29 december 2009

Winnen met 4½ uit 10

Oliebollentoernooi

Gisteren stond het Denksportcentrum in het teken van de oliebollen. Het lang niet jaarlijks terugkerende fenomeen "Oliebollentoernooi" zorgde voor een drukke zaal, wat vast ook de verdienste was van Rik Weidema, die de BSG-leden op de hoogte stelde van het toernooi.

De opzet van het toernooi was als volgt: er werd gestreden in teams. De ratinglijst werd erbij gepakt en aan de hand daarvan werden de teams ingedeeld. Er waren zes teams met zes spelers (hoewel er nog wat spelers "over" waren, waardoor die op de laatste borden rouleerden. Veel heb ik er niet van meegekregen.)

Om het een beetje eerlijk te houden, werden de besten met de slechtsten gecombineerd. Eigenlijk moet je het zien als "potten"; elk team krijgt een speler uit elke pot. Pot A bevat de zes sterkste spelers op rating, pot B de spelers 7 t/m 12 enz. En dan bestaat team 1 uit A1, B6, C1, D6, E1, F6; team 2 uit A2, B5, enz., waarbij voor een combinatie ij geldt dat i = pot (i in {A,…, F} en j = rang in pot (j in {1,…,6}.

Team 1 had als groepshoofd FM Henk, team 2 Ewood en team 3 was ik (!), nog voor Eddy Sibbing (4), John Markus (5) en Peter (6). De bord-2-spelers werden weer andersom verdeeld; zo was Coen de nr. 2 in team 6, Slisser in 5, De Ruiter in 4, Kooijman was mijn teamgenoot enz. Ik voorzag een moeilijk toernooi voor de onzen. En ik moest tegen al die goeien opboksen…

Uiteindelijk was de indeling compleet, maar ik had geen flauw idee wie er allemaal bij mij hoorden. Sommigen ken ik totaal niet. Ook was het niet erg duidelijk waar iedereen zou zitten. De indeling in de eerste ronde is namelijk 1-6, 2-5 en 3-4. Mij leek het dan ook logisch om drie rijen van zes tafels te maken, met team 1 aan de WC-kant en team 3 aan de uitgangkant. In plaats daarvan gingen team 1 en team 6 in een dubbele rij zitten…

Ronde 1

Uiteindelijk had ik onze tegenstanders gevonden. Ik speelde tegen het team van Eddy Sibbing. Dat begon al lekker. Ik heb naar mijn weten altijd verloren van Eddy. Werkelijk waar iedere partij truct 'ie me wel ergens. Nu mocht ik het twee keer proberen tegen hem in een vijfminutenpartijtje. Ik had de eerste partij wit en ik kreeg een Scandinaviër voorgeschoteld. Wist niet dat 'ie dat ook speelde… Hij deed 2…Pf6 en ik besloot, anders dan op Playchess, een keer niet aan de pion te kleven. Tja, op internet heb ik nog wel de ballen om dergelijke varianten te spelen, maar tegen Eddy leek het me niet zo slim. Ik stond redelijk, maar niet super en ik had moeite een plan te verzinnen. De tijd begon weg te tikken en ik werd best nerveus. Uiteindelijk verloor ik een pion door een penning, maar kon ik zwarts koningsstelling verzwakken. Dat leek me wel wat, maar snel daarna verloor ik een tweede pion. Was ik er weer uitgerekend… De partij kreeg echter een vreemde wending toen ik met een schaakje een stuk kon oppikken. Met nog geen minuut op de klok moest ik een eindspel winnen. Gelukkig had ik toen opeens ondekbaar mat.

In de tweede partij stond ik met zwart aardig en zelfs meer dan dat. Qua tijdgebruik en qua stelling zag het er goed uit, maar ik liet wits torens toen te actief worden en ineens was het uit. Dat was wel een domper, maar ik had tenminste een keertje gewonnen van Eddy. Daarmee bewees ik het team een goede dienst. Naast me verloor Kooijman tweemaal van zijn angstgegner De Ruiter, maar aan de lagere borden ging het goed. Door deze onbekende helden wonnen we de eerste ronde!

Ronde 2

Als zwalkende teamleider moest ik maar een plaats kiezen om neer te strijken. We speelden tegen het team van John Markus. Hij treurde een beetje dat 'ie van Ewood had verloren. "Omdat ik zo dom ben." Tegen mij speelde hij twee keer een soort moderne verdediging. Met zwart kwam ik goed te staan en ik wist wat concessies af te dwingen. Ik kwam echter niet verder en uiteindelijk werd ik teruggedreven, waarna hij maar remise aanbood. Met wit was ik er beter op voorbereid en nam ik een echte aanvalsstelling in. Omdat er maar geen paard verscheen op f6, had ik ook niet echt een idee wat te doen. Uiteindelijk kreeg ik wel aanvalskansen, maar kreeg zwart tegenkansen. Omdat ik liever niet wilde verliezen met wit, ruilde ik af naar een saaie stelling, waarin ik wat minder stond. Gelukkig kon ik het nog net remise houden. Wat een lafaard ben ik ook…

Naast me speelde Kooijman ook 1-1 en omdat onze laatste borden zo verschrikkelijk sterk waren, wonnen we ook de tweede ronde.

Ronde 3

In de derde ronde mochten we tegen het team van FM Henk. Ik begon met wit en ik had al de grootste moeite om te bedenken wat je nou wel en niet moet spelen in een dergelijke stelling. Ik speelde maar saai en slap, waarna ik in een saaie schuifstelling kwam. Henk offerde een pion, maar kreeg actief spel. Uiteindelijk kreeg hij een (wat) beter dubbel-toreneindspel, maar wist ik er nog een halfje uit te slepen. Daar was ik blij mee. Vervolgens verloor ik in het Schots. Ik probeerde twee systemen door elkaar te spelen, om zo de pion op e5 onder vuur te nemen. Henk anticipeerde en maakte een "keilbout" op f6. Ik wist niet of deze nou sterk was, maar in de partij werd het ding uiteindelijk gewoon gedekt met g2-g4-g5. Vervolgens werd ik op de koningsvleugel weggespeeld. Ik dacht nog tegenspel in het centrum te hebben, maar wit kon zich daar tactisch tegen verweren, waarna ik dus verloor.

Opnieuw won het team; en dat terwijl ik slechts een negatieve bijdrage had geleverd…

Ronde 4

In de vierde ronde speelde ik tegen Ewood. De titelloze CM verzuchtte dat ze alles hadden verloren, waarna ik maar vroeg of dat betekende dat ik van hem moest winnen. Ewoods team, met Ruben Hilhorst op bord 2 en Rik Weidema op 3, had in theorie een best goed team, maar het kwam er maar niet uit. Ik was er allang achter dat de winst op de laagste borden behaald dient te worden. Zelf wilde ik steeds met wit een remisetje pakken tegen de goeien. Tegen Ewood begon ik weer met een witpartij. Hij combineerde volgens mij wat plannen met elkaar; ik snapte er in ieder geval geen jota van. Het Siciliaans is ook niet echt een leuke opening voor wit. De hele tijd je stelling verdedigen en jezelf inhouden. "Nee, geen g4, Jep!" en dat terwijl zwart zijn stukken goed neerzet en al zijn stukken op wits zwakke pionnen richt. Probeer dan maar "cool" te blijven! Gelukkig voor mij wist ik het evenwicht redelijk te bewaren, waarna ik met eeuwig schaak in paarsgewijze tijdnood (mutual time-trouble) een halfje redde. Vervolgens ging Ewood met wit schuiven. Eerst offerde hij zijn loper voor een paard, waarna de stelling geblokkeerd werd. Ik vond het niet zo erg om weer een loper voor een paard in te ruilen, maar daarbij liet ik opeens mijn goede loper van het bord verdwijnen. Oepsie… Vervolgens sputterde ik wat door met een vreselijk slechte loper, die met de zet slechter werd. Vervolgens kwam er nog een doorbraak overheen… Drama dus. En met het team ging het ook al slecht. Lachend boekte team 2 zijn eerste overwinning en beten wij voor het eerst in het stof.

Ronde 5

In de laatste ronde speelde ik tegen Peter. Zijn team had eveneens drie keer gewonnen en we zouden om de algehele overwinning strijden. Spannend! Zelf verraste Peter me met het Berlijns. Geen idee waar hij dat nou weer van heeft geleerd. Van zijn pogingen de Duitse taal machtig te worden? Ik vond het een mooie Berlijnse partij, waarin ik een keertje niet koppie onder ging. Er kwam uiteindelijk een toreneindspel op het bord, waarin ik een plusje leek te hebben. Dit plusje was echter bij lange na niet groot genoeg voor het punt.

Daarna had Ptr wit en hij besloot het gewaagde driepaardenspel van stal te halen, of hoe dat ook heet. Ik zal het maar "die opening waarin wit f7 belaagt, wat zwart dwingt een pion te offeren" noemen. Ptr speelde vervolgens Ld3, waarna ik …h6 deed, gevolgd door …Pf6-d5-f4. In de partij bleek het erg lastig te spelen voor wit. Ik kreeg flinke druk op de witte stelling en ik dacht dat wit ergens moest breken. Dat gebeurde niet, al moest wit wel een kwaliteit geven om mat te voorkomen. In een eindspel had ik iets meer tijd en een betere stelling en na een foutje van hem was het over.

Uiteindelijk bleek het een BELANGRIJKE overwinning, want hierdoor wonnen we de match met 6½-5½. Hierdoor wonnen we met twee bordpunten (de matchpunten maakten dus blijkbaar niet uit) voorsprong op Ptrs team en nog een team. Ik kreeg gek genoeg alle lof (mijn naam werd genoemd als winnaar), hoewel ik maar een fractie van het geheel heb gescoord. Wel vreemd, het team met de zwakste kopman wint, of anders gezegd: het team met de sterkste zwakste schaker wint. Hmm…

Uitslagen Jip
1. Jip – E Sibbing 1 0
2. J Markus – Jip ½ ½
3. Jip – H van der Poel ½ 0
4. Jip – E de Groote ½ 0
5. Jip – P Drost ½ 1

Het "toernooi" was vroeg afgelopen, waarna Ewood en Ptr maar gingen snelschaken. Op weg naar de bar werd ik aangesproken door Coen. Hij had het over het verslag van de wedstrijd tegen Unitas. Hij zei dat hij het verslag op de site had gezien, waar dat het daar onder Edwins naam was geschreven en dat in het clubblad mijn naam erboven stond. Hij wist dus niet wie het verslag had geschreven. Ik zei maar dat ik het was (op de site van BSG staat mijn naam er ook boven, zag ik vanochtend), waar hij volgens mij niet zo blij mee was. 😛 Hij had zich gestoord aan het zinnetje over de Mexicaanse griep. "Ongezonde stelling, ongezonde stelling. Ik had gewoon op b6 moeten slaan, dan was het remise geweest!" Ik vermaakte me wel. Ik zei maar dat ik voor het verslag wel eens dingen gebruik die ik van anderen hoor, omdat ik anders maar een zeer onpersoonlijk verslag kan schrijven. Daarna besloot ik het onderwerp te veranderen door in te gaan over de spelfouten die de redactie bij het verbeteren van mijn stukken maakte, waardoor het lijkt alsof ik niet kan spellen. 😛

Uiteindelijk waren de oliebollen op en fietsten we met een enorme omweg naar de andere kant van Bussum. Het was me het avondje wel weer…

28 december 2009

Wetenschapsquiz

Tv

Voor het eerst in lange tijd wilde ik een programma op tv zien. Meestal zet ik de tv aan om een glimp van het nieuws op te vangen, of iets anders dat toevallig voorbijvliegt, maar nu verheugde ik met op de Nationale Wetenschapsquiz. Ik had de vragen nog niet gezien, dus ik liet me verrassen.

Gisteravond was 'ie er dan: de Nationale Wetenschapsquiz. In deze traditioneel rond Kerst gehouden quiz neemt een stel wetenschappers het op tegen een aantal mensen dat zich op een ander vakgebied heeft bekwaamd; dit jaar was het een groep kunstenaars. Hoewel de wetenschappers op voorhand dik favoriet lijken te zijn, blijkt dat in de praktijk vaak vies tegen te vallen. Je staat soms versteld van wat ze niet weten en dat terwijl het geen Triviantvragen zijn. Blijkbaar is logisch redeneren ook erg moeilijk.

De quiz

Dit jaar werd de quiz gepresenteerd door een oudere man en een chick in een merkwaardig zwartepietenpakje, een vooruitgang ten opzichte van die kale (Leon Verdonschot) en die Lvis-kloon. Ook inhoudelijk was de quiz beter, je kon goed zien dat het presentatieduo niet achterlijk was.

De vragen lijken altijd wel op elkaar. Altijd zit er een champagnevraag in (die ditmaal niet meetelde), een vraag over de wet van Archimedes en verder heel veel comparatieve statica. Omdat het meerkeuzevragen zijn, moet je vaak kiezen uit vreemde antwoorden, waarvan er desondanks een goed is. Leuke vragen vond ik die over de toepassing van melk en over de spin. Daarentegen waren er ook vragen bij die ik niet zo goed begreep.

Geheim

Thuis begrepen mijn ouders de vraag over het geheim niet. Dat is altijd het schipperen tussen een nauwkeurige vraag stellen en een leuke vraag stellen. Zo werd er bedoeld met "…de wereld rond is" dat iedereen ter wereld op de hoogte is van het geheim/de roddel. Het aantal nieuwe roddels per tijdstip t is dan dus 3^t. Het totale aantal roddels is ongeveer gelijk aan de laatste term, want die draagt het meeste bij. De precieze som is volgens mij 3^t + ½ 3^t -1, ofwel 1½ 3^t -1. Die "-1" valt natuurlijk bij grote getallen in het niet. De vraag is dus wanneer 1½ 3^t > 6 miljard. De tijdeenheid was overigens in uur; ieder uur vertelde iedereen die de roddel had gehoord ‘m weer door aan drie mensen. Als keuzemogelijkheden had je een dag (24 uur), een weekend (48 uur) of een week (168 uur.) Intuïtief neig ik dan meteen naar de eerste mogelijkheid. 3^24 = 9^12 en dat leek me groter dan 10^10 (10 miljard.) Dat klopt ook. In het antwoord werd gebruikgemaakt van de legende van de rijstkorrels op het schaakbord, waarbij ze op het laatst emmers en kruiwagens vol met rijst op de vakjes probeerden te zetten.

De inleiding van de vraag was ook geinig. Die ouwe fluisterde bij een chick in het publiek een geheim in, waarna het geheimpje door de zaal ging. Ik herinner me zoiets nog wel toen ik in de kleuterklas zat. We zaten gezellig in een kring en toen fluisterde de juf een woord aan degene naast haar en die fluisterde het weer door… Uiteindelijk kwam er een geheel ander woord aan vanuit de andere kant van de kring. Dat gebeurde nu ook. Bleek dat die ouwe had gezegd dat de winnaar een reis met de "Biekel" ging maken, maar dat was in die grijze massa omgevormd tot "er is een vraag verkeerd gesteld." xD En misschien had die gozer nog gelijk ook.

USBstick

Een beetje een teleurstellend antwoord had de vraag over de USB-stick. Wat gebeurt er met de massa ervan als je er bestanden op zet? Een hele thermodynamische vraag. Normaalgesproken zitten de elektronen in een "random" volgorde, maar door er een zekere hoeveelheid energie aan toe te voegen, kun je ze op een bepaalde manier ordenen. In feite gebeurt er niks met het aantal elektronen, dus het antwoord was dat de massa gelijk bleef. Dat is mijns inziens niet helemaal juist, want om de elektronen te ordenen, wordt er wel energie omgezet in warmte. De USB-stick moet warmer worden en warmte is ook energie. En aangezien energie massa is, wordt de USB-stick een fractie zwaarder. Maar oké, als je ‘m laat afkoelen, verliest de stick die extra massa weer.

Donkere stenen

Een andere rare vraag ging over de stenen. Ik moet zeggen dat ik het praktische belang ervan groot vond: ooit hebben m’n ouders de schuurdeur verplaatst en het gat van de oude deur op laten vullen. Helaas is deze steensoort donkerder en dat is vrij lelijk. Zeker nu er geen begroeiing meer op zit. Mij leek het niet mooi om ter compensatie de kleur van het voegsel te veranderen. Ik was dan ook benieuwd naar wat de zoutoplossing kon doen. Volgens de quizmasters was het witte voegsel het best, omdat dat de kleur van de stenen compenseerde, maar duidelijk vond ik het allerminst. Wat het nog vreemder maakte, was dat het antwoord werd ingeleid met een lesje over contrast. En die zoutoplossing? Daar werd helemaal geen voorbeeld van gegeven, alsof het een antwoord was dat er voor de grap was bijgezet.

Energiebesparing

Ook vroeg ik me af of de stofzuigervraag wel klopt. Volgens mij is het voor een stofzuiger niet goed dat 'ie zich vastzuigt. Natuurlijk trekt 'ie min of meer vacuüm, waardoor 'ie minder weerstand ondervindt, maar gaat 'ie daardoor niet harder lopen? En raakt 'ie niet oververhit als 'ie geen lucht meer opzuigt? Volgens de ampèremeter trok de stofzuiger minder stroom toen 'ie zich had vastgezogen op die tiet (ik verzin het niet), dus als je energie wil besparen, dan is dit een goede mogelijkheid.

Maximale winst

Dat de Staatsloterij niet de beste manier is om je geld te investeren, weet iedereen. Toch doen veel mensen eraan mee. Er werd gevraagd wanneer je "verwachte winst" het grootst is. Tja, als je in de economische betekenis van het woord "winst" denkt, moet je voor zo min mogelijk loten gaan. Maar als je je winst ziet als je kans om iets te winnen zo groot mogelijk maken, dan moet je er juist zo veel mogelijk kopen. Gek genoeg werd het uitgelegd met behulp van een roulettetafel. Volgens mij is die winstverwachting daarvan nog heilig vergeleken die van de Staatsloterij. Een van de deelnemers zei dat er per ingelegde euro een kwartje werd uitgekeerd. Tja, da’s eigenlijk legale diefstal… 😦 De conclusie was dan ook dat je zo min mogelijk loten moest kopen.

Opmerkelijk genoeg was het na de vijftiende vraag alweer afgelopen. Vroeger waren er altijd twintig vragen. Desondanks hadden de wetenschappers in die tijd al ruim het verschil kunnen maken, hoewel ze ook niet allemaal even slimme antwoorden gaven. Zelfs de winnaar maakte een lelijke uitglijder toen hij beweerde dat geluidsgolven in water even snel voortbewegen als in lucht. Ondanks zijn foute redenatie had hij de vraag wel goed. Winnaarsgeluk?

24 december 2009

BSG bekert verder (II)

BSG heeft gisteravond flink uitgehaald in de bekerwedstrijd tegen Paul Keres: na een spannende wedstrijd werd het 1-3 in Utrecht. Een resultaat waarmee je thuis kan komen.

De greep van de winter is aan het verzwakken. Het treinverkeer komt weer op gang en dat was net op tijd, zodat de wedstrijd tegen Paul Keres gewoon door kon gaan. Op papier zou het een spannend duel worden tussen twee gelijkwaardige teams. Sterker nog, Paul Keres had een groot aantal reserves achter de hand en in hun sterkste opstelling waren ze zelfs sterker dan wij.

Het was een rare avond. We zouden de trein van 18:06 moeten pakken, maar blijkbaar wist niemand dat bij ons thuis. Om een uur of vijf gingen we maar het eten klaarmaken en pas om half zes kwam Beppie thuis, waarna ze in alle haast ons werk kon afmaken. 😉 Snel gegeten, tandjes gewassen en op de fiets gesprongen en over de deels besneeuwde fietspaden naar het station gefietst. Om vier over waren we in de stationshal, waar Edwin 21 maart ons op stond te wachten. Lachend vertelde hij dat de trein van zes over niet reed…

Dus toen stonden we daar maar. Ewood schamperde dat de NS had beweerd dat vier van de vijf treinen zouden rijden, maar dat de helft van de treinen op het scherm waren uitgevallen. En daar zat dus onze trein bij… De volgende trein ging een kwartier later, waardoor we een beetje achter de feiten aanliepen. De treinreis verliep goed en op Utrecht Centraal hadden we Large al meteen gevonden. De speelzaal was ook snel gevonden. Ik herkende de zaal van een wedstrijd van BSG 2 tegen Paul Keres 3, ergens in het begin van 2004. Paul Keres 3 zou dat jaar promoveren; wij zouden net niet degraderen. De wedstrijd eindigde uiteindelijk in een zeer ongelukkige 4½-3½-nederlaag, waarbij het mij werd aangerekend dat ik bij een 4-3-stand een remiseaanbod accepteerde in een stelling die ik onmogelijk meer kon winnen.

In de speelzaal zat Lennard zich vrolijk uit te rekken. Ook kregen we meteen een drankje aangeboden van Mr. Utrechtschaak, waarna de loting begon. Large mocht loten en hij lootte wit. Grr!

De opstelling was als volgt:
1. Large – X Wemmers
2. J Breukelman – Ewood
3. Le – P Hommerson
4. G Veltkamp – Jip

De wedstrijd

Ik had wat hoop geput uit het feit dat Paul Keres niet in zijn sterkst mogelijke formatie verscheen. Hoewel het voor ons niet zo gemakkelijk was om in Utrecht te komen, kon ik me voorstellen dat ook niet alle Paul Keres’ers zin hadden om tussen de zonnewende en Kerst te schaken. Ik rook mijn kans ineens. We zouden ongeveer gelijkwaardig zijn en dat betekent dat alles mogelijk is. Zij konden misschien dik winnen, maar wij ook. Ik moest alleen een goede partij spelen.

Zelf speelde ik tegen Gerben Veltkamp, iemand waar ik op het SGS-snelschaken voor teams al eens van had verloren. Toen had ik wit, nu had ik zwart en kon ik eens kijken wat hij over me uit zou strooien…

G Veltkamp – J de Groote
Utrecht, 23 december 2009

1.d4 Alweer… 1…Pf6 2.Pf3 e6 3.g3 b6 4.Lg2 Lb7 5.0-0 c5 6.b3 d5 7.Lb2 Pc6 8.c4 Listig… 8…dxc4 9.Pe5 Dc7 Ik had ook nog 9…Dc8 overwogen, zodat ik op e5 kan slaan. Nu kan wit eventueel terugslaan op e5. Mij leek het in ieder geval beter om de baan voor de toren vrij te maken en in sommige varianten heb ik liever veld d6 gedekt. Ik hoop maar dat dit een beetje klopt, want ik heb de partij nog niet geanalyseerd. 10.dxc5 Lxc5 11.b4?! Geniepig. Na 11…Lxb4 komt 12.Da4. Dan maar 11…Pxb4 12.Da4+ Ke7 13.Lxb7 Weet niet of het moet, al kan zwart anders op g2 ruilen en komen er schaakjes in de stelling, waarmee zwart dames kan ruilen. 13…Dxb7 14.La3 Dd5. Dat moest wel. Ik overwoog ook 14…Pd7, maar wit kan z’n paard toch niet dekken met 15.f4. 15.Lxb4 Dxe5 16.Lc3? Hier had wit beter 16.Pa3 kunnen doen, al heeft wit maximaal gelijkspel. Nu verliest wit nog een pion. 16…Dxe2 En dat is drie… Ondertussen is c4 stevig gedekt en dreigt zwart zelf met zetten als Pe4 aan te vallen. Wit deed daarom maar 17.Lxf6+ gxf6 18.Pc3 Df3 19.Tad1?! Als wit zijn paard weghaalt, kan zwart met …h7-h5-h4 aanvallen. Op 19.Dxc4 was ik 19…Tac8 van plan, met de bedoeling 20…Dxc3. Nu pakte ik een stuk met 19…Dxc3 20.Td7+ Kf8 21.Dc6 Hier schrok ik, want na het geplande 21…Kg7 komt 22.Dxe6. Dat is niet heel erg, maar ik wilde geen tegenkansen geven. Dus deed ik 21…Te8, waarna ik won met 22.Db7 Te7 23.Tfd1 Txd7 24.Txd7 De1+ 25.Kg2 Dxf2+ 26.Kh3 Df5+ 27.Kg2 Dg6 en opgegeven.

Een snelle overwinning en dat verbaasde me wel. Meestal is het ploeteren voor mij met zwart, maar nu ging het heel snel. Dat kwam natuurlijk ook door de tegenstander, die me de ruimte bood om op een dergelijke manier te winnen, maar toch… Soms lijkt het alsof mensen van een gelijk niveau elkaar veel meer pijn kunnen doen dan wanneer er een enorm niveauverschil zit tussen de spelers.

Ondertussen was EB ook klaar. Hij speelde vrolijk in de interne competitie van Paul Keres mee. Uiteindelijk verloor hij vanuit een prima stelling van Ger Hageman, een sterke speler. Opmerkelijk vond ik dat.

De overwinningen zouden op conto moeten komen van het bekerteam, maar helemaal zeker was ik er niet op. Naast me zag ik dat Le al heel snel had afgewikkeld naar een eindspel, waarin hij een (dubbel)pion meer had, maar zwart het loperpaar had. Na een aantal vage zetten van zwart, had wit een gezonde pluspion in een ongelijkelopereindspel. Ik dacht dat wit het wel effe kon winnen, maar uiteindelijk kon zwart de boel nog goed dichthouden.

Ewood speelde een hele vreemde partij. Ik begreep er niks van, toen ik het zag. Hij had wat pionnen gesnoept, maar wit had ondertussen enorme aanvalskansen. Een "keilbout" op f6 trok de koningsstelling uit mekaar. Nadat er op g7 was geslagen, was de f-lijn een probleem bij zwart. Een paard op f4 hield het nodige tegen, maar wit kon het dier wegjagen met g3. In de partij begreep ik maar niet waarom wit dat naliet…

Aan bord 1 stond Large twee pionnen voor (het thema van de avond), maar ook hier waren de lopers van ongelijke kleur en had zwart redelijk wat activiteit als compensatie. Bovendien waren wits pionnen geen pareltjes. Toch bracht Large opeens het tweede punt binnen. Een paard op e8 maakte ineens een geniepig matje mogelijk op g7 en als zwart dat moest verhinderen, zag hij z’n geofferde toren nooit meer terug. Het stond dus 0-2!

Het kwam voor mij als een opluchting. Lennard kon meteen remise aanbieden, wat zwart gezien de stand op het bord onmogelijk kon weigeren, hoewel hij het nog wel even overlegde met zijn team. Zo stond het ½-2½ en was alleen Ewood nog bezig. In tijdnood wist hij wits aanval aardig af te slaan, waarna hij zelfs in een beter eindspel kwam. Daarbij koos hij niet voor de kansrijkste voortzetting, waardoor wit de boel nog net kon dichthouden, waardoor de schade voor de thuisploeg niet nog verder opliep. Het werd dus 1-3, een uitslag die hard aankwam in Utrecht.

Terwijl de Paul Keres’ers Ewoods partij zaten te analyseren, verlieten wij het pand trots en tevreden. Ik was van tevoren nog bang dat dit ons eindstation zou zijn, deze uitslag had ik alleen durven dromen. Daarmee was BSG ook door de derde ronde van de bekercompetitie gekomen.

Thuis ging Ewood zijn partij nog eens analyseren. Het was een enorm ingewikkelde partij. Ewood dacht zich steeds te kunnen redden, maar niet alles klopte. Wit bleek uiteindelijk op meerdere manieren te kunnen winnen. Niet dat het voor het resultaat wat had uitgemaakt, maar natuurlijk wel voor Elo. xD

Uitslagen

Paul Keres [2220] – BSG [2218] 1-3
1. X Wemmers m [2354] – La Ootes [2417] 0-1
2. J Breukelman [2196] – E de Groote [2250] ½-½
3. P Hommerson [2206] – Le Ootes [2084] ½-½
4. G Veltkamp [2122] – J de Groote [2120] 0-1

22 december 2009

Spelletjesavond met de oude lui

Het was afgelopen vrijdag- of zaterdagavond (dat weet ik nu al niet meer… :|) en het leek me leuk om eens te doen alsof het kerst was, om er een gezellige spelletjesavond van te maken met de oude lui. Die houden niet zo van spelletjes, maar iedereen moet wel eens iets doen wat 'ie niet leuk vindt. Anders zaten ze maar de hele avond naar gewelddadige films te kijken, waarin allemaal domme mannen zich als lemmingen laten afslachten. En uiteindelijk komt alles toch nog goed, wat je van tevoren al wist. Weer twee uur voor niks gekeken…

Nee, dan is het leuker om wat spelletjes te spelen. Het liefst "domme" spellen, waarbij ik niet al te veel hoef na te denken. We begonnen maar met Mens-erger-je-niet, een spel waarbij ik wel hoge verwachtingen had. Lekker de oude lui sarren, door hun pionnetje constant te achtervolgen en uiteindelijk in te rekenen. Ik had er zin an!

Helaas bleek maar weer dat je zonder geluk niet al te best gaat met dit spel. Terwijl iedereen op commando een zes leek te kunnen gooien, gooide ik vooral tweeën. En net als ik dan een pion in het spel had, ging 'ie op mysterieuze wijze weer verloren. Ondertussen moest ik lijdzaam toezien hoe de anderen hun pionnen thuisbrachten, terwijl ik steeds minder het gevoel had dat ik nog aan het spel deelnam. Uiteindelijk ging Beppie er nog met de winst vandoor, door een paar keer achter elkaar zes te gooien, gevolgd door een drie en team geel was thuis. Daarna moesten wij verder zien te prutsen. Jean Loulou stond ook op het punt om te winnen, maar hij deed een paar domme dingen (zelfs met Mens-erger-je-niet kun je fouten maken), maar uiteindelijk kwam alles precies op z’n pootjes terecht toen Ewood net te laat was en Lulu precies het goede aantal ogen gooide.

Tot dat moment had ik nog gegrapt dat ik tweede zou worden, maar nadat de zessen niet wilden komen en steeds mijn pionnen van het bord werden gemept als ze van enige betekenis dreigden te worden, had ik weinig kans meer. Toen uiteindelijk ook Ewood finishte, had ik al m’n pionnen nog in m’n thuishonk staan.

Tijd om m’n geluk maar te beproeven met een ander spel. Het werd Scrabble. Met dit spel word je dus geacht woorden aan te leggen en dat ging me niet goed af. Wel vreemd, vond ik. Maar op m’n toetsenbord heb ik ook letters zat… Op de een of andere manier wist ik maar geen mooie woorden te formeren en kwam ik niet veel verder dan woorden als "jo". Ook had ik niet het flauwste idee wat ik nou met die "Y" moest. Een "Q" had ik misschien nog wel kunnen dumpen… Dat lukte Jean Loulou in ieder geval niet. Hij had uiteindelijk de meeste strafpunten. Het gevolg was dan ook dat Ewood won, terwijl Loulou en Beppie gedeeld tweede werden. Ondergetekende werd afgetekend laatste. Weer een spel ontdekt dat ik niet kan…

Daarmee kwam een wat onbevredigend einde aan de spelletjesavond. De oude lui vonden het wel weer mooi geweest, hoewel ik nog een keer revanche wilde nemen. Ondertussen had de tv weer alle aandacht opgeëist, waarna ik me maar in m’n kamer verder ging schamen.

18 december 2009

BSG hakt ook DSC in de pan

Tentamen

Het is weer winter! Vanochtend had ik mijn enige tentamen van de week. Het is een beetje een rare periode: sinds het begin van de maand heb ik eigenlijk geen les meer gehad. Wel moest ik twee dingen doen: een filosofisch essay/essai schrijven en dus het eerdergenoemde tentamen. Dat essai nam al veel tijd in beslag. Woensdagavond vond ik het wel mooi geweest en dus leverde ik het ding maar in, ruim voor de deadline. Achteraf denk ik dan "dat en dat had wel beter gekund", dus ik hoop maar dat het filosofisch genoeg is om een voldoende te halen. Daarna ging ik me storten op het vak Urban economics. Kent u die uitdrukking? Zelf vond ik het nou niet een bijster interessant vak, wat ook wel kwam doordat er amper hoogstaande berekeningen (wiskunde wil ik het niet noemen) in voorkwamen. Geen idee hoe je zo’n vak dan moet leren…

Afgelopen nacht heb ik geen oog dichtgedaan en om half zeven ging de wekker. Beneden was het steenkoud, omdat de verwarming nog niet aan was gesprongen. Al rillend en bevend nam ik wat brood tot me, waarna ik me aan ging kleden. Voorzichtig fietste ik door de sneeuw en daarbij merkte ik dat m’n achterband nu wel erg zacht was. Links en rechts (!) vlogen mensen me voorbij, alsof er geen sneeuw lag. Gelukkig kwam ik nog op tijd aan en ik realiseerde me ineens dat er best wel eens een nieuwe dienstregeling kon zijn. Dat gebeurt altijd ergens in december. Tot mijn opluchting bleek dat het voor mij geen consequenties had: een trein die anders altijd twee minuten vertraging had, kwam nu officieel ook twee minuten later aan dan eerst. Ondanks de winterse neerslag reed de trein gewoon en kwam ik op tijd aan. Ruim op tijd; ik was een halfuur te vroeg. Maar ik ken de economische faculteit langer dan vandaag. Altijd dat irritante formele gedoe… Ditmaal hadden we twee oude wijven als toezichthouders, die met hun krakende stem alleen maar meer verwarring zaaiden. Op mijn toegewezen plaats vond ik een geel formulier, met tentamenregels. Dat formulier moest ik mee naar huis nemen, vond ik. Zo gezegd, zo gedaan. Het tentamen was volgens mij heel simpel. Eerlijk gezegd weet ik niet waarom ik dit vak heb gevolgd…

Hieronder een greep uit de Tentamenregels:

  • Je dient een kwartier voor het aanvangstijdstip van het tentamen aanwezig te zijn. (…) Te laat komen is onder geen enkele voorwaarde toegestaan. (Treinvertragingen zijn dus verboden)
  • Je moet na afloop van het tentamen op je plaats blijven zitten tot de toezichthouder alle tentamens heeft opgehaald. (Ik was toen allang weg)
  • Je bent verplicht het te beoordelen werk aan de toezichthouder te overhandigen alvorens de tentamenzaal te verlaten. (Moet dat verplicht gesteld worden?)

Tijd om naar een leuker onderwerp te gaan…

Internetclubcompetitie

Nu terug naar gisteren, de dag van de grote wedstrijd. Zelf had ik niet zo’n zin om mee te doen, maar uiteindelijk mocht ik aan de bak als teamleider. Als teamleider had ik de taak de indelingen naar iedereen te schreeuwen, ongeveer zoals Rik Weidema dat bij BSG doet. Probleem: in die "kamer" van de KNSB kun je niet gebruikmaken van een global chat. Mij lukte het dan ook niet om iedereen te pakken te krijgen, ook al doordat er steeds weer mensen de virtuele zaal in- of uitliepen…

Om 20:00 uur begon de match dan. Hieronder de opstellingen:

BSG
1. Large (q pro q)
2. Vin$ (Bah)
3. Ewood (Cadavre)
4. Lennard (Politeia)

DSC
1. Martin Glimmerveen (Martao)
2. Arno Wiersma (Untagonklik)
3. Olivier Marincic (Fietsen)
4. Diederik van Heijgen (Maaistro4)

BSG was ratingtechnisch* duidelijk in het voordeel, maar dat hoefde nog niet zo heel veel te zeggen. Zestien partijen later weet ik meer. De conclusie is dat de DSC’ers best konden schaken, maar dat ze het niet konden afmaken (ik ben dus niet de enige met dat probleem… ;))

BSG won dan ook met maar liefst 14-2, hieronder de setstanden:

Ronde 1
q pro q – Martao ½-½
Bah – Untagonklik 1-0
Cadavre – Fietsen 1-0
Politeia – Maaistro4 1-0

Ronde 2
Martao – Bah 0-1
Untagonklik – Cadavre 0-1
Fietsen – Politeia 0-1
Maaistro4 – q pro q ½-½

Ronde 3
q pro q – Fietsen 1-0
Bah – Maaistro4 1-0
Cadavre – Martao 1-0
Politeia – Untagonklik 0-1

Ronde 4
Martao – Politeia 0-1
Untagonklik – q pro q 0-1
Fietsen – Bah 0-1
Maaistro4 – Cadavre 0-1

Bosboom als rolmodel

Na afloop was Large euforisch. Hij zei dat we met dit team kampioen kunnen worden. Ik denk dat dat ook best mogelijk is, gezien de spelers die we hebben, maar we moeten waken voor te veel optimisme. Vloeiend Bosboomsnelschaak heb ik nog niet gezien. Individueel deden Vin$ en Cadavre het prima door alles te winnen. Ewood staat inmiddels op 8 uit 8. Le en La kregen een verliespunt te slikken. Le lachte tegen mij dat 'ie drie keer verloren stond. Die partijen won 'ie nog, die keer dat 'ie goed stond… U begrijpt het al: tijd om naar wat partijfragmenten te kijken!

Large: Techniek?!

Large had het niet makkelijk. Hieronder twee aardige fragmenten:

Maaistro4 – Large (2) Large had net 13…Te8 gedaan en wit is in moeilijkheden. Er volgde 14.Pe5 Pxe5 15.Lxh5 Pc4 16.Df3 Pxd2 17.Dxf7+ Kh8 18.Pxd2 gxh5 en zwart heeft een stuk meer. Vreemd genoeg gaf Large het vervolgens weer weg, waarna hij in remise moest berusten.

Large – Fietsen (3) De ronde daarna ging het andersom: zwart won een stuk en wit had wat rommelig tegenspel. Na 24.Lc6 probeerde zwart iets geniaals: 24…Tg8 25.Dh5 Txg2 26.Kxg2 Lb7 27.Lxb7 Tg8+ 28.Kh1 Pxf2+? 29.Txf2 Dxf2 30.Dxh6# Oepsie… Ik bekeek de partij met de computer en die gaf het geniale 28…Lg1! en dat is nog verdomd lastig voor wit. Echter, 24…Tb8 is simpel en goed.

Vin$: Offers

Bij Vin$ denk je al gelijk aan offers. In de eerste ronde had hij een tegenstander die hem voor was:

Bah – Untagonklik (1) Vin$ had een gambietje gespeeld en zwart vond het tijd om maar eens wat terug te offeren: 14…Pxh4 15.gxh4 Lxh4 en toen kwam Vin$: 16.Txd6!? Geen idee of dit tegenoffer nodig was, maar het resulteerde uiteindelijk in een voordelig eindspel, waarin het loperpaar de zwarte toren de baas was.

Naast dit potje speelde Vin$ in de derde ronde nog een mooi positioneel partijtje, maar voor de echte positionele partijen moet je natuurlijk bij Ewood zijn.

Ewood: Traag

Ewood speelde vrij sloom, om dan in tijdnood weer wat rake zetten te doen en dan te winnen. Hieronder een aardig fragment:

Cadavre – Martao (4) Ewood had hier de Bosboomzet 6.g4!? gespeeld. Zwart probeerde te profiteren, maar kwam van een koude kermis thuis: 6…e5 7.d5 Pd4 8.Pxd4 exd4 9.Da4+ Ld7 10.Dxb4 dxc3 11.g5 Pe4 12.Lg2 Pc5 13.Dxc3 en wit stond een pion voor. Natuurlijk valt er nog wat op de zettenreeks af te dingen, net als op het vervolg, maar uiteindelijk won Ewood het eindspel met zijn pluspion.

Lennard: Mazzel

Lennards partijen kenden vele vreemde fragmenten. Hier een fragment dat goed afliep:

Fietsen – Politeia (2) Hier zag Lennard een lekker zetje: 21…e3? Toen kwam 22.b5. Oeps… 22…Pc5 dan maar. In plaats de dame te slaan, kwam wit met 23.Dc4? Zwart kon z’n dame redden en won vervolgens in de rommelige tijdnoodfase (beiden hadden nog zo’n 15 seconden).

Dat het niet altijd goed afliep bewijst de volgende partij:

Politeia – Untagonklik (3) Lennard was steeds beter komen te staan en op de koningsvleugel is hij ver gekomen. Zwart heeft echter tegenspel op de damevleugel. 28.Pxf7 cxb2! 29.Lh6+ Kxf7 30.fxg6+ hxg6 31.Df4 Dxf1+ 32.Dxf1 Ta1 en ineens was het uit. In de diagramstelling bleek het al lastig te zijn: op 28.bxc3 komt de computer ineens met 28…Dxf1+! Ineens werken de zwarte stukken prima samen. Vind het maar eens…

Al met al viel de overwinning met 14-2 wat al te ruim uit, maar dat is ook een kwaliteit.

Individuele scores
Bah 4
Cadavre 4
q pro q 3
Politeia 3

Untagonklik 1
Martao ½
Maaistro4 ½
Fietsen 0

* KNSB-rating is hiervoor niet representatief (ander speeltempo) en de internetratings vaak ook niet (vaak te weinig partijen)

13 december 2009

BSG weer ouderwets sterk tegen Philidor

BSG heeft zich goed hersteld van de klap tegen Unitas. Zelfs zonder kopman Berelowitsch werd er vrij gemakkelijk gewonnen van Philidor 1847. Net als twee jaar geleden, won BSG met 3½-6½ in Ljouwert. Anders dan twee jaar geleden, kwam de overwinning nu vrij makkelijk tot stand.

Philidor – BSG beloofde op voorhand een zwaar duel te worden. Elotechnisch zijn de ploegen aan elkaar gewaagd, zeker omdat Berelowitsch niet mee kon spelen. Gelukkig kon Frans Borm voor hem in de plaats spelen, waardoor dit gemis niet al te erg was. Daarnaast had Philidor nog het thuisvoordeel, de BSG’ers moesten drie uur met de trein reizen om in deze uithoek des lands te komen; de trein vertrok om vijf over tien van Naarden-Bussum…

Het was een bijzondere dag, waarin alles gebeurde met een bepaald doel. Zo zat Ewood in de trein voor te bereiden. Vlot liet hij een scherpe Siciliaan zien, waarin hij op een bepaald moment …Tc8 voorstelde, met de bedoeling op c3 te offeren. Hij merkte daarbij op dat wit dan Td3 moet spelen, maar dat veel mensen dat niet kennen. Ik merkte toen droogjes op: "Je zult maar net tegen iemand spelen die dat wel kent." Ik zag hem denken. In de partij deed hij het dan ook anders, maar ik ga nu wat snel.

Na de trein-busrit kwamen we in het gebouwtje aan. Ik herkende het weer. Vreemd genoeg herinnerde me niets soortgelijks van twee jaar geleden. "Blijkbaar waren we toen met de auto gekomen", redeneerde ik maar. Emiglio wordt nog steeds gemist. De speelzaal was een andere dan twee jaar geleden, dit in verband met bridgers (?), die de andere zaal hadden bezet. In de zaal speelden Philidor 1 en 2. Wij zaten aan de raamkant, met uitzicht op straat. In het begin van de match konden we jongeren met een basketbal zien prutsen en we konden het nog goed horen ook, omdat het raam open stond. Het raam eerst met veel geweld opengezet, later werd 'ie met evenveel geweld dichtgetrokken.

De borden stonden weer in twee rijen opgesteld, maar anders dan tegen Purmerend, was de bordvolgorde wel doorlopend. Sommige thuisploegen passen de truc toe om de spelers van de tegenpartij met de ruggen tegen elkaar te laten spelen, zodat ze elkaar constant in de weg zitten. Philidor deed dat echter niet; vanaf het raam gezien zaten de BSG’ers steeds links.

Zelf zat ik aan bord 7 nog net in een buitenrij, waardoor ik wat meer ruimte had. Ik zat een keertje naast Ewood en ik zag hoe hij voortvarend begon. Hij kreeg zijn voorbereiding op het bord en speelde zijn openingszetten snel en vastberaden. Ik geloof niet dat zijn tegenstander ook maar enig moment het idee heeft gehad dat er iets te halen viel. Hoe anders was dat bij mij. Ik dacht een Siciliaan tegen me te krijgen, maar het werd een Pirc. Vervolgens kwam ik met 7.a4 aanzetten, om even later lang te rokeren. Dat kon moeilijk goed gaan en al gauw kwam ik in de problemen.

Op dat moment zag het er niet zo goed uit. Coen speelde aan bord 10 tegen een jeugdspelertje en al gauw stond hij een kleine kwaliteit achter. Al gauw had hij een mijns inziens op voorhand al verwacht resultaat gepakt. En tel daar dan mijn nederlaag bij op… Nee, echt lekker was de start nog niet, net zoals twee jaar geleden.

Gelukkig zag ik vanuit mijn ooghoek hoe Lennard in een Fransoos superrelaxed kwam te staan tegen Maarten Etmans. Zelf heb ik tegen deze oude man met Sinterklaasbaard in een grijs verleden de degens mogen kruisen. Die partij verloor ik. Gelukkig deed Lennard het beter en hij mocht uiteindelijk flink gaan hakken en beuken. En fraai puntje. Ondertussen was ook Ewood klaar. Hij speelde misschien wel zijn beste partij ooit. Misschien niet zo heel gek tegen iemand waar ik ook van kan winnen, maar eveneens een fraai punt.

Aan de hoogste borden won Frans ook nog verrassend snel van de altijd gevaarlijke Tjapko Struik. Topscorer Ton bleef ditmaal steken op remise tegen Eddie Scholl. Hij had een verbetering gevonden ten opzichte van zijn partij tegen Smeets, maar het was niet voldoende voor een zege. De stand was inmiddels echter 1½-3½ voor BSG, dus er was weinig reden tot klagen.

Ondertussen was ik nog steeds bezig met mijn pogingen de strijd voort te zetten. Niet alleen had ik een pion ingeboet, ook had zwart allerlei velden voor zijn paarden. Ik probeerde me zo taai als een schoenzool te verweren, in de hoop een zo zacht mogelijke schaakdood te sterven. Daarom ontging me ook wat voor leuks zich afspeelde op de andere borden. Ik had slechts even "lucht" toen ik de veertigste zet had gehaald, maar na een kleine plaspauze ging ik weer aan de slag mijn stelling te verdedigen.

Gek genoeg was mijn fort nog steeds niet ingestort. Dat kwam voornamelijk doordat m’n tegenstander niet alles uit zijn stelling haalde. Zo had hij een mooi paard op c5, dat de mogelijkheid had om op a4 mijn pion op b2 aan te vallen. Maar dan moet je niet een pion op a4 neer gaan zetten… Bovendien kon ik de tijd van die zetten benutten om mijn stukken te activeren. Op de eenenveertigste zet kon ik de pion bovendien slaan, waardoor ik het materiële evenwicht had hersteld. Wel moest ik oppassen mijn h-pion niet te verliezen, maar toen ik die kon houden, dacht ik dat ik eigenlijk wel goed stond. Wel had ik beduidend minder tijd en m’n tegenstander bleef vrij snel zetten. Ik zal deze veelbewogen partij binnenkort publiceren, want er gebeurde te veel om zonder diagrammen op te noemen. Uiteindelijk wist ik met een goed uitgevoerde (voorlopig oordeel) tegenaanval ineens de partij te doen kantelen. Ik won een kwaliteit en dat werd uiteindelijk zelfs een volle toren, waarna m’n tegenstander (gebroken) opgaf.

Ondertussen had ik al wat kunnen kijken naar de overgebleven stellingen. Leon Pliester had ondertussen gewonnen. Hij was in een goede bui, want hij vroeg zelfs aan mij wat ik had gedaan. Zelf had hij het voordeel van toren en loper tegen toren en paard in een eindspel uitgebuit, een typisch Leon Pliester-eindspelletje. Daarmee waren de matchpunten al binnen (de tussenstand was 1½-5½) en leek BSG af te stevenen op een monsterscore: aan bord 2 en 3 hadden Large en Henk een voordelig eindspel, aan bord 6, dus naast mij, had Ptr een gewonnen pionneneindspel. De militair had na een slap opgezette partij van zijn tegenstander alle stukken geruild en was in een eindspel gekomen waarin hij de verste vrijpion had. Heel thematisch kon hij het punt drukken. Vreemd genoeg kreeg hij nog een remiseaanbod, wat hij meteen krachtig afwees. Opgeteld zouden we dus met minimaal 2½-7½ gaan winnen, maar in de slotfase bleek eens te meer dat er in het schaakspel vreemde dingen kunnen gebeuren.

Large gaf er het eerst de brui aan. Hij had een pion overgehouden aan het middenspel en kon zijn tegenstander nog op de pijnbank leggen. Na een onnauwkeurigheidje van wit kregen zwarts winstkansen ineens serieuze vormen, maar uiteindelijk kon wit het ternauwernood een nederlaag ontlopen; het toreneindspel was uiteindelijk theoretisch remise.

Op dat moment gebeurt aan bord 6 het ongelooflijke: na een groot aantal tempozetten en pionzetten, zijn de condities optimaal om te oogsten. Eindelijk! Maar in plaats van af te wikkelen naar een gewonnen eindspel, geeft Ptr het in een keer helemaal weg door een aantal zetten in de verkeerde volgorde te spelen. Ongelooflijk. Ineens wint wit met de verste vrijpion… Hoe onverdiend. En Ptr moet eigenlijk voor straf honderd keer opdrukken…

FM Henk is dan nog bezig een eindspel met toren en loper tegen toren te winnen. Hij had er het maximale uitgehaald, maar het eindspel is bij goed verdedigen remise. En dat deed zwart. Opmerkelijk: twee jaar terug moest Henk al zijn kennis aanspreken om in een lastig eindspel remise te maken tegen deze tegenstander.

De einduitslag was derhalve 3½-6½, wat aan de ene kant een fraaie overwinning was, maar aan de andere kant: het had nog wat beter gekund. We zullen maar zeggen dat bord 6 en 7 elkaar hebben gecompenseerd…

Eten

Na afloop gingen we met de bus terug naar het station. Vreemd genoeg was het maar een zeer klein exemplaar en was het erg druk, waardoor iedereen lange tijd tegen elkaar aangedrukt stond. Vreemd genoeg was het moeilijk om aan eten te komen; alle restaurants waren alweer gesloten. Daarom namen we onze toevlucht maar tot een pakjesboot, waar pannenkoeken werden geserveerd. Daarna gingen we maar weer met de trein terug, waar we verder gingen met analyseren. Ptr zat er nogal doorheen. Hij baalde als een stekker dat hij op zo’n onbenullige wijze een vol punt had verspeeld. Wel had hij als stopzin "Je bent wat je eet". Vroeger had hij nog wel eens zinnen als "Alles wat je zegt kan en zal tegen je gebruikt worden!", deze zin is wat algemener bekend. Ik concludeer er maar uit dat ik een enorme pannenkoek ben.

Uitslagen

Philidor 1847 [2200] – BSG [2225] 3½-6½
1. M de Jong f [2379] – L Pliester m [2357] 0-1
2. B Tondivar f [2319] – L Ootes [2417] ½-½
3. A Lont f [2290] – H van der Poel f [2245] ½-½
4. E Scholl [2260] – T van der Heijden [2269] ½-½
5. T Struik [2228] – F Borm m [2335] 0-1
6. J Hania [2176] – P Drost [2084] 1-0
7. J Kamstra [2163] – J de Groote [2120] 0-1
8. A Nicolai [1938] – E de Groote [2250] 0-1
9. M Etmans f [2130] – L Ootes [2084] 0-1
10. G Rauw [2120] – C van der Heijden [2092] 1-0

De staart slaat terug! 😉

08 december 2009

Vakantie

Het is weer bijna vakantie! Nog twee weekjes en dan begint de Kerstvakantie. Misschien is het een idee om in 2010 het hele jaar vakantie te houden. Dat hebben "we" wel verdiend: na de kredietcrisis is de economie weer uit het dal gekomen. Nu is al bekend dat de economie volgend jaar met 0,7 procent gaat groeien; in 2011 zelfs met 1,2 procent. Wie weet welke groeicijfers er komen als iedereen een jaar lang heeft kunnen bijslapen…

Wie ook een tijdje vakantie mag vieren, is R. Cow Man. Vroeger was hij DE succescoach, nu is hij een beetje de Donald Duck onder de coaches: overal wordt hij er binnen afzienbare tijd uitgetrapt. Wel een raar tijdstip van AZ om de trainer te ontslaan, net voor de cruciale wedstrijd tegen het standaardluik. Het bestuur was onverbiddelijk na de aanhoudende slechte resultaten van de landskampioen.

Maar AZ is gewoon een hele wispelturige ploeg. In de even-oneven jaren zijn ze goed, in de oneven-even jaren bakken ze er niet veel van. Twee jaar terug werd AZ elfde met van Gaal, dus in hoeverre kun je de huidige vormcrisis Cow Man aanrekenen? En dan heb ik het nog niet eens over de perikelen rond Dirk Scheringa. De vreugde bij AZ na het kampioenschap is razendsnel omgeslagen in een hevige kater. Alsof die titel vervloekt was.

Nu Cow Man ontslagen is, doet AZ er goed aan een Advocaat in de arm te nemen. Juristen zullen zich buigen over de vraag of de trainer terecht is ontslagen. Het zal AZ, net als het afkopen van het contract, een heleboel centjes kosten. Alsof ze daar te veel van hadden…

Wie aankomende zomer lekker vakantie mag vieren, is C. Cdorf. Ik moet er altijd om lachen. Vroeger kende ik de naam Seedorf alleen van de hopeloos verprutste penalty’s. Seedorf zal altijd een Seedorfje blijven. Grappig is dan ook dat na Van Basten ook Van Marwike de speler van AC Milaan links laat liggen. Seedorf denkt echter dat de wereld aan zijn voeten ligt en besloot helderheid te verschaffen: hij wil zelf niet meer voor Oranje spelen. Ik denk echt dat Van Marwike hier slapeloze nachten van heeft… NIET

06 december 2009

BSG bekert verder

Gistermiddag versloeg BSG de Westlandse Schaakcombinatie (WSC) in de Nationale Bekercompetitie. Hoewel de Westlanders weinig hadden in te brengen, kwamen ze er met een 2½-1½-nederlaag nog genadig vanaf.

De bekercompetitie vind ik altijd een beetje zinloos. Soms kom je een ronde verder, maar wat is het nut daarvan? Uiteindelijk staat HSG je op te wachten en win je nog niks. Maar goed, BSG deed mee en moest als ex-meesterklasser laten zien waarom wij beter waren dan WSC, dat "slechts" in de tweede klasse speelt. Niet dat beide teams in hun sterkste opstelling opkwamen, dus over de krachtsverschillen was weinig te zeggen. BSG trad aan met de gebroeders Le en La en de gebroeders E. en J. De jeugd heeft de toekomst. Met welk kwartet WSC zou aantreden, was tot de speeldag een verrassing. Tel daarbij op dat de kleurverdeling niet vaststond, dan begrijp je wel dat het onmogelijk was om fatsoenlijk voor te bereiden. Alles zou dus afhangen van de vorm van de dag.

Hoewel ondergetekende had aangedrongen om de wedstrijd om 11:00 uur te laten beginnen, kwam hij zelf om klokslag 11:00 uur binnen hijgen. De klok in de zaal gaf nog maar "10:59" aan. Toen het ook in de zaal 11:00 uur was, kwamen Le en La binnenhollen. WSC was er al en de loting kon beginnen. De kopman van WSC mocht loten en hij koos een zwarte pion. Hij zal wel hebben gebaald, maar wij ook… Want eigenlijk stond voor ons verkeerd: Large met wit, terwijl hij met zwart beter is, Ewood met zwart, terwijl voor hem het omgekeerde geldt, Le met wit en ondergetekende met zwart, hoewel hij doorgaans met wit sterker is. Tja… Wel opmerkelijk. Blijkbaar wordt Le nog steeds sterker geacht dan Behirder, hoewel meneer Elo het omgekeerde zou suggereren. Of was het een tactische opstelling? In ieder geval hadden de "Oetoes" wit en de "de Grootjes" zwart, wat Le verleidde tot een opmerking dat de eerste slag voor de Ootes’ was.

Dit waren dus de partijen, waarin de thuisploeg een keer wit had aan het hoogste bord:

1. Large – M Pietersma
2. T van Dijk – Ewood
3. Lennard – M van Woerden
4. T Bieger – Jip

Zelf had ik geen idee tegen wie ik speelde, of beter gezegd: wat voor speelsterkte die knul had. Ik gokte ergens tussen de 1700 en 2000. Tegen iemand van m’n eigen niveau speelt dat toch anders dan tegen een zwakkere. Ik speelde daarom in de eerste plaats om niet te verliezen, of in ieder geval: om niet slecht te staan na de opening. Daarom greep ik naar een wat normalere variant:

1.d4 Jemig, weer zo’n 1.d4-schuiver… 1…Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 b6 Waarschijnlijk wat minder dubieus dan 3…Lb4+, maar eerlijk gezegd ken ik dit niet. Gelukkig wist ik op basis van logisch-empiristische gronden nog wel redelijke zetten te doen: 4.a3 Hela, wat is dit… xD 4…Lb7 5.Pc3 d5 6.cxd5 Pxd5 7.Dc2 c5 8.e4 Pxc3 9.bxc3 Lijkt wel een Grünfeld… 9…Pd7 10.Ld3 Dc7 Ik had ook dingen met 10…Tc8 overwogen. Ik wist niet wat ik van de stelling moest vinden: staat wit niet veel beter met zijn centrum? Of is er niks aan de hand? 11.O-O cxd4 12.cxd4 Dxc2 Hoppa, dames eraf, kan ik ook niet meer matgezet worden. 13.Lxc2 Tc8 14.Ld3 a6 Misschien wat te subtiel. 14…Tc3 was hier wel mogelijk: 15.Lb5 a6 16.Lxd7+ Kxd7 17.Pe5+ Ke8 is niks voor wit, hij kan zijn activiteit niet behouden. De partij ging verder met 15. Lb2 Ld6 16. Tac1 O-O 17. Pd2 b5 Pakt c4 en legt a3 vast. Zwarts troef is natuurlijk zijn meerderheid op de damevleugel. 18. Lb1? Daar komen de slechte zetten. 18…Pb6 19. Txc8 Zo kan wit nog net de boel houden, door veld c1 vrij te maken voor de loper. 19…Txc8 20. Tc1 Lf4 Hier miste ik m’n kans. 20…Td8! houdt een stel torens op het bord. Wit kan weinig doen tegen de dreiging 21…Pa4, waarna a3 valt. En dat terwijl ik dacht dat 20…Lf4 de zet was die het wit nog het lastigst maakte… In het vervolg probeerde ik een betere stelling met behulp van de klok (ik had nog 48 minuten en hij tien of zo) te winnen, maar ondanks een veelbelovende stelling kon hij de boel vrij eenvoudig dichthouden.

Ondertussen stond BSG al op voorsprong. Large kreeg een zeer impotente variant van de Caro-Kann tegen zich. Na veertien zetten tekende zich hier al een overwinning af, toen hij een schijnoffer op g6 kon plaatsen. Zwart verweerde zich echter nog kranig met een kapotgeschoten koningsstelling, maar ondanks Larges tijdsverbruik kon hij de openingstreffer binnentikken.

Dat ook Ewood won, was wel een opmerkelijke meevaller. Meestal moet hij ploeteren met zwart, maar nu pakte hij een mooi puntje. En eigenlijk nog snel ook. In een stelling die ik met beide kleuren niet zou willen spelen, won hij met opmerkelijk gemak. En dat tegen een 2200-speler…

Nee, daar kon ik nog een puntje aan zuigen. Toen ik te horen kreeg dat het 2-0 stond, besloot ik maar mijn "winstpogingen" te staken. De overwinning was dus binnen. Wat een teamspeler ben ik weer…

De vraag was of daar nog wat bij zou komen. Het antwoord was nee. Lennard kreeg zo’n versnelde draak op het bord en manoeuvreerde zijn stukken vrolijk in het rond. Hij kreeg ook een betere stelling, maar in tijdnood ging het mis. In plaats van zwarts zwakke pion op d6 van het bord te halen, verloor hij zelf ineens een aantal pionnen in tijdnood. Met beiden nog een halve minuut (het speeltempo was 1:50 plus vijf seconden per zet) werd er zenuwachtig gevluggerd, maar met drie pionnen minder was er geen eer meer te behalen. Best wel een domper.

Het was inmiddels 15:00 uur en er kwam een eind aan een stille schaakmiddag. Ja, stil. Geen publiek, geen BSG 2… Behalve het genies van Lennard heerste er een doodse stilte. Je zou bij wijze van spreken een speld kunnen horen vallen op het tapijt. Uiteindelijk kreeg het duel een min of meer verwachte uitslag. Daarmee was BSG een ronde verder en kon WSC het Denksportcentrum met een enigszins opgeheven hoofd verlaten. Zelf vond ik het fijn dat we niet hoefden te snelschaken. Wie weet kunnen die pipo’s dat heel erg goed…

Na het duel werd er nog wat aan de bar gehangen. Ik deed me te goed aan een halve banketstaaf die voor koffiekoekje moest doorgaan. Le jatte een biertje, waarna het gerstenat uit het flesje spoot. En opruimen, ho maar. Vreemde mensen… Large wilde mij geen boks geven, want hij vond mijn beslissende remise niet goed genoeg of zo… En dat terwijl ik vond dat ik wel aardig had gespeeld. Toch wel een zeventje. Dat overkomt me de laatste tijd ook niet vaak, moet ik zeggen.

De WSC’ers hadden zich eveneens geclusterd. Zou het niet beter zijn als we met elkaar gezellig konden ouwehoeren over gemiste stukoffers of zo?

Le en La gingen de trein van half vier halen en wij gingen de fiets van half vier halen. Daarna was het tijd om Sinterklaasavond te vieren met KC.

Uitslagen

BSG [2218] – WSc [2074] 2½-1½
1. La Ootes [2417] – M Pietersma [2213] 1-0
2. E de Groote [2250] – T van Dijk [2206] 1-0
3. Le Ootes [2084] – M van Woerden [2000] 0-1
4. J de Groote [2120] – T Bieger [1877] ½-½

27 november 2009

Nog meer schaken

Klagen

Nederlanders klagen veel, want ze zijn gelukkig. Dat was ongeveer de strekking van een artikel van zo’n krantje dat ik in de trein las. Volgens het artikel was klagen juist goed. Daarom zal ik jullie nu eens laten zien hoe gelukkig ik ben.

Culturele Dorp-toernooi

Allereerst natuurlijk het Culturele Dorp-toernooi. Dit was vroeger altijd een plaatsingstoernooi voor de C-groep van het Corustoernooi, dat in Januari weer gehouden zal worden, maar nu niet meer. Op papier was het nog steeds een sterkbezet toernooi, waarin normen gescoord konden worden. Leuk, zou je zeggen. Dat wordt vast een mieters toernooi. Het recept was als volgt: zet een aantal sterke jeugdspelers bij een paar meesters die hun beste tijd gehad hebben. Kunnen die jeugdspelers (dat begrip mag ruim opgevat worden) een norm scoren, dus dat maakt zo’n toernooi dan helemaal geslaagd.

Veelzeggend was dan ook dat de "jonkies" vrijwel allemaal bovenin eindigden. Twan Burg won en behaalde een IM-norm, net als Rick Lahaye, die derde werd. Tweede werd Pete Peelen, die een erg goed toernooi speelde. Erg degelijk. Ook Sured Plukkel en Large eindigden nog in de bovenste helft, hoewel dat voor Large een tegenvaller moet zijn geweest. Probeerde een norm te scoren, won van degenen waartegen hij remise zou moeten spelen, maar won niet van degenen waar hij wel van zou moeten winnen.

Desondanks bleef hij de oude meesters voor. Sebastian Siebrecht, de enige GM in dit gezelschap, bleef steken op een magere 50 procent, net zoveel als een Amerikaans kotertje. Wat Afek aan het doen was, weet ik niet. Ik zou hem de vraag willen stellen: "Bent u echt zo slecht, of doet u maar alsof?" Volgens mij kan 'ie best wel schaken, maar het lijkt wel of -ie soms gewoon wil verliezen. Met zijn 3 uit 9 deed hij het echter nog prima vergeleken de laatste IM: Julius Armas.

Het was voor het eerst dat ik de behirder van de "schaakcamping" in actie zag en het was werkelijk waar schandalig om te zien. Hebben sommige IM's hun titel bij een pakje boter gekregen? In de slotronde verloor hij ook nog van de enige WIM in het gezelschap, waardoor hij uiteindelijk laatste werd.

Normen

Deze slechte tegenstand kwam Twan B. en Rick L. goed uit. Ze moesten namelijk zes punten scoren voor een norm. De deelname van Sured Plukkel (2259) en Arlette van Weersel (2193) was daar ongetwijfeld debet aan. Voor Twan was het niet zo’n probleem, hij won bijna alles, Rick had in de slotronde aan een korte remise precies genoeg voor zijn eerste IM-norm. Voor Twan was het inmiddels zijn laatste, waardoor hij binnenkort IM is. Nadat hij zijn norm had binnengehaald, was zijn spel echter een stuk minder. Large bezorgde hem in de laatste ronde dan ook een gevoelige nederlaag, als goedmakertje voor Wenen.

Fragmenten

Tijd om maar eens naar een aantal fragmenten te gaan kijken. Laten we beginnen met de opmerkelijkste gebeurtenis:

Plukkel – Armas. De vele nederlagen hadden hun weerslag gehad op het spel van de zwartspeler. Angstig greep J. Armas naar de Philidor-verdediging, maar die speelde hij helemaal niet goed: 1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.Lc4 Le7 4.d4 Pd7? Een bekende fout. 5.dxe5 dxe5? 6.Dd5… Dreigt mat en zwart kan daar weinig tegen doen. Armas kwam met een lapmiddel: 6… Ph6 7.Lxh6 0-0 en rekte de ongelijke strijd tot zet 25. Een gênante afgang.

Afek – Burg. Twan had op dit moment de norm voor het grijpen. Daartoe moest hij wel van Afek winnen. In deze stelling is weinig aan de hand. 19.Lxd2 met remiseaanbod zou niemand hebben verbaasd. Afek meende iets leuks te zien: 19.exf6? Of hij heeft zwarts volgende zet gemist, of hij heeft het heel slecht doorgerekend, of hij wilde Twan per se aan een norm helpen. Ik vat het echt niet. Na 19…Txe2 20.fxe7? Txb2 had zwart een kwaliteit meer, terwijl wits e-pion eenvoudig kon worden ingerekend. Hierdoor stelde Afek zijn deelname voor volgend jaar veilig…

Ootes – Siebrecht. Na de KNSB-competitie mocht Large meteen tegen de "sterkste" aantreden. Beide partijen hadden aanval, na een stukoffer van Large had alleen hij aanval. Zwart moest verdedigend spelen en dat deed 'ie niet. Na 25…Pa5? sloeg wit toe met 26.Le2! En toen werd zwart stil. Het ingrijpen van de loper blijkt beslissend. Er volgde nog 26…Pxb3 27.Dg5! Een stille zet die beslissend is. Wit kon ook grof materiaal cashen met 27.Th8+ Kf7 28.Lh5+ Ke7 29.Dxg7+, maar nu ontsnapt de koning niet eens meer. Een lekker puntje!

Ootes – Burg. In de laatste ronde was het weer raak. Large kon vrijuit spelen, want hij kon toch geen norm meer scoren. Ook nu ging Larges aanval als een mes door de boter: 25…Lf8 26.Lxc6 bxc6 27.Dh4 h6 28.Lxh6 gxf6 29.Lxf8+ Kg8 30.Dh6 Dd8 31.Dg7#. Typisch Twan. 😉

Van Weersel – Armas. Nadat de Franse IM de hele partij kilometers achter de feiten had aangelopen, had wit nog genoeg moeite om de trekker over te halen. Maar na 73.Th1 was het toch echt gedaan met zwart. Voor Armas reden om met de staart tussen de benen richting Bordeaux te rijden. Jammer, want het was misschien best een goede speler voor BSG 2.

Verslaggeving

Tja, de verslaggeving van het toernooi was echt slecht. Ik was benieuwd of de verslaggever nog iets zinnigs kon vertellen over de partij ("Ja, maar als wit toen dat-en-dat deed, dan was het heel anders gelopen", of zo), maar niets daarvan. Sterker nog: de verslagen werden met de dag slechter.

"Zoals gisteren al min of meer aangekondigd trad vandaag een tweede held voor het voetlicht. Met een vlotte remise tegen Sjoerd Plukkel (eens een Plukkel altijd een heer?) behaalde Rick Lahaye het laatst benodigde halfje voor zijn eerste meesternorm.  Klassetoernooi van Rick hoor."

"Verder speelden vandaag "David tegen Goliath" oftewel Afek tegen Naroditsky. Lichtelijk gepikeerd kwam Goliath uit de speelzaal. Puntje voor David dus, maar dat had een of andere mythe al eens voorspelt… [sic!] Too little too late zoals de moeder van Naroditsky snedig opmerkte. Maar toch een aardig Thanksgiving cadeautje [sic!] voor onze kleine strijder."

"Ook de twee langsten onder het gezelschap, Siebrecht en Peelen, mochten vandaag de degens kruisen. De kortste van de langen had nu toch mooi het overwicht. Knap hoor van Peelen."

In de achtste ronde was het niet veel beter:

"Wat stond er nog meer op het menu vandaag? Afek wint van Armas. Julius speelt hier echt geen gelukkig toernooi, doodjammer hoor. Maar als het aan mij ligt wordt hij volgend jaar weer uitgenodigd. En dan hadden we nog de partij Peelen vs Ootes. Een mooie overwinning voor Piet hoor, die hiermee plots naar de gedeelde tweede plek is geklauterd. De jonge Lars lijkt mij niet helemaal in goeden doen. Nog steeds op 50%, maar ik had er meer van verwacht."

En dan nog eens het lange wachten op dit soort nietszeggende rommel…

21 november 2009

BSG is van slag

"Te klein voor een tafellaken en te groot voor een servet", dat was de conclusie voor BSG 1 van de afgelopen twee jaren. In de eerste klasse werd alles gewonnen, in de meesterklasse werd alles verloren. Na de degradatie werd BSG geacht weer veel te gaan winnen, maar na de ruime zege op Utrecht 2, ging het tegen Purmerend veel moeilijker. Tegen Unitas verliep de wedstrijd helemaal desastreus.

Toen het competitieprogramma bekend werd, zagen we de thuiswedstrijd tegen Unitas als een opluchting. Stel je voor dat je naar Groningen moet… In alle rust leefden we naar de wedstrijd toe, die in ons vertrouwde Denksportcentrum werd gehouden. De tegenstander was een oude bekende: Unitas. In ons kampioensjaar wonnen we daar met veel moeite en nog meer mazzel nog van, dus we waren gewaarschuwd. Opmerkelijk was dat de staartborden destijds de "rommel" van de hoogste borden moesten opruimen, dat zou dit jaar heel anders gaan…

BSG speelde met een invaller: derdeteamspeler Bert Kieboom werd opgetrommeld om voor Ptr in te vallen. De opstelling was daardoor licht veranderd ten opzichte van de eerste twee wedstrijden: Ton speelde aan bord 2 en Leon aan 5 (!). Daar trof hij opmerkelijk genoeg de enigszins opgeofferde Nick Bijlsma. Tegen Purmerend had hij de grootste moeite met Nicky Law, dus dat beloofde een heet middagje voor onze kindermoordenaar.

Over het weer gesproken: het was vandaag prachtig weer. Eigenlijk te mooi om binnen te zitten. Maar ja, je kunt het publiek natuurlijk niet teleurstellen. Het publiek was het afgelopen jaar toch al niet verwend, met louter grote nederlagen in de meesterklasse. BSG had iets goed te maken, maar eigenlijk zat het er de hele middag niet in.

Soms heb je van die middagen dat je al snel ziet dat de tegenstanders er over het algemeen beter voorstaan. Op een aantal borden begonnen toch wel substantiële minnen te ontstaan. Opmerkelijk genoeg toverde de immer degelijke Lennard de eerste nul op het scorebord. Nou ja, scorebord… Sinds de wedstrijd tegen LSG is het scorebord niet meer gebruikt… Zijn broertje bracht even later het eerste halfje binnen, waarna hij zich weer kon richten op het Culturele Dorp-toernooi. Voor hem was de KNSB-competitie immers maar een hinderlijke onderbreking…

De stand wordt gelijkgetrokken door FM Henk. Hij won van Laszlo Cako, die twee jaar geleden de klassetopscorer was. Hij had dat jaar wel bijna alleen maar wit, wat het natuurlijk wel iets makkelijker maakt om hoog te scoren. Ex-klassetopscorer of niet, FM Henk had daar geen boodschap aan en eigenlijk won hij vrij gemakkelijk met de zwarte stukken (!).

Staart eraf

Vervolgens kwam er een lastige fase. Wat zouden de stellingen opleveren? Het wachten was op plotselinge wendingen, zoals anderhalf jaar geleden. Ditmaal gebeurde zoiets bij Ewood. Hij speelde tegen Erik-Jan Hummel en stond goed, maar in de tijdnoodfase ging hij passief spelen. Vervolgens miste hij nog een doorbraakmotief en verloor hij het eindspel. Misschien een beetje een goedmakertje voor mijn onterechte zege in Eindhoven op EJH

Zelf had ik na een Schotse opening een vrij gelijkwaardige stelling bereikt. Ik had echter niet m’n gelukkigste hand in de partij en dat resulteerde in een aantal mindere zetten. Uiteindelijk won wit een pion en bleek mijn restje activiteit frustrerend weinig op te leveren… De tijdcontrole werd door mijn tegenstander gehaald en daarna kon ik weinig meer doen. Vervelend!

De stand was inmiddels 2-4 door een remise van Ton. Hij speelde een wilde partij, waarin het evenwicht gek genoeg niet verbroken werd. Niet slecht tegen Unitas’ sterkste (en ook meest afgevallen) man.

Ondertussen stond nog een aantal borden op instorten. Coen, die vermoedde dat een van de spelers symptomen van de Mexicaanse griep vertoonde, had zelf de hele partij een ongezonde stelling voor zijn neus. Helaas werkt een Mexicaansegriepprik daar niet tegen. Taai als een schoenzool ploeterde Coen door, eerst in een verloren toreneindspel en later in een verloren dame-eindspel, maar een nul was desondanks zijn deel.

Ook Bert Kieboom kon het niet houden. Hij bood nog remise aan, maar zijn tegenstander, ook een invaller (!), mocht het niet aannemen en won vervolgens met het loperpaar. De partij werd overigens uitgespeeld totdat Bert zijn paard kwijtraakte door een dameschaakje.

Leon Pliester had gelukkig nog wel gewonnen, maar met een stand van 3-6 viel er geen eer meer te behalen voor Der Aleksander. Hij had een eindspel met twee pluspionnen laten verzanden in een eindspel met een pluspion dat inmiddels dik remise was. Met subtiele lopermanoeuvres probeerde de grootmeester nog van alles om zijn tegenstander pootje te lichten, maar wat hij met al die zetten nou bereikte… Met nog zo’n twintig seconden op de klok besloot hij maar op remise af te koersen. Een wonder zoals bij Lennard de vorige keer zat er niet in…

De einduitslag was dus 3½-6½, een best wel forse nederlaag. We bleven achter met de vraag: waren zij nou zo goed…? Waar is het BSG dat de eersteklasseploegjes in het verleden zo ongenadig van het bord hakte? Zijn wij die aura van onoverwinnelijkheid kwijt? Zijn wij het AZ van de eerste klasse?

Overigens deelde een niet nader te noemen invaller me mee dat het leuk zou zijn als BSG in het seizoen 2010-2011 promoveert, in het jubileumjaar. Als we zo door blijven spelen kan dat misschien nog wel gaan lukken. Als kampioen van de tweede klasse… 😦

Overigens is het erg spannend in onze klasse. Iedereen kan van iedereen winnen, we spelen in de Jupiler-league van het schaken. Purmerend (!) gaat ondertussen aan de leiding, met 5 matchpunten. Suikertaart verloor de koppositie door een nederlaag tegen AAS, terwijl Caïssa, de ratingfavoriet, zijn tweede competitienederlaag leed en wel tegen Philidor. En daar moeten wij over drie weken weer tegen spelen… Ik ga voor een gelijkspelletje. 0-0, 1-1, of desnoods 7-7. Tot die tijd: straftraining!

18 november 2009

BSG is Wageningen online de baas

Gemotiveerd BSG wint met 13-3

Een nieuw fenomeen dit jaar zijn de door de KNSB georganiseerde Playchess-toernooien. In het begin van het jaar hadden we al het NK Internetschaak, in deze maand begon de Internetclubcompetitie. BSG kon een op papier sterk team opstellen. Met Large, VR en Ewood hadden we toch al heel wat KNSB-rating in huis. Ach ja, voor dit vluggerwerk is internetrating wel belangrijker. Op internet is VR een echte uitblinker. Je moet hem af en toe wel oppeppen, maar daar krijg je ook wat voor terug. Met Behirder erbij hadden we toch mooi een gemiddelde blitzrating van iets van 2400 punten. Niet supergoed, maar toch zeker niet verkeerd.

Toch was ik bang dat bijvoorbeeld HSG mee zou doen met Smeets, L’Ami, Stellwagen en King Look. Of nog erger, Bobbin. HSG – BSG, dat zou pas erg worden. De landskampioen kwam echter niet met een team voor de dag, wat betekende dat BSG in de opstellingen de alleenheerser was. Pas onlangs kwam de melding dat er een geschikte tegenstander was gevonden: Wageningen.

Tja, twee jaar geleden speelden we in de KNSB-competitie tegen Wageningen en dat leverde ons een zwaarbevochten zege op. Het zou dus niet meevallen om van dit team te winnen. Een datum werd gevonden: gisteravond om 21:00 uur zouden de viertallen de degens kruisen. Ik had daar maar mee ingestemd, maar echt blij was ik er niet mee: ik moest nog veel doen voor school en dan komt dit er nog tussendoor…

Toernooi

Het was inmiddels tegen negenen en ik kwam bij mijn clubgenoten. Grappig was de geografische spreiding: Le en La verkozen het westen des lands, terwijl Ewood en VR in het oosten vertoefden. Maar op Playchess maakt dat natuurlijk niet uit. Daar is iedereen maar een muisklik van elkaar verwijderd. Large kwam net van het Culturele Dorp-toernooi, waar hij zijn eerste puntje had gepakt. Met zijn vorm was dus weinig mis. Meer problemen verwachtte hij echter van zijn verbinding.

Ondertussen waren de organisatorische voorbereidingen bijna afgelopen en werd het tijd voor de eerste ronde. In de eerste ronde zouden alle BSG’ers zwart krijgen. De witspelers moesten ons dan uitdagen. Hadden ze beter niet kunnen doen…

Ronde 1

Wageningen – BSG
1. S van Eijk – Large
2. D van Eekhout – VR
3. F Jonker – Ewood
4. H Hofstra – Jip

Nadat ik mijn formule had aangepast, kon ook mijn partij beginnen. Ik speelde tegen Libra29, die wat slap begon, maar al gauw een dijk van een stelling kreeg. Hij miste echter een aantal simpele winsten en daarna kwam ik weer een beetje in de partij. Van een pion minder ging ik ineens naar een pion meer en na een lang eindspel maakte een mouseslip (?) van hem een einde aan de partij.

De stand was ondertussen al 0-4, BSG had al meteen hevig toegeslagen.

Ronde 2

BSG – Wageningen
1. Large – D van Eekhout
2. VR – F Jonker
3. Ewood – H Hofstra
4. Jip – S van Eijk

De tweede ronde begon en jawel, ik had wit tegen HappyEnding, ofwel Sander van Eijk. Tja, tegen sommige mensen speel ik op de een of andere manier altijd met wit… Na mijn wat ongelukkige nederlaag in Eindhoven, kreeg ik opnieuw dezelfde opening op het bord. Ik week af en ruilde dames, waarna ik niet super stond. Ik verloor zelfs een pion, maar door die handig te offeren, kreeg ik nog wat spel. Uiteindelijk kreeg ik zelfs de pion terug en won ik het eindspel. Bizar.

Het team bleef het goed doen. Alleen VR verloor. Hij gaf zijn dame weg, waardoor de “score” slechts 3-1 in “Bussums” voordeel was. Ditmaal wierp Large zich op om de ietwat ongelukkige VR te troosten.

Ronde 3

Wageningen – BSG
1. S van Eijk – Ewood
2. D van Eekhout – Jip
3. F Jonker – Large
4. H Hofstra – VR

Met één bordpunt hadden we al een gelijkspel in handen, zo goed waren de eerste ronden gegaan. Zelf stond ik weer de hele tijd moeilijk tegen Fluitketel en wist ik met kunst- en vliegwerk remise te houden. De rest van het team won, waardoor BSG met 10½-1½ aan de leiding ging. Teamleider Lennard riep zijn “bitches” op om er voor de laatste ronde nog één keer vol voor te gaan.

Ronde 4

BSG – Wageningen
1. Large – H Hofstra
2. VR – S van Eijk
3. Ewood – D van Eekhout
4. Jip – F Jonker

Een opmerkelijke ronde: BSG kwam zelfs op achterstand. Large verloor ergens een stuk en VR kwam niet verder dan remise. Ewood won gelukkig nog, waardoor hij op 4 uit 4 kwam. Knap! Zelf kwam ik op 3½ uit 4 door een soort Scandinaviër te kraken van Visje. Daarna speelde ik het niet super, wat de winst ernstig in gevaar bracht. Gelukkig voor mij speelde hij niet op z’n taaist en ging ik er alsnog vrij eenvoudig met de winst vandoor. Hierdoor won BSG met 13-3, wat wel geflatteerd was, gezien mijn partijen. Desondanks was het een ongelooflijk resultaat tegen een team waarvan we veronderstelden dat ze gewaagd waren aan ons.

Ondanks de 13-3-zege gaat BSG niet aan de leiding: De Peun uit Roosendaal won met 14-2 van de Osse Schaakvereniging. Doordat ik alleen de eerste ronde voor rating speelde, schoot ik ratingtechnisch weinig op met dit toernooi. Toch blijft een vraag hangen: waren wij nou zo goed…?

Scores
1. Ewood 4
2. Jip
3. Large 3
4. VR

5. F Jonker 1
6. H Hofstra 1
7. S van Eijk ½
8. D van Eekhout ½

Slot

Na de bedankjes aan de organisatie en de tegenstanders, werd er onderling nog wat gediscussieerd. Het was een dolle boel in het chatvenster. Verder wil ik teamleider Lennard bedanken en Pinda, de enthousiaste toeschouwer. Ook fijn was dat er nog kiebitzers waren. De sfeer was goed en dat zal ongetwijfeld hebben meegeholpen. Jammer genoeg had ons snelschaaktalent VR nog de meeste verliespunten, maar dat zegt wel wat over deze match.

En dat terwijl ik na het NK Internet niet meer zo overtuigd was van mijn internetschaakkwaliteiten. Gelukkig kon ik alle frustratie van te veel huiswerk van me af spelen. Het resultaat gaf me wel effe een “boost”. Het kon me niet meer echt schelen hoe “wijsgerige vorming” zou gaan…

15 november 2009

Terug in de tijd in Eindhoven

Jeugd

Drie jaar geleden sloot ik mijn periode als jeugdspeler af. Tot die tijd had ik redelijk wat jeugdtoernooien gespeeld. Dat begon denk ik met het jeugdteam van BSG (haast niet voor te stellen, hè?), toen ik pas net een aantal jaartjes schaakte. Later kwamen daar echte toernooien bij, zoals "Hengelo", het Open NK Jeugd. Dat was overigens pas in 2001, zelfs nog een jaar na mijn deelname aan het "echte" NK Jeugd. Aan de "plaatsingstoernooien" voor het NK deed ik vanaf 1999 mee, toen ik nog een bruggertje was. Hoewel ik het schaken altijd erg spannend vond, was het wel een mooie tijd. Toernooien als "Hoevelaken", "Hengelo" en de schoolschaakkampioenschappen; ze brengen mooie herinneringen bij me naar boven.

Maar langzaamaan begon ik me te realiseren dat het einde in zicht was. Zo mocht ik in 2005 voor de laatste keer meedoen aan de Jeugdclubcompetitie. En in 2006 zou ik steeds m’n laatste toernooi spelen. Mijn laatste PJK, mijn laatste keer Hengelo, mijn laatste keer Eindhoven en mijn laatste keer Hutton. Ik was heel verdrietig toen ik in februari in de barrage de plaatsing voor het NK Jeugd misliep. Ik zou nooit meer aan het NK Jeugd kunnen meedoen! 2006 gaf me dan ook niet de afsluiting die me voor ogen stond, want ook "Hengelo" verliep vrij dramatisch. Tegen het einde van het jaar speelde ik in Rotterdam mijn laatste toernooi als jeugdspeler: het Huttontoernooi.

Het Huttontoernooi is een toernooi waar jeugdspelers van verschillende bonden tegen elkaar spelen. In 2006 was de opzet nog gewoon twee partijen met een uur bedenktijd per persoon. Inmiddels is het weer anders, maar het uiteindelijke doel was hetzelfde: de bond met de meeste punten won. Het was destijds een tof toernooi. We waren met een grote groep op reis, ik had een grote zak snoep mee en ik speelde twee leuke partijen. Het was gewoon een leuke dag. Een beter afscheid kon ik me eigenlijk niet wensen.

In de jaren daarna stond ik steeds naast de zijlijn de verrichtingen van mijn clubgenoten te volgen. Dat was overigens al heel snel na het Huttontoernooi: ik was een keer teamleider en een keer observer bij de Jeugdclubcompetitie.

Ook het PJK van 2007 heb ik op de voet gevolgd, net zoals het zoveelste NK Jeugd van Ewood. Toekijken is heerlijk rustgevend, maar soms kriebelt het om zelf weer eens mee te doen. Helaas mocht ik mijn kunstjes "slechts" vertonen in toernooien zonder leeftijdsdiscriminatie, zoals het Pinkstertoernooi, of Pardubice. En dan kom je erachter hoe groot de impact was van die jeugdtoernooien.

Na deze inleiding zou natuurlijk ook een enorm artikel moeten komen, maar in dit geval is de inleiding een opzichzelfstaand artikel. Daarom nu deel twee:

Tijdens het NK "rapit" in 2007 werd ik op de hoogte werd gebracht van een extra leeftijdscategorie bij dit toernooi. Hoewel ik inmiddels oud en versleten was, deed dit nieuws me weer een jaartje jonger voelen. Misschien zou ik toch nog een jeugdtoernooi spelen!

De tand des tijds kwam echter in het spel en ik was het toernooi allang weer vergeten, toen Ptr tijdens het SGS-snelschaakkampioenschap voor teams over Eindhoven had. Die avond keek ik nog op internet en warempel, ik kon nog meedoen! Sociaal als altijd vroeg ik of Ewood nog mee wilde doen, net zoals wat andere mensen. Uiteindelijk wilde Sizzel meedoen. Hij was net niet te oud voor de nieuwe groep: <25.

Druk

Alles was geregeld, maar ik zag dat het druk ging worden. Gisteren was namelijk een vriend van Econometrie jarig en hij vierde zijn verjaardag op vrijdag de dertiende. Ik dus ’s avonds naar Osdorp en weer terug. Ik had nog net de laatste trein gehaald en om een uur of kwart over een was ik thuis. En dat terwijl ik al om half twaalf was vertrokken. 😛 Het resultaat: ik kon maximaal vijf uur slapen voordat de wekker ging.

Na dit korte nachtje gingen we via Amersfoort naar Eindhoven. In Amersfoort kwamen we Sizzel zoals gepland tegen. Dat ging dus goed, maar het B-team is dan ook goed georganiseerd. Om tien uur waren we in Eindhoven, waar de plaatselijke Universiteit eenvoudig werd gevonden. In OV-chipkaartroze borden werden we onthaald en bij het inschrijven kregen we ook een tas in die nichterige kleur mee. Daarna was het tijd voor het inschaken, waarin ik mijn kruit al aardig verschoot door Ewood een paar keer te verslaan, hoewel hij mij ook een aantal keren ownde.

Voor het toernooi had ik niet echt hoge verwachtingen, ik voelde me immers nogal moe. Toch vond ik dat ik in de eerste ronde nog wel aardig speelde. Tegen Sander van Eijk sliep ik daarentegen. Ik kwam al niet lekker uit de opening en ik miste daarna veel van zijn zetten. Desondanks kon ik in tijdnood nog wat terugdoen, waarna ik er zowaar een remisestelling uit had gepeurd. Helaas werd ik toen gevlagd.

Vervolgens raakte ik in een complexe stelling tegen Birgitta van Weersel een stuk kwijt. Een wanhoopsoffensief leverde me echter alsnog het punt op. Vervolgens verloor ik weer een moeilijke Siciliaanse partij van Sebastiaan Smits, ondanks dat ik een pion meer had. Halverwege het toernooi had ik mijn eenvoudigste partij tegen Arjan Dijksta. Hij besloot creatief een stuk te offeren in een (naar mijn weten) theoretisch bekende stelling. Dat was niet goed en nadat 'ie nog een stuk weggaf won ik eenvoudig. Tegen Joep Nabuurs kwam ik uiteindelijk goed te staan na 1.e4 a6. Ik besloot maar een stuk te offeren voor drie pionnen. Mat ging het niet, maar in het eindspel werden de pionnen sterk. Met 18 tegen 13 seconden in een gewonnen stelling nam ik echter een remiseaanbod van hem aan. Het was binnen die tijd misschien toch niet te winnen, maar het was toch een wat karige beloning voor de partij.

Vervolgens maakte ik nog remise tegen Joey Grochal. In de Keres-verdediging kon ik op h3 offeren, waarna ik na wat omwegen eeuwig schaak moest houden. Helaas is deze variant inmiddels weerlegd, heb ik begrepen. 😦 Misschien wel een gewonnen halfje… In de achtste ronde won ik nog een halfje (of meer), toen ik van Erik-Jan Hummel won. Ik stond heel erg verkreukeld in het Frans, toen hij ineens stukken ging ruilen. In het dame-toreneindspel had mijn koning weinig bescherming, wat dan ook resulteerde ik een klopjacht. Daarbij kon ik enkele houtjes oppeuzelen en uiteindelijk won ik het eindspel. 😛 Als beloning speelde ik de laatste ronde op een livebord tegen de ongenaakbare MadU Tan. Ik kreeg, zoals de oplettende lezer wel zal hebben gezien, Frans met 3…h6 tegen me. Mijn aanpak was niet al te best, waarna ik slecht stond. Desondanks kon ik het op het einde nog wel remise houden. 56.Ta6+ was noodzakelijk en misschien was de stelling na 58.Kf2 nog te houden. Maar ja, het valt ook niet mee om met nog een minuut bedenktijd goed te schaken.

Al met al had ik nog een best behoorlijk toernooi gedraaid en werd ik negende met de op-zeven-na-hoogste TPR. Sizzel was het hele toernooi veroordeeld tot het leveren van een achterhoedegevecht. Hij verklooide keer op keer goede stellingen. Grappig genoeg won hij een eindspel met twee torens tegen twee torens, een loper en wat pionnen van Jokim van den Bos. In tijdnood is Sizzel ineens wel snel, zoals de ongelukkige zwartspeler ondervond. Met 3 uit 8 en een bye deed Sizzel het naar omstandigheden nog best goed.

In de 1989-1990-discriminatie draaide Ewood het hele toernooi bovenin mee, maar hij verloor steeds op de liveborden. Uiteindelijk moest hij genoegen nemen met 5½ uit 9, waarmee hij desondanks nog 10 euri won.

Pascal

Direct na mijn partij kreeg ik te horen dat we bij Pascal zouden eten. Hij wilde de prijsuitreiking nog bijwonen, want een aantal van zijn pupillen had een prijs gewonnen, net als Ewood dus. We stapten in Pascals vierkante auto, waarna we naar Soest reden. Daar gingen we met de kat spelen, bughousen en natuurlijk nog eten bestellen. Met de laatste trein konden we nog naar Bussum rijden. Het was me het dagje wel.

Scores
Jip 5
Sizzel 4
Ewood