28 juli 2015

Jarich in Gent

Vorige week was ik een van de 245 deelnemers van het 38ste Eastman Open Internationaal Schaaktoernooi in Gent. Met een score van 6 uit 9 legde ik beslag op een ratingprijs ter waarde van 15 euri, maar daarover later misschien meer.

Het was alweer vier jaar geleden dat ik voor het laatst een schaaktoernooi had gespeeld. Dat was in Wenen, net voor de beruchte weblogmigratie die op een ramp uitdraaide. Dat was natuurlijk veel te lang geleden en dus stond ik er wel voor open toen Ewood me vroeg om in Gent mee te spelen. Hij had daar twee jaar geleden, terwijl hij nog aan het herstellen was van zijn ziekte, aan meegedaan. Het beviel hem wel en hij schreef er zelfs een stukje over in het laatste clubblad van BSG (Gent 2013: You Only Live Once). Hij was er (voor zijn doen) enthousiast over, dus wilde ik het ook wel een keer proberen. Het was voor mij wel een sprong in het diepe, want ik kende mijn reisgenoten, Ewoods Enschedese clubgenoten, niet of nauwelijks. Alleen Jasper de Jong kon ik me van een ONJK herinneren:

Gelukkig bood Jasper de Jong aan me mee terug te brengen. Achter op zijn fiets met vering kreeg ik steeds meer kramp in m’n poot. Toen we er waren, stapte ik af en viel ik. Ik kon niet op mijn rechtervoet staan! Gelukkig had ik aan de val niks overgehouden. Ik rolde een beetje. (…) Ik bleef even liggen, waarna ik mijn voet weer kon bewegen. Ik bedankte Jasper nog voor de moeite, al was ik blij dat de lijdensweg eindelijk voorbij was.

Hengelo 2007 (3)

Jasper was de leider van het spul. Voor hem was het al de dertiende keer dat hij het toernooi speelde, dus hij kende de stad ook als zijn broekzak. Hij heeft een enorm talent voor spelletjes (vooral met ‘Magic’ heb ik me laten vertellen, maar ook schaken blijkt hij redelijk te kunnen) en hij lijkt me een echte levensgenieter. Dan had je nog Wouter de Haas, die zijn naam vooral eer aan deed door zijn relatief snelle manier van praten. Hij bleek zo’n beetje de beste niet-Japanse Shogi-speler te zijn (Shogi is Japans schaken). Dan had je nog de vriendelijke reus Maarten Vinke (“Kinky”), die eveneens aan Shogi scheen te doen en dol was op broodjes Martino. En tot slot had je Jarich van der Molen, een wat verlegen jongen die nog een Friese vriend had meegenomen.

Vrijdag de 17e togen we naar de Vlaamse stad die een slagje groter is dan bijvoorbeeld Eindhoven of Almere. Hoewel Gent op maar 20 kilometer afstand van de Nederlandse grens ligt, waan je je meteen in een geheel andere wereld, een wereld zonder verkeersborden, met slecht onderhouden wegen en weinig assertieve medeweggebruikers. Met de auto was de tocht in een uur of drie voltooid, na enkele files te hebben getrotseerd (waarvan één file een rij geparkeerde auto’s bleek te zijn). De rest kwam vanuit hun uithoek van het land met de trein en was geloof ik zes uur overweg nadat ze alle overstappen op miraculeuze wijze hadden gehaald. In de tussentijd had Ewood ons al op de camping aangemeld en hadden we onze tent al opgezet. Daarna togen we naar het station, om de rest van de groep uit de trein op te wachten.

De spullen werden bij Loulou in de auto gedropt, waarna we tot de ontdekking kwamen dat drie van de zeven gehuurde fietsen, waaronder de mijne, kaduuk waren. Gelukkig waren er nog wat reservefietsen, maar die waren beduidend minder geavanceerd. Nou maakte het mij weinig uit of ik 3 of 21 versnellingen had, maar dat het zadel bij elke hobbel losschoot vond ik wat minder geslaagd. Ook bleek dat we op de camping niet bij elkaar, maar verspreid over drie locaties zouden komen te staan. Onder de brandende zon zetten de anderen ook hun tenten op. Na veel zweetdruppels, krom geslagen haringen en uitgestoten keelklanken stonden de tenten dan eindelijk. Die avond aten we bij het campingrestaurant, waarna we op het strand nog een partijtje gingen voetballen, gevolgd door een potje Avalon. Het was het sportieve hoogtepunt van de vakantie.

Op zaterdag begon het toernooi dan echt. Doordat er niet met een officieel FIDE-speeltempo wordt gespeeld, telt het toernooi niet mee voor rating en dat is ergens wel zo prettig. Je kunt wat meer als een toerist spelen zonder dat je marktwaarde erdoor wordt aangetast. En een schaaktoerist was ik. Ik had geen laptop meegenomen, ik had amper internet op m’n telefoon en ik was amper ingeschaakt. Doordat het toernooi unrated was, kon ik een beetje aankloten zoals ik in lang vervlogen tijden op Playchess deed. Van Ewoods eerdere deelname had ik geleerd dat je snel moest zetten, omdat je maar twee uur bedenktijd voor de hele partij had en die twee uur zijn zo om.

Door het relatief korte speeltempo werden er twee ronden op een dag gespeeld: een ronde in de middag en een in de avond. De partijen waren om 23:00 afgelopen en dan konden we de stad in om iets mee te maken van de beruchte Gentse Feesten. Ik had er tot voor kort nooit van gehoord en ik wist ook niet zo goed wat ik me ervan voor moest stellen, maar doordat Ewood zo enthousiast was, vermoedde ik dat er ook iets voor mij bij zou zitten. In ieder geval was het tyfusdruk. De straten zagen zwart van de mensen, politieagenten en plaszuilen. Ik kwam erachter dat het voor een cultuurbarbaar als ik niet echt interessant was. Ik zie bijvoorbeeld niet wat er zo leuk is aan een optreden van een dik wijf in een zilveren broek dat in een onverstaanbare Romaanse taal brabbelt. Wat wel leuk is van die feesten: er lopen ontzettend veel mooie meisjes rond. Wat nog leuker is: we werden zelfs een keer door een meid aangesproken. Wat minder leuk is: we konden geen woord verstaan van wat ze vroeg.

’s Ochtends moesten we weer bijkomen van de lange nacht en daardoor kwam er van het sporten ook niet veel terecht. In het begin van de middag togen we dan weer naar de speelzaal, waar de reusachtige ventilatoren voor verkoeling zorgden. Na de partijen gingen we gauw weer ergens eten. Jasper en co wisten ons altijd wel weer naar een ander restaurant te leiden, al sloegen ze ook een keer de bal mis doordat een restaurant tussentijds van eigenaar was veranderd (of hun geheugen liet ze gewoon een keer in de steek). In de restaurants maakte Ewood vervolgens altijd de blits door de serveersters als een Samson te woord te staan.

En geef dat snotvervelende broertje ff een klap op zijn hoofdje en zo, zodat die aflevering van Koefnoen voor altijd uit zijn geheugen verdwijnt en zo.

Ehm, en zo, het werkt, mhhhhueeeeh, nogal aanstekelijk en zo.

Trolletje, 27 maart 2007

Na het avondmaal gingen we weer een potje schaken, gevolgd door een tripje naar de binnenstad. Jasper leek het meeste van de optredens te genieten, terwijl Wouter en Maarten zich ook wel leken te vermaken. De rest leek er niet warm of koud van te worden.

Meer emoties maakte het schaken los. Ewood kon in de laatste ronde nog een flinke smak geld verdienen. Daartoe hoefde hij ‘alleen maar’ van Stefan Docx te winnen. Door een paar matige resultaten eerder in het toernooi was hij lange tijd onder de radar gebleven, maar door een sterke eindsprint, inclusief een remise op de Oekraïense grootmeester Soemets, was hij toch naar boven geslopen. Uiteindelijk verloor hij zonder echt een kans te hebben gehad. De enige prijswinnaars van de groep waren Jasper en ikzelf, waardoor we allebei een met geld gevulde envelop mochten ophalen in de kerk.

De slotdag leverde me wel meer praatjes op, bijvoorbeeld met Erik van den Dikkenberg, mijn tegenstander van de laatste ronde. Na acht partijen tot op het bot te hebben afgekloven, vond ik het niet erg om in een mindere stelling zijn remiseaanbod te accepteren. In de tijd dat Roy Makaay bij Feijenoord nog rollertjes van zijn soepbeen liet ontsnappen hadden we geregeld contact via internet, maar dat verwaterde. Ook Ted Barendse had ik al een tijd niet gesproken. Tien jaar geleden maakte ik kennis met hem toen we een toernooi in Pardubice speelden. Zijn opmerking “It’s a recommendation” die hij een opdringerige ober toebeet die tien procent fooi eiste na een belabberde service, zal me altijd bijblijven. Nu was hij grijzer, wat minder vitaal en wat minder sterk geworden (hij had in de tussentijd 70 elopunten ingeboet), waardoor ik hem qua rating zelfs had ingehaald. We konden allebei moeilijk geloven dat dat memorabele toernooi, met een nog piepjonge Robin van Kampen, alweer zo lang geleden was.

De dag nadat het toernooi was afgelopen, was ik jarich. ’s Ochtends werd ik tijdens het zwemmen/voetballen toegezongen en in de middag gingen we taart eten, zodat ik me ook echt jarig kon voelen. Het was de laatste dag dat we met z’n allen op de camping waren, want de dag erna ging iedereen weer terug, dus zaten Ewood en ik in ons eentje op de camping. De meerwaarde van die laatste dag was gering: overdag was het net te bewolkt en te fris om lekker te zwemmen en ’s avonds begon het me toch te regenen en onweren. Het was de voorbode van de catastrofale zomerstorm die de dag daarna in Nederland huis zou houden. De chaos op de weg viel mee en nadat Loulou om een uur of 11 de camping had gevonden, konden we gauw weer naar het tochtige Nederland. Dat is toch altijd het hoogtepunt van de vakantie: het thuiskomen.

26 juli 2015

Fattle houdt hoofd koel in Hongaarse hitte

Geen bandenproblemen, duels om de koppositie die maar niet wilden ontbranden en het team van Mercedes dat constant de vloer aanveegde met de rest: erg interessant waren de races dit jaar niet. Maar in een bloedheet Hongarije was alles anders: de crashes en botsingen waren niet van de lucht. Uiteindelijk won Fattle tegen iedere verwachting in, terwijl Mercedes er een potje van maakte.

Luis' perfecte weekend

Dominant. Een ander woord was er niet voor Luis' optreden in de kwalificatie op de Hungaroring. Hij was meer dan een halve seconde sneller dan teamgenoot Rosberg, die zich vorig jaar nog de kwalificatiespecialist mocht noemen. De Finse Duitser was het hele weekend duidelijk de mindere van zijn teamgenoot. Hij moest behoorlijk zijn best doen om de Ferrari's en de Red Bulls voor te blijven. Eddie Jordan voorspelde zelfs dat Luis de rest van het veld op een ronde zou zetten.

Gelukkig werden de woorden van de 67-jarige ex-teambaas al meteen bij de start gelogenstraft: waar de Mercedes weer eens slecht wegkwamen, kwamen ditmaal de Ferrari's als dragsters uit de startblokken. Fattle dook als eerste de eerste bocht in, voor Rosberg, die de als vijfde gestarte Räikkönen in de tweede bocht zelfs nog zag passeren en ternauwernood de verbouwereerde Luis wist voor te blijven. De polesitter maakte zijn slechte situatie nog wat slechter door halverwege de eerste ronde als een beginner van de baan te vliegen, waardoor hij pas als tiende de eerste ronde doorkwam.

Vervolgens gebeurde er een hele tijd weinig: Rosberg kon de Ferrari's opmerkelijk genoeg niet bijbenen, maar hij was wel sneller dan degenen achter hem. Luis had in de openingsfase de Toro Rosso's van Science en Max nadrukkelijk in zijn spiegels omdat hij maar niet voorbij Massa kwam. Toen hij de Williams eindelijk voorbij was, maakte hij langzaam terrein goed in de subtop.

Terug naar de tekentafel

Na de pitstops liepen de Ferrari's verder weg bij Rosberg, die naar de hardere band was overgestapt en ook nog terrein verloor op Luis. Het leek er sterk op dat de Mercedes inmiddels al veel te ver achterlagen om de Ferrari's te bedreigen, maar ineens was alles anders toen Hülkenbergs voorvleugel spectaculair desintegreerde op het rechte stuk:

Met een noodgang vloog Hülkenberg de muur in, waardoor hij de eerste uitvaller van de race werd. Het was geen best weekend voor Force India, dat Pérez in de trainingen al zwaar zag crashen door een kapotte ophanging. Het ontwerpteam kan dus terug naar de tekentafel. De baan lag bezaaid met brokstukken en dus kwam eerst de virtual safetycar en later de echte safetycar de baan op. De coureurs gingen massaal naar de pits, waarna de achterblijvers nog hun ronde achterstand mochten goedmaken.

Baanposten

In de tussentijd waren de baanposten druk in de weer om de baan bij het plaats delict brokstukvrij te maken. Ook de plek waar Luis in de eerste ronde van de baan was gegaan werd met een bezem schoongemaakt. Het zag er allemaal wat onbeholpen uit. Kennelijk zijn er nog steeds geen Zamboni-achtige machines om de baan in korte tijd schoon te vegen. De baanposten zijn de laatste jaren sowieso een mikpunt van spot: wie herinnert zich nog die dikke baanpost in Canada die voor een aanstormende bolide op z'n muil ging en net op tijd kon ontsnappen? Of die keer dat de race een uur werd stilgelegd omdat men een gat in de vangrail niet sneller kon repareren? Of die keer dat ze een auto niet door een gapend gat in de pitmuur wisten te krijgen? Niet altijd is het zo grappig: zo werd er eens een baanpost na de race door een kraan werd overreden en kon dat niet meer navertellen. En wat te denken van het tragische ongeluk van Jules Bianchi, die vorig jaar op een takelwagen klapte en vorige week aan zijn verwondingen bezweek?

Het hele weekend stond in het teken van de eerste verongelukte Formule 1-coureur in 21 jaar. Net als in Monaco 1994 werd de verongelukte coureur voor de race geëerd met een minuut stilte. De dood van Bianchi toonde precies aan waar in de Formule 1 nog winst is te boeken op het gebied van veiligheid, namelijk bij het bergen van wrakken.

Heethoofden

Gelukkig ging nu alles goed en maakten de coureurs zich op voor nog twintig intense rondjes. Fattle spoot meteen weg bij zijn achtervolgers, terwijl Räikkönens bolide een motorprobleem ontwikkelde, waardoor hij meteen door Rosberg werd ingerekend. De Finse Ferrari-coureur moest niet lang daarna opgeven.

Ook niet best verging het Luis, die op Ricciardo klapte, zijn neus beschadigde en ook nog een drivethroughpenalty ontving voor onbeholpen rijgedrag. Luis was niet de enige coureur die op de bon werd geslingerd: ook Max kreeg een drivethroughpenalty omdat hij te hard onder de virtual safetycar zou hebben gereden. De Toro Rosso-coureur, die zijn teamgenoot met motorproblemen zag uitvallen, kreeg overigens geen straf voor zijn botsing met Bottas, waardoor de Williams-coureur teamgenoot Massa kon vergezellen in de achterhoede. De Lotus-coureurs waren pas echt meesters in het verzamelen van straffen: Grosjean kreeg er een voor een unsafe release waar hij niks aan kon doen, terwijl Pastoor de ene na de andere snelheidsovertreding beging.

Met Luis nu ver in de achterhoede leek Rosberg te zijn wakkergeschud en voor het eerst in de race leek hij Fattle te kunnen bedreigen. Hij kon the Finger-Man goed volgen, maar achter hem was Ricciardo, de winnaar van vorig jaar, nog sneller. De lachende Australiër profiteerde in de slotfase van zijn zachtere banden, waardoor hij in staat was naar de koplopers toe te rijden, ondanks een kleine beschadiging aan het bodywork. Inhalen bleek een heel ander verhaal te zijn, dus deed hij een do-or-die-aanval in de eerste bocht. Van grote afstand dook hij bij Rosberg naar binnen. Rosberg counterde en nam zijn plekje weer in, maar schampte de Red Bull en reed zijn band lek. Ricciardo kon zich bij zijn team melden voor een nieuwe voorvleugel, terwijl Rosberg nog een ronde lang met zijn kreupele bolide half over de baan en half over de uitloopstroken naar de pits strompelde. Na zijn stop lag hij nog achter Luis...

In het foutenfestival kwamen de 'saaie' coureurs bovendrijven: Kwjat rukte op naar de tweede plaats, voor Ricciardo, terwijl Max naar een fantastische vierde plek reed, voor een eveneens solide rijdende Alonso. Luis kwam niet verder dan de zesde plaats, voor Grosjean en Rosberg en verontschuldigde zich bij zijn team voor zijn belabberde optreden. Nauwelijks gelukkiger kon Rosberg zijn, die het hele weekend ruzie had met zijn auto en niet van het gestuntel van zijn teamgenoot kon profiteren. De laatste puntjes waren voor Button en Ericsson.

Maar de winnaar van de dag was Fattle, die net als in Maleisië zijn hoofd koel wist te houden en zijn tweede overwinning van het seizoen behaalde. In de uitloopronde memoreerde hij Bianchi, wiens toekomst bij Ferrari leek te liggen. Echt uitbundig werd de overwinning niet gevierd, al zal Fattle met een goed gevoel de zomerstop in gaan: hij won veel punten op zowel Luis als Rosberg. Na zijn mindere resultaten van de afgelopen maanden is hij weer helemaal terug!

05 juli 2015

Hamilton wint dankzij weergoden

Terwijl de Grieken moeten kiezen tussen een middelvinger naar Europa of naar de eigen regering en in Utrecht is afgetrapt voor de Tour de France, ging in het eurosceptische, maar racegekke Engeland alweer de negende Grand Prix van het seizoen van start. In typisch Engelse weersomstandigheden was local hero Luis op het militaire vliegveld van Silverstone weer eens de sterkste.

Echt cadeau kreeg Luis het ook weer niet. Op zaterdag was hij in de warme kwalificatiesessie nog wel de snelste, voor teamgenoot Rosberg. Achter hen stonden verrassend de Williams', die de Ferrari's zowaar de baas waren. Opmerkelijk genoeg gaf Massa Bottas het nakijken, terwijl Kimi Fattle ditmaal te snel af was. De Williams-coureurs hoopten de Ferrari's ook in de race voor te kunnen blijven.

Bij de start is ineens alles anders. De Mercedes komen matig weg, net als de Ferrari's, maar de Williams' hebben een raketstart. Massa vliegt met een grote voorsprong de eerste bocht in, terwijl Luis en Bottas het met elkaar aan de stok hebben voor de tweede plaats. Bottas lijkt het duel te winnen, maar laat de deur openstaan en ziet Luis erlangs glippen. Een verbouwereerde Rosberg is slechts vierde. Achter hem zijn de Ferrari's nog tot achter Hülkenberg in de flink verbeterde Force India teruggevallen.

In de achterhoede gaat het helemaal mis: de Loti komen elkaar tegen, waarna Alonso uit moet wijken en de wagen van zijn teamgenoot tot schroot rijdt. De safetycar komt op de baan en dus kan Alonso zonder al te veel gezichtsverlies (hij had zich immers slechts als 17e gekwalificeerd) een nieuwe neus halen.

In ieder geval hebben vier rijders de eerste ronde niet overleefd: Grosjean en Button lagen er na één bocht al uit, Pastoor zet zijn wagen wat later aan de kant en Nasr haalde de startopstelling niet eens. Het veld wordt nog verder gedecimeerd als Max zijn wagen na de herstart in de grindbak zet. Het was een teleurstellend einde van een weekend dat nog zo mooi was begonnen.

Ondertussen raakte Luis zijn tweede plek aan Bottas kwijt doordat hij Massa op een wat al te riskante manier had geprobeerd in te halen, dus voerden de witte bolides het veld aan. De Mercedes vormen nauwelijks een bedreiging en achter hen wordt de rest van het veld, onder aanvoering van Hülkenberg, steeds verder op achterstand gezet.

De enige die vooraan iets probeert, is Bottas. Hij is beduidend sneller dan Massa in de snelle bochten achter op het circuit, waardoor hij met behulp van DRS gevaarlijk dicht bij zijn teamgenoot komt. Die laat zich niet van de wijs brengen en laat zich niet verschalken.

Williams is niet van plan zich te mengen in het duel tussen hun coureurs en moet dat uiteindelijk bekopen met het verlies van twee posities, doordat ze bij de pitstops afwachten en reageren op wat Mercedes doet, in plaats van dat ze de trage Massa voor de neus van Bottas weghalen. Mercedes haalt Luis als eerste in de kopgroep naar de pits. Na de pitstops van de Williams-coureurs is hij weer waar hij de race begonnen was. Teamgenoot Rosberg heeft minder geluk: hij gaat samen met Massa naar de pits en blijft zodoende gevangen achter de witte bolides, terwijl hij met lede ogen moet toezien hoe Luis aan de horizon verdwijnt.

Achter de kopgroep hebben de Ferrari's zich dankzij vroege bandenwissels ook weer tot hun uitgangsposities opgewerkt. Ze worden op de voet gevolgd door een sterk rijdende Kwjat, die na de uitvalbeurt van Ricciardo de eer van Red Bull moet hooghouden. Hülkenberg is daarentegen teruggevallen tot de achtste plaats, voor Science en Pérez.

Voor Science zit de race er even later ook op. Hij zet zijn wagen stil op de uitloopstrook van de laatste bocht van het circuit. Voor de tweede keer dit jaar komt de virtuele safetycar de baan op. Een paar ronden lang rijden de coureurs op op halve snelheid over het parcours. Als het wrak is opgetakeld, wordt de race weer hervat.

Vrijwel meteen na de hervatting gaan de hemelsluizen open. Vooral het deel rond start/finish wordt erg glibberig. Fattle verliest zijn auto een paar keer bijna, maar desondanks loopt hij in op Kimi. Als hij zijn geplaagde teamgenoot passeert, duikt de Fin meteen de pits in voor intermediates.

Voor Rosberg komt de regen als geroepen en hij maakt korte metten met de Williams', waarna hij het gat naar Luis ook gauw dichtrijdt. De wereldkampioen glibbert even van de baan en besluit dat het nu echt tijd is voor intermediates, dus duikt hij de pits in. Het circuit is inmiddels kletsnat geworden, waardoor Rosberg veel tijd verliest in die ene ronde die hij langer over het circuit moet glibberen. Fattle stopt tegelijk met Luis en rukt daardoor op naar de derde plaats, tussen de Mercedes en de Williams'.

In de slotfase gebeurt er weinig meer. De weinig nog rijdende auto's zijn vrij netjes over het circuit verspreid en dus kunnen ze elkaar nauwelijks meer bedreigen. Massa heeft Fattle nog in het vizier, maar doordat zijn Williams ruzie heeft met het natte asfalt, komt er van een slotoffensief niks terecht. Achter hem verzuipt Bottas. De Fin moet in de slotfase nog alle zeilen bijzetten om Kwjat achter zich te houden. Hülkenberg werd nog achtste, terwijl Kimi door zijn te vroege overstap naar regenbanden opnieuw achter het net viste en op een ronde achterstand als achtste finishte. Pérez werd negende, terwijl Alonso zijn eerste puntje van het seizoen pakte.

Zodoende won Luis voor eigen publiek, enigszins geholpen door de Britse weergoden. Door zijn zege vergrootte hij het gat naar Rosberg weer tot 17 punten en dus lijkt het erop dat hij na de Grand Prix van Hongarije over drie weken als klassementsleider de zomerstop in gaat.

01 juli 2015

Achter de geraniums

Het is een roerig weekje. Nederland zit momenteel in een hittegolf, Griekenland is in chaos (een mooi Grieks woord) nadat het niet aan zijn betalingen aan het IMF kon voldoen en dan was er nog het nieuws dat Guus Hiddink in Frankrijk te horen kreeg dat 'ie niet mee naar Frankrijk gaat.

Het ontslag was even terecht als onverwachts, want een paar weken geleden won Oranje nog een belangrijke EK-kwalificatiewedstrijd van ledlamp, eh, Letland en dus leek het erop dat de opvolger van Lowie nog even mocht blijven zitten. Aan die illusie kwam dus een eind.

Er heerste al lange tijd onvrede. Op de resultaten van Oranje was geen peil te trekken: een oefenwedstrijd tegen Spanje werd gewonnen, maar oefenwedstrijden tegen Mexico en de Verenigde Staten gingen daarentegen op een knullige wijze verloren. Datzelfde kan gezegd worden over de zeperds tegen Tsjechië en IJsland. Geen moment leek het Oranje onder Hiddink op de georganiseerde resultaatmachine van Von Gahl en van het beloofde mooie spel was op het veld weinig terug te zien.

Was Hiddinks houdbaarheidsdatum verstreken? Het lijkt er wel op. Waar de Achterhoeker in 2002 nog de harten van heel Nederland veroverde door met Zuid-Korea ver te komen op het WK (Nederland had zich toen onder leiding van Lowie niet eens weten te plaatsen...) en vervolgens met PSV zowel in de Mickey Mouse- als in de Dagobert Duck-competitie hoge ogen te gooien, keerde hij ons land toen, in het vooruitzicht dat zijn pensioen flink zou worden aangevuld, de rug toe.

Zo kregen de Russen hem zo gek om bondscoach van de grootste bananenstaat van de wereld te worden. Prompt schakelde Hiddink het Nederlands Elftal uit dat zo geweldig aan het toernooi was begonnen. Een jaar later trainde hij Chelsea (dat was een soort bijbaantje) en versloeg hij het geliefde Liverpool met Kuijt en Babel. En als klap op de vuurpijl schakelde hij in 2012 met rijkeluisclub Anzji achter elkaar Vitesse en AZ uit in de voorrondes van de Europa League.

Tot gisteren had hij de mogelijkheid om iets terug te doen voor zijn vaderland. In plaats daarvan presteerde hij het om met het Nederlands Elftal meer wedstrijden te verliezen dan te winnen en daarmee was zijn gekortwiekte tweede termijn als bondscoach maar met twee woorden te omschrijven: heel slecht. Was Hiddink echt zo slecht, of heeft hij zich tegen ons gekeerd? In ieder geval is hij in de afgelopen jaren langzaam van held naar schlemiel gegaan en lijkt hij tot een plek achter de geraniums veroordeeld.