24 juni 2012

Een race met twee gezichten

Alonso wint in Valencia

Met drie vingers in de neus. Op die manier leek the Finger-Man de Grand Prix van Europa, in de haven van Valencia, te winnen. In 2011 had hij de race al gewonnen en in 2010 ook. Alles leek erop dat het nu weer die kant op zou gaan: er gebeurde nagenoeg niets, behalve dat de jonge Duitser een steeds grotere voorsprong opbouwde op de rest van het veld. Maar toen brak de hel los en won Alonso, gestart vanuit de middenmoot.

Kwalificatie

Ongewoon spannend was het in de kwalificatie. De snelheidsverschillen tussen de teams zijn zo marginaal geworden, dat niemand zich een mindere dag kan veroorloven. Dat merkt Mark Webber wel. Kampte hij eerder het weekend al met versnellingsbakproblemen, in de kwalificatie werkt zijn DRS niet, waardoor hij veel tijd verliest en na de eerste sessie al kan douchen. Bij de andere afvallers zit verrassend genoeg ook Vergne, die door Co Valainen wordt afgetroefd. De Fin dringt daarmee als enige loserbolide door tot Q2. Van de loserbolides komt de wagen van Timo Glock niet eens in actie: de bestuurder is geveld door een darminfectie, die hem ook in de race aan de kant zou houden.

In Q2 moeten we afscheid nemen van de Ferrari's en Shoeface. Ze komen twee tienden tekort op de snelste tijd en vinden zich terug op de plaatsen 11, 12 en 13. Opmerkelijk is het dan ook dat Fattle in de beslissende sessie bijna vier tienden sneller is dan de tweede man, Luis. Pastoor is de verrassende nummer 3, voor de Renaults. Opmerkelijk is het goede optreden van de Force India's, die uiteindelijk met de achtste (Hülkenberg) en tiende (DRS'ta) plaats niet eens tevreden zijn. Ook Button zit in zak en as na zijn teleurstellende negende tijd. De winnaar van de openingsrace leek het in Valencia beter voor elkaar te hebben dan de afgelopen races, maar in de beslissende sessie doet de wagen niet wat-ie zou moeten doen. Aangezien de race in het "Monaco van Spanje" altijd in een optocht is uitgemond, weet Button dat zijn kansen op een positief resultaat al bijna verkeken zijn.

Fattle als een speer

Dat Red Bull de zaken de laatste tijd weer aardig onder controle heeft, bewijst Fattle wel. De laatste drie wedstrijden startten de energiedrankjes steeds van pole en hoewel dat niet altijd in een Red Bull-overwinning resulteerde, heeft het er in de openingsfase alle schijn van dat Fattle zonder problemen zijn tweede overwinning van het seizoen gaat binnenhalen. Luis behoudt bij de start namelijk nog net zijn tweede plaats, maar is in de openingsfase zo langzaam dat hij iedereen achter hem ophoudt. Terwijl Fattle met één à twee seconden per ronde bij de grijze bolide vandaan rijdt, dringt de agressief gestarte Grosjean steeds meer aan.

Pas na tien ronden knokt de Zwitserse Fransoos zich fraai voorbij Luis, maar Fattle ligt op dat moment al zo'n vijftien seconden voor. Ver achter de goedlachse Duitser vinden de echte gevechten plaats. Zo rijdt Alonso met het mes tussen de tanden. In de eerste ronde slalomt hij vakkundig om de andere deelnemers heen en ook de inhaalacties op Hülkenberg en Pastoor mogen er zijn.

Raadselachtige tactiek

De pitstops zorgen voor extra positieveranderingen. Vreemd genoeg gaat Button, die op de hardere band is gestart, als eerste naar de pits. Waar Luis zich na zijn stop door het verkeer moet zien heen te werken, behoudt Fattle de leiding gewoon na zijn stop. Hij kan dus weer fluitend bij de rest van het veld wegrijden. Ondertussen besluiten DRS'ta, Rosberg, Shoeface en Webber hun bandenwissel nog even uit te stellen en zijn stuitend traag. Shoeface krijgt iedere bocht meer auto's in zijn spiegel. Alonso ruikt zijn kans, haalt Webber op een riskante manier in en wast Shoeface ook nog even de oren, voordat de Duitser toch maar naar de pits gaat. Webber gaat meteen ook naar de pits, waardoor hij achter de Duitser aan blijft rijden, op de roemloze zeventiende plaats.

Tot dat moment is het nog een klinische race, net als die van vorig jaar, toen alle bolides aan de finish kwamen. Het eerste teken van een trendbreuk dient zich aan in de twintigste ronde, als Bruno Senna de eerste uitvaller van de race lijkt te worden. De Braziliaan knijpt Co Biaggi af op een snel stuk en gaat in de rondte. Wonder boven wonder loopt alles goed af en kan de Williams-coureur na een ongeplande pitstop de race weer vervolgen. Wel krijgt hij nog een drivethroughpenalty voor het incident, waardoor hij op de drieëntwintigste en laatste plaats rondtuft.

Even later gaat Vergne in de fout als hij Co Valainen raakt bij een onbeholpen inhaalactie. Beide wagens hebben schade: bij Co Valainen aan een voorwiel, bij Vergne aan een achterwiel. Waar Co Valainen beheerst naar de pits rijdt, maakt Vergne zich nog verder belachelijk door als een bezetene terug te razen, daarbij zijn bolide steeds verder demonterend.

Het andere gezicht

De escapades van de reserve-Red Bull-coureur blijken funest voor Fattle, die op dat moment een voorsprong van twintig seconden heeft op Grosjean. Vanwege de troep op de baan wordt de safetycar ingezet, waardoor Fattle zijn voorsprong ziet verdampen. Wel gaat bijna iedereen naar de pits. Bij Luis loopt de pitstop, zoals gewoonlijk, weer volledig in de soep en hij vindt zichzelf ineens op de zesde plek terug. Alonso is inmiddels opgerukt naar de derde plek, voor Ricciardo, die niet is gestopt en zich daardoor kortstondig in de kijker rijdt, waarmee hij het overigens een stuk beter doet dan zijn stuntelende teamgenootje. Räikkönen is vijfde, terwijl de Mercedes nu zevende en achtste liggen.

Er is nog bijna een halve race te gaan als Fattle voor de tweede keer mag proberen een gaatje te slaan met de rest. Grosjean, die in de slotfase van de race altijd loeisnel is, ziet het restant van de wedstrijd wel zitten. Zijn snode plannetjes worden echter doorkruist door Alonso, die hem direct na de herstart te grazen neemt. Nog voordat Fattle zich daar echt van bewust is, zit zijn race erop. De wagen valt om een nog onopgehelderde oorzaak stil. Geen derde overwinning dus, maar een vette nul. Adrian Newey zit met zijn handen in het spreekwoordelijke haar als hij zijn creatie ziet stilvallen. Het Spaanse publiek gaat uit zijn dak. Of hij nou Xabier of Fernando van voren heet, de naam Alonso doet het goed in Spanje.

Ondertussen komt ook teamgenoot Massa Co Biaggi tegen. Waar Co Biaggi een deel van zijn voorvleugel kwijtraakt bij de botsing, wordt Massa's rechter voorband opengereten. Vervolgens krijgt hij in de pits de verkeerde banden gemonteerd en kan hij op grote achterstand zijn weg weer vervolgen.

Betrouwbaarheid

Vooraan zitten de Loti op het vinkentouw. Grosjean zit vlak achter Alonso, terwijl Räikkönen iedere fout van Luis zal afstraffen. Zou Grosjean het Spaanse feestje kunnen verstoren en de achtste winnaar in acht races worden? Het antwoord is nee, want ook Grosjean valt stil. De dynamo kapt ermee en dus rest hem niets anders dan de wagen langs de kant te zetten. Kortom: de twee snelste wagens van het veld vinden kort na de safetycarfase hun Waterloo. Vreemd, gezien de betrouwbaarheid van de huidige generatie Formule 1-auto's. Door het wegvallen van de Lotus-Renault promoveert Luis naar de tweede plek in de race. Alonso heeft nog een buffer van vier seconden op de McLaren en het gat blijft constant, maar in de slotfase van de race kan nog heel veel gebeuren, zo hebben we vaker gezien.

Shoeface en Webber zijn achteropgeraakt door een late pitstop, maar op nieuwe banden proberen ze weer terrein goed te maken. Eén van die slachtoffers is Petjerov, die kortstondig in de punten rijdt. Petjerov valt terug naar de twaalfde plek en komt de ver teruggevallen Ricciardo tegen. De Toro Rosso wordt in de lucht geworpen, maar kan verder, terwijl Petjerov zich bij zijn team komt melden voor een nieuwe voorvleugel.

Heethoofden

Daarmee hadden we het nog niet gehad, want vooraan wordt Luis door zijn team opgenaaid om Alonso aan te vallen. Luis zet een slotoffensief in, pusht zo hard als hij kan en sloopt daarmee zijn achterbanden. Räikkönen, die even was afgehaakt, is er als de kippen bij en gaat de McLaren in tweede instantie voorbij. En het wordt nog erger voor Luis, die zijn grote vriend Pastoor in zijn spiegel krijgt. Die is het geintje dat Luis hem vorig jaar in Monaco flikte nog niet vergeten en nu krijgt hij de kans om het terug te doen: hij kwakt Luis brutaal in de vangrail. Daarbij verliest Pastoor wel zijn voorvleugel, waardoor hij in de slotronden door iedereen om de oren wordt gereden, maar toch houdt hij nog een puntje over aan de klucht.

Zodoende rijdt Alonso naar een knappe en dikverdiende overwinning, terwijl Räikkönen enigszins fortuinlijk tweede wordt. Het gepruts aan kop zorgt dat er een oude bekende naar het podium rijdt: Shoeface werkt zich op naar de derde plaats, met Webber, die een abonnement op vierde plaatsen lijkt te hebben, vlak achter zich. Ze zijn in de slotfase te snel voor Hülkenberg, die knap vijfde wordt, en DRS'ta, die Rosberg nog ziet passeren en zevende wordt met maar één pitstop. Button wordt achtste, voor Perez en Pastoor.*

Nieuw

De verwachtingen van een optocht kwamen totaal niet uit en hebben we eindelijk geen nieuwe Grand Prix-winnaar. Het zou eens tijd worden! De Grand Prix van Europa leek in geen enkel opzicht op zijn voorgangers en dat is een goed teken. Zelfs in de haven van Valencia kunnen leuke races worden gereden en dat is een hele opluchting. En met Alonso heeft de race ook nog een geweldige winnaar gekregen.

* Naschrift: Pastoor kreeg een tijdstraf voor de botsing met Luis, waardoor niet hij, maar teamgenoot Senna de tiende plaats behaalde. Shoeface' derde plek stond nog even onder druk vanwege DRS-gebruik bij een gelevlagsituatie, maar de Duitser behoudt zijn podiumklassering.

17 juni 2012

Een prestatie van formaat

Deceptie in Oekraïne

Zelfverzekerd reisde het Nederlands Elftal af naar het verre Oekraïne. De 6-0-zege in het oefenduel tegen Noord-Ierland had het team het benodigde zelfvertrouwen opgeleverd. Want Oranje mocht op het Europees Kampioenschap dan wel in de "poel des doods" zitten, maar dat zou  de vicewereldkampioen toch niet tegenhouden? Eenzelfde beproeving hadden ze op het vorige EK immers ook glansrijk doorstaan. Maar in Charkov was alles anders. Oranje werd de deceptie van het toernooi.

Zand in de ogen

In de kwalificatieduels liep het nog als een trein voor Oranje, dat wedstrijd na wedstrijd won. Onverslaanbaar was het elftal, tot de laatste wedstrijd, Zweden-uit. Vanaf dat moment begon het gekwakkel. De oefencampagne verliep bijna zonder uitzonderingen teleurstellend. Maar de slotwedstrijd tegen Noord-Ierland werd dik gewonnen, dus maakte het pessimisme plaats voor optimisme. Alle problemen leken opgelost.

Stagnatie

Dat was natuurlijk slechts schijn. Oranje was al sinds het afgelopen WK in zijn ontwikkeling blijven stilstaan. Een goed voorbeeld daarvan was de 3-0-oorwassing die Oranje eind vorig jaar in Hamburg kreeg van Die Mannschaft, dat op het WK in Zuid-Afrika waarschijnlijk nog ongeveer van hetzelfde niveau was. Een duidelijk teken aan de wand. Maar Van Marwijk greep niet in. Zo klungelde Oranje naar het EK toe. Iedereen zag een afslachting aankomen en Van Marwijk begon zich steeds minder op zijn gemak te voelen. In de persconferenties maakte hij vaak een gespannen en geïrriteerde indruk. Ondertussen probeerde hij wel de omstandigheden van het bijna succesvolle WK in Zuid-Afrika na te bootsen door het team mee te nemen naar een droevig stukje geschiedenis, destijds Robbeneiland, ditmaal het concentratiekamp in Auschwitz.

Eerste tegenslag

Het medicijn was echter uitgewerkt. Vooraf werd er met niets dan een zege rekening gehouden tegen Denemarken, de nummer negen op de FIFA-ranglijst. Daarna zou Oranje met Duitsland en Portugal wel uitvechten wie door zou gaan. Het moet gezegd worden: Denemarken speelde echt heel slecht tegen Nederland. De D1'tjes speelden paniekerig, zonder overleg, zonder systeem. Nederland had de hele wedstrijd een enorm overwicht en reeg de mogelijkheden aaneen. Die mogelijkheden leverden verrassend weinig op: de meeste schoten gingen langs het doel en de andere schoten waren simpele prooien voor de Deense keeper. Dus besliste een doelpunt van Grandeli de wedstrijd. Een enorme dreun. En het was zo oneerlijk! Zo onterecht! Dat vond heel Nederland. Maar Nederland is verwend. Nederland weet niet wat winnen is (getuige de overdreven huldiging na de verloren WK-finale) en dus ook niet wat verliezen is. Maar goed, om weer bij de wereldkampioen uit te komen: Spanje was het afgelopen WK ook met een nederlaag begonnen, dus er was niets verloren. Als Duitsland maar verslagen werd.

Speelbal

Over die wedstrijd kunnen we kort zijn: Duitsland was tien keer beter en hield zich nadrukkelijk in om het buurlandje niet te veel te vernederen. Dat was natuurlijk niet zonder eigenbelang, want zodoende had Oranje nog een miniem kansje om door te gaan. Want dat Duitsland van Oranje weinig te vrezen had, dat was voor iedereen wel duidelijk. Oranje speelde flets en zielloos. De chemie was weggespoeld, de automatismen waren weggesleten. Het middenveld was afwezig, de achterhoede schutterde keer op keer en de voorhoede speelde niks klaar. Maar wat wil je ook als je in een 4-0-6-systeem speelt?

Hoop

Toch was er nog een kans dat het goed zou komen. Angstgegner Portugal moest gewoon effe verslagen worden. Met twee doelpunten verschil. En dan moest Duitsland ook nog effe van Denemarken winnen. Maar het kon! Oranje, dat toepasselijk in het zwart speelde, stond voor de loodzware opgave om ten koste van de ploeg waar het op het EK in 2004 (2-1-nederlaag door drie Portugese doelpunten) en het WK in 2006 (schoppartij die in 2-2 eindigde qua rode kaarten en 1-0 op het veld) door werd uitgeschakeld, in het toernooi te blijven.

Met een gewijzigd team begon Oranje goed tegen een zeer tam Portugal. Via Van der Fart kwam het geplaagde elftal zelfs op voorsprong, maar na een kwartier was de benzine op en zette Portugal het enorme veldoverwicht om in een 2-1-voorsprong. Oranje zette alles op alles, maar kon de nederlaag met geen mogelijkheid afwenden. Dus eindigde het kansloos onderaan in de poel met nul punten uit drie wedstrijden.

Pak hagelslag

Zo eindigde het EK voor Oranje al na iets meer dan een week met een enorme teleurstelling. Geen moment kon de ploeg aantonen waarom het twee jaar geleden vicewereldkampioen was geworden. Natuurlijk zat Oranje in een zware poel, hoewel de poel met Spanje, Italië en Kroatië waarschijnlijk sterker was, maar dat mag geen excuus zijn. Als Nederland wel door was gegaan, hadden ze in de kwartfinale weer met een andere sterke ploeg moeten afrekenen. Het is pijnlijk maar waar: Nederland kwam dit EK heel veel kwaliteit tekort. Het is echt een raadsel waar de laatste weken op getraind is, want ondanks dat Van Marwijk constant met dezelfde poppetjes wenst te spelen, leek Oranje in de verste verte niet op de geoliede machine die het op het WK was. Bijna niemand behaalde op het veld het verlangde niveau. Met name Wiel, Willems, Persie, Huntelaar en de schoonzoon zakten enorm door het ijs. Naast de vraag met welke spelers en welke trainer Nederland in de toekomst moet spelen, is het de vraag wat er nou zo vreselijk is misgegaan. Is Oranje te veel op zijn lauweren gaan rusten? Of heeft het vertrek van De Boer verstrekkende gevolgen gehad? En is de houdbaarheidsdatum van Van Marwijk nu echt verstreken?

In ieder geval slaagde Van Marwijk erin om met een op papier ijzersterk team alle wedstrijden in de groepsfase te verliezen. Een prestatie van formaat.

10 juni 2012

Conservatief Ferrari krijgt het deksel op de neus

Luis eindelijk succesvol in 2012

De Grand Prix van Canada, gereden op het beroemde Circuit Gilles Villeneuve, is elk jaar weer een race om naar uit te kijken. De race staat erom bekend dat het het uiterste van de rijders en bolides vergt. De remmen krijgen het zwaar te verduren, een stuurfoutje is zo gemaakt en dan heb je nog de dreiging van de safetycar, die de stand door elkaar kan husselen. En wat te denken van de regenrace van vorig jaar? Tegen dat spektakel kon de 2012-editie niet op. Het was zelfs lange tijd ronduit saai, maar het einde vergoedde heel veel.

Twee weken geleden won Mark Webber de Grand Prix van Monaco; daarmee hield hij de traditie in stand dat iedere race door een andere coureur werd gewonnen. Zou daar in Canada verandering in komen? Als het aan Fattle lag, wel. De Duitser zette zijn opgeleefde Red Bull overtuigend op pole. Luis stond naast hem op de eerste startrij, voor Alonso en Webber. Rosberg was vijfde en Massa keurig zesde. Ietwat tegenvallend was de zevende plaats van Grosjean, terwijl Shoeface op een negende plek bleef steken doordat zijn team hem op het beslissende moment te laat op pad had gestuurd. Button had het in alle kwalificatiesessies moeilijk en bleef op een tiende plek staan, omdat hij in de beslissende sessie geen zachte banden meer had.

Race

Hoewel de start in Canada vaak niet zonder brokstukken verloopt, gaat het nu prima. Fattle behoudt de leiding, voor Luis en Alonso. Achter hen moet Webber Rosberg afschudden. De Finse Duitser heeft het in de openingsfase moeilijk, want nadat hij van zijn team krijgt te horen dat hij zuinig moet zijn met de benzine en zijn banden, wordt hij achtereenvolgens door Massa en DRS'ta ingehaald.

Vooraan rijden Fattle, Luis en Alonso iets weg bij Webber, die als enige in de kopgroep op harde banden is vertrokken. Achter hem komt Massa opzetten, maar zijn rol vooraan is na een schuiver al snel afgelopen. De Braziliaan valt terug naar de middenmoot en besluit al snel nieuwe banden te halen om uit het gedrang te komen.

In de middenmoot is het namelijk een gedrang van jewelste. Toch vinden er weinig inhaalacties plaats. Pas wanneer de bandenslijtage merkbaar wordt, komt er leven in de brouwerij. Sommige rijders krijgen al snel bandenproblemen, anderen hebben er nauwelijks last van. DRS'ta behoort tot de eerste categorie. Al snel moet hij zijn mooie vijfde positie opgeven om nieuwe banden te laten monteren.

Vooraan lopen Luis en Alonso langzaam in op Fattle. De Duitser bezoekt als eerste van de drie koplopers de pits. Luis volgt even later en komt voor de Red Bull op de baan. Fattles banden zijn echter al op racetemperatuur en hij probeert tevergeefs zijn positie terug te winnen. Vervolgens stopt Alonso en hij komt weer voor Luis en Fattle op de baan. Hij weet Luis' tegenaanval echter niet af te slaan. Op het lange rechte stuk gaat de McLaren de Ferrari eenvoudig voorbij.

Dat brengt de leiding kortstondig in handen van Grosjean, maar als hij stopt, leidt Luis weer voor Alonso en Fattle. Achter hen rijden Räikkönen en de beide Saubers. Co Biaggi gaat al snel naar de pits, maar Räikkönen en Pérez besluiten extreem lang door te rijden op hun eerste bandenset. Achter hen komen Webber, Rosberg en Grosjean langzaam maar zeker dichterbij. Rosberg is erg snel en wanneer hij vlak achter Webber zit, duikt hij voor de tweede maal de pits in. Räikkönen maakt even later zijn enige stop, gevolgd door Pérez. De Mexicaan komt voor de Fin weer op de baan, maar achter Rosberg.

Waar Rosberg halverwege de race de snelste man op de baan is, gaat er bij Shoeface weer van alles mis. Ditmaal gaat zijn DRS (!) kapot, wat resulteerde in Shoeface' vijfde (!) uitvalbeurt dit jaar. En wat te denken van Jenson Button? De wereldkampioen van 2009 zit in een bijzonder zwakke fase, want niet alleen was hij stuitend traag en kwam hij geen barkruk voorbij, ook was hij de enige coureur die drie bandenstops nodig had.

De grote gok

Teamgenoot Luis heeft het vooraan ook niet heel makkelijk: Alonso en Fattle knabbelen steeds weer wat tienden van zijn voorsprong af. Met nog twintig ronden te gaan, stopt Luis voor de tweede en laatste keer. Wat zouden zijn achtervolgers doen? Zouden ze hem volgen, of zouden ze de race zonder verdere pitstops proberen uit te rijden? Al snel volgt het antwoord: ze bleven inderdaad doorrijden, dus moest Luis ze op de baan inhalen. Dat beloofde wat voor de slotfase.

Ondertussen is Massa, ondanks zijn uitglijder in het begin van de race, naar de zesde plaats opgeklommen. Zijn banden zijn echter niet meer in goede staat en hij heeft Rosberg en Pérez in zijn nek hijgen. Rosberg doet een inhaalpoging op het rechte stuk, kan de bocht niet halen en moet zijn gewonnen positie weer teruggeven. Met z'n drieën rijden ze naast elkaar op het rechte stuk, waarbij Pérez Rosberg inrekent. Vervolgens rekenen ze Massa in, die eieren voor zijn geld kiest en toch maar nieuwe banden laat monteren.

Inmiddels zit Luis vlak achter Fattle en hij kan hem op het rechte stuk zonder veel moeite voorbij. Fattle komt meteen maar binnen voor nieuwe banden. Ferrari blijft vasthouden aan de riskante tactiek. Een tactiek die niet gaat werken, want even later vliegt Luis Alonso ook voorbij. waar Luis naar de overwinning raast, krijgt Alonso het in de slotfase stevig voor zijn kiezen. Achter hem doemt ineens Grosjean op. De Renault-coureur is in de slotfase loeisnel, ondanks dat zijn banden al ruim veertig ronden oud zijn. Ook hij gaat de Ferrari makkelijk voorbij, waarna Pérez hetzelfde doet. Fattle rijdt na zijn stop met de moed der wanhoop, kust nog even de muur, maar is wel de snelste man op de baan. Hij geeft de strategen bij Ferrari een flinke mentale tik door Alonso een paar ronden voor het einde eveneens te passeren.

Luis wint de Grand Prix daardoor onbedreigd, voor Grosjean en de als vijftiende gestarte Pérez, wat toch wel een verrassend podium opleverde. Fattle werd vierde, voor de geplaagde Alonso, Rosberg, Webber, Räikkönen, Co Biaggi en Massa. Zo werd de optocht uiteindelijk toch nog enorm interessant en leerden we dat er nog steeds teams zijn die de banden beter begrijpen dan de rest en dat het bedenken van de bandenstrategie ook nog steeds vakwerk is. Iedere race blijft daardoor onvoorspelbaar en dat is toch wel weer heel leuk. Zeven verschillende Grand Prix-winnaars in zeven races, waar gaat dat eindigen?

01 juni 2012

Terugblik BSG-Pinkstertoernooi

Vorig weekend organiseerde mijn schaakclub BSG voor de zevenentwintigste keer het Pinkstertoernooi. Het was voor mij alweer de derde keer dat ik me nuttig maakte als verslaggever, dus ik heb het toernooi op de voet gevolgd. Tijd voor een korte terugblik.

Vorig jaar was de organisatie nog stellig: het Pinkstertoernooi zou niet meer in het Denksportcentrum in de Nieuwe Englaan worden gehouden, maar in het Goois Lyceum. Het nadeel van ons eigen Denksportcentrum is dat er erg weinig ruimte is: er is bijvoorbeeld geen aparte analysezaal. Dat probleem zou op de middelbare school verholpen moeten zijn, maar helaas bleef het bij ideeën en kwam het hele plan niet van de grond. Dus was het Pinkstertoernooi toch weer aan het Denksportcentrum gebonden.

Het aantal deelnemers viel uiteindelijk reuze mee. Aanvankelijk druppelden de aanmelding mondjesmaat binnen, maar uiteindelijk waren er, inclusief toernooiopvullers, 109 deelnemers, iets meer nog dan vorig jaar. Dan hebben we blijkbaar toch nog iets goed gedaan. Wel was de bezetting vrij zwak. In de A-groep deed maar één buitenlandse grootmeester mee. Dat maakte het toernooi schaaktechnisch gezien minder interessant, maar het scheelde de organisatie geld en het toernooi werd er een stuk onvoorspelbaarder op, want er waren ineens heel veel kanshebbers.

In tegenstelling tot vorig jaar werden de dagverslagen niet uitgeprint. Vorig jaar waren de uitgeprinte dagverslagen een succes te noemen: de papiertjes vonden gretig aftrek. Dit jaar waren ze heel wat minder prominent aanwezig. Aanvankelijk waren ze slechts op de BSG-website te bewonderen, later werden sommige verslagen ook op schaaksite gezet. Anders dan vorig jaar heb ik er geen reacties op gekregen, bijvoorbeeld op Utrechtschaak. Dat vind ik wel jammer.

Wat ik ook wel jammer vond, was dat ik werd geacht mijn schrijfsels bij de ingang van de benedengroep te produceren. Vorig jaar zat ik in de bovenste zaal (de Euwe-zaal) en dan ook nog eens helemaal aan de achterkant. Wat een rust! Helaas was de opstelling van de tafels nu veranderd en was daar geen plaats meer voor me. De nieuwe locatie had als nadeel dat alle deelnemers steeds langs je liepen. De laptops hadden een magische aantrekkingskracht op de klierige, vermoeiende schakers in de benedengroep. Bovendien werd ik vaak gezien als iemand van de organisatie, bijvoorbeeld als mensen zich nog wilden inschrijven, of een pen wilden lenen. Kortom: het kostte me veel moeite om me te concentreren.

Het schrijven van verslagen is een beetje gek werk. In het begin van de partijen gebeurt er eigenlijk nauwelijks wat, maar na drie uur spelen gaat het ineens hard. Vaak begon ik pas echt met het verslag als iedereen klaar was. Niet voor niets begon ik twee jaar geleden met de titel "Waar u stopt, gaan wij verder". Destijds had ik nog geen schootcomputer en was ik thuis tot drie uur 's nachts bezig met het verslag van de openingsronde te tikken. Nu had ik wel een laptop en was ik de meeste dagen rond een uur of één 's nachts, ruim twee uur na het eindigen van de partijen, wel klaar. Lenaard zette de verslagen dan met foto's en diagrammen op internet.

Aangezien het spelniveau niet al te hoog was, heb ik de meeste partijen ook niet heel erg geanalyseerd. Daarvoor moest ik de partijen in het schaakprogramma op m'n computer krijgen en dat ging niet vanzelf. Vaak had ik alleen de afgeronde partijen van de mindere goden ingevoerd. Op de partijen aan de liveborden moest ik eigenlijk weer net te lang wachten. Maar goed, veel partijen waren stevig eenrichtingsverkeer, dus daar volstond een algemeen praatje wel.

Nieuw dit toernooi was de drieëntwintigste-zetprijs. Iedere ronde werd er aangekondigd welke zet de spelers op de 23e zet moesten spelen om een fles wijn te winnen. Het was als aardigheidje bedoeld, maar al snel speelden sommige lui echt alleen om het gefermenteerde druivensap. Dat leverde soms grappige situaties op, dus kwamen de rondeverslagen vol te staan met die onzin. Hoewel het een leuk idee was, werd het toernooi er uiteindelijk niet bepaald geloofwaardiger door.

Ik had toch al niet echt het idee dat veel mensen het schaken serieus namen. Neem de partij tussen de gebroeders Wallace, die na drieëntwintig zetten remiseerden en allebei een fles wijn scoorden... Of van die aanwezige lui die bijna alles verliezen en dan op de slotdag hun snor drukken. Dat hoort niet op een weekendtoernooi thuis, maar elke keer gebeurt het weer. Steeds zijn er mensen die het schaakspel in diskrediet brengen en helaas zijn het eigenlijk altijd dezelfde mensen die dat doen. Daar moet van geleerd worden.

Waar ook van geleerd moet worden, zijn de organisatorische miskleunen. Goed, dat er wat vertraging wordt opgelopen met de inschrijvingen op de openingsdag, dat kan gebeuren. Dat de microfoon onverhoopt niet werkt, dat is ook even jammer. Maar dat de prijsuitreiking, helemaal aan het eind van het toernooi dus, zo rommelig was, is toch wel slecht te noemen. Eerst was er al verwarring in welke zaal de prijsuitreiking zou plaatsvinden, en in de prijsuitreiking zelf zat totaal geen lijn. Je moet toch wel van tevoren hebben uitgedacht in welke volgorde je de prijzen gaat uitreiken? Daarnaast was de bar halverwege het toernooi al uitverkocht. Dat is dom, daarmee doe je niet aan klantenbinding.

Terug naar het toernooi, dat in totaal door zeven mensen werd gewonnen: drie in de A-groep en vier in de B-groep.

Voor de verslagen heb ik geprobeerd originele titels te bedenken, hoewel dat niet altijd lukte. In de verslagen komt de B-groep er vaak maar bekaaid van af.

1. Opstartproblemen

De eerste ronde is vaak saai, hoewel er nu nog een paar verrassende uitslagen waren. Het citaat van de dag plukte ik van Facebook: “Vanavond begint het Pinkstertoernooi van BSG. Het is erg zwak bezet, maar er is nog wel een eerste prijs van 1000 euro. Gratis geld!” Hoewel ik het er niet helemaal mee eens ben, vond ik het wel een mooie manier om het verslag wat op te fleuren.

2. Nog vier fiere koplopers

Niet m'n beste titel en ook niet m'n beste verslag. Het verslag begint met een (grappig bedoeld) loos dreigement over leenpennen, gevolgd door een aantal schaakfragmenten.

3. Iedereen neemt de 23e-zetprijs serieus

De drieëntwintigste-zetprijs bleek het spel behoorlijk te beïnvloeden. De spelers leken minder geconcentreerd te zijn: "Het blunderpercentage was opvallend hoog deze avond. Zelfs in de A-groep kwamen taferelen voor die je hoogstens bij de F’jes nog verwacht." Het verslag ging verder vooral over de drieëntwintigste-zetprijs en "non-openingen", twee zaken die meer met elkaar te maken hebben dan men misschien zou denken.

4. Klein trekt Afek hardhandig van zijn sokkel

Halverwege het toernooi won David Klein op grootse wijze van koploper Afek en nam daarmee een voorschot op de toernooizege. Uiteindelijk zou de inmaakpartij hem de schoonheids- of spektakelprijs opleveren. Dat de airco goed werkte, bleek trouwens wel uit het feit dat sommige spelers in de A-groep het erg fris hadden. In het verslag moest de bij de organiserende vereniging bekende John Markus het ontgelden: "Ook Michael Wunnink en de in winterjas en handschoenen gehulde John Markus pakten soepel hun puntjes." Tot slot nog een stom woordgrapje: "Tom Berkelmans en Paul van Sonderen presteerden het allebei om de zet 23.Pa5 uit te voeren en werden daarvoor niet weinig beloond."

5. Vier spelers met vier punten

Een saaie ronde. Dankzij Sizzel, die bij ons sliep, kon ik wel een nieuwe term invoeren: liveborden-faalangst (met optioneel streepje om de leesbaarheid wat te vergroten). Hij verloor namelijk kansloos aan een livebord. Ondertussen speelden de gebroeders Wallace een wat al te lollige remise in hun onderlinge partij in de B-groep.

6. Kansloze offers en bijzondere ontknopingen

De zesde ronde, die op de maandagochtend werd gehouden, was een waar spektakel. Er waren verrassend veel offers en aparte materiaalverhoudingen op het bord te bewonderen. Helemaal snappen doe ik het niet, maar het lijkt erop dat iedereen tijdens de zesde ronde stoer wil doen. Schaaktechnisch was het niet erg indrukwekkend, maar het was leuk voor het publiek.

7. Drie winnaars in de A-groep, vier in de B-groep

Het slotverslag, waarin de winnaars werden genoemd en nog wat pijnpunten werden besproken (waarvan één door Lenaard is gecensureerd).

Al met al hoop ik dat het Pinkstertoernooi volgend jaar in een grotere locatie wordt gehouden. Er mag nog eens goed worden nagedacht over speciale prijzen (waarom de drieëntwintigste zet en niet bijvoorbeeld de achtentwintigste, of moet er niet een extra eis komen, zoals de partij winnen), het aankoopbeleid bij de bar en het tijdschema (de middagronde zou wat mij betreft wat vroeger mogen). Er zijn vast nog wel meer punten die wat beter kunnen, zoals de prijsuitreiking, maar er zijn vast nog wel meer pijnpunten. Hopelijk wordt de achtentwintigste editie van het Pinkstertoernooi dan echt mooi.