30 oktober 2011

BSG en de klokken verliezen van Rotterdam

Eerherstel. Dat was het doel van BSG voor de thuiswedstrijd tegen subtopper Rotterdam. De missie slaagde gedeeltelijk, want ondanks het ontbreken van een aantal bepalende spelers, werden er toch maar mooi vijf remises gepakt. Het mindere nieuws was dat de ander partijen geruisloos verloren gingen, waardoor BSG toch weer met grote cijfers klop kreeg. Toch werd er een halfje meer gehaald dan in de vorige wedstrijd en dat biedt hoop voor de toekomst.

Zes weken zaten er tussen de eerste en tweede competitieronde. Inmiddels vallen de blaadjes massaal van de bontgekleurde bomen en gaat de klok een uur achteruit. Het leek wel alsof de klokken sneller liepen in het langste weekend van het jaar, want bijna iedereen kwam in tijdnood. Gelukkig leven we nu in het digitale tijdperk, waarin de bedenktijd tot op de seconde nauwkeurig kan worden afgelezen. Dat was drie seizoenen geleden nog wel anders. Destijds werd de wedstrijd Rotterdam-BSG met op het oog vooroorlogse klokken gespeeld, die in de speelzaal net zo verdwaald waren als de BSG'ers in de meesterklasse.

Hoewel we nu thuis wel met de professionele klokken speelden, waren we nog net zo zwak als bijna drie jaar geleden. De reden hiervoor was dat Berelowitsch en Borm helaas verhinderd waren. Hun vervangers waren spelers uit het tweede en derde team, namelijk Bert en Bert. Dat bracht de gemiddelde rating van BSG terug op een zelfs nog lager niveau dan drie seizoenen geleden. Bij Rotterdam zal teamleider Ton de Vreede ongetwijfeld graag willen benadrukken dat zijn team ook met een invaller speelde: bij hun speelde Etienne Goossens voor Pascal Vandevoort, hoewel dat maar een kleine verzwakking was. In ieder geval moest BSG tegen een ratingtekort van bijna tweehonderd elopunten per bord opboksen.

Wedstrijd

De wedstrijd begon wat later, daar de Rotterdammers last hadden van de files. Sommigen hadden vijf kwartier (!) verprutst in een file bij Utrecht, dus eigenlijk was het nog knap dat ze maar een kwartier te laat aankwamen... Ondanks de ongemakken van het filerijden op de heenreizen de vele aanstellerige hoest- en proestgeluiden (het leek wel alsof iedereen verkouden was), waren de eerste partijen beslist in Rotterdams voordeel.

Ton van der Heijden trof in Jan Willem van de Griendt een oude bekende. Twee en een half jaar geleden werd hij hardhandig van het bord gezet, nu overkwam hem eigenlijk hetzelfde. Al bij de vijfde of zesde zet ging het fout, verzuchtte de verliezer. Leon Pliester liep eveneens tegen een lelijke nul aan. Volgens een expert versmaadde hij tegen Bart Michiels een vrij eenvoudige remise, waarna hij minder kwam te staan en ook geen remise meer kon maken. Ook Robert Ris wacht dit seizoen nog op zijn eerste resultaat. Tegen Frans Cuijpers had hij een goede stelling door zijn vingers laten glippen en daar werd 'ie niet bepaald vrolijk van.

De invallers lieten een goede indruk achter. Oude Bert verloor dan wel van Bonno Pel, maar stille Bert wist af te ruilen naar een saaie remisestelling, waarin er voor zijn tegenstander Michiel Besseling wel erg weinig aanknopingspunten waren voor een winstpoging. Een prima meesterklassedebuut, Bert!

Gelegenheidskopman Large liet ook een goede indruk achter. Eerlijk gezegd was hij niet zo onder de indruk van het spel van Luc Winants. Het zwaargewicht (rating: 2541 KNSB, 2540 FIDE) dreigde te bezwijken aan de druk op zijn stelling, maar de dringende tijdnood (tien zetten in een minuut of zo) deed Large besluiten tot een grootscheepse afruil, waarna hij niet verder kwam dan remise in een ongelijkelopereindspel met een pluspion.

Daarmee was de tussenstand alweer opgelopen tot 1-5 en was de wedstrijd dus eigenlijk gespeeld. De resterende stellingen boden echter nog heel wat kansen voor dagsuccesjes. Ewood kwam in de tijdnoodfase heel dicht bij de overwinning. In gierende tijdnood deden hij en zijn tegenstander Etienne Goossens bijna "at random" wat zetten, waarna wits vlag viel en de partij moest worden gereconstrueerd. Hierin bleek dat er dankzij een zetherhaling 41 zetten waren gespeeld, waardoor de partij werd hervat. Ewood wist de stelling met een pion minder te verdedigen, waardoor hij topscorer van BSG bleef. Na afloop mopperde hij over de kansen die hij eerder in de partij had gemist.

Het spektakelstuk van de dag was de partij van Lenaard. Hij heeft wel mazzel met zijn tegenstanders, want net als in de wedstrijd tegen Groningen speelde hij tegen een lekker ding. Toen speelde hij tegen Iozefina Paulet, nu speelde hij tegen Lekker Ding, ofwel de in de schaakwereld beruchte Marinus Kuijf. Ze maakten er een bizar schouwspel van, waarin sommige zetten de wenkbrauwen van menig schaakamateur zullen doen fronsen. Op een gegeven moment kon de Nederlands schaakkampioen van 1989 mat in een paar zetten geven, maar toen hij het verkeerde stuk koos om schaak mee te geven, kon Lenaards koning weer ontsnappen, waarna er een eindspel overbleef dat de roodharige witspeler goede winstkansen bood. Enkele zetten later was het remise.

Ondergetekende kwam ook een oude bekende tegen. Tegen Martin Martens had hij goede herinneringen: een halfje na een spectaculaire partij. Nu ging het er veel saaier aan toe. De witspeler probeerde zijn openingsspel van de eerdere ontmoeting te verbeteren. De door Merijn van Delft gehanteerde openingsopzet werd vrolijk gekopieerd en zwart speelde vol plezier hetzelfde als in de stampartij. In de analyse bleek waarom: hoewel wit zijn stukjes mooi in het centrum had, kon zwart via de f-lijn veel tegenspel creëren. Na een kans op (groot?) voordeel te hebben gemist, werden de dames geruild, waarin zwart het op de damevleugel niet heel handig speelde en behoorlijk onder druk kwam te staan. Ondergetekende wist de knock-out niet te vinden. Juist toen hij in alle macht remise dacht te moeten maken, kreeg hij een enorme winstkans. Helaas zagen de toeschouwers meer dan de witspeler, die remise maakte in een ongelijkelopereindspel met een pion minder, in plaats van dat hij een stuk won.

FM Henk redde het niet tegen Maarten Solleveld. Toen het centrum geblokkeerd werd, liep zijn offensief vast en werd hij langzaam overspeeld. Daarmee werd de eindstand 2½-7½, wat gezien het spelbeeld wel een juiste indicatie van de krachtsverhoudingen was, hoewel BSG ook een paar kansen voor open doel miste. Wel is duidelijk dat dit BSG niet in een grootse vorm steekt. Hopelijk is dat over vier weken, tegen LSG, wel anders.

BSG (2214) - Rotterdam (2389) 2½-7½
1. Lars Ootes (2375) - Luc Winants g (2541) ½-½
2. Leon Pliester m (2381) - Bart Michiels m (2489) 0-1
3. Robert Ris m (2386) - Frans Cuijpers m (2431) 0-1
4. Henk van der Poel f (2259) - Maarten Solleveld m (2502) 0-1
5. Ewoud de Groote (2286) - Etienne Goossens f (2304) ½-½
6. Jesper de Groote (2137) - Martin Martens m (2436) ½-½
7. Ton van der Heijden (2289) - Jan Willem van de Griendt f (2327) 0-1
8. Lennart Ootes (2209) - Rini Kuyf m (2412) ½-½
9. Bert Kieboom (1957) - Bonno Pel f (2306) 0-1
10. Bert Balke (1859) - Michiel Besseling (2146) ½-½

Geen opmerkingen:

Een reactie posten