Vandaag werd er een groot denksportevenement georganiseerd in Amstelveen, om precies te zijn: in het Keizer Karel-College. Er was ruimte voor allerlei uiteenlopende denksporten, maar uiteindelijk werd er alleen ge-ɡo'd, gespeedcubed (hoi Youri!) en geschaakt. Voor sporten zoals dammen was geen animo.
Organisator van het evenement was mijn clubgenoot Robert Ris, die me vorige week voor het toernooi had uitgenodigd. Naast de eersteteamspelers Large en Alexander van Beek was ook teamleider Edwin Baart namens BSG van de partij. Hij was met de auto gekomen en toen we tegelijkertijd het gebouw in liepen, schoot bij hem de gedachte binnen: "Chips, die had wel met me mee kunnen rijden." Zoals het nu ging, met de fiets en het openbaar vervoer, lukte het ook en waren we ruim op tijd binnen, temeer omdat het toernooi wat vertraging opliep.
Mijn toernooi begon met een zwartpartij tegen niemand minder dan Dimitri Reinderman. Ik hoopte het beter te doen dan vorig jaar, toen ik snel van hem verloor. Maar goed, dit was een rapidpartij (20 minuten per persoon per partij), dus dan kunnen er gekke dingen gebeuren. Dat viel wel mee, al maakte ik het hem wel erg makkelijk door zomaar een pion weg te blunderen. Ik zag het stap-2-trucje net nadat ik gezet had. Dimitri was zo vriendelijk om toe te geven dat hij de truc niet meteen gezien had. Gelukkig voor hem was hij zo slim om even na te denken, waarna hij het schijnoffer kon uitvoeren. Na het pionverlies wist ik dat het vechten tegen de bierkaai was. Al het tegenspel werd eruit gehaald, waarna ik steeds meer pionnen verloor. Bedankt voor de schaakles!
In de tweede ronde was m'n spel nog altijd verre van volmaakt. In een Siciliaan werd ik door een agressief spelende Henk Boot (1900) al snel aan het denken gezet. Ik had af en toe het idee dat ik op wat voordeel kon rekenen, maar bij nadere inspectie bleek daar dan weer niks van te kloppen. Gelukkig versmaadde hij een afwikkeling naar een remise-eindspel en kon ik nog winnen dankzij een vrije b-pion die zijn toren insloot.
Ook tegen Sybolt Strating zat ik flink te knoeien in de opening. Gelukkig bleek de schade nog wel mee te vallen en nadat ik zijn koningsloper te grazen had genomen, kon ik zijn centrumpion afruilen en had ik het idee iets beter te staan. In een rommelige tijdnoodfase bleef er uiteindelijk een toreneindspel over, waarin ik een pluspion had. Dit was ongeveer de stelling:
Ik ruilde gauw mijn b-pion tegen zijn e-pion en gaf het maar remise. Natuurlijk staat zwart hier optimaal: de witte koning is afgesneden en de e-pion is redelijk onder controle. Dus heeft zwart een simpel winstplan: 1...Te4 en met de koning naar de damevleugel lopen. Toch vervelend om dat na afloop te moeten constateren!
In de vierde ronde ging het daarentegen erg gemakkelijk. Ik speelde tegen Piotr Denderski, een Pool, zo te zien, die ook niet al te veel meer schaakt. Qua creativiteit overtrof hij me in de opening in ieder geval enorm:
1.e4 c5 2.Pf3 Nc6 3.Lb5 e6 4.O-O Pf6 5.Te1 Pd4!? 6.Lf1 d5 7.d3 Le7 8.c3 Pxf3+ 9.Dxf3 O-O 10.e5 Pd7 11.d4 f6 12.Dh3 Db6 13.Ld3 f5 14.De3 Dc7? 15.Pd2.
Ik ga niet beweren dat ik de opening geweldig heb gespeeld. Wel is er een soort Franse stelling ontstaan, met de klassieke vastgelegde pionnenketen in het centrum, maar zonder een paardenpaar. Dat leek me in mijn voordeel, immers: de zwarte paarden vallen wits centrum aan en de witte paarden verdedigen. Natuurlijk liggen de zaken niet zo zwart-wit, degene met ruimtevoordeel is doorgaans juist gebaat om stukken op het bord te houden, en dat is wit. Hoe dan ook, deze stelling beviel me wel: ik kon rustig een aanval beginnen en zwart heeft geen tegenspel (geen druk op d4 en hij heeft niet meer de mogelijkheid tot ...f7-f6.) In ieder geval begon zwart hier al voorbereidingen te treffen tegen de witte storm op de koningsvleugel, maar tevergeefs. Ik opende de g-lijn en het ging heel simpel.
Sexy baardje
Nou heb ik wel genoeg zelfingenomen lopen brallen, op naar de volgende partij. Het toernooi was alweer vijf ronden oud en ik mocht tegen Hufter, of 28 zoals ze in een Amsterdamse kroeg zeggen. Hij probeerde dezelfde opening als Chiel van Oosterom eerder dit jaar tegen me speelde en ook hij bereikte er niet veel mee. Hij dacht lang na om er nog iets van te maken en dat brak hem in de tijdnoodfase bijna op, hoewel ik er alles aan deed om mezelf de das om te doen. Uiteindelijk accepteerde ik in een verloren stelling dankbaar zijn remiseaanbod, een aanbod dat ik te danken had aan zijn tijdnood. In ieder geval had ik het beter gedaan dan Ewood een paar jaar geleden.
Minder gelukkig was ik met mijn optreden tegen Thomas Willemze. In een Caro-Kann (1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pd2 dxe4 4.Pxe4) kwam hij op de vierde zet met 4...h6. Een gekke zet, maar als wit onnadenkend 5.Pf3 doet, doet zwart 5...Lf5 6.Pg3 Lh7 en heeft een tempo gewonnen. Daarom deed ik maar 5.Pg3. Zwart gaf het loperpaar om zich degelijk te kunnen opstellen, waarna we tegengesteld rokeerden en ik in het aanvalsgeweld werd uitgeteld. Plotseling ging alles mis en liep ik mat, terwijl hij nog tien minuten op de klok had. Au...
In de laatste ronde had ik gelukkig weer wit, ditmaal tegen Rop Zgorl, ook geen zwakke tegenstander. Large had me eindelijk ingehaald (hij had 3½ uit 6 na een overwinning op Arno Bezemer, geloof ik) en ik wilde natuurlijk wel boven 'm eindigen. ;) Dat had ook zeker gekund, want in een Spaanse huilvariant besloot ik een listig trucje te spelen. Uit veiligheidsoverwegingen laat ik alleen even een diagram zien:
Hier had ik 9.d4 gespeeld, een pionoffer dat zwart moeilijk kan aannemen. In de partij volgde in ieder geval 9...Lxf3 10.Dxf3 cxd4 11.cxd4 Dd6?! Niet de oplossing voor zwarts stellingsprobleem, maar een betere suggestie is moeilijk te geven (11...Dc8 misschien?). 12.dxe5 Dxe5 13.Pc3 Da5?
14.e5 en uit, dacht ik. De computer geeft als beoordeling ook iets van +3. Niet slecht tegen een 2300-plusser, maar goed, het punt moet nog wel gedrukt worden... U raadt het al: dat lukte dus niet, ondanks de vele winstvarianten die nu over het scherm rollen. Tactisch ben ik nog steeds belabberd, dat werd nu wel heel duidelijk. Wel zag ik nog dat ik na 14...Lxe5 15.Td5 Lxc3 16.Txa5 Lxa3 17.Dxb7 Td8 kon spelen, maar helaas was ik zo gefixeerd op die loper op a5, dat ik het winnende 18.Lg5! niet zag. Toch had ook 15.Dxb7 Td8 16.Txd8+ Kxd8 17.Lg5+ f6 18.Td1+ Ke7 moeten winnen, maar ik miste dat 19.Dc6 Kf7 20.Td7+ Pe7 21.Dc4+ gewoon uit is. In tijdnood doofde mijn aanval uit en bood ik maar mismoedig remise aan.
Al met al had ik toch wel een tof toernooi gedraaid: vijftig procent gescoord tegen spelers die bijna allemaal sterker zijn dan ik. Toch waren de uitslagen vaak niet echt logisch, in sommige partijen haalde ik te veel punten en in andere te weinig. In ieder geval weet ik waar ik de komende tijd aan moet werken.
1. D Reinderman g 2555 0 -0.09
2. H Boot 1900 1 +0.19
3. S Strating f 2248 ½ +0.13
4. P Denderski 2240 1 +0.62
5. L Riemersma m 2397 ½ +0.30
6. T Willemze m 2378 0 -0.22
7. R Schoorl f 2327 ½ +0.23
Tijdens de prijsuitreiking baalde ik wel een beetje van mijn gemiste halfje in de laatste ronde, waardoor de ratingprijs naar Christopher Brookes ging, die wel vier punten uit zeven partijen pakte. Toch was ik voldaan over mijn toernooi: ik had een vorstelijk toernooi gespeeld en ik had steeds in de subtop meegedraaid, achter de hoge heren als Matthew Sadler, Jan Smeets, Dimitri Reinderman, Twan Burg en toernooiwinnaar (met 7 uit 7!) David Smerdon. De topduels waren bovendien het bekijken waard, wat ik heel soms, als ik vroeg klaar was, ook wel deed.
Ik was uiteindelijk gelijk geëindigd met Large, die we in de Bijlmer op het station zetten, waarna Edwin Baart me voor de deur afzette. De chauffeur had in de B-groep zijn inschrijfgeld (het vorstelijke bedrag van vijf euro) terugverdiend met een gedeeld vijfde plaats. Die prestatie dankte hij aan zijn eindspelskillz, die flink zijn verbeterd in zijn periode als teamleider voor BSG 1. Het was inmiddels toch wel weer laat geworden, maar een lange schaakdag zat er weer op. Het toernooi van Robert Ris is me niet tegengevallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten