Wat is dat toch met schakers die ruim voor de pensioenleeftijd overlijden? Nadat ons het afgelopen decennium al schakers en schaakouders als Huub van Dongen (1955-2011), Leon Pliester (1954-2012), Jan Overbeek (1955-2014), Geert Vlug (1955-2018) en Rozemarijn Vos (1959-2019) waren ontvallen, kwam daar deze week schaakjournalist Johan Hut (1961) bij.
Mijn eerste kennismaking met Johan Hut moet in het jaar 2000 geweest zijn, toen ik het Persoonlijk Jeugdkampioenschap had gewonnen en ik naar het Nederlands Jeugdkampioenschap mocht. Het mocht allemaal niet veel naam hebben. Ik kan me iets van een interview herinneren en dat ik met m’n lelijke kop op de foto moest, maar dat was het dan wel.
In de jaren die volgden, schreef Johan veel over het eerste team van BSG, dat destijds vooral uit fossielen bestond. Keer op keer wist het team de strijd tegen de degradatiestreep te winnen, maar eind 2004 had het team zich in een precaire situatie gemanoeuvreerd. “BSG vecht voor zijn laatste kans”, kopte Johan klaarblijkelijk op schakers.info, een verslag dat vervolgens in het clubblad werd opgenomen (Kontakt, maart 2005). Ondanks een sterke eindsprint degradeerde BSG dan toch. Het was de eerste keer in de geschiedenis van de club dat BSG niet in een van de hoogste klasses (meesterklasse/hoofdklasse of eerste klasse) speelde.
Een jaar later werd het overigens nog dramatischer toen BSG promotie misliep. “Bussumse schakers grijpen naast titel en Wüstefeld krijgt de schuld”, kopte Johan toen, een titel waar helaas niks gelogen aan was. Destijds volgde Johan de avonturen van Emile Wüstefeld in het kwalificatietoernooi (de zogenaamde “halve finales”) voor het echte Nederlands Kampioenschap op de voet. Die zomer schreef hij bovendien rubrieken vol over de prestaties van Henk van der Poel op het Open Nederlands Kampioenschap in Dieren, waar hij onder anderen Sipke Ernst versloeg.
In de jaren die volgden, verdween BSG in Johans schaakrubrieken langzaam maar zeker naar de achtergrond. Liever schreef hij over En Passant, dat zich helemaal vanuit de onderbond naar de meesterklasse had opgewerkt en uiteindelijk ook kampioen werd. Zelf had ik het daar best moeilijk mee, omdat we met BSG in die tijd ook (structureel) op het hoogste niveau opereerden, maar bijna geen publiciteit kregen, waardoor ik vaak nogal kattige stukjes schreef over hem. Gedrag waar ik gelukkig overheen ben gegroeid.
De laatste jaren kwam BSG weer vaker in Johans rubrieken voor. Op de BSG-site heb ik geregeld krantenknipsels van wedstrijdverslagen in de Gooi- en Eemlander overgenomen. Op de Facebook-pagina van BSG liet hij zich eind vorig jaar ontvallen dat hij het artikel Broers De Groote wijzen BSG de weg met plezier had geschreven, omdat hij het bijzonder vond dat Ewoud en Jesper samen de hoofdrol vervulden. Daar werd ik stil van. Nu, een half jaar later, ben ik dat weer. Johan, rust zacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten