03 april 2022

BSG grijpt laatste strohalm

BSG heeft goede zaken gedaan in de strijd tegen degradatie door verdiend van een verzwakt DSC te winnen. In Bussum werd het 6-4 voor de nummer 8 tegen de koploper.

Met angst en beven werd in Bussum toegeleefd naar de wedstrijd tegen de Delftse Schaakclub, beter bekend als DSC Delft. Het team van de Joosten en Richards had in de vorige ronde vernietigend uitgehaald tegen Vianen, waar wij afgelopen najaar nog vreselijk van hadden verloren. Door die vette zege waren de Delftenaren zelfs aan de leiding gekomen in klasse 1B. Kon dat wel wat worden voor BSG Bussum?

Op de dag zelf vielen er de nodige lichtpuntjes te bespeuren. Zo traden de bezoekers op zonder Joost Michielsen, Dennis Ruijgrok en Enrico Blees. Voor hen in de plaats waren drie beduidend minder sterke invallers opgetrommeld.

De volgende meevaller was dat Vrolijke Frans een punt in de schoot geworpen kreeg toen de telefoon van invaller Lars Visser plotseling overging. Na enig aarzelen besloot wedstrijdleider Frans Peeters de partij voor hem verloren te verklaren, hoewel Frans graag nog door had willen spelen.

In de week voor de wedstrijd had Frans met Timon van bord geruild, waardoor de teamleider aan het laatste bord kwam te spelen. Van ruilen komt huilen, zo bleek, want in plaats van een gratis punt kreeg Timon het zelf flink voor zijn kiezen toen hij zijn pionnetjes naar voren was gegaan en daarbij veel zwaktes had gecreëerd. Invaller Hans Stam wist daar wel raad mee.

Namens BSG speelden Mark G. en Ewood een partij uit een stuk. Mark speelde aan het kopbord tegen een strontchagrijnige Gert Legemaat, die met wit zijn befaamde shuffle speelde en al gauw hondsbelabberd kwam te staan. Mark blies hem zonder enig ontzag van het bord. Aan het zesde bord ging Ewood dwars door de stelling van Bob Voogt heen. In het Hongaars kreeg hij al gauw een enorm positioneel voordeel, waarna hij op zijn dooie gemak een winnende aanval kon opzetten.

Niet op alle borden ging het zo voorspoedig. Zo kreeg het Apenhoofd aan bord 3 een fantastische stelling uit de opening, waarin alleen hij kon aanvallen. Zijn slagkracht was echter ongeveer vergelijkbaar met die van het Russische leger. Een enorme troepenmacht concentreerde zich rondom de witte koning, zonder echt veel voor elkaar te krijgen. Aan de andere kant kreeg tegenstander Richard Ammerlaan veel meer voor elkaar, dus ging hij onverwachts nog met het punt vandoor.

Niet veel beter verging het FM Henk aan het tweede bord tegen Joost van Ruitenburg, de op papier sterkste speler van de bezoekers. In plaats van na de opening op een saaie remise af te koersen, probeerde hij er meer uit te halen, waarna hij het deksel op de neus kreeg.

Ook een halfje te weinig kreeg Iskander tegen Ricard Oranje. Na in de opening een pion te hebben geofferd voor leuk tegenspel, leek de partij op een correcte remise uit te draaien. Bij nadere beschouwing bleek hij echter nog een niet al te moeilijke winst te hebben gemist. Die …Tf1+ zal nog wel een tijdje door zijn hoofd spoken.

Meer geluk had Ton, die aan het vierde bord tegen oude bekende Ted “It’s a recommendation!” Barendse speelde. Pardubice, Hotel Birdie, Bobbin en Monique, Sizzel, 2005… De tijd vliegt. Veel had hij niet na de opening, totdat hij door een vrij simpele truc ineens een kwaliteit kon winnen, waarna Ted zijn hoofd gauw in de strop stak.

Ook niet te klagen had Ruben, die tegen de met mondkapje spelende Vincent Klugstedt fantastisch uit de opening kwam, toen een paar slechte zetten deed en volledig aangelijnd kwam te staan. Gelukkig speelde zijn tegenstander het niet bijster doortastend verder en konden de handjes worden geschud.

Daarmee was de stand 5-4 voor BSG en was alleen Rein nog bezig tegen de best knappe Ana-Maria Pelin. In een beter eindspel wist hij uiteindelijk de winst naar zich toe te trekken, waardoor BSG de wedstrijd met 6-4 won. Door de nederlagen van Spijkenisse (tegen De Stukkenjagers) en UVS (tegen Krimpen aan den IJssel) klimt BSG naar de zevende plaats en neemt het weer wat afstand van de degradatieplaatsen. Het inhaalduel tegen Blerick eind mei zal bepalend zijn voor wel of niet handhaven, maar eerst is het sterke LSG 2 nog aan de beurt, in Leiden. Als dat maar goed gaat.

BSG (2124) – DSC Delft (2089) 6-4
1. Mark Grondsma (2086) – Gert Legemaat (2181) 1-0
2. Henk van Poel (2227) – Joost van Ruitenburg (2311) 0-1
3. Jesper de Groote (2221) – Richard Ammerlaan (2128) 0-1
4. Ton van der Heijden (2271) – Ted Barendse (2127) 1-0
5. Iskander Schrijvers (2040) – Richard Oranje (2039) ½-½
6. Ewoud de Groote (2225) – Bob Voogt (2055) 1-0
7. Ruben Hilhorst (2026) – Vincent Klugstedt (1966) ½-½
8. Rein Brouwer (2023) – Ana-Maria Pelin (1922) 1-0
9. Frans Borm (2096) – Lars Visser (2041) 1-0 R
10. Timon Brouwer (2020) – Hans Stam (2117) 0-1

BSG 2 speelde in dezelfde zaal gelijk tegen een wat verlaat Amersfoort 2 in een wedstrijd waarin 6 remises vielen te noteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten