Het is inmiddels weer maandag en dat betekent dat ik alweer een dag heb kunnen afkicken van het weekend, een weekend waarop ik voor mijn doen veel onder de mensen was.
Het weekend begon voor mij al op vrijdag, toen ik de eerste bijeenkomst had van een cursus van mijn werk. De cursus was ook in Den Haag, maar later dan een normale werkdag, dus besteedde ik de vroege ochtend aan het huiswerk dat voor deze eerste cursusdag was opgegeven. Vervolgens dacht ik in de trein te achterhalen waar de cursus precies gegeven zou worden. Ergens in de sjoelbak zou dat moeten gebeuren, maar waar was me niet duidelijk, want daarvoor ken ik het station niet goed genoeg. Helaas kwam ik niet in m’n mail omdat ik de ontgrendelingscode van m’n telefoon weer eens was vergeten… Doordat een muts van de balie me niet verder kon helpen, zat er voor mij niets anders op dan een collega te bellen. Daarna had ik de locatie met enige moeite gevonden, maar was ik wel te laat, ook omdat er nog een trein tussenuit was gevallen… 🙁
Aan de cursus deden naast mij nog negen andere enigszins gehandicapte rijksambtenaren mee. Mij viel het contact met de medecursisten niet tegen. De sfeer was goed en iedereen was heel open. Naast het gebruikelijke voorstelrondje stond de eerste cursusdag vooral in het teken van het ontdekken van je drijfveren en je normen en waarden. Dat was een lastige puzzel voor mij, omdat ik drijfveren (wat je hebt) gemakkelijk verwar met verlangens (wat je niet hebt). Dat is misschien niet zo gek, want het doel van de cursus was voor mij om vooruit te komen in het leven, dus dan ben je je maar al te zeer bewust van wat er niet is.
Anyway, ik toog ’s middags met een goed humeur terug naar huis. Daar kreeg ik een mailtje van FM Henk of ik mee naar Wijk aan Zee wilde rijden. F*ck, dat hele klotetoernooi was ik natuurlijk weer vergeten. Zelfs niemand had geklaagd dat er geen Tata-Steel-Manager was, dus hoe moest ik dan weten dat het toernooi eraan zat te komen? Ik wilde natuurlijk graag mee. Ik stelde Henks geduld meteen al op de proef door hem een paar minuten te laten wachten. Daarna deed Ton bijna hetzelfde… We bleken te laat te zijn voor de analysesessie van Hans Böhm in het café, dat al helemaal zwart zag van de mensen. Wel werd de analysesessie van de welbespraakte schaakmeester elders in het café op een beeldscherm uitgezonden, maar doordat het contrast te laag was, was het alsnog moeilijk te volgen.
Daarom gingen we maar naar de speelzaal, waar we ons verbaasden over het geklungel van Magnus Carlsen, die tegen Anish Giri met wit eerder slechter dan beter kwam te staan en heel gauw naar remise moest vluchten. Daarmee kende onze import-landgenoot een honderd keer betere start dan vorig jaar. Hetzelfde kon gezegd worden van Jorden van Foreest, die Yangyi Yu in een eindspel op een dikke nul trakteerde. Partij van de dag was evenwel de partij van Erwin l’Ami tegen ene Anton Smirnov. In een opening die volgens mij onmogelijk goed voor wit kan zijn kreeg De Vriend plotseling de kans een kwaliteit te offeren voor schitterende positionele compensatie. Ineens speelde zijn stelling als vanzelf en won hij met een enorm machtsvertoon.
Zelf kreeg ik er weinig van mee. Wel had ik de eer de analysesessie van Jos, mijn promotor, bij te wonen. Hij had tegen Jeroen Schuil (een van de weinige spelers in de amateurgroepen die ik herkende) in een spannende stelling remise aangeboden. Ze wilden na afloop nog analyseren, maar omdat de analysezaal tot aan de nok toe gevuld was met mensen, besloten ze maar naar het vakantiehuisje van de Groningse SG Amersfoort-speler te gaan. Daar stond precies zo’n schaakbord als ik thuis ook heb. In een gevaarlijke Grünfeld leek Jos het onheil over zichzelf af te roepen, maar desondanks wist hij nog enigszins op de been te blijven. Hoewel we in de analyse hier en daar wat winsten voor wit wisten te vinden, was het niet heel overtuigend.
Op weg naar de speelzaal hadden mijn reisgenoten me opmerkelijk gauw gevonden, waarna we maar gauw naar de plaatselijke Italiaan gingen om onze buikjes rond te eten. Op weg naar het toilet kwam ik Giri nog tegen. Ik had hem aanvankelijk niet eens herkend. Hij mij natuurlijk ook niet, dus gingen we ieder onze eigen weg. Hij bleef in de tochtige badplaats en wij gingen weer naar ’t oosten.
Gisteren ben ik nog thee wezen drinken met Xinying, mijn paranimf, die met man, dochter en schoonmoeder naar de Vesting was afgereisd. We hadden elkaar sinds de promotie niet meer gezien, dus hadden we elkaar veel te vertellen. Nou ja, dat viel ook wel weer mee. Het enige hoogtepunt dat me te binnen schoot was die verkoudheid waar ik nu nog wankel van ben. We konden nog wat over ons werk praten. Xinying vond mijn baan reuze interessant en zou ook wel op een Ministerie willen werken, maar ze dacht dat het niet voor haar was weggelegd omdat haar Nederlands niet goed genoeg was.
Grappig genoeg was ik na deze sociale hoogstandjes bekaf, dus heb ik de rest van de dag weinig nuttigs meer gedaan. Het afkicken van alle menselijke contact duurde overigens maar kort: vanochtend propte ik me erbij in een veel te korte trein. Bijna een half uur stond ik volkomen klem en ingeblikt tussen mijn medereizigers. Ik was blij dat ik nog adem kon halen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten