30 juni 2008

Veldwerk Limburg (4)

Maandag 2 juni

"Als u nou vraagt wat ‘betrekkelijk’ is, dan kan ik daar geen antwoord op geven. Zo betrekkelijk is dat!"
A de Kraker, tijdens een les op 14 mei 2008.

Het einde kwam in zicht. De tweede week van het veldwerk was aangebroken. Vandaag zou Adriaan de Kraker, een grijze man, die het vak Dynamiek van het historisch landschap had gegeven, komen. Hij weet dus veel van landschappen. Daar kon hij dus mooi over vertellen.

Het was de laatste keer dat we met de bus door het landschap reden. Het eerste excursiepunt was een of andere boerderij bij de Maas. Daar zaten we een lange preek van een bedrijf aan te horen. Ze hadden ons in de watten gelegd met taart (en natuurlijk thee voor mij). Het enige wat ik me nog kan herinneren is dat ik per ongeluk m’n kopje liet vallen en dat 'ie niet stuk ging. Handige houten vloer! Later gingen we nog een eindje lopen. Te zien was de rivier de Geul, die door een oude meander van de Maas liep. Het zijn de grillen van de opheffing van het gebied. Waar de Maas vroeger van west naar oost liep, lopen de rivieren nu allemaal van oost naar west. Opmerkelijk was de snelle erosie:


Twee foto’s van de Geul.

Later in de ochtend werd De Kraker opgehaald. Hij hield enkele lange verhalen over het landschap en met name over allerlei landschappelijke waarden. Zo had hij het over graften en hoe bijzonder die dingen wel niet waren. Hee KC, lijkt aardwetenschappen jou niks?

Later gingen we nog een ijsje eten (nu moest iedereen uit eigen zak betalen, in tegenstelling tot een paar dagen eerder.) en liep ik met zo’n lekkend, kleverig geval achter de anderen aan, naar de bus. Ik wil jullie de volgende foto niet onthouden:

Foto 3: Een koe in de Geul. Later kwam er nog een koe bij staan.

Verder weet ik alleen nog dat De Kraker iets ging uitleggen over watermolens. Hij liet eerst de Maas van noord naar zuid stromen en verder was het niet echt pakkend. Ik herinnerde me nog wat professor Borger vertelde over die watermolens tijdens de eerste excursie vorig jaar, ergens bij zo’n waterbedrijf. Erg veel energie leverde het niet op, werd me verteld.

Het was overigens merkwaardig dat Borger er niet bij was. Hij weet erg veel over van alles en nog wat. Hij bleek niet te kunnen. Wie er wel was, was Henri de Groot. Hij had het vak Inleiding economie gegeven en het was zijn taak om de grote enquête in goede banen te leiden. Het was eigenlijk de eerste keer dat er een economiedocent nodig was. In de eerste helft van het veldwerk waren alleen Ron Vreeker en Eveline van Leeuwen aanwezig. Echt veel hadden ze niet te doen.

Ondertussen was Frank Bruinsma (ook min of meer een economiedocent) vertrokken. Hij had wat aardige verhalen, maar niet echt vakgerelateerd.

Dinsdag 3 juni

"De bodem bestaat uit zand, veen en een laagje klei. Het zand is Pleistoceen zand. En dat was het!"
Bruce, presentatie Dynamiek van het historisch landschap, 14 mei 2008.

Op deze dinsdag stond de voorbereiding van de grote enquête op het programma. Er moest urenlang gediscussieerd worden over welke vragen er moesten worden verwerkt. Het schoot allemaal voor geen meter op en de deadline van vier uur (dan moest het naar de drukker) kwam steeds dichter bij. Tekenend voor de situatie was de volgende quote:

"Voor iedereen die meedoet aan de discussie duurt het weer vijf minuten langer. Denk dus goed na voordat je wat gaat zeggen!"

Tijdens de afronding van het veldwerk op 20 juni heb ik te horen gekregen dat ze de opzet van de grote enquête niet gaan veranderen. Helemaal begrijpen waarom doe ik niet. Ik denk dat ze willen laten zien wat voor gekibbel politiek is en hoe moeilijk het is om besluiten te maken. Ik, met een EQ dat waarschijnlijk dichter in de buurt zal liggen van de nul dan van de 100, hield m’n bek maar dicht tijdens de discussie.

Het was eigenlijk maar een waardeloze dag. Weer een dag niet geleefd…

Woensdag 4 juni

"Het voordeel van een kater is dat 'ie weggaat."
Joris, 01-06 2008.

Interview

Deze woensdag was de spannendste dag van de hele twee weken. Er waren twee beproevingen. Eerst het interview met de heer Henket. Het was een verplicht interview met een stakeholder. Rolex en ik hadden in de voorbereiding een belangengroep aangewezen gekregen, te weten de gesponsorde verenigingen. Verenigingen die door de ENCI worden gesponsord. Dat bleek niet zo gemakkelijk te zijn. Zo sponsort de ENCI bijvoorbeeld MVV, het Limburgs open (dat schaaktoernooi waardoor het in Bussum zo rustig is met Pinksteren), maar wat moet je daarmee? Uiteindelijk vond Rolex Stichting Grafmonumenten. Deze graven liggen op de Sint-Pietersberg en de stichting wordt gesponsord door de ENCI.

Rolex had 15 vragen voorbereid. Veel vragen gingen uiteraard over de sponsoring. Het was wel grappig om te horen dat de sponsoring gewoon zou doorgaan als de groeve bij Maastricht zou sluiten. Verder vertelde de beste man over van alles en nog wat, over de inrichting van de groeve en bla, bla, bla… Ik probeerde alles wat ik hoorde op te schrijven. Dat was mijn werk. Ik heb er geen klachten over gehoord. 😉

Daarna kwam de enquête. Ik probeerde de eerste locatie, de economische faculteit (de "eco fac", aldus MadU) te vinden, maar dat lukte niet heel goed. Toen ik uiteindelijk de groep had gevonden, bleek niemand echt zin te hebben. Er waren bovendien verdacht veel buitenlanders (veelal Duitsers), waardoor het niet echt soepel verliep. Daarom gingen we bij elkaar maar enquêtes afnemen. 😉

Even later kwam Patricia, een studentenassistente of zo, die ons naar het station stuurde. Er kwam weinig van het enquêteren terecht. Hoogtepunt van de dag was een gesprek met twee medewerkers van de politie/marechaussee. De tijd ging voorbij. Ik probeerde nog wat mensen te ondervragen die ik "aankon", maar iedereen had haast. Om een uur of vijf kapten we er mee.

Die avond gingen Kampie en ik een gedeelte van de vragen invullen in het codeboek. De excursie was nu eigenlijk voorbij. Kampie was zo opgelucht dat hij helemaal euforisch werd.

"Ik ben zo blij. Ik heb me de afgelopen weken nooit ongelukkig gevoeld."
– "
Kampie, de leiding is er niet bij."

Aldus Kampie en Bruce, mijn kamergenoten. Kampie en MadU sliepen in zo’n tweepersoonsbed (dat stond bij binnenkomst al vast), Bruce en ik sliepen in een stapelbed. Ik sliep lekker beneden, maar niet lang meer…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten