Oost west, in Klimmen was het niet best
BSG is het nieuwe jaar niet best begonnen. In Klimmen werd het 7½-2½ voor Voerendaal, waardoor BSG maar niet uit het dal kan klimmen. De competitie is alweer over de helft en het D-woord kan nu echt in de mond genomen worden. Niet dat veel BSG'ers er rouwig om zijn, zo'n nullenregen doet wel wat met je.
Bij Voerendaal beginnen de partijen al om twaalf uur, wat betekende dat BSG voor dag en dauw op pad ging. Met het openbaar vervoer duurde het ruim drie uur om in het afgelegen oord te komen. In de trein konden we onze plek ook niet vinden: de eerste en tweede klas(se) waren er wel, maar van de meesterklasse geen spoor. In het zuiden van het PVV-land moesten we nog overstappen naar een trein van het plaatselijke openbaarvervoerbedrijf, waardoor we Lenaard, die slim wilde zijn door een treinkaartje voor het laatste deel van de reis te kopen, op het perron achter moesten laten. Vervolgens moesten we nog een paar heuvels beklimmen, voordat we in het café aankwamen. En dat allemaal om tegen een of andere Duitser te spelen. De basisopstelling van de thuisploeg telde drie inheemse krachten bij de thuisploeg, aangevuld met zeven wijzen uit het oosten, voornamelijk Duitsers dus. Wat het met de Nederlandse clubcompetitie te maken moet hebben, ontgaat mij alleen een beetje. Ik zou dan ook willen pleiten voor een 5+5-regel in het schaken.
BSG toverde één verrassing uit de hoge hoed: Frans Borm kon niet meespelen, dus viel Die Tatjana voor hem in. Met vrouwen erbij doe je het altijd goed. Leuk was dan ook dat het team van Delft, dat dus ook het halve land had moeten doorkruisen, tegen het tweede team van Voerendaal speelde. Tegen hun 50-procentscore van vier dames kon BSG niet op.
Wedstrijd
Tijd om over te schakelen naar de wedstrijd. Voerendaal speelde in een vrij ruime zaal, maar er waren toch een paar minpuntjes. Zo waren de tafels veel te klein om je armen op kwijt te kunnen. Verder waren er lange tijd geen prullenbakken (het gebruikelijke euvel bij cafés) en was de zaal behoorlijk donker, want er zaten geen ramen in.
BSG deed het aan de hoogste borden niet onverdienstelijk tegen het sterkste team uit de poule, hoewel dat in de resultaten niet echt tot uitdrukking kwam. Die Duitse grootmeesters versla je niet zomaar! Robert Ris speelde tegen Felix Levin. Zijn tegenstander speelde naar eigen zeggen iets wat in de categorie "eens maar nooit weer" viel en mocht tevreden zijn met zijn halve punt. Onze eigen grootmeester wist zich aan bord 3 wel raad met Oscar Lemmers. Of het dameoffer nou de bedoeling was of niet, het werkte wel. Het witte loperpaar en de torens mochten zich uit gaan leven op de zwarte stelling, toen de arme zwartspeler een bok schoot en gelijk kon opgeven.
Aan bord 4 trof Leon Andrey Oorlog. Jaren terug dolf hij met wit nogal dom het onderspit tegen de Russische GM, met zwart deed hij het beter. Lange tijd bleef hij goed bij, maar vlak voor de tijdcontrole verloor hij de aansluiting, zoals het vaak gaat in dergelijke duels. In een toreneindspel had hij twee minuspionnen en dat was er één te veel. Ook Large verloor op een ongelukkige manier. Tegenstander Daniël Huisrat had een pion geofferd, die hij op z'n best had kunnen terugwinnen. Helaas schoot Large toen een bok die Timman zelfs met een wijntje op zou zien. Het resultaat was dat hij een kleine kwaliteit moest inboeten en na bijna zes uur zwoegen en spartelen een nul kreeg te slikken.
Op de onderste borden lukte opnieuw weinig. Zo verslikte Ton, de man met het fenomenale geheugen, zich al vroeg in een Benoni. Binnen enkele zetten werden al z'n stukken weer teruggejaagd, waarna tegenstander Patrick Driessens hem in alle rust toetakelde. Die speelde rustig zijn stukken naar goede velden, waarna Ton zichzelf steeds verder verzwakte en na vijf partijen nog op zijn eerste halfje wacht.
Frans
Ondergetekende kreeg, net als Lenaard een aantal borden hoger, een Fransoos te verwerken. Aan de talenkennis van beide heren schort nog het nodige. Lenaard klaagde steen en been over zijn partij. Hij kon het juiste plan niet vinden. In ieder geval was zijn plan om de torens op de b-lijn te verdubbelen niet bepaald een schot in de roos. Stadsgenoot Ali B. deed rustig ...b6, waarna de twee torens voor joker stonden. Vervolgens zaaide zijn paardenpaar dood en verderf. Toch wel lastig met zo'n loperpaar: je kan één zo'n paard wel van het bord pakken, maar dan ben je per definitie je goede loper kwijt en dat wil je ook niet, want dan blijf je met zo'n kromme pionnen dekkende loper zitten. Maar wat anders? In ieder geval verheugde Lenaard zich na twee frustrerende witpartijen op een zwartpartij.
Bij ondergetekende liep het nog erger in het honderd. Tegen zwarts 7...Le7 had hij geen afdoende antwoord, waardoor hij al snel op zijn eigen denkkracht was aangewezen en dat ging hem niet goed af. Hij had kennelijk de lange heenreis nog in de benen, of een jetlag, want veel leverden zijn denkpauzes niet op. Bovendien kwam het idee van de witte opzet geen moment uit de verf. Niks aanval, alleen maar verdedigen. Uiteindelijk nam tegenstander Benjamin Tereick maar genoegen met een voordelig eindspel, waarin hij de pionnenformatie op de koningsvleugel kapot kon schieten. In de analyse werden er nog praktische kansen gevonden voor wit, maar in de partij was het al gauw over. Kortom: een zwakke partij en kansloze nederlaag, tegen een overigens sterke opponent.
Kurwa
Gelukkig speelde niet iedereen zo zwak. De resultaten van de overige partijen vielen echter wat tegen. Zo wist Die Tatjana bijna de hele partij stand te houden tegen Michail Saltajev, maar op het einde werd ze helaas toch omvergeblazen. Een remise zat er wel in voor FM Henk tegen Thomas Trella. Met zwart nog wel. Geen slecht resultaat. Ook Ewood speelde remise. Op papier geen slecht resultaat misschien, maar na afloop begreep Ewood nog steeds niet echt waarom hij niet had gewonnen. Tegen Christof Sielecki speelde hij naar eigen zeggen een opening van Andy Warhol. Ook nu kwam hij goed te staan, maar hij kon zijn tegenstander uiteindelijk niet omverblazen. In het eindspel miste hij een aantal kansen en moest met remise genoegen nemen, wat voor hem duidelijk geen genoegen was, getuige de vele keren dat hij het woord "kurwa" in de woord nam en dat had in ieder geval niets van doen met de speelsters van Delft.
Zo bleef de teller op 2½ punt steken, minder dan waar vooraf op was gehoopt en minder dan waar tijdens de partijen rekening mee was gehouden. Maar zo gaat dat dus in de harde schaakwereld. In het eindspel komt vaak het speelsterkteverschil duidelijk naar voren en ja, Duitsers winnen altijd in de laatste minuut. Dat was dit keer niet anders.
Voerendaal (2432) - BSG (2304) 7½-2½
1. Felix Levin g (2482) - Robert Ris m (2395) ½-½
2. Daniel Hausrath m (2506) - Lars Ootes (2345) 1-0
3. Oscar Lemmers m (2384) - Aleksander Berelowitsch g (2559) 0-1
4. Andrey Orlov g (2525) - Leon Pliester m (2378) 1-0
5.Ali Bitalzadeh m (2421) - Lennart Ootes (2185) 1-0
6. Michail Saltajev g (2487) -Tatjana Rozenfeld (2128) 1-0
7. Christof Sielecki f (2395) - Ewoud de Groote (2324) ½-½
8. Thomas Trella f (2422) - Henk van der Poel f (2283) ½-½
9. Benjamin Tereick m (2386) - Jesper de Groote (2134) 1-0
10. Patrick Driessens f (2314) - Ton van der Heijden (2306) 1-0
De nederlagen werden in Heerlen weggedronken. De tijdens de wedstrijd geschoten bokken werden in een plaatselijk restaurant gretig geconsumeerd. Nog vier ronden duurt het seizoen en het aftellen begint. De stemming komt er steeds beter in, met dank aan het D-woord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten