De van levenswijsheden overlopende Tom de Ruiter zei het lang geleden al: “De meeste schakers zijn vreemde vogels.” Gisteren kon ik dat uit eerste hand meemaken tijdens het kroegschakerstoernooi in Zwolle.
Een paar maanden terug zeurde Ewood een heleboel schaakvrienden aan het hoofd om zich voor het Rondje Swolle Horeca Toernooi (waarom Zwolle met een s, waarom al die spaties, waarom al die hoofdletters?) aan te melden, zodat we met een viertal aan het kroegschakerstoernooi mee konden doen. Uiteindelijk kreeg hij Sizzel, Ton en (uiteraard) mijzelf zo gek om hun zondagmiddag in een aantal matig verlichte Zwolse kroegen door te brengen.
De originaliteitsprijs voor de teamnaam hadden we met The unBEARables alvast binnen (het had wat mij betreft ook best The unBEERables mogen heten), omdat de concurrentie megaslecht was. Anyway, na een vrij korte nacht stond ik samen met Ton om half 11 in het strijklicht van het novemberzonnetje op de trein te wachten. Sizzel reisde vanaf Amersfoort Schothorst (dat is het station tussen het hoofdstation van Amersfoort en Amersfoort Fathorst in) met een stoptreintje dezelfde richting op en kwam ogenschijnlijk een fractie eerder aan. Ewood stond ons al op te wachten en met z’n vieren liepen we naar de binnenstad van de provinciehoofdstad van Overijssel.
De Zwolse vesting had wat weg van Naarden-Vesting, maar dan zonder die kutkinderkopjes en zonder auto’s. Wat er wel was: drommen mooie meiden. De ene chick was nog lekkerder dan de andere. Helaas werd ik geacht de hele middag tegen stoppels en bierbuiken aan te kijken. Nadat Ewood ons team had aangemeld en het schema nader had bekeken, gingen we op zoek naar de eerste kroeg. Het speelschema had uitgekozen dat dit Café Koos moest zijn. Daar maakten we gehakt van Zondag Gehaktdag. Ik geloof dat de uitslag 7½-½ of 7-1 was, waarbij ik mijn handen nog mocht dichtknijpen met het behaalde resultaat.
Ook in de tweede ronde tegen een Amersfoorts team, waarin ik natuurlijk tegen de grootste zuurpruim ter wereld kwam te spelen, wonnen we met vergelijkbare cijfers. We hadden mazzel dat we het enige team dat qua speelsterkte een beetje bij ons in de buurt kwam aan het eind van het toernooi troffen, toen ze al helemaal ladderzat waren. Ewood had de eer met hun aangeschoten kopman te spelen, zodat hij zijn twee partijtjes al had afgeraffeld toen ik tegen Paul ten Vergert (2220) net aan de tweede partij begonnen was. Misschien raakte hij nog wel meer dan ik afgeleid van het plotseling opstekende dronkenmansgelal naast ons, en verloor hij in een moeilijke stelling opeens een stuk, zodat ik de minimatch zowaar nog winnend wist af te sluiten.
We eindigden het toernooi tegen Vrije Ronde!, wat helaas niet betekende dat we wat vroeger naar huis konden. In plaats daarvan speelden we tegen het team van de overigens wel erg bleke Roel Donker (2275), die tegen Grotovsky werkelijk waar niks in te brengen had. Bij mij was de scherpte er tegen het eind van het toernooi wel af omdat ik te gierig was geweest om een vette versnapering te bestellen en te lui was geweest om een paar broodjes mee te nemen.
Ewood had overigens wel een lunch meegenomen, namelijk twee citroenen. Hij presteerde het om de gele vruchten tijdens een van onze vele stadswandelingen met schil en al te verorberen. Dat we steeds tegen de juiste tegenstanders kwamen te spelen, was overigens nog een groot wonder. Zo raakten we Sizzel bij de stadswandelingen steeds kwijt omdat hij te sociaal was, leidde onze Grote Blonde Leider ons een keer de verkeerde kroeg in en stuurde een barvrouw ons abusievelijk naar de toiletten in plaats van de speelzaal (tip: stel nooit twee vragen tegelijk).
Ging er dan ook nog wat goed? Gelukkig wel! Bij het invullen van de uitslagen bleek dat wij het toernooi zowaar hadden gewonnen. Dat was een hele geruststelling, omdat Ton toch zeker wel drie keer door zijn vlag was gegaan. Gelukkig brak ons dat niet op en mochten we alle vier een prijsje uitzoeken. Sizzel ging zelfs met twee prijzen naar huis omdat hij ook in de loterij in de prijzen viel, maar niet voordat we Max Verstappen onder het genot van een hapje en een drankje naar de overwinning hadden toegeschreeuwd. Het venijn zat ‘m in Brazilië in de staart en intens gelukkig vanwege het resultaat en de fantastische race togen we weer naar huis.
Minder gelukkig was Ton, die ergens in het toernooi zijn sjaal was kwijtgeraakt. Een dag later miste hij zijn trein en kwam hij in een door een seinstoring gigantisch vertraagde trein te zitten, zodat hij veel te laat op zijn werk in Amersfoort verscheen. In Den Haag ging het niet veel beter toen het brandalarm voor de tweede keer in korte tijd afging. Dit keer was het geen loos alarm en was er een brand in de bekabeling, waardoor alle computers op de afdeling platlagen. De rest van de dag heb ik dus maar de stereotype ambtenaar uitgehangen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten