31 januari 2010

Time flies

Corus

Het is inmiddels de laatste dag van januari, wat betekent dat een twaalfde van 2010 alweer voorbij is. De tijd gaat snel. Twee weken geleden begon het Corustoernooi. In de grootmeestergroepen streden 42 deelnemers in dertien partijen om de groepswinst. Twee weken lang hebben ze iedere dag alles op alles moeten zetten, afgezien van de drie rustdagen. De hele wereld kon meegenieten van elke zet die werd gespeeld. Elke fout werd genadeloos blootgelegd. En dat allemaal voor een paar elopunten. Wat een topsport!

Het Corustoernooi is dus alweer afgelopen. Schreef ik vrijdag nog dat Kramnik de beste papieren had, voor het ingaan van de laatste ronde had Carlsen weer de beste papieren. Nadat hij het onderlinge duel had verloren, maakte hij dat weer goed door in de ronden daarna te winnen, terwijl Kramnik niet verder kwam dan twee remises. Shear-off won na zijn valse* start (5 uit 5) geen partij meer, waardoor hij, eenmaal gepasseerd, niet meer langszij wist te komen. De klapper van het toernooi kwam in de twaalfde ronde, toen Anand Kramnik hardhandig van het bord zette in het Russisch, het beruchte remisewapen van Kramnik. Uit het dagverslag van de ronde daarvoor was op te maken dat Kramnik zijn misfortuin al had zien aankomen. Carlsen had zodoende een halfje voorsprong op zowel Kramnik als Shear-off, terwijl Anand nog een theoretische kans had op de toernooizege. Hij moest daartoe winnen van King Look, maar ondanks een veelbelovende stelling lukte dat niet. Kramnik maakte snel remise, terwijl Shear-off tegen de snelschaakwereldkampioen Dominguez een moeilijke aanvalsstelling in gierende tijdnood ontzettend goed speelde. Maar uiteindelijk ging de stelling toch op dat tijdnood alleen verliezers kent. In een gewonnen stelling zag hij de winst niet en besloot hij maar gauw remise aan te nemen.

Daarmee was alleen Carlsen nog over. Hij was natuurlijk blij dat zijn concurrenten niet wonnen, want hij had zich tegen Caruana flink in de nesten gewerkt. Zijn stelling was positioneel helemaal gekraakt, maar enigszins geholpen door de tijdnood van de tegenstander wist hij een slecht eindspel te bereiken. Dit wist hij door nauwkeurig te spelen nog te houden, waardoor hij het toernooi ongedeeld won!

2007

En dat was juist het opmerkelijke. In 2007 werd hij in dezelfde groep laatste met evenveel punten als hij nu had aan verliespunten. Destijds scoorde hij negen remises en vier nederlagen, dit jaar won hij vijf keer, speelde zeven keer remise en verloor één keer. Destijds had hij een rating van 2690, 120 punten minder dan nu. In 2007 werd het toernooi overigens gewonnen door Topalov, Ironian en Radjabov, drie spelers die er dit jaar niet bij zijn. Ook zij scoorden 8½ punt. Overigens was Shear-off dat jaar de andere nummer laatst. Toen begon hij met ½ uit 6.

En wie had er in 2007 gehoord van Giri? Hij won de B-groep met maar liefst 9 uit 13, hoewel dat slechts een halfje meer was dan de nummer twee, Naiditsch, die in de slotronde Erwin L’Ami versloeg. Die speelde overigens een goed toernooi, waarin hij de hele tijd bovenin te vinden was.

De C-groep werd gewonnen door Ciao, wat meneer Elo wel voorspeld zou hebben. Hij scoorde maar liefst TIEN punten bij elkaar. De Nederlanders deden het in deze groep ook erg goed. Bobbin Oscar scoorde acht punten en legde beslag op de gedeeld derde plaats. Bobbin Swinkels haalde een halfje minder en daar was de onderlinge partij (mede) debet aan. Benjamin Bok en Stefan Kuipers behaalden een IM-norm, de Benjamin met 7 punten, De Kuip had er eentje minder. "Omaatje" Peng deed het lange tijd goed, met 5 uit 9. In de laatste ronden deed de leeftijd zich voelen en scoorde ze geen punten meer. Dat was fijn voor Sjoerd Knuppel, die haar in de twaalfde ronde versloeg in een partij die het daglicht niet kan verdragen. Door een remise in de laatste ronde werd hij zowaar gedeeld laatste met drie punten.

2007 was overigens ook het jaar dat ik zelf de strijd mocht aanbinden tegen enkele deelnemers die nu meespeelden in de C-groep. Zo speelde ik tijdens het Persoonlijk Kampioenschap tegen Bobbin Oscar, die toen nog een 2100-speler was, zoiets als ik nu. En ik was toen nog een 1900-speler. Tijdens het Pinkstertoernooi speelde ik toen tegen "die pukkel". Mijn slechtste partij ooit. Overigens deed Stefan Kuipers toen ook mee aan dat toernooi. Hij verloor toen in de eerste ronde van Jesper Nederlof, ook weer iemand waarvan ik later weinig meer heb vernomen. Het leven is als een weg. Je komt steeds dingen tegen en uiteindelijk raak je het contact daarmee weer kwijt. Ik weet alleen nog niet of de weg recht is, of dat 'ie zich in vele bochten wringt. Je kunt elkaar immers toch weer een keer tegenkomen.

Eindstanden

Tot slot een overzichtje van de winnaars, rodelantaarndrager en de klasseringen van de Nederlanders, of in ieder geval degenen die enigszins Nederlander zijn:

A-groep

1. Carlsen 8½


11. L van Wely 5
13. S Tiviakov 4½
J Smeets

B-groep

1. A Giri 9


4. E L’Ami 7½


12. D Reinderman 5

14. V Akobian 4½


C-groep

1. L Chao 10


3. R van Kampen 8

5. R Swinkels 7½

7. B Bok 7
8. S Kuipers 6


12. Z Peng 5
13. S Plukkel 3
S Swaminathan

Overigens promoveert de beste Nederlander van de groep naar de volgende groep, dus volgend jaar zullen we Giri in de A tegenkomen en Bobbin Oscar in de B! En voor de Nederlanders in de A-groep: maar goed dat er niet een nog hogere groep is…

* Ik snap niet waarom een slechte start een "valse start" wordt genoemd; als je een valse start maakt ben je juist eerder weg dan de rest.

29 januari 2010

Kramnik aan kop

Corus

In de negende ronde werd het duidelijk dat Kramnik Shirovs achtervolger zou worden. Hij rekende af met zijn Carlsen-syndroom en versloeg de jongeling hardhandig. Omdat Shear-off gauw remise had gemaakt met Ivantsjoek, gingen ze allebei aan kop met 6½ uit 9. Vervolgens mocht Kramnik tegen Ivantsjoek, maar hij kreeg hem niet op de knieën. Shear-off leek op dat moment te winnen van Anand. De Indiër speelt niet echt als een wereldkampioen, maar de laatste partijen kwam hij steeds net tekort voor de overwinning, zoals tegen Tiviakov. Terwijl het publiek vol spanning toekeek, deed Shear-off het op de 39e zet verkeerd en verloor uiteindelijk zelfs, terwijl hij mooi had kunnen winnen. Zuur! Vandaag mag hij proberen zijn achterstand ongedaan te maken in een rechtstreeks duel met Kramnik.

De Nederlanders beginnen weer wat terug te krabbelen. Ze pakten allemaal een overwinning: Smeets won van Caruana, King Look won van Leko (!) en Tiviakov won van Smeets (!). Ook opmerkelijk, want de onderlinge score was in het voordeel voor Smeets. Het betekende wel dat Smeets op de laatste plaats blijft staan, met een punt achterstand op King Look en Nigel Short.

B-groep

In de B-groep heeft Anus slechte zaken gedaan door van "muziekstuk" te verliezen. Ineens zitten zijn achtervolgers hem weer op de hielen. So, Ni en L’Ami hebben maar een halfje minder. Vandaag zal Giri op bezoek gaan bij So, waardoor de concurrentie langszij kan komen. Vooral L’Ami speelt een merkwaardig toernooi. Hij speelt bijzonder veerkrachtig. Tegen Howell leek hij minder te staan in een eindspel, maar won hij nog; tegen Nisipeanu leek hij van het bord gecombineerd te worden, maar blijkbaar was die dusdanig van L’Ami’s verdedigende kwaliteiten bewust, dat hij maar eeuwig schaak besloot te geven.

Ondertussen is Reinderman van de laatste plek afgekomen door een paar lelijke zeges.

C-groep

In de C-groep is Ciao zijn rating aan het waarmaken. Vooral met zwart is hij erg sterk. Robson is daarentegen teruggevallen. In het onderlinge duel met Ciao liet hij zich plotseling matzetten, daarna liep hij tegen Bobbin tegen de lamp. Bobbin Swinkels stond er eveneens goed voor, maar ook hij verloor van Ciao, waardoor hij in de achtervolging moet. Samen met de eerdergenoemde namen en die Vocaturo staat hij op 6 punten; 1½ punt achter de koploper.

Ondertussen is Sjoerd Knuppel aan de onderkant 1½ punt los. Laat die man eens normale openingen spelen, denk ik dan. Tactisch is hij best goed, positioneel is hij een drama en zijn openingen zijn lachwekkend. Dat was me overigens niet opgevallen tijdens het Culturele Dorp-toernooi. Maar ja, als je iets sufs speelt als de Philidor-verdediging, dan stel je je tegenstander niet echt op de proef.

Verder staan Peng, Kuipers en Bok rond de 50 procent, wat niet slecht is, gezien hun prestaties in het verleden.

25 januari 2010

Voorsprong Shear-off smelt als sneeuw voor de zon

Corus

Het eind komt in zicht: de tweede rustdag is aangebroken op het Corustoernooi. Morgen en overmorgen zullen er nog twee partijen worden gespeeld, gevolgd door weer een rustdag en daarna de laatste drie partijen. Een 13-rondig toernooi is toch wel zwaar.

Ondertussen snakt Shear-off naar het einde. Na de rustdag won hij nog van King Look, maar daarna vergaarde hij slechts een punt uit drie partijen. In de zevende ronde verloor hij van Nakamura, die in de achtste ronde als een kind verloor van Kramnik. Kramnik lijkt daarmee de favoriet voor de eindzege te zijn, zoveel mazzel als hij heeft. Tegen Short stond hij verloren, maar de talentvolste schaker ter wereld wenste niet de genadeklap te geven, naar eigen zeggen omdat hij "nerveus" werd. Dat zal hem vast niet zijn overkomen tegen Topalov. Kramnik is niet iemand die veel weggeeft. Hij speelt een beetje als een computer. Beetje wachten en dan profiteren van ieder foutje. Zo speelde hij bijvoorbeeld tegen Smeets, die de ene dreun na de andere krijgt. Speelde hij jaren geleden in de meesterklasse een gemakkelijke remise tegen Kramnik, nu besloot Kramnik ineens af te zien van zijn gebruikelijke Russisch, waardoor hij makkelijk won.

Stellwagen

King Look lijkt op de weg terug. Hij begint weer remises binnen te halen. Het contrast met vorig jaar is echter nog enorm. Toen verloren de Nederlanders amper een partij. Wat is het verschil? Daniel Stellwagen! Hij was vorig jaar de onmisbare schakel. Hij en Smeets wisten bijna constant remise te maken, waardoor zelfs King Look boven zichzelf uitsteeg. Iedereen was vol lof over het trio. Ter vergelijking: vorig jaar verloren ze samen maar zes partijen (ieder twee stuks), dit jaar hebben Smeets en King Look er allebei al vijf.

Tiviakov is ondertussen ook diep weggezakt. Hij speelt erg slecht, maar wat wil je ook als je het Scandinavisch als lijfopening hebt? Op 2200-niveau gaat dat nog wel, tegen 2700-spelers krijgt -ie steeds een lelijke stelling die hij slecht verdedigt.

Waar de Nederlanders voor veel besliste partijen zorgen, spelen de overige deelnemers veelal remise tegen elkaar. Een handige toernooitactiek. Remise spelen tegen elkaar en winnen van de Nederlanders. Kom je toch op 8 punten. Anand heeft de twijfelachtige eer bovenaan te staan in het remiseklassement. Hij maakt een ongeïnspireerde indruk, dus waarom is hij hierheen gekomen? Karjakin verspeelde de gedeelde koppositie door te winnen van Nigel Short. En dat terwijl Short de remise had kunnen pakken. Uiteindelijk verloor de Brit, waardoor hij blijft steken op een magere 2½ uit 8. Goede stellingen niet winnen en slechtere stellingen geruisloos verliezen. Na het bereiken van de 2700 heeft Short weinig meer laten zien, zoals op het "London Chess Classic" in december van vorig jaar. Daar kampte hij met hetzelfde euvel: soms speelde hij goed, maar bleef hij steken op een halfje, soms speelde hij erg slecht en verloor hij. In de achterhoede lijkt dan ook een zekere gelatenheid te zijn bij de spelers, ze vechten er niet meer zo fel voor. Verder worden er veel onhandige keuzes gemaakt, een gebrek aan vorm. Als zelfs het Russisch al geen remise meer oplevert…

Vooraan is het spannender. Shear-off heeft maar een halfje voorsprong op Kramnik en Daydreamer en een vol punt op de wisselvallige Nakamura. Hoewel je niet kunt spreken over "makkies", is Sheer-offs resterende programma verre van licht:

9. Ivantsjoek (z)
10. Anand (z)
11. Kramnik (w)
12. Karjakin (z)
13. Dominguez (w)

Van de favorieten lijkt Nakamura nog het lichtste programma te hebben, hij moet nog tegen een Nederlander, maar hij staat juist het verst achter. Morgen is de kraker Carlsen – Kramnik, een belangrijk duel dat gaat bepalen wie de achtervolger blijft. Ik denk dat dat Daydreamer nog wel kan worden, hoewel zijn resultaten dit toernooi beter zijn dan zijn spel.

B-groep

In de B-groep is Anus hard op weg naar de eindzege. Ongelooflijk, wat is die jongen goed geworden. In 2008 zag ik hem tijdens ons Pinkstertoernooi en toen vond ik het maar een handige rommelaar. Maar rommelaars hebben de toekomst. Hun spel wordt stabieler en uiteindelijk zijn ze nauwelijks te kloppen. Slechts Erwin L’Ami leek dichtbij te komen, maar hij bleef steken op remise. Slechte partijen remise houden, daar herken je een kampioen aan. Overigens ontsnapte L’Ami de ronde daarna zelf aan een nederlaag in een verloren eindspel. Daar kan Nigel Short nog wat van leren. L’Ami behoort tot het groepje achtervolgers, maar de achterstand is al 1½ punt. In de achterhoede heeft Reinderman de rooie lantaarnpaal overgedaan aan de zwak spelende Akobian.

C-groep

In de C-groep doen veel Nederlanders mee. Bovenaan staan de ratingfavorieten. Van de Nederlanders doet Robins Winkels het nog het best. Hij speelt solide en heeft inmiddels vijf punten vergaard. Peng doet het ook niet slecht met 4½. Bobbin heeft 50 procent, maar hij heeft de kneuzen al gehad. Twee keer leed hij een pijnlijke nederlaag in een Siciliaan. BSG’ers opgelet!

Stefan Kuipers heeft 3½ punt en dat is redelijk, Bokmans heeft maar 2½ punt en dat komt vooral omdat hij tactisch zo slecht is. Dat is dan ook het verschil tussen hem en Bobbin. Een gebrek aan zelfvertrouwen, denk ik. Opmerkelijk: waar Bobbin met zwart vaak wordt geveegd in een Siciliaan, overkomt Bok dat met wit steeds.

Onderin heeft Sjoerd Knuppel weer wat halfjes gepakt. Tegen koploper Robson speelde hij met zwart een verdienstelijke remise, waardoor hij gedeeld laatste staat met die chick waar ik in Dieren van verloor.

19 januari 2010

Nederlanders toe aan een rustdag

Corus

Het is niet hoopgevend wat de Nederlanders laten zien in het Corustoernooi. Na vier ronden heeft het land van het afvoerputje van Europa in elke groep de rodelantaarndrager, al dan niet gedeeld. Keer op keer krijgen ze ervan langs. Pijnlijk, maar ook leerzaam. Positief is dat er leuke partijen worden gespeeld, echte gevechten. Iedereen was ook blij dat King Look meedeed in de hoogste groep. Dat was iemand die een einde zou maken aan de vele remises. En hoe: op de manier die we van ‘m gewend zijn: door keer op keer te verliezen. Remise spelen wordt in Nederland ernstig onderschat. Want welke "Nederlander" doet het nog het minst slecht in de hoogste groep? Juist, Tiviakov. Die houdt Carlsen en Kramnik tenminste nog op remise. Zijn flater kwam tegen de ongenaakbare Shear-off, die de ongelooflijke score heeft van 4 uit 4. Opmerkelijk, want ik meen me nog een Corustoernooi te herinneren waar hij met 0 uit 4 of zo begon. Maar goed, tegen iemand in vorm kun je verliezen, al was de manier waarop nogal stom. Desondanks heeft Tiviakov wel een halfje meer dan King Look, die in de eerste ronde een zeer impotente Nigel Short van de mat speelde. King Look dacht dat hij een geniale partij had gespeeld en verloor vervolgens drie keer achter elkaar. Hoogmoed komt voor de val…

En dan Jan Smeets. Vorig jaar was iedereen vol lof over hem, toen hij probleemloos meekwam in de hoofdgroep. Dat beloofde wat voor dit jaar en juist nu zakt hij door het ijs. Het noodlot slaat toe als je het niet verwacht, zo blijkt maar weer. Na een salonremise tegen Nakamura verloor Smeets drie keer op rij, waardoor hi naar de laatste plaats gezakt is.

Momenteel staat Shear-off aan kop, met een punt voorsprong op Magnus Daydreamer, Nakamura en Ivantsjoek. Kan hij ze voorblijven?

In de B-groep doet Giri het weer erg goed. Erwin L’Ami is solide als altijd, maar Poek maakt vooralsnog een afschuwelijk toernooi mee. Zijn PR is goed verzorgd, maar liever zien we grootse daden, want vooralsnog is het vlees noch vis.

In de C-groep doet veel jong grut mee. Van dat jonge grut doet Robin Swinkels het prima met 2½ uit 4, net zoveel als Peng. Bobbin heeft 50%, met Bokmans en Stefan Kuipers daar een halfje onder. Met een halfje staat Sjoerd Knuppel op de laatste plaats. Dat zal geen verrassing zijn, want niemand weet wat hij op dit toernooi te zoeken heeft.

17 januari 2010

Kampioen van de armoede?

BSG verslaat belangrijke concurrent

Op de sterfdag van Robert James Fischer speelde BSG de derde ronde van de Internetclubcompetitie. Onder leiding van Frans Peeters in de "Toernooien kamer" werd De Pion uit Roosendaal met duidelijke cijfers verslagen. Uiteindelijk werd het 11½-4½, wat op zijn zachtst gezegd geflatteerd was.

Zelf scoorde ik 2½ punt, waarvan drie remises. In elke partij heb ik wel minder gestaan. In de eerste ronde speelde ik tegen Rodzjer. Dit is Rogier van Loon, of Rogier Loon van, zoals op zijn account staat. Hij speelde een Caro-Kann en de eerste zetten kwamen vlug op het bord. Ik dacht een stelling voor m’n neus te hebben waarin een sterk veld op e5 opweegt tegen een sterk veld op d5, maar gedurende de partij werd ik daar minder zeker van. Ik dacht lang na, stond slecht en om het nog leuker te maken, gaf ik ook nog ineens een stuk weg. Ik dacht dat die pion gepend stond… Vervolgens prutste ik nog door en liet mijn tegenstander zich met ruim drie minuten op de klok ineens matzetten… :O

Vervolgens speelde ik tegen Bob Hooke. Dat bleek Charles Kuijpers te zijn, de veteraan van De Pion. Hij had wit en speelde iets slaps, waarna ik heel simpel een pion weggaf. Vervolgens speelde hij het goed en verdween er nog een pion bij mij, maar daarna maakte hij het zichzelf moeilijk door een vage afruil. Ik dacht weer wat tegenspel te hebben, maar toen miste ik dat na Dxc5 f2 gedekt is. Daarna liet ik nog een loper instaan en wilde ik eigenlijk opgeven. Dat deed ik toch maar niet en vervolgens knoeide mijn tegenstander er lustig op los, waardoor ik wegkwam met remise.

Gelukkig gaf ik tegen Stefan Colijn niks weg. Hij speelde de opening een beetje vaag, maar omdat ik dat ook deed, stond zwart wel oké. Er werden wat stukken geruild en uiteindelijk kwam er een toreneindspel op het bord, waarin ik een vrijpion had. Was 'ie nou goed of slecht? Uiteindelijk had ik misschien zelfs de betere kansen, maar koos ik een paar keer een matige voortzetting. Nadat ik de torens had geruild, verloor ik nog bijna door m’n premove h2-h3… Ik had niet verwacht dat zwart tussendoor …h4 zou doen. Gelukkig was het nog steeds remise.

In de laatste ronde speelde ik tegen Yodastarwars. Geen idee wat voor vage naam dit nou weer was. Dit account werd bestuurd door Pim Eerens. Ook nooit van gehoord. Wel had ik wat partijen van hem bekeken en ik probeerde de partij Nyback – Nisipeanu van het Corustoernooi te kopiëren. Tja, wat een plagiaatpleger ben ik toch. Het resultaat viel me overigens tegen: in onze partij kreeg wit veel meer spel dan in de partij op het Corustoernooi. Misschien had de witspeler er een verbetering op gevonden, dat zou maar zo kunnen. Ik kreeg geen poot aan de grond en ik mocht blij zijn met een halfje.

Uiteindelijk was mijn spel vrij exemplarisch voor het spel van het team. Slechts één speler onttrok zich aan de malaise. Het was VR. Uiteraard VR. Hij scoorde 4 uit 4 met degelijk spel. Het positiespel was netjes verzorgd en de combinaties gingen goed. Het valt me op hoe ontzettend "schoon" VR speelt. Er zitten geen ontsierende blunders bij.

Large scoorde uiteindelijk nog 3 punten. Hij verloor in de eerste ronde van die Star Wars (met een internetrating van net iets meer dan 1700) en was daar logischerwijs niet blij mee. Vervolgens won hij drie keer. Steeds kwam hij behoorlijk uit de opening, maar dan ging er wat mis en stond hij opeens verloren. Vervolgens rechtte hij de rug en won hij alsnog.

Ewood bleef steken op 50 procent. In de eerste twee ronden scoorde hij steeds de volle 4 uit 4, nu ging het wat minder. Hij klaagde dat hij weinig zag. Hij heeft nogal eens de neiging het spel te veel te laten vervlakken, waardoor hij niet kan winnen. Eerst een paar lichte stukken ruilen om een bepaald voordeeltje te krijgen, dan weer een paar lichte stukken ruilen om een bij de eerste ruil verkregen nadeeltje weg te ruilen… Dan hou je niet veel meer over. Vervolgens verloor hij ook nog van zijn angstgegner Stefan Colijn in zo’n vreselijke schuifstelling. Macht kein Spass. 😦

Uiteindelijk scoorde BSG dus 11½ uit 16, een behoorlijke zege. Net als in de eerdere ontmoetingen bleken we "handiger" te zijn. Dat is wel het laatste wat ik zou verwachten, want echt handig ben ik niet. Wat kan ik eigenlijk wel? M’n stukken mooi neerzetten? Iemand onder druk zetten totdat 'ie barst? Daarvoor moet je wel goed komen te staan. Reden temeer om mijn openingsrepertoire flink op te waarderen, zodat ik in het vervolg met vertrouwen de strijd aan kan gaan. Of is mijn plekje dan vergeven aan Ptr?

Uitslagen

Ronde 1:
Q pro Q – Yodastarwars 0-1
Bah – Stefan Colijn 1-0
Cadavre – Bob Hooke ½-½
Apenhoofd – Rodzjer 1-0

Ronde 2:
Rodzjer – Q pro Q 0-1
Yodastarwars – Bah 0-1
Stefan Colijn – Cadavre 1-0
Bob Hooke – Apenhoofd ½-½

Ronde 3:
Q pro Q – Bob Hooke 1-0
Bah – Rodzjer 1-0
Cadavre – Yodastarwars 1-0
Apenhoofd – Stefan Colijn ½-½

Ronde 4:
Stefan Colijn – Q pro Q 0-1
Bob Hooke – Bah 0-1
Rodzjer – Cadavre ½-½
Yodastarwars – Apenhoofd ½-½

Scores

1. Bah 4
2. Q pro Q 3
3. Apenhoofd 2½
4. Cadavre 2

5. Stefan Colijn 1½
6. Yodastarwars 1½
7. Bob Hooke 1
8. Rodzjer ½

BSG 11½
De Pion 4½

BSG gaat voorlopig aan de leiding met 6 matchpunt en 38½ bordpunt (dat is 9½ verliespunt) uit drie duels. Op weg naar het kampioenschap?

12 januari 2010

Interne competitie ronde 16

3 uit 3

Gisteravond was ik weer eens in het Denksportcentrum te vinden. Haastig had ik me over de gedeeltelijk besneeuwde fietspaden gespoed, om voor kwart voor acht binnen te zijn. Daar was het me toch druk. Ik vinkte m’n naam aan en ik zag een paar knapen die net hun tienerjaren achter de rug hebben. Le wist al dat hij voor de beker speelde en hij had mij op MSN nog om hulp gevraagd. Of ik recentelijk tegen Slisser had gespeeld. Ik liet hem maar een twee jaar oude partij zien, die hij allang vergeten was, waarna hij weer verder ging met zijn voorbereiding.

Ook Ptr was weer van de partij. Hij was zeer goed aan de interne competitie begonnen, maar wegens militaire verplichtingen kon hij zijn reeks geen vervolg geven. Voor het eerst in maanden kon hij weer meedoen.

Verder waren er veel oudjes, zoals Tom de Ruiter en Bert Kieboom, die weer eens tegen elkaar zaten te snelschaken, maar ook een aantal onbekenden, waardoor de zaal goed gevuld was. Later kwamen FM Henk en Leon Pliester nog binnenslenteren en ze werden zonder morren meegenomen in de indeling.

De indeling werd omwille van de vele nieuwe spelers achterstevoren opgelezen, met de mededeling dat deze partijen in de buurt van de bar gespeeld moesten worden. Langzaam werd de spanning opgevoerd. Tegen wie zou ik mogen? Stuk voor stuk werden "grote" namen opgenoemd. Zou ik dan tegen Leon spelen? Nee, ik speelde tegen Ptr. Hij lachte uit ongeloof. Hij was niet de enige die de indeling niks vond. FM Henk vond het maar niks dat hij tegen Leon moest en Tom de Ruiter zat te zeuren dat 'ie alweer zwart had tegen Coen. Zelf was ik verrast: ik had voor de derde keer wit in de IC. Dat had ik nou niet verwacht…

We gingen aan de wedstrijdleiderstafel zitten (de andere tafels waren al bezet) en Ptr zei iets van dat al onze partijen in remise eindigden. Dat was vroeger wel anders. Alleen op het PK van 2007 heb ik in een officiële partij remise tegen ‘m gespeeld. Ik denk dat de onderlinge score 1½-1½ is en op de club 1-2 voor hem. Ik was benieuwd wat 'ie nu zou spelen. Berlijns? Daar had ik eigenlijk wel zin in. Helaas deed hij Siciliaans en tot mijn verrassing speelde hij draak. Een beetje alles of niets, dat kan op een clubavond. Echter, dit jaar tellen de partijen voor rating en ik weet nog steeds niet of ik daar blij mee moet zijn.

Ik had in ieder geval winstkansen. Ptr nam toen (te veel) risico door af te zien van een "remisevariant". Ik kon toen lekker aanvallen, al moest ik wel een stuk offeren:

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 g6 6.Le3 Lg7 7.f3 Pc6 8.Dd2 0-0 9.Lc4 Ld7 10.0-0-0 Db8 Een opmerkelijke zet, die wel bekend is, maar ik betwijfel of zwart dit wel moet willen; die dame staat zo passief. 11.h4 Tc8 12.Lb3 Pe5 Hier was 12…a5 remise volgens Peter. 13.Lh6 Lxh6 14.Dxh6 a5 Hier dacht ik lang na. Ik wilde hier eigenlijk 15.h5 spelen, maar ik dacht dat dat niet kon. Ik zal de details besparen, maar het blijkt wel te kunnen. Ik had iets simpels gemist. Wat ik deed was echter ook goed. 15.Pd5… Het paard op f6 is een belangrijke verdediger: die moet eraf. 15…Pxd5 16.Lxd5 e6 17.h5… En hier kreeg ik een sterke aanval. De komende vijf zetten mogen jullie thuis achter een bord verzinnen.

Uiteindelijk won ik het stuk terug en wikkelde ik af naar een dubbel-toreneindspel, waarin ik niet eens een pluspion had. Zwarts pionnen waren echter zwak en ze vielen achter elkaar. Uiteindelijk duurde de partij nog tot de 52e zet, maar ik had eindelijk eens een draak op een thematische manier gekraakt met wit. En dan niet tegen een 1400-speler.

Na afloop gingen we wat analyseren, waarna Ptr me uitdaagde voor een potje snelschaak. Daarin deed hij wel de variant met …a5. Ik kende de ideeën nog een beetje van de opening, ondanks dat ik de zettenreeksen niet uit m’n hoofd ken. "Dit moet je uit je hoofd leren", zei een vijftiger die de partij nauwlettend volgde. Hij liet zijn eigen partij tegen mijn buurman nog zien, waarin hij won door een paard op f8 helemaal vast te pinnen. Ik probeerde het nog voor zwart op te nemen door een pion te offeren, waarna zwart in de partij bleef. Daarna vertelde John dat hij zelf vroeger ook de draak tegen zich had gehad. Hij vond de Joegoslavische aanval maar niks; wit verliest twee tempi met een loper die toch geruild wordt. Daarom liet hij de loper maar op f1. Hij liet zien hoe hij dan altijd won, hoewel het niet heel overtuigend was; veel stukken gingen van het bord en het leek verdedigbaar voor zwart. Desondanks zette het me aan het denken over 8.Lc4. Misschien heeft Sjonnie daarmee wel gelijk.

Daarmee had ik het leerzame deel van de avond wel weer gehad. Ptr ging naar huis en de partijen begonnen op hun einde te lopen. Echt veel heb ik niet meegekregen van de overige partijen. Zo zag ik Le en Fliffer analyseren. Beiden hadden de uitslag in hun voordeel opgeschreven: Fliffer had "1-0" opgeschreven en Le "0-1". Uiteindelijk bleek Le het warhoofd.

Wat er nou daadwerkelijk was misgegaan, weet ik niet. Ik had het idee dat het niet helemaal de bedoeling was dat wit e5 kon doen, maar misschien hoopte Le dat juist uit te lokken. In de analyse had wit compensatie voor een pion, maar ook niet meer dan dat. En toch ging de oude man van 70 door in de beker. Dat was verrassend, in ieder geval voor mij.

FM Henk had Leon Pliester in een Schotse partij op remise gehouden. Het is zo’n variant waarin wit een kleine kwaliteit tegen twee pionnen "wint". Bobbin speelde dat in het eerder genoemde PK tegen Erik Oosterom en kwam niet verder dan remise, waarna Johan Hut vroeg waarom hij die opening speelde. "Soms win je, soms wordt het remise", zei de destijds 12-jarige Bussumer.

FM Henk zal wel gematigd tevreden zijn geweest met het gelijkspel; zo goed is zijn score immers niet tegen Leon.

Verder kwam Tom de Ruiter nog aanlopen. "Ik had geen tijd meer", was zijn (slappe?) excuus voor zijn zoveelste nederlaag tegen Coen van der Heijden. Aan zijn resultaten in de interne competitie te zien is Coen nog best goed… Zegt dat wat over het niveau op de club?

Daarmee heb ik alle interessante uitslagen wel genoemd, denk ik. In ieder geval heb ik alvast wat puntjes gepakt voor de ratinglijst van mei. En Ptr… Die raakt z’n bonus van zijn snelle overwinning van zaterdag weer kwijt. Kom op Drost! Anders word je nooit 2100! xD

09 januari 2010

AAS vangt bot tegen sterk BSG 1

Hoi Blogpuppies

Ik d8 laat ik maar weer eens iets van me horen…

Maarja laat ik eens iets schrijven over Extern zo he, van BSG 1 zo heh. Ehm, vandaag moest het 1e en het 2e team van BSG zo thuis spelen zo he. Ik zat weer eens op bord 8 en had daaron wit. BSG 1 moest het opnemen tegen AAS ofzo. De Aalsmeerders durfden het aan om ondanks de barre weersomstandigheden naar Bussum te komen. Ik speelde tegen Marco de Groot of iets dergelijks en had wit. Ik won een pion in de opening en gaf die niet meer weg. De rest van het team won ook zo’n beetje. Kijk maar hieronder:

BSG [2247] – AAS [2138] 8-2
1. L Pliester m [2357] – L Koster f [2306] 1-0
2. A Berelowitsch g [2552] – H Trimp [2233] 1-0
3. T van der Heijden [2269] – J van Vliet [2272] 1-0
4. La Ootes [2417] – A Keessen [2157] 0-1
5. H van der Poel f [2245] – P Schrama [2174] ½-½
6. Le Ootes [2084] – H Neuf Eglise [2081] 1-0
7. E de Groote [2250] – J van Eijk [2068] 1-0
8. J de Groote [2120] – M de Groot [2057] 1-0
9. C van der Heijden [2092] – H Noordhoek [1967] ½-½
10. P Drost [2084] – B de Leur [2060] 1-0

BSG 2 verloor weer eens. Ze staan hierdoor op punt van degraderen. Om erin te blijven moeten ze nog minstens 2 keer winnnen van de 4 partijen. Ja dames en heren, het lijkt erop alsof het angstspook in het 2e team is geslopen. Kijk maar eens naar hun persoonlijke scrores:

BSG 2                1 2 3 4 5     Ap Bp Brd   Kl  KNSB TPR
E Wustefeld       – ½ ½ ½ ½  4  2    1,0       2224 2133
T Slisser            0 1 ½ 0 ½   5  2     2,2 1w  2066 1983
T Rozenfeld       1 – 1 – ½     3  2½  2,7 1z   0000 2352
C Kooijman        1 0 0 1 1     5  3    4,0 1w  2014 2066
T de Ruiter        ½ 0 1 0 0    5  1½  4,0 1w  2058 1880
R Hilhorst          0 – 0 1 0     4  1     4,5 2z  1980 1829
M Pieterse         – 0 – – –       1  0     5,0 1w 1757 1665
B Kieboom         – – – 0 –       1  0     6,0 1z  1903 1786
B Balke              0 ½ – 1 0    4  1½   6,5      1837 1835
R Weidema       0 1 0 0 –      4  1     7,5 4z  1793 1701
E van de Velden 1 1 ½ – –    3  2½  7,7 3w 1784 2117
R Tijssens         – – – – ½     1  ½    8,0 1w 1743 1892

Misschien moeten ze maar het het B-team inhuren, want zij helpen tenslotte bij problemen die je zelf niet kunt oplossen.

Dan nu het serieuze gedeelte…

Voor het eerst sinds ik in de KNSB-competitie speel wordt er in januari gespeeld. Voorheen werd er altijd een winterstop gehouden in de Corusmaand. Het aanhoudende winterweer zorgde voor een aantal afgelastingen, maar BSG – AAS en BSG 2 – Philidor Leiden konden gewoon doorgaan. Logisch, want in Bussum lag amper sneeuw.

BSG speelde tegen een onberekenbare tegenstander: knap winnen van Zukertort, maar vervolgens dik verliezen van Caïssa. Hun hoge borden presteerden goed (aan de TPR’s te zien), hun lage borden deden het ronduit belabberd. Een ideale tegenstander om weer eens dik van te winnen.

AAS speelde dan ook in een "gewone" opstelling, waardoor BSG op elk bord minimaal even sterk was. Zelf was ik al gauw verdiept in m’n eigen stelling, waardoor de match grotendeels aan me voorbijging. Zo zag ik alleen dat Peter op een gegeven moment wel erg lekker stond. Een zwart paard stond lelijk gepend en al gauw stond de 1-0 op het scorebord (!). Coens stelling beviel me daarentegen niet zo, waarin wit een loper op de lange diagonaal door zwarts verzwakte koningstelling liet schijnen. Dat kon moeilijk goed gaan.

Vervolgens heb ik amper meer gekeken bij anderen. Ik kreeg een soort Pirc/moderne verdediging (letterlijk, want dat spelen m’n tegenstanders de laatste tijd allemaal) tegen me en ik besloot zwart acties op de damevleugel tijdig te "breken" met a2-a4. Anders komt zwart met …c7-c5 en dat soort nare dingen. Zwart offerde een pion voor wat druk op mijn stelling en een slechte positie van mijn koning. Ik was er niet zo gerust op, zeker niet toen ik op de damevleugel wel erg passief kwam te staan. Echter, mijn tegenstander, Marco de Groot (!), deed het ook "niet zo" handig en kon ik consolideren. Met een pion meer kon ik langzaam aan de winst gaan denken en daarbij kreeg ik hulp van de tegenstander, die werkelijk waar fout op fout stapelde. Na iets meer dan veertig zetten was promotie onafwendbaar en gaf hij op, waarna we gingen analyseren. Daarbij kwamen vele spectaculaire varianten op het bord, waarin zwart een stuk offerde, maar waarin ik meestal wel kon verdedigen. Het gevolg was wel dat ik weinig heb meegekregen van de andere partijen.

Zo bleek Large verrassend te hebben verloren. Een offday waarin hij niks zag, laten we het daar maar op houden, al deed ik nog wel de suggestie dat een bril kon helpen… Coen had zijn puinhoop nog op remise weten te houden, waar hij erg blij mee was. En dat tegen een 1900 die tot dusver een schamel halfje had weten te scoren… Voor het team was het echter goed.

Vervolgens kwamen de punten. In de analysezaal was het me toch een gezellige bende. Zo zat Peter lekker snel te schaken tegen een AAS’er. Verder had Ton een mooie analysesessie. Hij won knap van Jeffrey van Vliet. Ook Ewood hoorde ik tussen het geroesemoes door. Hij stelde dat de stelling misschien wel gelijk was, maar dat -ie voor zwart (hij dus) makkelijker was te spelen. Inmiddels heeft hij 3½ uit 4 gescoord met zwart de afgelopen tijd; anderhalf punt in de beker en twee punten met extern. Respect!

Ook Le is aardig op dreef. Voor de partij begon hij over de 2200-grens. Zelf zit ik daar momenteel 80 punten vanaf; virtueel misschien 65 (een plusje met extern en een klein plusje in de beker), waarna Le beweerde dat 'ie me alweer bijna had ingehaald. Tja, dat krijg je als je weinig speelt. Wel kan ik dit jaar meer partijen voor rating spelen: de interne competitie telt sinds dit jaar mee voor rating, dus als ik er een keertje zin in heb, kan ik misschien nog wat puntjes sprokkelen. Le scoorde zijn derde puntje met wit. In een soort versnelde draak volgde hij de boekjes, terwijl zijn tegenstander rare fratsen ging uithalen met zijn dame. Uiteindelijk moest zwart zijn koningstelling verzwakken, waarna hij rap werd omgebracht.

Een andere partij die tijdens het avondeten op het analysebord kwam, was de partij van Berelowitsch. Hij speelde een zeer fraaie partij, waarin hij zijn tegenstander tactisch de baas was. Zonder angst werd er een toren opgepeuzeld, want er zat een vies dameschijnoffer in de stelling, waardoor zwart helemaal kaal was gevroten.

Ton leverde zoals gezegd eveneens een zeer goede prestatie. Hij versloeg de Open Nederlands Jeugdkampioen van 2005 op een knappe wijze. Voor de partij was hij niet blij met een "saaie" tegenstander, maar dat zegt Ton zo vaak. Uiteindelijk wint 'ie dan vaak. Nu kon hij snel het initiatief nemen, waarna hij een lekkere stelling had. En toen kwam het: …b5! Wits arme loper op a6 stond er opeens zielig bij, want hij dreigde verloren te gaan door …Db6+. Met kunst- en vliegwerk wist Jeffrey van Vliet de loper te redden, maar ondertussen had zwart zich op de koning gericht. Dat resulteerde in stukwinst (ironisch genoeg diezelfde loper) en toen de tijdnood voorbij was, was er weer een punt bij BSG gekomen.

Er waren dus nog twee partijen bezig: Koster – Pliester en Schrama – Van der Poel. Leon had een grappig toreneindspel, waarin beiden twee vergevorderde vrijpionnen hadden. De stelling was zo raar, dat je twee keer moest kijken om te zien wie nou wit was en wie zwart… Toen ik dat eenmaal doorhad, zag het er goed uit: Leons pionnen waren een rijtje verder. Uiteindelijk kwamen wits pionnen niet verder dan de zevende rij en toen volgde er een mooi ondersterijmatje. 😛

Henk had een toreneindspel met een pluspion, maar hij kon het niet winnen. Tja, als er extra punten zouden worden uitgekeerd voor plusremises, dan was Henk grootmeester… Nu bleef hij steken op een mager gelijkspel, helaas the story of his life.

Al met al won BSG dus met maar liefst 8-2. Na de 2-8-nederlaag tegen Caxc3xafssa scoorde AAS opnieuw maar twee bordpunten. Niet dat de spelers er mee leken te zitten, ze zaten er lustig op los te snelschaken (en bughousen; een spel dat John Markus niet kende), maar ondertussen is AAS wel op een degradatieplaats gekomen. Maar niet getreurd, over vier weken speelt BSG tegen de Eenhoorn en die wedstrijd gaan we gewoon winnen, want de Eenhoorn doet het ook niet zo goed. Op 6 maart speelt BSG een belangrijke wedstrijd tegen Zukertort. Een kaakkraker! Ik zou komen kijken!

06 januari 2010

Spelletjesdag

Ruimtegebruiksverandering

Gisteren had ik weer eens het vak Ruimtegebruiksverandering, wat begon met een hoorcollege met een algemeen bla-bla-verhaaltje, waarna we ons konden storten op een computerpracticum. Daarin moesten we weer met dat @#!$%&!! Arc GIS werken. Vreemd genoeg werd er in de les met geen woord over het programma gerept, wat betekende dat we het zelf allemaal konden uitzoeken. Daardoor liepen we geregeld tegen problemen aan, waardoor een docent ons weer uit de brand moest helpen. Toch waren we redelijk opgeschoten, toen om een uur of één allemaal mensen het lokaal binnenliepen. Het waren notabene "onze" tweedejaars waarvoor wij moesten plaatsmaken en dat terwijl ik nu in m’n ritme kwam. 😦 Het werd tijd voor… De spelletjesmiddag!

Le Snelle, ook wel bekend als Le Vitez, had een half dozijn medestudenten uitgenodigd om een middagje spelletjes te spelen. Hij fietste naar zijn huis, samen met Jasper, Simon en Tom. Kasper, Martijn en ik gingen met de metro. De metro bleek uiteindelijk sneller te zijn dan de fiets. Ergens halverwege reden we de fietsers voorbij, wat bij Martijn voor veel euforie zorgde. Wij moesten echter nog van het metrostation naar Le Snelles huis lopen. Kasper kende de route een beetje en zodoende kwamen wij als eerste aan. Ik vroeg me af of er wel iemand was, want de gordijnen zaten dicht en er waren verder ook weinig tekenen van leven. Uiteindelijk bleek er toch iemand te zijn. Een gast met dreadlocks deed de deur open. Hij bleek de broer van Le Snelle te zijn en hij stelde zich voor als Pim.

Terwijl we naar naar binnen liepen, kwamen de anderen ook aan. De huiskamer zag er ruim en overzichtelijk uit en aan de muur hingen abstracte schilderijen van een mens met een raar hoofd. Le Snelle kwam met een aantal spellen aanzetten. Hij had een antiek monopoliespel en een antiek riskspel. Uiteindelijk viel de keuze op het spel Bedriegers bedrogen. Dat spel kende ik niet en uiteindelijk bleek niemand het te kennen, behalve Le Snelle en zijn broer(tje.)

We gingen daarom maar in teams spelen. De n00bs speelden in tweetallen, terwijl de pro’s in hun uppie speelden. Bij het spel is het de bedoeling zo veel mogelijk "punten" te pakken en dat moet je dan doen met de karakters op je eigen kaarten, die allemaal hun eigen eigenaardigheden hebben; ieder poppetje doet weer iets anders. Dat klinkt lastig, maar uiteindelijk was het een best leuk spel. Ik speelde met Kasper en hoewel de pro’s al snel veel kaartjes pakten, hadden wij een langere adem en wonnen we ’t spel. Niet slecht…

Daarna gingen we risken. Pim was ondertussen weer weggegaan, waardoor we met z’n zevenen waren; Mathieu kwam niet en Rolex had nog heel lang les. Hij zou om een uur of zes aankomen, dan zouden we wel ongeveer klaar zijn. Het risken duurde echter langer dan gepland. En dat terwijl het er voor mij goed uitzag: ik had al bijna meteen heel Australië in m’n bezit en Kasper was niet van plan mij daar heel veel tegen te werken; hij besteedde zijn legers liever anders. Ik kon dan ook Australië in bezit nemen en vervolgens hoefde ik met mijn inkomstenbron niet zo heel veel te doen; de tijd was immers in mijn voordeel. Echter, doordat de anderen op een gegeven moment gingen sparen, werd ik wel rijker, maar werd het moeilijker om tegen meerdere vijanden te vechten. Mijn opdracht was om "geel" uit te roeien, het team van Le Snelle en Simon. Zij deden het niet zo goed, ze zaten in Midden-Amerika ingeklemd tussen roze (Tom) in het noorden en blauw (Kasper) in het zuiden. Zelf kon ik daar moeilijk komen en besloot ik in eerste instantie te voorkomen dat anderen in het bezit kwamen van een continent. Zo wilde ik voorkomen dat zwart (Martijn) Europa kreeg. Ondertussen hoopte ik dat geel in Amerika zou worden verslagen, waarna ik geel alleen nog in twee gebieden in Azië moest verslaan. Geel werd dan ook verslagen in Amerika, maar net op dat moment viel zwart mij aan. Ik verloor op de een of andere manier heel dik van een sterke minderheid, mijn rode leger werd in Oost-Europa volledig van de kaart geveegd. Daardoor kon ik geel ook niet meer goed verslaan in Azië. Dat deed groen (Jasper) dan maar. Hij had een alliantie gevormd met Martijn, waardoor hij Afrika en Zuid-Amerika ineens had ingenomen.

Het was het moment dat het belangrijk was wie welke opdracht had, want dan kon het spel ineens afgelopen zijn. Er waren veel dingen ten nadele voor mij omgeslagen. Ik had alleen nog een leger in Australië en het was me niet gelukt het gele leger te verslaan, waardoor mijn nieuwe opdracht om 24 gebieden te bezetten schier onmogelijk was. Vervolgens leed ik weer enorme verliezen tegen Martijn en verspeelde ik weer eens een heleboel legers. Dat Martijn de opdracht had mij uit te schakelen, daar was ik inmiddels wel achter. Gelukkig begonnen er barsten in de alliantie te komen en vielen ze elkaar aan. Nadat Kasper was uitgeschakeld, waren we nog met z’n vieren over. Het was inmiddels zes uur en Rolex zou er over ongeveer twee uur zijn. We gingen dus maar eten. Le Snelle ging bij een snackbar langs, waarna we een lading junkfood verorberden. Daarna gingen we weer verder, maar dan zonder Martijn. Hij moest naar huis. Mijn kwelgeest van het spel was weg! Simon nam zijn plaats in, werd keer op keer aangevallen en had niet meer zoveel mazzel met de dobbelstenen als Martijn. Zodoende vloog zwart er als derde uit en besloot ik uit wraak groen uit te roeien, om zodoende nog tweede te worden. De winnaar was Tom, wat ik hem wel gunde, hoewel hij stiekem ook bij de alliantie zat.

Het was inmiddels al een uur of acht, maar we gingen opnieuw Bedriegers bedrogen spelen. Nu ging ik "solo" en ging het toch wat minder goed. Ondertussen was Rolex binnengekomen en hij ging maar een maaltijd bereiden. Toen Bedriegers bedrogen was afgelopen, gingen we Kill you Tine doen, een spel dat ik (!) had gekocht voor Rolex’ verjaardag… De bedoeling was om de "beste" mensen te onthoofden, maar het spel was zo moeilijk (Bedriegers bedrogen en Powergrid zijn er niks bij), dat het niet echt een succes was. Ondertussen was het tegen elven aan het lopen en zag ik scheel van de vermoeidheid en van de koppijn van te veel chips te eten.

We gingen maar weer de kou in, op weg naar huis. Doordat de trein vertraging had (hij bleef op een paar stations vijf minuten wachten), kwam ik om iets van half één thuis. Dat was me het dagje wel…

02 januari 2010

De Ongelooflijk Vervelende Chipkaart

Drama

Er wordt in Nederland veel gekankerd op het openbaar vervoer en zelf was ik er ook niet altijd blij mee. Toch ging het meestal wel goed en kwam ik in een acceptabele tijd van A naar B, waar "A" in mijn geval meestal voor "Naarden-Bussum" staat en "B" voor de VU (of andersom.) Soms ging er wel eens wat mis, maar de verbinding was prima.

Helaas zijn er de laatste jaren veel dingen ten slechte veranderd. Al in mijn tijd als econometrist ving ik op dat Amsterdam Zuid een belangrijk station moest worden. Ik zag hoe er een extra perron werd aangebouwd. Iedere dag zag de bouwput er hetzelfde uit, waardoor ik de indruk kreeg dat er niet zo hard gewerkt werd, maar uiteindelijk was het dan toch af. Nu het station vier sporen had, stopten er ook Intercity’s. Zelf nam ik altijd de tram of de metro naar de VU. Hoewel het maar een halte is, ben je anders tien minuten aan ’t lopen langs een drukke weg. Dat sprak me ook niet zo aan. Het omslagpunt kwam ruim een jaar geleden, bij het begin van het schooljaar. De tram was omgelegd (dat hoorde bij het uitbreidingsplan) en dat kwam voor mij als een verrassing. Het gevolg was dat iedereen in de metro moest en dat ding was enorm vertraagd. Ik wist dan niet wat te doen: wachten en misschien helemaal niet meer aankomen, of maar weer teruglopen richting de VU. Al na een paar dagen had ik hier geen zin meer in en tegenwoordig loop ik altijd naar de VU, weer of geen weer.

Vorig jaar kwam daar nog de OV-chipkaart bij. Dit jaar vervangt het ding de gewone OV-kaart en kregen wij een oproep om het ding te activeren, hoewel de werkelijke benaming wolliger is:

"Vanaf 1 januari 2010 is de Studenten OV-chipkaart geladen met [het?] studenten-reisproduct het juridische reisrecht."

Dit "studentenreisproduct" is wat je als het ware moet "toevoegen" bij een oplaadpunt. Dat is een geel ding.

Dus gingen Ewood en ik maar eens kijken of we dat studentenreisproduct konden opladen. Vreemd genoeg fietste Ewood meteen richting Bussum-Zuid, waar zo’n ding ook stond volgens de site. Wij het hele station afgezocht, maar nergens zo’n ding gevonden. Dus toen met tegenzin naar Naarden-Bussum gefietst en jawel, in de AH to go was zo’n apparaat. Twee gozers waren ons net voor, maar het schoot niet echt op. Het apparaat was min of meer vastgelopen en ze gaven er maar de brui aan, waarna ze het op Amsterdam Centraal gingen proberen. Daarna probeerde Ewood het, maar ook bij hem deed het apparaat weinig. Toen wij de moed hadden opgegeven, probeerden een chick en haar moeder het. De moeder had een kortingskaart en die deed het vreemd genoeg wel. De studentenkaart bleef andermaal een probleem en mismoedig trokken we ons weer terug.

Het maakte mij somber. Altijd lopen grote projecten (zoals de Noord-zuidlijn en dus de OV-chipkaart) op een vervelende mislukking uit. De kosten worden onderschat; de baten overschat, zoals ik met het vak Economie van de publieke sector leerde. Een van de huiswerkopdrachten ging over een pindakaasfabriek. Daarbij werden de besparingen vrolijk meerdere keren meegeteld, waardoor het leek alsof er heel veel baten waren, wat pijnlijke overeenkomsten heeft met bijvoorbeeld de Noord-Zuidlijn. Opmerkelijk genoeg was de docent wel te spreken over de OV-chipkaart. Iedereen zou erop vooruitgaan, de reizigers, de exploitanten en zelfs de overheid. De reizigers zijn minder tijd kwijt met het kopen van kaartjes en de exploitanten hadden minder last van zwartrijders.

Mij lijkt de OV-chipkaart typisch een maatregel die in theorie wel goed is, maar in de praktijk niet. Tik je op Google iets in als "problemen ov chipkaart", dan krijg je (ik) een door GroenLinks opgezette klachtensite over de OV-chipkaart. Er staan zoveel klachten in, dat je dit niet meer kunt scharen onder "kinderziektes", want dan was het kind allang overleden. Vreemd genoeg heb ik in de eerder genoemde kosten-batenanalyse niks gelezen over ongemakken bij de omschakeling. Ben benieuwd of de kosten-batenanalyse dan ook zo positief was uitgevallen.

De vraag is hoe ik maandag in Amsterdam ga komen. 2010 begint weer lekker, met dank aan de OV-chipkaart!