Je ziet tegenwoordig steeds vaker zinsneden als “dit is waarom…” en “dit is hoe…”, wat duidelijk letterlijk vertaald Engels is (wat is er mis met woorden als hierdoor en daarom?). Er zijn nog wel meer terreinen waarop het Engels aan terrein wint in het Nederlands, bijvoorbeeld bij het gebruik van de verledentijdsvormen.
De Engelse verleden tijd heb ik altijd heel lastig gevonden. Je denkt er feeling voor te hebben, dan komt er een grammaticales op de middelbare school, waarin wordt benadrukt dat de Engelse grammaticaregels toch echt heel anders zijn. Vaak stichtten die lessen bij mij meer verwarring dan duidelijkheid. Het subtiele onderscheid tussen bijvoorbeeld de onvoltooid tegenwoordige tijd en de voltooid verleden tijd is me destijds nooit zo duidelijk geworden, waardoor ik er in de gesproken taal onnoemelijk vaak de mist mee in ben gegaan. Gelukkig ben ik er nu iets beter in thuis en kan ik er misschien nog wat inhoudelijks over schrijven, maar echt goed snappen doe ik de materie niet.
Het Engels maakt, meer dan het Nederlands, gebruik van de onvoltooid verleden tijd, zeg maar de saaie verleden tijd (ik deed, ik sliep, ik hoorde). Het Duits gebruikt daarentegen bijna alleen maar de voltooid tegenwoordige tijd, dus met een voltooid deelwoord erin (ik heb gedaan, ik heb geslapen, ik heb gehoord). Dat zal ik hieronder aan de hand van een voorbeeld proberen te illustreren, hopelijk zonder onze buurtalen te verkrachten.
Engels: Yesterday I drew Alexander Kabatianski.
Duits: Gestern habe ich Remis gespielt gegen Alexander Kabatianski.
In het Nederlands kan het denk ik allebei:
Gisteren remiseerde ik tegen Alexander Kabatianski.
Gisteren heb ik geremiseerd tegen Alexander Kabatianski.
Ik ben zelf geneigd om voor de tweede optie te gaan en ik denk dat die ook gangbaarder is in dit geval, al denk ik niet dat er ooit een Nederlander op de vingers is getikt omdat ‘ie in een soortgelijke zin de onvoltooid verleden tijd gebruikte. Sterker nog: het gebruik van de onvoltooid verleden tijd lijkt in het Nederlands alleen maar toe te nemen, vermoedelijk onder invloed van het Engels. Maar zijn sommige grammaticale constructies in het Nederlands dan ook echt fout? Volgens een grammaticasite gelden voor het gebruik van de verleden tijd in het Nederlands nagenoeg dezelfde regels als in het Engels. Zo geeft de site de volgende voorbeeldzin:
De Industriële Revolutie begon in Engeland.
Zelf zou ik weer geneigd zijn om de voltooid tegenwoordige tijd gebruiken, juist om te benadrukken dat de gebeurtenis inmiddels wel is afgerond:
De Industriële Revolutie is in Engeland begonnen.
Is dat dan incorrect? Dat heeft dan niemand me verteld! Het enige verschil tussen het Nederlands en het Engels ontstaat wanneer er een tijd genoemd wordt.
Engels: I bought a bike last week.
Nederlands: Ik heb vorige week een fiets gekocht.
Het heeft geloof ik te maken met wat men als afgerond ervaart. Britten zien vorige week als iets wat is afgerond, waardoor ze de onvoltooid verleden tijd moeten gebruiken. Amerikanen gebruiken zelfs bijna altijd de onvoltooid tegenwoordige tijd. Wij Nederlanders ervaren kennelijk niks als afgerond, dus kunnen we de voltooid verleden tijd zelfs voor duidelijk afgebakende momenten in het verleden gebruiken (Ik heb mijn huidige fiets negen jaar geleden in Uithoorn gekocht lijkt me grammaticaal volkomen normaal.)
So far, so good. Maar nu iets waar ik echt nog steeds moeite mee heb. In het Engels heb je:
I lived in Amstelveen for two years,
wat inderdaad betekent wat je zou verwachten, namelijk dat je twee jaar op die plek gewoond hebt. Echter, er is ook de zin:
I have lived in Naarden for five years,
wat, ondanks het gebruik van de voltooid tegenwoordige tijd, juist betekent dat je vijf jaar in die stad hebt gewoond en het nog steeds doet. Het is nog allesbehalve voltooid! Wie kan mij de logica hierachter uitleggen? En dan niet aan komen zetten met het argument dat talen niet logisch zijn! Ik heb een beetje houvast nodig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten