Deceptie in Oekraïne
Zelfverzekerd reisde het Nederlands Elftal af naar het verre Oekraïne. De 6-0-zege in het oefenduel tegen Noord-Ierland had het team het benodigde zelfvertrouwen opgeleverd. Want Oranje mocht op het Europees Kampioenschap dan wel in de "poel des doods" zitten, maar dat zou de vicewereldkampioen toch niet tegenhouden? Eenzelfde beproeving hadden ze op het vorige EK immers ook glansrijk doorstaan. Maar in Charkov was alles anders. Oranje werd de deceptie van het toernooi.
Zand in de ogen
In de kwalificatieduels liep het nog als een trein voor Oranje, dat wedstrijd na wedstrijd won. Onverslaanbaar was het elftal, tot de laatste wedstrijd, Zweden-uit. Vanaf dat moment begon het gekwakkel. De oefencampagne verliep bijna zonder uitzonderingen teleurstellend. Maar de slotwedstrijd tegen Noord-Ierland werd dik gewonnen, dus maakte het pessimisme plaats voor optimisme. Alle problemen leken opgelost.
Stagnatie
Dat was natuurlijk slechts schijn. Oranje was al sinds het afgelopen WK in zijn ontwikkeling blijven stilstaan. Een goed voorbeeld daarvan was de 3-0-oorwassing die Oranje eind vorig jaar in Hamburg kreeg van Die Mannschaft, dat op het WK in Zuid-Afrika waarschijnlijk nog ongeveer van hetzelfde niveau was. Een duidelijk teken aan de wand. Maar Van Marwijk greep niet in. Zo klungelde Oranje naar het EK toe. Iedereen zag een afslachting aankomen en Van Marwijk begon zich steeds minder op zijn gemak te voelen. In de persconferenties maakte hij vaak een gespannen en geïrriteerde indruk. Ondertussen probeerde hij wel de omstandigheden van het bijna succesvolle WK in Zuid-Afrika na te bootsen door het team mee te nemen naar een droevig stukje geschiedenis, destijds Robbeneiland, ditmaal het concentratiekamp in Auschwitz.
Eerste tegenslag
Het medicijn was echter uitgewerkt. Vooraf werd er met niets dan een zege rekening gehouden tegen Denemarken, de nummer negen op de FIFA-ranglijst. Daarna zou Oranje met Duitsland en Portugal wel uitvechten wie door zou gaan. Het moet gezegd worden: Denemarken speelde echt heel slecht tegen Nederland. De D1'tjes speelden paniekerig, zonder overleg, zonder systeem. Nederland had de hele wedstrijd een enorm overwicht en reeg de mogelijkheden aaneen. Die mogelijkheden leverden verrassend weinig op: de meeste schoten gingen langs het doel en de andere schoten waren simpele prooien voor de Deense keeper. Dus besliste een doelpunt van Grandeli de wedstrijd. Een enorme dreun. En het was zo oneerlijk! Zo onterecht! Dat vond heel Nederland. Maar Nederland is verwend. Nederland weet niet wat winnen is (getuige de overdreven huldiging na de verloren WK-finale) en dus ook niet wat verliezen is. Maar goed, om weer bij de wereldkampioen uit te komen: Spanje was het afgelopen WK ook met een nederlaag begonnen, dus er was niets verloren. Als Duitsland maar verslagen werd.
Speelbal
Over die wedstrijd kunnen we kort zijn: Duitsland was tien keer beter en hield zich nadrukkelijk in om het buurlandje niet te veel te vernederen. Dat was natuurlijk niet zonder eigenbelang, want zodoende had Oranje nog een miniem kansje om door te gaan. Want dat Duitsland van Oranje weinig te vrezen had, dat was voor iedereen wel duidelijk. Oranje speelde flets en zielloos. De chemie was weggespoeld, de automatismen waren weggesleten. Het middenveld was afwezig, de achterhoede schutterde keer op keer en de voorhoede speelde niks klaar. Maar wat wil je ook als je in een 4-0-6-systeem speelt?
Hoop
Toch was er nog een kans dat het goed zou komen. Angstgegner Portugal moest gewoon effe verslagen worden. Met twee doelpunten verschil. En dan moest Duitsland ook nog effe van Denemarken winnen. Maar het kon! Oranje, dat toepasselijk in het zwart speelde, stond voor de loodzware opgave om ten koste van de ploeg waar het op het EK in 2004 (2-1-nederlaag door drie Portugese doelpunten) en het WK in 2006 (schoppartij die in 2-2 eindigde qua rode kaarten en 1-0 op het veld) door werd uitgeschakeld, in het toernooi te blijven.
Met een gewijzigd team begon Oranje goed tegen een zeer tam Portugal. Via Van der Fart kwam het geplaagde elftal zelfs op voorsprong, maar na een kwartier was de benzine op en zette Portugal het enorme veldoverwicht om in een 2-1-voorsprong. Oranje zette alles op alles, maar kon de nederlaag met geen mogelijkheid afwenden. Dus eindigde het kansloos onderaan in de poel met nul punten uit drie wedstrijden.
Pak hagelslag
Zo eindigde het EK voor Oranje al na iets meer dan een week met een enorme teleurstelling. Geen moment kon de ploeg aantonen waarom het twee jaar geleden vicewereldkampioen was geworden. Natuurlijk zat Oranje in een zware poel, hoewel de poel met Spanje, Italië en Kroatië waarschijnlijk sterker was, maar dat mag geen excuus zijn. Als Nederland wel door was gegaan, hadden ze in de kwartfinale weer met een andere sterke ploeg moeten afrekenen. Het is pijnlijk maar waar: Nederland kwam dit EK heel veel kwaliteit tekort. Het is echt een raadsel waar de laatste weken op getraind is, want ondanks dat Van Marwijk constant met dezelfde poppetjes wenst te spelen, leek Oranje in de verste verte niet op de geoliede machine die het op het WK was. Bijna niemand behaalde op het veld het verlangde niveau. Met name Wiel, Willems, Persie, Huntelaar en de schoonzoon zakten enorm door het ijs. Naast de vraag met welke spelers en welke trainer Nederland in de toekomst moet spelen, is het de vraag wat er nou zo vreselijk is misgegaan. Is Oranje te veel op zijn lauweren gaan rusten? Of heeft het vertrek van De Boer verstrekkende gevolgen gehad? En is de houdbaarheidsdatum van Van Marwijk nu echt verstreken?
In ieder geval slaagde Van Marwijk erin om met een op papier ijzersterk team alle wedstrijden in de groepsfase te verliezen. Een prestatie van formaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten