01 juni 2012

Terugblik BSG-Pinkstertoernooi

Vorig weekend organiseerde mijn schaakclub BSG voor de zevenentwintigste keer het Pinkstertoernooi. Het was voor mij alweer de derde keer dat ik me nuttig maakte als verslaggever, dus ik heb het toernooi op de voet gevolgd. Tijd voor een korte terugblik.

Vorig jaar was de organisatie nog stellig: het Pinkstertoernooi zou niet meer in het Denksportcentrum in de Nieuwe Englaan worden gehouden, maar in het Goois Lyceum. Het nadeel van ons eigen Denksportcentrum is dat er erg weinig ruimte is: er is bijvoorbeeld geen aparte analysezaal. Dat probleem zou op de middelbare school verholpen moeten zijn, maar helaas bleef het bij ideeën en kwam het hele plan niet van de grond. Dus was het Pinkstertoernooi toch weer aan het Denksportcentrum gebonden.

Het aantal deelnemers viel uiteindelijk reuze mee. Aanvankelijk druppelden de aanmelding mondjesmaat binnen, maar uiteindelijk waren er, inclusief toernooiopvullers, 109 deelnemers, iets meer nog dan vorig jaar. Dan hebben we blijkbaar toch nog iets goed gedaan. Wel was de bezetting vrij zwak. In de A-groep deed maar één buitenlandse grootmeester mee. Dat maakte het toernooi schaaktechnisch gezien minder interessant, maar het scheelde de organisatie geld en het toernooi werd er een stuk onvoorspelbaarder op, want er waren ineens heel veel kanshebbers.

In tegenstelling tot vorig jaar werden de dagverslagen niet uitgeprint. Vorig jaar waren de uitgeprinte dagverslagen een succes te noemen: de papiertjes vonden gretig aftrek. Dit jaar waren ze heel wat minder prominent aanwezig. Aanvankelijk waren ze slechts op de BSG-website te bewonderen, later werden sommige verslagen ook op schaaksite gezet. Anders dan vorig jaar heb ik er geen reacties op gekregen, bijvoorbeeld op Utrechtschaak. Dat vind ik wel jammer.

Wat ik ook wel jammer vond, was dat ik werd geacht mijn schrijfsels bij de ingang van de benedengroep te produceren. Vorig jaar zat ik in de bovenste zaal (de Euwe-zaal) en dan ook nog eens helemaal aan de achterkant. Wat een rust! Helaas was de opstelling van de tafels nu veranderd en was daar geen plaats meer voor me. De nieuwe locatie had als nadeel dat alle deelnemers steeds langs je liepen. De laptops hadden een magische aantrekkingskracht op de klierige, vermoeiende schakers in de benedengroep. Bovendien werd ik vaak gezien als iemand van de organisatie, bijvoorbeeld als mensen zich nog wilden inschrijven, of een pen wilden lenen. Kortom: het kostte me veel moeite om me te concentreren.

Het schrijven van verslagen is een beetje gek werk. In het begin van de partijen gebeurt er eigenlijk nauwelijks wat, maar na drie uur spelen gaat het ineens hard. Vaak begon ik pas echt met het verslag als iedereen klaar was. Niet voor niets begon ik twee jaar geleden met de titel "Waar u stopt, gaan wij verder". Destijds had ik nog geen schootcomputer en was ik thuis tot drie uur 's nachts bezig met het verslag van de openingsronde te tikken. Nu had ik wel een laptop en was ik de meeste dagen rond een uur of één 's nachts, ruim twee uur na het eindigen van de partijen, wel klaar. Lenaard zette de verslagen dan met foto's en diagrammen op internet.

Aangezien het spelniveau niet al te hoog was, heb ik de meeste partijen ook niet heel erg geanalyseerd. Daarvoor moest ik de partijen in het schaakprogramma op m'n computer krijgen en dat ging niet vanzelf. Vaak had ik alleen de afgeronde partijen van de mindere goden ingevoerd. Op de partijen aan de liveborden moest ik eigenlijk weer net te lang wachten. Maar goed, veel partijen waren stevig eenrichtingsverkeer, dus daar volstond een algemeen praatje wel.

Nieuw dit toernooi was de drieëntwintigste-zetprijs. Iedere ronde werd er aangekondigd welke zet de spelers op de 23e zet moesten spelen om een fles wijn te winnen. Het was als aardigheidje bedoeld, maar al snel speelden sommige lui echt alleen om het gefermenteerde druivensap. Dat leverde soms grappige situaties op, dus kwamen de rondeverslagen vol te staan met die onzin. Hoewel het een leuk idee was, werd het toernooi er uiteindelijk niet bepaald geloofwaardiger door.

Ik had toch al niet echt het idee dat veel mensen het schaken serieus namen. Neem de partij tussen de gebroeders Wallace, die na drieëntwintig zetten remiseerden en allebei een fles wijn scoorden... Of van die aanwezige lui die bijna alles verliezen en dan op de slotdag hun snor drukken. Dat hoort niet op een weekendtoernooi thuis, maar elke keer gebeurt het weer. Steeds zijn er mensen die het schaakspel in diskrediet brengen en helaas zijn het eigenlijk altijd dezelfde mensen die dat doen. Daar moet van geleerd worden.

Waar ook van geleerd moet worden, zijn de organisatorische miskleunen. Goed, dat er wat vertraging wordt opgelopen met de inschrijvingen op de openingsdag, dat kan gebeuren. Dat de microfoon onverhoopt niet werkt, dat is ook even jammer. Maar dat de prijsuitreiking, helemaal aan het eind van het toernooi dus, zo rommelig was, is toch wel slecht te noemen. Eerst was er al verwarring in welke zaal de prijsuitreiking zou plaatsvinden, en in de prijsuitreiking zelf zat totaal geen lijn. Je moet toch wel van tevoren hebben uitgedacht in welke volgorde je de prijzen gaat uitreiken? Daarnaast was de bar halverwege het toernooi al uitverkocht. Dat is dom, daarmee doe je niet aan klantenbinding.

Terug naar het toernooi, dat in totaal door zeven mensen werd gewonnen: drie in de A-groep en vier in de B-groep.

Voor de verslagen heb ik geprobeerd originele titels te bedenken, hoewel dat niet altijd lukte. In de verslagen komt de B-groep er vaak maar bekaaid van af.

1. Opstartproblemen

De eerste ronde is vaak saai, hoewel er nu nog een paar verrassende uitslagen waren. Het citaat van de dag plukte ik van Facebook: “Vanavond begint het Pinkstertoernooi van BSG. Het is erg zwak bezet, maar er is nog wel een eerste prijs van 1000 euro. Gratis geld!” Hoewel ik het er niet helemaal mee eens ben, vond ik het wel een mooie manier om het verslag wat op te fleuren.

2. Nog vier fiere koplopers

Niet m'n beste titel en ook niet m'n beste verslag. Het verslag begint met een (grappig bedoeld) loos dreigement over leenpennen, gevolgd door een aantal schaakfragmenten.

3. Iedereen neemt de 23e-zetprijs serieus

De drieëntwintigste-zetprijs bleek het spel behoorlijk te beïnvloeden. De spelers leken minder geconcentreerd te zijn: "Het blunderpercentage was opvallend hoog deze avond. Zelfs in de A-groep kwamen taferelen voor die je hoogstens bij de F’jes nog verwacht." Het verslag ging verder vooral over de drieëntwintigste-zetprijs en "non-openingen", twee zaken die meer met elkaar te maken hebben dan men misschien zou denken.

4. Klein trekt Afek hardhandig van zijn sokkel

Halverwege het toernooi won David Klein op grootse wijze van koploper Afek en nam daarmee een voorschot op de toernooizege. Uiteindelijk zou de inmaakpartij hem de schoonheids- of spektakelprijs opleveren. Dat de airco goed werkte, bleek trouwens wel uit het feit dat sommige spelers in de A-groep het erg fris hadden. In het verslag moest de bij de organiserende vereniging bekende John Markus het ontgelden: "Ook Michael Wunnink en de in winterjas en handschoenen gehulde John Markus pakten soepel hun puntjes." Tot slot nog een stom woordgrapje: "Tom Berkelmans en Paul van Sonderen presteerden het allebei om de zet 23.Pa5 uit te voeren en werden daarvoor niet weinig beloond."

5. Vier spelers met vier punten

Een saaie ronde. Dankzij Sizzel, die bij ons sliep, kon ik wel een nieuwe term invoeren: liveborden-faalangst (met optioneel streepje om de leesbaarheid wat te vergroten). Hij verloor namelijk kansloos aan een livebord. Ondertussen speelden de gebroeders Wallace een wat al te lollige remise in hun onderlinge partij in de B-groep.

6. Kansloze offers en bijzondere ontknopingen

De zesde ronde, die op de maandagochtend werd gehouden, was een waar spektakel. Er waren verrassend veel offers en aparte materiaalverhoudingen op het bord te bewonderen. Helemaal snappen doe ik het niet, maar het lijkt erop dat iedereen tijdens de zesde ronde stoer wil doen. Schaaktechnisch was het niet erg indrukwekkend, maar het was leuk voor het publiek.

7. Drie winnaars in de A-groep, vier in de B-groep

Het slotverslag, waarin de winnaars werden genoemd en nog wat pijnpunten werden besproken (waarvan één door Lenaard is gecensureerd).

Al met al hoop ik dat het Pinkstertoernooi volgend jaar in een grotere locatie wordt gehouden. Er mag nog eens goed worden nagedacht over speciale prijzen (waarom de drieëntwintigste zet en niet bijvoorbeeld de achtentwintigste, of moet er niet een extra eis komen, zoals de partij winnen), het aankoopbeleid bij de bar en het tijdschema (de middagronde zou wat mij betreft wat vroeger mogen). Er zijn vast nog wel meer punten die wat beter kunnen, zoals de prijsuitreiking, maar er zijn vast nog wel meer pijnpunten. Hopelijk wordt de achtentwintigste editie van het Pinkstertoernooi dan echt mooi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten