08 februari 2009

BSG komt ook tegen Voerendaal tekort

BSG verliest vierpuntenduel met 3-7

De eerste competitiehelft verliep niet al te goed voor BSG. Na vier duels stond de teller op slechts 7½ bordpunt en geen enkel matchpunt. Drie keer werd er met 8-2 verloren en een keer met 8½-1½. Geen enkele keer was er ook maar het kleinste kansje op een matchpunt. Natuurlijk zou de meesterklasse zwaar worden, maar als je met een fraaie 100 procentscore de eerste klasse verlaat, dan wil je graag nogmaals verrassen. En dan valt het toch wel zwaar tegen.

Tegen Voerendaal moest het er dan maar van komen. Het Duitse team, dat vorig jaar, net als BSG, promoveerde, was de laatste hoop voor BSG om niet te degraderen. Als BSG zou winnen, zou het met LSG en Voerendaal misschien nog leuk kunnen worden. Als Voerendaal zou winnen, zouden ze in ieder geval de druk kunnen opvoeren op LSG, dat het onderlinge duel met Voerendaal had verloren. Een interessante middag dus.

VR

Het schaakweekend begon natuurlijk op vrijdagavond. De bekende Internationaal Meester Vincent Rothuis kwam langs en ik besloot hem te vermaken door wat partijen van mezelf te laten zien. Ik was benieuwd of hij in sommige partijen nog een fout kon aanwijzen, maar het was meer voor de lol. De meeste partijen kwamen uit mijn gouden periode eind 2006 – begin 2007 en bij het naspelen kreeg ik een goed gevoel van binnen. Daarna gingen we maar slapen. VR sliep in Ewoods bed, aangezien Ewood nog in Gibraltar zat.

De grote dag

De schaakdag was een druilerige dag, met af en toe regen. Niet echt iets om vroeg voor op te staan. Het vervelende van een thuiswedstrijd is dat je zo lang moet wachten in de ochtend. Nadat ik wat croissants had aangeschaft, gingen VR en ik wat voetballen in de tuin. We begonnen met paaltjesvoetbal en later probeerde VR de bal dan in z’n nek te leggen. Uiteindelijk zaten we best wel onder de modder. 😉

Toen werd het tijd om naar de speelzaal te gaan. De timing was best goed: we kwamen op tien voor één aan. We kwamen Leon Pliester nog tegen, die met zijn bonkie en hond naar het DSC slofte. Daar aangekomen was het verdacht stil. Voerendaal was al compleet, BSG niet. Le en La waren er nog niet, hoewel ze anders altijd erg vroeg zijn. Al gauw hoorde ik dat de treinen weer eens vertraging hadden. Tja, als schaker mag je eigenlijk niet afhankelijk zijn van de NS, denk ik wel eens. Uiteindelijk kwam het wel weer goed en kwam zelfs Hans Ree net voor het startsein binnen. Om tijd te rekken besloot EB in zijn openingspraatje stil te staan bij de tweehonderdste partij in de meesterklasse van FM Henk. Aangezien FM Henk direct daarna naar EB toeliep, trek ik de conclusie dat het feitje niet eens klopte. Het doel was in ieder geval bereikt: GM Hans had zijn plaats al gevonden.

De wedstrijd

Na een zet of negen begon mijn tegenstander lang na te denken. Ik had een pion gesnoept en ik dacht dat hij daar niet veel tegenover kon stellen. Dus keek ik bij de andere borden. Tot mijn schrik zag ik dat bord 8 al klaar was en dat er een zwarte koning in het centrum stond. Tja… Dat was Coen dus, die in sneltreinvaart had verloren. De partij te vinden op schakers info, dan hoef ik er geen woorden meer aan vuil te maken.

De stand was dus al 0-1 en dat in de wedstrijd die onze laatste kans was om niet te degraderen. Natuurlijk heeft Voerendaal sterkere spelers dan wij, maar dat wil niet zeggen dat wij niet van ze kunnen winnen. Je moet goede partijen spelen en het moet een beetje meezitten, maar als het al bij dat eerste punt misgaat…

Coen van der Heijden kon na tien minuten al analyseren.

Zelf kreeg ik op dat moment een soort counter over me heen. Hij speelde het niet supergoed en ik besloot af te wikkelen naar een eindspel waarvan ik dacht dat het wel remise was. Ik meende vanwege mijn betere structuur en actievere koning zelfs voordeel te hebben, maar omdat mijn toren passief was kon ik daar niet zoveel mee. Ik koos dan ook een weinig succesvol plan en ik zat rond de veertigste zet tegen een vervelende stelling aan te kijken. Mijn tegenstander zat in tijdnood en herhaalde de zetten. In plaats van remise te claimen (iets wat ik nog nooit gedaan heb) besloot ik manmoedig door te spelen, omdat de stand 3-5 was volgens EB.

Tussenstand

Samen met Hans Ree was ik nog bezig de Bussumse eer te redden. De andere borden hadden ons 2½ en niet 3 punten opgeleverd: Aan bord twee ging Leon Pliester eraf na een merkwaardig pionoffer in de opening. Op bord 3 hield VR knap stand tegen Felix Levin. VR beheerst de kunst van het "saai spelen" tot in de puntjes en ruilde al wits sterke stukken af. In een toreneindspel met aan beide kanten drie pionnen op een vleugel weigerde de grootmeester gek genoeg nog een remiseaanbod. Large speelde opnieuw remise tegen een grootmeester. Ook in deze partij gebeurde weinig schokkends, al bleven er wel meer stukken over.

De middenmoot deed het heel behoorlijk. FM Henk "Ik had meer tijd in een bepaalde fase van de partij moeten steken" verloor dan wel aan bord 5, Ton won in een spectaculaire partij van Ivo Wantola en beëindigde diens lange ongeslagen reeks. De partij zat vol met tactische grappen en hoewel Ton niet steeds de beste voortzetting koos, won hij ook nu het halve bord. De tegenstander speelde gênant lang door, "speculerend op tijdnood", hoewel daar nauwelijks sprake van was.

Op bord 7 speelde Le. Hij kwam ongeveer gelijk uit de opening, maar deed gedurende de partij steeds meer concessies en kreeg alsnog een nul te slikken. Tijdens een vluchtige blik op de stelling meende ik een geïsoleerde pion bij wit te ontdekken, maar dat was niet zo. Lenaart klaagde na afloop dat hij geen plan meer kon verzinnen.

Aan bord 9 speelde Emiglio een keer mee als invaller. Hij "viel in" voor Bert Kieboom, die voor Ewood zou invallen. Het leverde BSG een halfje op, waar vooral zijn tegenstander, Henk Temmink, blij mee was. "Eindelijk een halfje," merkte hij opgelucht op.

Toen vervolgens Hans Ree ook nog het schip in ging, stond het 2½-6½ en was ik als laatste bezig. EB had de teamleider van Voerendaal verzocht om mijn tegenstander remise aan te laten bieden, maar hij speelde stug door. Daar had ie nog wel reden toe, want hij kon met zijn koning mijn stelling binnendringen. Gelukkig bleek ik achteraf geen verliesgevaar te hebben gelopen en dat zag hij blijkbaar ook in. Hij ruilde zijn zwakke pion af, waarna ik de koningsvleugel "op slot" hield. Vervolgens meende ik het remise te kunnen houden door in geval van nood jacht te maken op zijn g-pion. Leon Pliester had een andere remiseweg gezien en terwijl ik na enig nadenken een andere zet speelde, beende hij met grote passen weg. Boos wendde hij zich tot mijn ouders en ik voelde me een beetje als Emiglio, die drie jaar geleden in alle spanning de beslissende remise uit handen gaf. Zo erg was het nu niet, wist ik en met wat moeite pakte ik mijn eerste remise na 105 zware zetten, waarvan nog twintig in een eindspel met T tegen T+ a-pion. Ik was niet van plan om me alsnog te laten trucen. Mijn tegenstander berustte in een zetherhaling, waarna ik maar remise aanbood. In plaats van het aan te nemen, sloeg hij mijn toren van het bord, waarna de hele zaal in lachen uitbarstte.

Zelf begreep ik het ook niet. De wedstrijd was allang beslist en dan gaat zo’n gast een stelling die honderd procent remise is alsnog uitkauwen. In ieder geval was mijn eerste remise wel een applausje waard. Zelf stond ik nog te trillen op m’n benen. FM Henk merkte nog op dat zo’n partij zwaarder was dan een werkdag, waar ik best in kon komen.

Restaurant

De lange schaakdag werd afgesloten in het restaurant. Ik kreeg enkele mooie partijen te zien en ik liet mijn eigen partij zien. Daarna kwam het eten. Ik had geen voorgerecht, maar wel een toetje. Terwijl de oudere heren (EB, FM Henk en Ton) koffie bestelden, had ik een grappig toetje met een pannenkoek en perenijs. Le en La schokken een beetje op uit hun winterslaap en beseften dat ze iets hadden gemist. VR zat toen lekker aan een cola. Verder belde Pinda me nog op met de vraag waar we waren. Nog steeds in ’t restaurant dus. 😉 Anders was 'ie misschien nog bij ons geweest, nu bleef het bij een vermelding van de prestaties van HSG 2, dat met maar liefst 1-7 won.

Thuis kon ik nog een beetje nagenieten van deze enerverende ronde. We gingen nog op internet kijken en VR ging wat potjes spelen op "BSGoor". Daarna gingen we nog lezen en slapen. Om twee uur ’s nachts gingen m’n ouders Ewood ophalen. Dat was me het nachtje wel.

Uitslagen

BSG [2237] – Voerendaal [2371] 3-7
1. H Ree g [2419] – C Sielecki f [2376] 0-1
2. L Pliester m [2361] – A Orlov m [2503] 0-1
3. V Rothuis m [2331] – F Levin g [2535] ½-½
4. La Ootes [2262] – G Schebler g [2477] ½-½
5. H van der Poel f [2257] – R Polaczek m [2416] 0-1
6. T van der Heijden [2243] – I Wantola [2346] 1-0
7. Le Ootes [2118] – B Tereick f [2358] 0-1
8. C van der Heijden [2090] – C Braun f [2330] 0-1
9. E Wüstefeld [2218] – H Temmink [2196] ½-½
10. J de Groote [2068] – R Caessens f [2172] ½-½

BSG 2 verloor met 2½-5½ van ZSC-Saende zonder ook maar een partij te winnen. Voor BSG 1 lijkt het doek te zijn gevallen. Het lichtpuntje was dat het de productiefste wedstrijd van het seizoen was: maar liefst DRIE bordpunten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten