24 april 2022

Slappe hap in Leiden

BSG heeft zich in de strijd tegen degradatie een slechte dienst bewezen door veel ruimer dan nodig van het sterke LSG 2 te verliezen. Door de nederlaag zal alles afhangen van de inhaalwedstrijd tegen Blerick over vier weken.

De voortekenen voor de wedstrijd tegen LSG 2, dat op de ranglijst slechts een plekje boven BSG stond omdat het een wedstrijd minder gespeeld heeft, waren al niet heel goed. BSG begon zonder voorbereiding, maar met een volle ziekenboeg aan de wedstrijd. Iskander had een dag voor de wedstrijd een flinke verkoudheid opgelopen, terwijl het Apenhoofd iets verkeerds had gegeten en tot vlak voor de wedstrijd niet wist of hij wel mee kon spelen.

BSG trad de gastheren tegemoet met een heuse tactische opstelling in de hoop in ieder geval met nog wat bordpunten en eventueel zelfs wat matchpunten naar Bussum mee te nemen. Het ambitieuze strijdplan werd echter slecht uitgevoerd en kwam daardoor totaal niet uit de verf.

Aan de hoogste borden werden soepeltjes vier nullen gepakt. Ruben was aan het kopbord nog als langst bezig, ook omdat tegenstander Raoul van Mafketel in een gewonnen dame-eindspel de grootste moeite had om de trekker over te halen. De tot gisteren nog ongeslagen Rein liet zich aan het tweede bord gelaten afslachten door Rudy van Wessel, terwijl Iskander het niet kon bolwerken tegen Martin Roobol. Timons leeuw was niet veel meer dan een bang katje tegen Alexander Polak en dus hadden de eerste vier borden slechts als kanonnenvoer gediend.

Meer mocht verwacht worden van de middelste borden, waar BSG beter zou moeten scoren, maar ook dat viel tegen. Ewood bereikte een droomstelling tegen Eelke Wiersma, die net als hij de laatste jaren veel egopunten is kwijtgeraakt. Het werd echter zwart voor zijn ogen en dus moest hij uiteindelijk vol zelfwalging zijn koning omleggen.

Beter verging het Vrolijke Frans, die volledig hersteld was van een corona-infectie en dankbaar was dat hij niet in het bezit was van het verkeerde neanderthaler-DNA. Ook was hij blij om met zwart te spelen, omdat hij dan “niet creatief” hoefde te zijn en “alleen maar hoefde tegen te houden”. Tegen Stefan van Blitterswijk pakte die tactiek goed uit en kon hij vanuit een prima stelling gauw een halfje laten bijschrijven.

De volgende twee borden leverden echter weer twee nullen op. Ton speelde iets veel te ingewikkelds en kwam tegen Peter Passenier volledig aangelijnd te staan, dus ging ook hij de bietenbrug op. De domper van de middag was dat FM Henk een fantastische stelling tegen Michiel van Wissen grondig wist te verkloten en ook een vette nul kreeg te slikken.

Het geluk van BSG had zich geconcentreerd in de laatste twee borden. Mark speelde een beetje een gare zijvariant van het Frans die uiteindelijk tot een normale Fransoos leidde. Hij leek goede kansen te hebben om de damevleugel, waar tegenstander Jan Hellenberg zijn koning had verschanst, open te breken. In plaats daarvan offerde hij nogal losjes een pion op f5 en werd het een heksenketel. Na betere kansen gemist te hebben, wist hij het toreneindspel nog te winnen.

Het Apenhoofd was als straf voor het verneuken van een geweldige stelling op het laatste bord gezet en dat kwam gezien zijn gezondheidstoestand niet zo gek uit. Met zijn pijnlijke buik kwam hij langzaam maar zeker steeds minder te staan tegen Wim Heemskerk, die in tijdnood tot twee keer toe hetzelfde schaakje in zijn vooruitberekeningen miste en grof materiaal kon inboeten, zodat het Apenhoofd na afloop zijn Xiaomei al glunderend een rondleiding door het wat aftandse Leidsche Denksportcentrum kon geven. Het diner in de Bussumse pizzeria sloeg hij over voor een soepje op basis van rijst en kip.

Zodoende stokte de teller voor BSG op een magere 2½ bordpunt. Door de overwinning van UVS tegen Blerick staat BSG nu op de achtste plaats. Op 21 mei moet het uitduel tegen datzelfde Blerick gewonnen worden om zeker te zijn van nog een jaartje in de eerste klasse. Gezien de vorm waarin het team verkeert, wordt dat nog een loodzware opgave. Bij een gelijkspel of een nederlaag is BSG helemaal afhankelijk van de resultaten van Spijkenisse en Blerick in de inhaalduels. Met een beetje pech is zelfs een roemloze laatste plaats nog mogelijk.

LSG 2 (2228) – BSG (2124) 7½-2½
1. Raoul van Ketel (2254) – Ruben Hilhorst (2019) 1-0
2. Rudy van Wessel (2361) – Rein Brouwer (2030) 1-0
3. Martin Roobol (2278) – Iskander Schrijvers (2042) 1-0
4. Alexander Polak (2210) – Timon Brouwer (2023) 1-0
5. Eelke Wiersma (2253) – Ewoud de Groote (2225) 1-0
6. Stefan van Blitterswijk (2298) – Frans Borm (2091) ½-½
7. Peter Passenier (2140) – Ton van der Heijden (2272) 1-0
8. Michiel van Wissen (2238) – Henk van der Poel (2227) 1-0
9. Jan Hellenberg (2089) – Mark Grondsma (2088) 0-1
10. Wim Heemskerk (2163) – Jesper de Groote (2220) 0-1

Stand onderin:

7. UVS 6 matchpunten, 37½ bordpunt, 1 wedstrijd te spelen
8. BSG 6 matchpunten, 34½ bordpunt, 1 wedstrijd te spelen
9. Spijkenisse 5 matchpunten, 33 bordpunt, 2 wedstrijden te spelen
10. Blerick 4 matchpunten, 29½ bordpunt, 2 wedstrijden te spelen

Foutloze Verstappen domineert in Imola

Max Verstappen heeft de Grand Prix van Emilia-Romagna overtuigend gewonnen. Sergio Pérez maakte er een dubbelzege van voor Red Bull en Lando Norris completeerde het podium. Ferrari kende een mindere dag met een zesde plek voor Charles Leclerc en een uitvalbeurt voor Carlos Sainz.

Na drie normale raceweekenden staat er voor de Grand Prix van Emilia-Romagna een sprintrace op het programma. Op het krappe Autodromo Internazionale Enzo e Dino Ferrari is Max in de regenachtige kwalificatie op vrijdag duidelijk het snelst. In de levendige sprintrace op zaterdag moet hij Leclerc na een slechte start lange tijd voor zich dulden, om hem vlak voor tijd in te halen, wat hem alvast acht kostbare punten oplevert. Pérez en Science herstellen zich in de sprintrace van hun matige kwalificatie, waardoor de eerste twee startrijen voor de hoofdrace op zondag door de vier beste wagens worden ingenomen.

Op een vochtige baan gaat de 63 ronden tellende race van start. Waar de Red Bulls goed van hun plek komen, doen de Ferrari’s dat niet. Max duikt als koploper de eerste bocht in, voor Pérez en de als vijfde gestarte Norris. Leclerc valt terug naar de vierde plaats, maar dat is nog altijd beter dan Science, die in de eerste bocht een duw van Ricciardo krijgt en voor de tweede race op rij in de grindbak eindigt.

Als de race na een korte neutralisatie wordt hervat, lopen Max en Pérez meteen weg bij Norris, die Leclerc niet heel lang achter zich kan houden. In de middenmoot verliest Alonso na de herstart de ene na de andere plaats. De Spanjaard is met een gehavende auto onderweg nadat Mick bij de start tegen hem aan was gespind. Wanneer Luis hem inhaalt, vliegt er gelijk een stuk bodywork van de sidepod van de Alpine en moet de tweevoudig wereldkampioen gedesillusioneerd opgeven.

De baan droogt langzaam op en achterin besluit Ricciardo om, ondanks de regendreiging, voor proefkonijn te spelen door als eerste coureur zijn intermediates voor droogweerbanden in te wisselen. De Australiër is meteen snel onderweg, dus buitelen de coureurs over elkaar heen om ook profielloze banden te laten omleggen.

Leclerc weet Pérez via de bandenwissel in te halen, maar veel heeft hij er niet aan als de Mexicaan hem meteen daarna op de baan inhaalt. Pérez weet langzaam bij de Monegask weg te rijden, totdat hij in de Variante Alta rechtdoor schiet en weer opnieuw kan beginnen. Ondanks dat DRS halverwege de race vanwege de verbeterde weersomstandigheden wordt toegestaan, handhaaft Pérez zich moeiteloos op de tweede plaats, op een tiental seconden van Max.

De verwachte regen valt niet en dus besluit Ferrari tegen het einde van de race wat te forceren door Leclerc naar de pits te halen voor een hagelnieuw setje zachte banden. Die move lijkt meteen al verkeerd uit te pakken als hij op de baan voorbij wordt gereden door Norris. Wanneer de rode banden op bedrijfstemperatuur zijn, gaat Leclerc de McLaren op start/finish zonder enige moeite voorbij. Precies op dat moment komt Pérez uit de pits razen.

Binnen enkele bochten zit Leclerc weer op de staart van Pérez, maar wanneer de banden onder de Red Bull op bedrijfstemperatuur zijn, loopt de Mexicaan weer langzaam bij de Ferrari vandaan. In een poging bij te blijven neemt Leclerc enorme risico’s. Hij verslikt zich volkomen in de Variante Alte en komt achterstevoren tegen de muur tot stilstand. Wonder boven wonder is alleen de voorvleugel van de Ferrari beschadigd en kan de Monegask na zijn ongeplande reparatiestop als negende zijn weg vervolgen.

Max heeft op zijn beurt eveneens een nieuwe set rode banden om laten leggen zonder de leiding te verliezen. Door het wegvallen van Leclerc rijden de Red Bulls onbedreigd naar een dubbelzege, de eerste sinds eind 2016. Max wint voor Pérez en pakt tevens het bonuspunt voor de snelste raceronde mee, waardoor hij 34 punten aan een perfect weekend (pole, van start tot finish aan de leiding en de snelste raceronde) overhoudt. Norris wordt derde, terwijl Russle in de slotfase alle zeilen bij moet zetten om Bottas, wiens plek hij bij Mercedes had ingenomen, achter zich te houden.

Leclerc finisht uiteindelijk nog als zesde na een stevige inhaalrace. Tsoenoda wordt knap zevende, voor Fattle en Magnussen. Stroll legt beslag op het laatste punt, waardoor Aston Turtle Martin zowaar met beide wagens in de punten finisht, wat na de desastreuze seizoensstart een hele opsteker was.

Als elfde komt Ocon over de streep voor het geplaagde Alpine, maar vanwege een unsafe release in de pitstraat eindigt de Fransman als veertiende, achter Albon, Gasly en een totaal machteloze Luis, die op dezelfde plek eindigde als waarop hij de sprintrace was begonnen. Vijftiende wordt Joe, voor Latifi en King of Spin Mick. Ricciardo eindigt na een hoop gegoochel met banden afgetekend als laatste in een race die hij ongetwijfeld het liefst zo snel mogelijk zou willen vergeten.

Door zijn overwinning verkleint Max zijn achterstand in het kampioenschap tot 27 punten. Kan hij het momentum vasthouden als het seizoen over twee weken verdergaat op een gloednieuw circuit in Miami?

10 april 2022

Leclerc domineert in Australië

Charles Leclerc heeft de Grand Prix van Australië met overmacht gewonnen. Op gepaste afstand kwam Sergio Pérez als tweede over de streep, voor de Mercedes van George Russell en Lewis Hamilton. Max Verstappen viel voor de tweede keer uit.

Spannend is de kwalificatie van de eerste Australische Grand Prix in drie jaar zeker. Op het gerenoveerde circuit van Albert Park, dat sneller is gemaakt om inhalen te bevorderen, gaat het wederom tussen de Ferrari- en Red Bull-coureurs. Lange tijd gaan ze vrijwel gelijk op, maar aan het eind van de sessie perst Leclerc nog even een geweldige rondetijd uit zijn Ferrari. Als enige duikt hij onder de 1:18. Max moet bijna drie tienden toegeven en is tweede, terwijl Pérez in de tweede Red Bull derde is op nog een tiende.

Helemaal vlekkeloos verloopt de kwalificatie niet voor Ferrari. Vanwege Stroll en Latifi die op een ongelooflijk domme manier op elkaar kleunen en Alonso die door een hydraulisch probleem de muur in keilt als hij aan een snelle ronde bezig is, wordt de sessie tot tweemaal toe afgebroken. Na de laatste hervatting komt Science niet meer op gang en moet hij genoegen nemen met een zwaar tegenvallende negende tijd.

Winnaar van de kwalificatie is Norris, die zijn McLaren op een van tevoren niet verwachte vierde plek kwalificeert, voor de Mercedes van Luis en Russle en teamgenoot Ricciardo. Ocon is achtste en Alonso komt vanwege zijn crash niet verder dan de tiende startplaats in de tweede Alpine.

Een dag later verzilvert Leclerc zonder veel problemen zijn pole. Max rijdt Pérez voor de eerste bocht klem, waardoor de Mexicaan van zijn gas moet en ten prooi valt aan de goed gestarte Luis, die meteen van de vijfde naar de derde plek oprukt. Het omgekeerde geldt voor Norris, die terugvalt tot de zesde plaats achter Russle.

Helemaal niet goed op dreef is Science, die amper van zijn plaats komt bij de start en meteen nog meer plekken in kan leveren. In zijn ijver om naar voren te komen schiet hij in de snelle chicane van de baan als hij Mick daar buitenom in probeert te halen. Hij maakt het nog een graadje erger voor zichzelf door het gaspedaal op het gras tot op de bodem in te trappen, waarna hij spint en in de grindbak vast komt te zitten. Aanvankelijk komt de virtuele safetycar op de baan, maar al gauw wordt het ding vervangen door een echte.

De neutralisatie betekent dat het veld door twee Aston Martins wordt gesandwicht. Stroll is de rodelantaarndrager en hij besluit van de gelegenheid gebruik te maken om twee keer achter elkaar banden te wisselen. Achter de safetycar rijdt hij puur om aan het bandenreglement te voldoen precies één ronde op de mediums, zodat hij de rest van de middag op de superieure harde band kan rijden.

Tot aan de zesde ronde voert de Aston Martin het veld aan, daarna is het de beurt weer aan Leclerc, die er meteen vandoor spuit. Max kan hem enigszins volgen, terwijl Luis al gauw afzakt. Heel lang kan hij Pérez dan ook niet achter zich houden. In de levendige openingsfase permitteert de ene na de andere coureur zich kleine foutjes. In de achterhoede gaat het pas echt mis als Fattle, die eindelijk hersteld was van zijn coronabesmetting, van de baan vliegt en teamgenoot Stroll aflost als rodelantaarndrager.

Vooraan heeft Max binnen enkele ronden last van graining op zijn mediums, waardoor hij Leclerc aan de horizon ziet verdwijnen. Al in de 18e ronde laat hij als eerste coureur in de kopgroep de harde banden omleggen. Hij valt terug tot de zevende plaats, net voor Gasly en Alonso, die prompt van positie wisselen.

Pérez heeft hetzelfde probleem en wordt ineens door Luis opgejaagd. Twee ronden na zijn teamgenoot duikt ook hij de pits in voor een set harde banden. Luis rijdt nog twee ronden langer door en komt na zijn stop pal voor de deur bij Pérez op de baan. Pérez geeft zich niet zomaar gewonnen en gaat de Brit in de snelle chicane, waar de Mercedes niet op zijn sterkst is, fraai buitenom voorbij.

Net op het moment dat Luis de tegenaanval in wil zetten, tettert Fattle in de vierde bocht als een Nakajima van de baan en wordt de race voor de tweede keer geneutraliseerd. Het is in het voordeel van Russle, die als enige vooraan nog niet gestopt was en zonder grote tijdsverliezen nieuwe banden kan laten monteren. Hij verliest alleen zijn tweede plek aan Max, maar blijft Pérez en een zwaar verongelijkte Luis voor.

Als de race voor de tweede keer herstart wordt, verslikt Leclerc zich in de laatste bocht, waardoor Max bijna in zijn versnellingsbak zit als ze het rechte stuk van start/finish opkomen. Leclerc verdedigt zich goed na zijn misser en blijft aan kop, waarna hij weer langzaam aan de horizon verdwijnt.

Pérez en Luis wurmen zich even later langs Alonso, die nog steeds op de harde banden rijdt waarop hij de race was begonnen. Pérez gaat daarna op jacht naar Russle, die de opdracht krijgt zijn banden te sparen en gauw voor de bijl gaat.

De race lijkt tot bedaren te komen totdat Max een teken van leven geeft door uit het niets de snelste raceronde neer te zetten. Het blijkt niet de opmaat van meer, maar slechts een laatste stuiptrekking van zijn Red Bull, want een ronde later is zijn motor ineens zo dood als een pier. De coureur, die een paar ronden eerder al brandstof dacht te ruiken, parkeert zijn bolide bij het uitkomen van de tweede bocht in de berm.

Ditmaal rukt de virtuele safetycar uit. In de subtop laten Alonso en Magnussen hun banden wisselen, in tegenstelling tot Albon, die vrolijk op zijn harde banden blijft doorrijden en oprukt naar de zevende plaats. In het vervolg vinden de gevechten plaats achter de rug van Stroll, die Bottas net voor de neutralisatie op hardhandige wijze voorbij was gegaan. De Canadees verkoopt zijn huid duur en handhaaft zich lange tijd op de negende plaats, ondanks dat hij voor een tijdstraf vanwege hevig slingeren geen uitzicht op punten meer heeft. Gasly en Bottas gaan hem pas tegen het eind van de race voorbij.

Vooraan loopt Leclerc alleen maar verder weg bij Pérez, die in de een-na-laatste bocht ook nog van de baan schiet. In de allerlaatste ronde verpulvert Leclerc ook nog even zijn eerdere snelste raceronde, waardoor hij een perfect weekend (pole, van start tot finish aan de leiding gelegen en de snelste raceronde gereden) in stijl en met de maximale score afsluit.

Op 20 tellen achterstand komt Pérez als tweede over de streep, niet eens ver voor het Mercedes-duo Russle en Luis. Op gepaste afstand komen de McLarens van Norris en local hero Ricciardo vlak achter elkaar als vijfde en zesde binnenhobbelen. Albon handhaaft zich tot aan zijn verplichte bandenwissel in de een-na-laatste ronde zonder enige moeite op de zevende plaats. Hij verricht een klein wonder door nog tiende te worden.

Ocon wordt zevende, voor Bottas, die in de slotfase van een uitglijder van Gasly profiteert. Net buiten de punten eindigt Joe, die Stroll vlak voor het einde naar de twaalfde plek had terugverwezen. Stroll loopt ondanks zijn tijdstraf geen verdere averij op, omdat achter hem de Haasjes van Mick en Magnussen vlak voor het einde op een ronde worden gezet. Een wederom totaal onzichtbare Tsoenoda finisht als vijftiende, voor Latifi, terwijl Alonso kort voor het einde van de race nogmaals moet stoppen en roemloos als laatste eindigt in een race waarin hij dacht de snelheid te hebben om te winnen.

De winst gaat echter naar Leclerc, die door de nulscores van Max en Science ineens een straatlengte voorligt in het kampioenschap. De verrassende nummer 2 in dat kampioenschap is overigens Russle, voor Science, Pérez en Luis. Max is slechts zesde dankzij twee uitvalbeurten. Over twee weken mag hij op Imola proberen weer iets van zijn achterstand af te knabbelen.

05 april 2022

Coen

Het zat er al een tijdje aan te komen en nu is het dan ook echt gebeurd. Onze trouwe clubgenoot Coen van der Heijden is er niet meer.

Coen tijdens het 100-jarig jubileum van BSG. Foto: Lennart Ootes.

Coen van der Heijden zag het levenslicht op 27 augustus 1945, helemaal in het staartje van de Tweede Wereldoorlog (Japan had zich toen nog niet overgegeven). Dat hij na ruim 76 relatief rustige jaren tijdens een nieuwe Europese oorlog afscheid van deze wereld neemt, is dan ook toepasselijk.

De naam Coen van der Heijden hoorde ik voor het eerst tijdens een training van Ton van der Heijden bij ons thuis aan het begin van deze eeuw. Ton kon geamuseerd vertellen over de maniertjes van zijn ruim 15 jaar oudere naamgenoot op de club, ondanks dat hij zijn gezicht al heel lang niet meer op de clubavond had laten zien. Coen, die overigens geen familie van hem was, deed nog wel iedere week mee aan de interne competitie. Toen ik mezelf oud genoeg achtte om aan de interne mee te doen, kon ik zijn ietwat excentrieke gedrag uit eigen hand meemaken. De manier waarop hij achter zijn kopje koffie aanrende was precies volgens beschrijving.

Coen was in die tijd een van de sterkere spelers van de club. Hij behoorde ook toen al tot de oude garde, al was hij beduidend jonger dan Tom de Ruiter (1933), Bert Kieboom (1935) en Theo Slisser (1938). Hij kwam trouw iedere week en hij was altijd enorm fanatiek, waardoor hij zich vaak plaatste voor de play-offs voor het clubkampioenschap. In die play-offs waren Henk van der Poel en later Leon Pliester vaak te sterk voor hem.

Het kon natuurlijk niet uitblijven of ik zou ook eens tegen Coen spelen. Onze eerste ontmoeting was in 2002, waarin ik een vrij saaie remise scoorde. Dat was denk ik meteen ook de eerste keer dat ik een 2000-plusser op remise wist te houden in een lange partij. In de jaren die volgden, wist ik zelfs een flinke plusscore tegen hem op te bouwen, ondanks de volgende gemiste winst:

Jesper de Groote – Coen van der Heijden (2007), stelling na 4…Pd4.

Coen had zijn gebruikelijke repertoire op het bord getoverd, maar zijn 4…Pd4? laat hier een gemene truc toe die zo verborgen is dat ‘ie niet in zijn openingsencyclopedie stond. Ook niet in de mijne, want in plaats van het briljante 5.Pxf7! deed ik timide 5.Le2, waarna ik de partij nog hard verloor ook. Daarna heeft Coen deze variant ook nooit meer gespeeld. Grappig genoeg wist hij jaren later met dezelfde truc te winnen.

Uiteindelijk zou Coen dat seizoen zelfs dicht in de buurt van het clubkampioenschap komen. In de laatste ronde van de play-offs hoefde hij alleen nog maar met wit van Leon te winnen, wat zeker niet onmogelijk was, aangezien hij zijn reisgenoot in de competitie al een aantal keer pootje had gehaakt. In de wedstrijd waarin het er echt om ging lukte het hem niet, dus moest hij met het zilver genoegen nemen.

Coens ratingverloop (2005-2022).

Later dat jaar kwamen we in de meesterklasse uit met BSG 1. Op dat hoge niveau keerde Coens casinospeelstijl zich vaak tegen hem. Memorabel was zijn aandoenlijke uitroep “O, u bent Tea Lanchava!”, toen hij tegen onze latere clubgenote speelde, of die keer dat hij al klaar was voor de partijen goed een wel begonnen waren. Ook dat was Coen. Soms briljant, soms een gevaar voor zichzelf.

Niet lang na de degradatie van BSG 1 degradeerde Coen naar het tweede team. Pas toen ik eind 2012 weer wat vaker in de interne ging spelen, kwam ik hem geregeld tegen. Na afloop van de partij die ik begin oktober van dat jaar tegen hem speelde, klaagde hij dat hij in zijn eentje terug naar huis moest, omdat hij niet mee kon rijden met Leon, die in het ziekenhuis lag. Drie weken later overleed Leon

Opmerkelijk genoeg heb ik Coen de afgelopen vijf jaar niet meer kunnen verslaan in de interne. Ondanks dat ik me dacht tot in de puntjes te hebben voorbereid op zijn vaste openingsrepertoire, werd ik steeds door zijn aanvalskracht van het bord geblazen. Vaak nog op een mooie manier ook.


Coen van der Heijden – Jesper de Groote (2017), stelling na 23.Pf6. Klik op de afbeelding voor de partij.

Eind vorig jaar werd er bij Coen uitgezaaide kanker geconstateerd, een doodvonnis dat hij maar moeilijk kon accepteren. Hij zou niet, zoals zijn vader, de 90 halen. Zijn conditie ging vanaf dat moment zienderogen achteruit. Het weerhield hem er niet van om begin dit jaar nog eenmaal te vlammen. Voor het eerst in zijn leven besloot hij het Hollands te spelen. Het leverde hem een klinkende overwinning op. Het was meteen ook zijn laatste partij. Gisteren viel het doek dan echt.

Lieve Coen, rust zacht.

Coen van der Heijden
* 27 augustus 1945
+ 4 april 2022

Naschrift 8 april 2022: Ik ben er op de begrafenis pas achter gekomen dat Coen niet van 1 augustus was, zoals ik lang geleden op internet had gelezen, maar van 27 augustus. Helaas leer je altijd nog het meest over een persoon na zijn dood.

03 april 2022

BSG grijpt laatste strohalm

BSG heeft goede zaken gedaan in de strijd tegen degradatie door verdiend van een verzwakt DSC te winnen. In Bussum werd het 6-4 voor de nummer 8 tegen de koploper.

Met angst en beven werd in Bussum toegeleefd naar de wedstrijd tegen de Delftse Schaakclub, beter bekend als DSC Delft. Het team van de Joosten en Richards had in de vorige ronde vernietigend uitgehaald tegen Vianen, waar wij afgelopen najaar nog vreselijk van hadden verloren. Door die vette zege waren de Delftenaren zelfs aan de leiding gekomen in klasse 1B. Kon dat wel wat worden voor BSG Bussum?

Op de dag zelf vielen er de nodige lichtpuntjes te bespeuren. Zo traden de bezoekers op zonder Joost Michielsen, Dennis Ruijgrok en Enrico Blees. Voor hen in de plaats waren drie beduidend minder sterke invallers opgetrommeld.

De volgende meevaller was dat Vrolijke Frans een punt in de schoot geworpen kreeg toen de telefoon van invaller Lars Visser plotseling overging. Na enig aarzelen besloot wedstrijdleider Frans Peeters de partij voor hem verloren te verklaren, hoewel Frans graag nog door had willen spelen.

In de week voor de wedstrijd had Frans met Timon van bord geruild, waardoor de teamleider aan het laatste bord kwam te spelen. Van ruilen komt huilen, zo bleek, want in plaats van een gratis punt kreeg Timon het zelf flink voor zijn kiezen toen hij zijn pionnetjes naar voren was gegaan en daarbij veel zwaktes had gecreëerd. Invaller Hans Stam wist daar wel raad mee.

Namens BSG speelden Mark G. en Ewood een partij uit een stuk. Mark speelde aan het kopbord tegen een strontchagrijnige Gert Legemaat, die met wit zijn befaamde shuffle speelde en al gauw hondsbelabberd kwam te staan. Mark blies hem zonder enig ontzag van het bord. Aan het zesde bord ging Ewood dwars door de stelling van Bob Voogt heen. In het Hongaars kreeg hij al gauw een enorm positioneel voordeel, waarna hij op zijn dooie gemak een winnende aanval kon opzetten.

Niet op alle borden ging het zo voorspoedig. Zo kreeg het Apenhoofd aan bord 3 een fantastische stelling uit de opening, waarin alleen hij kon aanvallen. Zijn slagkracht was echter ongeveer vergelijkbaar met die van het Russische leger. Een enorme troepenmacht concentreerde zich rondom de witte koning, zonder echt veel voor elkaar te krijgen. Aan de andere kant kreeg tegenstander Richard Ammerlaan veel meer voor elkaar, dus ging hij onverwachts nog met het punt vandoor.

Niet veel beter verging het FM Henk aan het tweede bord tegen Joost van Ruitenburg, de op papier sterkste speler van de bezoekers. In plaats van na de opening op een saaie remise af te koersen, probeerde hij er meer uit te halen, waarna hij het deksel op de neus kreeg.

Ook een halfje te weinig kreeg Iskander tegen Ricard Oranje. Na in de opening een pion te hebben geofferd voor leuk tegenspel, leek de partij op een correcte remise uit te draaien. Bij nadere beschouwing bleek hij echter nog een niet al te moeilijke winst te hebben gemist. Die …Tf1+ zal nog wel een tijdje door zijn hoofd spoken.

Meer geluk had Ton, die aan het vierde bord tegen oude bekende Ted “It’s a recommendation!” Barendse speelde. Pardubice, Hotel Birdie, Bobbin en Monique, Sizzel, 2005… De tijd vliegt. Veel had hij niet na de opening, totdat hij door een vrij simpele truc ineens een kwaliteit kon winnen, waarna Ted zijn hoofd gauw in de strop stak.

Ook niet te klagen had Ruben, die tegen de met mondkapje spelende Vincent Klugstedt fantastisch uit de opening kwam, toen een paar slechte zetten deed en volledig aangelijnd kwam te staan. Gelukkig speelde zijn tegenstander het niet bijster doortastend verder en konden de handjes worden geschud.

Daarmee was de stand 5-4 voor BSG en was alleen Rein nog bezig tegen de best knappe Ana-Maria Pelin. In een beter eindspel wist hij uiteindelijk de winst naar zich toe te trekken, waardoor BSG de wedstrijd met 6-4 won. Door de nederlagen van Spijkenisse (tegen De Stukkenjagers) en UVS (tegen Krimpen aan den IJssel) klimt BSG naar de zevende plaats en neemt het weer wat afstand van de degradatieplaatsen. Het inhaalduel tegen Blerick eind mei zal bepalend zijn voor wel of niet handhaven, maar eerst is het sterke LSG 2 nog aan de beurt, in Leiden. Als dat maar goed gaat.

BSG (2124) – DSC Delft (2089) 6-4
1. Mark Grondsma (2086) – Gert Legemaat (2181) 1-0
2. Henk van Poel (2227) – Joost van Ruitenburg (2311) 0-1
3. Jesper de Groote (2221) – Richard Ammerlaan (2128) 0-1
4. Ton van der Heijden (2271) – Ted Barendse (2127) 1-0
5. Iskander Schrijvers (2040) – Richard Oranje (2039) ½-½
6. Ewoud de Groote (2225) – Bob Voogt (2055) 1-0
7. Ruben Hilhorst (2026) – Vincent Klugstedt (1966) ½-½
8. Rein Brouwer (2023) – Ana-Maria Pelin (1922) 1-0
9. Frans Borm (2096) – Lars Visser (2041) 1-0 R
10. Timon Brouwer (2020) – Hans Stam (2117) 0-1

BSG 2 speelde in dezelfde zaal gelijk tegen een wat verlaat Amersfoort 2 in een wedstrijd waarin 6 remises vielen te noteren.