugen, zich al vroeg in een Benoni. Binnen enkele zetten werden al z'n stukken weer teruggejaagd, waarna tegenstander Patrick Driessens hem in alle rust toetakelde. Die speelde rustig zijn stukken naar goede velden, waarna Ton zichzelf steeds verder verzwakte en na vijf partijen nog op zijn eerste halfje wacht.

Frans

Ondergetekende kreeg, net als Lenaard een aantal borden hoger, een Fransoos te verwerken. Aan de talenkennis van beide heren schort nog het nodige. Lenaard klaagde steen en been over zijn partij. Hij kon het juiste plan niet vinden. In ieder geval was zijn plan om de torens op de b-lijn te verdubbelen niet bepaald een schot in de roos. Stadsgenoot Ali B. deed rustig ...b6, waarna de twee torens voor joker stonden. Vervolgens zaaide zijn paardenpaar dood en verderf. Toch wel lastig met zo'n loperpaar: je kan één zo'n paard wel van het bord pakken, maar dan ben je per definitie je goede loper kwijt en dat wil je ook niet, want dan blijf je met zo'n kromme pionnen dekkende loper zitten. Maar wat anders? In ieder geval verheugde Lenaard zich na twee frustrerende witpartijen op een zwartpartij.

Bij ondergetekende liep het nog erger in het honderd. Tegen zwarts 7...Le7 had hij geen afdoende antwoord, waardoor hij al snel op zijn eigen denkkracht was aangewezen en dat ging hem niet goed af. Hij had kennelijk de lange heenreis nog in de benen, of een jetlag, want veel leverden zijn denkpauzes niet op. Bovendien kwam het idee van de witte opzet geen moment uit de verf. Niks aanval, alleen maar verdedigen. Uiteindelijk nam tegenstander Benjamin Tereick maar genoegen met een voordelig eindspel, waarin hij de pionnenformatie op de koningsvleugel kapot kon schieten. In de analyse werden er nog praktische kansen gevonden voor wit, maar in de partij was het al gauw over. Kortom: een zwakke partij en kansloze nederlaag, tegen een overigens sterke opponent.

Kurwa

Gelukkig speelde niet iedereen zo zwak. De resultaten van de overige partijen vielen echter wat tegen. Zo wist Die Tatjana bijna de hele partij stand te houden tegen Michail Saltajev, maar op het einde werd ze helaas toch omvergeblazen. Een remise zat er wel in voor FM Henk tegen Thomas Trella. Met zwart nog wel. Geen slecht resultaat. Ook Ewood speelde remise. Op papier geen slecht resultaat misschien, maar na afloop begreep Ewood nog steeds niet echt waarom hij niet had gewonnen. Tegen Christof Sielecki speelde hij naar eigen zeggen een opening van Andy Warhol. Ook nu kwam hij goed te staan, maar hij kon zijn tegenstander uiteindelijk niet omverblazen. In het eindspel miste hij een aantal kansen en moest met remise genoegen nemen, wat voor hem duidelijk geen genoegen was, getuige de vele keren dat hij het woord "kurwa" in de woord nam en dat had in ieder geval niets van doen met de speelsters van Delft.

Zo bleef de teller op 2½ punt steken, minder dan waar vooraf op was gehoopt en minder dan waar tijdens de partijen rekening mee was gehouden. Maar zo gaat dat dus in de harde schaakwereld. In het eindspel komt vaak het speelsterkteverschil duidelijk naar voren en ja, Duitsers winnen altijd in de laatste minuut. Dat was dit keer niet anders.

Voerendaal (2432) - BSG (2304) 7½-2½
1. Felix Levin g (2482) - Robert Ris m (2395) ½-½
2. Daniel Hausrath m (2506) - Lars Ootes (2345) 1-0
3. Oscar Lemmers m (2384) - Aleksander Berelowitsch g (2559) 0-1
4. Andrey Orlov g (2525) - Leon Pliester m (2378) 1-0
5.Ali Bitalzadeh m (2421) - Lennart Ootes (2185) 1-0
6. Michail Saltajev g (2487) -Tatjana Rozenfeld (2128) 1-0
7. Christof Sielecki f (2395) - Ewoud de Groote (2324) ½-½
8. Thomas Trella f (2422) - Henk van der Poel f (2283) ½-½
9. Benjamin Tereick m (2386) - Jesper de Groote (2134) 1-0
10. Patrick Driessens f (2314) - Ton van der Heijden (2306) 1-0

De nederlagen werden in Heerlen weggedronken. De tijdens de wedstrijd geschoten bokken werden in een plaatselijk restaurant gretig geconsumeerd. Nog vier ronden duurt het seizoen en het aftellen begint. De stemming komt er steeds beter in, met dank aan het D-woord.