25 januari 2020

Stop de polarisatie (deel 2)

Er is veel onvrede in het land. Waar multinationals miljardenwinsten boeken, ziet Jan met de pet de kosten van zijn levensonderhoud alleen maar toenemen en dan moet de crisis nog komen. De spanningen nemen toe. Teruggetrokken in de eigen bubbel staan groepen tegenover elkaar als fanatieke Ajax- en Feijenoord-supporters. Links tegen rechts, progressief tegen conservatief, jong tegen oud, hoogopgeleid tegen laagopgeleid, de winnaars van de globalisering tegenover de verliezers ervan. De dialoog is verdwenen en daar wil ik graag wat aan doen.

Iedereen heeft in zijn vrienden- of kennissenkring wel iemand met dwarse opvattingen en meningen. Bij mij is het een naast familielid, dat een aantal jaren geleden lid is geworden van Forum voor Democratie. Doordat hij het debat doorgaans met een gestrekt been ingaat, is een leuke discussie vaak niet mogelijk. Gelukkig plaatste hij onlangs op Facebook een inhoudelijke reactie, waardoor we meer te weten kunnen komen over de achterliggende gedachtes. Zit er een kern van waarheid in, of is het slechts hol geschreeuw? De immigratieproblematiek blijft altijd voer voor verhitte debatten opleveren. De stelling van vandaag luidt als volgt:

“Immigratie is volledig verantwoordelijk voor de stijging van het aantal inwoners in Nederland. Er zijn al genoeg integratieproblemen, dus waarom moeten er dan steeds maar weer nieuwe mensen hierheen komen? Dan lost het probleem nooit op. Bovendien komen er allemaal nieuwe problemen door zoals woningtekort.”

In het begin van de jaren 90 doorbrak Nederland de grens van 15 miljoen inwoners, hoewel dat feit pas in 1996 bezongen werd. Inmiddels zijn het er dik 17 miljoen. Vooral de afgelopen jaren is het hard gegaan met de bevolkingsgroei: sinds 2016 zijn er ieder jaar 100.000 mensen bij gekomen. Dat is misschien niet zo gek als je bedenkt dat de wereldbevolking iedere dag met ruim 200.000 inwoners groeit, maar het roept wel de vraag op of een dichtbevolkt land als Nederland ieder jaar met een stad ter grootte van Delft verder moet groeien.

Hoe is het gekomen dat de Nederlandse bevolking zo hard groeit? Is dat, zoals in de vraagstelling beweerd wordt, puur aan immigratie te danken? Dat is niet helemaal het geval. In 2018 kwamen er ruim 243.000 mensen naar Nederland, terwijl ruim 157.000 mensen ons tochtige landje verlieten, een verschil van ruim 86.000. Daarnaast werden er ruim 168.000 baby’s geboren, terwijl ruim 153.000 mensen het tijdelijke voor het eeuwige verwisselden, wat betekende dat de natuurlijke aanwas 15.000 mensen bedroeg. De natuurlijke bevolkingsgroei neemt echter al sinds het begin van deze eeuw af en zal vermoedelijk over enkele jaren negatief worden als de babyboomers beginnen uit te sterven. Aan de andere kant is het migratieoverschot de afgelopen jaren flink omhooggegaan:

Bevolkingsgroei per jaar vanaf 1995 tot en met 2018. Cijfers: CBS.

Sinds 2014 is het migratieoverschot groter dan de natuurlijke aanwas. Inmiddels wordt ongeveer 85 procent van de bevolkingstoename door migratie veroorzaakt. Waar komen deze migranten vandaan? Om dit inzichtelijk te maken, heb ik de herkomstlanden naar verschillende streken geaggregeerd: Nederland, West-Europa, Oost-Europa (de Slavische volken, inclusief de voormalige Sovjet-Unie), Zuidoost-Europa (de Balkan), het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en de rest van de wereld (de Amerika’s, Afrika en Oceanië). De onderstaande grafieken geven de immigratie- en emigratiestromen per groep per jaar weer van de afgelopen 25 jaar.

Immigratie naar herkomststreek per jaar vanaf 1995 tot en met 2018. Cijfers: CBS.

Emigratie naar herkomststreek per jaar vanaf 1995 tot en met 2018. Cijfers: CBS.

Te zien is dat de immigratie sterker is gestegen dan de emigratie. Dit effect is de laatste jaren over de gehele linie zichtbaar. De meeste migranten komen thans uit West- en Oost-Europa (bijna 50.000 op jaarbasis), ruim meer dan er weer weggaan. Tevens is de vluchtelingencrisis duidelijk te zien, met een piek van het aantal immigranten uit het Midden-Oosten (met name Syrië) in 2016. Toch is er niet een groep uit te lichten die in zijn eentje verantwoordelijk is voor het grote migratieoverschot van de laatste jaren. Uit alle windstreken komen mensen hierheen, maar de meeste migranten komen toch vooral uit Europa.

Interessant genoeg is de bijdrage van migranten aan de bevolkingsgroei de afgelopen kwarteeuw nog vrij beperkt gebleven: van de bevolkingsgroei van 1,8 miljoen inwoners kwam 700.000 door migratie en 1,1 miljoen door natuurlijke aanwas, zoals hieronder te zien is.

Bevolkingsgroei 1995-2018 door migratie en natuurlijke aanwas.

In de toekomst zal de bevolkingsgroei wel volledig op het conto van migranten geschreven worden. Is dat erg? Misschien niet. Migranten worden vooral gebruikt om de beroepsbevolking van vergrijzend Nederland op peil te houden, wat voor de werkgevers heel prettig is. Aan de andere kant bestaat de kans dat de aanwezigheid van goedkope arbeidskrachten de lonen onder druk zet (de economen zijn daar geloof ik nog niet helemaal over uit), wat voor de (veelal laaggeschoolde) werknemers niet zo tof is. Daarnaast kunnen er vraagtekens gezet worden of de arbeidsmigratie voor de Oost-Europese landen wel zo gunstig uitpakt.

Wellicht geeft de markt uiteindelijk zelf antwoord. Het afgelopen decennium is het minimumloon in Polen bijvoorbeeld gestegen van 20 tot ruim 30 procent van het Nederlandse minimumloon. Nog steeds een gigantisch verschil natuurlijk, maar als de trend zich doortrekt, lijkt het logisch dat de arbeidsmigratie op den duur zal afnemen.

Minimummaandloon in Nederland en Polen vanaf 1999 in euro’s. Cijfers: Eurostat.

Een ander potentieel nadelig gevolg van een groeiende bevolking door migratie is dat de welvaart over meer mensen wordt uitgesmeerd. Een deel van de economische groei in westerse landen is puur toe te schrijven aan een grotere bevolking. Migratie is goed voor de economie als de nieuwkomers meer aan de economie bijdragen dan de inheemse bevolking. In het geval van arbeidsmigranten is dat een redelijke aanname, in het geval van asielzoekers niet (dus zijn landen niet happig om ze op te nemen).

Heeft de migratiestroom de economische groei in Nederland belemmerd? De onderstaande grafiek heb ik de economische groei gereconstrueerd aan de hand van het bbp (en het bbp per capita) in euro’s en de inflatiecijfers. De grafiek laat de voor inflatie gecorrigeerde bbp-groei (blauw) tussen 1995 en 2018 zien, alsmede het bbp per capita (groen) en de koopkrachtstijging (rood).

Groei van het bruto binnenlands product (bbp) en de koopkracht vanaf 1995 tot en met 2018.

De pieken en dalen van de conjunctuur zijn duidelijk te zien. Het bbp nam vooral in de jaren 90 rap toe, om na de kredietcrisis in 2008 jarenlang af te nemen. Pas sinds 2014 zit de economie weer in de lift. Hetzelfde geldt voor het bbp per capita, dat vanaf 2000 tot 2013 nauwelijks was gestegen. Inmiddels gaat ook het bbp per capita sterk omhoog.

Wat echter achterblijft, is de koopkracht. Interessant genoeg was dat zelfs al tijdens het tweede paarse kabinet het geval. Pas toen in 2001 (met de verkiezingen in aantocht) de portemonnee werd getrokken, ging de koopkracht eenmalig sterk omhoog. In de crisisjaren (2009-2013) is de koopkracht niet eens superveel onderuitgegaan, maar daar staat tegenover dat de koopkracht sinds 2017 nauwelijks meer gestegen is. De geringe loonstijgingen lijken daar debet aan te zijn. Echt snappen doen de economen het niet, want vanwege de lage werkloosheid zouden de lonen in theorie omhoog moeten. Houdt arbeidsmigratie de lonen laag? Een interessante vraag waar ik het antwoord niet op heb.

Daarnaast zorgt immigratie natuurlijk voor problemen als dichtslibbende wegen en een volkomen overspannen woningmarkt. Maar is de woningschaarste de schuld van de migranten? Ik denk dat dat wat te makkelijk is. We zitten nou eenmaal met een zwaar inefficiënte en kapot gereguleerde woningmarkt. Misschien moeten we er eerst maar voor zorgen dat we zelf onze zaakjes op orde krijgen. Een beter functionerende woningmarkt kan er bovendien voor zorgen dat mensen dichter bij hun werk kunnen wonen, zodat het aanpakken van het fileprobleem ook niet meer dweilen met de kraan open is.

Kwaliteit van de bewering: ★★★☆☆

Quizvraag: Wereldwijd zijn er maar drie landen met zowel een hoger inwonertal als een hogere bevolkingsdichtheid dan Nederland. Welke landen zijn dat?

CBS-data:
Bevolkingsontwikkeling (2020)
Immi- en emigratie (2020)

18 januari 2020

Een dagje Wijk aan Zee

Het is weer januari en dat is voor de Nederlandse schaakliefhebber meteen al het hoogtepunt van het jaar omdat dan het Tata Steel-toernooi gespeeld wordt. Al jaren trekt het twee weken durende schaakevenement van heinde en verre publiek en net als vorige week maakte ik deel uit van de enorme mensenmassa die zich aan de schaakkunsten van de topgrootmeesters vergaapte.

Over topgrootmeesters gesproken: het wil nog niet echt vlotten met wereldkampioen Magnus Carlsen. De wat nors ogende Noor heeft tot dusver al zijn partijen remise gespeeld en mag daar niet over klagen. Beter op schot zijn de jonkies Alireza Firouzja en onze eigen Jorden van Foreest. Nadat het toernooi vorig jaar nogal op een ontgroening voor de Nederlands Kampioen van 2016 was uitgedraaid, gaat het nu een stuk beter. Met ondernemend spel weet hij tegen iedereen winstkansen te creëren. Zelfs Carlsen en Caruana werden aan het wankelen gebracht. Een nieuwe ster aan het firmament derhalve en een welkome afwisseling op de saaie Giri.

Zelf kreeg ik Ewood nog te overnachten. De krullenbol was naar ’t westen afgereisd om zijn nieuwe bril op te halen en kwam vandaag zelfs in de kustlijn uit doordat hij mee mocht naar Wijk aan Zee. Zijn nieuwe bril ziet er overigens ongeveer zo uit:

Prins Bernhard junior. Afbeelding: Wikipedia.

FM Henk bracht ons samen met Ton naar de kustplaats, waar we wederom te laat waren om een zitplaats te bemachtigen bij het commentaar van Hans Böhm. Het café zag opnieuw zwart van de mensen. De meeste mensen herkende ik niet. Pascal L. was een van de uitzonderingen. Samen analyseerden we op een klein schermpje wat partijen in de hoofdgroep. Hoewel de partijen pas net begonnen waren, zagen de stellingen er spannend uit. Een andere oude bekende was Li R., die later de zaal binnenkwam en ons enthousiast groette.

In de speelzaal was het zo mogelijk nog drukker dan in het café. Bij de amateurs speelden Timon B. en de oudjes Tom de R. en Theo S. traditiegetrouw mee. Nadat we een strandwandeling hadden gemaakt, kwamen we hem bij de ingang tegen. Terwijl hij zijn sigaretje zat op te roken, deed hij verslag van zijn partij, waarin hij niet al te hoog opgaf van zijn tegenstander, net als van de blunder waarmee hij een stuk en de partij weggaf.

Henk, Ton, Ewood en ik op het strand.

Na de wandeling waren we weer uitgewaaid en afgekoeld om het nog even in de speelzaal uit te houden. De partij van Jorden tegen Vitiugov trok veel bekijks. Jorden had twee houtjes meer en leek het puntje soepel binnen te tikken, toen hij iets te lankmoedig werd en plotseling getruct werd. Een euvel dat zijn jongere broertje ook geregeld parten speelt. Terwijl hij de partij voor de tweede keer moest zien te winnen, zochten wij in het wijkje een restaurant uit.

Uiteindelijk streken we neer bij een zaak waar geen eetborden maar schaakborden op tafel stonden. Daar probeerden we een partij van Jan Timman na te bootsen. Ook werd de partij van Caruana tegen Doebov bekeken. De Italiaanse Amerikaan had na de opening een pion ingeboet zonder dat er veel compensatie tegenover leek te staan en moest al gauw in survival mode. Doebov speelde echter wel heel passief en werd steeds verder weggedrukt, waardoor hij nog verloor ook. Voer voor slapeloze nachten derhalve.

Jorden wist uiteindelijk nog te winnen. Zijn pionnenmassa in het centrum werd wits lopers te machtig, zodat hij alweer zijn derde overwinning in het toernooi had gescoord. Genoeg voor de koppositie was het niet: Firouzja won ogenschijnlijk vrij gemakkelijk van Xiong, waardoor hij met 5 uit 7 ongedeeld aan kop gaat. Jorden deelt de tweede plaats met So en Caruana, daarna is er een groot gat naar de notoire remiseschuivers als Carlsen en Giri. In het restaurant grapten we al dat Carlsen volgend jaar maar geen uitnodiging moest krijgen…

De terugreis duurde wat langer dan gebruikelijk vanwege een imposant ongeluk op de A9 bij Schiphol, waarbij een auto over de kop was geslagen, maar gelukkig kwamen we veilig aan, zodat we thuis onder het genot van een kopje thee en chocolaatjes het internet weer onveilig konden maken.

17 januari 2020

Stop de polarisatie (deel 1)

Er is veel onvrede in het land. Waar multinationals miljardenwinsten boeken, ziet Jan met de pet de kosten van zijn levensonderhoud alleen maar toenemen en dan moet de crisis nog komen. De spanningen nemen toe. Teruggetrokken in de eigen bubbel staan groepen tegenover elkaar als fanatieke Ajax- en Feijenoord-supporters. Links tegen rechts, progressief tegen conservatief, jong tegen oud, hoogopgeleid tegen laagopgeleid, de winnaars van de globalisering tegenover de verliezers ervan. De dialoog is verdwenen en daar wil ik graag wat aan doen.

Iedereen heeft in zijn vrienden- of kennissenkring wel iemand met dwarse opvattingen en meningen. Bij mij is het een naast familielid, dat een aantal jaren geleden lid is geworden van Forum voor Democratie. Doordat hij het debat doorgaans met een gestrekt been ingaat, is een leuke discussie vaak niet mogelijk. Gelukkig plaatste hij onlangs op Facebook een inhoudelijke reactie, waardoor we meer te weten kunnen komen over de achterliggende gedachtes. Zit er een kern van waarheid in, of is het slechts hol geschreeuw? Hieronder het eerste punt. Het huidige kabinetsbeleid zou niet rechts, maar links zijn:

“Onder VVD-beleid is de lastendruk gestegen van 35% naar zo’n 40%. Daar zou een PvdA’er trots op zijn.”

Ik moest wel even met m’n ogen knipperen toen ik dit las. Is de VVD van Marx Rutte op de communistische tour gegaan? Oppervlakkig gezien lijken de cijfers inderdaad te kloppen: in de eerste tien jaar van deze eeuw lagen de collectieve lasten op een niveau van ongeveer 35 procent van het bbp, maar inmiddels is dat aandeel opgelopen naar zo’n 39 procent. De lastendruk is dus inderdaad gestegen, de overheid is dus groter geworden, wat inderdaad als links beleid kan worden gezien.

Er zijn echter wel een aantal belangrijke kanttekeningen te maken. Zo zijn de overheidsuitgaven na de kredietcrisis in 2008 door het dak gegaan (banken moesten worden genationaliseerd), waardoor de Staat in die jaren met een groot begrotingstekort kampte. Dat gat is inmiddels, ondanks de toegenomen uitgaven aan de gezondheidszorg door de vergrijzing, volledig gedicht. De afgelopen jaren was er zelfs sprake van een begrotingsoverschot. Prima toch?

Afbeelding: Wiardi Beckman Stichting.

De vraag waardoor de collectieve lasten zo zijn gestegen, blijft echter onbeantwoord. Gestegen opbrengsten aan loon- en inkomstenbelasting blijken de grootste bijdrage hieraan te hebben geleverd. Dat is ergens vreemd, omdat de belastingtarieven de afgelopen jaren nauwelijks veranderd zijn. Het lijkt erop dat de bloeiende economie en de bijbehorende lage werkloosheid hiervoor gezorgd hebben. Inderdaad zijn de collectieve lasten vooral vanaf 2014, toen de economie na jaren van stagnatie eindelijk weer begon te lopen, sterk opgelopen. Historisch gezien is de lastendruk momenteel nog niet eens zo hoog, de jaren nul van deze eeuw waren eerder de uitzondering. Kortom: gestegen lastendruk: ja. Boosdoener: goed draaiende economie.

Voor wie vindt dat het huidige kabinet links is: check de loonstrookjesbrief die vlak voor de vakantie door een collega van mij is opgesteld. Door de overgang naar het tweeschijvenstelsel komen vooral de minima (wettelijk minimumloon; ongeveer € 21.500 per jaar) er dit jaar bekaaid vanaf. De iets hogere inkomens profiteren van de hogere arbeidskorting, terwijl de hoogste inkomens profiteren van het lagere belastingtarief in de hoogste schijf, zie de onderstaande grafiek:

Loonontwikkeling voor 2020 volgens de loonstrookjesbrief.

Conclusie: de lastendruk is inderdaad gestegen van ongeveer 35 procent rond 2010 tot ongeveer 39 procent nu. Dit komt grotendeels door gestegen belastingopbrengsten, ondanks dat de belastingtarieven tot voor kort nagenoeg gelijk zijn gebleven, wat suggereert dat het door de goed draaiende economie komt. Dit jaar zijn de belastingtarieven voor de meeste mensen verlaagd, behalve voor de laagste inkomens, omdat het belastingtarief in de laagste schijf omhoog is gegaan van 36,65 naar 37,35 procent. Daar zal een PvdA’er zeker niet blij mee zijn.

Kwaliteit van de bewering:★★☆☆☆

13 januari 2020

Een weekendje onder de mensen

Het is inmiddels weer maandag en dat betekent dat ik alweer een dag heb kunnen afkicken van het weekend, een weekend waarop ik voor mijn doen veel onder de mensen was.

Het weekend begon voor mij al op vrijdag, toen ik de eerste bijeenkomst had van een cursus van mijn werk. De cursus was ook in Den Haag, maar later dan een normale werkdag, dus besteedde ik de vroege ochtend aan het huiswerk dat voor deze eerste cursusdag was opgegeven. Vervolgens dacht ik in de trein te achterhalen waar de cursus precies gegeven zou worden. Ergens in de sjoelbak zou dat moeten gebeuren, maar waar was me niet duidelijk, want daarvoor ken ik het station niet goed genoeg. Helaas kwam ik niet in m’n mail omdat ik de ontgrendelingscode van m’n telefoon weer eens was vergeten… Doordat een muts van de balie me niet verder kon helpen, zat er voor mij niets anders op dan een collega te bellen. Daarna had ik de locatie met enige moeite gevonden, maar was ik wel te laat, ook omdat er nog een trein tussenuit was gevallen… 🙁

Aan de cursus deden naast mij nog negen andere enigszins gehandicapte rijksambtenaren mee. Mij viel het contact met de medecursisten niet tegen. De sfeer was goed en iedereen was heel open. Naast het gebruikelijke voorstelrondje stond de eerste cursusdag vooral in het teken van het ontdekken van je drijfveren en je normen en waarden. Dat was een lastige puzzel voor mij, omdat ik drijfveren (wat je hebt) gemakkelijk verwar met verlangens (wat je niet hebt). Dat is misschien niet zo gek, want het doel van de cursus was voor mij om vooruit te komen in het leven, dus dan ben je je maar al te zeer bewust van wat er niet is.

Anyway, ik toog ’s middags met een goed humeur terug naar huis. Daar kreeg ik een mailtje van FM Henk of ik mee naar Wijk aan Zee wilde rijden. F*ck, dat hele klotetoernooi was ik natuurlijk weer vergeten. Zelfs niemand had geklaagd dat er geen Tata-Steel-Manager was, dus hoe moest ik dan weten dat het toernooi eraan zat te komen? Ik wilde natuurlijk graag mee. Ik stelde Henks geduld meteen al op de proef door hem een paar minuten te laten wachten. Daarna deed Ton bijna hetzelfde… We bleken te laat te zijn voor de analysesessie van Hans Böhm in het café, dat al helemaal zwart zag van de mensen. Wel werd de analysesessie van de welbespraakte schaakmeester elders in het café op een beeldscherm uitgezonden, maar doordat het contrast te laag was, was het alsnog moeilijk te volgen.

Daarom gingen we maar naar de speelzaal, waar we ons verbaasden over het geklungel van Magnus Carlsen, die tegen Anish Giri met wit eerder slechter dan beter kwam te staan en heel gauw naar remise moest vluchten. Daarmee kende onze import-landgenoot een honderd keer betere start dan vorig jaar. Hetzelfde kon gezegd worden van Jorden van Foreest, die Yangyi Yu in een eindspel op een dikke nul trakteerde. Partij van de dag was evenwel de partij van Erwin l’Ami tegen ene Anton Smirnov. In een opening die volgens mij onmogelijk goed voor wit kan zijn kreeg De Vriend plotseling de kans een kwaliteit te offeren voor schitterende positionele compensatie. Ineens speelde zijn stelling als vanzelf en won hij met een enorm machtsvertoon.

Zelf kreeg ik er weinig van mee. Wel had ik de eer de analysesessie van Jos, mijn promotor, bij te wonen. Hij had tegen Jeroen Schuil (een van de weinige spelers in de amateurgroepen die ik herkende) in een spannende stelling remise aangeboden. Ze wilden na afloop nog analyseren, maar omdat de analysezaal tot aan de nok toe gevuld was met mensen, besloten ze maar naar het vakantiehuisje van de Groningse SG Amersfoort-speler te gaan. Daar stond precies zo’n schaakbord als ik thuis ook heb. In een gevaarlijke Grünfeld leek Jos het onheil over zichzelf af te roepen, maar desondanks wist hij nog enigszins op de been te blijven. Hoewel we in de analyse hier en daar wat winsten voor wit wisten te vinden, was het niet heel overtuigend.

Op weg naar de speelzaal hadden mijn reisgenoten me opmerkelijk gauw gevonden, waarna we maar gauw naar de plaatselijke Italiaan gingen om onze buikjes rond te eten. Op weg naar het toilet kwam ik Giri nog tegen. Ik had hem aanvankelijk niet eens herkend. Hij mij natuurlijk ook niet, dus gingen we ieder onze eigen weg. Hij bleef in de tochtige badplaats en wij gingen weer naar ’t oosten.

Gisteren ben ik nog thee wezen drinken met Xinying, mijn paranimf, die met man, dochter en schoonmoeder naar de Vesting was afgereisd. We hadden elkaar sinds de promotie niet meer gezien, dus hadden we elkaar veel te vertellen. Nou ja, dat viel ook wel weer mee. Het enige hoogtepunt dat me te binnen schoot was die verkoudheid waar ik nu nog wankel van ben. We konden nog wat over ons werk praten. Xinying vond mijn baan reuze interessant en zou ook wel op een Ministerie willen werken, maar ze dacht dat het niet voor haar was weggelegd omdat haar Nederlands niet goed genoeg was.

Grappig genoeg was ik na deze sociale hoogstandjes bekaf, dus heb ik de rest van de dag weinig nuttigs meer gedaan. Het afkicken van alle menselijke contact duurde overigens maar kort: vanochtend propte ik me erbij in een veel te korte trein. Bijna een half uur stond ik volkomen klem en ingeblikt tussen mijn medereizigers. Ik was blij dat ik nog adem kon halen.

01 januari 2020

Gelukkig 2020!

Een goed 2020 allemaal! Welkom in de jaren 20 van de eenentwintigste eeuw! Een hele mijlpaal! Laten we er een onvergetelijk decennium van maken.

Zelf heb ik de jaarwisseling ook weer overleefd. Nog steeds wat wankel peddelde ik gisteravond door de mist naar de villa van mijn ouders, om daar het jaar onder het genot van de consumptie van enkele oliebollen met familie af te sluiten. Het was de eerste jaarwisseling in het nieuwe huis van mijn ouders; een jaar geleden was het nog niet bewoonbaar, dus hebben we het toen bij m’n tante gevierd.

Dit jaar was ze ook van de partij. Omdat niemand echt zin had om tv te kijken (Jean Loulou zat om onbegrijpelijke reden naar een of ander suf Top 2000-programma te kijken, waar hij na afloop alleen maar over zat te klagen; hoon was zijn deel) gingen we maar sjoelen. Vanwege die rare sj-klank heb ik me altijd afgevraagd hoe dit woord in de Nederlandse taal is terechtgekomen. Ik vermoedde dat het stiekem een Duits of een Engels woord was. Het blijkt een Fries woord te zijn. Ach ja, Fries is toch een soort combinatie van mislukt Duits met mislukt Engels, dus mijn vermoeden klopte eigenlijk wel.

Ik heb ook het vermoeden dat mijn moeder stiekem heel veel aanleg voor het spel heeft. Bijna moeiteloos schoof ze ieder potje dik 100 punten in de vakjes, een score die ik na twee beurten nog niet eens had gehaald. Kennelijk is de winnende strategie toch om vooral hard te rammen en te hopen dat de schijven in de juiste vakjes terechtkomen. Toen ik dat eenmaal doorhad, was het te laat en kwam ik een punt tekort om mijn tante aan de rode lantaarn te binden. Een nul voor de score, maar een tien voor de getoonde progressie derhalve. Mijn moeder won natuurlijk, voor Ewood en Loulou.

Daarna haakten m’n ouders af en gingen we met z’n drieën het spel Barricade doen, een soort mens-erger-je-niet voor gevorderden. Net voor twaalven wist Ewood de laatste barricade op te ruimen en het spel te winnen. Daarna zijn we nog even naar buiten gegaan, maar omdat de buren allemaal op vakantie waren, hebben we niemand gezien. Alleen onze social butterfly is nog de straat uitgelopen om nog wat mensen te kunnen feliciteren, de rest zat toen allang weer binnen. De een hing op de bank, de rest brak zijn of haar hoofd over het ingewikkelde gangenstelsel van het betoverde doolhof.

In het nieuwe jaar hebben we nog even Saboteur gespeeld met z’n allen. Dat m’n ouders echt geen spelletjesmensen zijn, bleek bij dit spel maar al te duidelijk. De regels zijn heel duidelijk: als een gewone dwerg bent, moet je het goud vinden en als je een saboteur bent, moet je dat dwarsbomen. Vreemd genoeg begonnen de 60-plussers ineens met z’n drieën het spel te frustreren en te traineren. Achteraf bleek maar een van hen de echte saboteur te zijn… Nog hilarischer was het tweede potje, waarin mijn pa en tante de boel actief zaten te saboteren, terwijl ze gewone dwergen waren, en m’n ma als saboteur (sabotrice?) het goud vond.

Het was inmiddels best laat geworden, dus kreeg ik nog een zak oliebollen mee, waarna ik door de mist weer naar huis toe fietste. Net als op de heenweg kwam ik geen vuurwerkafstekers tegen, in tegenstelling tot vorig jaar, toen het centrum van Bussum wel een oorlogsgebied leek. Poes had de jaarwisseling ook overleefd en nadat ik haar nog een prakje had gegeven, gingen we tevreden een uiltje knappen, dromend van wat 2020 ons nog meer zou brengen.