01 juni 2007

Pinkstertoernooi

In het Pinksterweekend werd het traditionele Pinkstertoernooi gehouden. Van vrijdagavond 25 mei tot en met maandagmiddag 28 mei werd er in het Denksportcentrum geschaakt. Winnaar werd GM Erik van den Doel (Gemini?), voor GM Miezis, IM Solleveld en John Markus.

Ja, ja, John Markus, die stond daar tussen al die toppertjes. Hij speelt altijd sterk op dit toernooi, maar het blijft me verbazen dat iemand die verliest van "de witte" en op de club op ongeveer 2100-niveau leek te zitten wel opeens van allerlei sterke toernooispelers kan winnen.

Genoeg geklaagd. Ik bakte er niet veel van. De volledige jeugd bleek weinig klaar te kunnen spelen. Ze draaiden vrijwel allemaal mee in de onderste regionen. Voor de BSG’ers was het helemaal een mager toernooi. Emile Wüstefeld en Tom de Ruiter scoorden 50%, wat vooral mager was voor Emile. Large scoorde als enige jonge BSG’er nog 50%, Peter, viswijf en ik haalden zelfs dat niet.

De enige jeugdspeler die het goed deed, was Jesper Nederlof. Hij begon met 2½ uit 3 (won o.a. van Stefan Kuipers) en eindigde met 4½ uit 7 keurig in de prijzen.

Ik scoorde de andere 2½ punt. Ik had er vijf remises voor nodig.

In de B-groep was Sizzel aardig op dreef, ondanks een bye en een nederlaag aan het begin. Daarna won de tak alles. Winnaar werd Tobías Kabòs (GRIM REAPER), die een of andere Utrechtenaar door z’n vlag had gejaagd.

Het was verder wel een gezellig toernooi en de gasten (Stefan Kuipers en Sizzel) hebben zich aardig gedragen.

Morgen: Het verslag van een gebrekkig gespeeld toernooi!

Vrijdag 25 mei, ronde 1

Aan het eind van de middag kwam Stefan Kuipers aan. Hij zou tijdens het toernooi bij ons komen logeren. Na nog wat deegwaar naar binnen te hebben geschrokt, gingen we naar de speelzaal. Ik zag dat ik met zwart tegen Sjoerd Plukkel moest spelen. Toen Lennart er naar vroeg (het is alweer een week geleden, maar ik dacht dat hij het was), zei ik brutaal "Ik speel tegen die pukkel." Prompt liep er een kale jongeman langs me. Ik schaamde me dood.

Na de partij schaamde ik me zo mogelijk nog meer. Ik had een troost: Lennart was al na vijf zetten een stuk kwijt. Vergeleken met hem had ik nog bijna een goede partij gespeeld. Mijn tegenstander speelde 1.c3, om na 1…e5 2.c4 te spelen. Ik dacht: "Ik heb wit!" en "Hij heeft veel vertrouwen in het Siciliaans." Dat laatste vond ik een beetje eng, maar ik dacht dat ik gewoon m’n zijvariantjes moest spelen om minstens remise te krijgen.

Het werd een Hongaarse partij. Helaas heb ik die opening al een hele tijd niet meer bekeken. Ik speelde aan het begin nog wel redelijk, maar toen hij een pionnetje offerde, raakte ik het spoor bijster. Ik begon slechte zetten te doen. Uiteindelijk offerde ik twee pionnen voor niks en stond ik verloren. Ik rotzooide nog wat op het laatst, waarna opeens Dg3+ kwam. Ik had de zet niet zien aankomen en dacht dat ik direct verloor. Of niet, want ik kon m’n dame er nog tussen zetten. Die zet verloor wel meteen. In de analyse zag ik ook al niks. Tot mijn grote schrik kwam ik erachter dat niet ik, maar hij verloren stond. Hij kon namelijk niet het mat en torenverlies in één zet pareren.

Gedesillusioneerd ging ik maar weg, wetende dat ik jaren geleden voor het laatst zo zwak had gespeeld.

"Gelukkig" voor mij had Stefan ook verloren, dus ik was niet de enige. Stefan verloor van Jesper Nederlof. Hij klaagde dat hij niet wist wat hij tegen die opening moest doen. Verder accepteerde hij gelaten zijn verlies.

Zaterdag 26 mei, ronde 2 en 3

Na een beetje te hebben uitgeslapen, was ik weer enigszins hersteld van mijn kutpartij. Ik kon mijn vreselijke niveau niet verklaren. Was ik moe? Dacht ik teveel aan m’n tentamens? Wat een mafkees ben ik ook eigenlijk, om zo’n zwaar schaaktoernooi te doen voor een tentamenweek. Ik realiseerde me dat pas vrij laat en het is toch een toernooi van je club. Ik moest maar gauw aan het schaken denken, anders zou ik tijdens die tentamens alleen nog maar aan mijn gepruts op dit toernooi denken.

In de tweede ronde speelde ik tegen Frans Erwich. Een bekende naam. Frank en Marc kende ik al van naam, maar deze niet. Het was ofwel een jonger broertje, ofwel de vader. Dat laatste bleek het geval te zijn.

De man bleek erg aardig te zijn. Hij analyseerde na afloop nog vrolijk en liet me later nog een partij van ‘m zien. Ik zei nog dat hij ‘m voor de schoonheidsprijs kon inleveren, wat hij ook deed. Jammer genoeg won hij niet, daarvoor deden er teveel grootmeesters mee.

Terug naar de partij. Want daarin was ik te aardig. Ik speelde de ruilvariant en hij antwoordde met 5…Dd6. Dat ken ik toch wat minder. Ewoud wees me er drammerig op dat ik het anders moest doen. Ik offerde tijdelijk een pion, die ik na wat moeite terug kreeg. Daarna stond ik wel oké, maar liet ik hem per ongeluk gevaarlijk binnenkomen. Ik verdedigde goed en er zat niks beslissends in. Toen hij optimistisch bleef aanvallen, stond ik gewonnen. Helaas verprutste ik het en mocht ik blij zijn met remise.

Ik ging nog even analyseren, maar pa Erwich ging weer wat eten. Het was opmerkelijk hoe weinig tijd er zat tussen de rondes. Ik had Sizzel ondertussen meegenomen naar huis, waar we josti’s gingen vreten. Om zes uur was ik nog niet aan m’n eerste begonnen, toen ik onschuldig vroeg hoe laat de volgende ronde begon. "Half zeven", antwoordde mijn moeder kalm. We gingen ongeveer om tien voor half zeven weg en kwamen een paar minuutjes te laat aan.

Ik zat onhandig al m’n spulletjes uit m’n tas te halen. Mijn klok liep al, dus ik was er bij gebaat dit snel te doen. Mijn tegenstander was Remco Hylkema. Ik had weer eens zwart en deed vrij "normale" zetjes. Het schijnt zelfs al eens eerder op het bord te zijn geweest. Helaas dacht ik een pion stoer met de dame te kunnen slaan, om weer als een haas terug te keren toen ze werd aangevallen. Ik vertrouwde het niet helemaal.

Ik stond minder, maar ik kwam er uiteindelijk wel aardig uit. Mijn stukjes vonden mooie velden; b4, c5 en d5. Helaas deden ze weinig. Met de computer kwam ik erachter dat ik een goede kans miste. In de partij dacht ik dat ik dan een kleine kwaliteit zou verliezen, maar dat was niet zo. Ik deed het dus anders… en verloor prompt een kleine kwaliteit. Ik kreeg nog wat kansjes tegen de verzwakte witte koningstelling, maar tegen het loperpaar plus vrijpion kon ik niks. In opkomende tijdnood probeerde ik nog wat, maar ik zag niks meer.

Wat een gepruts…

Op de terugweg fietste Sizzel gezellig op m’n moeders fiets terug. De tak had in de eerste ronde een bye en verloor in de tweede ronde door een onoplettendheidje. In de derde ronde won hij en begon hij zich rijk te rekenen.

Zondag 27 mei, ronde 4 en 5

Sizzel sliep op mijn kamer en ik zat tot twee uur ’s nachts over allerlei dingen door te kwaken. Toen ik merkte dat hij niks meer zei, hield ik m’n bek maar. De ochtend kwam sloom op gang. Half één is best laat, eigenlijk.

Ik speelde tegen Jeffrey van Renswoude. Behoudens een zege op het PJK in 2003 (laatste ronde), wist ik niet van hem te winnen. In 2004 moest ik op het PJK in remise berusten en op het OKU kwam ik met zwart met -2 uit de opening… en maakte ik vervolgens met moeite remise.

De partij verliep moeizaam. Ik kreeg amper voordeel en ik zag ook weinig mogelijkheden om iets te gaan doen. Gelukkig speelde hij wel erg optimistisch, iets wat hem duur zou kunnen komen te staan. De tactische fase brak aan. Ik speelde het niet verkeerd, waarna ik een kwaliteit tegen een pion voor kwam. Helaas bleek dit voordeel te klein voor mij om te winnen. Ik kwam nog ver, maar toen hij opeens kansjes kreeg, greep ik mis en verloor nog bijna.

Ik moest met weinig tijd op de klok remise houden met een pion minder. Ik was slim genoeg om, met de partij van Emile Wüstefeld in het achterhoofd, de zwarte koning op de zesde rij af te snijden. Zwart kon alleen vorderingen maken door torens te ruilen, waarna de partij remise was.

Jeffrey’s commentaar na afloop: "Daar kwam ik goed weg."

Daarna fietste ik weer naar huis. Ik wist blijkbaar dat ik tegen Dirk Goes zou spelen. Thuis aangekomen zag ik mijn ouders en m’n tante zitten. Ze luisterden naar iets wat leek op Peter Gabriel, maar het was het steeds net niet en ik ergerde me nog erger dan dat ik me schaamde voor die herrie.

Ewoud waarschuwde me voor zijn opening. Het kwam er op neer dat ik veld e5 niet mocht verzwakken. Terwijl ik mijn pizza voor de tweede keer in de magnetron stopte, (het ding was heel nat) gingen we allerlei stellingen bekijken. Het was meer een beetje lekker schaken. Terwijl ik m’n nog steeds natte pizza zat op te knabbelen, zat ik naar de zetten te kijken. "Gewoon altijd d6 doen", dacht ik.

Dus dat deed ik. Na 1.d4 Pf6 2.Lg5 e6 3.e3 (Dat had ie vast niet op 2…c6 gespeeld) Le7 4.Ld3 leek het me tijd voor 4…d6. Toen ik de partij later liet zien, brulde Ewoud dat ik ergens …c5 had moeten doen en dat ik moest nadenken. Tja, daar leerde ik die zetten toch voor uit m’n kop?

Hoe dan ook. Ik stond wel aardig. Mijn tegenstander vond dat hij slecht speelde en dat was ook zo. Ik ruilde zijn zwartveldige loper, waarna hij moedwillig zijn pionnen op "wit" zette. Ik zag mooie velden. Volgens Pliester had ik mijn loper moeten ruilen voor het paard. Ik had daar ook wel aan gedacht, maar ik dacht dat hij mooie velden had rond de witte koningstelling. Uiteindelijk verwaterde mijn voordeel helaas en nam ik zijn remiseaanbod aan. Eindelijk remise met zwart, dacht ik.

Maandag 28 mei, ronde 6 en 7

Op de laatste toernooidag wilde ik er nog wat moois van maken. De partijen begonnen vroeg, vanwege de prijsuitreiking. Ik speelde tegen Jeroen Schuil, een van Lennarts (en Larges) clubgenoten. Ik wilde mijn laatste witpartij graag winnen, maar verder dan een optisch voordeel in de opening kwam ik niet. Ik sloeg na zestien zetten een remiseaanbod af, omdat ik dacht dat ik misschien nog wat kon proberen in het eindspel. Dat viel tegen. Hij kwam eerder dan ik, waarna ik minder kwam te staan. Gelukkig wist ik wat valkuilen te vermijden, waarna ik zelfs weer beter kwam te staan. Echter, toen hij op de 38e zet remise aanbood, dacht ik dat ik dat het ook helemaal remise was. Veel had ik niet, maar ik overzag ook even een speelbare zet.

Weer remise, dus balen. De kans was groot dat ik helemaal niet meer zou winnen dit toernooi.

In de laatste ronde speelde ik tegen Philip Westerduin. Vorig jaar hield ik hem met wit nog op remise. Ook toen Hongaars. Ik stond de hele partij een fractie beter en het werd remise.

Dit jaar speelde ik met zwart. Hij speelde Schots. De partij leek op die partij die ik tegen Robin Oscar speelde op het PK. Ik ging met …d6 het witte centrum aantasten. Ik had bewust niet voor …f6 gekozen, want die kon hij slaan en dan kon ik slecht terugslaan. Hij dekt de pion dus met Pd2-f3, waarna ook Pg5 vervelend kan zijn. Dus ik doe …f6. Doet hij opeens exf6. "Wat ben ik toch een dom stuk vreten…" denk ik dan. Ik ruil dames en sla mismoedig met de pion op f6. (partij volgt)

Blijkt dat dat niet had gehoeven. Door middel van een tussenzet en een desperado had ik in ieder geval de lelijke pion voorkomen.

Gelukkig speelt mijn tegenstander het daarna matig. Ik speel mijn paard om van b6 naar e5, waar het wordt geruild. Ik sla met de f-pion en ben opgelucht. Daarna probeerde ik er in het dubbellopereindspel nog wat van te maken, maar de remisemarge was groot.

Tijdens mijn winstpogingen vliegt er opeens een vogel door de zaal. Het domme beest kakt een bord onder en vliegt zenuwachtig heen en weer. Tom de Ruiter lachte iets van: "De meeste schakers zijn vreemde vogels" of zo. Eerder die ronde kreeg hij de lachers al op zijn hand door een zet te doen toen het licht uitviel. Dit gebeurde overigens twee keer. Bij het uitvoeren van de zet zei hij: "Kun je het zien?"

Over vreemde vogels gesproken: Andries Mellema is echt een vreemde vogel. Vorig jaar versloeg hij mij in een miniatuurtje. Dit jaar hield hij het een paar zetten uit tegen Tom Meurs. Vervolgens bood hij in matige stelling remise aan tegen Joost Offringa, die dit na enig nadenken accepteerde. Zijn enige winstpartij was tegen Lennart. Lennart speelde een variant van het Frans die volgens mij erg goed is voor wit. Hij speelde het een beetje merkwaardig en na zijn zet Pe5, een normaal uitziende zet, zwam zijn tegenstander bij het bord. Hij raakte niet uitgepraat over de zet. Hij zette zijn handen tegen z’n kop en zei steeds "nog nooit eerder gezien" en dat soort kreten. Het was jammer dat Lennart er niet bij was.

Uiteindelijk stond hij op terwijl hij aan zet was. Hij dacht bijna een uur na over zijn reactie. Die was wel treffend. Lennart speelde misschien wat te passief tegen en werd kansloos weggeschoven.

Na een tijdje raakten de deelnemers wel gewend aan de vogel. Net toen ik weer stevig wilde nadenken, pakte Louis Kok het beest. Dat was wel een applausje waard.

Ik probeerde het eindspel te winnen, maar dat lukte niet. Zelfs Pliester vond geen winst.

Met 2½ uit 7 ging ik nog poffertjes eten. Stefan was met 4½ uit 7 nog in de prijzen gevallen, Sizzel had 5½ uit 7 en was derde geworden in de B-groep. Zij hadden meer noten op hun zang. Ik zat al gauw vol en ging naar de prijsuitreiking. Ton schijnt achteraf de rest van de poffertjes te hebben opgegeten. De prijsuitreiking duurde kort: van vijf voor half acht (?) tot vijf over half. Ik was nog maar net op tijd.   

Uiteindelijk won Jarno nog de schoonheidsprijs in de B-groep, (doorgestoken kaart?) als pleister (Pliester) op de wonde.

Pinda fietste nog gezellig mee naar huis. Stefan ging al gauw met de trein, waarna Sizzel, Pinda, Ewood en ik nog gingen achtungen. Ewood moest Sizzel nog wegbrengen. Sizzel dacht dat hij z’n portemonnee nog had laten liggen, maar hij had ‘m gewoon bij zich.

De dag erop had ik om kwart voor negen tentamen…

PS.: Op USF was ophef ontstaan over het incident tussen Tobías Kabòs en Stefan Vosshard. Ik vond dit nog wel aardig:

Datum: dinsdag 29-05-2007 00:03 Naam: Kijker

Opvallend: in Bussum drukt Van Renswoude zijn snor na een aantal nederlagen. In Maastricht drukt Eric de Moor zijn snor op de slotdag. De tegenstanders van hun kwamen voor niets. Karakter!

Datum: dinsdag 29-05-2007 00:13 Naam: Jeff van Renswoude

@Kijker,

Je moet oppassen met zulke opmerkingen maken..je weet de reden niet eens van mijn afmelding en als je denkt dat het komt door mijn nederlagen zit je goed fout!!! Ik heb mij netjes afgemeld bij de wedstrijdleiding en mijn tegenstander van ronde 6 heeft netjes tegen een ander gespeeld. Als ik kon zou ik juist komen om het slechte resultaat nog enigszins te redden..maar gezien de huidige privésituatie was ik niet in staat om te komen..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten